189708
190
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/201
Next page
PMR300113NL0
PMR300113NL0
Gebruikershandleiding
Choose freedom.
computers.toshiba-europe.com
Choose freedom.
computers.toshiba-europe.com
TECRA A3X
Gebruikershandleiding ii
TECRA A3X
Copyright
© 2005 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Volgens de
auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden
verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze
handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
TOSHIBA TECRA A3X Draagbare personal computer
Gebruikershandleiding
Eerste editie, september 2005
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal kan
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, verandering, overdracht van gekopieerd materiaal en
distributie via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een actie tot schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig gevalideerd en nagekeken. De
aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal
computers uit de TOSHIBA TECRA A3X-serie op het tijdstip waarop deze
handleiding ter perse ging. Navolgende computers en handleidingen
kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA
aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of
indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit
discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
Intel, Intel SpeedStep, Pentium en Celeron zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation of
dochterondernemingen in de Verenigde Staten en andere landen/regio's.
Windows en Microsoft zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak.
In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn vermeld.
Gebruikershandleiding iii
TECRA A3X
Conformiteitverklaring EU
TOSHIBA verklaart dat het product PTA3X* voldoet aan
de volgende normen:
Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in
overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen,
met name de Electromagnetic Compatibility Directive 89/
336/EEC voor notebooks en elektronische accessoires, zoals de
meegeleverde netadapter, de Radio Equipment and Telecommunications
Terminal Equipment Directive 99/5/EEC in het geval van
geïmplementeerde accessoires voor telecommunicatie en de Low Voltage
Directive 73/23/EEC voor de meegeleverde netadapter.
De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA
EUROPE GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland, telefoon
+49-(0)-2131-158-01.
Raadpleeg voor een exemplaar van de betreffende CE-verklaring van
overeenstemming de volgende website: http://epps.toshiba-teg.com.
De volgende informatie is alleen bedoeld voor lidstaten van
de EU:
Het gebruik van het symbool geeft aan dat dit product niet als
huishoudelijk afval mag worden behandeld. Door dit product
op te juiste manier weg te werpen, draagt u eraan bij de
negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke
gezondheid te voorkomen die kunnen voortvloeien uit onjuist
wegwerpen van dit product. Neem voor meer informatie over
de recyclage van dit product contact op met uw
gemeentekantoor, uw vuilnisdienst of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
is dit symbool mogelijk niet aanwezig.
Gebruikershandleiding iv
TECRA A3X
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit “CTR21”) voor
aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone
Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende
landen/regio's biedt deze goedkeuring niet per se een garantie voor
storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is
compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de
aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke
softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de
gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale
goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale
voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken
kan niet worden gegarandeerd.
Duitsland ATAAB AN005,AN006,AN007,AN009,AN010 en
DE03,04,05,08,09,12,14,17
Griekenland ATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04
Portugal ATAAB AN001,005,006,007,011 en P03,04,08,10
Spanje ATAAB AN005, 007, 012 en ES01
Zwitserland ATAAB AN002
Alle overige landen/
regio's
ATAAB AN003, 004
Gebruikershandleiding v
TECRA A3X
Veiligheidsinstructies voor optisch schijfstation
Het optische station dat in deze computer wordt gebruikt, is uitgerust met
een laserapparaat. Op het oppervlak van het station is een
classificatielabel met de volgende zin aangebracht.
De fabrikant van het station met het bovenstaande etiket certificeert dat het
station op de fabricagedatum voldeed aan de voorschriften voor
laserproducten conform artikel 21 van de Code of Federal Regulations van
de Verenigde Staten, Department of Health & Human Services, Food and
Drug Administration.
In andere landen voldoet het station aan de IEC 825- en EN60825-
voorschriften voor laserproducten van klasse 1.
Het optische schijfstation gebruikt een lasersysteem. Lees met het oog op
een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze
gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in
de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt
naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact
op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
HET GEBRUIK VAN REGELAARS, INSTELLINGEN OF PROCEDURES
DIE NIET IN DE HANDLEIDING ZIJN VERMELD, KAN RESULTEREN IN
BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STRALING.
Gebruikershandleiding vi
TECRA A3X
Deze computer is uitgerust met een van de optische stations in de
volgende lijst, afhankelijk van het model:
Fabrikant Type
TEAC CD-ROM CD-224E
TEAC DVD-ROM DV-28E
TEAC DVD Super Multi met dubbellaagse
±R-recorder DV-W28EA
TSST (TOSHIBA
SAMSUNG
OPSLAGTECHNOLOGIE)
DVD-ROM SD-C2732
TSST (TOSHIBA
SAMSUNG
OPSLAGTECHNOLOGIE)
DVD-ROM&CD-R/RW TS-L462C
Panasonic DVD-ROM&CD-R/RW UJDA770
Panasonic DVD Super Multi met dubbellaagse
±R-recorder UJ-841
Gebruikershandleiding vii
Inhoudsopgave
Copyright. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ii
Afwijzing van aansprakelijkheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ii
Handelsmerken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ii
Conformiteitverklaring EU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . iii
Modemwaarschuwing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . iv
Veiligheidsinstructies voor optisch schijfstation . . . . . . . . . . . . . . . . . v
Voorwoord
Inhoud van de handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xii
Conventies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xiii
Algemene voorzorgsmaatregelen
Hoofdstuk 1 Inleiding
Controlelijst van apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-10
Hulpprogramma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-13
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-15
Hoofdstuk 2 Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2
Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Achterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6
Voorkant met het beeldscherm geopend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Systeemlampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-10
Toetsenbordlampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-11
USB-diskettestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-12
Ingebouwde optische stations . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-13
Netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-15
Gebruikershandleiding viii
Hoofdstuk 3 Aan de slag
Uw werkplek inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
De accu-eenheid installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
De netadapter aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-6
Het beeldscherm openen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
De stroom inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
Windows XP installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
De computer uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
Computer opnieuw opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-13
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de
productherstelmedia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-14
Hoofdstuk 4 Grondbeginselen
Het touchpad gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
Het USB-diskettestation gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
Optische stations gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
CD's schrijven met het DVD-ROM&CD-R/RW-station . . . . . . . . . . . . 4-7
CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station . . . . . . . . 4-9
RecordNow! Basic for TOSHIBA. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
DLA voor TOSHIBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-14
WinDVD Creator 2 Platinum. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
Behandeling van schijven/diskettes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-16
Geluidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-17
Modem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-18
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-21
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-22
De computer reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-24
De computer verplaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-24
Warmteverspreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-1
Functietoetsen F1 … F12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-3
Speciale Windows-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-6
Geïntegreerde numerieke toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-7
ASCII-tekens genereren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-8
Gebruikershandleiding ix
Hoofdstuk 6 Voeding
Omstandigheden bij stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1
Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2
Accutypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-6
De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-13
TOSHIBA Password . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-16
De computer opstarten met een wachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-17
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-18
In-/uitschakelen via LCD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-18
Systeem automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-18
Hoofdstuk 7 HW Setup
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Het HW Setup-venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Het BIOS Setup-hulpprogramma starten en afsluiten. . . . . . . . . . . . 7-9
Hoofdstuk 8 Optionele apparaten
PC-kaart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-4
Extra accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-7
Extra netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-7
Accuoplader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-7
USB-diskettestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-7
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-8
Parallelle printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-8
TV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-9
i.LINK (IEEE1394) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
Advanced Port Replicator IIl . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-12
Bluetooth USB-adapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-14
Mobiele vaste schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-14
Beveiligingsslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-14
Hoofdstuk 9 Problemen oplossen
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-1
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-22
Gebruikershandleiding x
Hoofdstuk 10 Vrijwaringsverklaringen
CPU*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-1
Levensduur accu*2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-2
Capaciteit van de vaste schijf*3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-2
LCD*4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-2
Graphics Processor Unit (“GPU”)*5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-3
Draadloos LAN*6 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-3
Niet-toepasselijke pictogrammen*7 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-3
Kopieerbeveiliging*8 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-3
Afbeeldingen*9 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-3
Bijlage A Specificaties
Gewicht en afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-1
Bijlage B Beeldschermcontroller en modi
Beeldschermcontroller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-1
Videomodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-2
Weergave-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-7
Bijlage C Draadloos LAN
Kaartspecificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-1
Radiospecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-1
Ondersteunde subfrequenties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-2
Bijlage D Het netsnoer en de voedingsaansluitingen
Keurmerken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-1
Bijlage E Timer voor antidiefstalbescherming van TOSHIBA
Bijlage F Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Index
Gebruikershandleiding xi
Voorwoord
Gefeliciteerd met uw nieuwe computer uit de TECRA A3X-serie. Deze
krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang
betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende
uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw TECRA A3X-computer
gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt
gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer,
elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele
apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een portable
hebt gewerkt, leest u eerst de hoofdstukken Inleiding en Rondleiding om
uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen en
accessoires van de computer. Lees vervolgens Aan de slag voor
stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Als u een ervaren computergebruiker bent, dient u dit voorwoord te lezen
om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding. Blader daarna de
handleiding door om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name
aandacht aan het gedeelte Speciale voorzieningen van de Inleiding om
kennis te maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor de
computers, en lees HW Setup aandachtig door. Als u PC-kaarten gaat
installeren of externe apparaten zoals een monitor gaat aansluiten, dient u
hoofdstuk 8, Optionele apparaten te lezen.
Gebruikershandleiding xii
Voorwoord
Inhoud van de handleiding
Deze handleiding bestaat uit de volgende zes hoofdstukken, tien bijlagen,
een woordenlijst en een index.
In hoofdstuk 1, Inleiding, vindt u een overzicht van de voorzieningen,
mogelijkheden en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer
geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Aan de slag, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de
computer aan de slag kunt gaan en worden tips gegeven over veiligheid en
het inrichten van uw werkplek.
In hoofdstuk 4, Grondbeginselen, staan instructies voor het gebruik van de
volgende apparaten: touchpad, USB-diskettestation, optische
mediastations, TV-tuner, geluidssysteem, modem, draadloze
communicatie, LAN. U krijgt ook tips voor het onderhoud van de computer
en het omgaan met diskettes en CD's/DVD’s.
In hoofdstuk 5, Het toetsenbord, worden speciale toetsenbordfuncties
beschreven zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
In hoofdstuk 6, Voeding, vindt u informatie over de voedingsbronnen en
energiebesparingsmodi van de computer.
In hoofdstuk 7, HW Setup, wordt uitgelegd hoe u de computer configureert
met het programma HW Setup.
In hoofdstuk 8, Optionele apparaten, beschrijft welke optionele hardware
beschikbaar is.
In hoofdstuk 9, Problemen oplossen, verschaft nuttige informatie over het
uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze
als de computer niet correct lijkt te werken.
In hoofdstuk 10, Vrijwaringsverklaringen, vindt u informatie over de
vrijwaringsverklaringen met betrekking tot de computer.
De Bijlagen verschaffen technische informatie over de computer.
De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt.
Met behulp van de Index kunt u snel informatie in deze handleiding
opzoeken.
Gebruikershandleiding xiii
Voorwoord
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd
door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read
Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de
computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen
ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een
aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te
zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld
de Enter-toets aan.
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen
indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken
(+) tussen de toetsopschriften. Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet
drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt,
dient u de eerste twee toetsen ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de
derde toets te drukken.
Beeldscherm
ABC
Als in procedures een actie moet worden
uitgevoerd, zoals het klikken op een pictogram of
het invoeren van tekst, wordt de naam van het
pictogram of wordt de tekst die moet worden
ingevoerd, weergegeven in het lettertype dat hier
links is afgebeeld.
ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en
door de computer gegenereerde tekst die op het
beeldscherm verschijnt, worden in het links
weergegeven lettertype gedrukt.
Gebruikershandleiding xiv
Voorwoord
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken
op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals
hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect
gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Gebruikershandleiding xv
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer
verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Blessures door overbelasting
Lees de instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en
gebruikomstandigheden. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en
polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt
voorkomen. Hoofdstuk 3, Aan de slag, bevat eveneens informatie over het
inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met
behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.
Letsel door verhitting van computeroppervlakken
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak
zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan
langdurig lichamelijk contact (bijvoorbeeld wanneer u de computer op
uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten) resulteren in rode
plekken op de huid.
Als de computer lange tijd is gebruikt, dient u direct contact met de
metalen plaat die de I/O-poorten ondersteunt, te vermijden. Deze plaat
wordt heet na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan heet worden. Dit duidt niet op een
storing. Als u de netadapter wilt vervoeren, dient u deze eerst te
ontkoppelen en te laten afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat warmtegevoelig is. Het
materiaal kan beschadigd raken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten. Door extreme druk of stoten kunnen computeronderdelen
beschadigd raken en kunnen er storingen ontstaan.
Gebruikershandleiding xvi
Algemene voorzorgsmaatregelen
Oververhitting van PC-kaarten
Sommige PC-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden.
Oververhitting van een PC-kaart kan resulteren in fouten of een onstabiele
werking van de PC-kaart. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen
van een PC-kaart die langdurig is gebruikt.
Mobiele telefoons
Het gebruik van mobiele telefoons kan storing veroorzaken in het
audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm te handhaven tussen de computer en de
mobiele telefoon.
RTC-batterij
Het volgende bericht verschijnt op de sub-LCD:
RTC battery is low or CMOS checksum is inconsistent.
Press [F1] key to set Date/Time.
De RTC-batterij is bijna leeg. Definieer de datum en tijd in BIOS Setup door
de volgende stappen uit te voeren:
1. Druk op F1. BIOS Setup wordt geopend.
2. Geef de datum op met System Date.
3. Geef de tijd op met System Time.
4. Druk op Fn + R (functie van de End-toets). U ziet een
bevestigingsbericht.
Druk op Y. BIOS Setup wordt gesloten en de computer wordt opnieuw
opgestart.
Nadat u de datum en tijd voor de RTC-batterij hebt ingesteld, kunt u de
computer het beste inschakelen, zodat de RTC-batterij wordt opgeladen.
Gebruikershandleiding 1-1
Hoofdstuk 1
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst met de geleverde apparatuur en
beschrijft de voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Controlelijst van apparatuur
Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het
verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
TECRA A3X Draagbare personal computer
Universele netadapter en netsnoer
Modulaire kabel voor modem *
Accu-eenheid
Accu-eenheid: 6 cellen, 4700 mAh (in de computer geïnstalleerd)
Accu-eenheid met hoge capaciteit: 12 cellen, 8800 mAh (wordt bij de
computer geleverd) *
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht,
functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat
niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.
* geeft een optioneel onderdeel aan dat afhangt van het gekochte model
U moet de accu installeren voordat u deze computer kunt gebruiken.
Raadpleeg het gedeelte De accu-eenheid installeren in hoofdstuk 3, Aan
de slag.
Gebruikershandleiding 1-2
Inleiding
Software
Windows XP Professional
De volgende software is vooraf op de vaste schijf geïnstalleerd:
Microsoft
®
Windows XP Professional
Microsoft
®
Internet Explorer
Modemstuurprogramma
Schermstuurprogramma voor Windows
TOSHIBA-hulpprogramma’s
Stuurprogramma voor draadloos LAN *
Geluidsstuurprogramma voor Windows
DVD-videospeler
Netwerkstuurprogramma
Stuurprogramma voor het aanwijsapparaat
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA Gebruikershandleiding
TOSHIBA Assist
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA-hulpprogramma Touchpad On/Off
TOSHIBA PC Diagnostic Tool
TOSHIBA Controls
TOSHIBA Zooming
TOSHIBA Password
Atheros-clientprogramma
TOSHIBA-sneltoetsprogramma voor beeldschermen
TOSHIBA Display Device Change
TOSHIBA Mobile Extension voor Windows XP
InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum
CD/DVD Acoustic Silencer
Record Now! Basic for TOSHIBA
DLA voor TOSHIBA
On line handleiding
Productherstelmedia en extra software
Productherstelmedia
CD met extra software *
Gebruikershandleiding 1-3
Inleiding
Documentatie
De documentatie voor de computer:
TECRA A3X Gebruikershandleiding
TECRA A3X Aan de slag
Instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en
gebruiksomstandigheden
Garantie-informatie
Voorzieningen
Dankzij de geavanceerde LSI- en CMOS-technologie (Large Scale
Integration- en Complementary Metal-Oxide Semiconductor-technologie)
van TOSHIBA is de computer compact, licht van gewicht, uiterst
betrouwbaar en energiezuinig. Deze computer biedt de volgende
voorzieningen en voordelen:
CPU
Neem onmiddellijk contact op met uw dealer als een of meer items
ontbreken of beschadigd zijn.
Ingebouwd
De computer is uitgerust met een Intel
®
-
processor.
Intel
®
Celeron
®
M-processor met ingebouwd
Level 2-cachegeheugen van 1 MB.
Intel
®
Pentium
®
M-processor met ingebouwd
Level 2-cachegeheugen van 2 MB. De
processor ondersteunt Enhanced Intel
®
SpeedStep
TM
technologie.
Bepaalde computermodellen zijn voorzien van Intel
®
Centrino-technologie,
die is gebaseerd op drie aparte technologieën van Intel
®
Pentium
®
M,
Intel
®
PRO/Wireless Network Connection en Intel
®
915 Chipset Family.
Intel
®
915 Chipset Family is een model waarbij de Intel
®
Pentium
®
M-
processor is geïnstalleerd.
Vrijwaringsverklaring (CPU)*1
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor
meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de CPU.
Klik op *1.
Gebruikershandleiding 1-4
Inleiding
Geheugen
Voeding
Stations/schijven
Sleuven De sleuf accepteert 256-, 512- en 1.024-MB
geheugenmodules, die kunnen worden
geïnstalleerd in de twee geheugensleuven tot
een maximum van 2.048 MB systeemgeheugen.
Video-RAM Maximaal 128 MB RAM voor videoweergave.
Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door
één oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
Accu-eenheid met hoge capaciteit
(8800 mAh)
Accu-eenheid (4700 mAh)
Vrijwaringsverklaring (levensduur accu)*2
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor
meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de
levensduur van de accu-eenheid. Klik op *2.
RTC-batterij De computer bevat een interne batterij voor de
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
Netadapter De universele netadapter voorziet het systeem
van stroom en laadt de accu’s op wanneer deze
opraken. De adapter wordt geleverd met een
verwisselbaar netsnoer.
Aangezien de netadapter universeel is,
ondersteunt hij netspanningen tussen 100 en
240 volt; de uitgangsstroom varieert echter al
naar gelang het model. Gebruik van het
verkeerde model netadapter kan resulteren in
beschadiging van de computer. Raadpleeg het
gedeelte Netadapter in hoofdstuk 2, Rondleiding.
Vaste schijf Beschikbaar in vier grootten:
40,0 miljard bytes (37,26 GB)
60,0 miljard bytes (55,88 GB)
80,0 miljard bytes (74,52 GB)
100,0 miljard bytes (93,16 GB)
Gebruikershandleiding 1-5
Inleiding
Vrijwaringsverklaring (capaciteit van de vaste schijf)*3
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor
meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de
capaciteit van de vaste schijf. Klik op *3.
Er wordt ongeveer 2 GB ruimte op de vaste schijf vrijgehouden voor
herstelpartities.
Wanneer u uw vaste schijf opnieuw gebruiksklaar maakt, wijzigt,
verwijdert of voegt u geen partities toe op een andere manier dan
weergegeven in de handleiding. Anders gaat ruimte voor software
mogelijk verloren.
Bovendien kunt u mogelijk uw computer niet meer opnieuw installeren
als u een partitieprogramma van derden gebruikt om partities op uw
vaste schijf opnieuw te configureren.
USB-diskettestation
(optioneel)
Dit station ondersteunt 3,5-inch diskettes met
een capaciteit van 1,44 MB of 720 KB. Voor
aansluiting op een USB-poort.
Computers in deze serie kunnen worden geconfigureerd met een
ingebouwd optisch station. In de volgende tabel worden de beschikbare
optische stations beschreven.
CD-ROM-station Sommige modellen zijn uitgerust met een
CD-ROM-stationsmodule van volledige grootte
waarin u CD’s zonder adapter kunt uitvoeren. De
maximale leessnelheid voor CD-ROM's is
24-speed. Dit station ondersteunt de volgende
indelingen:
CD-DA
CD-Text
Photo CD™ (single/multi-session)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
CD-G (alleen audio-CD)
Adresseringsmethode 2
Gebruikershandleiding 1-6
Inleiding
DVD-ROM -station Sommige modellen zijn uitgerust met een
DVD-ROM-stationsmodule van volledige grootte
waarmee u CD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm
(3,15 inch), en DVD's van 12 cm zonder adapter
kunt uitvoeren. De maximale leessnelheid is
8-speed voor DVD-ROM’s en 24-speed voor
CD-ROM’s. Het station ondersteunt de volgende
indelingen:
DVD-ROM
DVD-Video
CD-DA
CD-Text
Photo CD™ (single/multi-session)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
CD-G (alleen audio-CD)
Adresseringsmethode 2
DVD-ROM&CD-R/
RW-station
Sommige modellen zijn uitgerust met een
DVD-ROM- en CD-R/RW-stationsmodule van
volledige grootte waarmee u CD’s/DVD’s zonder
adapter kunt uitvoeren. De maximale
leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM’s en
24-speed voor CD-ROM’s. De maximale
schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R’s en
CD-RW’s. Dit station ondersteunt dezelfde
indelingen als het DVD-ROM-station en
daarnaast de volgende indelingen.
CD-R
CD-RW
DVD Super Multi-
station met Double
Layer
De computer is uitgerust met een DVD Super
Multi-stationsmodule van volledige grootte
waarmee u zonder adapter gegevens op
herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen en
CD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch)
en DVD's van 12 cm (4,72 inch) kunt uitvoeren.
De maximale leessnelheid is 8-speed voor
DVD-ROM’s en 24-speed voor CD-ROM’s. De
maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor
CD-R's, 10-speed voor CD-RW's, 8-speed voor
DVD-R's en DVD+R's, 2-speed voor DVD-R
DL's, 2,4-speed voor DVD+R DL’s, 4-speed voor
DVD-RW's en DVD+RW's en 5-speed voor
DVD-RAM's. Dit station ondersteunt dezelfde
indelingen als het DVD-ROM- & CD-R/RW-
station en daarnaast de volgende indelingen.
DVD+R
DVD-R
DVD+RW
DVD-RW
DVD-RAM
Gebruikershandleiding 1-7
Inleiding
Display
Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videoafbeeldingen met
hoge resolutie. Het scherm kan in diverse standen worden gezet voor
maximaal comfort en optimale leesbaarheid.
Toetsenbord
Aanwijsapparaat
Ingebouwd 15-inch XGA/SXGA+ TFT-scherm, 16 miljoen
kleuren, met een van de volgende resoluties:
XGA, 1024 horizontale × 768 verticale pixels
SXGA+, 1400 horizontale × 1050 verticale
pixels
Vrijwaringsverklaring (LCD)*4
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor
meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de LCD.
Klik op *4.
Grafische controller
Grafische controller voor optimale
beeldschermprestaties. Raadpleeg het
gedeelte Beeldschermcontroller en modi in
bijlage B voor meer informatie.
Vrijwaringsverklaring (GPU - Graphics Processor Unit)*5
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor
meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de GPU.
Klik op *5.
Ingebouwd 85 of 86 toetsen, compatibel met IBM uitgebreid
toetsenbord, geïntegreerde numerieke toetsen,
vaste cursorbesturingstoetsen, en de toetsen
en . Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor
meer informatie.
Ingebouwd touchpad Met het touchpad en de besturingsknoppen in de
polssteun kunt u de schermaanwijzer
verplaatsen en door de inhoud van vensters
schuiven.
Gebruikershandleiding 1-8
Inleiding
Poorten
Sleuven
Multimedia
Parallel Parallelle printer of ander parallel apparaat
(ECP-compatibel).
Serieel RS-232C-compatibele poort (16550 UART-
compatibel).
Externe monitor De 15-pins analoge VGA-poort ondersteunt
VESA DDC2B-compatibele functies.
Universal Serial Bus
(USB 2.0)
De USB 2.0-compatibele poorten ondersteunen
gegevensoverdrachtsnelheden die 40 maal
hoger zijn dan met de USB 1.1-norm. (De poort
is ook compatibel met USB 1.1.)
Docking-interface Deze sleuf ondersteunt verbinding met een
optionele Advanced Port Replicator III zoals
beschreven in het gedeelte Opties.
i.LINK (IEEE1394) Sommige modellen zijn met i.LINK uitgerust.
Deze poort ondersteunt snelle, rechtstreekse
gegevensoverdracht vanaf externe apparaten
zoals digitale videocamera’s.
PC-kaart De PC-kaartsleuf biedt ruimte voor een PC-kaart
van 5 mm (Type II).
Geluidssysteem Het Windows-compatibele geluidssysteem omvat
een interne microfoon evenals aansluitingen voor
een externe microfoon en hoofdtelefoon.
Hoofdtelefoonaan-
sluiting
Via deze bus worden analoge audiosignalen
uitgevoerd.
Microfoonbus Op de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een drie-
aderige miniplug voor niet-stereofonische
microfooninvoer worden aangesloten.
TV-out-bus (S-Video) Sommige modellen zijn met TV-out-bus
uitgerust.
Door middel van de TV-out-bus kunt u
videogegevens naar externe apparaten
verzenden. De gegevensuitvoer is afhankelijk
van het type apparaat dat aan de S-Video-kabel
is gekoppeld.
Gebruikershandleiding 1-9
Inleiding
Communicatie
Modem De ingebouwde modem voorziet in gegevens- en
faxcommunicatie. Raadpleeg bijlage E. De
modem heeft een modembus voor aansluiting op
een telefoonlijn. Het modem heeft een
modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn.
In sommige landen is de modem standaard
geïnstalleerd. V.92 wordt uitsluitend in de VS,
Canada en Australië ondersteund. Alleen V.90 is
beschikbaar in andere regio's.
LAN De computer heeft ingebouwde ondersteuning
voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde,
10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits
per seconde, 100BASE-TX).
Wireless LAN Sommige computers in deze serie zijn uitgerust
met een mini-PCI-kaart voor draadloze LAN's.
Deze kaart is compatibel met andere LAN-
systemen die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM-
radiotechnologie (Direct Sequence Spread
Spectrum/Orthogonal Frequency Division
Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802.11-
norm (Revisie A, B of G).
Theoretische maximumsnelheid: 54 Mbps
(IEEE 802.11a, 802.11g)
Theoretische maximumsnelheid: 11 Mbps
(IEEE 802.11b)
Frequentiebandselectie (5 GHz: Revisie A /
2,4 GHz: Revisie B/G)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
Wi-Fi Protected Access (WPA).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op 152-bits
coderingsalgoritme (Atheros-moduletype)
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op het
128-bits coderingsalgoritme. (Intel-
moduletype)
AES-gegevenscodering (Advanced
Encryption Standard).
Vrijwaringsverklaring (draadloos LAN)*6
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor
meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot
draadloos LAN/Intel. Klik op *6.
Gebruikershandleiding 1-10
Inleiding
Beveiliging
Software
Speciale voorzieningen
De volgende functies zijn ofwel uniek voor Toshiba-computers ofwel
geavanceerde functies, waardoor de computer handiger is in gebruik.
Sleuf
beveiligingsslot
Hierop kan een optioneel veiligheidsslot op de
computer worden aangesloten om deze aan een
bureau of ander groot voorwerp te verankeren.
Besturingssysteem Het besturingssysteem Windows XP
Professional en TOSHIBA Hulpprogramma’s en
stuurprogramma’s vooraf op de vaste schijf
geïnstalleerd. Raadpleeg het gedeelte Software
aan het begin van dit hoofdstuk.
TOSHIBA
Hulpprogramma’s
Een aantal hulp- en stuurprogramma’s is vooraf
geïnstalleerd om het gebruik van de computer te
vergemakkelijken. Raadpleeg het gedeelte
Hulpprogramma's in dit hoofdstuk.
Plug en Play Wanneer u een extern apparaat op de computer
aansluit of een onderdeel installeert, stelt de Plug
en Play-capaciteit het systeem in staat om de
verbinding te herkennen en automatisch de
nodige configuratiewijzigingen aan te brengen.
TOSHIBA Assist
knop
Druk op deze knop om automatisch een
toepassing te starten. De standaardtoepassing is
TOSHIBA Assist.
TOSHIBA-
presentatieknop
Druk op deze knop om de gelijktijdige weergave
op LCD en CRT met een standaardresolutie van
1024 × 768 te wijzigen.
Uitzoom- (-)/
inzoomknop (+)
Druk op deze knop om de standaardgrootte van
het pictogram op het bureaublad of het
toepassingsvenster te vergroten of te verkleinen.
Bepaalde modellen zijn uitgerust met deze
knoppen.
Sneltoetsen Door middel van deze zogeheten hotkeys kunt u
de systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een
systeemconfiguratieprogramma te hoeven
gebruiken.
Gebruikershandleiding 1-11
Inleiding
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen
Met deze functie wordt de stroom naar het
interne beeldscherm automatisch stopgezet als
het toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde
tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt
hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het
aanwijsapparaat wordt gebruikt. U kunt de
tijdlimiet opgeven met de optie Monitor power off
op het tabblad Basic Setup van TOSHIBA Power
Saver.
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste
schijf automatisch stopgezet als een bepaalde
tijd lang geen activiteit op de vaste schijf heeft
plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt
hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt.
U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie
HDD power off op het tabblad Basic Setup
van TOSHIBA Power Saver.
Systeem op stand-
by/in slaapstand
Met deze functie wordt het systeem automatisch
op stand-by of in de slaapstand gezet als
gedurende een bepaalde tijd geen invoer of
hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. U kunt
de tijdlimiet opgeven via System standby
(systeem op stand-by) of System hibernation
(systeem in slaapstand) op het tabblad Basic
Setup van TOSHIBA Power Saver.
Geïntegreerde
numerieke toetsen
Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde
numerieke toetsen. Raadpleeg het gedeelte Het
toetsenbord in hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor
informatie over het gebruik van deze toetsen.
Wachtwoord voor
opstarten
Er zijn twee niveaus voor het beveiligen van
wachtwoorden beschikbaar om ongeoorloofd
gebruik van uw computer te voorkomen.
Directe beveiliging Met een sneltoets kunt u het scherm leegmaken
en de computer blokkeren.
Intelligente
stroomvoorziening
Een microprocessor in de intelligente
stroomvoorziening van de computer detecteert
de acculading en berekent de resterende
accucapaciteit. De microprocessor beschermt de
elektronische onderdelen tevens tegen
abnormale omstandigheden, zoals extreme
spanningspieken vanuit een voedingsbron.
U kunt de resterende accucapaciteit controleren.
Gebruik de optie Battery remaining in TOSHIBA
Power Saver.
Gebruikershandleiding 1-12
Inleiding
Energiebesparings-
modus
Met deze voorziening kunt u accu-energie
besparen. U kunt de energiebesparingsmodus
opgeven via het onderdeel Profile in TOSHIBA
Power Saver.
In-/uitschakelen via
LCD
Met deze functie wordt de stroom naar de
computer uitgeschakeld wanneer de LCD wordt
gesloten, en weer ingeschakeld zodra de LCD
wordt geopend. U kunt de instelling opgeven met
de optie When I close the lid op het tabblad Setup
Action van TOSHIBA Power Saver.
Automatische
slaapstand bij lage
acculading
Als de acculading zover is gedaald dat u de
computer niet meer kunt gebruiken, wordt
automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt
het systeem afgesloten. U kunt de instelling
opgeven op het tabblad Setup action van
TOSHIBA Power Saver.
Warmteverspreiding De CPU heeft een interne temperatuursensor ter
bescherming tegen oververhitting. Als de interne
temperatuur van de computer een bepaald
niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of
wordt de CPU-verwerkingssnelheid verlaagd.
Gebruik de optie Koelmethode op het tabblad
Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Maximale prestaties Eerst wordt de ventilator
ingeschakeld en
vervolgens wordt zo
nodig de CPU-
verwerkingssnelheid
verlaagd.
Prestaties Combinatie van
inschakelen van
ventilator en verlaging
van de
processorsnelheid.
Optimaal
accugebruik
Eerst de
processorsnelheid
verlagen en dan zo
nodig de ventilator
aanzetten.
Gebruikershandleiding 1-13
Inleiding
Hulpprogramma's
In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven
en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de on line
handleiding, Help of het readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor
informatie over bewerkingen.
Slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud
van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf
opgeslagen, en wanneer u de computer weer
aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats
waar u was opgehouden. Raadpleeg het
gedeelte De computer uitschakelen in
hoofdstuk 3, Aan de slag, voor details.
Stand-by Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de
computer uitschakelen zonder de software te
hoeven sluiten. de gegevens worden in het
hoofdgeheugen van de computer bewaard.
Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw
werk hervatten op de plaats waar u was
opgehouden.
TOSHIBA Assist TOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk
toegang tot Help en services kunt verkrijgen. Dit
is de functie die standaard met de TOSHIBA
Assist-knop wordt geactiveerd.
TOSHIBA Power
Saver
Klik als u dit energiebeheerprogramma wilt
starten op Start, vervolgens op
Configuratiescherm, daarna op Prestaties en
onderhoud en selecteer het pictogram TOSHIBA
Power Saver.
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de
randapparaten die u gebruikt. Open het
hulpprogramma door achtereenvolgens te
klikken op Start, Configuratiescherm en Printers
en andere hardware en het pictogram TOSHIBA
HWSetup te selecteren.
Gebruikershandleiding 1-14
Inleiding
TOSHIBA Controls Dit hulpprogramma bevat een sectie waarmee u
de volgende bewerkingen kunt uitvoeren:
Knoppen: u kunt toepassingen of functies
toewijzen een de TOSHIBA Assist-knop, de
TOSHIBA-presentatieknop, de uitzoomknop en
de inzoomknop.
Als u de eigenschappen van TOSHIBA Controls
wilt openen, klikt u op Start, Configuratiescherm,
Printers en andere hardware en vervolgens op
TOSHIBA Controls.
DVD-videospeler De DVD-videospeler heeft een scherminterface
en -functies voor het afspelen van DVD-video’s.
Het programma bestaat uit een interface met
functies op het scherm. Klik op Start, wijs Alle
programma’s aan, wijs InterVideo WinDVD aan
en klik op InterVideo WinDVD.
TOSHIBA Zoom
hulpprogramma
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen
op het bureaublad of die in het
toepassingsvenster vergroten of verkleinen.
RecordNow! Basic
for TOSHIBA
U kunt CD's/DVD's in verschillende indelingen
maken: audio-CD's die op een gewone stereo-
CD-speler kunnen worden afgespeeld, en
gegevens-CD's/-DVD's voor het opslaan van de
bestanden en mappen op uw vaste schijf. Deze
software kan worden gebruikt op een model met
een DVD-ROM- & CD-R/RW-station, DVD-R/
-RW-station of DVD Super Multi-station.
DLA voor TOSHIBA DLA (Drive Letter Access ofwel
stationslettertoegang) is het
pakketschrijfprogramma waarmee bestanden en/
of mappen via een stationsletter naar een
DVD+RW-, DVD-RW- of CD-RW-schijf kunnen
worden geschreven, op dezelfde manier als naar
een diskette of andere verwisselbare schijven.
TOSHIBA PC
Diagnostic Tool
TOSHIBA PC Diagnostic Tool geeft de
basisgegevens weer van de PC en biedt de
mogelijkheid om ingebouwde apparaten te
testen. TOSHIBA PC Diagnostic Tool starten: klik
in Windows op Start, wijs Alle programma's
aan, wijs TOSHIBA aan, wijs Utilities
(hulpprogramma's) aan en klik op
PC Diagnostic Tool.
Gebruikershandleiding 1-15
Inleiding
Opties
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door
een aantal opties toe te voegen. Raadpleeg hoofdstuk 8, Optionele
apparaten, voor meer informatie.
De volgende opties zijn beschikbaar:
TOSHIBA ConfigFree ConfigFree bestaat uit een reeks
hulpprogramma's waarmee u verbindingen met
communicatie-apparaten en netwerken beheert.
Met ConfigFree kunt u tevens
communicatieproblemen opsporen en profielen
maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen
locaties en communicatienetwerken. Als u
ConfigFree wilt starten, klikt u op Start, wijst u
achtereenvolgens naar Alle Programma’s,
TOSHIBA en Netwerk en klikt u op ConfigFree.
TOSHIBA-
hulpprogramma
Touchpad On/Off
Als u in een Windows-omgeving op Fn + F9
drukt, wordt de touchpadfunctie in- of
uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets
drukt, wordt de huidige instelling veranderd en
als pictogram weergegeven.
TOSHIBA Password
hulpprogramma
Met dit hulpprogramma kunt u een wachtwoord
instellen waarmee de toegang tot de computer
wordt beperkt.
CD/DVD-station
Acoustic Silencer
Dit hulpprogramma dient om de leessnelheid van
het CD-station in te stellen.
Het heeft geen invloed op het DVD-station.
U kunt kiezen uit de modi: [Normal Mode],
waarbij gegevens vooruit worden gelezen, en
[Quiet Mode], waarbij er minder geluid wordt
geproduceerd.
Geheugenuitbrei-
ding
U kunt gemakkelijk een 256-MB, 512-MB of
1024-MB geheugenmodule (DDR2 PC4200) in
de computer installeren.
Accu-eenheid U kunt een extra accu-eenheid aanschaffen bij
uw TOSHIBA-dealer. U kunt deze als reserve-
exemplaar of ter vervanging gebruiken.
Accu-eenheid met hoge capaciteit
(8800 mAh)
Accu-eenheid (4700 mAh)
Gebruikershandleiding 1-16
Inleiding
Netadapter Indien u uw computer vaak op verschillende
plekken gebruikt, is het wellicht handig om een
extra netadapter per werkplek aan te schaffen,
zodat u deze niet hoeft mee te nemen.
Accuoplader Met de accuoplader kunt u extra accu’s buiten de
computer opladen.
Beveiligingsslot U kunt een beveiligingskabel aan de computer
bevestigen om de computer te beschermen
tegen diefstal.
USB-diskettestation Het 3,5-inch diskettestation ondersteunt 1,44-MB
en 720-KB diskettes. Voor aansluiting op een
USB-poort. (In Windows XP kunt u 720-KB
diskettes niet formatteren, maar u kunt wel
eerder geformatteerde diskettes gebruiken.)
Bluetooth USB-
adapter
Een Bluetooth-adapter met een USB-connector.
Er kan draadloze communicatie plaatsvinden
door Bluetooth-compatibele apparatuur aan te
sluiten op de USB-poort van de computer.
De module is verkrijgbaar via de TOSHIBA-
dealer.
Mobiele vaste schijf Een mobiele externe vaste schijf die compatibel
is met USB2.0. Door verbinding te maken met de
USB-poort van de computer kunnen gegevens
worden gelezen en geschreven.
De module is verkrijgbaar via de TOSHIBA-
dealer.
Advanced Port
Replicator III
De Advanced Port Replicator III vult de
beschikbare poorten op de computer aan met
poorten voor een PS/2-muis, een PS/2-
toetsenbord, een digitale visuele interface (DVI),
i.LINK™ (IEEE1394), een line-in-bus en een line-
out-bus, een poort voor de externe monitor, vier
Universal Serial Bus-poorten (USB2.0), een
LAN-aansluiting en een modemaansluiting.
De TECRA A3X ondersteunt de DVI- en i.LINK-poorten van de Advanced
Port Replicator niet.
Gebruikershandleiding 2-1
Hoofdstuk 2
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
beschreven. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de
computer aan de slag gaat.
Voorkant met gesloten beeldscherm
Afbeelding 2-1 geeft de voorkant van de computer weer, met het
beeldscherm gesloten.
Afbeelding 2-1 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
Vrijwaringsverklaring (niet-toepasselijke pictogrammen)*7
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor
meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot niet-
toepasselijke pictogrammen. Klik op *7.
Vergrendelingsschuif
voor het beeldscherm
Systeemlampjes
systeem lampjes Met behulp van statuslampjes kunt u de status
van diverse computerfuncties bewaken. Zie het
gedeelte Systeemlampjes voor details.
Vergrendelings-
schuif voor het
beeldscherm
Deze vergrendelingsschuif zet het LCD-scherm
vast wanneer dit gesloten is. Duw de
vergrendelingsschuif opzij om het beeldscherm
te openen.
Gebruikershandleiding 2-2
Rondleiding
Linkerkant
Afbeelding 2-2 geeft de linkerkant van de computer weer.
Afbeelding 2-2 Linkerkant van de computer
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.
Luchtopeningen
Beveiligingsslot
PC-kaartsleuf*
Poort externe monitor
Schakelaar voor
draadloze communicatie*
Lampje van de schakelaar
voor draadloze
communicatie*
USB-poort
i.LINK-poort (IEEE1394)*
Poort externe
monitor
Op deze 15-pins poort kunt u een extern
beeldscherm aansluiten.
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg er ook voor dat er geen
voorwerpen in terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de
schakelingen van de computer beschadigen.
Schakelaar voor
draadloze
communicatie
Schuif deze schakelaar naar links om de functie
voor draadloos LAN uit te schakelen. Schuif de
schakelaar naar rechts om de functies in te
schakelen.
De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.
Lampje van de
schakelaar voor
draadloze
communicatie
Het lampje van de schakelaar voor draadloze
communicatie brandt oranje wanneer de
draadloze LAN-functie is ingeschakeld.
De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.
Universal Serial Bus
(USB 2.0)-poort
Aan de linkerkant bevindt zich een USB-poort.
De poort is compatibel met de USB 2.0-norm en
ondersteunt gegevensoverdrachtsnelheden die
40 maal hoger zijn dan de USB 1.1-norm
(USB 1.1 wordt eveneens ondersteund).
Zorg dat er geen voorwerpen in de USB-connectoren terechtkomen. Een
speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer
beschadigen.
Gebruikershandleiding 2-3
Rondleiding
Rechterkant
Afbeelding 2-3 geeft de rechterkant van de computer weer.
Afbeelding 2-3 De rechterkant van de computer
Niet alle functies van alle USB-apparaten zijn getest. Het is mogelijk dat
sommige functies niet correct werken.
i.LINK-poort
(IEEE 1394)
Verbind een extern apparaat, bijvoorbeeld een
digitale videocamera, met deze poort voor snelle
gegevensoverdracht.
De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.
Sleuf voor PC-kaart De PC-kaartsleuf biedt ruimte voor een Type II-
kaart van 5 mm. De sleuf ondersteunt 16-bits
PC-kaarten en CardBus-PC-kaarten.
De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.
CB
Zorg dat er geen voorwerpen in de PC-kaartsleuf terechtkomen. Een speld
of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer
beschadigen.
Beveiligingsslot U kunt aan dit slot een beveiligingskabel
bevestigen. Met de optionele beveiligingskabel
kunt u de computer aan een bureau of ander
groot voorwerp verankeren en tegen diefstal
beschermen.
MicrofoonbusHoofdtelefoonaansluiting
Ingebouwd optisch station
DC IN 15V-aansluiting
USB-poortVolumeregelaar
Volumeregelaar Gebruik deze regelaar om het volume van de
stereoluidsprekers en de stereohoofdtelefoon af
te stemmen.
Hoofdtelefoonaan-
sluiting
Via deze bus worden analoge audiosignalen
uitgevoerd.
Gebruikershandleiding 2-4
Rondleiding
Achterkant
In afbeelding 2-4-1 tot en met 2-4-3 ziet u een mogelijk achterpaneel van
de computer weer, dat per model verschilt.
Afbeelding 2-4-1 De achterkant van de computer (model met parallelle poort)
Microfoonbus Op de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een drie-
aderige miniplug voor niet-stereofonische
microfooninvoer worden aangesloten.
Ingebouwd optisch
station
De computer is uitgerust met een optisch-
stationsmodule van volledige grootte waarin u
schijven van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15
inch) zonder adapter kunt uitvoeren. Raadpleeg
het gedeelte Ingebouwd optisch station in dit
hoofdstuk voor technische specificaties voor elk
station, en hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor
informatie over het gebruik van het station en het
omgaan met schijven.
De volgende stations zijn beschikbaar:
CD-ROM-station
DVD-ROM -station
DVD-ROM&CD-R/RW-station
DVD Super Multi-station
Universal Serial Bus
(USB 2.0)-poort
Op de rechterkant bevindt zich een USB-poort.
Raadpleeg het gedeelte Linkerkant voor meer
informatie.
DC IN 15V-
aansluiting
Hierop wordt de netadapter aangesloten.
Gebruik alleen het model netadapter dat bij de
computer is geleverd. Gebruik van een verkeerd
model netadapter kan resulteren in beschadiging
van de computer.
DC IN 15V
Modempoort
Aansluitingslampje
LAN-actief-lampje
LAN-poort
Parallelle poort
Gebruikershandleiding 2-5
Rondleiding
Afbeelding 2-4-2 De achterkant van de computer (model met seriële poort)
Afbeelding 2-4-3 De achterkant van de computer (model met USB-poort/video-out-
bus)
Modempoort
AansluitingslampjeLAN-actief-lampje
LAN-poort
Seriële poort
Modempoort
Aansluitingslampje
LAN-actief-lampje
LAN-poort
USB-poort
TV-out-bus
Parallelle poort Deze Centronics-compatibele 25-pins parallelle
poort wordt gebruikt voor aansluiting van een
parallelle printer of een ander parallel apparaat.
Deze poort ondersteunt de ECP-standaard
(Extended Capabilities Port).
Seriële poort Op deze 9-pens poort kunt u seriële apparaten
aansluiten, zoals een extern modem of een
seriële muis of printer.
TV-out-bus Sluit een S-Video-kabel aan op deze poort voor
uitvoer naar tv. De S-Video-kabel verzendt
videosignalen.
Universal Serial Bus
(USB 2.0)-poort
Op de achterkant bevindt zich een USB-poort.
Raadpleeg het gedeelte Linkerkant voor meer
informatie.
Modempoort In gebieden waarin standaard een intern modem
is geïnstalleerd, beschikt u over een modempoort
waarmee u het modem via een modulaire kabel
rechtstreeks op een telefoonlijn kunt aansluiten.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
Gebruikershandleiding 2-6
Rondleiding
Onderkant
Afbeelding 2-5 geeft de onderkant van de computer weer. Zorg dat het
beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
Afbeelding 2-5 De onderkant van de computer
LAN-poort Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde
ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits
per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-TX). Het
LAN heeft twee lampjes. Zie hoofdstuk 4,
Grondbeginselen, voor meer informatie.
Aansluitingslampje Dit lampje brandt groen wanneer de computer op
een LAN is aangesloten en het LAN correct
functioneert.
LAN-actief-lampje Dit lampje brandt oranje tijdens
gegevensoverdracht tussen de computer en het
LAN.
Ether
Accuvergrendelingsschuif
(1)
Afdekplaatje
geheugen-
sleuven
Accuvergrendelingsschuif
(2)
Accu-eenheid
Docking-
interface
Inkepingen
Accuvergrendelings
schuif (1)
Duw deze schuif opzij om de accu-eenheid te vrij
te geven.
Accuvergrendelings
schuif (2)
Duw deze schuif opzij en houd de schuif vast om
de accu-eenheid vrij te geven.
Raadpleeg hoofdstuk 6, Voeding, voor
uitgebreide informatie over het verwijderen van
de accu-eenheden.
Gebruikershandleiding 2-7
Rondleiding
Voorkant met het beeldscherm geopend
Dit gedeelte beschrijft de voorkant van de computer met geopend
beeldscherm. Raadpleeg de desbetreffende illustratie voor details. Om het
beeldscherm te openen dient u de vergrendelingsschuif op de voorkant van
het beeldscherm naar rechts te bewegen en het scherm omhoog te
kantelen. Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
Afbeelding 2-6 De voorkant van de computer met het beeldscherm geopend
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is
aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6, Voeding,
voor uitgebreide informatie over de accu-
eenheid.
Inkepingen De haken van de Advanced Port Replicator III
passen in de inkepingen van de computer, voor
een veilige verbinding.
Docking-interface Deze sleuf ondersteunt verbinding met een
optionele Advanced Port Replicator III zoals
beschreven in hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Afdekplaatje
geheugensleuven
Dit plaatje beschermt de
geheugenmodulesleuven. Bij levering is de
computer uitgerust met één of geen module.
Onder het toetsenbord bevindt zich nog een
geheugenmodule. Raadpleeg het gedeelte
Geheugenuitbreiding in hoofdstuk 8, Optionele
apparaten.
Beeldscherm
Stereoluidspreker
(rechts)
Besturingsknoppen
van Touchpad
Touchpad
Aan/uit-knop
Beeldschermscharnier
Stereoluidspreker
(links)
LCD-
sensorschakelaar
(niet zichtbaar)
TOSHIBA Assist-
knop
TOSHIBA-
presentatieknop
Inzoomknop (+)*
Uitzoomknop (-)*
Gebruikershandleiding 2-8
Rondleiding
* Sommige modellen zijn uitgerust met een inzoomknop (+) en een
uitzoomknop (-).
Beeldschermschar-
nier
Het beeldschermscharnier zorgt dat het scherm
in de gewenste stand blijft staan.
Beeldscherm Het LCD-scherm toont contrastrijke tekst en
afbeeldingen. De computer-LCD bestaat uit
maximaal 1024 × 768 pixels of 1400 × 1050
pixels. Raadpleeg het gedeelte
Beeldschermcontroller en modi in bijlage B.
Als de computer door de accu wordt gevoed, ziet
het scherm er minder helder uit als bij gebruik
van de netadapter. Het lagere helderheidsniveau
dient om accu-energie te besparen.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg
is.
Besturingsknoppen
van het touchpad
Met de besturingsknoppen onder het touchpad
kunt u menuopties selecteren en bewerkingen
uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de
schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Touchpad Met het touchpad in het midden van de polssteun
kunt u de schermaanwijzer verplaatsen.
Raadpleeg het gedeelte Het touchpad gebruiken
in hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
TOSHIBA Assist-
knop
Met deze knop kunt u de standaardgrootte van
het pictogram op het bureaublad of van het
toepassingsvenster vergroten.
U kunt de knopinstellingen wijzigen en
verschillende functies gebruiken.
Gebruikershandleiding 2-9
Rondleiding
TOSHIBA-
presentatieknop
Met deze knop kunt u de gelijktijdige weergave
op LCD en CRT met een standaardresolutie van
1024 × 768 wijzigen.
De instelling van de knop kan worden gewijzigd
via de eigenschappen van TOSHIBA Controls.
Als "Presentatie (ander beeld)" (alleen
Windows XP) is ingesteld op deze knop, kunt u
overschakelen naar multi-monitorweergave op
LCD en CRT. Als "Presentatie (zelfde beeld)" is
ingesteld, kunt u met elke resolutie
overschakelen naar gelijktijdige weergave op
LCD en CRT. De weergavemodus keert terug
naar de weergave op de interne LCD als u
opnieuw op de knop drukt.
Als u de eigenschappen van TOSHIBA Controls
wilt openen, klikt u op Start, configuratiescherm,
Printers en andere hardware en TOSHIBA
Controls.
Uitzoomknop (-) Met deze knop kunt u de standaardgrootte van
het pictogram op het bureaublad of van het
toepassingsvenster verkleinen.
U kunt de knopinstellingen wijzigen en
verschillende functies gebruiken.
De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.
Inzoomknop (+) Met deze knop kunt u de standaardgrootte van
het pictogram op het bureaublad of van het
toepassingsvenster vergroten.
U kunt de knopinstellingen wijzigen en
verschillende functies gebruiken.
De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.
Aan/uit-knop Druk op de Aan/uit-knop om de computer in en
uit te schakelen.
Gebruikershandleiding 2-10
Rondleiding
Systeemlampjes
Afbeelding 2-7 Systeemlampjes
LCD-
sensorschakelaar
Deze schakelaar detecteert wanneer het LCD-
scherm wordt gesloten of geopend en activeert
de functie In-/uitschakelen via LCD. Wanneer u
het scherm sluit, wordt de computer in de
slaapstand gezet en uitgeschakeld. Wanneer u
het scherm opent, wordt de computer in de
slaapstand gestart. Gebruik het hulpprogramma
TOSHIBA Power Saver om deze functie in of uit
te schakelen. Standaard is de functie
ingeschakeld. Raadpleeg de gedeelten over
TOSHIBA Power Saver en In-/uitschakelen via
LCD in hoofdstuk 1, Inleiding, voor informatie
over het instellen.
Plaats geen magnetische voorwerpen in de buurt van de schakelaar. Als u
dit wel doet, wordt de computer automatisch in de slaapstand gezet en
uitgeschakeld, zelfs als de functie In-/uitschakelen via LCD uitgeschakeld is.
DC IN 15V Voeding Batterij Geïntegreerde
vaste schijf
DC IN 15V Het DC IN 15V-lampje brandt groen als via de
netadapter gelijkstroom (DC) wordt geleverd. Als
er problemen zijn met de uitgangsspanning van
de adapter of met de stroomvoorziening, knippert
dit lampje oranje.
Voeding Het Aan/uit-lampje brandt groen als de computer
aan is. Als u Stand-by selecteert in het venster
Windows afsluiten, knippert dit lampje
oranje (één seconde aan, twee seconden uit)
terwijl de computer wordt afgesloten.
Batterij Het Accu-lampje toont het ladingsniveau van de
accu: groen betekent volledig opgeladen, oranje
dat de accu wordt opgeladen en knipperend
oranje dat de accu bijna leeg is. Raadpleeg
hoofdstuk 6, Voeding.
Geïntegreerde vaste
schijf
Het Vaste schijf-lampje brandt groen wanneer
de computer toegang tot de vaste schijf krijgt.
Gebruikershandleiding 2-11
Rondleiding
Toetsenbordlampjes
In de volgende afbeeldingen ziet u waar de lampjes van de geïntegreerde
numerieke toetsen en het CapsLock-lampje zich bevinden.
Als het lampje van de F10-toets brandt, dan kunt u de geïntegreerde
numerieke toetsen als cursortoetsen gebruiken.
Als het lampje van de F11-toets brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke
toetsen gebruiken om cijfers in te voeren.
Afbeelding 2-8 Lampjes van geïntegreerde numerieke toetsen
Als het CapsLock-lampje brandt, is de functie voor hoofdlettervergrendeling
ingeschakeld.
Afbeelding 2-9 CapsLock-lampje
Lampje voor
numerieke modus
Lampje voor
cursormodus
CapsLock-
lampje
CapsLock Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor
lettertoetsen.
Cursormodus Als het Cursormodus-lampje groen brandt, kunt
u de geïntegreerde numerieke toetsen (de
toetsen met de grijze opschriften) als
cursortoetsen gebruiken. Raadpleeg het
gedeelte Geïntegreerde numerieke toetsen in
hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
Numerieke modus Als het Numerieke modus-lampje groen brandt,
kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de
toetsen met de grijze opschriften) gebruiken om
cijfers in te voeren. Raadpleeg het gedeelte
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5,
Het toetsenbord.
Gebruikershandleiding 2-12
Rondleiding
USB-diskettestation
Het 3,5-inch diskettestation ondersteunt 1,44-MB en 720-KB diskettes. Het
station wordt aangesloten op de USB-poort.
Afbeelding 2-10 USB-diskettestation
Disketteactiviteits-
lampje lampje
Dit lampje gaat branden wanneer gegevens van
de diskette worden gelezen of ernaar worden
geschreven.
Diskettesleuf Plaats een diskette in deze sleuf.
Uitwerpknop Wanneer een diskette volledig in het station is
ingebracht, komt de ejectknop omhoog. Als u
een diskette wilt verwijderen dient u op de
uitwerpknop te drukken. De diskette wordt een
stukje uitgeschoven en kan worden verwijderd.
UitwerpknopDiskettesleufDisketteactiviteitslampje
Controleer het Disketteactiviteit-lampje wanneer u het diskettestation
gebruikt. U dient niet op de uitwerpknop te drukken of de computer uit te
schakelen terwijl het lampje brandt. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van gegevensverlies en beschadiging van de diskette of het station.
Gebruik het externe diskettestation op een plat, horizontaal oppervlak.
Plaats het station tijdens gebruik niet op een vlak dat meer dan 20°
helt.
Plaats geen voorwerpen op het diskettestation.
Gebruikershandleiding 2-13
Rondleiding
Ingebouwde optische stations
Een van de volgende optische mediastations is op de computer
geïnstalleerd: DVD-ROM, DVD-ROM&CD-R/RW, DVD Super Multi-
stations. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt een ATAPI-
interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een
CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Regiocodes voor DVD-stations en media
DVD-ROM, DVD-ROM&CD-R/RW, DVD Super Multi-stations en de media
voor deze stations worden vervaardigd conform de specificaties van zes
verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video's te
voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-Video-schijven te controleren
of de schijven geschikt zijn voor de regio van uw station.
.
Beschrijfbare schijven
In dit gedeelte worden de verschillende soorten beschrijfbare CD's en
DVD's beschreven. Controleer de specificaties van uw station om te zien
welke typen schijven het kan beschrijven. Gebruik RecordNow! voor het
beschrijven van CD's. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
CD's
CD-R-schijven kunnen slechts eenmaal worden beschreven. De
opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meer dan één keer
worden beschreven. Gebruik multispeed CD-RW's (1x, 2x of 4x) of
snelle 4-speed tot 10-speed schijven. De schrijfsnelheid van de ultra-
speed CD-RW-schijven (Ultra-speed is alleen voor het
DVD-ROM&CD-R/RW-station) bedraagt maximaal 24-speed.
Code Regio
1 Canada, Verenigde Staten
2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten
3 Zuidoost-Azië, Oost-Azië
4 Australië, Nieuw Zeeland, Stille-Oceaaneilanden,
Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caraïbisch
gebied
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-
Korea, Mongolië
6 China
Gebruikershandleiding 2-14
Rondleiding
DVD's
Beschrijfbare DVD's (DVD-R's) kunnen slechts eenmaal worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of
veranderd.
Herschrijfbare DVD-RW-schijven kunnen meerdere malen worden
beschreven.
DVD-RAM-schijven kunnen meerdere malen worden beschreven.
DVD+R-schijven kunnen slechts één keer worden beschreven. De
opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD+RW-schijven kunnen meermaals worden beschreven.
Indelingen
De stations ondersteunen de volgende indelingen:
DVD-ROM-station
In de DVD-ROM-stationsmodule van volledige grootte kunt u CD’s/DVD's
van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter starten.
DVD-ROM&CD-R/RW-station
In de DVD-ROM&CD-R/RW-stationsmodule van volledige grootte kunt u
zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's vastleggen en CD’s/
DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
DVD-ROM
CD-DA
Photo CD™ (single/multi-
session)
CD-ROM XA Mode 2 (Form1,
Form2)
CD-G (alleen audio-CD)
DVD-Video
CD-Text
CD-ROM Mode 1, Mode 2
Enhanced CD (CD-EXTRA)
Adresseringsmethode 2
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenste
rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal)
CD lezen 24-speed (maximaal)
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenste
rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal)
CD lezen 24-speed (maximaal)
CD-R schrijven 24-speed (maximaal)
CD-RW schrijven 24-speed (maximaal, ultra-speed media)
Gebruikershandleiding 2-15
Rondleiding
DVD Super Multi-station
In de DVD Super-Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder
adapter gegevens op herschrijfbare CD's vastleggen en CD’s/DVD’s van
12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) starten.
Netadapter
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen
100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de
computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet
wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de
computer wordt geleverd.
Als u de accu wilt opladen, dient u de netadapter op een voedingsbron en
op de computer aan te sluiten. Zie hoofdstuk 6, Voeding, voor details.
Afbeelding 2-11 De netadapter (2-pins stekker)
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenste
rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal)
DVD-R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD-RW schrijven 4-speed (maximaal)
DVD+R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD+RW schrijven 4-speed (maximaal)
DVD-RAM schrijven 5-speed (maximaal)
CD lezen 24-speed (maximaal)
CD-R schrijven 24-speed (maximaal)
CD-RW schrijven 10-speed (maximaal, high-speed media)
DVD+R DL schrijven 2,4-speed (maximaal)
DVD-R DL schrijven 2-speed (maximaal)
Gebruikershandleiding 2-16
Rondleiding
Afbeelding 2-12 De netadapter (3-pins stekker)
De universele netadapter en het netsnoer die met dit product worden
meegeleverd, kunnen per productmodel verschillen. Afhankelijk van
het model kan de kabel een 2-pins of 3-pins stekker bevatten.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet
buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's dient
u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en
-voorschriften in die regio.
Gebruik alleen de netadapter die u bij de computer hebt ontvangen of een
vergelijkbare optionele adapter. Gebruik van een andere adapter kan
resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in een
dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade.
Gebruik alleen de netadapter die u bij de computer hebt ontvangen of een
vergelijkbare optionele adapter. Andere netadapters hebben een ander
voltage en andere uitgangspolariteit, en kunnen heet worden, rook
produceren of zelfs beschadigd raken of brand veroorzaken.
Gebruikershandleiding 3-1
Hoofdstuk 3
Aan de slag
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw
computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Uw werkplek inrichten — met het oog op uw gezondheid en veiligheid
De accu-eenheid installeren
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
De stroom inschakelen
Windows XP installeren
De computer uitschakelen
Computer opnieuw opstarten
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf
Productherstel
Lees ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort. In deze gids wordt
productaansprakelijkheid toegelicht.
Lees in elk geval het gedeelte Windows XP installeren.
Gebruikershandleiding 3-2
Aan de slag
Uw werkplek inrichten
Het is voor uzelf en voor de computer belangrijk om een comfortabele
werkplek in te richten. Een slechte werkomgeving of ongunstige
werkgewoonten kunnen resulteren in ongemak of ernstige RSI-blessures
aan handen of polsen of andere gewrichten. Ook voor het functioneren van
de computer is het van belang dat de omgeving in orde is. In dit gedeelte
komen de volgende onderwerpen aan de orde:
Algemene omstandigheden
Plaatsing van de computer
Stoel en werkhouding
Belichting
Werkgewoonten
Algemene omstandigheden
Een werkomgeving waarin u zich prettig voelt, is in het algemeen ook
geschikt voor de computer. Lees echter het volgende om te controleren of
uw werkplek aan de eisen voldoet.
Zorg voor voldoende ventilatie door genoeg ruimte vrij te laten rond de
computer.
Zorg dat het netsnoer is aangesloten op een gemakkelijk toegankelijk
stopcontact dicht bij de computer.
De omgevingstemperatuur moet tussen 5 en 35° C liggen en de
relatieve vochtigheid tussen de 20 en 80 procent.
Vermijd plaatsen waar plotselinge of extreme temperatuurs- of
vochtigheidsveranderingen kunnen optreden.
Houd de computer stof- en vochtvrij en vermijd blootstelling aan direct
zonlicht.
Houd de computer uit de buurt van warmtebronnen, bijvoorbeeld
elektrische kachels.
Houd vloeistoffen of bijtende chemische stoffen uit de buurt van de
computer.
Plaats de computer niet in de buurt van voorwerpen die sterke
magnetische velden genereren (bijvoorbeeld stereoluidsprekers).
Sommige interne computeronderdelen en gegevensopslagmedia
kunnen door magneten beschadigd raken. Houd de computer uit de
buurt van magnetische voorwerpen. Wees voorzichtig met voorwerpen
die sterke magnetische velden genereren, bijvoorbeeld
stereoluidsprekers. Wees tevens voorzichtig met metalen voorwerpen
(bijvoorbeeld armbanden): dergelijke voorwerpen kunnen per ongeluk
worden gemagnetiseerd.
Houd mobiele telefoons uit de buurt van de computer.
Laat genoeg ventilatieruimte vrij. Blokkeer de luchtopeningen niet.
Gebruikershandleiding 3-3
Aan de slag
Plaatsing van de computer
Plaats de computer en randapparaten zodanig dat comfort en veiligheid
gewaarborgd zijn.
Plaats de computer op een vlak oppervlak, op een hoogte en afstand
die voor u comfortabel zijn. Het beeldscherm mag niet hoger zijn dan op
oogniveau, om vermoeide ogen te voorkomen.
Plaats de computer zodanig dat deze direct vóór u staat wanneer u
werkt en zorg dat u voldoende ruimte hebt om eventuele andere
apparaten te bedienen.
Zorg voor voldoende ruimte achter de computer, zodat u de stand van
het beeldscherm naar wens kunt bijstellen. Het scherm moet zo staan
dat u er optimaal zicht op hebt, met minimale reflectie.
Als u een papierstandaard gebruikt, dient u deze op ongeveer dezelfde
hoogte en afstand te zetten als de computer.
Stoel en werkhouding
De hoogte van uw stoel in verhouding tot de computer en het toetsenbord,
en de steun die de stoel biedt, zijn belangrijke factoren bij het verminderen
van de werkbelasting. Hanteer de volgende richtlijnen (zie ook
afbeelding 3-1).
Afbeelding 3-1 Werkhouding en plaatsing van de computer
Plaats uw stoel zodanig dat het toetsenbord zich ter hoogte van uw
ellebogen of iets lager bevindt. U moet gemakkelijk kunnen typen met
uw schouders ontspannen.
Uw knieën moeten iets hoger zijn dan uw heupen. Gebruik zo nodig
een voetsteun om uw knieën omhoog te brengen en de druk op de
achterkant van uw dijen te verminderen.
Zorg dat de rugleuning van de stoel uw onderrug steunt.
Zit rechtop, zodat uw knieën, heupen en ellebogen een hoek van
ongeveer 90 graden vormen wanneer u werkt. Buig niet te ver voorover
en leun niet te ver naar achteren.
Voetsteun
Onder ooghoogte
Hoeken van
90°
Gebruikershandleiding 3-4
Aan de slag
Verlichting
Juiste verlichting kan de leesbaarheid van de monitor verbeteren en
vermoeidheid van de ogen verminderen.
Plaats de computer op een positie waar het scherm geen zonlicht of fel
kunstlicht kan weerkaatsen. Gebruik vensters van getint glas,
jaloezieën of zonneschermen om schel zonlicht te weren.
Plaats de computer niet vóór een fel licht dat direct in uw ogen kan
schijnen.
Gebruik zo mogelijk zachte, indirecte verlichting op uw werkplek.
Gebruik een lamp om uw documenten of bureau te verlichten, maar
zorg dat het licht niet in uw ogen schijnt of door het scherm wordt
weerkaatst.
Werkgewoonten
Om ongemak of spierblessures te voorkomen is het van essentieel belang
dat u uw werkzaamheden afwisselt. Neem, als het mogelijk is,
verschillende taken op in de planning voor uw werkdag. Als u lange
periodes achter de computer moet zitten, kunt u overbelasting voorkomen
en uw efficiëntie verbeteren door uw dagelijkse routine te doorbreken.
Zit in een ontspannen houding. Goede plaatsing van uw stoel en
apparatuur (zie de aanwijzingen eerder in dit hoofdstuk) kan
spierklachten in schouders en nek verminderen en rugpijn helpen
voorkomen.
Verander regelmatig van houding.
Sta nu en dan op en strek uw spieren of doe een paar oefeningen.
Oefen en strek een aantal maal per dag uw handen en polsen.
Kijk regelmatig weg van de computer en richt uw ogen een aantal
seconden (bijvoorbeeld 30 seconden per kwartier) op een voorwerp in
de verte.
Neem regelmatig korte pauzes in plaats van een of twee lange pauzes,
bijvoorbeeld twee of drie minuten per half uur.
Laat uw ogen regelmatig testen en ga direct naar een dokter als u
vermoedt dat u last hebt van een RSI-blessure.
Er is een aantal boeken verkrijgbaar over ergonomie en RSI (Repetitive
Strain Injuries) of RSS (Repetitive Stress Syndrome). Voor nadere
informatie over deze onderwerpen of over oefeningen voor RSI-gevoelige
lichaamsdelen zoals handen en polsen kunt u terecht bij uw bibliotheek of
boekhandel. Raadpleeg ook de Instructiehandleiding met betrekking tot
veiligheid en gebruiksomstandigheden bij de computer.
Gebruikershandleiding 3-5
Aan de slag
De accu-eenheid installeren
Om een accu te installeren voert u de volgende stappen uit.
1. Schakel de computer uit.
2. Ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Plaats de accu-eenheid.
4. Zet de vergrendeling van de accu-eenheid vast. Controleer of het accu-
slot in de vergrendelde stand staat.
Afbeelding 3-2 De accu-eenheid vergrendelen
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die
door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Raak de ontgrendelingsschuif van de accuhouder niet aan terwijl u de
computer vasthoudt. Als u de schuif per ongeluk opzij duwt, komt de
accu te vallen en kunt u zich bezeren.
Druk niet op de Aan/uit-knop voordat u de accu-eenheid installeert.
Accu-eenheid
Accuvergrendelingsschuif (1)
Raadpleeg het gedeelte De accu-eenheid verwijderen in hoofdstuk 6,
Voeding, voor informatie over het verwijderen van de accu-eenheid.
Gebruikershandleiding 3-6
Aan de slag
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de
computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden
opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elke voedingsbron van 100 tot
240 V en 50 of 60 Hz. Raadpleeg hoofdstuk 6, Voeding, voor informatie
over het opladen van de accu-eenheid met de netadapter.
1. Sluit het netsnoer aan op de netadapter.
Afbeelding 3-3-1 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Gebruik alleen de netadapter die u bij de computer hebt ontvangen of een
vergelijkbare optionele adapter. Andere netadapters hebben een ander
voltage en andere uitgangspolariteit, en kunnen heet worden, rook
produceren of zelfs beschadigd raken of brand veroorzaken.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd, of een
soortgelijke, compatibele netadapter. Gebruik van een incompatibele
adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door
het gebruik van een incompatibele adapter.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet
buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's dient
u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en
-voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
precies in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten
van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u
deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de
gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te
staan, waardoor u het risico op een elektrische schok of persoonlijk
letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Gebruikershandleiding 3-7
Aan de slag
Afbeelding 3-3-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
2. Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op de
DC IN 15V-aansluiting aan de rechterzijde van de computer.
Afbeelding 3-4 De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan. Het Accu- en het
DC IN 15V-lampje op de voorkant van de computer gaan branden.
Het beeldscherm openen
Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal
kijkgemak.
1. Schuif de schermvergrendeling op de voorkant van de computer naar
rechts.
2. Houdt de polssteun met één hand naar beneden, zodat het
hoofdgedeelte niet wordt opgetild. Til het scherm nu langzaam omhoog.
Pas de hoek van het scherm aan voor een optimale helderheid.
De universele netadapter en het netsnoer die met dit product worden
meegeleverd, kunnen per productmodel verschillen. Afhankelijk van het
model kan de kabel een 2-pins of 3-pins stekker bevatten.
DC IN 15V-
aansluiting
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het te
ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Gebruikershandleiding 3-8
Aan de slag
Afbeelding 3-5 Het beeldscherm openen
De stroom inschakelen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
1. Open het beeldscherm.
2. Houd de Aan/uit-knop van de computer twee à drie seconden
ingedrukt.
Afbeelding 3-6 De computer inschakelen
Vergrendelingsschuif
voor het beeldscherm
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem niet uit
te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg het
gedeelte Windows XP installeren.
Als het externe diskettestation is aangesloten, controleert u of het leeg is.
Als er zich een diskette in het station bevindt, druk dan op de uitwerpknop
en verwijder de diskette.
Aan/uit-knop
Gebruikershandleiding 3-9
Aan de slag
Windows XP installeren
Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het
opstartscherm van Microsoft
®
Windows
®
XP Professional.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
De computer uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi:
afsluitmodus (ofwel opstartmodus), slaapstand of stand-bymodus.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het
hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of
een diskette.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder
vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD, diskette).
3. Klik op Start en vervolgens op Afsluiten. Klik in het venster dat wordt
weergegeven op Afsluiten.
4. Schakel eventuele randapparaten uit.
Slaapstand
De slaapstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt
opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer
dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld. De
status van randapparaten wordt bij het inschakelen van de slaapstand niet
opgeslagen.
Lees zorgvuldig de licentie-overeenkomst.
Zorg dat het vaste-schijflampje en het CD-/DVD-activiteitslampje uit zijn.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het
risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Sla uw gegevens op. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, wordt
de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw
gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan de gegevens verloren. Wacht tot het
Schijf-lampje uit is.
Wanneer de computer zich in de slaapstand bevindt, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
gaan de gegevens verloren.
Gebruikershandleiding 3-10
Aan de slag
Voordelen van de slaapstand
De voordelen van de slaapstand zijn:
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart stroom doordat het systeem wordt afgesloten
wanneer er geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen
invoer ontvangt in de tijdsduur die op het tabblad Slaapstand van het
onderdeel Systeem is ingesteld.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Slaapstand activeren
Als u de slaapstand wilt inschakelen, dient u de volgende stappen uit te
voeren.
1. Klik op Start.
2. Selecteer Computer uitschakelen.
3. Klik op de knop voor de Slaapstand.
Automatische slaapstand
De computer wordt automatisch in de slaapstand gezet wanneer u op de
Aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Eerst dient u echter de juiste
instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Open Configuratiescherm.
2. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens Energiebeheer.
3. Selecteer het tabblad Slaapstand.
4. Schakel het selectievakje Slaapstand inschakelen in en klik op de
knop Toepassen.
5. Open TOSHIBA Power Saver.
6. Selecteer het tabblad Setup Action (actie instellen).
7. Activeer de gewenste slaapstandinstelling voor When I press the
power button (als ik op de Aan/uit-knop druk) en When I close the lid
(als ik het scherm sluit).
8. Klik op OK.
De computer kan alleen in de slaapstand worden gezet als de slaapstand
op twee plaatsen is ingeschakeld: op het tabblad Slaapstand van het
onderdeel Energiebeheer van Windows en op het tabblad Setup Action
(actie instellen) van TOSHIBA Power Saver.
Anders wordt de computer in de stand-bymodus afgesloten. Als de accu
leeg raakt, gaan de gegevens die in de stand-bymodus zijn opgeslagen,
verloren.
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 3-11
Aan de slag
Gegevensopslag in de slaapstand
Zodra u de computer in de slaapstand afsluit, worden de gegevens in het
geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal
duren. Gedurende deze tijd brandt het Schijf-lampje.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en het geheugen op de vaste
schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Stand-bymodus
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
de software te hoeven sluiten. de gegevens worden in het hoofdgeheugen
van de computer bewaard. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw
werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer op stand-by
gezet conform de instellingen in het hulpprogramma TOSHIBA Power
Saver.
Als u de computer uit de Stand-by-modus wilt halen, drukt u op de Aan/
uit-knop of op een willekeurige toets. Laatstbeschreven handeling
werkt alleen als de optie Wake-up on Keyboard is ingeschakeld in
HW Setup.
Als de computer automatisch op stand-by wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer uit de Stand-by-modus wordt gehaald.
Schakel de stand-bymodus uit in TOSHIBA Power Saver als u wilt
voorkomen dat de computer automatisch naar de stand-bymodus
schakelt. Hierna is de computer echter niet langer compatibel met de
Energy Star-richtlijnen.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
stand-bymodus te zetten.
Wanneer de computer in de Stand-by-modus is, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer zich in de stand-
bymodus bevindt (tenzij de computer op de netvoeding is
aangesloten). In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren
gaan.
Als u de computer meeneemt aan boord van een vliegtuig of in een
ziekenhuis, dient u de computer af te sluiten in de slaapstand of
afsluitmodus om verstoring van radiosignalen te voorkomen.
Gebruikershandleiding 3-12
Aan de slag
Voordelen van stand-by
De voordelen van de Stand-bymodus zijn:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen
hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de
tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem stand-by.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Stand-by activeren
U kunt de stand-bymodus op een van de volgende manieren activeren:
1. Klik op Start, vervolgens op Afsluiten en ten slotte op Stand-by.
2. Sluit het venster met beeldscherminstellingen.
Open TOSHIBA Power Saver, selecteer het tabblad Setup Action
(actie instellen) en schakel de gewenste instellingen in bij When I close
the lid (als ik het scherm sluit). Klik op OK.
3. Druk op de Aan/uit-knop.
Open TOSHIBA Power Saver, selecteer het tabblad Setup Action
(actie instellen) en schakel de gewenste instellingen in bij When I
press the power button (als ik op de Aan/uit-knop druk). Klik op OK.
Wanneer u de computer opnieuw inschakelt, kunt u uw werk hervatten op
het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Beperkingen van stand-by
In de volgende omstandigheden werkt Stand-by niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
U kunt de Stand-by-modus ook activeren door op Fn + F3 te drukken.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Wanneer de computer in de stand-bymodus wordt afgesloten, gaat het
Aan/uit-lampje oranje knipperen.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de bedrijfstijd verlengen
door in de slaapstand af te sluiten. De Stand-by-modus gebruikt meer
energie.
Gebruikershandleiding 3-13
Aan de slag
Computer opnieuw opstarten
In bepaalde omstandigheden moet u het systeem opnieuw instellen (ofwel
een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Er zijn drie manieren om de computer opnieuw in te stellen:
1. Klik op Start en vervolgens op Computer uitschakelen. Klik in het
venster dat wordt weergegeven op Opnieuw opstarten.
2. Druk op Ctrl + Alt + Del om Windows Taakbeheer te openen en
selecteer vervolgens Afsluiten en Opnieuw starten.
3. Druk op de Aan/uit-knop om de computer uit te schakelen. Wacht 10 tot
15 seconden en schakel de computer vervolgens weer in door op de
Aan/uit-knop te drukken.
Gebruikershandleiding 3-14
Aan de slag
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de
productherstelmedia
Het complete systeem herstellen
Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruik dan de schijf
met productherstelgegevens om de bestanden te herstellen. Als u het
besturingssysteem en alle vooraf geïnstalleerde software wilt herstellen,
dient u de volgende stappen uit te voeren.
1. Plaats de herstelmedia in het station voor optische media en schakel de
computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Zodra de tekst In
Touch with Tomorrow TOSHIBA verschijnt, laat u F12 los.
3. Gebruik de cursortoetsen om het CD/DVD-pictogram in het menu te
selecteren. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte
Opstartprioriteit in hoofdstuk 7, HW Setup.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Als uw computer werd geleverd met andere geïnstalleerde software,
kunt u deze software niet herstellen via de herstel-CD. Installeer deze
toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, DVD-speler of spelletjes) zo
nodig apart vanaf andere media.
TOSHIBA-hulpprogramma’s en -stuurprogramma’s herstellen
Als Windows naar behoren werkt, kunnen stuurprogramma’s of
toepassingen afzonderlijk worden hersteld. De map C:\TOOLSCD bevat de
stuurprogramma's en toepassingen van uw computer. Als
systeemstuurprogramma's of -toepassingen op een of andere manier zijn
beschadigd, kunt u de meeste van deze componenten opnieuw installeren
vanuit deze map.
Maak voor het gemak een kopie van deze map op een extern medium.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de
vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren
gaan.
Gebruikershandleiding 4-1
Hoofdstuk 4
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van de computer toegelicht,
zoals het gebruik van het touchpad, het USB-diskettestation, stations voor
optische media, het geluidssysteem, de modem, de draadloze
communicatie en LAN. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud
van de computer en voor bescherming tegen oververhitting.
Het touchpad gebruiken
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw vingertop op het touchpad te
plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer
wilt verplaatsen.
Afbeelding 4-1 Touchpad en touchpadbesturingsknoppen
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt
als de knoppen op een muis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te
selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer
hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie
weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Druk niet te hard op het touchpad en gebruik geen spitse voorwerpen
zoals ballpoints. Hierdoor kan het touchpad beschadigd raken.
Touchpad
Besturingsknoppen
van Touchpad
Gebruikershandleiding 4-2
Grondbeginselen
Sommige functies kunt u activeren door het touchpad zachtjes aan te
tikken in plaats van op een besturingsknop te drukken.
Het USB-diskettestation gebruiken
Op de USB-poort van de computer kan desgewenst een 3,5-inch
diskettestation worden aangesloten. Dit station ondersteunt diskettes van
1,44 MB en 720 Kb. Raadpleeg hoofdstuk 2, Rondleiding, voor meer
informatie.
Een 3,5-inch diskettestation aansluiten
Om het station aan te sluiten steekt u de diskettestationsconnector in een
USB-poort. Zie afbeelding 4-2.
Afbeelding 4-2 Het USB-diskettestation aansluiten
Klikken: tik één keer op het touchpad.
Dubbelklikken: tik twee keer op het touchpad.
Slepen en neerzetten:
1. Houd de linkerbesturingsknop ingedrukt en beweeg de cursor om het te
verplaatsen item te verslepen.
2. Til uw vinger op om het item op de gewenste plaats te zetten.
Schuiven:
Verticaal: schuif uw vinger aan de rechterkant van het touchpad omhoog of
omlaag.
Horizontaal: schuif uw vinger aan de onderkant van het touchpad naar
links of rechts.
Bepaal wat de boven- en onderkant van de connector is en steek de
connector recht in de stationsconnector. Zorg dat u de aansluitpinnen niet
beschadigt door de aansluiting te forceren.
Als u het diskettestation aansluit nadat u de computer hebt ingeschakeld,
duurt het circa 10 seconden voordat de computer het station herkent. Als
de computer het station na 10 seconden nog niet herkent, koppelt u het
station los en sluit u het opnieuw aan.
Gebruikershandleiding 4-3
Grondbeginselen
Een 3,5-inch diskettestation loskoppelen
Voer na gebruik van het diskettestation de volgende stappen uit om het
station los te koppelen:
1. Wacht tot het lampje uitgaat en u zeker weet dat er geen
disketteactiviteit meer plaatsvindt.
2. Klik op het pictogram Safety Remove Hardware op de taakbalk.
3. Klik op diskettestation.
4. Trek de diskettestationsconnector uit de USB-poort.
Optische stations gebruiken
De tekst en afbeeldingen in dit gedeelte hebben voornamelijk betrekking op
het DVD-ROM-station. Alle andere optische stations functioneren echter op
dezelfde manier. Het station ondersteunt snelle uitvoering van CD-ROM-
en DVD-ROM-programma's. U kunt CD's/DVD's van 12 cm of 8 cm zonder
adapter gebruiken. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt een
ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot
een CD-/DVD-ROM, gaat het lampje op het station branden.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD-ROM- & CD-R/RW-station tevens het
gedeelte CD's schrijven met het DVD-ROM&CD-R/RW-station voor
voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD Super Multi-station tevens het
gedeelte CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station voor
voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's/DVD's.
Als u het diskettestation loskoppelt of de stroom uitschakelt terwijl de
computer het station gebruikt, loopt u het risico dat er gegevens verloren
gaan of dat de diskette of het station beschadigd raakt.
Gebruik de toepassing WinDVD 5 voor het bekijken van DVD-video-
schijven.
Gebruikershandleiding 4-4
Grondbeginselen
Schijven laden
Als u een CD/DVD wilt laden, dient u de volgende stappen uit te voeren.
Zie afbeelding 4-3 tot en met 4-7.
1. a. Zorg dat de computer ingeschakeld is en druk op de DVD-ROM-
uitwerpknop om de lade een stukje te openen.
Afbeelding 4-3 De DVD-ROM-ejectknop indrukken
b. U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen als het DVD-ROM-
station is uitgeschakeld. In dat geval kunt u de lade openen door
een dun voorwerp (ongeveer 15 mm lang) zoals een rechtgebogen
paperclip in het ejectgaatje rechts van de ejectknop te steken.
Afbeelding 4-4 De lade door middel van het ejectgaatje openen
2. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
Afbeelding 4-5 De lade opentrekken
Uitwerpknop
15mm
Diameter 1.0mm
Gebruikershandleiding 4-5
Grondbeginselen
3. Leg de CD/DVD met het opschrift omhoog in de lade.
Afbeelding 4-6 Een CD/DVD inbrengen
4. Druk voorzichtig in het midden van de CD/DVD tot deze vastklikt. De
CD/DVD moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het
ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw
zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Abeelding 4-7 De DVD-ROM-lade sluiten
Wanneer de lade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de computer
iets uit over de CD-/DVD-lade. Wanneer u de CD/DVD in de lade plaatst,
moet u de schijf dus schuin houden. Zorg na het plaatsen van de CD/DVD
echter dat de schijf plat ligt (zie afbeelding 4-6).
Raak de laserlens niet aan. Hierdoor kunt u de uitlijning van de toetsen
verstoren.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer alvorens het station te sluiten of de achterkant van de lade
vrij is van ongerechtigheden.
Als de CD/DVD niet goed op zijn plaats ligt wanneer de lade wordt
gesloten, is de CD/DVD mogelijk beschadigd. Bovendien kan het dan
gebeuren dat de lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de
ejectknop drukt.
Gebruikershandleiding 4-6
Grondbeginselen
Schijven verwijderen
Als u de CD/DVD wilt verwijderen, dient u de volgende stappen uit te
voeren. Zie afbeelding 4-11.
1. Druk op de ejectknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade
voorzichtig open.
2. De CD/DVD steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u deze
kunt pakken. Til de CD/DVD voorzichtig uit de lade.
Afbeelding 4-8 Een CD/DVD verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw
zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Druk niet op de uitwerpknop terwijl er activiteit op het DVD-ROM-station
plaatsvindt. Wacht tot het lampje van het optische stations uitgaat voor u
de lade opent. Neem de CD/DVD pas uit de lade nadat de schijf is
opgehouden met draaien.
Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot
de CD/DVD is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig kunt
opentrekken.
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast
de ejectknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de CD/
DVD nog draait terwijl u de lade opent, kan de schijf van de as vliegen
en letsel teweegbrengen.
Gebruikershandleiding 4-7
Grondbeginselen
CD's schrijven met het DVD-ROM&CD-R/RW-station
Afhankelijk van het type station dat is geïnstalleerd, kunt u mogelijk CD's
beschrijven. U kunt met het DVD-ROM&CD-R/RW-station CD-ROM's
schrijven en lezen. Neem de voorzorgsmaatregelen in het gedeelte in acht
om optimale schrijfprestaties te waarborgen. Zie voor informatie over het
laden en verwijderen van CD’s de het gedeelte Stations voor optische
media gebruiken.
Voordat u gaat schrijven of herschrijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en
herschrijven van gegevens.
De volgende fabrikanten van CD-R- en CD-RW-media worden
aanbevolen. De kwaliteit van media kan het schrijf- of herschrijfproces
beïnvloeden.
CD-R: TAIYO YUDEN CO., LTD.
Mitsui Chemicals Inc.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
*De volgende fabrikanten worden aanbevolen voor de respectievelijke
speciale media.
Multi-speed en High-speed CD-RW:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION, RICOH Co., Ltd.
Ultra-speed CD-RW:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
TOSHIBA heeft de werking van CD-R's en CD-RW's van bovenstaande
fabrikanten bevestigd. De werking van andere media kan niet worden
gegarandeerd.
Het werkelijke aantal herschrijvingen hangt af van de kwaliteit van de
media en het gebruik ervan.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voor u begint met schrijven of
herschrijven.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiliging.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden beschreven.
Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen meer dan één keer worden
beschreven.
Gebruikershandleiding 4-8
Grondbeginselen
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot het programma
klaar is en schakel vervolgens de anti-virussoftware uit en andere
programma's die automatisch bestanden controleren op de
achtergrond.
Gebruik geen hulpprogramma's voor vaste schijven, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u
het risico van storingen of gegevensverlies.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet
te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere
netwerkapparaten.
Voor het beschrijven van schijven wordt uitsluitend Sonic RecordNow!
aanbevolen. De werking in combinatie met andere software kan
derhalve niet worden gegarandeerd.
Schrijven of herschrijven
Houd u aan de volgende richtlijnen/voorschriften bij het schrijven van
gegevens naar een CD-R of CD-RW.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de CD. Gebruik geen
functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de
originele gegevens verloren.
Vermijd de volgende handelingen:
Het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP.
Gebruik van de pc, zoals de muis of het touchpad gebruiken of het
LCD-scherm sluiten/openen.
Communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
Handelingen waardoor de PC wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, optische
digitale apparaten.
Open het optische station.
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het schrijf-
of herschrijfproces.
Plaats de PC op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen
waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en
vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Gebruikershandleiding 4-9
Grondbeginselen
CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station
Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/
RW-schijven en naar DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-schijven. De volgende
schrijftoepassingen worden op CD-ROM geleverd: RecordNow!, onder
licentie van Sonic Solutions.
InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum, een product van InterVideo, Inc.
Belangrijke mededeling (DVD Super Multi-station)
Lees dit gedeelte vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/DVD-
RW-, DVD+R-/DVD+RW- of DVD-RAM-schijven grondig door en volg alle
configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het
gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en krijgt u
mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of
materiële schade.
Vrijwaringsverklaring (DVD Super Multi-station)
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
beschadiging van CD-R-/RW-schijven of DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-
schijven als gevolg van het (her)schrijfproces;
Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD-RW-
schijven, DVD-R-/DVD-RW-schijven of DVD+R-/DVD+RW-/DVD-RAM-
schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit
voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking.
schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn
onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er
onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van
de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan
ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke
gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt
veranderd of verloren gaat.
Voordat u gaat schrijven of herschrijven
Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/RW-schijven en DVD-R-/RW-/+R-/
+RW/RAM-schijven aanbevolen. TOSHIBA staat echter niet in voor de
werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit
kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden.
CD-R: TAIYO YUDEN CO., LTD.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: (high-speed,
multispeed):
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
CD-RW:(Ultra-Speed) MITSUBISHI CHEMICAL COPPORATION
Gebruikershandleiding 4-10
Grondbeginselen
Controleer of de schijf van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is.
Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het
(her)schrijven. Controleer de schijf op vuil of beschadiging voor u deze
gebruikt.
Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop
de schijf wordt gebruikt.
Er bestaan twee soorten DVD-R's: voor authoring en voor algemeen
gebruik. Gebruik geen zogeheten authoring-schijven. Alleen schijven
voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden
beschreven.
U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit een cartridge kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven zonder cartridge.
DVD-R-/RW-schijven en DVD+R-/+RW-schijven kunnen wellicht niet
worden gelezen op andere DVD-spelers of andere DVD-ROM-stations
voor computers.
Gegevens die naar een CD-R, DVD-R of DVD+R zijn geschreven,
kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
DVD-R: DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor
algemeen gebruik, versie 2.0
TAIYO YUDEN CO., LTD.
PIONEER VIDEO CORPORATION
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
DVD+R: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD+R DL: (alleen
DVD Super Multi-
station)
MITSUBISHI CHEMICAL COPPORATION
DVD-R DL: (alleen
DVD Super Multi-
station)
MITSUBISHI CHEMICAL COPPORATION
DVD-RW: DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven,
versie 1.1 of versie 1.2
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD+RW: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD-RAM (alleen
DVD Super Multi-
station):
DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven,
versie 2.0, versie 2.1 of versie 2.2
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
Dit station ondersteunt geen schijven met schrijfsnelheden die hoger zijn
dan 8-speed (DVD-R, DVD+R), 4-speed (DVD-RW, DVD+RW), 5-speed
(DVD-RAM), 2-speed (DVD-R DL), 2,4-speed (DVD+R DL).
Gebruikershandleiding 4-11
Grondbeginselen
Bij het schrijven naar een DVD-R/-RW, DVD+R/+RW of DVD-RAM is
schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven
mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt mogelijk
opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden
geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een
kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf
met dummygegevens te vullen.
Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde
station schrijft.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Als u wilt overschakelen naar stand-by of de slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is
voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de processor belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Gebruik de computer met volledige stroomvoorziening. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de antivirussoftware (en eventuele
op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen hulpprogramma's voor vaste schijven, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u
het risico van storingen en gegevensverlies.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of
andere netwerkapparaten.
Het gebruik van andere schrijfsoftware dan RecordNow! wordt niet
aanbevolen.
Gebruikershandleiding 4-12
Grondbeginselen
Beschrijven of opnieuw beschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven,
DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven
beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces:
Het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP.
Gebruik van de pc, zoals de muis of het touchpad gebruiken of het
LCD-scherm sluiten/openen.
Communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
Handelingen waardoor de pc wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals:
PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, optische digitale
apparaten.
Muziek of spraak reproduceren via de Audio/Video-
bedieningsknoppen.
Het openen van het DVD-ROM- & CD-R/RW- of het DVD Super
Multi-station.
Gebruik tijdens het (her)schrijven niet de afsluit-/afmeldprocedure en de
stand-by-modus/slaapstand.
Zorg ervoor dat het (her)schrijven is voltooid voordat de stand-bymodus
of slaapstand wordt ingeschakeld. Het schrijfproces is voltooid als u de
lade van het DVD-ROM- & CD-RW-station of het DVD Super Multi-
station kunt openen.
Plaats de PC op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen
waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en
vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Kopieer gegevens altijd van de vaste schijf naar de DVD-RAM. Gebruik
geen functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten
gaan de originele gegevens verloren.
Gebruikershandleiding 4-13
Grondbeginselen
RecordNow! Basic for TOSHIBA
Wanneer u RecordNow! gebruikt, dient u rekening te houden met de
volgende beperkingen:
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-video.
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-audio.
U kunt de functie “Audio CD for Car or Home CD Player” van
RecordNow! niet gebruiken voor het opnemen van muziek op DVD-R/
DVD-RW of DVD+R/DVD+RW.
Gebruik de functie “Exact Copy” van RecordNow! niet voor het kopiëren
van auteursrechtelijk beschermde DVD-video's en DVD-ROM's.
U kunt geen back-up maken van DVD-RAM-schijven met de functie
“Exact Copy” van RecordNow!.
U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW niet naar een DVD-R/
DVD-RW of DVD+R/DVD+RW kopiëren met de functie “Exact Copy”
van RecordNow!.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video, DVD-R/DVD-RW of
DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met de functie
“Exact Copy” van RecordNow!.
RecordNow! kan niet in pakketindeling opnemen.
Met de functie “Exact Copy” van RecordNow! kunt u wellicht geen back-
up maken van een DVD-R-/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW die met
andere software op een andere DVD-R/-RW- of DVD+R/+RW-recorder
is gemaakt.
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in
bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Zo kunnen de
gegevens niet worden gelezen in 16-bits besturingssystemen zoals
Windows 98 Tweede Editie en Windows ME. In Windows NT4 hebt u
Service Pack 6 of hoger nodig om toegevoegde gegevens te kunnen
lezen. In Windows 2000 hebt u Service Pack 2 of hoger nodig om de
gegevens te kunnen lezen. In bepaalde DVD-ROM-stations en
DVD-ROM- & CD-R/RW-stations kunnen toegevoegde gegevens
überhaupt niet worden gelezen, ongeacht het besturingssysteem.
RecordNow! wordt niet ondersteund voor opname op DVD-RAM-
schijven. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner te
gebruiken.
Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/RW- of
DVD+R-/+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD mogelijk
niet correct gekopieerd.
Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of
DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Gebruikershandleiding 4-14
Grondbeginselen
Gegevensverificatie
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u
de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD
schrijft.
1. Klik op de knop Options ( ) van de console van RecordNow! om het
bedieningspaneel met opties te openen.
2. Selecteer de gegevens in het menu aan de linkerkant.
3. Activeer het selectievakje “Verify data written to the disc after burning”
(Gegevens controleren die na het branden aan de schijf zijn
toegevoegd) in Data Options (Gegevensopties).
4. Klik op OK.
DLA voor TOSHIBA
Wanneer u DLA gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende
beperkingen:
Als u een toepassing installeert met installatieschijven met twee of meer
CD'/DVD's, schakelt u de pakketschrijfsoftware DLA uit voordat u met
de installatie begint. Nadat de installatie is voltooid, schakelt u DLA
weer in. Als DLA is ingeschakeld, gaat de installatie mogelijk niet door
nadat u een nieuwe schijf hebt geplaatst.
U kunt de instellingen van DLA als volgt wijzigen.
1. Klik op Start en vervolgens op Deze computer.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het CD/DVD-station
en klik op Eigenschappen in het weergegeven menu.
3. Klik op het tabblad DLA in het venster met stationseigenschappen.
4. Als u DLA wilt uitschakelen, schakelt u het selectievakje “Enable DLA
on your drives” (DLA uitschakelen op uw stations) uit en klikt u op OK.
5. Als u DLA wilt inschakelen, schakelt u het selectievakje in en klikt u op
OK.
Deze software ondersteunt uitsluitend herschrijfbare schijven
(DVD+RW, DVD-RW en CD-RW). Niet-herschrijfbare schijven zoals
DVD+R's, DVD-R's en CD-R's worden niet ondersteund.
Het formatteren en beschrijven van DVD-RAM-schijven wordt niet
ondersteund door DLA. Deze functies worden uitgevoerd door het
DVD-RAM-stuurprogramma. Afhankelijk van de schijf die in het station
wordt geplaatst, wordt automatisch de juiste software gestart.
Gebruik geen schijven die zijn geformatteerd met andere
pakketschrijfsoftware dan DLA. Gebruik schijven die met DLA zijn
geformatteerd, niet met andere pakketschrijfsoftware. Formatteer schijven
waarmee u niet bekend bent vóór gebruik met de optie “Full Format”.
Pas de functies voor knippen en plakken niet toe op bestanden en
mappen. Een geknipt bestand of geknipte map kan verloren gaan als
het schrijven mislukt door een schijffout.
Gebruikershandleiding 4-15
Grondbeginselen
WinDVD Creator 2 Platinum
Hiervoor geldt hetzelfde als voor InterVideo WinDVD Creater2 Platinum.
Alleen modellen die naar DVD kunnen schrijven, worden meegeleverd.
Wanneer u video naar DVD schrijft, dient u rekening te houden met de
volgende beperkingen:
Als u InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum wilt installeren,
verwijderen en gebruiken, zijn systeembeheerdersrechten of
gelijkwaardige rechten vereist.
Tijdens het bewerken van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW of
DVD-RAM kunt u voorbeelden ("Previews") weergeven. Als echter een
andere toepassing dan WinDVD actief is, worden de voorbeelden
mogelijk vervormd. Om te zorgen dat voorbeelden juist worden
weergegeven, dient u tijdens het bewerken van een DVD-R, DVD-RW,
DVD+R, DVD+RW of DVD-RAM geen andere toepassingen te starten.
Breng geen wijzigingen aan in het aantal schermkleuren als u
InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum geopend hebt.
Hoewel de on line handleiding en Help-bestanden vermelden dat JPEG-
bestanden gebruikt kunnen worden, is dit in werkelijkheid niet het geval.
InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum is niet geschikt voor het maken
van DVD-audio, Video-CD's of mini-DVD's.
Een DVD-R/DVD+R/DVD-RW kan niet in VR-indeling worden
beschreven.
Met InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum kan het converteren van
video naar MPEG uren duren, evenals het opslaan van het MPEG-
bestand op een DVD Super Multi-station.
Bij het opnemen op een DVD-R/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW hebt u
2 GB vaste-schijfruimte per uur nodig.
U kunt DVD-inhoud die tegen kopiëren is beveiligd, niet met InterVideo
WinDVD Creator 2 Platinum bewerken of afspelen.
Video
Met WinDVD Creator 2 Platinum kunt u via i.LINK (IEEE1394) video op uw
digitale camcorder opnemen. Bij het afspelen van de video kan het geluid
echter schokkerig klinken.
1. Klik op de Windows-knop Start en selecteer de optie Configuratiescherm.
2. Klik in het Configuratiescherm op het pictogram Prestaties en onderhoud.
3. Klik in het venster Prestaties en onderhoud op het pictogram Systeem.
4. Klik in het venster Systeemeigenschappen op de tab Geavanceerd.
5. Klik op het pictogram Instellingen in de sectie Prestaties.
6. Klik in het venster Instellingen voor prestaties op de tab Geavanceerd.
7. Klik op het pictogram Wijzigen in de sectie Virtueel geheugen.
8. Selecteer de knop Aangepaste grootte in het venster Virtueel geheugen.
9. Geef veel hogere waarden op voor Begingrootte en Maximale grootte.
10. Klik op de knop Instellen in het venster Virtueel geheugen.
11. Klik op OK in het venster Virtueel geheugen.
Gebruikershandleiding 4-16
Grondbeginselen
Behandeling van schijven/diskettes
In dit gedeelte treft u tips aan voor het beschermen van de gegevens die u
op CD's, DVD's of diskettes hebt opgeslagen.
Ga voorzichtig om met schijven en diskettes. Door de volgende
eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media
verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:
CD’s/DVD’s
1. Bewaar uw CD's/DVD's in hun originele houders om ze te beschermen
en schoon te houden.
2. Buig een CD/DVD niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD/DVD niet door er bijvoorbeeld
een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een CD/DVD bij de rand of bij het gat in het midden vast.
Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf
onleesbaar maken.
5. Stel de schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of extreme
koude. Plaats geen zware voorwerpen op uw CD's/DVD's.
6. Als uw CD's/DVD's stoffig of vuil raken, kunt u ze afnemen met een
schone, droge doek. Veeg vanuit het midden naar buiten (niet in een
cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een
neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzine,
verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.
Diskettes
1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en
schoon te houden. Maak een vuile diskette schoon met een zachte
doek die is bevochtigd met water. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.
2. Duw het metalen schuifje van een diskette niet opzij en raak het
magnetische oppervlak niet aan. Vingerafdrukken kunnen een diskette
onleesbaar maken.
3. Buig diskettes niet en stel ze niet bloot aan direct zonlicht of extreme
temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gegevens
verloren gaan.
4. Plaats geen zware voorwerpen op uw diskettes.
5. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van uw diskettes. Vreemde
deeltjes kunnen het magnetische oppervlak van de diskette
beschadigen.
6. Magnetische energie kan de gegevens op diskettes vernietigen. Houd
uw diskettes daarom uit de buurt van voorwerpen die magnetische
velden genereren, zoals luidsprekers, radio’s en TV’s.
Gebruikershandleiding 4-17
Grondbeginselen
Geluidssysteem
In dit gedeelte wordt ingegaan op het regelen van geluid, waarbij
geluidsvolume en energiebeheer aan de orde komen.
Volumeregelaar
Met het hulpprogramma Volumeregeling kunt u in Windows het volume
voor het afspelen en opnemen van geluid regelen.
Als u Volumeregeling wilt starten voor afspeeldoeleinden klikt u op
Start, wijst u achtereenvolgens Alle programma's, Bureau-
accessoires en Entertainment aan en klikt u op Volumeregeling.
Wilt u opnemen, dan klikt u op Opties, wijst u Eigenschappen aan,
kiest u Opnemen en klikt u op OK.
Klik in Volumeregeling desgewenst op Help voor nadere informatie.
Geluidsniveau microfoon
Volg de volgende stappen om de gevoeligheid van de microfoon te
wijzigen.
1. Klik op Start, wijs Alle programma's aan, wijs Accessoires aan, wijs
Entertainment aan en klik op Volumeregeling.
2. Klik op Opties en wijs Eigenschappen aan.
3. Selecteer Opnemen en klik op OK.
4. Klik op Opties en selecteer Geavanceerde volumeregelingen.
5. Klik op Geavanceerd.
6. Schakel het keuzevakje Microfoonversterking in.
Audiocontroller
De audiocontroller kan worden uitgeschakeld wanneer de audiofunctie niet
actief is.
Volg onderstaande stappen om Audio Power Management in te schakelen.
1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Als het Configuratiescherm in de categorieweergave is geopend, klikt u
op Klassieke weergave.
3. Dubbelklik op het pictogram SigmaTel Audio.
Geluidskwaliteit
Wijzig de instellingen van de equalizer om de geluidskwaliteit te
verbeteren.
Als het keuzevakje Energiebeheer inschakelen niet is
ingeschakeld, is de audio-controller altijd in werking.
Gebruikershandleiding 4-18
Grondbeginselen
Modem
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het interne modem aan een
telefoonaansluiting koppelt en ervan loskoppelt.
Regioselectie
Telecommunicatievoorschriften variëren per regio, en u moet er dus voor
zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor de regio waarin u het
modem gaat gebruiken.
Om een regio te selecteren voert u de volgende stappen uit.
1. Klik op Start, wijs Alle programma’s aan, wijs TOSHIBA Intern
modem aan en klik op het hulpprogramma voor regioselectie.
2. Het pictogram voor regioselectie wordt weergegeven op de taakbalk
van Windows.
Klik met de primaire knop op het pictogram om een lijst van
ondersteunde regio's weer te geven. U ziet tevens een submenu met
telefoonlocatie-informatie. Naast de geselecteerde regio en de
geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
3. Selecteer een regio in het regiomenu of een telefoonlocatie uit het
submenu.
Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regio-
instelling van het modem.
Het menu met eigenschappen
Klik met de secundaire knop op het pictogram om het menu met
eigenschappen op het scherm weer te geven.
Spraakfuncties worden niet door de interne modem ondersteund. De data-
en faxfuncties worden wel ondersteund.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan.
Hierdoor zal het modem schade oplopen.
Als in het hulpprogramma voor de modem van het Configuratiescherm een
functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te
gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt
deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
Gebruikershandleiding 4-19
Grondbeginselen
Instelling
U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
AutoRun Mode
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer
u het besturingssysteem start.
Open the Dialing Properties dialog box after selecting region
Het dialoogvenster met kiesopties wordt automatisch geopend nadat u de
regio hebt geselecteerd.
Location list for region selection
Er wordt een submenu met informatie over telefoonlocaties weergegeven.
Open dialog box, if the modem and Telephony Current
Location region code do not match
Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen voor
het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Modemselectie
Als de computer de interne modem niet herkent, wordt er een
dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor de
modem wilt gebruiken.
Kiesopties
Als u Dialing Properties selecteert, worden de kiesopties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u wettelijk verplicht Japan als
regio te selecteren. Het is niet toegestaan de modem in Japan met een
andere selectie te gebruiken.
Gebruikershandleiding 4-20
Grondbeginselen
Aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de modemkabel aan te sluiten.
1. Steek één uiteinde van de modemkabel in de modempoort.
2. Steek het andere uiteinde van de modemkabel in een
telefoonaansluiting.
Afbeelding 4-9 De interne modem aansluiten
Loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de kabel van de interne modem te los te
koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek de
connector eruit.
2. Koppel de kabel op dezelfde manier los van de computer.
3. Trek de andere kabelconnector op dezelfde manier uit de computer.
Voor het aansluiten van een modem moet gebruik worden gemaakt
van de bij de computer geleverde modemkabel. Koppel het
kabeluiteinde met de kern aan de computer.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl
de kabel is aangesloten.
Als u gebruikmaakt van een opslagapparaat (bijvoorbeeld een optisch
station of een vaste schijf) dat aan een 16-bits PC-kaart is gekoppeld, kunt
u te maken krijgen met de volgende modemproblemen:
de modemsnelheid is laag of de communicatie wordt onderbroken;
geluidsstoringen.
Gebruikershandleiding 4-21
Grondbeginselen
Draadloos LAN
Het draadloze LAN is compatibel met andere LAN-systemen die zijn
gebaseerd op de Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal
Frequency Division Multiplexing-radiotechnologie die voldoet aan de
IEEE802.11-norm voor draadloos LAN (Revisie A, B of G).
Theoretische maximumsnelheid: 54 Mbps (IEEE 802.11a, 802.11g)
Theoretische maximumsnelheid: 11 Mbps (IEEE 802.11b)
Selectie van frequentiekanaal (Revisie A: 5 GHz, Revisie B/G: 2,4 GHz)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
Wi-Fi Protected Access (WPA)
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy), gebaseerd
op het 152-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype). WEP-
gegevenscodering, gebaseerd op het 128-bits coderingsalgoritme
(Intel-moduletype).
AES-gegevenscodering (Advanced Encryption Standard)
Beveiliging
Schakel de functie WEP (codering) in. Doet u dat niet, dan is uw
computer via het draadloze LAN toegankelijk voor buitenstaanders, wat
kan leiden tot onwettige binnendringing, afluisterpraktijken en verlies of
vernietiging van opgeslagen gegevens. TOSHIBA raadt de klant
daarom ten zeerste aan de WEP-functie in te schakelen.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor onrechtmatige toegang tot
gegevens via het draadloos LAN of voor beschadiging van die
gegevens.
Schakelaar voor draadloze communicatie
U kunt de draadloos-LAN-functie in- of uitschakelen met de schakelaar
voor draadloze communicatie. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen
gegevens worden verzonden of ontvangen. Schuif de schakelaar naar
rechts als u de functie wilt inschakelen en naar links als u de functie wilt
uitschakelen.
Ontwaken bij LAN-activiteit werkt niet in een draadloos LAN.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer het
lampje. Het lampje brandt niet wanneer de functie voor draadloze
communicatie is uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding 4-22
Grondbeginselen
Draadloze-communicatielampje
Het draadloze-communicatielampje geeft de status van de draadloze-
communicatiefuncties aan.
Als u W-LAN hebt uitgeschakeld via de taakbalk, start de computer dan
opnieuw op of voer de onderstaande stappen uit om ervoor te zorgen dat
het systeem W-LAN weer herkent. Open of klik op het volgende: Start,
Configuratiescherm, Systeem, Hardware, Apparaatbeheer,
Netwerkadapters, Atheros AR5005G/AR5006X Wireless Network
Adapter of Intel
®
PRO/Wireless 2200BG/2915ABG Network
Connection en schakel de functie in.
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN
(10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-TX).
LAN-kabeltypen
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
Lampje Aanduiding
uit Schakelaar voor draadloze communicatie staat
op uit. Automatisch uitgeschakeld wegens
oververhitting. Stroomstoring
Lampje aan Schakelaar voor draadloze communicatie staat
op aan. Het draadloos LAN is ingeschakeld
door een toepassing.
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering
op LAN is ingeschakeld.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met
een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen
op het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Gebruikershandleiding 4-23
Grondbeginselen
De LAN-kabel aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw
voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
Afbeelding 4-10 De LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector.
Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
De LAN-kabel loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-poort van de computer in
en trek de connector eruit.
2. Koppel de kabel op dezelfde wijze los van de LAN-hub. Raadpleeg de
LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub loskoppelt.
Wanneer de computer gegevens met het LAN uitwisselt, brandt het
LAN-actief-lampje oranje. Wanneer de computer op een LAN-hub is
aangesloten maar geen gegevens uitwisselt, brandt het Verbindings
lampje groen.
Controleer of het LAN-actief-lampje (het oranje statuslampje) uit is
voordat u de computer loskoppelt van het LAN.
Gebruikershandleiding 4-24
Grondbeginselen
De computer reinigen
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de
computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen
voordat u hem weer aanzet.
Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor
het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een
kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en
veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
Verwijder regelmatig met een stofzuiger het stof uit de luchtopeningen aan
de linkerkant van de computer. Zie hoofdstuk 2, Rondleiding, Linkerkant.
De computer verplaatsen
De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst,
dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te
zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voor u de computer verplaatst.
Controleer het Schijf-lampje op de computer.
Als er een CD/DVD in het station zit, dient u deze te verwijderen.
Controleer of de stationslade goed dicht zit.
Schakel de computer uit.
Ontkoppel de universele netadapter en alle randapparaten alvorens de
computer te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op bij het beeldscherm.
Sluit alle poortafdekkingen.
Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer goed vast tijdens het dragen, zodat deze niet kan
vallen of iets kan raken.
Til de computer niet op aan uitstekende delen.
Afbeelding 4-11 Uitstekende delen
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer
te reinigen.
Gebruikershandleiding 4-25
Grondbeginselen
Warmteverspreiding
De CPU heeft een interne temperatuursensor ter bescherming tegen
oververhitting. Als de interne temperatuur van de computer een bepaald
niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of wordt de CPU-
verwerkingssnelheid verlaagd. U kunt bepalen of om de temperatuur van
de CPU wordt geregeld door eerst de ventilator in te schakelen en
vervolgens, indien nodig, de CPU-snelheid te verlagen. Of door eerst de
CPU-snelheid te verlagen en vervolgens, indien nodig, de ventilator in te
schakelen. Gebruik de optie Koelmethode op het tabblad Basisinstellingen
van TOSHIBA Power Saver.
Zodra de CPU-temperatuur tot een normaal niveau is gedaald, wordt de
ventilator uitgeschakeld en gaat de CPU weer op standaardsnelheid
werken.
Maximum
Performance
De ventilator wordt eerst ingeschakeld en vervolgens
wordt zo nodig de CPU-verwerkingssnelheid verlaagd.
Performance Deze optie is een combinatie van het inschakelen van de
ventilator en verlaging van de processorsnelheid.
Battery
optimized
Eerst de processorsnelheid verlagen en dan zo nodig de
ventilator aanzetten.
Als de CPU-temperatuur met een van beide instellingen een
onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt het systeem automatisch
uitgezet om beschadiging te voorkomen. In dat geval zullen gegevens in
het geheugen verloren gaan.
Gebruikershandleiding 5-1
Hoofdstuk 5
Het toetsenbord
Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid
toetsenbord met 101/102 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te
drukken kunt u alle functies uitvoeren die op een toetsenbord met 101/102
toetsen beschikbaar zijn.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn
toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn vijf soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, geïntegreerde
numerieke toetsen, functietoetsen, zogenoemde “softkeys” en
cursorbesturingstoetsen.
Typemachinetoetsen
De typemachinetoetsen produceren de hoofd- en kleine letters, cijfers,
leestekens en speciale symbolen die op het scherm worden weergegeven.
Er zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine
en het gebruik van een computertoetsenbord:
Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen
van breedte. Spaties, die door een spatieteken worden gemaakt,
kunnen ook variëren, al naar gelang uitlijning en andere factoren.
Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één) niet
verwisselbaar.
Hoofdletter O en 0 (nul) zijn niet verwisselbaar.
Caps Lock, de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen van
invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de cijfer-
en symbooltoetsen.
De Shift-toetsen (of hoofdlettertoetsen), de Tab-toets en de toets BkSp
(backspace- ofwel correctietoets) hebben dezelfde functie als de
gelijknamige typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale
computerfuncties.
Gebruikershandleiding 5-2
Het toetsenbord
Functietoetsen F1 … F12
De functietoetsen, niet te verwarren met de Fn-toets, zijn de 12 toetsen
bovenaan op het toetsenbord. Deze toetsen werken anders dan de overige
toetsen.
F1 tot en met F12 worden aangeduid als functietoetsen, omdat u hiermee
geprogrammeerde functies kunt uitvoeren. Als u pictogramtoetsen in
combinatie met de Fn-toets gebruikt, worden specifieke functies op de
computer uitgevoerd. Raadpleeg het gedeelte Softkeys: Fn-
toetscombinaties in dit hoofdstuk. De werking van individuele toetsen is
afhankelijk van de software die u gebruikt.
Softkeys: Fn-toetscombinaties
De toets Fn (functie) is een bijzondere toets die alleen op TOSHIBA-
computers aanwezig is en die in combinatie met andere toetsen “softkeys”
vormt. Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen
activeren, uitschakelen of configureren.
Toetsen emuleren op uitgebreid toetsenbord
Afbeelding 5-1 Een uitgebreid toetsenbord met 101 toetsen
Het toetsenbord is zodanig ontworpen dat het voorziet in alle functies van
het uitgebreide toetsenbord met 101 toetsen, zoals geïllustreerd in
afbeelding 5-1. Het uitgebreide toetsenbord met 101/102 toetsen heeft een
apart numeriek toetsenblok, een Scroll Lock-toets. Het heeft bovendien een
extra Enter- en Ctrl-toets rechts van het hoofdtoetsenbord. Aangezien dit
toetsenbord kleiner is en minder toetsen heeft, moet een aantal van de
functies van het uitgebreide toetsenbord worden gesimuleerd door middel
van toetscombinaties.
Het is mogelijk dat uw softwaretoepassing een toets vereist die niet op het
toetsenbord voorkomt. Door de Fn-toets in combinatie met een van de
volgende toetsen in te drukken emuleert u de functies van het uitgebreide
toetsenbord.
In sommige softwareprogramma’s werken softkeys niet naar behoren of
werken ze in het geheel niet. De softkey-instellingen worden niet hersteld
door de stand-bymodus.
Esc
#
3
Home
PgUp
Bk Sp
F1
F2
F3 F4 F5 F6 F7 F8 F9 F10 F11 F12
!
1
2
$
4
%
5
68
(
9
)
0
&
7
_
+
=
PgDn
End
Shift
Del
Ins
CapsLock
Shift
Enter
QW RTYU I OP
{
[
}
]
E
~
`
ASDFGHJ KL
:
;
@
?
/
>
.
<
,
MN
V
CXZB
\
^
*
+
-
Tab
Alt
Alt
Enter
7
Home
8 9
PgUp
654
1
End
2
3
PgDn
0
Ins
Num
Lock
.
Del
PrtSc
Scroll
lock
Pause
Break
Ctrl
Ctrl
SysReq
/
*
.
,,
,
Gebruikershandleiding 5-3
Het toetsenbord
Druk op Fn + F10 of Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen te
activeren. De toetsen met grijze markering op de onderrand worden
hierdoor cijfertoetsen (Fn + F11) of cursorbesturingstoetsen (Fn + F10).
Raadpleeg het gedeelte Geïntegreerde numerieke toetsen in dit hoofdstuk
voor meer informatie over het gebruik van deze toetsen. Standaard zijn
beide functies bij het opstarten van de computer uitgeschakeld.
Druk op Fn + F12 (ScrLock) om de cursor op een bepaalde regel te
vergrendelen. Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.
Met Fn + Enter emuleert u de Enter-toets op het numerieke toetsenblok
van het uitgebreide toetsenbord.
Met Fn + Ctrl emuleert u de rechter Ctrl-toets van het uitgebreide
toetsenbord.
Sneltoetsen
Met sneltoetsen (Fn + functietoets of Esc-toets) kunt u bepaalde
computerfuncties in- en uit te schakelen.
Geluid dempen: Als u in een Windows-omgeving op Fn + Esc drukt, wordt
het geluid in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt
de huidige instelling veranderd en als pictogram weergegeven.
Gebruikershandleiding 5-4
Het toetsenbord
Directe beveiliging: Als u op Fn + F1 drukt, wordt het scherm
leeggemaakt, zodat niemand toegang tot uw gegevens kan krijgen. Om het
scherm en de oorspronkelijke instellingen te herstellen, drukt u op een
willekeurige toets of op het duale aanwijsapparaat. Als een wachtwoord
voor schermbeveiliging is geregistreerd, wordt een dialoogvenster
geopend. Voer het schermbeveiligingswachtwoord in en klik op OK. Als er
geen wachtwoord is ingesteld, wordt het scherm hersteld zodra u op een
toets drukt of op het duale aanwijsapparaat drukt.
Energiebesparingsmodus: Met Fn + F2 kunt u de
energiebesparingsmodus wijzigen.
Als u Fn + F2 indrukt in een Windows-omgeving, wordt de
energiebesparingsmodus weergegeven in een dialoogvenster zoals het
volgende. Houd Fn ingedrukt en druk nogmaals op F2 om de instelling te
wijzigen. U kunt deze instelling ook wijzigen via het item Profiel in
TOSHIBA Power Saver.
Stand-by: als u Fn + F3 indrukt, wordt de computer in stand-by gezet. Er
wordt een dialoogvenster weergegeven om te voorkomen dat u de
computer onbedoeld in stand-by zet. Als u het venster voortaan niet wilt
weergegeven, schakelt u het selectievakje in.
Slaapstand: Als u op Fn + F4 drukt, wordt de computer in de slaapstand
gezet. Er wordt een dialoogvenster weergegeven om te voorkomen dat u
de computer onbedoeld in de slaapstand zet. Als u het venster voortaan
niet wilt weergegeven, schakelt u het selectievakje in.
Beeldschermselectie: Met Fn + F5 wijzigt u het actieve beeldscherm.
Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt er een dialoogvenster
weergegeven. Alleen apparaten die beschikbaar zijn voor selectie, worden
weergegeven. Houd Fn ingedrukt en druk nogmaals op F5 om het
apparaat te wijzigen. Wanneer u Fn en F5 loslaat, verandert het
geselecteerde apparaat. Als u deze sneltoets vijf seconden lang ingedrukt
houdt, wordt opnieuw LCD geselecteerd.
Gebruikershandleiding 5-5
Het toetsenbord
Schermhelderheid: Als u op Fn + F6 drukt, wordt de schermhelderheid in
stappen verlaagd. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige
instelling twee seconden lang weergegeven door middel van een
pictogram. U kunt deze instelling tevens wijzigen met de optie Screen
brightness in het venster Basic Setup van TOSHIBA Power Saver.
Schermhelderheid: als u op Fn + F7 drukt, wordt de schermhelderheid in
stappen verhoogd. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige
instelling twee seconden lang weergegeven door middel van een
pictogram. U kunt deze instelling tevens wijzigen met de optie Screen
brightness in het venster Basic Setup van TOSHIBA Power Saver.
.
Draadloze communicatie: Fn + F8 worden niet gebruikt.
Touchpad: Als u in een Windows-omgeving op Fn + F9 drukt, wordt de
touchpadfunctie in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt,
wordt de huidige instelling veranderd en als pictogram weergegeven.
Schermresolutie selecteren: Druk op Fn + spatiebalk om de
schermresolutie te wijzigen. Telkens wanneer u op deze sneltoetsen drukt,
verandert de schermresolutie als volgt: van de huidige resolutie (de
originele resolutie) naar 1024 × 768, van 1024 × 768 naar 800 × 600, van
800 × 600 naar de originele resolutie.
Het helderheidsniveau is altijd ingesteld op een maximumwaarde van
circa 18 seconden wanneer het beeldscherm aan gaat. Na
18 seconden wordt het helderheidsniveau aangepast overeenkomstig
de instelling die via Energiebesparingsmodus is opgegeven, of kunt u
de helderheid handmatig instellen.
Het helderheidsniveau is recht evenredig met de beeldscherpte.
Gebruikershandleiding 5-6
Het toetsenbord
TOSHIBA Zooming (verkleinen): Als u de pictogrammen op het
bureaublad of in het toepassingsvenster wilt verkleinen, dient u op 1 te
drukken terwijl u Fn ingedrukt houdt.
TOSHIBA Zooming (vergroten): Als u de pictogrammen op het
bureaublad of in het toepassingsvenster wilt vergroten, dient u op 2 te
drukken terwijl u Fn ingedrukt houdt.
Fn-plaktoets
Met het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility (Toegankelijkheid) kunt u
de Fn-toets vergrendelen, zodat u deze toets bij het gebruik van
toetscombinaties niet ingedrukt hoeft te houden. In plaats hiervan drukt u
eenmaal op de Fn-toets, laat u de toets los en drukt u op een functietoets
(dat wil zeggen F1F12). Om het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility
te starten klikt u op Start, wijst u achtereenvolgens Alle programma’s,
TOSHIBA en Hulpprogramma’s aan en klikt u op Accessibility.
Speciale Windows-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows speciale
functies hebben: de toets met het Windows-logo activeert het menu Start
en de andere, de toepassingstoets, heeft dezelfde functie als de
rechtermuisknop.
Deze toets activeert het menu Start.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.
Gebruikershandleiding 5-7
Het toetsenbord
Geïntegreerde numerieke toetsen
In plaats van een apart numeriek toetsenblok heeft het toetsenbord van uw
computer geïntegreerde numerieke toetsen.
De toetsen met de grijze opschriften in het midden van het toetsenbord zijn
de geïntegreerde numerieke toetsen. Deze toetsen hebben dezelfde
functie als de numerieke toetsenbloktoetsen van het uitgebreide
toetsenbord met 101/102 toetsen in afbeelding 5-2.
De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen
U kunt de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor het invoeren
van cijfers of voor cursor- en paginabesturing.
Cursormodus
U activeert de cursormodus door op Fn + F10 te drukken. Het F10-lampje
voor de cursormodus gaat branden. Nu is cursor- en paginabesturing
mogelijk met de toetsen die in afbeelding 5-2 staan aangegeven. Druk
nogmaals op Fn + F10 om de geïntegreerde numerieke toetsen uit te
schakelen.
Numerieke modus
U activeert de numerieke modus door op Fn + F11 te drukken. Het F11-
lampje voor de numerieke modus gaat branden. Nu kunt u cijfers invoeren
met de toetsen die in afbeelding 5-2 worden geïllustreerd. Druk nogmaals
op Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen.
Afbeelding 5-2 De geïntegreerde numerieke toetsen
Gebruikershandleiding 5-8
Het toetsenbord
Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken (geïntegreerde
numerieke toetsen aan)
Tijdens het gebruik van de geïntegreerde numerieke toetsen kunt u tijdelijk
met het gewone toetsenbord werken zonder de geïntegreerde numerieke
toetsen uit te schakelen:
1. Houd Fn ingedrukt en druk op een andere toets. Alle toetsen werken
alsof de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld.
2. U typt hoofdletters door Fn + Shift ingedrukt te houden en op een
lettertoets te drukken.
3. Laat Fn los om de geïntegreerde numerieke toetsen weer in gebruik te
nemen.
Tijdelijk de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen uit)
Tijdens het gebruik van het gewone toetsenbord kunt u tijdelijk met de
geïntegreerde numerieke toetsen werken zonder deze in te schakelen:
1. Druk op Fn en houd deze toets ingedrukt.
2. Controleer de toetsenbordlampjes. Door op Fn te drukken activeert u
de laatst gebruikte modus van de geïntegreerde numerieke toetsen. Als
het lampje van de numerieke modus brandt, kunt u de geïntegreerde
numerieke toetsen voor het invoeren van cijfers gebruiken. Brandt het
lampje van de cursormodus, dan kunt u de geïntegreerde numerieke
toetsen gebruiken voor cursor- en paginabesturing.
3. Laat Fn los om het gewone toetsenbord weer in gebruik te nemen.
Tijdelijk van modus wisselen
Als de numerieke modus actief is, kunt u tijdelijk naar de cursormodus
overschakelen door op een Shift-toets te drukken.
Als de cursormodus actief is, kunt u tijdelijk naar de numerieke modus
overschakelen door op een Shift-toets te drukken.
ASCII-tekens genereren
Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden
gegenereerd. U kunt deze tekens echter door middel van hun ASCII-codes
genereren.
Voer de volgende stappen uit met de geïntegreerde numerieke toetsen
ingeschakeld:
1. Houd Alt ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke toetsen.
3. Laat Alt los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Als de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld, voert u de
volgende stappen uit:
1. Houd Alt + Fn ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke toetsen.
3. Laat Alt + Fn los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Gebruikershandleiding 6-1
Hoofdstuk 6
Voeding
De computer kan via de netadapter of via de interne accu-eenheden van
stroom worden voorzien. In dit hoofdstuk leest u hoe u deze
energiebronnen optimaal gebruikt en hoe u de accu oplaadt en vervangt.
Verder worden tips gegeven voor het besparen van accu-energie en krijgt u
informatie over spaarstanden.
Omstandigheden bij stroomvoorziening
De bedrijfscapaciteit en de energiestatus van de accu in de computer
worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden: of er een
netadapter is aangesloten, of er een accu is geïnstalleerd en wat het
ladingsniveau van de accu is.
Tabel 6-1 Stroomvoorziening
Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
(buiten werking)
Netadapter
aangeslo-
ten
Accu volledig
opgeladen
• In werking
• Lampje: Accu groen
DC IN 15V groen
• Lampje: Accu groen
DC IN 15V groen
Accu
gedeeltelijk
opgeladen of
leeg
• In werking
• Snel opladen
• Lampje: Accu oranje
DC IN 15V groen
• Wordt snel opgeladen
• Lampje: Accu oranje
DC IN 15V groen
Geen accu
geïnstalleerd
• In werking
• Geen lading
• Lampje: Accu uit
DC IN 15V groen
• Geen lading
• Lampje: Accu uit
DC IN 15V groen
Gebruikershandleiding 6-2
Voeding
Tabel 6-1 Stroomvoorziening (vervolg)
Voedingslampjes
Zoals in de vorige tabel wordt aangegeven, maken het Accu-, DC IN 15V-
en Aan/uit-lampje op het lampjespaneel u attent op de bedrijfscapaciteit en
de accu-energiestatus van de computer.
Accu-lampje
Aan de hand van het Accu-lampje kunt u de status van de accu
controleren. De accustatus wordt als volgt aangeduid:
Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
(buiten werking)
Netadapter
niet aange-
sloten
Acculading is
boven active-
ringsniveau
voor lage accu-
lading
• In werking
• Lampje: Accu uit
DC IN 15V uit
Acculading is
onder active-
ringsniveau
voor lage accu-
lading
• In werking
• Lampje: Accu
knippert oranje
DC IN 15V uit
Accu is leeg De computer wordt
uitgezet
Geen accu
geïnstalleerd
• Buiten werking
• Lampje: Accu uit
DC IN 15V
uit
Knipperend oranje
licht
De accu is bijna leeg. De netadapter moet
worden aangesloten om de accu op te laden.
Lampje brandt
oranje
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
Lampje brandt
groen
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Lampje brandt niet
In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, wordt het opladen stopgezet
en gaat het Accu-lampje uit. Zodra de accu een normale temperatuur heeft
bereikt, wordt verder gegaan met opladen. Dit gebeurt wanneer de stroom
naar de computer is in- of uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding 6-3
Voeding
DC IN 15V-lampje
Aan de hand van het DC IN 15V-lampje kunt u de
stroomvoorzieningsstatus voor de aangesloten netadapter controleren:
Aan/uit-lampje
Aan de hand van het Aan/uit-lampje kunt u de algemene
stroomvoorzieningsstatus controleren:
Accutypen
De computer heeft twee typen accu’s (batterijen):
Accu-eenheden
Accu-eenheid met hoge capaciteit (8800 mAh)
Accu-eenheid (4700 mAh)
RTC-batterij (batterij voor de realtime klok)
Lampje brandt
groen
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en de
computer van stroom voorziet.
Knipperend
oranje licht
Duidt op een probleem met de
stroomvoorziening. Steek de netadapter in een
ander stopcontact. Neem contact op met de
dealer indien het probleem aanhoudt.
Lampje brandt
niet
In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Lampje brandt
groen
Geeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Lampje knippert
oranje
Geeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en zich in de stand-bymodus bevindt.
Het lampje is één seconde aan en twee
seconden uit.
Lampje brandt
niet
In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding 6-4
Voeding
Accu-eenheid met hoge capaciteit
In plaats van een hoofdaccu kunt u een optionele accu met hoge capaciteit
installeren. De capaciteit van de accu met hoge capaciteit is ongeveer
tweemaal zo groot als die van de hoofdaccu. De accu met hoge capaciteit
wordt op dezelfde manier aangesloten als de hoofdaccu.
Afbeelding 6-1 Accu-eenheid met hoge capaciteit
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die
door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de Stand-
bymodus staat. Gegevens worden in het RAM opgeslagen, dus als de
stroomvoorziening naar de computer wordt afgebroken, gaan de
gegevens verloren. Wanneer de computer wordt uitgeschakeld in de
Stand-bymodus en de netadapter niet is aangesloten, leveren de
hoofdaccu-eenheid en de optionele 2e accu-eenheid stroom ter
handhaving van de gegevens en programma’s in het geheugen. Als de
accu‘s leeg raken, functioneert de Stand-bymodus niet en gaan alle
gegevens in het geheugen verloren.
Als de accu-eenheid met hoge capaciteit is aangesloten op de
computer, pak dan niet enkel de accu-eenheid vast als u de computer
wilt optillen. De accu-eenheid met hoge capaciteit kan losraken van de
computer en kan daardoor vallen en letsel veroorzaken.
Gebruikershandleiding 6-5
Voeding
Accu-eenheid
De verwisselbare lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding aangeduid
als de hoofdaccu, is de voornaamste energiebron van de computer
wanneer de netadapter niet is aangesloten. U kunt extra accu-eenheden
kopen voor langdurig computergebruik zonder netstroom.
Verwissel de accu-eenheid niet als de netadapter is aangesloten. Sla
voordat u de accu-eenheid verwijdert de gegevens op en sluit de computer
af of zet deze in de slaapstand. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt
uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Afbeelding 6-2 Accu-eenheid
Om de maximale capaciteit van de accu-eenheid te handhaven, dient u de
computer ten minste eenmaal per maand op accu-energie te gebruiken tot
de accu totaal leeg is. Raadpleeg Levensduur verlengen in dit hoofdstuk
voor procedures. Als de computer geruime tijd (langer dan een maand)
continu via de netadapter met netstroom wordt gebruikt, bestaat het risico
dat de accucapaciteit wordt aangetast. De accu zal dan niet langer efficiënt
functioneren, zelfs als de verwachte levensduur nog niet is verstreken.
Bovendien kunt u er niet langer op vertrouwen dat het Accu-lampje gaat
branden ter aanduiding van een laag accu-energieniveau.
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die
door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de stand-
bymodus is. Gegevens worden in het RAM opgeslagen, dus als de
stroomvoorziening naar de computer wordt afgebroken, gaan de
gegevens verloren. Wanneer de computer wordt uitgeschakeld in de
Stand-bymodus en de netadapter niet is aangesloten, levert de
hoofdaccu-eenheid stroom ter handhaving van de gegevens en
programma’s in het geheugen. Als de accu's leeg raken, functioneert
de Stand-bymodus niet en gaan alle gegevens in het geheugen
verloren.
Gebruikershandleiding 6-6
Voeding
RTC-batterij
De RTC- ofwel Real Time Clock-batterij voorziet de interne realtime klok en
kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie. Deze batterij
handhaaft tevens de systeemconfiguratie.
Als de RTC-batterij leeg is, gaan deze gegevens verloren en werken de
realtime klok en kalender niet meer. In dat geval ziet u het volgende bericht
wanneer u de computer weer inschakelt:
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid
De accu-eenheid is een essentieel onderdeel van de draagbare computer.
Door de eenheid naar behoren te gebruiken en te onderhouden zorgt u
ervoor dat deze langer stroom levert en langer meegaat. Volg de
aanwijzingen in dit gedeelte zorgvuldig ter waarborging van veilig gebruik
en maximale prestaties.
Voorzorgsmaatregelen
Verkeerde behandeling van accu-eenheden kan resulteren in ernstig of
dodelijk letsel of materiële schade. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
Waarschuwing: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij
veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel
kan resulteren.
Let op: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming
van de veiligheidsinstructie in lichte verwondingen of lichte schade aan
eigendommen kan resulteren.
Opmerking: verschaft belangrijke informatie.
**** RTC battery is low or CMOS checksum is
inconsistent ****
Press [F1] key to set Date/Time.
De RTC-batterij van de computer is een Ni-MH batterij en dient uitsluitend
door uw dealer of een TOSHIBA-servicevertegenwoordiger te worden
vervangen. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt,
gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het
afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften.
U kunt de instelling van de RTC wijzigen door op de toets F1 te drukken.
Nadat u de datum en tijd voor de RTC-batterij hebt ingesteld, kunt u de
computer het beste inschakelen, zodat de RTC-batterij wordt opgeladen.
Raadpleeg hoofdstuk 9, Problemen oplossen, voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 6-7
Voeding
Waarschuwing
1. Probeer nooit om een gebruikte accu-eenheid te verbranden en stel de
eenheid nooit bloot aan verwarmingsapparatuur (bijvoorbeeld een
magnetronoven). Door blootstelling aan warmte kan een accu-eenheid
exploderen en mogelijk ernstig letsel veroorzaken.
2. Probeer een accu-eenheid nooit te openen, repareren of anderszins
aan te passen. Hierdoor kan de accu-eenheid oververhit raken en vlam
vatten. Lekken van bijtende alkalineoplossing of andere elektrolytische
stoffen kan brand of verwondingen veroorzaken en mogelijk leiden tot
ernstig of dodelijk letsel.
3. Houd metalen voorwerpen te allen tijde uit de buurt van de
accuklemmen ter voorkoming van kortsluiting. Kortsluiting kan
resulteren in brand of ernstig lichamelijk letsel en in beschadiging van
de accu-eenheid. Wanneer u de accu-eenheid vervoert, dient u deze
altijd in plastic te wikkelen (of in een plastic zak te verpakken) om te
voorkomen dat de accuklemmen in aanraking komen met metalen
voorwerpen, wat ernstig letsel kan veroorzaken. Wanneer u de accu-
eenheid weggooit, dient u de metalen klemmen altijd met isolatietape te
bedekken om kortsluiting te voorkomen. Kortsluiting kan ernstig letsel
veroorzaken.
4. Doorboor de accu-eenheid nooit met een spijker of een ander scherp
voorwerp, sla er nooit op met een hamer of een ander voorwerp en ga
er niet op staan. Anders kan er brand of een explosie ontstaan, wat
ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
5. Laad de accu-eenheid nooit op een andere manier op dan die
beschreven in de gebruikershandleiding. Anders kan er brand of een
explosie ontstaan, wat ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
6. Sluit de accu-eenheid nooit aan op een contactdoos of een
sigarettenaansteker in een auto. De accu-eenheid kan barsten of vlam
vatten, waardoor er brand of een explosie ontstaat, wat ernstig letsel
kan veroorzaken.
7. Laat een accu-eenheid nooit nat of vochtig worden. Een vochtige accu-
eenheid zal oververhit raken of vlam vatten en daardoor barsten of
brand veroorzaken, mogelijk resulterend in ernstig of dodelijk letsel.
8. Bewaar accu-eenheden nooit op vochtige plekken. Anders kan er brand
of een explosie ontstaan, wat ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
9. Stel een accu-eenheid nooit bloot aan abnormale schokken, trillingen of
druk. Hierdoor kan het interne beschermende apparaat van de accu-
eenheid defect raken en zal de eenheid oververhit raken, vlam vatten,
ontploffen en/of lek raken, met het risico van ernstig of dodelijk letsel.
10. Stel een accu-eenheid nooit bloot aan warmte door de eenheid
bijvoorbeeld in de buurt van een radiator op te bergen of te gebruiken.
Als de accu-eenheid wordt blootgesteld aan hitte of vuur, kan de
eenheid vlam vatten of ontploffen, met het risico van ernstig of dodelijk
letsel. Als een accu-eenheid wordt blootgesteld aan hitte, kan deze
bijtende vloeistoffen gaan lekken. Verder kunt u te maken krijgen met
defecten, storingen en/of gegevensverlies.
Gebruikershandleiding 6-8
Voeding
11. Gebruik alleen de accu-eenheid die als accessoire werd meegeleverd
of een gelijkwaardige accu-eenheid die is aangegeven in de
gebruikershandleiding. Andere accu-eenheden hebben een ander
voltage en polariteit. Door gebruik van accu-eenheden die niet voldoen
kan een accu-eenheid gaan roken, brand veroorzaken of barsten, wat
tot ernstig letsel kan leiden.
12. Vermijd contact tussen de bijtende elektrolytvloeistof uit een accu-
eenheid en uw ogen, huid of kleding. Mocht bijtende elektrolytische
vloeistof uit de accu-eenheid onverhoopt in uw ogen terechtkomen,
dient u uw ogen onmiddellijk met flinke hoeveelheden stromend water
uit te spoelen en medische hulp in te roepen, ter voorkoming van
permanent oogletsel. Als elektrolyt in contact komt met uw huid, dient u
deze onmiddellijk onder stromend water af te spoelen om huiduitslag te
voorkomen. Als elektrolyt op uw kleren terechtkomt, dient u deze direct
uit te trekken teneinde contact met uw huid te voorkomen. Contact met
de huid kan leiden tot ernstig letsel.
13. Schakel altijd direct de stroom uit en trek het snoer uit de contactdoos
als een van de volgende situaties optreedt:
een vreemde geur
extreme hitte
verkleuring
vervorming
rook
andere ongebruikelijke situaties, zoals een vreemd geluid
Verwijder de accu-eenheid in deze gevallen onmiddellijk uit de PC. In
sommige gevallen moet u mogelijk de PC laten afkoelen voordat u de
accu-eenheid kunt verwijderen, om licht letsel door de hitte te
voorkomen. Schakel voor de veiligheid de PC niet opnieuw in tot een
erkende servicedienst van Toshiba deze heeft gecontroleerd. Als u de
accu-eenheid blijft gebruiken, kan deze brand veroorzaken of barsten,
wat mogelijk tot ernstig letsel of beschadiging van de computer kan
leiden, waaronder onder andere gegevensverlies.
14. Houd u bij het weggooien van gebruikte accu-eenheden altijd aan de
betreffende wetgevingen. Verpak de polen tijdens het vervoer met
isolatietape, bijvoorbeeld cellofaantape, om kortsluiting, brand of een
elektrische schok te voorkomen. Als u dit niet doet, kan ernstig letsel
het gevolg zijn.
15. Zorg dat de accu-eenheid correct in de computer is geïnstalleerd
voordat u probeert de eenheid op te laden. Onjuiste installatie kan
resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in rookontwikkeling
of brand.
16. Houd de accu-eenheid buiten het bereik van kinderen. De accu kan
letsel veroorzaken.
Gebruikershandleiding 6-9
Voeding
Let op
1. Gebruik alleen accu-eenheden die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
2. Controleer of de accu-eenheid juist is geplaatst als u deze hebt
geïnstalleerd of als u de PC gaat verplaatsen. Als de accu tijdens het
verplaatsen van de PC eruit valt, kunt u letsel oplopen of kan de accu-
eenheid beschadigd raken.
3. Laad de accu-eenheid op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 en
35 ºC. Als u de accu-eenheid bij hogere of lagere temperaturen oplaadt,
kan elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de
levensduur van de eenheid achteruitgaan.
4. Wanneer de oplaadcapaciteit van de accu-eenheid is aangetast of als
een bericht is verschenen met de waarschuwing dat de accu-eenheid
leeg is, dient u het gebruik van de eenheid te staken.
5. Als u een lege of aangetaste accu-eenheid blijft gebruiken, kan
gegevensverlies optreden of de PC beschadigd raken.
6. Schakel altijd eerst de computer uit en koppel de netadapter los voordat
u de accu-eenheid installeert of verwijdert. Verwijder de accu-eenheid
nooit terwijl de stand-bymodus op de computer is geactiveerd. Doet u
dit toch, dan gaan de gegevens verloren.
Opmerking
1. Verwijder de accu-eenheid nooit terwijl de functie Activering op LAN
ingeschakeld is. Doet u dit toch, dan gaan de gegevens verloren.
Schakel de functie Activering op LAN uit alvorens de accu-eenheid te
verwijderen.
2. Om te zorgen dat de accu zijn maximale capaciteit behoudt, dient u de
computer ten minste eenmaal per week op accu-energie te gebruiken
totdat de accu totaal leeg is. Raadpleeg het gedeelte Levensduur
verlengen van dit hoofdstuk voor procedures. Als de computer geruime
tijd (langer dan een week) continu via de netadapter op netstroom wordt
gebruikt, bestaat het risico dat de accucapaciteit wordt aangetast. De
accu zal dan niet langer efficiënt functioneren, zelfs als de verwachte
levensduur nog niet is verstreken. Bovendien kunt u er niet langer op
vertrouwen dat de Accu-lampje gaat branden ter aanduiding van een
laag accu-energieniveau.
3. Nadat u de accu-eenheid hebt opgeladen, dient u de computer niet
meerdere uren achtereen uitgeschakeld te laten terwijl deze op het
lichtnet is aangesloten. Als u doorgaat met opladen terwijl de accu
reeds volledig is opgeladen, kan de accu beschadigd raken.
Gebruikershandleiding 6-10
Voeding
De accu’s opladen
Als de lading in de accu-eenheid opraakt, gaat het Accu-lampje oranje
knipperen om aan te geven dat er slechts acculading voor enkele minuten
resteert. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het Accu
-lampje knippert,
wordt de slaapstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en wordt
de computer automatisch afgesloten.
U moet een accu-eenheid opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Om een accu-eenheid op te laden terwijl deze in de computer is
geïnstalleerd, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in de
gelijkstroomingang (DC IN 15V) en het andere uiteinde in een
functionerend stopcontact.
Tijdens het opladen van de accu brandt het Accu-lampje oranje.
Tijd
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe lang het ongeveer duurt om
een lege accu volledig op te laden.
Oplaadtijd (uren)
De computer kan alleen naar de slaapstand omschakelen als de
slaapstand op twee plaatsen is ingeschakeld: op het tabblad Slaapstand in
Energiebeheer van het Configuratiescherm en op het tabblad Actie
instellen in TOSHIBA Power Saver.
Gebruik voor het opladen van de accu-eenheid alleen de computer
(aangesloten op het stopcontact) of de optionele accuoplader van
TOSHIBA. Probeer nooit om de accu-eenheid met een andere oplader op
te laden.
Type accu/batterij Stroom
ingeschakeld
Stroom
uitgeschakeld
Accu-eenheid met hoge capaciteit
(8800 mAh)
circa 7,0 tot 21,0 circa 4,5
Accu-eenheid (4700 mAh) circa 4,5 tot 12,0 circa 3,0
RTC-batterij 8 Wordt niet
opgeladen
De oplaadtijd wanneer de computer aan is, wordt beïnvloed door de
omgevingstemperatuur, de temperatuur van de computer en de manier
waarop u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld intensief gebruikmaakt
van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik wellicht nauwelijks
opgeladen. Raadpleeg ook het gedeelte Bedrijfstijd van de accu
maximaliseren.
Gebruikershandleiding 6-11
Voeding
Accu: aanwijzingen voor het opladen
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct
wordt opgeladen:
De accu is extreem heet of koud. Bij extreem hoge temperaturen kan
het gebeuren dat de accu in het geheel niet wordt opgeladen. Om te
zorgen dat de accu maximaal wordt opgeladen, dient u deze op te
laden bij een kamertemperatuur van 10 °C tot 30 °C.
De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter enkele minuten
aangesloten; hierna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het acculampje een snelle daling in de accubedrijfstijd
aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt.
De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Een koele accu is in een warme computer geïnstalleerd.
Voer in dergelijke gevallen de volgende stappen uit.
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te
laten tot de stroom automatisch wordt uitgeschakeld.
2. Sluit de netadapter aan.
3. Laad de accu op tot het Accu-lampje groen brandt.
Herhaal deze stappen twee à drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Accucapaciteit controleren
De resterende accu-energie kan worden gecontroleerd in TOSHIBA Power
Saver.
U verkort de levensduur van de accu als u de netadapter aangesloten laat.
Laat ten minste één keer per maand de computer aan staan totdat de accu
volledig leeg is en laad de accu vervolgens weer op.
Wacht ten minste 16 seconden na het inschakelen van de computer
voordat u probeert de resterende bedrijfstijd te controleren. De
computer heeft deze tijd nodig om de resterende accucapaciteit te
controleren en de resterende bedrijfstijd te berekenen op basis van het
huidige stroomverbruik en de resterende accucapaciteit. De werkelijke
resterende bedrijfstijd kan enigszins afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet
zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig
opgeladen zijn. In dat geval toont TOSHIBA Power Saver een
capaciteit van 100% voor zowel de oude als de nieuwe accu, maar is
de weergegeven resterende bedrijfstijd voor de oudere accu korter.
Gebruikershandleiding 6-12
Voeding
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de bedrijfstijd die één
acculading levert.
Hoe lang de lading van een accu meegaat, hangt af van de volgende
factoren:
De configuratie van de computer (of u bijvoorbeeld
energiebesparingsopties hebt geactiveerd); In TOSHIBA Power Saver
kunt u een modus voor het besparen van accu-energie instellen. Deze
modus heeft de volgende opties:
CPU-verwerkingssnelheid;
Helderheid van scherm;
Koelmethode;
Stand-by van het systeem;
Slaapstand van het systeem;
Monitor uit;
Vaste schijf uit.
Frequentie en duur van het gebruik van de vaste schijf, het optische
schijfstation en het diskettestation.
Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu.
de wijze waarop u gebruik maakt van optionele apparaten (zoals een
PC-kaart) die door de accu van stroom worden voorzien.
U bespaart accu-energie door de stand-bymodus in te schakelen als u
de computer vaak aan- en uitzet.
De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat.
Het sluiten van het beeldscherm wanneer u het toetsenbord niet
gebruikt om energie te besparen.
De omgevingstemperatuur (de bedrijfstijd neemt af bij lage
temperaturen).
De toestand van de accupolen. Zorg dat de polen schoon blijven door
ze met een schone, droge doek af te vegen voordat u de accu-eenheid
installeert.
Behoud van gegevens bij het uitschakelen van de computer
Als u de computer uitschakelt terwijl de accu en RTC-batterij volledig zijn
opgeladen, zorgen de accu en batterij dat gegevens gedurende de
volgende tijdsperiodes behouden blijven.
Accu-eenheid met hoge capaciteit
(8800 mAh)
circa 8 dagen (stand-bymodus)
circa 160 dagen
(opstartmodus)
Accu-eenheid (4700 mAh) circa 5 dagen (stand-bymodus)
circa 85 dagen (opstartmodus)
RTC-batterij circa 30 dagen
Gebruikershandleiding 6-13
Voeding
Levensduur verlengen
U kunt de levensduur van de accu-eenheid als volgt verlengen:
Ontkoppel de computer ten minste eenmaal per maand van de
netstroom en gebruik het systeem op accu-energie tot de accu-eenheid
totaal leeg is. Voer eerst de volgende stappen uit:
Als u extra accu-eenheden hebt, gebruik deze dan afwisselend.
Verwijder de accu-eenheid als u het systeem geruime tijd (langer dan
een maand) niet gebruikt.
Koppel de netadapter los wanneer de accu volledig is opgeladen. Te
lang laden van de accu leidt tot oververhitting en verkort de levensduur.
Koppel de netadapter los als de computer langer dan acht uur buiten
gebruik blijft.
Bewaar reserve-accu-eenheden op een koele, droge plek zonder
rechtstreeks zonlicht.
De accu-eenheid vervangen
De accu-eenheid is een verbruiksartikel. De levensduur van de accu neemt
geleidelijk af door herhaald opladen en ontladen. Als de accu versleten is,
dient u deze te vervangen.
U kunt een lege accu-eenheid ook vervangen door een reserve-accu als u
de computer niet op het elektriciteitsnet hebt aangesloten. In dit gedeelte
wordt uitgelegd hoe u de accu-eenheid verwijdert en installeert.
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel de netadapter los en schakel de computer in. Als de
computer niet wordt opgestart, gaat u naar stap 4.
3. Laat de computer vijf minuten aanstaan. Als de accu-eenheid
voldoende capaciteit heeft voor vijf minuten, laat u de computer
aanstaan tot de accu-eenheid totaal leeg is. Als het Accu-lampje
gaat knipperen of als u op een andere manier wordt geattendeerd
op een laag accu-energieniveau, gaat u verder met stap 4.
4. Sluit de netadapter op de computer aan en steek de stekker in het
stopcontact. Het DC IN 15V-lampje en het Accu-lampje gaan
respectievelijk groen en oranje branden, wat betekent dat de accu-
eenheid wordt opgeladen. Als het DC IN 15V-lampje niet brandt,
wordt de computer niet van stroom voorzien. Controleer in dat geval
of de netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten.
5. Laad de accu-eenheid op tot het Accu-lampje groen gaat branden.
Gebruikershandleiding 6-14
Voeding
De accu-eenheid verwijderen
Om een lege accu te vervangen voert u de volgende stappen uit.
1. Sla uw werk op.
2. Schakel de computer uit. Controleer of het Aan/uit-lampje uit is.
3. Verwijder alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
4. Zet computer ondersteboven.
5. Zet de accuvergrendelingsschuif (1) in de ontgrendelde stand (naar
links), duw de accuvergrendelingsschuif (2) opzij en houd deze vast, en
schuif de accu-eenheid eruit.
Afbeelding 6-3 De accu-eenheid verwijderen
Wees bij het hanteren van accu-eenheden voorzichtig dat u de
accupolen niet kortsluit. Laat de eenheid niet vallen en vermijd
schokken; kras of breek het accuoppervlak niet en buig of verdraai de
accu-eenheid niet.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de stand-
bymodus is. Gegevens worden in het RAM opgeslagen, dus als de
stroomvoorziening naar de computer wordt afgebroken, gaan de
gegevens verloren.
In de slaapstand gaan gegevens verloren als u de accu verwijdert of de
netadapter ontkoppelt voordat het opslagproces is voltooid. Wacht tot
het ingebouwde vaste-schijf lampje uitgaat.
Raak de accuvergrendelingsschuif niet aan als u de computer
vasthoudt. De accu-eenheid kan eruit vallen als u per ongeluk de
accuvergrendelingsschuif verschuift. Dit kan letsel veroorzaken.
Accu-eenheid Accuvergrendelingsschuif (2)Accuvergrendelingsschuif (1)
Met het oog op het milieu dient u gebruikte accu-eenheden niet weg te
gooien. Retourneer gebruikte accu-eenheden naar uw TOSHIBA-dealer.
Gebruikershandleiding 6-15
Voeding
De accu-eenheid installeren
Om een accu te installeren voert u de volgende stappen uit.
1. Schakel de computer uit.
2. Ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Plaats de accu-eenheid.
4. Zet de accuvergrendelingsschuif (1) vast. Controleer of de
accuvergrendelingsschuif (1) in de vergrendelde stand staat.
(Naar rechts)
Afbeelding 6-4 De accu-eenheid vergrendelen
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die
door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Raak de accuvergrendelingsschuif niet aan als u de computer
vasthoudt. De accu-eenheid kan eruit vallen als u per ongeluk de
accuvergrendelingsschuif verschuift. Dit kan letsel veroorzaken.
Accu-eenheidAccuvergrendelingsschuif (1)
Gebruikershandleiding 6-16
Voeding
TOSHIBA Password
TOSHIBA Password verschaft twee niveaus van wachtwoordbeveiliging:
Gebruiker en Supervisor.
Gebruikerswachtwoord
Start het hulpprogramma door de volgende items te selecteren:
Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Hulpprogramma's ->
Password Utility
Instellen (knop)
Klik op deze knop om een wachtwoord van maximaal 50 tekens te
registreren. Na het instellen van een wachtwoord wordt u gevraagd het
wachtwoord in te voeren wanneer u de computer opstart.
Verwijderen (knop)
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te verwijderen. U
kunt een wachtwoord pas verwijderen nadat u het huidige wachtwoord
correct hebt ingevoerd.
Wijzigen (knop)
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te wijzigen. U kunt
een wachtwoord pas wijzigen nadat u het huidige wachtwoord correct
hebt ingevoerd.
Owner String (tekstvak)
U kunt dit vak gebruiken om tekst aan het wachtwoord te koppelen. Klik
na het invoeren van de tekst op Toepassen of OK. Als een computer
wordt opgestart, wordt deze tekst weergegeven wanneer u om een
wachtwoord wordt gevraagd.
Wachtwoorden die met TOSHIBA Password worden ingesteld, verschillen
van het Windows-wachtwoord.
Nadat u het wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt een dialoogvenster
met de vraag of u het wachtwoord op een diskette of een ander
medium wilt opslaan. Als u het wachtwoord vergeet, kunt u het
wachtwoordbestand op een andere computer openen. Bewaar de
diskette/schijf met het wachtwoordbestand op een veilige plaats.
Als u de tekenreeks voor het wachtwoord invoert, doet u dit teken voor
teken, niet als ASCII-code of door de tekenreeks te knippen en
plakken. Zorg er ook voor dat het geregistreerde wachtwoord klopt,
door de tekenreeks naar het wachtwoordbestand te verzenden.
Gebruikershandleiding 6-17
Voeding
Supervisorwachtwoord
Volg onderstaande stappen om een supervisorwachtwoord in te stellen.
1. Klik op Start.
2. Klik op Uitvoeren.
3. Typ het volgende: C:\Program Files\Toshiba\Windows
Utilities\SVPWTool\TOSPU.EXE
Met dit hulpprogramma kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
het supervisorwachtwoord registreren, verwijderen of wijzigen;
beperkingen voor gewone gebruikers opgeven.
De computer opstarten met een wachtwoord
Voer de volgende stappen uit om de computer op te starten met het
gebruikerswachtwoord:
1. Schakel de computer in volgens de instructies in hoofdstuk 3, Voor u
begint. De volgende melding verschijnt:
2. Voer het wachtwoord in.
3. Druk op Enter.
Als u een supervisorwachtwoord instelt, zijn bepaalde functies mogelijk
beperkt wanneer een gebruiker zich aanmeldt met het
gebruikerswachtwoord.
Wachtwoord=
De sneltoetsen Fn + F1 tot en met F9 werken op dit moment niet. U kunt
ze pas weer gebruiken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
Als u het wachtwoord driemaal achtereen onjuist invoert, wordt de
computer afgesloten. In dat geval schakelt u de computer opnieuw in en
probeert u opnieuw het wachtwoord in te voeren.
Gebruikershandleiding 6-18
Voeding
Spaarstanden
De computer heeft de volgende spaarstanden:
Boot: in deze opstartmodus wordt de computer afgesloten zonder
gegevens op te slaan. Sla uw werk altijd op voordat u de computer
uitschakelt in de opstartmodus.
Hibernation: in deze slaapstand worden de gegevens in het geheugen
op de vaste schijf opgeslagen.
Stand-by: in deze stand worden de gegevens bewaard in het
hoofdgeheugen van de computer.
Windows-hulpprogramma’s
U kunt de instelling opgeven in TOSHIBA Power Saver.
Sneltoetsen
U kunt de Stand-by-modus inschakelen met de sneltoets Fn + F3 en de
slaapstand met Fn + F4. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor
meer informatie.
In-/uitschakelen via LCD
U kunt de computer zo instellen dat de stroom automatisch wordt
uitgeschakeld als u het LCD-scherm sluit. Als u het scherm vervolgens
opent terwijl de computer zich in de stand-bymodus of de slaapstand
bevindt, wordt de stroom ingeschakeld.
Systeem automatisch uitschakelen
Met deze functie wordt het systeem automatisch uitgeschakeld zodra de
ingestelde tijdlimiet voor systeeminactiviteit verstrijkt. Het systeem wordt
afgesloten in de stand-bymodus of in de slaapstand van Windows.
Raadpleeg tevens de gedeelten De stroom inschakelen en De computer
uitschakelen in hoofdstuk 3, Aan de slag.
Als de functie Uitschakelen via LCD is geactiveerd en u Windows afsluiten
gebruikt, dient u het scherm niet te sluiten voordat de afsluitfunctie is
voltooid.
Gebruikershandleiding 7-1
Hoofdstuk 7
HW Setup
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de computer met behulp van het
programma TOSHIBA HW Setup configureert. Tevens wordt de manier
uitgelegd waarop de setup van Execute-Disable Bit Capability en TPM
wordt uitgevoerd. Met behulp van Toshiba HW Setup kunt u instellingen
opgeven voor de volgende categorieën: algemeen, beeldscherm,
opstartprioriteit, toetsenbord, processor, LAN, apparaatconfiguratie,
parallel/printer en USB.
HW Setup starten
Klik op Start, klik op Configuratiescherm, klik op Printers en andere
hardware en selecteer TOSHIBA HW Set-up om HW Setup uit te voeren.
Het HW Setup-venster
Het HW Setup-venster heeft de volgende tabbladen: General (algemeen),
Display (beeldscherm), Boot Priority (opstartprioriteit), Keyboard
(toetsenbord), CPU, LAN, Device Config (apparaatconfiguratie), Parallel/
Printer en USB.
Er zijn ook drie knoppen: OK, Cancel (Annuleren) en Apply (Toepassen).
OK Bevestigt uw wijzigingen en sluit het HW Setup-
venster.
Cancel Sluit het venster zonder uw wijzigingen door te
voeren.
Apply Bevestigt al uw wijzigingen zonder het
HW Setup-venster te sluiten.
Gebruikershandleiding 7-2
HW Setup
Algemeen
Dit venster geeft de BIOS-versie weer en heeft twee knoppen: Default en
About.
Setup
Dit veld geeft de BIOS-versie met de datum weer.
Display
Op dit tabblad kunt u de beeldscherminstellingen van de computer
aanpassen voor het interne LCD-scherm of een externe monitor.
Power On Display
Hiermee kunt u aangeven welk beeldscherm wordt gebruikt wanneer de
computer wordt opgestart. (Deze optie kan alleen worden ingesteld in de
SVGA-modus en is niet beschikbaar op het Windows-bureaublad.)
Default De fabrieksinstellingen van alle HW Setup-opties
herstellen.
About Hiermee geeft u versiegegevens van HW Setup
weer.
Autom.
geselecteerd
Selecteert een externe monitor, als er een is
aangesloten. Zo niet, dan wordt het interne LCD
geselecteerd. (standaardinstelling)
LCD + Analoog RGB Selecteert zowel de interne LCD als de externe
monitor voor gelijktijdige weergave.
Als de SVGA-modus niet wordt ondersteund door de aangesloten externe
monitor, wordt het scherm niet op die monitor weergegeven wanneer u de
modus LCD + Analoog RGB mode selecteert.
Bij de opstartprocedure van Windows wordt het scherm weergegeven op
de externe monitor indien deze vóór het uitschakelen van de computer is
aangesloten en bij het opstarten wordt gedetecteerd. Anders wordt het
scherm op de interne LCD weergegeven.
Gebruikershandleiding 7-3
HW Setup
Boot Priority
Opstartprioriteitsopties
Hier kunt u de prioriteit voor het opstarten van de computer instellen.
Selecteer een van de volgende instellingen:
U kunt de instellingen annuleren en handmatig een opstartapparaat
selecteren door tijdens het opstarten van de computer op een van de
volgende toetsen te drukken:
*
1
Op deze computer wordt met CD-ROM/CD-ROM-station het vaste
optische station aangeduid.
HDD −> FDD −>
CD-ROM −> LAN
De computer zoekt in deze volgorde naar
opstartbestanden: vaste schijf, diskettestation,
CD-ROM-station*
1
, LAN (standaard).
FDD −> HDD −>
CD-ROM −> LAN
De computer zoekt in deze volgorde naar
opstartbestanden: diskettestation*
1
, vaste schijf,
CD-ROM-station*
1
, LAN.
HDD −> CD-ROM −>
LAN −> FDD
De computer zoekt in deze volgorde naar
opstartbestanden: vaste schijf, CD-ROM-
station*
1
, LAN, diskettestation.
FDD −> CD-ROM −>
LAN −> HDD
De computer zoekt in deze volgorde naar
opstartbestanden: diskettestation*
1
, CD-ROM-
station*
1
, LAN, vaste schijf.
CD-ROM −> LAN −>
HDD −> FDD
De computer zoekt in deze volgorde naar
opstartbestanden: CD-ROM-station*
1
, LAN,
vaste schijf, diskettestation.
CD-ROM −> LAN −>
FDD −> HDD
De computer zoekt in deze volgorde naar
opstartbestanden: CD-ROM-station*
1
, LAN,
diskettestation, vaste schijf.
U Selecteert het USB-diskettestation.
N Selecteert het netwerk.
1 Selecteert de primaire vaste schijf.
C
Selecteert het CD-ROM-station*
1
.
M Selecteert het USB-geheugen.
Gebruikershandleiding 7-4
HW Setup
Voer de volgende stappen uit om het opstartstation te wijzigen:
1. Houd F12 ingedrukt en start de computer op.
2. Er wordt een menu weergegeven met pictogrammen voor:
geïntegreerde vaste schijf, Slim Select Bay vaste schijf, CD-ROM,
netwerk (LAN) en USB-geheugen opstarten.
3. Gebruik de cursortoetsen om het gewenste opstartapparaat te
markeren en druk op Enter.
Onder het geselecteerde apparaat verschijnt een balk.
Als er alleen een supervisorwachtwoord is ingesteld:
Het menu verschijnt wanneer u het gebruikerswachtwoord invoert
bij het opstarten van de computer. (HW Setup kan worden
uitgevoerd)
Het menu verschijnt niet wanneer u het gebruikerswachtwoord
invoert bij het opstarten van de computer. (HW Setup kan niet
worden uitgevoerd)
Als er een supervisorwachtwoord en een gebruikerswachtwoord zijn
ingesteld, gebeurt het volgende.
Het menu hierboven verschijnt wanneer u het supervisor- en het
gebruikerswachtwoord invoert bij het opstarten van de computer.
(HW Setup kan worden uitgevoerd)
Het menu verschijnt niet wanneer u het gebruikerswachtwoord
invoert bij het opstarten van de computer. (HW Setup kan niet
worden uitgevoerd)
Het menu hierboven verschijnt wanneer u het
supervisorwachtwoord invoert bij het opstarten van de computer.
(HW Setup kan niet worden uitgevoerd)
De zojuist beschreven selectiemethode heeft geen invloed op
opstartprioriteitsinstellingen in HW Setup.
Als u een andere toets dan de zojuist genoemde indrukt of als het
geselecteerde apparaat niet is geïnstalleerd, wordt het systeem
opgestart conform de huidige instelling in HW Setup.
Gebruikershandleiding 7-5
HW Setup
Prioriteitsopties vaste schijf
Als er meer dan één vaste schijf in een computer is geïnstalleerd, kunt u
met deze optie de detectie voor vaste schijven instellen. Als de als eerste
gedetecteerde vaste schijf een opstartopdracht heeft, start het systeem
vanaf deze schijf op.
USB-geheugen, type dat wordt ondersteund door BIOS
Stel het type USB-geheugen in als opstartapparaat.
Opstartprotocol netwerk
Met deze functie wordt het protocol voor remote opstarten vanaf het
netwerk ingesteld.
[PXE] PXE wordt ingesteld als protocol (standaardinstelling)
[RPL] RPL wordt ingesteld als protocol.
Built-in HDD −>
USB(Default)
(Interne vaste schijf ->
USB [standaard])
De prioriteit is ingesteld als interne vaste schijf −>
USB-geheugen.
USB −> Built-in
HDD
(USB -> interne vaste
schijf)
De prioriteit is ingesteld als USB-geheugen −>
interne vaste schijf.
Als op de eerste gedetecteerde vaste schijf geen opstartopdracht wordt
gevonden, wordt het systeem niet vanaf de andere vaste schijf
opgestart. In dat geval wordt het volgende apparaat in de
opstartprioriteit afgezocht naar een opstartopdracht.
Sommige modules worden mogelijk niet weergegeven.
Vaste schijf Stel het type USB-geheugen zo in dat het gelijk is
aan de vaste schijf (standaard).
* Gebaseerd op de volgorde [HDD] (vaste schijf)
in het item [Boot Priority Options]
(opstartprioriteitsopties). De volgorde die de
andere vaste schijf betreft, kan worden ingesteld
in het item [HDD Priority Options]
(prioriteitsopties vaste schijf).
Diskettestation Stel het type USB-geheugen zo in dat het gelijk is
aan het diskettestation.
* Gebaseerd op de volgorde [FDD]
(diskettestation) in het item [Boot Priority
Options] (opstartprioriteitsopties).
Gebruikershandleiding 7-6
HW Setup
Toetsenbord
Fn-toets op extern toetsenbord
Gebruik deze optie als u een toetsencombinatie op een extern toetsenbord
wilt instellen om de Fn-toets van het interne toetsenbord na te bootsen. Met
een equivalent van de Fn-toets kunt u sneltoetsen gebruiken door de
ingestelde combinatie in te drukken in plaats van de Fn-toets. (alleen voor
PS/2-toetsenborden)
Activering op toetsenbord
Als deze functie actief is, ook wel Activering op toetsenbord genoemd, en
de computer zich in de stand-bymodus bevindt, kunt u de computer
inschakelen door op een willekeurige toets te drukken. De functie is alleen
van toepassing op het interne toetsenbord en werkt alleen wanneer de
computer in de Stand-by-modus is.
CPU
Met deze functie kunt u de bedrijfsmodus van de CPU instellen.
In sommige modellen wordt deze optie niet weergegeven.
Disabled Geen Fn-toetsequivalent (standaardinstelling)
Fn-equivalent Ctrl links
Ctrl-Rechts
Alt-Links
Alt-Rechts
Alt-Links
+
+
+
+
+
Alt-Links
Alt-Rechts
Shift-Links
Shift-Rechts
Caps Lock
Als u Ctrl-Links + Alt-Links of Ctrl-Rechts + Alt-Rechts selecteert voor
deze optie, kunt u die toetsen niet gebruiken om uw computer opnieuw op
te starten in combinatie met Del. Selecteert u bijvoorbeeld Ctrl links + Alt
links, dan moet u Ctrl rechts, Alt rechts en Del gebruiken om de
computer opnieuw op te starten. Ctrl-Links, Alt-Links en Del kunnen niet
gebruikt worden.
Enabled Schakelt Activering op toetsenbord in.
Disabled Schakelt Activering via toetsenbord uit.
(standaardinstelling)
Deze wordt alleen weergeven bij Pentium-M
®
-modellen.
Gebruikershandleiding 7-7
HW Setup
Dynamische CPU-frequentiemodus
Deze optie biedt de keuze uit de volgende instellingen:
LAN
Wake-up on LAN (Activering op LAN)
Deze functie zorgt dat de computer wordt opgestart zodra een
activeringssignaal van het LAN wordt ontvangen.
Intern LAN
Met deze functie wordt het interne LAN in- of uitgeschakeld.
Dynamically
Switchable
De schakelfunctie voor het energieverbruik en de
kloksnelheid van de processor is ingeschakeld.
Wanneer de computer in gebruik is, wordt de
CPU-snelheid zo nodig automatisch aangepast.
(standaardinstelling)
Always High De schakelfunctie voor het energieverbruik en de
kloksnelheid van de processor is uitgeschakeld.
De CPU werkt altijd op de hoogste snelheid.
Always Low De schakelfunctie voor het energieverbruik en de
kloksnelheid van de processor is uitgeschakeld.
De processor werkt altijd op standaardsnelheid
en met standaardenergieverbruik.
In sommige modellen wordt deze functie niet weergegeven.
Enabled Schakelt Activering op LAN in.
Disabled Schakelt Activering op LAN uit.
(standaardinstelling)
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering
op LAN is ingeschakeld.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
Enabled Schakelt geïntegreerde LAN-functies in.
(standaardinstelling)
Disabled Schakelt functies voor geïntegreerde LAN uit.
Gebruikershandleiding 7-8
HW Setup
Apparaatconfiguratie
Device Configuration
Met deze optie kunt u de apparaatconfiguratie instellen.
Parallel/Printer
Op sommige modellen is het tabblad Parallel/Printer beschikbaar. In dit
tabblad kunt u de parallelle-poortmodus instellen. Gebruik Windows
Apparaatbeheer om instellingen voor de parallelle poort op te geven.
Parallelle-poortmodus
De beschikbare opties op dit tabblad zijn ECP en Standaard
bidirectioneel.
USB
Emulatie USB Legacy-t.borden/-muizen
Met deze optie schakelt u de emulatie van USB Legacy-toetsenborden en -
muizen in of uit. Zelfs als USB niet door uw besturingssysteem wordt
ondersteund, kunt u een USB-muis en -toetsenbord gebruiken door de
optie Emulatie USB Legacy-t.borden/-muizen in te schakelen.
Alle apparaten Alle apparaten worden door het BIOS ingesteld.
Config door
best.sys
Het besturingssysteem stelt de apparaten in die
het kan aansturen. (standaardinstelling)
In sommige modellen wordt deze optie niet weergegeven.
ECP Stelt het poorttype op Extended Capabilities Port
(ECP) in. Voor de meeste printers dient u de
poort in te stellen op ECP. (standaardinstelling)
Standaard
Bi-directional
Deze instelling moet voor enkele andere
parallelle apparaten worden gebruikt.
Enabled Schakelt emulatie van USB Legacy-
toetsenborden/-muizen in. (standaardinstelling)
Disabled Schakelt emulatie van USB Legacy-
toetsenborden/-muizen uit.
Gebruikershandleiding 7-9
HW Setup
Emulatie USB Legacy-diskettestations
Gebruik deze optie om de emulatie van USB Legacy-diskettestations in of
uit te schakelen.
Het BIOS Setup-hulpprogramma starten en afsluiten
Het BIOS Setup-hulpprogramma starten
1. Houd Esc ingedrukt en zet de computer aan.
Als “Password =” (Wachtwoord =) wordt weergegeven, typt u het
gebruikerswachtwoord en drukt u op Enter.
Raadpleeg TOSHIBA Password in hoofdstuk 6, Voeding, voor meer
informatie over het gebruikerswachtwoord.
Het bericht “Check system. Then press [F1] key.” (controleer
het systeem. Druk op F1) wordt weergegeven.
2. Druk op F1.
Het BIOS Setup-hulpprogramma start.
Enabled Schakelt emulatie van USB Legacy-
diskettestations in. (standaardinstelling)
Disabled Schakelt emulatie van USB Legacy-
diskettestations uit.
Opmerkingen voordat u de BIOS Setup gebruikt
Onder normale omstandigheden wijzigt u de configuratie in Windows
met TOSHIBA HW Setup, TOSHIBA Password, TOSHIBA Power
Saver, Apparaatbeheer, enz.
Als de configuratie in het BIOS Setup-hulpprogramma verschilt van de
configuratie in het Windows-hulpprogramma, heeft de configuratie in
het Windows-hulpprogramma voorrang.
Afhankelijk van het systeem kunnen wijzigingen in de
systeemconfiguratie niet worden doorgevoerd.
De instellingen in het BIOS Setup-hulpprogramma worden niet gewist,
zelfs niet als u de voeding uitschakelt. Als echter de ingebouwde
batterij (RTC-batterij) leeg raakt, worden de standaardinstellingen
hersteld.
De volgende standaardinstellingen worden niet hersteld.
Password (wachtwoord)
HDD Password (wachtwoord vaste schijf)
Security controller (beveiligingscontroller)
Selecteer de Execute-Disable Bit Capability om wijzigingen aan te
brengen. Volg de instructies die op het instellingenscherm worden
weergegeven.
Gebruikershandleiding 7-10
HW Setup
Het BIOS Setup-hulpprogramma afsluiten
Sla de wijzigingen op en sluit het programma af.
1. Druk op End.
Het bericht “Are you sure? (Y/N) The changes you made will
cause the system to reboot.” (Weet u het zeker? [J/N] Door de
gemaakte wijzigingen moet het systeem opnieuw worden opgestart.)
wordt weergegeven.
2. Druk op Y (J).
De geconfigureerde instellingen worden opgeslagen en het BIOS Setup-
hulpprogramma wordt afgesloten. Afhankelijk van de gewijzigde
instellingen start de computer mogelijk opnieuw op.
Het BIOS Setup-hulpprogramma halverwege afsluiten
U kunt de configuratie-instellingen halverwege afsluiten zonder de
gemaakte wijzigingen op te slaan.
1. Druk op de esc-toets.
Het bericht “Exit without saving? (Y/N)” (Afsluiten zonder de
gegevens op te slaan? [J/N]) wordt weergegeven.
2. Druk op Y (J).
Het BIOS Setup-hulpprogramma wordt afgesloten.
Execute-Disable Bit Capability
De configuratie voor de Execute-Disable Bit Capability wordt uitgevoerd in
het BIOS Setup-hulpprogramma.
Hiermee schakelt u de Execute-Disable Bit Capability in of uit.
De instelling Execute-Disable Bit Capability is beschikbaar in SYSTEM
SETUP (1/2).
Available
(beschikbaar)
Hiermee schakelt u Execute-Disable Bit
Capability in (beschikbaar)
Not Available
(niet
beschikbaar)
Hiermee schakelt u Execute-Disable Bit
Capability uit (niet beschikbaar) (standaard).
Andere wijzigingen in de systeemconfiguratie dient u in Windows op te
geven met TOSHIBA HW Setup, TOSHIBA Password, TOSHIBA Power
Saver, Apparaatbeheer, enz.
Gebruikershandleiding 8-1
Hoofdstuk 8
Optionele apparaten
Optionele apparaten kunnen de capaciteiten en de veelzijdigheid van de
computer uitbreiden. Dit hoofdstuk beschrijft hoe de volgende apparaten
worden aangesloten of geïnstalleerd. Deze apparaten zijn bij uw TOSHIBA-
dealer verkrijgbaar.
Kaarten/geheugen
PC-kaart
Geheugenuitbreiding
Voedingsapparaten
Extra accu
Extra netadapter
Accuoplader
Randapparaten
USB-diskettestation
Externe monitor
Parallelle printer
TV
i.LINK (IEEE1394)
Advanced Port Replicator III
Bluetooth USB-adapter
Mobiele vaste schijf
Overig
Beveiligingsslot
Gebruikershandleiding 8-2
Optionele apparaten
PC-kaart
De computer is uitgerust met een uitbreidingssleuf voor PC-kaarten die
ruimte biedt voor een kaart van 5 mm (Type II). U kunt elke standaard-PC-
kaart (van TOSHIBA of een andere leverancier) installeren. De sleuf
ondersteunt 16-bits PC-kaarten, met inbegrip van multifunctionele kaarten
en CardBus PC-kaarten.
CardBus ondersteunt de nieuwe standaard van 32-bits PC-kaarten. De bus
levert superieure prestaties voor de hogere eisen van
multimediagegevensoverdracht.
Een PC-kaart installeren
De PC-kaartconnector bevindt zich aan de linkerkant van de computer.
De Windows-voorziening voor “directe installatie” (hot install) maakt het
mogelijk om PC-kaarten te installeren terwijl de computer is ingeschakeld.
Voer de volgende stappen uit om een PC-kaart te installeren.
1. Plaats de PC-kaart in de sleuf.
2. Duw de kaart voorzichtig aan tot deze vastzit.
Afbeelding 8-1 De PC-kaart plaatsen
Raadpleeg na het inbrengen de documentatie bij de PC-kaart en controleer
in Windows of de configuratie juist is voor uw kaart.
Plaats geen PC-kaart terwijl de computer in de stand-bymodus of
slaapstand staat. Als u dit wel doet, werkt de kaart wellicht niet correct.
Een opslagapparaat (zoals een vaste schijf of CD-ROM-/DVD-ROM-
station) dat aan een 16-bits PC-kaart is gekoppeld, kan de prestaties
van het geluidssysteem en de gegevenstransmissie van de computer
beïnvloeden, waardoor u mogelijk te maken krijgt met lagere
verzendsnelheden en kiesfouten.
PC-kaart
Gebruikershandleiding 8-3
Optionele apparaten
Een PC-kaart verwijderen
Voer de volgende stappen uit als u de PC-kaart wilt verwijderen.
1. Open het pictogram Hardware veilig verwijderen in het systeemvak
en schakel de PC-kaart uit.
2. Druk op de uitwerpknop van de PC-kaart; de knop steekt nu iets uit.
3. Druk op de ejectknop om de kaart een stukje uit te schuiven.
4. Trek de PC-kaart uit de sleuf.
Afbeelding 8-2 De PC-kaart verwijderen
Controleer alvorens een PC-kaart te verwijderen of de kaart wordt
gebruikt door toepassingen of systeemservices.
Verwijder de PC-kaart pas nadat u deze hebt uitgeschakeld. Anders
kan het systeem onherstelbare schade oplopen.
PC-kaart
Uitwerpknop
Gebruikershandleiding 8-4
Optionele apparaten
Geheugenuitbreiding
U kunt het RAM van de computer uitbreiden door extra geheugenmodules
te plaatsen. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een geheugenmodule
installeert en verwijdert.
Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door
TOSHIBA.
Probeer niet onder de volgende omstandigheden een
geheugenmodule te installeren of verwijderen. Hierdoor kunt u de
computer en de module beschadigen. Bovendien gaan dan gegevens
verloren.
a. Als de computer is ingeschakeld.
b. Als de computer is afgesloten in de stand-bymodus of de
slaapstand.
c. Als Activering op LAN actief is.
Sommige geheugenmodules kunnen fysiek worden geïnstalleerd maar
zijn niet compatibel met de computer. In dat geval wordt u door middel
van geluidsignalen gewaarschuwd. U hoort een pieptoon als u de
computer inschakelt.
U hoort een pieptoon wanneer een verkeerde geheugenmodule wordt
geïnstalleerd. Raadpleeg het gedeelte Geheugenuitbreiding in
hoofdstuk 9 voor meer informatie.
Geheugenmodules zijn elektronische precisiecomponenten die
onherstelbaar kunnen worden beschadigd door statische elektriciteit.
Aangezien het menselijk lichaam een kleine hoeveelheid statische
elektriciteit heeft, dient u deze te laten afvloeien voordat u een
geheugenmodule installeert. Raak eenvoudig met blote handen een
metalen voorwerp aan om de statische elektriciteit van uw lichaam te
laten afvloeien.
Gebruik kruiskopschroevendraaier nummer 0 om de schroeven te
verwijderen en vast te draaien. Als u een incorrecte schroevendraaier
gebruikt, bestaat het risico dat de schroefkoppen beschadigd raken.
Gebruikershandleiding 8-5
Optionele apparaten
Een geheugenmodule installeren
Voer de volgende stappen uit om een geheugenmodule te installeren.
1. Zet de computer in de opstartmodus en schakel de stroom uit.
2. Verwijder alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
3. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid
(zie hoofdstuk 6, Voeding).
4. Verwijder het modemklepje.
5. Draai de schroef waarmee het afdekplaatje van de geheugenmodules
is bevestigd, los. De schroef is aan het plaatje bevestigd om zoek raken
te voorkomen.
6. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
Afbeelding 8-3 De behuizing van de geheugenmodule verwijderen
7. Til het isolatieblad aan één kant op en plaats de moduleconnectoren
met een hoek van circa 45 graden in de computerconnectoren. Duw
voorzichtig tot de module vastzit.
Modemklepje
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet aan.
Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het geheugen
veroorzaken.
U kunt de hoofdgeheugenmodule in elk van beide sleuven installeren.
Gebruikershandleiding 8-6
Optionele apparaten
8. Duw de module omlaag, zodat deze vlak ligt. Veertjes aan weerszijden
van de module zorgen ervoor dat deze op zijn plaats klikt.
Afbeelding 8-4 Een geheugenmodule installeren
9. Plaats de behuizing terug en bevestig deze met de schroef.
10. Plaats de accu-eenheid terug volgens de instructies in hoofdstuk 6,
Voeding.
11. Schakel de computer in en controleer of het toegevoegde geheugen
wordt herkend. Open Systeemeigenschappen in Configuratiescherm
en klik op de tab Algemeen.
Een geheugenmodule verwijderen
Als u de geheugenmodule wilt verwijderen, zorgt u dat de computer in de
opstartmodus is en voert u de volgende stappen uit:
1. Zorg dat de computer is uitgeschakeld en alle kabels zijn ontkoppeld.
2. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu en de schroef
waarmee de behuizing van de geheugenmodule is bevestigd.
3. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
4. Til het isolatieblad aan één kant op en duw de klemmetjes naar buiten
om de module los te maken. Eén uiteinde van de module komt omhoog.
5. Pak de module aan weerszijden vast en trek de module eruit.
Sleuf A
Sleuf B
Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules heet. Laat
de geheugenmodules in dat geval afkoelen tot kamertemperatuur
alvorens de modules te vervangen. Als u de modules eerder aanraakt,
kunt u zich branden.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het
geheugen veroorzaken.
Gebruikershandleiding 8-7
Optionele apparaten
Afbeelding 8-5 De geheugenmodule verwijderen
6. Plaats het afdekplaatje terug, bevestig het met een schroef en plaats de
accu-eenheid terug.
Extra accu-eenheid
U kunt de draagbaarheid van de computer verbeteren met extra accu-
eenheden. Als er geen stopcontact in de buurt is en uw accu leeg raakt,
kunt u de accu vervangen door een volledig opgeladen accu. Raadpleeg
hoofdstuk 6, Voeding.
Extra netadapter
Als u de computer regelmatig op verschillende locaties gebruikt,
bijvoorbeeld thuis en op kantoor, kunt u het vervoer vergemakkelijken door
op elke locatie een netadapter achter de hand te houden.
Accuoplader
Met behulp van de accuoplader kunnen accu-eenheden gemakkelijk buiten
de computer worden opgeladen. In de accuoplader passen maximaal twee
lithium-ion accu-eenheden.
USB-diskettestation
Op de USB-poort kan een 3,5-inch externe diskettestationsmodule worden
aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor informatie
over het aansluiten van de externe diskettestationsmodule van 3,5-inch.
Klemmetjes
Gebruikershandleiding 8-8
Optionele apparaten
Externe monitor
Op de computerpoort voor de externe monitor kan een externe analoge
monitor worden aangesloten. De computer ondersteunt verscheidenen
videomodi. Raadpleeg bijlage B, Beeldschermcontroller en modi. Voer de
volgende stappen uit om een monitor aan te sluiten.
1. Schakel de computer uit.
2. Sluit de monitor aan op de poort voor de externe monitor.
3. Schakel de monitor in.
4. Schakel de computer in.
Wanneer u de computer inschakelt, verschijnt het opstartscherm van
Windows op het beeldscherm dat is ingesteld met "power on Display"
(beeldscherm bij opstarten) in HW Setup. Raadpleeg hoofdstuk 7, HW
Setup, voor meer informatie.
Het Windows-bureaublad verschijnt echter op het beeldscherm dat u
gebruikte toen u de PC het laatst uitzette, indien dit beeldscherm bestaat
wanneer u de stroom inschakelt.
Als u de beeldscherminstellingen wilt wijzigen, drukt u op Fn + F5. Indien u
de monitor loskoppelt alvorens de computer uit te schakelen, dient u op
Fn + F5 te drukken om over te schakelen naar het interne beeldscherm.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor informatie over het wijzigen
van de beeldscherminstelling met sneltoetsen.
Parallelle printer
Sommige modellen zijn uitgerust met een parallelle poort.
U kunt elke standaard Centronics-compatibele parallelle printer aansluiten
op uw computer. U hebt alleen een parallelle-printerkabel voor de
IBM PC™ nodig. U kunt deze kopen bij uw leverancier of bij vrijwel elke
computerwinkel.
De kabelconnectoren zijn zo ontworpen dat u ze onmogelijk verkeerd kunt
aansluiten. Voer de volgende stappen uit om een printer aan te sluiten:
1. Schakel de computer uit.
2. Steek één connector van de kabel in de parallelle poort van de computer.
3. Draai de schroeven waarmee de kabelconnector aan de parallelle poort
wordt bevestigd, vast.
4. Steek de andere kabelconnector in de parallelle connector van de printer.
5. Bevestig de connector aan de printer met de klemmetjes op de
parallelle poort.
6. Zet de printer aan.
7. Schakel de computer in.
8. Start het programma HW Setup. Raadpleeg hoofdstuk 7, HW Setup.
9. Selecteer het tabblad Parallel/Printer in het venster TOSHIBA
HW Setup.
10. Stel de parallelle poort op ECP in en klik op OK.
Gebruikershandleiding 8-9
Optionele apparaten
11. Kies Opnieuw opstarten om de wijziging toe te passen.
12. Selecteer de printer in de wizard Printer toevoegen van Windows.
U start de wizard Printer toevoegen als volgt op: klik op Start,
wijs Instellingen aan, klik op Printers aan en dubbelklik op het
pictogram Printer toevoegen.
TV
Sommige modellen zijn uitgerust met een TV-out-bus. U kunt een televisie
aansluiten op de TV-out-bus van de computer. Volg de onderstaande stappen.
Als een televisie op de computer is aangesloten, stelt u het tv-type in het
venster Eigenschappen voor Beeldscherm in. Volg de onderstaande stappen.
Alleen tv
1. Klik in Windows op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op het pictogram Beeldscherm om het venster
Eigenschappen voor Beeldscherm te openen.
3. Klik op de tab Instellingen en vervolgens op de knop
Geavanceerd.
4. Klik op Intel
®
Graphics Media Accelerator Driver for Mobile, klik
op Graphics Properties (afbeeldingseigenschappen), selecteer
het tabblad Display Devices (beeldschermen) en selecteer
Television (televisie) in Single Display (één beeldscherm).
5. Wijzig de instelling van Video Standard (videostandaard) en klik op
Apply (toepassen) en OK.
LCD/TV-modus (kloonscherm/uitgebreid bureaublad)
1. Klik in Windows op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op het pictogram Beeldscherm om het venster
Eigenschappen voor Beeldscherm te openen.
3. Klik op de tab Instellingen en vervolgens op de knop
Geavanceerd.
4. Klik op Intel
®
Graphics Media Accelerator Driver for Mobile, klik
op Graphics Properties (afbeeldingseigenschappen) en selecteer
het tabblad Display Device (beeldschermen).
5. Selecteer Display Settings (weergave-instellingen) en het tabblad
Television (televisie).
6. Wijzig de instelling van Video standard (videostandaard) en klik op
OK bij Display Settings (weergave-instellingen) en op Apply
(toepassen) en klik op OK bij Intel
®
915GM/GMS, 910GML
Graphics Controller Property (eigenschappen van Intel® 915GM/
GMS, 910GML Graphics Controller).
De lijst bevat 10 standaardvideotypen, maar u dient een van de
volgende drie standaardtypen te selecteren:
NTSC-M (voor VS)
NTSC-J (voor Japan)
PAL-B (voor Europa)
Gebruikershandleiding 9-11
Problemen oplossen
DVD-ROM&CD-R/RW-station
Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
Probleem Procedure
U kunt geen toegang
krijgen tot een CD/
DVD in het station.
Controleer of de stationslade goed dicht zit. Duw
zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Open de lade en controleer of de CD/DVD goed
ligt: vlak op het ladeoppervlak, met het opschrift
omhoog.
Een vreemd voorwerp in de lade kan
leesactiviteit verhinderen. Zorg dat er geen
obstructies zijn. Verwijder eventuele voorwerpen.
Controleer of de CD/DVD vuil is. Neem de schijf
zo nodig af met een schone doek die is
bevochtigd met water of een neutraal
schoonmaakmiddel. Raadpleeg het gedeelte
Behandeling van schijven/diskettes in
hoofdstuk 4 voor meer informatie over reinigen.
Sommige CD's/DVD’s
draaien goed, maar
andere niet.
Mogelijk veroorzaakt de software- of
hardwareconfiguratie een probleem. Controleer
of de hardwareconfiguratie juist is voor de
software. Lees de documentatie bij de CD/DVD
na.
Controleer welk type CD/DVD u gebruikt.
Het station ondersteunt:
DVD-ROM: DVD-ROM, DVD-Video
CD-ROM: CD-DA, CD-Text, Photo
CD (single/multi-session),
CD-ROM Mode 1, Mode 2,
CD-ROM XA Mode 2
(Form1, Form2), Enhanced
CD (CD-EXTRA), CD-G
(alleen audio-CD),
Addresseringsmethode 2
Beschrijfbare CD's: CD-R, CD-RW
Controleer de regiocode op de DVD. Deze moet
overeenkomen met de regiocode op het
DVD-ROM&CD-R/RW-station. Raadpleeg het
gedeelte Ingebouwde optische stations in
hoofdstuk 2, Rondleiding, voor informatie over
regiocodes.
Gebruikershandleiding 9-12
Problemen oplossen
DVD Super Multi-station
Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
Problemen met het
schrijven.
Indien er problemen zijn met schrijven,
controleert u of u de volgende voorschriften in
acht hebt genomen:
Gebruik alleen media die door TOSHIBA
worden aanbevolen.
Gebruik het aanwijsapparaat of toetsenbord
niet tijdens het schrijven.
Gebruik alleen de software die bij de
computer is geleverd voor het opnemen van
gegevens.
Gebruik of start geen andere software tijdens
het schrijven.
Stoot niet tegen de computer tijdens het
schrijven.
Koppel of ontkoppel geen externe apparaten
en installeer/verwijder geen interne kaarten
tijdens het schrijven.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
Probleem Procedure
U kunt geen toegang
krijgen tot een CD/DVD
in het station.
Controleer of de stationslade goed dicht zit. Duw
zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Open de lade en controleer of de CD/DVD goed
ligt: vlak op het ladeoppervlak, met het opschrift
omhoog.
Een vreemd voorwerp in de lade kan
leesactiviteit verhinderen. Zorg dat er geen
obstructies zijn. Verwijder eventuele voorwerpen.
Controleer of de CD/DVD vuil is. Neem de schijf
zo nodig af met een schone doek die is
bevochtigd met water of een neutraal
schoonmaakmiddel. Raadpleeg het gedeelte
Behandeling van schijven/diskettes in
hoofdstuk 4 voor meer informatie over reinigen.
Sommige CD's/DVD’s
draaien goed, maar
andere niet.
Mogelijk veroorzaakt de software- of
hardwareconfiguratie een probleem. Controleer
of de hardwareconfiguratie juist is voor de
software. Raadpleeg de documentatie bij de CD/
DVD.
Gebruikershandleiding 9-13
Problemen oplossen
Diskettestation
Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
PC-kaart
Zie ook hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Controleer welk type CD/DVD u gebruikt.
Het station ondersteunt:
DVD-ROM: DVD-ROM, DVD-videol,
DVD-R, DVD-RW, DVD+R,
DVD+RW, DVD-RAM
CD-ROM: CD-DA, CD-Text, Photo CD
(single/multi-session),
CD-ROM Mode 1, Mode 2,
CD-ROM XA Mode 2 (Form1,
Form2), Enhanced CD
(CD-EXTRA), CD-G (alleen
audio-CD),
Addresseringsmethode 2
Beschrijfbare CD: CD-R, CD-RW
Controleer de regiocode op de DVD. Deze moet
overeenkomen met de regiocode op het DVD
Super Multi-station. Raadpleeg het gedeelte
Ingebouwde optische stations in hoofdstuk 2,
Rondleiding, voor informatie over regiocodes.
Probleem Procedure
Probleem Procedure
Station werkt niet. Misschien is de kabel tussen de computer en het
station niet goed bevestigd. Controleer of deze
kabel correct is aangesloten.
Sommige
programma’s worden
correct uitgevoerd
maar andere niet.
Mogelijk veroorzaakt de software- of
hardwareconfiguratie een probleem. Controleer
of de hardwareconfiguratie juist is voor de
software.
U kunt niet lezen van
of schrijven naar het
3,5-inch
diskettestation.
Probeer een andere diskette. Als u toegang hebt
tot deze diskette, is er iets aan de hand met de
oorspronkelijke diskette (niet met het
diskettestation).
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
Fout met PC-kaart Plaats de PC-kaart opnieuw om te zorgen dat
deze stevig vastzit.
Gebruikershandleiding 9-15
Problemen oplossen
USB-muis
Het touchpad is te
gevoelig of te
ongevoelig
Wijzig de gevoeligheid van het touchpad.
1. Open Configuratiescherm.
2. Klik op het pictogram Printers en vervolgens
op het pictogram Andere hardware.
3. Klik op het pictogram Muis.
4. Klik op het tabblad Apparaatinstelling.
5. Klik op de kop Instelling.
6. Het eigenschappenvenster van het
Synaptics-touchpad op de PS/2-poort wordt
geopend. Dubbelklik op Sensitivity
(Gevoeligheid) in het selectiegedeelte aan de
linkerkant van het scherm.
7. PalmCheck en Touch Sensitivity worden
weergegeven. Klik op Touch Sensitivity.
8. Sleep de schuifknop van Touch Sensitivity
naar de gewenste positie. Klik op OK.
9. Klik op OK in het tabblad Apparaatinstelling.
Probleem Procedure
Schermaanwijzer
reageert niet wanneer
de muis wordt
gebruikt.
Misschien is het systeem bezet. Als de aanwijzer
de vorm van een zandloper heeft, wacht dan tot
de aanwijzer weer de normale vorm heeft en
probeer het opnieuw.
Controleer of de muis correct op de USB-poort is
aangesloten.
Dubbelklikken werkt
niet.
Wijzig de dubbelkliksnelheid in het
hulpprogramma voor muisbesturing.
1. Open Configuratiescherm, selecteer het
pictogram Muis en druk op Enter.
2. Klik op de tab Knoppen.
3. Stel de dubbelkliksnelheid in conform de
aanwijzingen en klik op OK.
Schermaanwijzer
wordt te snel of te
traag verplaatst
Wijzig de snelheid van de aanwijzer in het
hulpprogramma voor muisbesturing.
1. Open Configuratiescherm, selecteer het
pictogram Muis en druk op Enter.
2. Klik op het tabblad Aanwijzeropties.
3. Stel de snelheid van de aanwijzer in conform
de aanwijzingen en klik op OK.
Probleem Procedure
Gebruikershandleiding 9-16
Problemen oplossen
USB
Raadpleeg tevens de documentatie bij uw USB-apparaat.
U kunt de
muisaanwijzer niet
normaal verplaatsen
Misschien is de muis vuil. Raadpleeg de
documentatie bij de muis voor informatie over
schoonmaken.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
Probleem Procedure
USB-apparaat werkt
niet
Controleer of de kabelverbinding tussen de USB-
poorten op de computer en het USB-apparaat in
orde is.
Ga na of de USB-apparaatstuurprogramma’s
correct zijn geïnstalleerd. Raadpleeg uw
Windows XP-documentatie voor informatie over
het controleren van de stuurprogramma’s.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Gebruikershandleiding 9-17
Problemen oplossen
Geheugenuitbreiding
Raadpleeg tevens hoofdstuk 8, Optionele apparaten, voor informatie over
het installeren van geheugenmodules.
Als er een geheugenfout optreedt, hoort u een reeks pieptonen.
Lange pieptoon Pieptoon van één seconde
Korte pieptoon Pieptoon van een halve seconde gevolgd door een
halve seconde stilte
Geen geluid Geen geluid gedurende één seconde
Probleem Procedure
U hoort een reeks
pieptonen.
(Twee pieptonen: een
lange pieptoon
gevolgd door een
korte geeft aan dat de
geheugenmodule in
sleuf A defect is.
Drie pieptonen: een
lange pieptoon
gevolgd door twee
korte geeft aan dat de
geheugenmodule in
sleuf B defect is.
Wanneer beide
reeksen hoorbaar zijn,
zijn de modules in
sleuf A en B beide
defect.)
Controleer of de geheugenmodule die in de
uitbreidingssleuf is geïnstalleerd, compatibel is
met de computer.
Als een incompatibele module is geïnstalleerd,
voer dan de volgende stappen uit.
1. Koppel de netadapter en alle randapparaten
los.
2. Verwijder de accu.
3. Verwijder de geheugenmodule.
4. Plaats de accu terug en/of sluit de netadapter
aan.
5. Schakel de stroom in.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
De computer wordt
niet opgestart en u
hoort de volgende
reeks pieptonen: lang,
kort, kort, kort, ...
De totale hoeveelheid geheugen van de
modules in de sleuven is 2 GB.
De computer wordt
niet opgestart en u
hoort de volgende
reeks pieptonen: lang,
kort, ...
Er is niet-ondersteund geheugen (met SPD) in
sleuf A geïnstalleerd.
De computer wordt
niet opgestart en u
hoort de volgende
reeks pieptonen: lang,
kort, kort ...
Er is niet-ondersteund geheugen (met SPD) in
sleuf B geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding 9-22
Problemen oplossen
TOSHIBA-ondersteuning
Als u extra technische hulp nodig hebt of als u problemen hebt bij het
gebruik van de computer, kunt u contact opnemen met TOSHIBA.
Voordat u opbelt
Aangezien sommige problemen wellicht te wijten zijn aan het
besturingssysteem of het programma dat u gebruikt, is het belangrijk om
eerst andere hulpbronnen te raadplegen. Probeer voordat u contact met
TOSHIBA opneemt eerst het volgende:
Bestudeer de informatie over probleemoplossing in de documentatie bij
de software en randapparaten.
Als een probleem optreedt tijdens de uitvoering van
softwareprogramma’s, zoekt u in de softwaredocumentatie naar
suggesties voor het oplossen van problemen. Neem zo nodig contact
op met de afdeling voor technische support van het softwarebedrijf.
Neem contact op met de dealer waarbij u de computer en/of software
hebt gekocht. Uw dealer is de aangewezen bron van up-to-date
informatie.
Schrijven naar TOSHIBA
Kunt u het probleem nog altijd niet verhelpen en vermoedt u dat het te
maken heeft met de hardware, schrijf dan een brief aan TOSHIBA.
Het adres vindt u in de bijgeleverde garantie-informatie of op
www.toshiba-europe.com.
Gebruikershandleiding 10-1
Hoofdstuk 10
Vrijwaringsverklaringen
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de vrijwaringsverklaringen met
betrekking tot TOSHIBA-computers. In de tekst in deze handleiding, wordt
*XX gebruikt om aan te geven welke beschrijving van een
vrijwaringsverklaring betrekking heeft op TOSHIBA-computers.
Beschrijvingen met betrekking tot deze computer zijn in deze handleiding
gemarkeerd met een blauwe *XX. Als u op *XX klikt, wordt de betreffende
beschrijving weergegeven.
CPU
*1
Vrijwaringsverklaring met betrekking tot CPU-prestaties
De prestaties van de CPU (Central Processing Unit ofwel centrale
verwerkingseenheid) in uw computer kunnen onder invloed van de
volgende factoren afwijken van de specificaties:
gebruik van bepaalde externe randapparaten;
gebruik van accuvoeding in plaats van netvoeding;
gebruik van bepaalde multimedia, door de computer gegenereerde
afbeeldingen of videotoepassingen;
gebruik van standaardtelefoonlijnen of langzame netwerkverbindingen;
gebruik van complexe ontwerpsoftware, bijvoorbeeld geavanceerde
CAD-toepassingen;
gelijktijdig gebruik van verschillende toepassingen of functies;
gebruik van de computer in gebieden met een lage luchtdruk (op een
hoogte van meer dan duizend meter boven zeeniveau);
gebruik van de computer bij temperaturen onder 5 °C of boven 30 °C;
of boven 25 °C op grote hoogte (deze temperatuurlimieten zijn niet
precies en kunnen afwijken al naar gelang het specifieke
computermodel; raadpleeg de documentatie bij uw PC of bezoek de
website van Toshiba op www.pcsupport.toshiba.com voor meer
informatie).
Gebruikershandleiding F-2
Als uw computer wordt gestolen
Volg deze procedures om de diefstal on line te registreren:
Ga naar www.toshiba-europe.com op het Internet. Kies in de lijst met
productcategorieën Computer Systems.
Open het menu Support & Downloads en kies de optie Stolen units
database.
De gegevens die u invoert, worden in onze servicecenters gebruikt om uw
computer op te sporen.
TOSHIBA-diefstalregistratie
Aan: TOSHIBA Europe GmbH
Technical Service and Support
Leibnizstr. 2
93055 Regensburg
Duitsland
Faxnummer: +49 (0) 941 7807 921
Gegevens van eigenaar
Land waarin computer is
gestolen:
Type computer:
(bijv.TECRA A3X)
Modelnummer:
(bijv. PSA50 YXT)
Serienummer:
(bijv. 12345678G)
Datum waarop
computer is gestolen:
Achternaam, voornaam:
Firma:
Adres:
Postcode/plaatsnaam:
Land:
Telefoon:
Fax:
Jaar Maand Dag
Gebruikershandleiding Woordenlijst-1
Woordenlijst
In deze woordenlijst worden onderwerpen toegelicht die verband
houden met deze handleiding. Alternatieve benamingen zijn ter
referentie opgenomen.
Afkortingen
AC: Alternating Current (wisselstroom)
AGP: Accelerated Graphics Port (versnelde grafische poort)
ANSI: American National Standards Institute
APM: Advanced Power Manager (geavanceerd energiebeheer)
ASCII: American Standard Code for Information Interchange
BIOS: Basic Input Output System
CD-ROM: Compact Disc-Read Only Memory
CD-RW: Compact Disc-Read/Write
CMOS: Complementary Metal-Oxide Semiconductor
CPU: Central Processing Unit (centrale verwerkingseenheid)
CRT: Cathode Ray Tube (kathodestraalbuis)
DC: Direct Current (gelijkstroom)
DDC: Display Data Channel (schermgegevenskanaal)
DMA: Direct Memory Access (rechtstreekse geheugentoegang)
DOS: Disk Operating System (schijfbesturingssysteem)
DVD: Digital Versatile Disc
ECP: Extended Capabilities Port
FDD: Floppy Disk Drive (diskettestation)
FIR: fast infrared
HDD: Hard Disk Drive (vasteschijfstation)
IDE: Integrated Drive Electronics
I/O: Input/Output (invoer/uitvoer)
IrDA: Infrared Data Association
IRQ: Interrupt Request (onderbrekingsinstructie)
KB: Kilobyte
LCD: Liquid Crystal Display
LED: Light Emitting Diode (statuslampje)
LSI: Large Scale Integration (grootschalige integratie)
MS-DOS: Microsoft Disk Operating System
OCR: Optical Character Recognition (optische tekenherkenning)
Gebruikershandleiding Woordenlijst-2
Woordenlijst
PCB: Printed Circuit Board (printplaat)
PCI: Peripheral Component Interconnect
RAM: Random Access Memory
RGB: Red, Green and Blue (rood, groen en blauw)
ROM: Read Only Memory
RTC: Real Time Clock (realtime klok)
SCSI: Small Computer System Interface
SIO: Serial Input/Output
SXGA+: Super Extended Graphics Array Plus
TFT: Thin Film Transistor
UART: Universal Asynchronous Receiver/Transmitter
USB: Universal Serial Bus
UXGA: Ultra Extended Graphics Array
VESA: Video Electronic Standards Association
VGA: Video Graphics Array
VRT: Voltage Reduction Technology
XGA: Extended Graphics Array
A
AC (wisselstroom): elektrische stroom die periodiek van richting
verandert.
adapter: een apparaat dat als interface fungeert tussen twee
ongelijksoortige apparaten. Bijvoorbeeld: de netadapter wijzigt de
stroom uit een stopcontact zodanig dat deze door de computer kan
worden gebruikt. Deze term wordt ook gebruikt voor de
uitbreidingskaarten die externe apparaten zoals monitors en
magneetbanden besturen.
alfanumeriek: toetsenbordtekens met inbegrip van letters, cijfers en
andere symbolen, zoals leestekens en rekenkundige symbolen.
analoog signaal: een signaal waarvan de kenmerken, zoals amplitude en
frequentie, evenredig variëren met (analoog zijn met) de te
verzenden waarde. In spraakcommunicatie worden analoge
signalen gebruikt.
ANSI: American National Standards Institute Een organisatie die normen
voor een aantal technische sectoren definieert. Zo heeft ANSI de
ASCII-standaard en andere informatieverwerkingsvoorschriften
gedefinieerd.
antistatisch: eigenschap van materiaal dat wordt gebruikt ter voorkoming
van het ontstaan van statische elektriciteit.
apparaatstuurprogramma: een programma dat de communicatie tussen
een specifiek randapparaat en de computer regelt. Het bestand
CONFIG.SYS verwijst naar apparaatstuurprogramma's die door
MS-DOS worden geladen wanneer u de computer opstart.
Stuurprogramma's worden ook wel drivers genoemd.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-3
Woordenlijst
ASCII: American Standard Code for Information Interchange. ASCII is een
reeks van 256 binaire codes die de meest gangbare letters, cijfers
en symbolen vertegenwoordigen.
async: afkorting van asynchroon.
asynchroon: zonder vast tijdschema. In de context van
computercommunicatie heeft asynchroon betrekking op de methode
voor het verzenden van gegevens waarbij het niet nodig is om een
gelijkmatige stroom bits met vaste tussenpozen te verzenden.
B
back-up: een reservekopie van een bestand die apart wordt bewaard voor
het geval het originele bestand verloren gaat.
batchbestand: een bestand dat kan worden uitgevoerd vanaf de
systeemprompt en dat een reeks opdrachten of
programmabestanden voor het besturingssysteem bevat.
beeldscherm: een CRT-scherm, LCD-scherm of ander weergaveapparaat
dat wordt gebruikt om computeruitvoer op weer te geven.
bestand: een verzameling verwante gegevens, programma's of beide.
besturingssysteem: een groep programma’s die bepaalt hoe een
computer werkt. Het besturingssysteem zorgt bijvoorbeeld voor het
interpreteren van programma's, het maken van gegevensbestanden
en het besturen van de gegevensoverdracht (invoer/uitvoer) tussen
het geheugen en de randapparaten.
besturingstoetsen: een toets of toetscombinatie voor het activeren van
een bepaalde functie in een programma.
binair: talstelsel met grondtal twee dat door de meeste digitale computers
wordt gebruikt en waarin de getallen door nullen en enen worden
voorgesteld. Het meest rechtse cijfer van een binair getal heeft de
waarde 1, en de respectievelijke cijfers daarnaast 2, 4, 8, 16
enzovoort. Bijvoorbeeld: het getal 5 wordt in het binaire stelsel als
101 voorgesteld. Zie ook ASCII.
BIOS: Basic Input Output System. De firmware die de gegevensstroom
binnen de computer reguleert. Zie ook firmware.
bit
: afgeleid van "binary digit" (binair cijfer), de basiseenheid van informatie
die de computer gebruikt. Een bit kan de waarde 0 of 1 hebben.
Acht bits vormen samen één byte. Zie ook byte en megabyte.
bps: bits per seconde. Meestal gebruikt ter aanduiding van de
gegevensoverdrachtsnelheid van een modem.
buffer: het gedeelte van het computergeheugen waarin gegevens tijdelijk
worden opgeslagen. Bij gegevensoverdracht dienen buffers vaak
ter compensatie van het verschil in stroomsnelheid tussen twee
apparaten.
bus: een interface voor verzending van signalen, gegevens of elektrische
stroom.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-7
Woordenlijst
gegevensbits: een parameter voor gegevenscommunicatie die het aantal
bits bestuurt waaruit een byte bestaat. Als databits = 7, kan de
computer 128 unieke tekens genereren. Als een databit 8 is, kan de
computer 256 unieke tekens genereren.
gigabyte (GB): een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan 1024
megabytes. Zie ook byte en megabyte.
graphics: informatie in de vorm van tekeningen, figuren of andere
beelden, zoals diagrammen of grafieken.
H
hardware: de fysieke elektronische en mechanische onderdelen van een
computersysteem: meestal de computer zelf, externe schijfstations
enzovoort. Zie ook software en firmware.
hertz: een eenheid voor frequentie die overeenkomt met 1 cyclus per
seconde.
hexadecimaal: talstelsel met grondtal 16 dat bestaat uit de cijfers 0 tot en
met 9 en de letters A, B, C, D, E en F.
hoofdkaart: zie systeemkaart.
host: de computer die informatie bestuurt en naar apparaten of andere
computers verzendt.
HW Setup: een TOSHIBA-hulpprogramma waarmee u de parameters voor
verschillende hardware-onderdelen kunt instellen.
I
i.LINK (IEEE1394): deze poort ondersteunt snelle, rechtstreekse
gegevensoverdracht vanaf externe apparaten zoals digitale
videocamera’s.
I/O: Input/output. Heeft betrekking op gegevensoverdracht van en naar de
computer.
I/O-apparaten: apparaten die worden gebruikt om met de computer te
communiceren en om gegevens van en naar de computer over te
dragen.
instructie: opdracht die aangeeft hoe een bepaalde taak moet worden
uitgevoerd.
interface: 1) hardware- en/of softwareonderdelen van een systeem die
specifiek dienen voor het aansluiten van het ene op het andere
systeem of apparaat.
2) Fysieke verbinding tussen het ene en het andere systeem of
apparaat door middel waarvan gegevens worden uitgewisseld.
3) de elementen die de gebruiker in staat stellen te communiceren
met de computer en het programma, bijvoorbeeld het toetsenbord
of een menu.
interrupt request: een onderbrekingsaanvraag. Een signaal door middel
waarvan een onderdeel toegang tot de processor probeert te
krijgen.
190


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Toshiba tecra a3x at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Toshiba tecra a3x in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,64 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info