596933
7
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/150
Next page
Gebruikers-
handleiding
C70/C70t/C70D/C75/C75t/
C75D/L70/L70t/L70D/L70Dt/
S70/S70t/S70D/S70Dt
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
TOSHIBA: wet- en regelgeving en veiligheid
Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken ....... 1-1
Voorschriften ......................................................................................... 1-2
Verklaring met betrekking tot videostandaarden ............................... 1-7
Licentiekwesties met de OpenSSL Toolkit ......................................... 1-8
ENERGY STAR®-programma ............................................................. 1-11
Verwijdering van de computer en de computeraccu's .................... 1-11
Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations ........................ 1-12
Algemene voorzorgsmaatregelen ...................................................... 1-13
Veiligheidspictogrammen ................................................................... 1-16
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Controlelijst van apparatuur ................................................................. 2-1
Conventies ............................................................................................. 2-1
De computer voor het eerst gebruiken ............................................... 2-2
Het apparaat uitschakelen .................................................................... 2-8
Hoofdstuk 3
Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm .................................................. 3-1
Linkerkant .............................................................................................. 3-2
Rechterkant ............................................................................................ 3-3
Achterkant .............................................................................................. 3-5
Onderkant ............................................................................................... 3-5
Voorkant met geopend beeldscherm .................................................. 3-7
Interne hardwareonderdelen ................................................................ 3-9
Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden ............ 3-14
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
Het touchscreen gebruiken .................................................................. 4-1
Het touchpad gebruiken ....................................................................... 4-2
Het toetsenbord ..................................................................................... 4-3
Optische stations .................................................................................. 4-6
TOSHIBA VIDEO PLAYER ................................................................... 4-13
TOSHIBA Blu-ray Disc Player ............................................................ 4-16
3D-weergave op een extern 3D-apparaat .......................................... 4-18
Accu ...................................................................................................... 4-23
LAN ....................................................................................................... 4-29
Aanvullende geheugenmodule .......................................................... 4-31
Gebruikershandleiding ii
Geheugenmedia .................................................................................. 4-35
Extern beeldscherm ............................................................................ 4-39
Beveiligingsslot ................................................................................... 4-42
Optionele TOSHIBA-accessoires ....................................................... 4-43
Geluidssysteem en videomodus ....................................................... 4-43
Hoofdstuk 5
Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik
Hulpprogramma's en toepassingen .................................................... 5-1
Speciale voorzieningen ........................................................................ 5-5
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma ............................................... 5-7
TOSHIBA-systeeminstellingen ........................................................... 5-10
Opladen via USB ................................................................................. 5-11
TOSHIBA Media Player van sMedio TrueLink+ ................................ 5-14
TOSHIBA PC Health Monitor .............................................................. 5-16
Systeemherstel .................................................................................... 5-17
Hoofdstuk 6
Problemen oplossen
Handelwijze bij probleemoplossing ..................................................... 6-1
Controlelijst voor hardware en systeem ............................................. 6-4
TOSHIBA-ondersteuning .................................................................... 6-16
Hoofdstuk 7
Aanhangsel
Specificaties .......................................................................................... 7-1
Netsnoer en connectoren ..................................................................... 7-2
Informatie voor draadloze apparaten .................................................. 7-4
Wettelijke voetnoten ............................................................................ 7-14
Index
Gebruikershandleiding
iii
Hoofdstuk 1
TOSHIBA: wet- en regelgeving
en veiligheid
In dit hoofdstuk vindt u informatie over wet- en regelgeving en veiligheid
met betrekking tot TOSHIBA-computers.
Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en
handelsmerken
Copyright
©2013 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Krachtens
de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden
verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze
handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Eerste druk april 2013
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en
verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De
aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor uw computer op het
tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers
en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd.
TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade
die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of
uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Gebruikershandleiding
1-1
Handelsmerken
Intel, Intel SpeedStep, Intel Core en Centrino zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
AMD, het AMD-logo met de pijl, PowerPlay, Vari-Bright en combinaties
daarvan zijn handelsmerken van Advanced Micro Devices, Inc.
Windows, Microsoft en het Windows-logo zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Het Bluetooth
®
-woordmerk en de Bluetooth-logo's zijn gedeponeerde
handelsmerken in eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en Toshiba
Corporation gebruikt deze merken onder licentie.
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het
HDMI-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC.
sMedio en sMedio TrueLink+ zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van sMedio, Inc.
TouchPad is een handelsmerk van Synaptics, Inc.
Secure Digital en SD zijn handelsmerken van SD Card Association.
MultiMediaCard en MMC zijn handelsmerken van MultiMediaCard
Association.
Blu-ray Disc™, Blu-ray™, BDXL™ en de logo's ervan zijn handelsmerken
van de Blu-ray Disc Association.
QUALCOMM is een handelsmerk van Qualcomm Incorporated. ATHEROS
is een handelsmerk van Qualcomm Atheros, Inc.
Realtek is een gedeponeerd handelsmerk van Realtek Semiconductor
Corporation.
DTS, het symbool, en DTS en het symbool samen zijn gedeponeerde
handelsmerken en DTS Studio Sound is een handelsmerk van DTS, Inc. ©
DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Alle andere product- en servicenamen in deze handleiding zijn mogelijk
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke
bedrijven.
Voorschriften
FCC-informatie
FCC-verklaring van overeenstemming
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal
apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze
apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze
energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt
geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de
Gebruikershandleiding
1-2
radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter
storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of
televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de
apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of
meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv.
Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten
aan.
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B
mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met niet-
compatibele randapparaten of randapparaten die niet door TOSHIBA zijn
aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op radio- en tv-
toestellen. U moet afgeschermde kabels gebruiken tussen de externe
apparaten en de poort voor een externe RGB-monitor, de Universal Serial
Bus-poorten (USB 2.0 en 3.0), de HDMI-poort en de microfoonaansluiting
van de computer. Het wijzigen of aanpassen van deze apparatuur zonder
uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA of door TOSHIBA erkende
partijen kan de machtiging tot het gebruik van de apparatuur tenietdoen.
FCC-voorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking
van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1. Het apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2. Het apparaat moet in staat zijn alle ontvangen storing te accepteren,
zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Contact
Adres: TOSHIBA America Information Systems, Inc.
9740 Irvine Boulevard
Irvine, Californië 92618-1697, V.S.
Telefoon: (949) 583-3000
Deze informatie is alleen van toepassing op de landen/regio's waar dit
vereist is.
Gebruikershandleiding 1-3
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in
overeenstemming met de relevante Europese
richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing
van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA EUROPE
GMBH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss,
Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring
van overeenstemming is te vinden op de
TOSHIBA-website http://epps.toshiba-teg.com.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante
Europese richtlijnen, met name RoHS-richtlijn 2011/65/EU, richtlijn 1995/5/
EG betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur,
richtlijn 209/125/EG betreffende ecologisch ontwerp (ErP) en de
bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de
relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen.
TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze
EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn
aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die
deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen
dat het systeem (pc plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen
voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de
volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften
(elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde 'commerciële, licht-
industriële en woonomgevingen'. TOSHIBA keurt het gebruik van dit
product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde 'commerciële,
licht-industriële en woonomgevingen' af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet goedgekeurd:
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom
van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
omgevingen met medische apparatuur
gemotoriseerde voertuigen
vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Gebruikershandleiding
1-4
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de
nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd
door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische
compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle
niet-geoorloofde omgevingen. In het geval van auto’s of vliegtuigen mag dit
product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of
luchtvaartmaatschappij hiervoor toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden
dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Canadese voorschriften (alleen in Canada)
De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de
limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio
Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese
ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze
apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA Corporation
de machtiging tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de
Canadese regeling voor storingsveroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la class B respecte toutes les exgences du
Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.
Gebruikershandleiding
1-5
De volgende informatie is alleen van toepassing voor
lidstaten van de EU:
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en
gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden
verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het
product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door
het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is
gebracht na 13 augustus 2005.
Door producten en batterijen gescheiden in te zamelen,
draagt u bij aan de juiste afvalverwerking van producten
en batterijen en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen voor
het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw
land bezoekt u onze website (http://eu.computers.toshiba-
europe.com) of neemt u contact op met het
gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Afvalverwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat batterijen en/of accu's afzonderlijk moeten worden
ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten
worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of
cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd
in de richtlijn inzake batterijen en accu's (2006/66/EG),
worden de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg)
en/of cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van
de doorgekruiste vuilnisbak.
Door mee te werken aan het afzonderlijk inzamelen van
batterijen, helpt u producten en batterijen op de juiste
wijze te verwerken en helpt u zo mogelijke negatieve
gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te
voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw
land bezoekt u onze website (http://eu.computers.toshiba-
europe.com) of neemt u contact op met het
gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Gebruikershandleiding 1-6
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.
REACH - Verklaring van overeenstemming
De nieuwe verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot
chemische stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and
Restriction of Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en
beperkingen van chemische stoffen), is vanaf 1 juni 2007 van kracht.
TOSHIBA voldoet aan alle REACH-vereisten en verplicht zich klanten
informatie te geven over de chemische stoffen in onze producten in
overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website
www.toshiba-europe.com/computers/info/
reach voor informatie over de aanwezigheid in onze producten van stoffen
die op de kandidatenlijst staan volgens artikel 59(1) van verordening (EG)
Nr. 1907/2006 ('REACH') in een concentratie van meer dan 0,1
gewichtsprocent (g/g).
De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:
Overeenstemming met EEE-richtlijnen: TOSHIBA voldoet aan alle
vereisten van de Turkse richtlijn 26891 'Beperking op het gebruik van
bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische
apparatuur'.
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt
gedefinieerd volgens de norm ISO 9241-307. Als het aantal
pixelfouten minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of
defect gerekend.
Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt
van het gebruik van de computer. Als de accu helemaal niet kan
worden opgeladen, is er sprake van een defect of storing.
Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.
Verklaring met betrekking tot videostandaarden
DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL
PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE
PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT
VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE
BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II)
DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD
DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN
NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN
VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT
OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. VOOR AL HET
OVERIGE GEBRUIK WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND, OOK NIET
IMPLICIET. AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE
Gebruikershandleiding
1-7
MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL
GEBRUIK KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE
HTTP://WWW.MPEGLA.COM.
Licentiekwesties met de OpenSSL Toolkit
LICENTIEKWESTIES
==============
De OpenSSL Toolkit valt onder twee licenties, dat wil zeggen dat zowel de
voorwaarden van de OpenSSL-licentie als de oorspronkelijke SSLeay-
licentie van toepassing zijn op de toolkit. Zie hieronder voor de
daadwerkelijke teksten van de licenties. Beide licenties zijn Open Source-
licenties uit de BSD-categorie. In het geval van licentiekwesties die te
maken hebben met OpenSSL neemt u contact op met openssl-
core@openssl.org.
OpenSSL-licentie
------------------------
/*=====================================================
Copyright (c) 1998-2011 The OpenSSL Project. Alle rechten
voorbehouden.
Herdistributie en gebruik van de broncode of van code in binaire vorm, met
of zonder wijziging, is toegestaan mits aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
1. Bij herdistributie van de broncode moeten de bovenstaande
copyrightmelding, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing
van aansprakelijkheid worden vermeld.
2. Bij herdistributie in binaire vorm moeten de bovenstaande
copyrightmelding, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing
van aansprakelijkheid in de documentatie en/of andere materialen bij
de herdistributie worden vermeld.
3. In elk reclamemateriaal waarin de functies of het gebruik van deze
software worden vermeld, moet de volgende kennisgeving worden
weergegeven:
'Dit product bevat software die is ontwikkeld door het OpenSSL
Project voor gebruik in de OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)'
4. De namen 'OpenSSL Toolkit' en 'OpenSSL Project' mogen zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming niet worden gebruikt om
producten te onderschrijven of te promoten die zijn afgeleid van deze
software. Neem voor schriftelijke toestemming contact op met
openssl-core@openssl.org.
5. Producten die zijn afgeleid van deze software mogen geen 'OpenSSL'
worden genoemd en 'OpenSSL' mag geen deel uitmaken van de
naam zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het
OpenSSL Project.
Gebruikershandleiding
1-8
6. Bij herdistributie in welke vorm dan ook moet de volgende
kennisgeving worden vermeld:
'Dit product bevat software die is ontwikkeld door het OpenSSL
Project voor gebruik in de OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)'
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR HET OpenSSL PROJECT
AANGEBODEN 'ALS ZODANIG' EN ALLE EXPLICIETE OF IMPLICIETE
GARANTIES, MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT
IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDEN AFGEWEZEN.
IN GEEN GEVAL KAN HET OpenSSL PROJECT OF EEN BIJDRAGER
ERAAN AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIGE DIRECTE,
INDIRECTE, BIJKOMENDE, SPECIALE OF MORELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT
HET VERKRIJGEN VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN,
VERLIES VAN GEGEVENS, DE ONMOGELIJKHEID TOT GEBRUIK,
WINSTDERVING OF BEDRIJFSONDERBREKING), ONGEACHT DE
OORZAAK EN ONGEACHT DE AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE,
HETZIJ OP BASIS VAN EEN CONTRACT, BURGERLIJKE
AANSPRAKELIJKHEID OF EEN ONRECHTMATIGE DAAD (MET
INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF ANDERSZINS), DIE OP ENIGE
WIJZE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, OOK
AL IS MEN OP DE HOOGTE GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN
DEZE SCHADE.
=====================================================
Dit product bevat cryptografische software die is geschreven door Eric
Young (eay@cryptsoft.com). Dit product bevat software die is geschreven
door Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
*/
Oorspronkelijke SSLeay-licentie
----------------------------------
/* Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com)
Alle rechten voorbehouden.
Dit pakket is een SSL-implementatie geschreven door Eric Young
(eay@cryptsoft.com).
De implementatie is geschreven conform de SSL van Netscape.
Deze bibliotheek is gratis voor commercieel en niet-commercieel gebruik,
mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan. De volgende
voorwaarden zijn van toepassing op alle code in deze distributie, zoals
RC4-, RSA-, lhash-, DES- en andere code, en niet alleen op de SSL-code.
Voor de SSL-documentatie bij deze distributie gelden dezelfde
copyrightvoorwaarden, behalve dat Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)
hiervan de houder is.
Het copyright blijft in handen van Eric Young en daarom mogen eventuele
copyrightmeldingen in de code niet worden verwijderd.
Gebruikershandleiding
1-9
Als dit pakket wordt gebruikt in een product, moet Eric Young worden
vermeld als schrijver van de gebruikte onderdelen uit de bibliotheek.
Dit kan gebeuren in de vorm van een tekstbericht wanneer het programma
wordt opgestart of in de documentatie (online of in tekst) die bij het pakket
wordt geleverd.
Herdistributie en gebruik van de broncode of in binaire vorm, met of zonder
wijziging, is toegestaan mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1. Bij herdistributie van de broncode moeten de copyrightmelding, deze
lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing van aansprakelijkheid
worden vermeld.
2. Bij herdistributie in binaire vorm moeten de bovenstaande
copyrightmelding, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing
van aansprakelijkheid in de documentatie en/of andere materialen bij
de herdistributie worden vermeld.
3. In elk reclamemateriaal waarin de functies of het gebruik van deze
software worden gemeld, moet de volgende kennisgeving worden
vermeld:
'Dit product bevat cryptografische software die is geschreven door Eric
Young (eay@cryptsoft.com)'
Het woord 'cryptografisch' mag worden weggelaten als de gebruikte
routines uit de bibliotheek geen verband houden met cryptografie :-).
4. Als u Windows-specifieke code (of een afgeleide ervan) uit de
directory apps (met toepassingscode) gebruikt, moet u de volgende
kennisgeving toevoegen:
'Dit product bevat software die is geschreven door Tim Hudson
(tjh@cryptsoft.com)'
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR ERIC YOUNG AANGEBODEN 'ALS
ZODANIG' EN ALLE EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIES, MET
INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES
VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD
DOEL, WORDEN AFGEWEZEN. IN GEEN GEVAL KAN DE AUTEUR
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIGE DIRECTE,
INDIRECTE, BIJKOMENDE, SPECIALE OF MORELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT
HET VERKRIJGEN VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN,
VERLIES VAN GEGEVENS, DE ONMOGELIJKHEID TOT GEBRUIK,
WINSTDERVING OF BEDRIJFSONDERBREKING), ONGEACHT DE
OORZAAK EN ONGEACHT DE AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE,
HETZIJ OP BASIS VAN EEN CONTRACT, BURGERLIJKE
AANSPRAKELIJKHEID OF EEN ONRECHTMATIGE DAAD (MET
INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF ANDERSZINS), DIE OP ENIGE
WIJZE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, OOK
AL IS MEN OP DE HOOGTE GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN
DEZE SCHADE.
De licentie en distributievoorwaarden voor een openbaar beschikbare
versie of afgeleide van deze code mogen niet worden gewijzigd. Dat wil
Gebruikershandleiding 1-10
zeggen dat deze code niet zo maar mag worden gekopieerd om onder een
andere distributiecode te plakken, met inbegrip van de openbare GNU-
licentie.]
*/
ENERGY STAR
®
-programma
Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR
®
-
richtlijnen. Als het model dat u hebt gekocht, hieraan
voldoet, is de computer voorzien van het ENERGY
STAR®-logo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STAR-
programma van de Environmental Protection Agency
(EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY
STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn
de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld
op een configuratie die de meest stabiele werkomgeving
en optimale systeemprestaties biedt voor gebruik met de
netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de
energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en
het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten
in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben
plaatsgevonden.
TOSHIBA raadt aan deze en andere energiebesparende
instellingen ingeschakeld te laten, zodat de computer zo
energiezuinig mogelijk werkt. U kunt de slaapstand
uitschakelen door op de aan/uit-knop te drukken.
Producten die een ENERGY STAR hebben, voorkomen
uitstoting van broeikasgassen doordat ze voldoen aan de
strenge richtlijnen die zijn ingesteld door de US EPA en de
Europese Commissie. Volgens de EPA gebruikt een
computer die aan de nieuwe ENERGY STAR-specificaties
voldoet tussen 20% en 50% minder energie, afhankelijk
van het gebruik. Ga naar http://www.eu-energystar.org of
http://www.energystar.gov voor meer informatie over het
ENERGY STAR-programma.
Verwijdering van de computer en de
computeraccu's
Verwijder deze computer overeenkomstig de toepasselijke wetten en
voorschriften. Raadpleeg uw lokale overheid voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 1-11
Deze computer is uitgerust met een oplaadbare accu. Na herhaaldelijk
gebruik zal de accu uiteindelijk niet meer kunnen worden opgeladen
en moet deze worden vervangen. Volgens de geldende wetten en
voorschriften is het mogelijk niet toegestaan om oude accu's weg te
gooien met het huisvuil.
Denk om het milieu. Raadpleeg de lokale overheden voor meer details
met betrekking tot de recycling van oude accu's of het op de juiste
wijze weggooien hiervan.
Veiligheidsinstructies voor optische
schijfstations
Vergeet niet de voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te
lezen.
Het model met een station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker
van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze
handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden.
Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op
met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures anders dan
wordt vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer de kast niet te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
De locatie van het vereiste etiket
(Zie het voorbeeld hieronder. De locatie van het etiket en de fabricage-
informatie kunnen afwijken van dit voorbeeld.)
Gebruikershandleiding 1-12
Voorzorgsmaatregelen
LET OP: Dit apparaat bevat een
lasersysteem, dat is geclassificeerd
als een KLASSE 1-
LASERPRODUCT. Om te zorgen
dat u dit product correct gebruikt,
dient u de gebruiksaanwijzingen
zorgvuldig te lezen en ter referentie
bij de hand te houden. Wend u in
geval van problemen met dit model
tot het dichtstbijzijnde Authorized
Toshiba Service Center. Probeer de
kast niet te openen. Doet u dit wel,
dan loopt u het risico van directe
blootstelling aan de laserstraal.
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de
computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Zorg voor afdoende ventilatie
Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de
computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd tegen
oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een netadapter
wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de computer in de
slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af.
Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel.
Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer.
Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op een tapijt of een ander
zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden geblokkeerd.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in
systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding 1-13
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de
computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te
stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht.
Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals stereoluidsprekers
(andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een headset.
Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters.
Extreme hitte, koude of vochtigheid.
Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Blessures door overbelasting
Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin
wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig
toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens
informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de
verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt
reduceren.
Letsel door verhitting
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het
oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt,
kan langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de
computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten -
resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na
langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en
laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd
of storingen optreden.
Gebruikershandleiding 1-14
De computer schoonmaken
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de
computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer vochtig wordt,
zet u deze direct uit en laat u de computer helemaal droog worden. In
deze omstandigheden moet u de computer laten nakijken door een
erkende onderhoudsdienst om de schade vast te stellen.
Reinig de plastic delen van de computer met een licht bevochtigde
doek.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid
reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het
scherm voorzichtig af te vegen.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer
te reinigen.
De computer verplaatsen
Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u
enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de
computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft
werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer
verplaatst.
Schakel de computer uit (afsluiten).
Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Voordat u de computer optilt, moet deze zijn gesloten, de adapter
afgekoppeld en afgekoeld. Nalatigheid van deze instructie kan tot een
lichte brandwond leiden.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als
u zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging
van de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer uw computer nooit als er nog kaarten zijn geplaatst. Dit kan
leiden tot schade aan de computer en/of aan de kaart waardoor de
computer niet meer werkt.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden.
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
Gebruikershandleiding 1-15
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer
wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en
comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Veiligheidspictogrammen
Veiligheidspictogrammen worden in deze handleiding gebruikt om u attent
te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid
zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van
apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies, beschadiging van de apparatuur of licht letsel.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleiding 1-16
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle
basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht,
functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat
niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.
Controlelijst van apparatuur
Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het
verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer u de volgende items hebt:
TOSHIBA draagbare personal computer
Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
Documentatie
Aan de slag
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items
ontbreken of beschadigd zijn.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
Klikken Tik op het touchpad of klik eenmaal op de
linker touchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de linkermuisknop.
Tik eenmaal op het aanraakscherm (alleen
modellen met een aanraakscherm).
Gebruikershandleiding 2-1
Klikken met de
rechtermuisknop
Klik eenmaal op de rechter
touchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de rechtermuisknop.
Tik op het aanraakscherm en laat uw vinger
staan (alleen voor modellen met een
aanraakscherm).
Dubbelklikken Tik tweemaal op het aanraakscherm of klik
tweemaal op de linker
touchpadbesturingsknop.
Klik tweemaal met de linkermuisknop.
Tik tweemaal op het aanraakscherm (alleen
voor modellen met een aanraakscherm).
Charm Als u veegt vanaf de rechterrand (alleen voor
modellen met een aanraakscherm) of met de
muisaanwijzer de rechterbenedenhoek (of
rechterbovenhoek) van het scherm aanwijst,
verschijnt er een lijst met charms: Zoeken,
Delen, Starten, Apparaten en Instellingen.
Bureaublad Klik op de tegel Bureaublad in het startscherm
om het bureaublad weer te geven.
Startscherm U gaat naar het startscherm door op de charm
Starten te klikken. U kunt ook drukken op de
toets met het Windows
®
-logo ( ) op het
toetsenbord om naar het startscherm te gaan.
Raadpleeg Help en ondersteuning van Windows
voor meer informatie.
De computer voor het eerst gebruiken
Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding
is bedoeld om u comfortabeler en productiever met laptops te laten
werken. Als u de aanbevelingen in deze handleiding volgt, verkleint u de
kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te
gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
Het apparaat inschakelen
Eerste configuratie
Kennismaken met Windows
Gebruikershandleiding
2-2
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit
regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te
controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens
verloren.
Het is verstandig om af en toe een back-up op externe media te
maken van de interne vaste schijf of van een ander primair
opslagapparaat. Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel
op de lange termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit
resulteren in gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat
alle gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de vaste schijf
of op een ander opslagmedium. Als u dat niet doet, kan dit mogelijk
resulteren in gegevensverlies.
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om aan de slag te
gaan, omdat de accu eerst moet worden opgeladen voordat u het apparaat
hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen
100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de
computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet
wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de
computer wordt geleverd.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is
meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door TOSHIBA
wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc
te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan
leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig
letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele
adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet
overeenstemt met de spanning en frequentie die op het
voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk
ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de
wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en
frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk
ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding 2-3
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin de computer wordt verkocht en mag
niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's
dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de
veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
exact uit te voeren in de volgorde die wordt beschreven in deze
handleiding. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet
de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium
verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder
stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische
schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen
onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan
beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de
onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter
namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor
gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Afbeelding 2-1 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 2-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd,
afhankelijk van het model.
Gebruikershandleiding 2-4
2. Steek de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter in de
gelijkstroomingang (DC IN 19V) op de computer.
Afbeelding 2-3 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten
1
2
1. Gelijkstroomingang (19 V) 2. Gelijkstroomuitgangsstekker
3. Steek het netsnoer in een stopcontact. Het DC IN-/acculampje gaat
branden.
Het beeldscherm openen
Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal
kijkgemak.
Druk met één hand op de polssteun, zodat het hoofdgedeelte niet wordt
opgetild. Til het scherm nu langzaam op, waarna de hoek van het
beeldscherm zo kan worden ingesteld dat de helderheid optimaal is.
Afbeelding 2-4 Het beeldscherm openen
1
1. Beeldscherm
De vormgeving van het product verschilt per model.
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het
scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer
beschadigt.
Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de
scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
Druk of duw niet op het beeldscherm.
Gebruikershandleiding 2-5
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Klap het beeldscherm niet dicht als er pennen of soortgelijke
voorwerpen tussen het beeldscherm en het toetsenbord zijn
achtergebleven.
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op
de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en
gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of
dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of
dichtklappen van het beeldscherm).
Het apparaat inschakelen
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de computer aanzet. Het aan/
uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van
de stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer informatie.
Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet
uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van
Windows.
1. Open het beeldscherm.
2. Druk op de aan/uit-knop van de computer.
Afbeelding 2-5 Het apparaat inschakelen
1
1. Aan/uit-knop
Gebruikershandleiding 2-6
Eerste configuratie
Het opstartscherm van Windows 8 wordt als eerste weergegeven wanneer
u de computer aanzet. Volg de aanwijzingen in elk scherm om het
besturingssysteem te installeren.
Lees zorgvuldig de Licentievoorwaarden door wanneer deze worden
weergegeven.
Kennismaken met Windows
Voor meer informatie over nieuwe onderdelen en het gebruik van Windows
8 raadpleegt u Help en ondersteuning van Windows.
Startscherm
Het startscherm vormt het startpunt voor alles wat u kunt doen in het
Windows-besturingssysteem en biedt nieuwe, eenvoudige manieren om
toegang te krijgen tot alles wat u maar nodig hebt, van uw favoriete apps
en websites tot uw contactpersonen en andere belangrijke informatie.
In het startscherm kunt u typen om te vinden wat u zoekt. Van hieruit kunt
u gemakkelijk schakelen tussen resultaten voor apps, bestanden en meer.
Charms
Met de Windows-charms kunt u apps starten, documenten zoeken,
systeemonderdelen instellen en de meeste andere computertaken
uitvoeren.
Als u de muisaanwijzer in de rechterbenedenhoek van het scherm plaatst,
ziet u een reeks charms: Zoeken, Delen, Start, Apparaten en
Instellingen.
Zoeken Met deze charm kunt u items op de computer
zoeken. Hiermee kunt u apps, documenten,
foto's en uw favoriete muziek vinden.
Delen Met deze charm kunt u muziek en foto's delen
via uw favoriete sociale websites.
Start Met deze charm gaat u naar het startscherm of,
als u zich al in het startscherm bevindt, keert u
terug naar de vorige app.
Apparaten Met deze charm kunt u uw hardware-apparaten
beheren.
Instellingen Met deze charm kunt u uw systeeminstellingen
beheren.
Gebruikershandleiding 2-7
Tegels
Tegels zijn toegankelijk en kunnen worden gestart via het startscherm.
Het startscherm bevat gewoonlijk de tegels Bureaublad en E-mail en tegels
voor alle andere toepassingen die naar uw systeem zijn gedownload.
Windows Store
Hoewel veel toepassingen vooraf op uw computer zijn geïnstalleerd of zijn
ingebouwd, kunt u ook veel andere toepassingen downloaden met één klik
met de muis.
In de Windows Store kunt u zoeken en bladeren naar duizenden apps,
gegroepeerd in overzichtelijke categorieën.
Het apparaat uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi:
afsluitmodus, slaapstand of sluimerstand.
Afsluitmodus
Wanneer u het apparaat uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen. De volgende keer dat u de computer aanzet, wordt
het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of
een opslagmedium.
2. Controleer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf
verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt,
kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Dit zou tot
gegevensverlies kunnen leiden.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los
en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
3. Klik op de charm
Instellingen.
4. Klik op Energie en selecteer Uitschakelen
5. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn
aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd
om mogelijke beschadiging te voorkomen.
Gebruikershandleiding 2-8
De computer opnieuw opstarten
In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel
een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
Als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd.
Als u de computer opnieuw moet opstarten, zijn er twee manieren om dit te
doen:
Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw
opstarten.
Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL om het
menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw opstarten door te
klikken op het voedingspictogram ( ) in de rechterbenedenhoek
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te
zetten. In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het
hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was
gebleven wanneer u de computer weer inschakelt.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op
een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend,
dient u de computer altijd helemaal uit te zetten. Hierbij moet u ook functies
voor draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de
computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de
computer niet volledig op deze manier uitschakelt, kan het
besturingssysteem opnieuw worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde
taken uitvoeren of niet-opgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of
andere systemen verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Schakel niet over naar de slaapstand terwijl gegevens worden
overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia
of andere externe geheugenapparaten, aangezien er dan gegevens
verloren gaan.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
bestaat het risico dat de computer of de geheugenmodule schade
oploopt.
Gebruikershandleiding 2-9
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand
gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer).
Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand
is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het
toetsenbord gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat
de toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie
Activering op toetsenbord is ingeschakeld in de TOSHIBA-
systeeminstellingen.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld
en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer.
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via
Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de
sluimerstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand uitvoeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende drie manieren activeren:
Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Slaapstand.
Sluit het beeldscherm. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het
punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-
lampje wit.
Gebruikershandleiding 2-10
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de gebruiksduur
verlengen door af te sluiten in de sluimerstand, aangezien de
slaapstand meer energie gebruikt als de computer uit staat.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de vaste
schijf wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat
de vorige toestand wordt hersteld wanneer de computer weer wordt
aangezet. Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de
computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van
de sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U
kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig
opslaan.
Als u de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid,
gaan gegevens verloren.
U mag geen geheugenmodule installeren of verwijderen terwijl de
computer in de sluimerstand staat, aangezien er dan gegevens
verloren gaan.
Schakel niet over naar de sluimerstand terwijl gegevens worden
overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia
of andere externe geheugenapparaten, aangezien er dan gegevens
verloren gaan.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding 2-11
Sluimerstand activeren
Voer de volgende stappen uit om de sluimerstand in te schakelen:
1. Klik op de charm Instellingen.
2. Klik op Energie en selecteer Sluimerstand.
Als u Sluimerstand wilt weergeven in het menu Energie, moet u de
volgende stappen uitvoeren:
1. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen of Het gedrag van
het sluiten van het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor
Uitschakelen.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de
aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te voeren
kunt u de volgende stappen nemen:
1. Klik op Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-
knop bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel
bepalen.
2. Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Als ik op de aan/
uit-knop druk en Als ik het scherm sluit.
3. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit
het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal
duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de
vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te
schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Gebruikershandleiding 2-12
Hoofdstuk 3
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel
voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
niet-toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het
oppervlak te voorkomen.
Voorkant met gesloten beeldscherm
In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer met
gesloten beeldscherm.
Afbeelding 3-1 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
1 2 3
4
1. DC IN-/acculampje
3. Lampje voor draadloze communicatie
2. Aan/uit-lampje 4. Geheugenmediasleuf
De vormgeving van het product verschilt per model.
DC IN-/acculampje Het DC IN-/acculampje geeft de toestand van de
gelijkstroomingang en de lading van de accu
aan. Wit betekent dat de accu volledig is
opgeladen en dat de netadapter probleemloos
werkt.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
Gebruikershandleiding 3-1
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer
aanstaat. Als u de computer echter in de
slaapstand zet, knippert dit lampje wit.
Lampje voor draad-
loze communicatie
Het lampje voor draadloze communicatie
brandt oranje wanneer de functies voor Bluetooth
of draadloos LAN zijn ingeschakeld.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van
functies voor Bluetooth en draadloos LAN.
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of
MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg het
gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Metalen voorwerpen kunnen
tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Linkerkant
In de volgende afbeelding ziet u de linkerkant van de computer.
Afbeelding 3-2 Linkerkant van de computer
1 2 3 4
1. Gelijkstroomingang (19 V)
3. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0)*
2. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0) 4. Optisch station
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gelijkstroomingang
(19 V)
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten
om de computer van stroom te voorzien en om
de interne accu's te laden. Let erop dat u alleen
het type netadapter gebruikt dat bij de computer
is geleverd ten tijde van de aankoop. Het gebruik
van een verkeerde netadapter kan de computer
beschadigen.
Gebruikershandleiding 3-2
Universal Serial Bus-
poort (USB 2.0)
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 2.0-
standaard, bevinden zich in de linkerkant van de
computer.
De USB 2.0-poort is niet compatibel met USB
3.0-apparaten.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB-
apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die zijn
gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet correct.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-poort komen. Metalen voorwerpen kunnen tot
kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Optisch station De computer is mogelijk geconfigureerd met een
DVD Super Multi-station, Blu-ray™-
combinatiestation of Blu-ray™-schrijfstation.
DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden gelezen of
beschreven.
Rechterkant
In de volgende afbeelding ziet u de rechterkant van de computer.
Afbeelding 3-3 Rechterkant van de computer
97 8
1
3
2
4 5 6
1. Hoofdtelefoonaansluiting
6. LAN-aansluiting
2. Microfoonaansluiting 7. Poort voor externe RGB-monitor*
3. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0) 8. Luchtopeningen
4. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0) 9. Sleuf beveiligingsslot
5. HDMI-uit-poort*
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Hoofdtelefoonaan-
sluiting
Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonaansluiting kan
een stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
Gebruikershandleiding 3-3
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan een
miniplug voor niet-stereofonische
microfooninvoer worden aangesloten.
Het ingebouwde geluidssysteem ondersteunt de interne luidsprekers en
microfoon van de computer en biedt aansluitingsmogelijkheden voor een
externe microfoon en een hoofdtelefoon.
Universal Serial Bus
(USB 3.0)-poorten
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 3.0-
standaard, bevinden zich in de rechterkant van
de computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0-
standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
De poort met het pictogram ( ) biedt de functie
Slaapstand en laden.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden
gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
HDMI-uit-poort Op de HDMI-uit-poort kan een HDMI-kabel met
een type A-stekker worden aangesloten.
LAN-aansluiting Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde
ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits
per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-TX).
Sommige modellen zijn uitgerust met Gigabit
Ethernet LAN (1000 megabits per seconde,
1000BASE-T). Raadpleeg Basisbeginselen voor
meer informatie.
Op de LAN-poort mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als u dit
doet, kunnen schade of storingen optreden.
Poort voor externe
RGB-monitor
Dit is een 15-pins analoge RGB-poort.
Raadpleeg het gedeelte Pintoewijzing van poort
voor externe RGB-monitor voor informatie over
de pintoewijzing van de poort voor een externe
RGB-monitor. Via deze poort kunt u een externe
RGB-monitor op de computer aansluiten.
Gebruikershandleiding 3-4
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
bevestigen waarmee u de computer aan een
bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren
ter bescherming tegen diefstal.
Achterkant
In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de computer.
Afbeelding 3-4 De achterkant van de computer
1
1. Accu-eenheid
Accu-eenheid De oplaadbare lithium-ion accu-eenheid voorziet
de computer van stroom wanneer de netadapter
niet is aangesloten.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer
informatie over het gebruik en de werking van de
accu-eenheid.
Onderkant
De volgende afbeeldingen illustreren de onderkant van de computer. Zorg
ervoor dat het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt
omgedraaid om schade te voorkomen.
Gebruikershandleiding
3-5
Afbeelding 3-5 Onderkant van de computer
1
4
2
3
1. Accuvergrendeling 3. Luchtopeningen
2. Ontgrendelingsschuif accuhouder 4. Sleuf voor geheugenmodule
De vormgeving van het product verschilt per model.
Accuvergrendeling Duw de accuvergrendeling opzij, zodat u de
accu-eenheid gemakkelijk kunt verwijderen.
Ontgrendelingsschuif
accuhouder
Zet de accuvergrendeling in de ontgrendelde
stand, zodat u de accu-eenheid kunt verwijderen.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer
informatie over het verwijderen van de accu-
eenheid.
Sleuf voor
geheugenmodule
In deze sleuven kunt u een extra
geheugenmodule plaatsen, vervangen en
verwijderen.
De grootte van de geheugenmodules is
afhankelijk van het model. De daadwerkelijke
hoeveelheid bruikbaar systeemgeheugen is
minder dan de geïnstalleerde geheugenmodules.
Raadpleeg het gedeelte Aanvullende
geheugenmodule.
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg ervoor dat er nooit metalen
voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de koelopeningen
komen. Metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Verwijder het stof van het oppervlak van de luchtopeningen voorzichtig met
een zachte doek.
Gebruikershandleiding 3-6
Voorkant met geopend beeldscherm
In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm
beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een
comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Afbeelding 3-6 De voorkant van de computer met geopend beeldscherm
1
7
8
6
2
3 4
5
7
10
11
13
12
14
9
1
7
8
6
2
3 4
5
7
10
11
13
12
14
9
1. Antennes voor draadloze
communicatie (niet zichtbaar)*
8. Toetsenbord
2. Microfoon* 9. Luidsprekers
3. Webcamlampje* 10. Aan/uit-knop
4. Webcam* 11. Touchpad
5. Microfoon* 12. Touchpadbesturingsknop
6. Beeldscherm 13. Touchpadbesturingsknop
7. Beeldschermscharnieren 14. Aan/uit-lampje voor touchpad
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding
3-7
Antennes voor draad-
loze communicatie
Sommige computers in deze serie worden
geleverd met een draadloos LAN-/Bluetooth-
antenne.
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
draadloos LAN.
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing importeren en opnemen.
Raadpleeg het gedeelte Geluidssysteem en
videomodus voor meer informatie.
Webcamlampje Het webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
Webcam Een webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel
doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje
(lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze
vuil wordt.
Beeldscherm LCD-scherm van 41.3 cm (17.3 inch),
geconfigureerd met de volgende resoluties:
HD, 1600 pixels horizontaal x 900 pixels
verticaal
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels
verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu
wordt gevoed, het scherm er niet zo helder uit zal
zien als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit
verschil in helderheid dient om accu-energie te
besparen wanneer de computer op de accu
werkt.
Wettelijke voetnoot (LCD)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
LCD-scherm.
Gebruikershandleiding 3-8
Beeldschermschar-
nieren
Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het
beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand
zetten.
Toetsenbord Het toetsenbord van de computer bevat
tekentoetsen, besturingstoetsen, functietoetsen
en speciale Windows-toetsen die alle
functionaliteit bieden van een volledig
toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor
meer informatie.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg
is.
Aan/uit-knop Druk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
Touchpad Met het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de schermaanwijzer aansturen.
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in
de richting te bewegen waarin u de
schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Touchpadbesturings-
knoppen
De twee knoppen onder aan het touchpad
worden op dezelfde manier gebruikt als de
knoppen op een standaardmuis. Druk op de
linkerknop om een menuoptie te selecteren of om
tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de
aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de
rechterknop om een menu of andere functie weer
te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Aan/uit-lampje voor
touchpad
Dubbeltik op dit lampje om het touchpad in/uit te
schakelen. Dit lampje geeft tevens de status van
het touchpad aan:
Ingeschakeld: uit
Uitgeschakeld: brandt wit
Interne hardwareonderdelen
In dit gedeelte worden de interne hardwareonderdelen van de computer
beschreven.
De werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
Gebruikershandleiding
3-9
Accu-eenheid Deze computer is voorzien van een accu. U mag
deze echter niet zelf proberen te verwijderen of
vervangen. Neem zo nodig contact op met een
erkende Toshiba-servicedienst.
De oplaadbare lithium-ion accu-eenheid voorziet
de computer van stroom wanneer de netadapter
niet is aangesloten.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer
informatie over het gebruik en de werking van de
accu-eenheid.
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
gebruiksduur van de accu.
CPU Het type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw
model bevat, opent u TOSHIBA PC Health
Monitor door te klikken op Bureaublad ->
Desktop Assist (op taakbalk) ->
Ondersteuning & herstel -> PC Health Monitor
en klikt u daarna op Pc-gegevens. .
Wettelijke voetnoot (CPU)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
CPU.
Hard Disk Drive
(vaste schijf)
De capaciteit van de vaste schijf is afhankelijk
van het model.
Als u wilt controleren welk type vaste schijf uw
model bevat, opent u TOSHIBA PC Health
Monitor door te klikken op Bureaublad ->
Desktop Assist (op taakbalk) ->
Ondersteuning & herstel -> PC Health Monitor
en klikt u daarna op Pc-gegevens.
Houd er rekening mee dat een deel van de
ruimte op de vaste schijf wordt gebruikt voor
beheerdoeleinden.
Wettelijke voetnoot (capaciteit van vaste schijf)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
capaciteit van de vaste schijf.
Gebruikershandleiding 3-10
RTC-batterij Het apparaat heeft een interne batterij voor de
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
Video-RAM Het geheugen in de grafische kaart van een
computer, dat wordt gebruikt om het beeld op te
slaan dat wordt weergegeven op een
bitmapscherm.
De beschikbare hoeveelheid video-RAM is
afhankelijk van het systeemgeheugen van de
computer.
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Configuratiescherm -> Vormgeving en
persoonlijke instellingen -> Beeldscherm ->
Resolutie aanpassen.
U kunt de hoeveelheid video-RAM controleren
door te klikken op de knop Geavanceerde
instellingen in het venster Schermresolutie.
Wettelijke voetnoot (geheugen (hoofdsysteem))
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
geheugen (hoofdsysteem).
Beeldschermcontrol-
ler
De beeldschermcontroller zet software-
opdrachten om in hardware-opdrachten die
bepaalde elementen op het scherm in- of
uitschakelen.
De schermcontroller bestuurt tevens de
videomodus en bepaalt de schermresolutie en
het maximum aantal kleuren dat tegelijk op het
beeldscherm kan worden weergegeven op basis
van industriestandaards. Software die voor een
bepaalde videomodus is geschreven, kan
worden gebruikt op elke computer die deze
modus ondersteunt.
Wettelijke voetnoot (Graphics Processing Unit (GPU))
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
GPU (Graphics Processor Unit).
Grafische controller
Sommige modellen met een grafische kaart van NVIDIA beschikken
mogelijk over de NVIDIA
®
Optimus™-technologie.
De NVIDIA
®
Optimus™-technologie optimaliseert op intelligente wijze de
notebookprestaties door naadloos te schakelen tussen een afzonderlijke
Gebruikershandleiding 3-11
GPU van NVIDIA voor uitstekende grafische prestaties en een
geïntegreerde grafische chip van Intel voor een langere gebruiksduur van
de accu. Dit schakelen gebeurt automatisch en hiervoor hoeft de gebruiker
de computer niet opnieuw op te starten.
In het menu Manage 3D Settings (3D-instellingen beheren) van het
NVIDIA-regelpaneel kunt u de algemene 3D-instellingen wijzigen en
uitzonderingen creëren voor bepaalde programma's. Deze uitzonderingen
worden automatisch gebruikt wanneer de opgegeven programma's worden
gestart.
Gebruik de standaardinstelling voor de NVIDIA Optimus-technologie.
Als het programma niet normaal wordt uitgevoerd nadat de instelling is
gewijzigd, herstelt u de standaardinstelling van het programma.
Als het programma niet normaal wordt uitgevoerd, herstelt u de
standaardinstelling van de grafische processor die de voorkeur heeft.
Wanneer u bepaalde videoafspeelprogramma's gebruikt om
videobestanden af te spelen, kunt u de grafische processor van uw
voorkeur op het tabblad 'Program Settings' (Programma-instellingen)
niet wijzigen in een andere optie dan 'Integrated Graphics'
(Geïntegreerde grafische kaart).
U opent het tabblad 'Program Settings' door te klikken op 'NVIDIA
Control Panel' -> 'Manage 3D settings' (3D-instellingen beheren) ->
'Program Settings'.
Als u het NVIDIA-configuratiescherm wilt starten, klikt u op Bureaublad ->
Desktop Assist (op taakbalk) -> Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> NVIDIA Control Panel.
Voor meer informatie over het NVIDIA-configuratievenster raadpleegt u de
Help ervan. U opent de Help door te klikken op Help in het hoofdmenu en
daarna NVIDIA Control Panel Help te selecteren.
Op Optimus-modellen zijn twee beeldschermstuurprogramma's
geïnstalleerd: 'Intel® HD Graphics Driver' en 'NVIDIA Graphics Driver
XXX.XX'.
Verwijder het schermstuurprogramma niet via 'Programma verwijderen' in
het Configuratiescherm.
Als u het schermstuurprogramma moet verwijderen, voert u de volgende
stappen uit:
1. Verwijder 'NVIDIA Graphics Driver XXX.XX'.
2. Verwijder vervolgens 'Intel® HD Graphics Driver'.
Gebruikershandleiding 3-12
Energiebesparingstechnologie voor beeldschermen
van Intel
®
Modellen met een Intel GPU beschikken mogelijk over de
energiebesparingstechnologie voor beeldschermen die het stroomverbruik
van de computer kan verminderen door het beeldcontrast op het interne
LCD-scherm te optimaliseren.
Deze functie kan worden gebruikt als de computer:
wordt gebruikt in de accumodus
alleen het interne LCD-scherm gebruikt
De energiebesparingstechnologie voor beeldschermen is standaard
ingeschakeld. U kunt deze functie desgewenst uitschakelen.
U kunt de functie voor de energiebesparingstechnologie voor
beeldschermen uitschakelen in het regelpaneel Intel
®
HD Graphics/Intel
®
Graphics and Media.
Dit regelpaneel is toegankelijk op de volgende manier:
Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Grafische
eigenschappen...
In het regelpaneel Intel
®
HD Graphics:
1. Klik op Power (Voeding) en selecteer On battery (Op accu).
2. Klik op Off (Uit) onder Display Power Saving Technology
(Energiebesparingstechnologie voor beeldschermen).
3. Klik op Toepassen..
Als u deze functie onder de bovengenoemde voorwaarden wilt
inschakelen, klikt u op On (aan) onder Display Power Saving
Technology.
In het regelpaneel Intel
®
Graphics and Media:
1. Klik op Power (Voeding).
2. Selecteer On battery (Op accu) in de vervolgkeuzelijst in Power
Source (Voedingsbron).
3. Schakel het selectievakje Display Power Saving Technology
(Energiebesparingstechnologie voor beeldschermen) uit.
4. Klik op OK.
Als u deze functie onder de bovengenoemde voorwaarden wilt
inschakelen, schakelt u het selectievakje Display Power Saving
Technology in.
AMD
®
Vari-Bright
Modellen met een AMD-GPU beschikken mogelijk over de functie AMD
®
Vari-Bright
die het stroomverbruik van de computer kan verminderen door
het beeldcontrast op het interne LCD-scherm te optimaliseren.
Deze functie kan worden gebruikt als de computer:
Gebruikershandleiding 3-13
wordt gebruikt in de accumodus
alleen het interne LCD-scherm gebruikt
U kunt de Vari-Bright-functie inschakelen in het AMD VISION Engine
Control Center/Catalyst Control Center. Dit centrum is toegankelijk op de
volgende manier:
Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op AMD
VISION Engine Control Center/Catalyst Control Center.
In dit venster:
1. Selecteer PowerPlay™ onder Power (Stroom).
2. Schakel het selectievakje Enable PowerPlay™ (PowerPlay
inschakelen) in en schakel vervolgens het selectievakje Enable Vari-
Bright™ (Vari-Bright inschakelen) in.
Als u de beeldkwaliteit in de bovengenoemde omstandigheden wilt
verbeteren, past u de instellingen aan naar Maximize Quality (Maximale
kwaliteit) of schakelt u de functie uit.
Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden
Stroomvoorzieningsomstandigheden
De bedrijfscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu
worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden,
bijvoorbeeld of er een netadapter is aangesloten en wat het ladingsniveau
van de accu is.
Het lampje in de volgende tabel is het DC IN-/acculampje.
Ingeschakeld Uitgeschakeld
(buiten
werking)
Netadapter
aangesloten
Accu volledig
opgeladen
• In werking
• Wordt niet
opgeladen
• Lampje: wit
• Wordt niet
opgeladen
• Lampje: wit
Accu gedeeltelijk
opgeladen of
leeg
• In werking
• Wordt geladen
• Lampje: oranje
• Wordt snel
opgeladen
• Lampje: oranje
Gebruikershandleiding 3-14
Ingeschakeld Uitgeschakeld
(buiten
werking)
Netadapter
niet
aangesloten
De resterende
accucapaciteit is
boven het
activerings-
niveau voor lage
acculading
• In werking
• Lampje: uit
De resterende
accucapaciteit is
onder het
activerings-
niveau voor lage
acculading
• In werking
• Lampje: knippert
oranje
De accu is leeg. De computer wordt
uitgezet
DC IN-/acculampje
Controleer het DC IN-/acculampje om de status van de accu-eenheid te
bepalen en de voedingsstatus wanneer de netadapter is aangesloten. Let
daarbij op de volgende indicaties:
Knipperend oranje De energiestatus van de accu is laag, de
netadapter moet worden aangesloten om de
accu op te laden.
Oranje Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
Wit Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, wordt het opladen stopgezet
en gaat het DC IN-/acculampje uit. Zodra de accu een normale
temperatuur heeft bereikt, wordt verder gegaan met opladen, ongeacht of
de computer aan of uit staat.
Aan/uit-lampje
Controleer het aan/uit-lampje om de status van de accu-eenheid te
bepalen. Let daarbij op de volgende indicaties:
Gebruikershandleiding 3-15
Wit Geeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Knippert wit Geeft aan de computer nog steeds in de
slaapstand staat en dat er voldoende stroom is
(adapter of accu) om in deze stand te blijven.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding 3-16
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik
beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij
dient te treffen.
Het touchscreen gebruiken
Sommige modellen zijn voorzien van een touchscreen.
Met uw vinger kunt u pictogrammen, knoppen, menuopties, het
schermtoetsenbord en andere items op het touchscreen aansturen.
Tikken Tik eenmaal met uw vinger op het touchscreen
om een item, zoals een app, te activeren.
Ingedrukt houden Zet uw vinger neer en laat deze enkele seconden
staan. Er wordt meer informatie weergegeven
over een item of er wordt een menu
weergegeven dat betrekking heeft op wat u aan
het doen bent.
Knijpen of spreiden Raak het scherm of een item aan met twee of
meer vingers en beweeg de vingers naar elkaar
toe (knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee
geeft u verschillende informatieniveaus weer of
kunt u in- of uitzoomen.
Draaien Plaats twee of meer vingers op een item en draai
uw hand om items te roteren in de richting waarin
u uw hand draait. Alleen bepaalde items kunnen
worden geroteerd.
Dia Sleep met uw vinger over het touchscreen om de
inhoud van het scherm te verplaatsen.
Gebruikershandleiding 4-1
Vegen Beweeg uw vinger snel vanaf een rand van het
scherm zonder te pauzeren wanneer u het
scherm voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: de laatst geopende
apps en dergelijke weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: de charms (Zoeken,
Delen, Starten, Apparaten, Instellingen) openen
of sluiten.
Vegen vanaf de bovenrand: de opdrachtbalk van
de app openen of sluiten.
Voor meer informatie en meer geavanceerde touchscreenbewegingen voor
gebruik met Windows 8 raadpleegt u Help en ondersteuning.
Het touchpad gebruiken
Het touchpad in de polssteun kan de volgende bewegingen ondersteunen:
Tikken Tik eenmaal op het touchpad om een item, zoals
een app, te activeren.
Tikken met twee
vingers
Tik eenmaal met twee vingers tegelijk op het
touchpad om een menu of andere functie weer te
geven, afhankelijk van de gebruikte software.
(Vergelijkbaar met klikken met de
rechtermuisknop)
Knijpen of spreiden Plaats twee of meer vingers op het touchpad en
beweeg ze naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar
af (spreiden). Hiermee geeft u verschillende
informatieniveaus weer of kunt u in- of
uitzoomen.
Schuiven met twee
vingers
Zet twee vingers neer en beweeg ze verticaal of
horizontaal vanaf elke positie op het touchpad.
Hiermee kunt u de schuifbalken van een venster
bedienen.
Gebruikershandleiding 4-2
Vegen Beweeg uw vinger snel vanaf een rand van het
touchpad zonder te pauzeren wanneer u het
touchpad voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: de laatst geopende
apps weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: de charms (Zoeken,
Delen, Starten, Apparaten, Instellingen) openen
of sluiten.
Vegen vanaf de bovenrand: de opdrachtbalk van
de app openen of sluiten.
Sommige van de hier beschreven touchpadbewerkingen worden alleen
ondersteund in bepaalde toepassingen.
Het toetsenbord
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn
toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn verschillende soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen,
functietoetsen, zogenoemde 'softkeys', speciale Windows-toetsen en
geïntegreerde numerieke toetsen.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Dit kan schade
veroorzaken aan de onderdelen onder de toetsen.
Toetsenbordlampje
In de volgende afbeelding wordt de positie aangegeven van het CAPS
LOCK-lampje en het NUM LOCK-lampje, die de volgende
omstandigheden aangeven:
Wanneer het CAPS LOCK-lampje brandt, zal het toetsenbord
hoofdletters produceren.
Als het NUM LOCK-lampje brandt, kunt u met de tien toetsen cijfers
invoeren.
Gebruikershandleiding
4-3
Afbeelding 4-1 Toetslampjes
1
2
1. CAPS LOCK-lampje 2. NUM LOCK-lampje
CAPS LOCK Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor
lettertoetsen.
NUM LOCK Wanneer het NUM LOCK-lampje brandt, kunt u
de cijfertoetsen van het toetsenbord gebruiken
om cijfers in te voeren.
Functietoets
De functietoetsen (F1~F12) zijn de twaalf toetsen bovenaan op het
toetsenbord.
U kunt functietoetsmodi zoals 'Speciale functiemodus' of 'Standaard F1-
F12-modus' configureren door te klikken op Bureaublad -> Desktop
Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's -> Systeeminstellingen ->
Toetsenbord.
In de speciale functiemodus kunt u de speciale functies gebruiken zonder
op de toets FN te drukken.
Speciale
functiemodus
Standaard F1-
F12-modus
Functie
F1 FN + F1 Start het Help-bestand van de
software.
F2 FN + F2 Hiermee verlaagt u stapsgewijs de
helderheid van het computerscherm.
F3 FN + F3 Hiermee verhoogt u stapsgewijs de
helderheid van het computerscherm.
Gebruikershandleiding 4-4
Speciale
functiemodus
Standaard F1-
F12-modus
Functie
F4 FN + F4 Wijzigt het actieve beeldscherm.
Als u twee beeldschermen tegelijk
wilt gebruiken, moet u de resolutie
van het interne beeldscherm instellen
op dezelfde resolutie als die van het
externe scherm.
F5 FN + F5 Schakelt het touchpad in of uit.
F6 FN + F6 Hiermee spoelt u het medium
achteruit.
F7 FN + F7 Hiermee speelt u media af of
pauzeert u de weergave.
F8 FN + F8 Hiermee spoelt u het medium vooruit.
F9 FN + F9 Verlaagt het geluidsvolume van de
computer.
F10 FN + F10 Verhoogt het geluidsvolume van de
computer.
F11 FN + F11 Schakelt het geluid in of uit.
F12 FN + F12 Hiermee schakelt u de
vliegtuigmodus in of uit.
FN + 1 FN + 1 Hiermee verkleint u pictogrammen op
het bureaublad of de tekengrootte
binnen een van de ondersteunde
toepassingsvensters.
FN + 2 FN + 2 Hiermee vergroot u pictogrammen op
het bureaublad of de tekengrootte
binnen een van de ondersteunde
toepassingsvensters..
FN + spatiebalk FN + spatiebalk Wijzigt de beeldschermresolutie.
FN + Z FN + Z Schakelt de toetsenbordverlichting in
of uit. Sommige modellen zijn
voorzien van deze functie.
Bij sommige functies wordt een pop-upmelding weergegeven aan de rand
van het scherm.
Die pop-upmeldingen zijn standaard uitgeschakeld. U kunt ze inschakelen
in de toepassing TOSHIBA-functietoets.
Gebruikershandleiding 4-5
U opent deze toepassing door te klikken op Bureaublad -> Desktop
Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's -> Functietoets.
Speciale Windows-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale
functie hebben: de Windows Start-toets activeert het menu Start, terwijl de
toepassingstoets dezelfde functie heeft als de rechtermuisknop.
Deze toets activeert het startscherm van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.
ASCII-tekens genereren
Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden
gegenereerd, maar u kunt al deze tekens genereren via hun specifieke
ASCII-codes.
1. Houd de ALT-toets ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code voor het gewenste teken met behulp van de
numerieke toetsen.
3. Laat ALT los. Het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Optische stations
Er is mogelijk een DVD Super Multi-station, Blu-ray™-combinatiestation of
Blu-ray™-schrijfstation (BDXL™) in de computer geïnstalleerd. Wanneer
de computer toegang heeft tot een optische schijf, brandt het lampje op het
station.
Indelingen
De stations ondersteunen de volgende indelingen.
DVD Super Multi-station
Dit station ondersteunt de volgende indelingen: CD-ROM, DVD-ROM,
DVD-Video, CD-DA, CD-Text, Photo CD™ (single/multi-sessie), CD-ROM
Mode 1/Mode 2, CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2), Enhanced CD (CD-
EXTRA), addresseringsmethode 1, DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW,
DVD-RAM, DVD-R DL (Format1) en DVD+R DL.
Blu-ray™-combinatiestation
Naast de bovenstaande indelingen ondersteunt het Blu-ray™-
combinatiestation BD-ROM en BD-ROM DL.
Gebruikershandleiding
4-6
Blu-ray™-schrijfstation
Naast de bovenstaande indelingen ondersteunt het Blu-ray™-schrijfstation
BD-R, BD-R DL, BE-RE en BD-RE DL.
Blu-ray™-schrijfstation BDXL™
Naast de bovenstaande indelingen ondersteunt het Blu-ray™-schrijfstation
BDXL™ BD-R TL, BD-R QL en BD-RE TL.
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen
onleesbaar zijn.
Het optische station gebruiken
Het station van volledige grootte ondersteunt snelle uitvoering van
programma's op een optische schijf. U kunt schijven van 12 cm of 8 cm
zonder adapter gebruiken.
Gebruik de DVD-afspeeltoepassing als u DVD-video's wilt bekijken.
Raadpleeg de paragraaf Schijven beschrijven voor voorzorgsmaatregelen
bij het beschrijven van schijven.
Voer de volgende stappen uit om schijven te laden:
1. Zorg dat de computer is ingeschakeld en druk op de uitwerpknop om
de stationslade enigszins te openen.
2. Trek de schijflade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
Afbeelding 4-2 Drukken op de uitwerpknop en de stationslade opentrekken
1. Uitwerpknop
2. Schijflade
Gebruikershandleiding 4-7
3. Leg de schijf met het opschrift omhoog in de schijflade.
Afbeelding 4-3 Een schijf plaatsen
1
1. Laserlens
Wanneer de schijflade volledig is uitgeschoven, bedekt de rand van de
computer de schijflade een stukje. Wanneer u de schijf in de lade plaatst,
moet u de schijf daarom schuin houden. Zorg na het plaatsen van de schijf
echter dat de schijf plat ligt.
Raak nooit de laserlens of de omringende behuizing aan om onjuiste
uitlijning te voorkomen.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer of de bodem van de schijflade, vooral het gedeelte achter
de voorrand van de lade, schoon is voordat u het station sluit.
4. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De
schijf moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het
ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten.
Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Als de schijf niet goed zit wanneer de schijflade gesloten is, bestaat het
risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat
de schijflade niet volledig wordt geopend wanneer u op de uitwerpknop
drukt.
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit om schijf te verwijderen:
Druk niet op de uitwerpknop terwijl er activiteit in het optische station
plaatsvindt. Wacht totdat het lampje voor het optische station uit is voordat
u de schijflade opent. Haal de schijf pas uit de schijflade nadat de schijf is
opgehouden met draaien.
1. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen. Trek de
lade voorzichtig helemaal open.
Gebruikershandleiding
4-8
Wanneer de schijflade een stukje wordt geopend, moet u even wachten
totdat de schijf is opgehouden met draaien voordat u de schijflade volledig
opentrekt.
2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de schijflade, zodat u
hem kunt pakken. Til de schijf er voorzichtig uit.
3. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten.
Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Een schijf verwijderen wanneer de schijflade niet opengaat
U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de computer is
uitgeschakeld. In dat geval kunt u de schijflade openen door een dun
voorwerp (ongeveer 20 mm lang), zoals een rechtgebogen paperclip, in het
uitwerpgaatje rechts van de uitwerpknop te steken.
Afbeelding 4-4 De lade openen door middel van het uitwerpgaatje
1. Gaatje voor handmatig uitwerpen
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het uitwerpgaatje,
dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u
de schijflade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel veroorzaken.
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare schijven
beschreven. Controleer in de specificaties van uw station welke schijftypen
kunnen worden beschreven.
CD's
Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of
veranderd.
CD-RW-schijven, zoals multispeed CD-RW's, high-speed CD-RW’s en
ultra-speed CD-RW’s kunnen meer dan één keer worden beschreven.
DVD's
DVD-R's, DVD+R's, DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven kunnen
slechts één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens
kunnen niet worden gewist of veranderd.
Gebruikershandleiding
4-9
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
Blu-ray™-discs
Een BD-R, BD-R DL, BD-R TL of BD-R QL kan slechts eenmaal
worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden
gewist of veranderd.
Een BD-RE, BD-RE DL of BD-RE TL kan meer dan eenmaal worden
beschreven.
Schijven beschrijven
Met het DVD Super Multi-station of het Blu-ray™-combinatiestation kunt u
gegevens schrijven naar CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW,
DVD+R, DVD+R DL, DVD+RW of DVD-RAM.
Met het Blu-ray™-schrijfstation kunt u gegevens schrijven naar CD-R, CD-
RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL, DVD+RW, DVD-
RAM, BD-R, BD-R DL, BD-RE of BD-RE DL.
Met het Blu-ray™-schrijfstation BDXL™ kunt u gegevens schrijven naar
CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL, DVD
+RW, DVD-RAM, BD-R, BD-R DL, BD-RE, BD-RE DL,BD-R TL, BD-R QL
of BD-RE TL.
Wanneer u media beschrijft met behulp van een optisch station, moet u de
netadapter altijd aansluiten op een werkend stopcontact. Als gegevens
worden weggeschreven bij gebruik van de accu, kan het wegschrijven
soms mislukken omdat de accu bijna leeg is. Dit kan resulteren in
gegevensverlies.
Belangrijk bericht
Lees dit gedeelte grondig door voordat u media gaat beschrijven die door
het optische station worden ondersteund en volg alle configuratie- en
gebruiksaanwijzingen. Doet u dat niet, dan kan het gebeuren dan het
optische station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf-
of herschrijffouten, wat kan leiden tot gegevensverlies of schade aan
station of media.
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Schade aan een schijf die is veroorzaakt door te (her)schrijven met dit
product.
Wijzigingen in of verlies van de opgenomen inhoud van media als
gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, en eventuele resulterende
winstderving of bedrijfsschade.
Gebruikershandleiding 4-10
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige
technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten
kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de
gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën
te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud
onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Vóór schrijven of herschrijven
Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van schijfmedia aanbevolen. De schijfkwaliteit
kan echter van invloed zijn op het schrijf- of herschrijfproces TOSHIBA
staat niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei
schijven.
CD-R:
TAIYO YUDEN CO., Ltd.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
CD-RW: (Multi-Speed, High-Speed en Ultra-Speed)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
DVD-R:
DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen
gebruik, versie 2.0
TAIYO YUDEN Co., Ltd. (voor 8- en 16-speed media)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media)
Hitachi Maxell, Ltd. (voor 8x- en 16x-speed media)
DVD-R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 4x- en 8x-speed media)
DVD+R:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media)
TAIYO YUDEN Co., Ltd. (voor 8x- en 16x-speed media)
DVD+R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8-speed media)
DVD-RW:
DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven voor versie 1.1 of
versie 1.2
Victor Company of Japan, Ltd. (JVC) (voor 2x-, 4x- en 6x-speed media)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 2x-, 4x- en 6x-speed
media)
Gebruikershandleiding 4-11
DVD+RW:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 8-speed media)
DVD-RAM (alleen DVD Super Multi-station):
DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor versie 2.0, 2.1 of 2.2
Panasonic Corporation (voor 3x- en 5x-speed media)
Hitachi Maxell, Ltd. (voor 3x- en 5x-speed media)
BD-R:
Panasonic Corporation
BD-R DL:
Panasonic Corporation
BD-RE:
Panasonic Corporation
BD-RE DL:
Panasonic Corporation
BD-R TL:
TDK.
SHARP
BD-RE TL:
Panasonic Corporation
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen
onleesbaar zijn.
Schijven die zijn gemaakt als DVD-R DL indeling 4 (Layer Jump
Recording) kunnen niet worden gelezen.
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u een medium beschrijft of
herschrijft:
Kopieer gegevens altijd van de vaste schijf naar het optische station.
Gebruik geen knippen en plakken, aangezien de oorspronkelijke
gegevens verloren gaan ingeval van een schrijffout.
Gebruikershandleiding 4-12
Vermijd de volgende handelingen:
Wisselen tussen gebruikers in het besturingssysteem.
Gebruik van de computer voor andere functies zoals het gebruik
van een muis of touchpad of het sluiten/openen van het
beeldscherm.
Een communicatietoepassing starten.
Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals een geheugenkaart, USB-apparaat, externe monitor of een
optisch digitaal apparaat.
Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren.
Het openen van het optische station.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de functies Afsluiten,
Afmelden, Slaapstand of Sluimerstand.
Zorg ervoor dat het schrijven/herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de slaapstand of de sluimerstand. (U kunt een
optisch medium uit het optische schijfstation verwijderen nadat het
schrijven is voltooid.)
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en
onbeschadigd zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden
tijdens het (her)schrijven.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's,
treinen en vliegtuigen. Gebruik ook geen instabiele plekken zoals een
wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
TOSHIBA VIDEO PLAYER
Wanneer u TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt, dient u rekening te
houden met de volgende beperkingen:
Opmerkingen betreffende het gebruik
Deze software kan alleen worden gebruikt in Windows 8.
TOSHIBA DVD PLAYER wordt meegeleverd voor weergave van DVD-
en videobestanden.
Er kunnen frames wegvallen, het geluid kan overslaan en het geluid
en beeld kunnen niet meer synchroon lopen tijdens de weergave van
bepaalde video's.
Sluit alle andere toepassingen wanneer u TOSHIBA VIDEO PLAYER
gebruikt. Open geen andere toepassingen en voer geen andere
bewerkingen uit tijdens de videoweergave. De weergave kan in
sommige gevallen stoppen of niet correct werken.
Gebruikershandleiding 4-13
Niet-afgesloten DVD's die zijn gemaakt op een gewone DVD-recorder
kunnen mogelijk niet worden afgespeeld op de computer.
Gebruik DVD-video's met een de regiocode 'gelijk aan de
standaardfabrieksinstelling' (indien van toepassing) of 'alles'.
Speel geen video af terwijl u met een ander programma een
televisieprogramma kijkt of opneemt. Hierdoor kunnen fouten ontstaan
in de weergave van de video of de opname van het
televisieprogramma. Als een voorgeprogrammeerde opname start
tijdens videoweergave, kan dit fouten veroorzaken in de weergave van
de video of de opname van het televisieprogramma. Bekijk een video
wanneer er geen opname is geprogrammeerd.
De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met bepaalde schijven
in TOSHIBA VIDEO PLAYER.
Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten wanneer u video
afspeelt. Energiebesparende functies kunnen een vloeiende weergave
verstoren. Als u een video afspeelt op de accu, stelt u Energiebeheer
in op 'Balans'.
De schermbeveiliging wordt uitgeschakeld tijdens videoweergave met
TOSHIBA VIDEO PLAYER. De computer wordt niet automatisch in de
sluimerstand, slaapstand of afsluitmodus gezet.
Configureer de functie Beeldscherm automatisch uitschakelen niet
zodanig dat deze wordt uitgevoerd terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER
actief is.
Schakel niet over naar de sluimerstand of de slaapstand terwijl u
TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt.
Vergrendel de computer niet met de toetsen Windows-logo ( ) + L
wanneer u TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt.
TOSHIBA VIDEO PLAYER heeft een functie voor ouderlijk toezicht.
Ter bescherming van het auteursrecht is de Windows-functie Print
Screen uitgeschakeld wanneer TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt
uitgevoerd.
De Print Screen-functies zijn zelfs uitgeschakeld als u andere
toepassingen uitvoert naast TOSHIBA VIDEO PLAYER en TOSHIBA
VIDEO PLAYER is geminimaliseerd. Sluit TOSHIBA VIDEO PLAYER
als u de Print Screen-functie wilt gebruiken.
Installeer of verwijder TOSHIBA VIDEO PLAYER terwijl u bent
aangemeld met een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
Schakel niet over naar een andere Windows-gebruiker terwijl
TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt uitgevoerd.
Als u bij sommige DVD- of videobestanden het geluidsspoor wijzigt via
het bedieningsvenster, wordt ook het ondertitelspoor gewijzigd.
Deze software kan alleen MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen
die zijn gemaakt met de toepassingen die vooraf zijn geïnstalleerd op
dezelfde computer. De weergave werkt mogelijk niet correct als u
andere bestanden dan deze bestandstypen gebruikt.
Gebruikershandleiding 4-14
Beeldschermen en geluid
Als het videobeeld niet wordt weergegeven op het externe
beeldscherm of de televisie, stopt u TOSHIBA VIDEO PLAYER en
wijzigt u de schermresolutie. U wijzigt de schermresolutie door te
klikken op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke instellingen -
> Beeldscherm -> Resolutie aanpassen. Video kan echter niet
worden uitgevoerd naar sommige externe schermen en televisie
vanwege de uitvoer- of weergaveomstandigheden.
Als u video kijkt op een extern scherm of een tv, wijzigt u het
weergaveapparaat voordat u de video start. Een video kan alleen
worden weergegeven op het interne LCD-scherm of op een extern
scherm. In de kloonmodus (dubbele weergave) werkt TOSHIBA
VIDEO PLAYER mogelijk niet correct.
Wijzig de schermresolutie niet terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt
uitgevoerd.
Wijzig het weergaveapparaat niet terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER
wordt uitgevoerd.
TOSHIBA VIDEO PLAYER starten
Voer de volgende stappen uit om TOSHIBA VIDEO PLAYER te starten.
1. Plaats een DVD-video in het optische station terwijl het
besturingssysteem wordt uitgevoerd.
Wanneer een DVD-video in het DVD-station wordt geplaatst (voor
modellen met een DVD-station), kan TOSHIBA VIDEO PLAYER
automatisch starten.
2. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Media &
entertainment -> TOSHIBA VIDEO PLAYER om TOSHIBA VIDEO
PLAYER te starten.
TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van TOSHIBA VIDEO PLAYER.
De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per video en
per scène verschillen.
Als het menu in het weergavegebied wordt geopend via de knoppen
Top menu of Menu, is bediening via het touchpad of muismenu
wellicht niet mogelijk.
De handleiding van TOSHIBA VIDEO PLAYER openen
De functies van en instructies voor TOSHIBA VIDEO PLAYER worden
uitgebreid toegelicht in de handleiding van TOSHIBA VIDEO PLAYER.
Voer de volgende stappen uit om de handleiding van TOSHIBA VIDEO
PLAYER te openen.
Gebruikershandleiding 4-15
Druk op de toets F1 terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER is gestart en klik op
de knop Help.
TOSHIBA Blu-ray Disc Player
Wanneer u TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruikt, dient u rekening te
houden met de volgende beperkingen:
Opmerkingen betreffende het gebruik
Deze software kan alleen worden gebruikt in Windows 8.
Tijdens de weergave van inhoud met een hoge bitsnelheid kunnen
frames wegvallen, kan het geluid overslaan of kunnen de
computerprestaties afnemen.
Sluit alle andere toepassingen voordat u een afspeelt. Open geen
andere toepassingen en voer geen andere bewerkingen uit tijdens de
videoweergave.
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl u
TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruikt.
Aangezien de weergave van Blu-ray Discs™ werkt op basis van
programma's die in de inhoud zijn ingebouwd, kunnen de werkwijze,
schermen, geluidseffecten, pictogrammen en andere functies per
schijf verschillen. Raadpleeg voor meer informatie over deze items de
instructies bij de inhoud of neem rechtstreeks contact op met de
fabrikant van de inhoud.
Sluit de netadapter van de computer aan wanneer u een video
afspeelt.
TOSHIBA Blu-ray Disc Player ondersteunt de
kopieerbeveiligingstechnologie AACS (Advanced Access Control
System). De AACS-code die in dit product is ingebouwd, moet worden
vernieuwd als u ononderbroken wilt genieten van Blu-ray Discs™.
Voor verlenging is een internetverbinding vereist.
U kunt de AACS-code gratis vernieuwen gedurende 5 jaar nadat u dit
product hebt gekocht. Na 5 jaar gelden er echter voorwaarden voor de
vernieuwing die worden bepaald door de softwareleverancier,
TOSHIBA Corporation.
Speel geen video af terwijl u met een ander programma een
televisieprogramma opneemt Hierdoor kunnen fouten ontstaan in de
weergave van de video of de opname van het televisieprogramma. Als
een voorgeprogrammeerde opname start tijdens weergave van een
video, kan dit fouten veroorzaken in de weergave van de video of de
opname van het televisieprogramma. Bekijk een video wanneer er
geen opname is geprogrammeerd.
De sneltoets functioneert niet wanneer een BD-J-titel wordt
afgespeeld.
De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met sommige schijven
en TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
Gebruikershandleiding 4-16
De interactieve functie van Blu-ray™-discs werkt mogelijk niet,
afhankelijk van de inhoud of de netwerksituatie.
Blu-ray™-stations en de bijbehorende media worden vervaardigd
conform de specificaties van drie verkoopgebieden. Regiocodes
kunnen worden ingesteld via TOSHIBA Blu-ray Disc Player. (Klik in
het weergavegebied op de knop Setting (Instelling) en klik op het
menu Region (Regio)). Om problemen bij het afspelen van Blu-ray™-
video's te voorkomen, dient u bij de aanschaf ervan te controleren of
de disc geschikt is voor uw station.
Als u video wilt afspelen op een extern beeldscherm of een tv met
TOSHIBA Blu-ray Disc Player, gebruikt u een uitvoerapparaat, zoals
een extern beeldscherm of een tv, met een HDMI-poort met HDCP-
ondersteuning. De video kan niet worden weergegeven op een
externe monitor of tv die is aangesloten op de RGB-aansluiting.
De film op de Blu-ray Disc™ kan alleen worden afgespeeld op het
interne LCD-scherm of op externe apparaten die zijn aangesloten via
een HDMI-uitgang. In de kloonmodus (dubbele weergave) werkt
TOSHIBA Blu-ray Disc Player mogelijk niet correct.
Dit product kan geen HD DVD-schijven afspelen. Voor HD-weergave
zijn Blu-ray™-discs met high-definition inhoud vereist.
Deze software kan alleen MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen
die zijn gemaakt met de toepassingen die vooraf zijn geïnstalleerd op
dezelfde computer. De weergave werkt mogelijk niet correct als u
andere bestanden dan deze bestandstypen gebruikt.
TOSHIBA Blu-ray Disc Player starten
Voer de volgende stappen uit om TOSHIBA Blu-ray Disc Player te starten.
Plaats een Blu-ray™ Disc met een film in het optische station terwijl
het besturingssysteem wordt uitgevoerd.
Als een Blu-ray™ Disc met een film in het Blu-ray™-station wordt
geplaatst (voor modellen met een Blu-ray™-station), kan TOSHIBA
Blu-ray Disc Player automatisch worden gestart.
Klik op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Media &
entertainment -> TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per Blu-
ray™-video en per scène verschillen.
Als het menu in het weergavegebied wordt geopend via de knoppen
Top Menu of Menu, is bediening via het touchpad of muismenu
wellicht niet mogelijk.
Gebruikershandleiding 4-17
De handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc Player
openen
De functies van en instructies voor TOSHIBA Blu-ray Disc Player worden
uitgebreid toegelicht in de handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
U opent de handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc Player als volgt.
Druk op de toets F1 wanneer TOSHIBA Blu-ray Disc Player is gestart
en klik op de knop Help.
3D-weergave op een extern 3D-apparaat
3D-weergave op een extern 3D-apparaat is alleen mogelijk bij sommige
modellen.
Het effect van 3D kan alleen worden weergegeven op externe 3D-
apparaten die zijn aangesloten op een HDMI-uitgang. Het kan niet worden
weergegeven op het interne beeldscherm. Als u 3D-weergave wilt
gebruiken op een extern beeldscherm of een tv, moet u een beeldscherm/
tv met 3D-ondersteuning en een HDCP-compatibele HDMI-poort
gebruiken.
De functie voor 3D-weergave ondersteunt de volgende resoluties:
1920x1080, 24 Hz en 1280x720, 60 Hz.
Wijzig de schermresolutie in een van de bovenstaande resoluties voordat u
de 3D-weergavefunctie gebruikt.
Belangrijke veiligheidsinformatie over de 3D-functie
Kijk geen 3D-videobeelden of stop met kijken als u zich ziek voelt of
een onaangenaam gevoel krijgt.
Kijk geen 3D-videobeelden als u last krijgt van stuiptrekkingen, een
lichtgevoeligheidsreactie of hartklachten.
Vanwege de mogelijke invloed op de ontwikkeling van het
gezichtsvermogen moeten kijkers van 3D-videobeelden 6 jaar of
ouder zijn. Kinderen en tieners zijn mogelijk meer gevoelig voor
gezondheidsproblemen die te maken hebben met het kijken naar 3D
en moeten in de gaten worden gehouden om te voorkomen dat ze
zonder pauze langdurig kijken.
Vermijd het gebruik van de 3D-functie onder invloed van alcohol.
Lees de gebruikershandleiding bij de computer zorgvuldig door
voordat u de 3D-weergavefunctie gebruikt.
Het 3D-effect verschilt per persoon.
Gebruikershandleiding 4-18
Opmerkingen over 3D-weergave voor TOSHIBA VIDEO
PLAYER
TOSHIBA VIDEO PLAYER biedt een 3D-weergavefunctie die 3D-video-
inhoud kan afspelen en 2D-homevideo's (DVD of videobestand) kan
omzetten in 3D met behulp van real-time 2D-naar-3D-conversie.
Het effect van 3D kan alleen worden weergegeven op externe 3D-
apparaten die zijn aangesloten op een HDMI-uitgang. Het kan niet
worden weergegeven op het interne beeldscherm.
De functie voor 2D-naar-3D-conversie gebruikt TOSHIBA’s originele
algoritme om een 3D-effect toe te passen op uw eigen 2D-video's.
Deze functie biedt echter niet dezelfde soort video-inhoud als een
video die oorspronkelijk wordt aangeboden in 3D en maakt geen
nieuwe video in de 3D-indeling, maar speelt enkel 2D-video's af in een
3D-achtige modus.
De functie voor 2D-naar-3D-conversie is bedoeld om u desgewenst in
3D te kunnen laten genieten van uw eigen 2D-homevideo's en van
andere 2D-inhoud die u maakt.
TOSHIBA VIDEO PLAYER is standaard ingesteld op de 2D-indeling.
Pas als u drukt op de knop van de functie voor 2D-naar-3D-conversie,
activeert u deze functie en geeft u aan dat u uw 2D-inhoud in 3D wilt
weergeven. TOSHIBA VIDEO PLAYER voert de functie voor 2D-
naar-3D-conversie niet automatisch uit. Raadpleeg de
waarschuwingen in dit gedeelte met betrekking tot mogelijke
schending van het auteursrecht en zorg dat u over de benodigde
toestemming beschikt.
TOSHIBA VIDEO PLAYER is bedoeld om DVD-video-, DVD-VR- en
videobestanden af te spelen en om 2D-homevideos's weer te geven in
3D. Voor 3D-weergave van video-inhoud die niet door de gebruiker is
gemaakt, is mogelijk toestemming van derden nodig indien de inhoud
wordt beschermd door het auteursrecht. TOSHIBA hecht veel waarde
aan de bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Daarom
benadrukt TOSHIBA dat de speler niet mag worden gebruikt op een
manier die dergelijke rechten schendt. Het is uw verantwoordelijkheid
om ervoor te zorgen dat u geen toepasselijke wetten met betrekking
tot intellectueel eigendom schendt wanneer u besluit de speler te
gebruiken en met name wanneer u de functie voor 2D-naar-3D-
conversie van TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt.
Sommige functies werken niet tijdens 3D-weergave. In dat geval zijn
de bijbehorende knoppen niet beschikbaar.
Gebruikershandleiding 4-19
Er kan enige vertraging optreden als u een van de volgende
bewerkingen uitvoert terwijl het videoweergavevenster schermvullend
wordt weergegeven.
Vensters weergeven zoals het menu van de rechtermuisknop, het
instellingenvenster, [Titel/hoofdstuk zoeken], [Bestand selecteren]
of een foutbericht.
Bewerkingen in Windows
Bewerkingen in andere toepassingen
Zorg dat de netadapter is aangesloten wanneer de 3D-
weergavefunctie wordt gebruikt.
3D-weergave kan alleen schermvullend worden uitgevoerd. Wanneer
u 3D-weergave inschakelt, wordt het videoweergavevenster
automatisch schermvullend gemaakt.
Als u 3D-weergave wilt gebruiken op een extern beeldscherm of een
tv, moet u een beeldscherm/tv met 3D-ondersteuning en een HDCP-
compatibele HDMI-poort gebruiken.
3D-video-inhoud kan alleen worden afgespeeld op een extern
beeldscherm via HDMI 'met 3D'.
Het 3D-effect verschilt per persoon.
Kijken naar 3D-beelden kan een onaangenaam gevoel veroorzaken.
Stop in dat geval met kijken en raadpleeg een arts.
Overweeg voordat u een kind toestaat om naar 3D-inhoud te kijken, of
dit wel geschikt voor hem of haar is en of u de kijkduur moet
beperken.
Afhankelijk van de verlichtingsomstandigheden van de kamer kunt u
flikkeringen waarnemen wanneer u de 3D-bril draagt.
De functies voor upconvert en 3D-weergave kunnen niet tegelijkertijd
worden gebruikt. Als u overschakelt naar 3D-weergave terwijl
upconvert wordt uitgevoerd, wordt de upconvert-functie automatisch
uitgeschakeld.
Afhankelijk van de video-inhoud kan deze mogelijk niet worden
afgespeeld in 3D.
Alleen de video-indelingen Side-by-Side en Interleave 3D worden
ondersteund voor weergave van 3D-video-inhoud.
Opmerkingen over 3D-weergave voor TOSHIBA Blu-ray
Disc Player
De 3D-weergavefunctie kan 3D-video-inhoud en 2D-homevideo's en
andere 2D-inhoud die u hebt gemaakt (DVD of videobestand) afspelen in
3D met behulp van real-time 2D-naar-3D-conversie.
De 3D-weergavefunctie kan NIET worden gebruikt om 2D-video-
inhoud op een Blu-ray Disc of AVCHD in 3D af te spelen met behulp
van real-time 2D-naar-3D-conversie.
Gebruikershandleiding 4-20
De 3D-weergavefunctie van de speler is alleen bedoeld voor
persoonlijk gebruik thuis. Houd er rekening mee dat toepasselijke
auteurswetten weergave in het openbaar kunnen verbieden wanneer
u 3D-weergave van video-inhoud van derden aanbiedt aan onbekende
personen of een groot publiek.
De functie voor 2D-naar-3D-conversie gebruikt TOSHIBA’s originele
algoritme om een 3D-effect toe te passen op uw eigen 2D-video's.
Deze functie biedt echter niet dezelfde soort video-inhoud als een
video die oorspronkelijk wordt aangeboden in 3D en maakt geen
nieuwe video in de 3D-indeling, maar speelt enkel 2D-video's af in een
3D-achtige modus.
Het beeld dat wordt gegenereerd door de functie voor 2D-naar-3D-
conversie is niet hetzelfde als het beeld dat wordt gemaakt voor 3D-
weergave. De functie voor 2D-naar-3D-conversie gebruikt TOSHIBA’s
originele algoritme om een pseudo-3D-effect toe te passen op de 2D-
inhoud.
De speler is standaard ingesteld op de 2D-indeling. Pas als u drukt op
de knop van de functie voor 2D-naar-3D-conversie, activeert u deze
functie en geeft u aan dat u uw 2D-inhoud in 3D wilt weergeven. De
speler voert de functie voor 2D-naar-3D-conversie niet automatisch
uit. Raadpleeg de waarschuwingen in dit gedeelte met betrekking tot
mogelijke schending van het auteursrecht en zorg dat u over de
benodigde toestemming beschikt.
De speler is bedoeld om DVD-video, DVD-VR en videobestanden af te
spelen en om 2D-homevideo's en andere 2D-inhoud die u zelf hebt
gemaakt weer te geven in 3D. Voor 3D-weergave van video-inhoud
die niet door de gebruiker is gemaakt, kan directe of indirecte
toestemming van derden zijn vereist, indien dergelijke inhoud wordt
beschermd door het auteursrecht, tenzij anders is toegestaan volgend
de toepasselijke wetten. TOSHIBA hecht veel waarde aan de
bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Daarom benadrukt
TOSHIBA dat de speler niet mag worden gebruikt op een manier die
dergelijke rechten schendt. Het is uw verantwoordelijkheid om ervoor
te zorgen dat u geen toepasselijke wetten met betrekking tot
intellectueel eigendom schendt wanneer u besluit de speler te
gebruiken en met name wanneer u de functie voor 2D-naar-3D-
conversie van de speler gebruikt.
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt tijdens 3D-weergave.
In dat geval zijn de knoppen voor dergelijke functies mogelijk niet
beschikbaar.
Gebruikershandleiding 4-21
Afhankelijk van de systeemomgeving kan de speler automatisch
overschakelen naar 2D als u een van de volgende bewerkingen
uitvoert tijdens 3D-weergave. Bovendien kunt u enige vertraging
ondervinden wanneer de omschakeling plaatsvindt.
- Vensters of pop-upmenu's openen zoals het menu van de
rechtermuisknop, het instellingenvenster, [Bestand selecteren] of een
foutbericht.
- Windows-functies gebruiken.
- Andere toepassingen gebruiken.
Zorg dat u de netadapter aansluit wanneer u de functie voor 3D-
weergave gebruikt.
Afhankelijk van de systeemomgeving kan de 3D-weergave mogelijk
alleen worden gebruikt als het videovenster schermvullend wordt
weergegeven. De 3D-weergave werkt mogelijk niet in een venster.
Als u 3D-weergave wilt gebruiken op een extern beeldscherm of een
tv, moet u een beeldscherm/tv met 3D-ondersteuning en een HDCP-
compatibele HDMI-poort gebruiken.
3D-video-inhoud kan alleen worden afgespeeld op een extern
beeldscherm dat is aangesloten via HDMI 'met 3D'.
De 3D-instellingen kunnen worden gewijzigd in het venster 'Settings'
(Instellingen), maar het wordt ten zeerste aanbevolen de
standaardinstellingen te gebruiken. Als u de instellingen wijzigt, kan
het stereoscopische 3D-effect sterker worden, wat kan leiden tot
vermoeide ogen.
Het 3D-effect verschilt per persoon. Stop de weergave en controleer
de instellingen van de apparatuur als u dubbele videobeelden ziet of
het stereoscopische 3D-effect niet ziet wanneer u 3D-videobeelden
kijkt. Als u het beeld nog steeds niet correct ziet, stopt u de weergave.
Kijk geen 3D-videobeelden of stop met kijken als u zich ziek voelt of
een onaangenaam gevoel krijgt.
Ga recht voor het scherm zitten wanneer u 3D-videobeelden kijkt.
Neem tussendoor regelmatig pauze.
Vanwege de mogelijke invloed op de ontwikkeling van het
gezichtsvermogen moeten kijkers van 3D-videobeelden 6 jaar of
ouder zijn.
Overweeg voordat u een kind toestaat om naar 3D-inhoud te kijken, of
dit wel geschikt voor hem of haar is en of u de kijkduur moet
beperken.
Deze software biedt geen kinderslot voor 3D-videoweergave. Gebruik
de Windows-functies voor aanmelding met een wachtwoord als u zich
zorgen maakt over het effect van 3D-weergave op het
gezichtsvermogen van uw kinderen.
Gebruikershandleiding 4-22
Deze software kan MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen. Uw
eigen 2D-video-inhoud die u hebt opgenomen met een
videocamcorder en andere inhoud die u zelf hebt gemaakt kan worden
afgespeeld in 2D of in 3D met behulp van real-time 2D-naar-3D-
conversie. Voor de weergave van 3D-video-inhoud worden alleen de
3D-video-indelingen Side-by-Side en Interleave ondersteund.
Niet alle bestanden kunnen worden afgespeeld.
Accu
In dit gedeelte worden de accutypen, de omgang ermee, de
oplaadmethoden en het gebruik ervan toegelicht.
Accutypen
De computer bevat verschillende soorten accu’s/batterijen.
Accu-eenheid
De verwisselbare lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding aangeduid
als de hoofdaccu, is de voornaamste energiebron van de computer
wanneer de netadapter niet is aangesloten. U kunt extra accu-eenheden
kopen voor langdurig computergebruik zonder netstroom, maar u moet de
accu-eenheid niet verwisselen als de adapter is aangesloten.
Alvorens de accu-eenheid te verwijderen dient u uw gegevens op te slaan
en de computer af te sluiten of de computer in de sluimerstand te zetten.
Let erop dat als u de computer in de sluimerstand zet, de geheugeninhoud
op de vaste schijf zal worden opgeslagen, hoewel het uit
veiligheidsoverwegingen verstandig is uw gegevens ook handmatig op te
slaan.
RTC-batterij (batterij voor de real-time klok)
De RTC-batterij (Real Time Clock) voorziet de interne real-time klok en
kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie als de computer
is uitgeschakeld. Als de RTC-batterij leeg is, raakt het systeem deze
gegevens kwijt en werken de real-time klok en kalender niet meer.
U kunt de instellingen van de RTC wijzigingen in het hulpprogramma BIOS
Setup. Raadpleeg Problemen oplossen voor meer informatie.
Onderhoud en gebruik van de accu
Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte
behandeling van de accu.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor
gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
Gebruikershandleiding 4-23
Zorg dat de accu-eenheid correct in de computer is geïnstalleerd
voordat u probeert de eenheid op te laden. Onjuiste installatie kan
resulteren in beschadiging van de accu of in rookontwikkeling of
brand.
Houd de accu buiten het bereik van baby's en kinderen. De accu kan
letsel veroorzaken.
De lithium-ionaccu kan ontploffen als deze batterij onjuist wordt
vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt. Houd u bij het
afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of
voorschriften. Gebruik alleen accu’s die door TOSHIBA zijn
aanbevolen.
De RTC-batterij van de computer is een lithiumbatterij die uitsluitend
mag worden vervangen door uw leverancier of een TOSHIBA-
servicevertegenwoordiger. Indien de batterij onjuist wordt vervangen,
gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u
bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of
voorschriften.
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur tussen 5°C en 35ºC.
Als u de accu bij een hogere of lagere temperatuur oplaadt, kan
elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de
gebruiksduur van de accu achteruitgaan.
Installeer of verwijder de accu-eenheid nooit voordat de computer is
uitgeschakeld en de netadapter is ontkoppeld. Verwijder de accu-
eenheid nooit terwijl de slaapstand op de computer is geactiveerd.
Doet u dit toch, dan kunnen gegevens verloren gaan.
Verwijder de accu-eenheid nooit terwijl de functie Activering op LAN is
ingeschakeld aangezien er in dat geval gegevens verloren gaan. Schakel
de functie Activering op LAN uit alvorens de accu-eenheid te verwijderen.
De accu opladen
Als de accu bijna leeg is, gaat het DC IN-/acculampje oranje knipperen om
aan te geven dat er nog slechts enkele minuten op accustroom kan worden
gewerkt. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het DC IN-/acculampje
knippert, wordt de sluimerstand geactiveerd (zodat u geen gegevens
verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.
U moet een accu opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Als u een accu-eenheid wilt opladen, steekt u het ene uiteinde van de
netadapter in de gelijkstroomingang (DC IN 19V) en het andere uiteinde in
Gebruikershandleiding 4-24
een functionerend stopcontact. Het DC IN-/acculampje brandt oranje
terwijl de accu wordt opgeladen.
Gebruik voor het opladen van de accu-eenheid alleen de computer
(aangesloten op het stopcontact) of de optionele accu-oplader van
TOSHIBA. Probeer nooit de accu met een andere lader op te laden.
Oplaadtijd
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe lang het ongeveer duurt om
een lege accu volledig op te laden.
Type accu Uitgeschakeld Ingeschakeld
Accu-eenheid
(24 Wh, 3 cellen)
Maximaal circa 3 uur Circa 3~5 uur
Accu-eenheid
(48 Wh, 6 cellen)
Maximaal circa 3 uur Circa 3~5 uur
Accu-eenheid
(66 Wh, 6 cellen met
hoge capaciteit)
Maximaal circa 4 uur Circa 4~6 uur
Let erop dat de oplaadtijd als de computer is ingeschakeld, wordt
beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de
computer en hoe u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld intensief
gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik
wellicht nauwelijks opgeladen.
Opmerkingen over het opladen van de accu
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct
wordt opgeladen:
De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt deze
helemaal niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt
opgeladen, dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5°C en
35°C op te laden.
De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele
minuten aangesloten; hierna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het DC IN-/acculampje een snelle daling in de
gebruiksduur van de accu aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt.
De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Voer in dergelijke gevallen de volgende stappen uit:
Gebruikershandleiding 4-25
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te
laten tot het systeem zichzelf automatisch uitschakelt.
2. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de
computer en op een werkend stopcontact.
3. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Herhaal deze stappen twee of drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Accucapaciteit controleren
De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd:
Door te klikken op het accupictogram op de taakbalk
Via de accustatus in het venster Windows Mobiliteitscentrum
Wacht ten minste zestien seconden na het inschakelen van de
computer voordat u probeert de resterende gebruiksduur te
controleren. Dit omdat de computer deze tijd nodig heeft om de
resterende capaciteit van de accu te controleren en om de resterende
bedrijfstijd uit te rekenen op basis van het huidige energieverbruik.
Let er wel op dat de werkelijke resterende gebruiksduur enigszins kan
afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet
zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig
opgeladen zijn.
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één
acculading levert, terwijl de gebruiksduur van de lading in een accu afhangt
van het volgende:
Processorsnelheid
Helderheid van scherm
Slaapstand
Sluimerstand
Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld
Tijd waarna de vaste schijf wordt uitgeschakeld
Hoe vaak en hoe lang u de vaste schijf en externe stations, zoals het
optische station, gebruikt.
Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu.
De wijze waarop u gebruikmaakt van optionele apparaten (zoals een
USB-apparaat) die door de accu van stroom worden voorzien.
Of de slaapstand is ingeschakeld, zodat accu-energie kan worden
bespaard als u de computer regelmatig in- en uitschakelt.
De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat.
Gebruikershandleiding 4-26
Of u het scherm sluit wanneer u het toetsenbord niet gebruikt. Het
scherm sluiten bespaart energie.
De omgevingstemperatuur. De gebruiksduur neemt af bij lage
temperaturen.
De conditie van accuklemmen. Zorg ervoor dat deze altijd schoon zijn
door ze te reinigen met een schone droge doek voordat de accu-
eenheid wordt geïnstalleerd.
Of u de functie Slaapstand en laden inschakelt.
Leeglooptijd van accu's
Wanneer u de computer uitschakelt terwijl de accu volledig is opgeladen,
zal de accu binnen de onderstaande geschatte tijdsduur zijn leeggelopen.
Type accu Slaapstand Afsluitmodus
Accu-eenheid
(24 Wh, 3 cellen)
Circa 2 dagen Circa 22 dagen
Accu-eenheid
(48 Wh, 6 cellen)
Circa 4 dagen Circa 43 dagen
Accu-eenheid
(66 Wh, 6 cellen met
hoge capaciteit)
Circa 5.5 dagen Circa 60 dagen
Gebruiksduur van de accu verlengen
U kunt de gebruiksduur van de accu-eenheid als volgt verlengen:
Ontkoppel de computer ten minste eenmaal per maand van de
voedingsbron en gebruik het systeem op accu-energie totdat de accu-
eenheid helemaal leeg is. Voer eerst de volgende stappen uit:
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel de netadapter los en schakel de computer in. Als de
computer niet wordt ingeschakeld, gaat u naar stap 4.
3. Laat de computer vijf minuten aanstaan op de accu. Als de accu-
eenheid minimaal vijf minuten gebruiksduur heeft, ga dan verder totdat
de accu helemaal leeg is. Als echter het DC IN-/acculampje knippert
of als er een ander signaal is dat de accu bijna leeg is, ga dan naar
stap 4.
4. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de
computer en op een werkend stopcontact. Het DC IN/Accu-lampje
moet oranje branden om aan te geven dat de accu-eenheid wordt
opgeladen. Als het DC IN/Accu-lampje niet brandt, betekent dit dat er
nog geen stroom wordt toegevoerd. Controleer de aansluitingen van
de netadapter en het netsnoer.
Gebruikershandleiding 4-27
5. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
De accu-eenheid vervangen
Vergeet niet dat de accu-eenheid een verbruiksartikel is.
De gebruiksduur van de accu neemt geleidelijk af door herhaaldelijk laden
en ontladen, en deze zal moeten worden vervangen als de levensduur
voorbij is. U kunt daarnaast een lege accu-eenheid ook vervangen door
een reserve-accu als u de computer voor een langere tijd niet op het
elektriciteitsnet kunt aansluiten.
In deze paragraaf wordt het verwijderen en installeren van de accu-
eenheid behandeld. Eerst wordt het verwijderen besproken aan de hand
van de volgende stappen.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat. Gegevens worden in het RAM opgeslagen, dus als de
stroomvoorziening naar de computer wordt afgebroken, gaan de
gegevens mogelijk verloren.
In de slaapstand gaan gegevens verloren als u de accu-eenheid
verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het opslagproces is
voltooid.
Raak de accu-ontgrendelingsschuif niet aan terwijl u de computer
vasthoudt omdat de accu-eenheid er dan uit kan vallen doordat de
accuhouder per ongeluk wordt ontgrendeld en letsel kan veroorzaken.
De accu-eenheid verwijderen
Voer de volgende stappen uit om een lege accu te verwijderen.
1. Sla uw werk op.
2. Klik op Energie in de charm Instellingen en klik vervolgens op
Uitschakelen terwijl u de SHIFT-toets ingedrukt houdt. Let erop dat
het aan/uit-lampje uit is.
3. Verwijder alle op de computer aangesloten kabels en randapparatuur.
4. Sluit het beeldscherm en leg de computer ondersteboven.
5. Schuif de accuvergrendeling naar de ontgrendelde stand (
).
6. Duw de accu-ontgrendelingsschuif opzij en houd deze vast, zodat de
accu vrij komt. Til vervolgens de accu uit de computer.
Afbeelding 4-5 De accu-eenheid vrijgeven - 1
1
2
3
3
1
2
Gebruikershandleiding 4-28
Afbeelding 4-6 De accu-eenheid vrijgeven - 2
1. Accuvergrendeling 3. Accu-eenheid
2. Ontgrendelingsschuif accuhouder
De accu installeren
Voer de volgende stappen uit om een accu-eenheid te installeren:
Raak de accu-ontgrendelingsschuif niet aan terwijl u de computer
vasthoudt omdat de accu-eenheid er dan uit kan vallen doordat de
accuhouder per ongeluk wordt ontgrendeld en letsel kan veroorzaken.
1. Schuif de accu zo ver als het gaat in de computer.
2. Zorg dat de accu-eenheid correct is geplaatst en dat de
accuvergrendeling in de vergrendelde stand staat.
3. Draai de computer om.
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10
megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per
seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en
ontkoppelt van een LAN.
Installeer of verwijder geen geheugenmodule zolang Activering op LAN is
ingeschakeld.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde)
verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden
(aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
Gebruikershandleiding 4-29
Typen LAN-kabels
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding met
een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in
het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T)
gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen:
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens
LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de
netadapter ontkoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een
LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-poort. Doet u dat wel, dan
kan dit schade of storingen veroorzaken.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die aan de LAN-
poort is gekoppeld. Als u dit doet, kunnen schade of storingen
optreden.
1. Schakel alle externe apparaten uit die op de computer zijn
aangesloten.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig
tot de vergrendeling vast klikt.
Afbeelding 4-7 De LAN-kabel aansluiten
2
1
1. LAN-aansluiting
2. LAN-kabel
Gebruikershandleiding 4-30
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector
of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of
softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of
configureert.
Aanvullende geheugenmodule
U kunt het geheugen van de computer uitbreiden om de hoeveelheid
beschikbaar systeemgeheugen te vergroten. In dit gedeelte wordt
beschreven hoe u een optionele geheugenmodule installeert en verwijdert.
Leg een doek onder de computer om te voorkomen dat het deksel
wordt beschadigd wanneer u de geheugenmodules plaatst/vervangt.
Gebruik geen doek van materiaal dat statische elektriciteit genereert
of vasthoudt.
Raak geen andere interne computeronderdelen aan als u een
geheugenmodule installeert of verwijdert.
Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door
TOSHIBA.
U mag een geheugenmodule niet installeren of verwijderen in de
volgende omstandigheden:
a. De computer is ingeschakeld.
b. De computer is afgesloten in de slaapstand of de sluimerstand.
c. Activering op LAN is actief.
d. De functie voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
Zorg dat u geen schroefjes of ander materiaal in de computer laat
vallen. Dit kan storing of een elektrische schok veroorzaken.
Aanvullende geheugenmodules zijn elektronische
precisiecomponenten die onherstelbaar kunnen worden beschadigd
door statische elektriciteit. Aangezien het menselijk lichaam statische
elektriciteit kan bevatten, is het belangrijk dat u zichzelf ontlaadt
voordat u aanvullende geheugenmodules aanraakt of plaatst. Raak
eenvoudig met blote handen een metalen voorwerp aan om de
statische elektriciteit van uw lichaam te laten afvloeien.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0 om de schroeven te
verwijderen en vast te draaien. Een verkeerde schroevendraaier kan de
schroefkoppen beschadigen.
Een geheugenmodule installeren
Voer de volgende stappen uit om een geheugenmodule te installeren :
Gebruikershandleiding 4-31
1. Klik op Energie in de charm Instellingen en klik vervolgens op
Uitschakelen terwijl u de SHIFT-toets ingedrukt houdt. Let erop dat
het aan/uit-lampje uit is.
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3. Sluit het beeldscherm.
4. Draai de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid
(raadpleeg zo nodig het gedeelte De accu-eenheid vervangen).
5. Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de
geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje
bevestigd om zoekraken te voorkomen.
6. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
Afbeelding 4-8 Het afdekplaatje van de geheugenmodule verwijderen
2
1
1. Schroef 2. Afdekplaatje geheugenmodule
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding 4-32
7. Breng het uitstekende gedeelte van de geheugenmodule op één lijn
met de geheugensleuf en plaats de voorzichtig in de sleuf onder een
hoek van ongeveer 30 graden. Duw de module vervolgens omlaag tot
deze aan weerszijden vastklikt.
Afbeelding 4-9 De geheugenmodule plaatsen
3
2
1
1. Inkeping 3. Onderste sleuf
2. Bovenste sleuf
De vormgeving van het product verschilt per model.
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of
paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het
geheugen veroorzaken.
De onderste sleuf is gereserveerd voor de eerste geheugenmodule.
Gebruik de bovenste sleuf voor het uitbreidingsgeheugen. Als er
slechts één module is geïnstalleerd, gebruikt u de onderste sleuf.
Plaats de groeven aan de randen van de geheugenmodule tegenover
de vergrendellipjes op de connector en sluit de module stevig aan op
de connector. Als het u in eerste instantie niet lukt de
geheugenmodule te installeren, duwt u de vergrendellipjes voorzichtig
naar buiten met uw vinger.
Houd de module vast aan de linker- en rechterrand, de randen met de
groeven.
Gebruikershandleiding 4-33
8. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met de schroef.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
Afbeelding 4-10 Het afdekplaatje over de geheugenmodule plaatsen
2
1
1
2
1. Afdekplaatje geheugenmodule 2. Schroef
De vormgeving van het product verschilt per model.
9. Installeer de accu-eenheid. Raadpleeg zo nodig het gedeelte De accu-
eenheid vervangen.
10. Draai de computer om.
11. Zet de computer aan en controleer of het toegevoegde geheugen
wordt herkend door te klikken op Bureaublad -> Desktop Assist (op
taakbalk) -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging ->
Systeem.
Een geheugenmodule verwijderen
Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmodule wilt verwijderen:
1. Klik op Energie in de charm Instellingen en klik vervolgens op
Uitschakelen terwijl u de SHIFT-toets ingedrukt houdt. Let erop dat
het aan/uit-lampje uit is.
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3. Sluit het beeldscherm.
4. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid.
5. Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de
geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje
bevestigd om zoekraken te voorkomen.
6. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
7. Druk de veertjes naar buiten om de module los te maken. Eén uiteinde
van de module komt schuin omhoog.
Gebruikershandleiding 4-34
8. Pak de module bij de randen vast en verwijder hem uit de computer.
Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules en de
nabijgelegen schakelingen heet. Laat de geheugenmodules in dat
geval afkoelen tot kamertemperatuur alvorens ze te hanteren. Als u de
modules eerder aanraakt, kunt u zich branden.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het
geheugen veroorzaken.
Afbeelding 4-11 De geheugenmodule verwijderen
3
2
1
1
1. Klemmetjes
De vormgeving van het product verschilt per model.
9. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met de schroef.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
10. Installeer de accu-eenheid.
11. Draai de computer om.
Geheugenmedia
Deze computer is uitgerust met een geheugenmediasleuf waarin u
verschillende soorten geheugenmedia met diverse capaciteiten kunt
plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten
zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf
terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven,
nietjes en paperclips in de computer of het toetsenbord terechtkomen.
Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de
Gebruikershandleiding 4-35
computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
Voor gebruik van een miniSD/microSD-kaart is een adapter vereist.
Houd er rekening mee dat niet alle geheugenmedia zijn getest op een
correcte werking. Er kan derhalve niet worden gegarandeerd dat alle
geheugenmedia probleemloos functioneren.
De sleuf ondersteunt geen Magic Gate-functies.
Afbeelding 4-12 Voorbeelden van geheugenmedia
Secure Digital (SD)-kaart microSD-kaartadapter en
microSD-kaart
MultiMediaCard (MMC)
Aandachtspunten met betrekking tot
geheugenkaarten
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure
Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal
kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal dus
niet op andere computers of apparaten afspelen of naar andere computers
of apparaten kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen
verveelvoudigen voor privégebruik.
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg van de manier waarop u SD-
geheugenkaarten kunt onderscheiden van SDHC- en SDXC-
geheugenkaarten.
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zien er vrijwel hetzelfde uit.
Het logo op geheugenkaarten verschilt echter, zodat u bij aanschaf
goed op het logo moet letten.
Het logo van een SD-geheugenkaart is (
).
Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ( ).
Het logo van een SDXC-geheugenkaart is ( ).
Gebruikershandleiding 4-36
De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De
maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 32 GB. De
maximale capaciteit van SDXC-geheugenkaarten is 64 GB.
Formattering van geheugenmedia
Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen.
Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een
apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd
conform specifieke normen. Als u een geheugenkaart opnieuw formatteert,
dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale camera of
digitale audiospeler, dat geheugenkaarten gebruikt en niet met de
formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het
beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg
kan met het kopieerbeveiligingssysteem.
Behandeling van schijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van
kaarten in acht.
Buig kaarten niet.
Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats.
Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig
of vuil worden.
Plaats de kaart na gebruik terug in de houder.
De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.
Laat een kaart niet gedeeltelijk in de sleuf zitten. Duw de kaart in de
sleuf totdat deze vastklikt.
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u
geen gegevens wilt vastleggen.
Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens.
Schrijf niet naar een kaart als de accu bijna leeg is. Een laag
energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten.
Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 4-37
De schrijfbeveiliging
Geheugenkaarten hebben een schrijfbeveiliging.
SD-kaart (SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, SDXC-
geheugenkaart)
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen
gegevens wilt vastleggen.
Geheugenmedia plaatsen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmedium wilt
plaatsen:
1. Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen
delen) naar beneden zijn gericht.
2. Plaats het geheugenmedium in de geheugenmediasleuf aan de
voorkant van de computer.
3. Duw het geheugenmedium voorzichtig aan tot dit stevig vastzit. Het
geheugenmedium komt gedeeltelijk uit de sleuf naar voren.
Afbeelding 4-13 Geheugenmedia plaatsen
2
1
1. Geheugenmediasleuf 2. Geheugenmedium
Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u
dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet
meer verwijderen.
Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia
plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan
statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
Schakel niet over op de slaapstand of de sluimerstand terwijl
bestanden worden gekopieerd. Hierdoor kunnen gegevens verloren
gaan.
Geheugenmedia verwijderen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. Voer de volgende stappen uit om een geheugenmedium te
verwijderen:
Gebruikershandleiding 4-38
1. Klik op de tegel Bureaublad en open het pictogram Hardware veilig
verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk.
2. Selecteer geheugenmedia.
3. Verwijder nu het medium.
Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt
terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans
dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de
slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer
instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren
gaan.
Verwijder niet alleen de miniSD/microSD-kaart terwijl u de adapter in
de geheugenmediasleuf laat zitten.
Extern beeldscherm
U kunt de weergavemogelijkheden van uw computer uitbreiden met extra
beeldschermen.
Met extra beeldschermen kunt u uw bureaublad delen of het bureaublad
uitbreiden.
Een extern beeldscherm aansluiten
Uw computer wordt geleverd met een ingebouwd scherm, maar u kunt ook
andere externe beeldschermen aansluiten via de beschikbare poorten op
de computer.
Sommige modellen kunnen een functie voor drie monitoren bieden, waarbij
het beeld op drie monitoren onafhankelijk kan worden weergegeven.
Poort voor externe RGB-monitor
Op de computerpoort voor een externe RGB-monitor kan een externe
analoge monitor worden aangesloten. Voer de volgende stappen uit om
een externe analoge monitor aan te sluiten:
1. Sluit de RGB-kabel aan op de poort voor een externe RGB-monitor.
Afbeelding 4-14 De RGB-kabel aansluiten op de poort voor een externe RGB-
monitor
2
1
1. Poort voor externe RGB-monitor
2. RGB-kabel
Gebruikershandleiding 4-39
De poort voor een externe RGB-monitor bevat geen
bevestigingsschroeven voor een monitorkabel. Monitorkabels met
bevestigingsschroeven kunnen echter wel worden gebruikt.
2. Zet de externe monitor aan.
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend en
wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor betreft.
Als het bureaublad wordt weergegeven op een externe analoge monitor,
wordt dit soms in het midden van de monitor weergegeven met zwarte
balken rondom (in een klein formaat).
Raadpleeg in dat geval de handleiding van de monitor en stel een
weergavemodus in die door de monitor wordt ondersteund. Het bureaublad
wordt dan weergegeven op een geschikte grootte met de juiste hoogte-
breedteverhouding.
De HDMI-uit-poort
De HDMI-poort (High-Definition Multimedia Interface) zet zowel video- als
audiogegevens digitaal over zonder dat de kwaliteit hierbij afneemt. HDMI-
compatibele externe beeldschermen, waaronder televisies, kunnen via de
HDMI-poort worden aangesloten.
Als u een HDMI-compatibel apparaat wilt aansluiten, voert u de volgende
stappen uit:
Aangezien niet van alle HDMI-beeldschermen de werking van de poorten
is gecontroleerd, werken sommige HDMI-beeldschermen mogelijk niet
correct.
Als u een apparaat wilt aansluiten op de HDMI-poort, moet u een HDMI-
kabel kopen.
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uit-poort
van het HDMI-apparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uit-poort
van de computer.
3. Zet het HDMI-weergaveapparaat aan.
Afbeelding 4-15 De HDMI-uit-poort aansluiten
1
2
1. HDMI-uit-poort
2. HDMI-kabel
Gebruikershandleiding 4-40
In de volgende omstandigheden mag u een HDMI-apparaat niet aansluiten
of loskoppelen:
Het systeem wordt opgestart.
Het systeem wordt afgesloten.
Wanneer u een televisie of externe monitor aansluit op de HDMI-poort,
moet het beelduitvoerapparaat zijn ingesteld op HDMI.
Wanneer u de HDMI-kabel loskoppelt en weer aansluit, dient u minstens 5
seconden te wachten voordat u de HDMI-kabel weer aansluit.
Wanneer u het beelduitvoerapparaat wijzigt, wordt het afspeelapparaat
mogelijk niet automatisch gewijzigd. In dit geval stelt u het afspeelapparaat
in op hetzelfde apparaat als het beelduitvoerapparaat door het
afspeelapparaat als volgt aan te passen:
1. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid.
2. Selecteer op het tabblad Afspelen het afspeelapparaat waarnaar u wilt
overschakelen.
3. Als u de interne luidsprekers van de computer wilt gebruiken, selecteert
u Luidsprekers. Als u de televisie of externe monitor wilt gebruiken die u
op de computer hebt aangesloten, selecteert u een ander afspeelapparaat.
4. Klik op de knop Standaard.
5. Klik op OK om het dialoogvenster Geluid te sluiten.
Instellingen voor beeldweergave op HDMI
Als u beelden op een HDMI-apparaat wilt weergeven, dient u de volgende
instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk niets
weergegeven.
Selecteer het weergaveapparaat met behulp van de functietoets voordat u
de video afspeelt. Kies tijdens het afspelen geen ander weergaveapparaat.
Kies geen ander weergaveapparaat in de volgende situaties:
Terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven.
Terwijl er communicatie plaatsvindt.
HD-formaat selecteren
Voer de onderstaande stappen uit om de weergavemodus te selecteren:
1. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Configuratiescherm.
2. Klik op Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen.
3. Klik op Beeldscherm.
4. Klik op Beeldscherminstellingen wijzigen.
5. Klik op Geavanceerde instellingen.
Gebruikershandleiding 4-41
6. Klik op Alle modi weergeven.
7. Selecteer een van de volgende modi bij Alle modi weergeven.
Draadloze weergave
Sommige modellen ondersteunen Intel Wireless Display (Intel WiDi), een
draadloze technologie die Wi-Fi gebruikt om het mogelijk te maken de
computer draadloos te verbinden met externe beeldschermen, met inbegrip
van tv's, die als schermuitbreiding worden gebruikt. Met Intel WiDi kunnen
documenten, gestreamde/lokale media of andere online inhoud draadloos
met anderen worden gedeeld.
Als u Intel WiDi wilt gebruiken, is een van de volgende apparaten vereist:
Een compatibel extern beeldscherm met ingebouwde ondersteuning
van Intel WiDi.
Een extern beeldscherm met HDMI-poort en een digitale adapter met
Intel WiDi.
De adapter is een apparaat dat via de HDMI-poort op het externe
beeldscherm wordt aangesloten en Wi-Fi-signalen van de computer
kan ontvangen.
Typ 'Intel WiDi' in het startscherm en klik op Intel(R) WiDi. De Intel WiDi-
toepassing wordt gestart en u bent gereed om de verbinding te starten.
Voor meer informatie over het voltooien van de verbinding raadpleegt u de
Help van de toepassing.
Bepaalde media met kopieerbeveiliging kunnen mogelijk niet op externe
beeldschermen worden afgespeeld via Intel WiDi.
De beeldscherminstellingen wijzigen
Nadat een of meer externe beeldschermen zijn aangesloten, kan het
besturingssysteem automatische de beeldscherminstellingen detecteren,
identificeren en configureren.
U kunt ook handmatig beheren hoe de externe schermen werken en de
scherminstellingen wijzigen door op P te drukken terwijl u de Windows-
toets ( ) ingedrukt houdt. Als u het externe beeldscherm loskoppelt
voordat u de computer uitschakelt, moet u eerst overschakelen naar het
interne scherm.
Beveiligingsslot
Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot
voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of
door onbevoegden wordt verwijderd. Aan de rechterkant van de computer
bevindt zich een sleuf voor een beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van
een kabel aan bijvoorbeeld een bureau en het andere uiteinde aan de sleuf
voor het beveiligingslot. De methoden voor het bevestigen van
Gebruikershandleiding 4-42
beveiligingskabels verschillen per product. Raadpleeg voor meer informatie
de instructies bij het product dat u gebruikt.
Het beveiligingsslot aansluiten
Voer de onderstaande stappen uit om een beveiligingskabel aan te sluiten:
1. Draai de computer met de rechterkant naar u toe.
2. Lijn de beveiligingskabel uit met de sleuf van het beveiligingsslot en
zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
Afbeelding 4-16 Beveiligingsslot
2
1
1. Sleuf beveiligingsslot 2. Beveiligingsslot
Optionele TOSHIBA-accessoires
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door
een aantal opties en accessoires toe te voegen. In de volgende lijst vindt u
informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of
TOSHIBA-leverancier:
Geheugenkit DDR3/DDR3L-1600/1866-geheugenmodules
kunnen gemakkelijk in de computer worden
geïnstalleerd.
Het beschikbare optionele geheugen hangt af
van de TOSHIBA-autorisatie.
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee
om voor elke locatie een extra netadapter te
kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee
te nemen.
Accu-eenheid Een extra accu-eenheid als reserve of ter
vervanging. Raadpleeg het gedeelte Accu voor
meer informatie.
Geluidssysteem en videomodus
In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.
Gebruikershandleiding 4-43
Volume Mixer
Met het hulpprogramma Volumemixer kunt u het afspeelvolume regelen
van apparaten en toepassingen onder Windows.
U start het hulpprogramma Volumemixer door te klikken op
Bureaublad, met de rechtermuisknop te klikken op het
luidsprekerpictogram op de taakbalk en Volumemixer openen te
selecteren in het submenu.
U past het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon aan door te
schuifregelaar Luidsprekers te verslepen.
Als u het volume wilt aanpassen van een toepassing die u gebruikt,
versleept u de schuifregelaar van de desbetreffende toepassing.
Microfoonvolume
Volg de onderstaande stappen om het opnamevolume van de microfoon te
wijzigen.
1. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de
taakbalk en selecteer Opnameapparaten in het submenu.
2. Selecteer Microfoon en klik op Eigenschappen.
3. Versleep de schuifregelaar Microfoon op het tabblad Niveaus om het
volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar
Microfoonversterking naar een hoger niveau.
DTS Studio Sound
DTS Studio Sound™ is een suite programma's voor audioverbetering die
revolutionaire audiotechnologie gebruikt om de meest overrompelende en
natuurgetrouwe luisterbeleving te bieden die ooit mogelijk was in een
configuratie met twee luidsprekers.
DTS Studio Sound wordt bij sommige modellen geleverd. Dit ondersteunt
de volgende functies:
Geavanceerde audioweergave voor 2D- en 3D-video-inhoud voor een
levensechte surround-sound
Accurate plaatsing van audiocues voor een overrompelende surround-
sound bij elke luidsprekerconfiguratie van laptop-/desktopluidsprekers
of een hoofdtelefoon
Brede 'sweet spot' met een verbeterd geluidsbeeld
Maximale volume-uitvoer met een maximaal volume zonder afkapping
of vervorming
Verbetering van spraak voor heldere en verstaanbare stemmen
Basverbetering voor rijke lage frequenties
Heldere hoge frequenties voor heldere details
Consistent volumeniveau voor de gehele inhoud
U opent dit hulpprogramma door te klikken op Bureaublad -> Desktop
Assist (op taakbalk) -> Media & entertainment -> DTS Studio Sound.
Gebruikershandleiding 4-44
Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie http://
patents.dts.com.
Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing Limited.
DTS Sound
DTS Sound™ gebruikt geavanceerde, gepatenteerde technieken om
audiocues die diep in het originele geluidsmateriaal verborgen liggen op te
sporen en zo een allesomvattende surround sound te creëren, compleet
met diepe, rijke bassen en kristalheldere spraak.
DTS Sound wordt bij sommige modellen geleverd. Dit ondersteunt de
volgende functies:
Allesomvattende surround sound met verbeterde bassen en spraak.
Brede 'sweet spot' met een verbeterd geluidsbeeld
Verbeterde volume-uitvoer met een maximaal volume zonder
afkapping of vervorming
Verbetering van spraak voor heldere en verstaanbare stemmen
Basverbetering voor rijke lage frequenties
Heldere hoge frequenties voor heldere details
U opent dit hulpprogramma door te klikken op Bureaublad -> Desktop
Assist (op taakbalk) -> Media & entertainment -> DTS Sound.
Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie http://
patents.dts.com.
Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing Limited.
Videomodus
De video-instellingen worden ingesteld in het dialoogvenster
Schermresolutie.
U opent het dialoogvenster Schermresolutie door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Configuratiescherm ->
Vormgeving en persoonlijke instellingen -> Beeldscherm ->
Beeldscherminstellingen wijzigen.
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (bijvoorbeeld een 3D-toepassing of
als u een video afspeelt), kan er sprake zijn van een schokkerig of
knipperend beeld of van het wegvallen van beeld.
Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct
wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-45
Hoofdstuk 5
Hulpprogramma's en
geavanceerd gebruik
In dit hoofdstuk worden de hulpprogramma's en speciale voorzieningen
van deze computer beschreven en wordt het geavanceerde gebruik van
bepaalde hulpprogramma's toegelicht.
Hulpprogramma's en toepassingen
In deze paragraaf worden de op de computer voorgeïnstalleerde
hulpprogramma's beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma's
start. Raadpleeg indien van toepassing de online handleiding, de Help-
bestanden of het bestand Leesmij.txt bij elk hulpprogramma voor informatie
over toepassing en het gebruik.
Alle hier beschreven hulpprogramma's zijn toegankelijk via Bureaublad ->
Desktop Assist (op taakbalk).
Daarnaast kunnen sommige hulpprogramma's ook worden gestart via het
startscherm of een snelkoppeling op het bureaublad.
TOSHIBA Desktop
Assist
TOSHIBA Desktop Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u toegang krijgt tot
speciale toepassingen en TOSHIBA-
hulpprogramma's die het gebruik en de
configuratie van de computer vereenvoudigen.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk).
Gebruikershandleiding 5-1
TOSHIBA-
weergavehulppro-
gramma
Het TOSHIBA-weergavehulpprogramma omvat
het hulpprogramma Tekstgrootte bureaublad, het
hulpprogramma Scherm splitsen en andere
instellingen.
Met Tekstgrootte bureaublad kunt u de tekst op
het bureaublad groter of kleiner maken op basis
van uw gebruik en voorkeur. U kunt de
tekstgrootte op het scherm en in de titelbalk van
vensters wijzigen door de tekstschaal te wijzigen.
Wanneer de schaal kleiner is, wordt meer
informatie tegelijk op het scherm weergegeven,
maar wordt de tekst kleiner. Wanneer de schaal
groter is, wordt minder informatie tegelijk op het
scherm weergegeven, maar wordt de tekst
groter.
U kunt het hulpprogramma Scherm splitsen zelf
installeren. Met het hulpprogramma Scherm
splitsen kunt u meerdere schermzones op het
scherm maken en actieve vensters aanpassen
binnen deze zones.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Hulpprogramma's ->
Weergavehulpprogramma.
Voor meer informatie over de hulpprogramma's
Tekstgrootte bureaublad en Scherm splitsen
raadpleegt u het Help-bestand.
TOSHIBA-
wachtwoordhulppro-
gramma
Met dit hulpprogramma kunt u een wachtwoord
instellen om de toegang tot de computer te
beperken.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Hulpprogramma's ->
Wachtwoordhulpprogramma.
TOSHIBA-
systeeminstellingen
Met dit programma kunt u uw hardware-
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de
randapparaten die u gebruikt.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Hulpprogramma's -> Systeeminstellingen.
Gebruikershandleiding 5-2
TOSHIBA
Vasteschijfversnelling
Met het hulpprogramma TOSHIBA
Vasteschijfversnelling kunt u de
toegangssnelheid van de vaste schijf verbeteren
door een deel van het hoofdgeheugen van de
computer als cache te gebruiken.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Hulpprogramma's -> Systeeminstellingen ->
Vasteschijfversnelling.
TOSHIBA VIDEO
PLAYER
Deze software wordt meegeleverd voor het
afspelen van DVD-video. U opent dit
hulpprogramma door te klikken op Bureaublad -
> Desktop Assist (op taakbalk) -> Media &
entertainment -> TOSHIBA VIDEO PLAYER.
Raadpleeg het Help-bestand voor meer
informatie over het gebruik van TOSHIBA VIDEO
PLAYER.
TOSHIBA eco Utility Deze computer beschikt over een 'ecostand'. In
deze stand worden de prestaties van sommige
apparaten iets verminderd om zo het
stroomverbruik te verlagen. Als u deze stand
doorlopend gebruikt, is de energiebesparing
meetbaar.
TOSHIBA eco Utility helpt het energieverbruik
van de computer regelen. Verschillende soorten
informatie kunnen u helpen te begrijpen in welke
mate u bijdraagt aan het milieu.
Bovendien bevat dit hulpprogramma een
piekverschuivingsfunctie die kan helpen het
stroomverbruik tijdens piekperioden te
verminderen door een deel van het
stroomverbruik te verschuiven naar perioden met
een lager stroomverbruik.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Hulpprogramma's -> eco Utility.
Voor meer informatie over TOSHIBA eco Utility
raadpleegt u het Help-bestand.
Gebruikershandleiding 5-3
TOSHIBA Blu-ray
Disc Player
Deze software wordt meegeleverd voor
weergave van een Blu-ray Disc™. De speler
heeft een scherminterface en -functies. U start dit
hulpprogramma door te klikken op Bureaublad -
> Desktop Assist (op taakbalk) -> Media &
entertainment -> TOSHIBA Blu-ray Disc
Player. Raadpleeg het Help-bestand voor meer
informatie over het gebruik van TOSHIBA Blu-ray
Disc Player.
TOSHIBA Media
Player van sMedio
TrueLink+
Deze software is een multimediaspeler die kan
worden gebruikt om video, muziek en foto's weer
te geven.
Toshiba Media Player kan inhoud afspelen uit
een lokale bibliotheek, in een thuisnetwerk of op
SkyDrive.
U opent dit programma door te klikken op het
pictogram Media Player op het startscherm.
Raadpleeg de zelfstudie en online Help voor
meer informatie.
TOSHIBA-functietoets Met dit hulpprogramma kunt u bepaalde functies
uitvoeren door te drukken op de opgegeven
toets, al dan niet in combinatie met de FN-toets.
U stelt dit hulpprogramma in door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Hulpprogramma's -> Functietoets.
Voor meer informatie raadpleegt u het gedeelte
Functietoets.
TOSHIBA Service
Station
Met deze toepassing kan de computer
automatisch zoeken naar updates van TOSHIBA-
software of andere waarschuwingen van
TOSHIBA die specifiek zijn voor uw
computersysteem en de programma's die erop
staan. Als deze toepassing is ingeschakeld,
wordt regelmatig een klein aantal
systeemgegevens naar onze servers verzonden.
Deze gegevens worden behandeld in
overeenstemming met de regels en voorschriften
en met wetten voor gegevensbescherming.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Ondersteuning & herstel -> Service Station.
Gebruikershandleiding 5-4
TOSHIBA PC Health
Monitor
De toepassing TOSHIBA PC Health Monitor
controleert diverse systeemfuncties, zoals
stroomverbruik, accustatus en systeemkoeling,
en informeert u over belangrijke
systeemomstandigheden. Deze toepassing
herkent het serienummer van het systeem en
van afzonderlijke onderdelen en houdt specifieke
activiteiten bij met betrekking tot het gebruik
ervan.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Ondersteuning & herstel -> PC Health
Monitor.
Voor meer informatie over TOSHIBA PC Health
Monitor raadpleegt u het Help-bestand.
TOSHIBA Resolution
+-invoegtoepassing
voor Windows Media
Player
Met deze invoegtoepassing kunt u wmv- en mp4-
video's converteren met Windows Media Player.
Voor meer informatie raadpleegt u de Help van
de TOSHIBA Resolution+-invoegtoepassing voor
Windows Media Player.
U opent de Help door te klikken op Bureaublad -
> Desktop Assist (op taakbalk) -> Media &
entertainment -> TOSHIBA Resolution+-
invoegtoepassing voor Windows Media
Player - Help.
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, hebt u mogelijk niet alle
bovengenoemde software.
Speciale voorzieningen
De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn
geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer
vergemakkelijken.
U hebt toegang tot elke functie door de volgende stappen uit te voeren.
*1
U opent Energiebeheer door te klikken op Bureaublad -> Desktop
Assist (op taakbalk) -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging
-> Energiebeheer.
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen
*1
Met deze functie wordt het beeldscherm van de
computer automatisch uitgeschakeld als het
toetsenbord een bepaalde tijd niet is gebruikt.
Het scherm wordt weer ingeschakeld als er een
toets wordt ingedrukt. Dit kan worden ingesteld
via Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 5-5
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen
*1
Met deze functie wordt de vaste schijf
automatisch uitgeschakeld als een bepaalde tijd
geen activiteit op de vaste schijf heeft
plaatsgevonden. De vaste schijf wordt
ingeschakeld wanneer deze weer wordt gebruikt.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Systeem automatisch
in slaapstand/
sluimerstand
*1
Met deze functie wordt het systeem automatisch
in de slaapstand of de sluimerstand gezet als
een bepaalde tijd lang geen invoer of
hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. Dit kan
worden ingesteld via Energiebeheer.
Wachtwoord voor
opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging
om ongeoorloofd gebruik van uw computer te
voorkomen.
Intelligente
stroomvoorziening
*1
Een microprocessor in de intelligente
stroomvoorziening van de computer detecteert
de acculading en berekent automatisch de
resterende accucapaciteit; de elektronische
onderdelen worden beschermd tegen abnormale
omstandigheden zoals extreme spanningspieken
vanuit de netadapter. Dit kan worden ingesteld
via Energiebeheer.
Energiebesparings-
modus
*1
Met deze voorziening kunt u de computer
configureren om accu-energie te besparen. Dit
kan worden ingesteld via Energiebeheer.
In-/uitschakelen via
LCD
*1
Met deze functie wordt de computer automatisch
uitgeschakeld wanneer het LCD-scherm wordt
gesloten en weer ingeschakeld zodra het scherm
wordt geopend. Dit kan worden ingesteld via
Energiebeheer.
Automatische
sluimerstand bij lage
acculading
*1
Als de acculading zover is gedaald dat u de
computer niet meer kunt gebruiken, wordt
automatisch de sluimerstand geactiveerd en
wordt het systeem afgesloten. Dit kan worden
ingesteld via Energiebeheer.
Slaapstand Als u uw werk moet onderbreken, kunt u met
deze functie de computer uitschakelen zonder de
software te hoeven sluiten De gegevens worden
opgeslagen in het hoofdgeheugen van de
computer, zodat u kunt verder werken waar u
was gebleven wanneer u de computer weer
aanzet.
Gebruikershandleiding 5-6
Sluimerstand Met deze functie kunt u de stroom naar de
computer uitschakelen zonder de software te
hoeven sluiten. De inhoud van het
hoofdgeheugen wordt automatisch op de vaste
schijf opgeslagen, zodat u uw werk kunt
hervatten op de plaats waar u was opgehouden
wanneer u de computer weer aanzet. Raadpleeg
het gedeelte De computer uitschakelen voor
meer informatie.
De functie USB-
activering
Deze functie herstelt de computer uit de
slaapstand, afhankelijk van de externe apparaten
die op de USB-poorten zijn aangesloten.
Als bijvoorbeeld een muis of USB-toetsenbord is
aangesloten op een USB-poort, wordt de
computer geactiveerd als u met een muisknop
klikt of een toets op het toetsenbord indrukt.
Warmteverspreiding
*1
Om de processor tegen oververhitting te
beschermen, is deze voorzien van een interne
temperatuursensor die een ventilator inschakelt
of de verwerkingssnelheid verlaagt indien de
interne temperatuur van de computer een
bepaald niveau bereikt. U kunt instellen of u deze
temperatuur wilt regelen door eerst de ventilator
aan te zetten en daarna zo nodig de
processorsnelheid te verlagen of vice versa.
Deze functies worden beide ingesteld via
Energiebeheer.
Zodra de temperatuur van de processor tot een
normaal niveau is gedaald, werken de ventilator
en de processor weer op de standaardsnelheid.
Als de temperatuur van de processor bij een van
beide instellingen een onaanvaardbaar hoog
niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In
dat geval gaan alle niet-opgeslagen gegevens in
het geheugen verloren.
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma
Het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma biedt twee niveaus van
wachtwoordbeveiliging: Gebruiker en Supervisor.
Wachtwoorden die met het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma worden
ingesteld, verschillen van het Windows-wachtwoord.
Gebruikershandleiding 5-7
Gebruikerswachtwoord
U start het hulpprogramma door te klikken op de volgende items:
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's ->
Wachtwoordhulpprogramma -> Gebruikerswachtwoord
Gebruikersverificatie is mogelijk vereist om de gebruikersrechten te
controleren wanneer u 'TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma' gebruikt om
wachtwoorden te verwijderen, te wijzigen en dergelijke.
Instellen (knop)
Klik op deze knop om een wachtwoord te registreren. Na het instellen
van een wachtwoord wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren
wanneer u de computer opstart.
Nadat u het wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt er een
dialoogvenster met de vraag of u het wachtwoord op een ander
medium wilt opslaan. Als u het wachtwoord vergeet, kunt u het
wachtwoordbestand op een andere computer openen. Bewaar de
diskette/schijf met het wachtwoordbestand op een veilige plaats.
Wanneer u de tekenreeks invoert om het wachtwoord te registreren,
dient u elk teken via het toetsenbord te typen. Voer het wachtwoord
niet in als ASCII-code of door middel van kopiëren en plakken.
Controleer bovendien of het geregistreerde wachtwoord correct is
door de tekenreeks naar het wachtwoordbestand uit te voeren.
Wanneer u een wachtwoord invoert, gebruik dan geen tekens die u
maakt met behulp van de toetsen SHIFT of ALT, zoals ! of #.
Verwijderen (knop)
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te verwijderen. U
kunt een wachtwoord pas verwijderen nadat u het huidige wachtwoord
correct hebt ingevoerd.
Wijzigen (knop)
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te wijzigen. U
kunt een wachtwoord pas wijzigen nadat u het huidige wachtwoord
correct hebt ingevoerd.
Eigenaarsreeks (tekstvak)
U kunt dit vak gebruiken om tekst aan het wachtwoord te koppelen.
Klik na het invoeren van de tekst op Toepassen of OK. Wanneer de
computer wordt gestart, wordt deze tekst weergegeven samen met
een melding waarin u om een wachtwoord wordt gevraagd.
Gebruik BIOS Setup als u het wachtwoord voor de vaste schijf of een
hoofdwachtwoord voor de vaste schijf wilt instellen, wijzigen of verwijderen.
Gebruikershandleiding 5-8
BIOS Setup starten.
1. Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw
opstarten.
2. Houd de toets F2 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los. Het hulpprogramma BIOS Setup wordt
geladen.
U sluit BIOS Setup door te drukken op F10 en daarna op ENTER om
de wijzigingen te accepteren. De computer wordt opnieuw opgestart.
Als u het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf vergeet, kan
TOSHIBA u NIET helpen en wordt de vaste schijf VOLLEDIG en
VOORGOED ONBRUIKBAAR. TOSHIBA kan NIET verantwoordelijk
worden gesteld voor verlies van gegevens, voor het feit dat de vaste
schijf niet bruikbaar of toegankelijk is of voor enig ander verlies dat u
of een persoon in uw organisatie lijdt doordat de vaste schijf niet meer
toegankelijk is. Stel geen gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf in
als u dit risico niet aanvaardt.
Wanneer u het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf opslaat,
moet u de computer uitschakelen en opnieuw opstarten. Als u de
computer niet uitschakelt en opnieuw opstart, worden de opgeslagen
gegevens mogelijk niet correct toegepast. Raadpleeg De computer
inschakelen voor meer informatie over het uitschakelen of opnieuw
opstarten van de computer.
Supervisorwachtwoord
Als u een supervisorwachtwoord instelt, zijn bepaalde functies mogelijk
beperkt wanneer een gebruiker zich aanmeldt met het
gebruikerswachtwoord. U stelt als volgt een supervisorwachtwoord in:
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's ->
Wachtwoordhulpprogramma -> Supervisorwachtwoord
Met dit hulpprogramma kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
Het supervisorwachtwoord registreren of verwijderen.
Beperkingen voor gewone gebruikers opgeven.
De computer starten met een wachtwoord
Als u al een gebruikerswachtwoord hebt geregistreerd, is er één manier om
de computer op te starten:
Voer het wachtwoord handmatig in.
Gebruikershandleiding
5-9
Het wachtwoord is alleen nodig als de computer is afgesloten in de
sluimertand of de opstartmodus. U hebt het niet nodig in de slaapstand en
bij opnieuw starten.
Voer de volgende stappen uit als u een wachtwoord handmatig wilt
invoeren:
1. Schakel de computer in volgens de instructies in het gedeelte Aan de
slag. Het volgende bericht wordt weergegeven:
Wachtwoord invoeren [ ]
Op dit punt werken de functietoetsen niet. U kunt ze pas weer gebruiken
nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
2. Voer het wachtwoord in.
3. Druk op ENTER.
Als u het wachtwoord driemaal achter elkaar onjuist invoert of als u niet
binnen één minuut een wachtwoord invoert, wordt de computer
uitgeschakeld. In dit geval werken functies die de computer automatisch
inschakelen (zoals Activering op LAN, Taakplanner en dergelijke) mogelijk
niet. U moet de computer opnieuw inschakelen en het wachtwoord
opnieuw proberen in te voeren.
TOSHIBA-systeeminstellingen
TOSHIBA-systeeminstellingen is een TOSHIBA-hulpprogramma voor
configuratiebeheer dat beschikbaar is via het Windows-besturingssysteem.
U start TOSHIBA-systeeminstellingen door te klikken op Bureaublad ->
Desktop Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's ->
Systeeminstellingen.
Het venster TOSHIBA-systeeminstellingen bevat een aantal tabbladen
waarop u specifieke functies van de computer kunt configureren.
Er zijn ook drie knoppen aanwezig: OK, Annuleren en Toepassen.
OK Bevestigt uw wijzigingen en sluit het venster
TOSHIBA-systeeminstellingen.
Annuleren Sluit het venster zonder uw wijzigingen door te
voeren.
Toepassen Bevestigt al uw wijzigingen zonder het venster
TOSHIBA-systeeminstellingen te sluiten.
Sommige opties worden grijs weergegeven, zodat u de status ervan kunt
controleren.
Het venster TOSHIBA-systeeminstellingen kan de volgende tabbladen
bevatten:
Gebruikershandleiding 5-10
Algemeen: hier ziet u de huidige BIOS-versie en kunt u de
standaardwaarde van bepaalde instellingen wijzigen
Slaapstand en laden/Slaapstand en muziek: hier kunt u geavanceerde
functies instellen voor de slaapstand, de sluimerstand en de
uitgeschakelde stand.
CPU: hier kunt u instellingen voor de CPU selecteren
Beeldscherm: hier kunt u aangeven of het interne LCD-scherm en/of
de externe monitor wordt gebruikt wanneer de computer wordt
opgestart
Opstartopties: hier kunt u de volgorde wijzigen waarin de computer op
stations zoekt naar het besturingssysteem.
Toetsenbord; hier kunt u de functie Activeren via toetsenbord instellen
en de functietoetsen configureren
USB: hier kunt u instellingen voor USB selecteren
SATA: hier kunt u instellingen voor SATA selecteren
LAN: hier kunt u instellingen voor LAN selecteren
De instellingen en opties die hier worden beschreven hangen af van het
aangeschafte model.
Nadat u de instellingen hebt gewijzigd, kan een dialoogvenster worden
weergegeven waarin wordt vermeld dat de wijzigingen worden toegepast
nadat u de computer opnieuw hebt opgestart. Zorg dat u de computer
direct opnieuw opstart om deze wijzigingen toe te passen.
Opladen via USB
Uw computer kan via een USB-poort van stroom (5 V gelijkstroom)
voorzien.
De poort met het pictogram (
) (hierna 'compatibele poort' genoemd)
ondersteunt de volgende functies:
USB-slaapstand en laden
CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system
USB-slaapstand en laden
U kunt de functie 'Slaapstand en laden' gebruiken om bepaalde externe
USB-compatibele apparaten op te laden, zoals mobiele telefoons of
draagbare digitale muziekspelers. Uw computer kan een compatibele USB-
poort van stroom (5 V gelijkstroom) voorzien, zelfs als de computer is
uitgeschakeld. Met 'uitgeschakeld' wordt bedoeld dat de computer in de
slaapstand of de sluimerstand staat of volledig is uitgeschakeld.
U stelt de functie 'USB-slaapstand en laden' in door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's ->
Systeeminstellingen -> Slaapstand en laden.
Verplaats de schuifregelaar om de functie Slaapstand en laden in of uit te
schakelen.
Gebruikershandleiding 5-11
De functie Slaapstand en laden werkt mogelijk niet bij bepaalde
externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de USB-
specificatie. Zet in die gevallen de computer aan om het apparaat op
te laden.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, krijgen
compatibele USB-poorten stroom (5 V gelijkstroom), zelfs als de
computer is uitgeschakeld. Er wordt ook stroom (5 V) geleverd aan
externe apparaten die op de compatibele USB-poorten zijn
aangesloten. Sommige externe apparaten kunnen echter niet alleen
via USB-stroom (5 V) worden opgeladen. Neem voor de specificaties
van de externe apparaten contact op met de fabrikant van het
apparaat of raadpleeg de specificaties van het apparaat voordat u dit
gebruikt.
Externe apparaten opladen via de functie 'Slaapstand en laden' duurt
langer dan wanneer u de eigen lader van het apparaat gebruikt.
Als de functie Slaapstand en laden is ingeschakeld, zal de accu van
de computer ontladen als deze in de zuinige slaapstand staat of
wanneer de computer wordt uitgeschakeld. Het wordt aanbevolen de
netadapter op de computer aan te sluiten wanneer u de functie
Slaapstand en laden gebruikt.
Externe apparaten die stroom (5 V) krijgen via de USB-poorten van de
computer, kunnen altijd worden gebruikt.
Als de externe apparaten die op de compatibele poorten zijn
aangesloten, te veel stroom trekken, kan de toevoer van USB-stroom
(5 V) uit veiligheidsoverwegingen worden gestopt.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, werkt de functie
'USB-activering' mogelijk niet voor compatibele poorten. Als er in dat
geval een USB-poort zonder de functie Slaapstand en laden is, sluit u
de muis of het toetsenbord aan op die poort. Als alle USB-poorten
beschikken over de functie Slaapstand en laden, schakelt u de functie
Slaapstand en laden uit. De functie USB-activering werkt nu, maar de
functie Slaapstand en laden is uitgeschakeld.
Metalen paperclips of haarspelden genereren warmte als ze in contact
komen met een USB-poort. Voorkom daarom dat USB-poorten in contact
komen met metalen voorwerpen, bijvoorbeeld wanneer u de computer in
een tas draagt.
Uw pc biedt diverse oplaadmodi, zodat veel verschillende USB-apparaten
worden ondersteund door de functie Slaapstand en laden.
Automatische modus (standaard) is geschikt voor een groot aantal
digitale audiospelers. Terwijl u de automatische modus gebruikt, kan de
computer USB-busvoeding van maximaal 2,0 A leveren aan compatibele
poorten terwijl de computer is uitgeschakeld. Als een USB-apparaat niet
Gebruikershandleiding 5-12
kan worden opgeladen in de automatische modus, schakelt u over naar
de alternatieve modus.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt met bepaalde aangesloten
externe apparaten, ook al is de juiste modus geselecteerd. Schakel in dat
geval de functie uit en gebruik deze niet meer.
Sommige externe apparaten kunnen de automatische modus niet
gebruiken. Neem voor de specificaties van de externe apparaten contact
op met de fabrikant van het apparaat of raadpleeg de specificaties van het
apparaat voordat u dit gebruikt.
Gebruik altijd de USB-kabel die bij het USB-apparaat is geleverd.
Gebruik in accumodus
Met deze optie kunt u Slaapstand en laden in de accumodus in- en
uitschakelen. Tevens wordt de resterende capaciteit van de accu
weergegeven.
Verplaats de schuifregelaar om deze functie in of uit te schakelen.
Ingeschakeld Schakelt de functie Slaapstand en laden in de
accumodus in.
Uitgeschakeld De functie Slaapstand en laden kan alleen
worden ingeschakeld als de netadapter is
aangesloten.
Functies uitschakelen
wanneer het
accuniveau bereikt
Geef de minimale resterende accuduur aan door
de schuifregelaar te verplaatsen. Als de
resterende gebruiksduur van de accu onder deze
instelling valt, wordt de functie Slaapstand en
laden gestopt.
Deze instelling is alleen beschikbaar als
Gebruik in accumodus is ingeschakeld.
CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system
Deze functie schakelt CDP (Charging Downstream Port) in als u snel wilt
opladen via USB terwijl de computer is ingeschakeld. Als 'CDP-
oplaadmodus bij ingeschakeld systeem' is ingeschakeld, kan de computer
USB-busvoeding (5 V gelijkstroom, 1,5 A) leveren aan compatibele poorten
wanneer de computer is ingeschakeld.
U schakelt CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld systeem in door te klikken
op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's ->
Systeeminstellingen -> USB.
Ingeschakeld De USB-accu snel opladen met maximaal 1,5 A
terwijl de pc is ingeschakeld.
Uitgeschakeld De USB-accu op de normale manier opladen
terwijl de pc is ingeschakeld.
Gebruikershandleiding 5-13
De functie 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld systeem' werkt mogelijk
niet bij bepaalde externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de
USB-specificatie. Gebruik in dat geval een USB-poort zonder de functie
'USB-slaapstand en laden' of schakel 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld
systeem' uit.
Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten op de computer terwijl
een USB-poort van stroom (5 V gelijkstroom, 1,5 A) wordt voorzien.
Als de accucapaciteit te laag is om door te gaan, werkt 'CDP-oplaadmodus
bij ingeschakeld systeem' mogelijk niet. Sluit in dat geval de netadapter
aan en start de computer opnieuw op.
Gebruik altijd de USB-kabel die bij het USB-apparaat is geleverd.
Als 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld systeem' of 'USB-slaapstand en
laden' is ingeschakeld, werkt de functie 'USB-activering' niet. Gebruik in dat
geval een USB-poort zonder de functie 'USB-slaapstand en laden' of
schakel zowel 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld systeem' als 'USB-
slaapstand en laden' uit.
TOSHIBA Media Player van sMedio TrueLink+
Wanneer u TOSHIBA Media Player van sMedio TrueLink+ gebruikt, dient u
rekening te houden met de volgende beperkingen:
Opmerkingen betreffende het gebruik
Deze software is een multimediaspeler die kan worden gebruikt om video,
muziek en foto's weer te geven. Sommige bestanden kunnen echter
mogelijk niet normaal worden afgespeeld.
Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten terwijl TOSHIBA
Media Player actief is. Energiebesparende functies kunnen een
vloeiende weergave verstoren. Als TOSHIBA Media Player wordt
gebruikt op de accu, stelt u Energiebeheer in op 'Balans'.
De schermbeveiliging wordt uitgeschakeld terwijl TOSHIBA Media
Player een videobestand of een diashow met foto's weergeeft.
De computer wordt niet automatisch in de sluimerstand, slaapstand of
afsluitmodus gezet terwijl TOSHIBA Media Player actief is.
De functie die het beeldscherm automatisch uitschakelt, is
uitgeschakeld terwijl TOSHIBA Media Player een videobestand of een
diashow met foto's weergeeft.
De functie Resolution+ is speciaal bedoeld voor de interne monitor.
Schakel Resolution+ daarom uit als u een externe monitor gebruikt.
Tijdens de weergave van inhoud met een hoge bitsnelheid kunnen
frames wegvallen, kan het geluid overslaan of kunnen de
computerprestaties afnemen.
U kunt de bovenstaande problemen oplossen door Resolution+ uit te
schakelen.
Gebruikershandleiding 5-14
Tik/klik op de knop Vernieuwen in de app-opdrachten om de inhoud in
het bibliotheekscherm te vernieuwen. Dit wordt niet automatisch
vernieuwd.
Als de slaapstand, sluimerstand, uitgeschakelde stand actief is of
opnieuw wordt opgestart tijdens het uploaden van bestanden naar
SkyDrive, wordt de bewerking niet correct voltooid.
Deze app ondersteunt geen weergave van inhoud die is beveiligd met
DRM. Als u inhoud met DRM-beveiliging probeert weer te geven
terwijl Resolution+ is ingeschakeld, wordt deze app mogelijk gesloten.
Voor foto's die worden geüpload naar SkyDrive geldt een maximale
resolutie van 2048 x 2048 pixels. Foto's die groter zijn, worden
geschaald tot een maximale resolutie van 2048 x 2048 pixels.
Deze app ondersteunt geen DMS.
TOSHIBA Media Player van sMedio TrueLink+
gebruiken
Voer de volgende stappen uit om een videobestand uit een lokale
bibliotheek af te spelen:
1. Klik op My Local Library (Mijn lokale bibliotheek) op de startpagina
van TOSHIBA Media Player.
2. Klik op het videobestand dat u wilt weergeven.
Voer de volgende stappen uit om een muziekbestand uit een lokale
bibliotheek af te spelen:
1. Klik op My Local Library (Mijn lokale bibliotheek) op de startpagina
van TOSHIBA Media Player.
2. Klik op Music in de linkerbovenhoek van het scherm.
3. Selecteer het pictogram van de gewenste artiest of het gewenste
album.
4. Klik op het muziekbestand dat u wilt afspelen.
Voer de volgende stappen uit om een fotobestand uit een lokale bibliotheek
weer te geven:
1. Klik op My Local Library (Mijn lokale bibliotheek) op de startpagina
van TOSHIBA Media Player.
2. Klik op Photos in de linkerbovenhoek van het scherm.
3. Selecteer het pictogram van de gewenste map of datum.
4. Klik op de foto die u wilt weergeven.
TOSHIBA Media Player van sMedio TrueLink+ openen
De functies en het gebruik van TOSHIBA Media Player worden toegelicht
in de handleiding van TOSHIBA Media Player.
Voer de volgende stappen uit om de handleiding van TOSHIBA Media
Player te openen:
Klik op het pictogram Tutorials (Zelfstudies) op de startpagina van
TOSHIBA Media Player.
Gebruikershandleiding 5-15
Voer de volgende stappen uit om de online Help van TOSHIBA Media
Player te openen:
Wanneer TOSHIBA Media Player wordt uitgevoerd, klikt u op Help in de
charm Instellingen.
TOSHIBA PC Health Monitor
De toepassing TOSHIBA PC Health Monitor controleert diverse
systeemfuncties, zoals stroomverbruik, accustatus en systeemkoeling, en
informeert u over belangrijke systeemomstandigheden. Deze toepassing
herkent het serienummer van het systeem en van afzonderlijke onderdelen
en houdt specifieke activiteiten bij met betrekking tot de computer en het
gebruik ervan.
Het programma verzamelt onder andere de volgende informatie:
werkingsduur van het apparaat en het aantal activeringen of
statuswijzigingen (d.w.z. het aantal malen dat de aan/uit-knop en
combinaties met de FN-toets worden gebruikt, netadapter, accu, LCD,
ventilator, vaste schijf/SSD, geluidsvolume, functies voor draadloze
communicatie en USB-informatie), datum waarop het systeem voor het
eerst werd gebruikt, en het gebruik van computer en apparaten (zoals
energie-instellingen, accutemperatuur, het opladen van de accu, CPU,
geheugen, gebruiksduur van de schermverlichting en de temperatuur voor
diverse apparaten). De opgeslagen gegevens nemen een klein deel van de
totale ruimte van de vaste schijf in beslag, circa 10 MB of minder per jaar.
Deze informatie wordt gebruikt om de systeemstatus te bepalen en een
bericht over het effect hiervan op de prestaties van uw TOSHIBA-computer
te tonen. De informatie kan ook worden gebruikt om een diagnose van
problemen te stellen indien de computer onderhoud vereist door Toshiba of
een door Toshiba erkende servicedienst. Daarnaast kan TOSHIBA deze
informatie ook gebruiken voor kwaliteitscontrole en -analyse.
Onder voorwaarde van de bovenstaande beperkingen kunnen de
gegevens die zijn vastgelegd op de vaste schijf worden overgedragen aan
instanties buiten het land of de regio waarin u verblijft (zoals de Europese
Unie). Deze landen kunnen wel of niet beschikken over dezelfde wetten of
niveaus voor gegevensbeveiliging die zijn vereist in uw land of regio van
verblijf.
Nadat u TOSHIBA PC Health Monitor hebt ingeschakeld, kunt u dit op elk
gewenst moment uitschakelen door de software te verwijderen via Een
programma verwijderen in Configuratiescherm. Hiermee wordt tevens
alle verzamelde informatie van de vaste schijf/SSD verwijderd.
De software TOSHIBA PC Health Monitor vergroot of wijzigt op geen
enkele wijze de verplichtingen van Toshiba volgens de standaard beperkte
garantie. De voorwaarden en beperkingen in de standaard beperkte
garantie van Toshiba blijven van toepassing.
Gebruikershandleiding 5-16
TOSHIBA PC Health Monitor starten
U kunt TOSHIBA PC Health Monitor starten door te klikken op Bureaublad
-> Desktop Assist (op taakbalk) -> Ondersteuning & herstel -> PC
Health Monitor.
Het hoofdscherm van TOSHIBA PC Health Monitor wordt weergegeven.
Als u klikt op Klik hier om TOSHIBA PC Health Monitor in te schakelen,
wordt het scherm 'PC Health Monitor Software Notice & Acceptance'
(Kennisgeving en akkoordverklaring voor PC Health Monitor)
weergegeven. Lees zorgvuldig de weergegeven informatie. Als u ACCEPT
selecteert en vervolgens op OK klikt, wordt het programma ingeschakeld.
Door de software TOSHIBA PC Health Monitor in te schakelen gaat u
akkoord met deze voorwaarden en bepalingen en met het gebruiken en
delen van de verzamelde informatie. Nadat het programma is
ingeschakeld, verschijnt het venster TOSHIBA PC Health Monitor en start
het programma met het controleren van de systeemfuncties en het
verzamelen van informatie.
Er wordt een bericht weergegeven als er wijzigingen worden gedetecteerd
die de werking van het programma kunnen verstoren. Volg de
aanwijzingen in het bericht op.
Systeemherstel
Er is een verborgen partitie op de vaste schijf toegewezen aan de opties
voor systeemherstel voor het geval er een probleem optreedt.
U kunt ook herstelmedia maken en het systeem herstellen.
De volgende items worden beschreven in dit gedeelte:
Herstelmedia maken
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelmedia
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf het
herstelschijfstation
Herstelschijven bestellen bij TOSHIBA
Herstelmedia maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelmedia maakt.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelmedia
maakt.
Sluit alle softwareprogramma's, behalve Recovery Media Creator.
Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten, zoals
een schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt.
Gebruikershandleiding 5-17
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet naar het medium terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht
tot de viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de anti-
virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde
bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen hulpprogramma's, ook geen hulpprogramma's voor
snelle toegang tot de vaste schijf. Doet u dit toch, dan loopt u het
risico van storingen en gegevensverlies.
Activeer tijdens het (her)schrijven van het medium niet de afsluit-/
afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen en
vliegtuigen.
Gebruik de computer niet op instabiele plekken, zoals een standaard.
Een herstelimage van de software op uw computer wordt opgeslagen op
de vaste schijf en kan naar een schijf of USB-flashgeheugen worden
gekopieerd met behulp van de volgende stappen:
1. Selecteer een lege schijf of leeg USB-flashgeheugen.
In de toepassing kunt u kiezen uit diverse media waarnaar de
herstelimage wordt gekopieerd, waaronder verschillende soorten
schijven en USB-flashgeheugen.
Onthoud dat sommige van de schijfmedia mogelijk niet compatibel zijn
met het optische station dat op uw computer is aangesloten.
Controleer daarom voordat u verdergaat of het optische station het
lege medium dat u hebt gekozen ondersteunt.
Als u verdergaat, wordt het USB-flashgeheugen geformatteerd en
gaan alle gegevens in het USB-flashgeheugen verloren.
2. Schakel de computer in en wacht totdat het besturingssysteem
Windows op de gebruikelijke manier is opgestart vanaf de vaste schijf.
3. Plaats de eerste lege schijf in de lade van het optische station of
plaats het USB-flashgeheugen in een beschikbare USB-poort.
4. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Ondersteuning & herstel -> Recovery Media Creator.
5. Nadat Recovery Media Creator is gestart, selecteert u het type
medium en de titel die u naar het medium wilt kopiëren. Klik
vervolgens op de knop Maken.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de
gemaakte herstelmedia
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, kunt u de
computer in de oorspronkelijke staat herstellen met de herstelmedia die u
Gebruikershandleiding 5-18
hebt gemaakt. Volg de onderstaande stappen als u deze herstelbewerking
wilt uitvoeren:
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt
de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop
verloren gaan.
Zorg dat de opstartsnelheid is ingesteld op Normaal. (U opent dit door
te klikken op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Hulpprogramma's -> Systeeminstellingen -> Opstartopties.)
Gebruik de standaardoptie voor de opstartmodus in het BIOS Setup-
hulpprogramma voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1. Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw
opstarten.
2. Houd de toets F2 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los. Het hulpprogramma BIOS Setup wordt
geladen.
Selecteer in het BIOS Setup-scherm achtereenvolgens Advanced ->
System Configuration -> Boot Mode -> UEFI Boot (Default).
Als u de opstartmodus instelt op CSM Boot, werken de herstelmedia
die door Recovery Media Creator zijn gemaakt NIET voor de
herstelbewerking.
Als u een herstelimage maakt met behulp van geavanceerde
herstelfuncties in het Configuratiescherm, zorg dan ook dat u de
standaardoptie voor de opstartmodus (UEFI Boot) in het
hulpprogramma BIOS Setup selecteert voordat u de herstelbewerking
uitvoert.
1. Plaats het herstelmedium in het optische station of sluit het USB-
flashgeheugen met herstelgegevens aan op een beschikbare USB-
poort.
2. Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw
opstarten.
3. Houd de toets F12 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los.
4. Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag om de juiste optie in het
menu te selecteren op basis van het herstelmedium.
5. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet
uitvoeren.
Als u er eerder voor hebt gekozen de herstelpartitie te verwijderen en
herstelmedia probeert te maken, wordt het volgende bericht weergegeven:
'Recovery Media Creator kan niet worden gestart omdat er geen
herstelpartitie is.'
Als er geen herstelpartitie is, kan Recovery Media Creator geen
herstelmedia maken.
Gebruikershandleiding 5-19
Als u al een herstelschijf hebt gemaakt, kunt u hiermee de herstelpartitie
herstellen.
Als u geen herstelschijf hebt gemaakt, neemt u voor hulp contact op met
de ondersteuning van TOSHIBA.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf het
herstelschijfstation
Een deel van de totale vasteschijfruimte is geconfigureerd als een
verborgen herstelpartitie. In deze partitie worden bestanden opgeslagen
die kunnen worden gebruikt om vooraf geïnstalleerde software te herstellen
in geval van problemen.
Als u vervolgens uw vaste schijf opnieuw gebruiksklaar maakt, dient u
geen partities te wijzigen, te verwijderen of toe te voegen op een andere
manier dan wordt vermeld in de handleiding. Als u dat wel doet, is er
mogelijk geen ruimte beschikbaar voor de vereiste software.
Bovendien kunt u mogelijk de computer niet installeren als u een
partitieprogramma van derden gebruikt om partities op de vaste schijf
opnieuw te configureren.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de
vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren
gaan.
1. Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw
opstarten.
2. Houd de toets 0 (nul) ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los.
3. Selecteer Probleemoplossing.
4. Selecteer De pc opnieuw instellen.
5. Volg de instructies op het scherm om het herstel te voltooien.
U kunt de herstelbewerking ook uitvoeren via de pc-instellingen van het
besturingssysteem:
1. Klik op de charm Instellingen en klik op Pc-instellingen wijzigen.
2. Klik op Algemeen onder Pc-instellingen.
3. Blader omlaag naar Alles verwijderen en Windows opnieuw
installeren en klik op Aan de slag.
4. Volg de instructies op het scherm om het herstel te voltooien.
Gebruikershandleiding 5-20
Herstelschijven bestellen bij TOSHIBA*
U kunt productherstelschijven voor uw notebook bestellen in de TOSHIBA
Europe Backup Media Online Shop.
* Houd er rekening mee dat deze service niet gratis is.
1. Ga hiervoor naar https://backupmedia.toshiba.eu.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm. U ontvangt de herstelschijven
binnen twee weken nadat u de bestelling hebt geplaatst.
Gebruikershandleiding 5-21
Hoofdstuk 6
Problemen oplossen
TOSHIBA heeft met deze computer een duurzaam product willen maken,
maar mochten zich problemen voordoen dan kunt u aan de hand van de
procedures in dit hoofdstuk bepalen wat er aan de hand is.
Het is raadzaam dat alle gebruikers kennis nemen van dit hoofdstuk omdat
als zij weten wat er fout kan gaan, er bepaalde problemen kunnen worden
vermeden.
Handelwijze bij probleemoplossing
Het oplossen van problemen zal u veel gemakkelijker afgaan als u de
volgende richtlijnen in acht neemt:
Stop meteen als u een probleem ontdekt, omdat doorgaan kan leiden
tot verlies van gegevens of schade. Ook kan waardevolle informatie
die met het probleem te maken heeft, verloren raken.
Kijk goed wat er gebeurt en schrijf op wat het systeem doet en welke
handelingen u verrichtte vlak vóór het probleem zich voordeed. Maak
een schermafbeelding van het huidige scherm.
Vergeet niet dat de vragen en procedures die in dit hoofdstuk worden
beschreven, zijn bedoeld als leidraad, niet als onfeilbare
probleemoplossingstechnieken. In werkelijkheid kunnen veel problemen
eenvoudig worden opgelost, maar voor enkele hebt u hulp nodig van de
TOSHIBA-ondersteuning. Als u anderen wilt raadplegen, moet u het
probleem zo gedetailleerd mogelijk kunnen beschrijven.
Algemene controlepunten
Kies altijd eerst de eenvoudigste oplossing. De punten in deze lijst zijn
eenvoudig te controleren maar kunnen ten grondslag liggen aan schijnbaar
ernstige problemen:
Zorg ervoor dat u alle randapparatuur aansluit voordat u de computer
aanzet. Hiertoe behoren ook de printer en alle externe apparatuur
waarvan u gebruik maakt.
Schakel de computer uit voordat u een extern apparaat aansluit; als u
de computer weer aan zet, zal het nieuwe apparaat worden herkend.
Controleer of alle optionele accessoires correct zijn geconfigureerd in
het configuratieprogramma van de computer en of alle vereiste
stuurprogramma's geladen zijn (raadpleeg de documentatie bij de
optionele accessoires voor meer informatie over installatie en
configuratie).
Gebruikershandleiding
6-1
Controleer of alle kabels op de juiste manier zijn aangesloten en
stevig vastzitten. Loszittende kabels kunnen signaalfouten
veroorzaken.
Controleer alle verbindingskabels op losse draden en alle connectoren
op losse pinnen.
Controleer of een eventuele schijf correct is geplaatst
Maak uitgebreide notities van uw bevindingen en bewaar deze in een
permanent foutenlogboek. Hierdoor kunt u gemakkelijker aan de
TOSHIBA-ondersteuning uitleggen wat de problemen zijn. Als er zich
nogmaals een probleem voordoet, kunt u dit probleem aan de hand van dit
logboek sneller identificeren.
Het probleem analyseren
Soms geeft de computer aanwijzingen aan de hand waarvan u kunt
bepalen wat er aan de hand is. Houd daarom de volgende vragen in
gedachten:
Welk deel van de computer werkt niet naar behoren: toetsenbord,
vaste schijf, beeldscherm, touchpad, touchpadbesturingsknoppen. Elk
apparaat vertoont andere symptomen.
Controleer de apparaten in het besturingssysteem om na te gaan of
de configuratie juist is ingesteld.
Wat is er op het beeldscherm te zien? Worden er berichten of
willekeurige tekens weergegeven? Maak een schermafbeelding van
het huidige scherm en zoek de berichten zo mogelijk op in de
documentatie bij de computer, de software of het besturingssysteem.
Controleer of alle kabels goed en stevig vastzitten, aangezien
loszittende kabels foutieve of onderbroken signalen kunnen
veroorzaken.
Branden de lichtjes en zo ja welke en in welke kleur en branden ze
doorlopend of knipperend? Noteer wat u ziet.
Hoort u piepjes, zo ja hoeveel, zijn ze lang of kort en hoog of laag?
Maakt de computer daarbij ongebruikelijke geluiden? Noteer wat u
hoort.
Noteer uw bevindingen, zodat u ze gedetailleerd kunt beschrijven aan de
Toshiba-ondersteuning.
Gebruikershandleiding
6-2
Software De problemen worden wellicht door uw software
of schijfje veroorzaakt. Als u een softwarepakket
niet kunt laden, is het medium of het programma
misschien beschadigd. Probeer in dat geval een
andere kopie van de software te laden.
Als tijdens het gebruik van een softwarepakket
een foutbericht verschijnt, raadpleegt u de
softwaredocumentatie. Deze bevat meestal een
gedeelte over probleemoplossing of een
samenvatting van foutberichten.
Vervolgens leest u de documentatie bij het
besturingssysteem op foutberichten na.
Hardware Als u geen softwareprobleem kunt vinden,
controleert u de installatie en configuratie van de
hardware. Werk eerst de eerder genoemde
controlelijsten af en als u het probleem dan nog
steeds niet kunt verhelpen, probeert u de bron te
identificeren. In het volgende gedeelte vindt u
een controlelijst voor afzonderlijke componenten
en randapparaten.
Controleer, voordat u randapparatuur of toepassingen gaat gebruiken die
niet door TOSHIBA zijn goedgekeurd, of deze geschikt zijn voor gebruik
met uw computer. Het gebruik van incompatibele apparaten kan leiden tot
letsel of tot schade aan de computer.
Als er iets misgaat
De computer reageert niet op toetsenbordopdrachten.
Als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten, voert u de onderstaande stappen uit:
Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden ingedrukt.
Nadat de computer zichzelf heeft uitgeschakeld, wacht u 10 tot 15
seconden voordat u de computer weer inschakelt door op de aan/uit-knop
te drukken.
Uw programma reageert niet meer.
Als tijdens het werken met een programma plotseling alle bewerkingen
worden geblokkeerd, is het programma waarschijnlijk vastgelopen. U kunt
het desbetreffende programma afsluiten zonder het besturingssysteem af
te sluiten of andere programma's te sluiten.
U kunt een programma dat niet meer reageert, als volgt sluiten:
1. Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL en klik daarna op
Taakbeheer. Het venster Windows Taakbeheer verschijnt.
Gebruikershandleiding
6-3
2. Selecteer het programma dat u wilt sluiten en klik op Taak
beëindigen. Nadat het programma is gesloten, zou u moeten kunnen
doorwerken. Zo niet, ga dan verder met de volgende stap.
3. Sluit de overige programma’s een voor een door de programmanaam
te selecteren en op Taak beëindigen te klikken. Nadat u alle
programma's hebt gesloten, zou u verdere moeten kunnen werken. Zo
niet, zet dan de computer uit en start opnieuw op.
De computer wordt niet opgestart.
Controleer of de netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten.
Als u de netadapter gebruikt, controleert u of het stopcontact werkt door er
een ander apparaat op aan te sluiten, zoals een lamp.
Controleer aan de hand van het aan/uit-lampje of de computer is
ingeschakeld.
Als het lampje brandt, staat de computer aan. Probeer ook de computer uit
en weer in te schakelen.
Als u een netadapter gebruikt, controleert u aan de hand van het DC-IN-/
acculampje of de computer stroom krijgt via de externe voedingsbron. Als
het lampje brandt, is de computer aangesloten op een werkende
voedingsbron.
De computer laadt geen geavanceerde opties tijdens het
opstarten.
Als u een van de volgende toetsen ingedrukt houdt tijdens het opstarten,
laadt de computer de hieronder beschreven geavanceerde opties.
Sleutel Geavanceerde optie
F2 BIOS-hulpprogramma
F12 Opstartmenu
0 (nul) Herstelopties
Als uw computer het besturingssysteem laadt in plaats van de gewenste
geavanceerde opties, voert u de onderstaande stappen uit:
1. Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw
opstarten.
2. Houd de bijbehorende toets ingedrukt en laat de toets één seconde
nadat de computer is ingeschakeld los.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om verder te gaan.
Controlelijst voor hardware en systeem
In dit gedeelte wordt ingegaan op problemen die worden veroorzaakt door
de computerhardware of de aangesloten randapparaten. In de volgende
gebieden kunnen zich elementaire problemen voordoen:
Gebruikershandleiding
6-4
Voeding
Toetsenbord
Intern beeldscherm
Vaste schijf
Optisch station
Geheugenkaart
Aanwijsapparaat
USB-apparaat
Aanvullende geheugenmodule
Geluidssysteem
Externe monitor
LAN
Draadloos LAN
Bluetooth
Voeding
Als de computer niet op een stopcontact is aangesloten, is de accu-
eenheid de voornaamste voedingsbron. De computer heeft echter een
aantal andere voedingsbronnen, zoals de intelligente stroomvoorziening en
de RTC-batterij; deze bronnen staan allemaal met elkaar in verband en
kunnen allemaal schijnbare stroomvoorzieningsproblemen veroorzaken.
Uitschakelen bij oververhitting
Als de temperatuur van de processor bij een van beide instellingen een
onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In dat geval gaan alle niet-
opgeslagen gegevens verloren.
Probleem Procedure
De computer wordt
automatisch
uitgeschakeld.
Laat de computer uitstaan totdat deze de
kamertemperatuur heeft bereikt. Als u de computer
nog steeds niet kunt opstarten nadat deze weer op
kamertemperatuur is of als het notebook na
opstarten direct wordt uitgeschakeld, neemt u
contact op met de TOSHIBA-ondersteuning.
Netvoeding
Als zich bij het inschakelen van de computer problemen voordoen terwijl de
netadapter is aangesloten, controleert u het DC IN-/acculampje. Raadpleeg
het gedeelte Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden voor
meer informatie.
Gebruikershandleiding
6-5
Probleem Procedure
Netadapter voorziet
de computer niet van
stroom.
Controleer de aansluitingen en kijk of het netsnoer/
netadapter goed aan de computer vastzit en of het
stopcontact in orde is.
Controleer de toestand van het snoer en de
aansluitpunten. Als het snoer versleten of
beschadigd is, moet het worden vervangen, als de
aansluitpunten vervuild zijn, reinigt u deze met een
schone, droge doek.
Als de netadapter de computer nog steeds niet van
stroom voorziet, neemt u contact op met de
TOSHIBA-ondersteuning.
Accu
Als u een probleem met de accu vermoedt, controleert u het DC IN-/
acculampje.
Probleem Procedure
Accu voorziet de
computer niet van
stroom
De accu is misschien leeg. Sluit de adapter aan
om de accu op te laden.
De accu wordt niet
opgeladen terwijl de
netadapter is
aangesloten.
Als de accu helemaal ontladen is, begint het
oplaadproces niet meteen. Wacht in dat geval
enkele minuten voordat u het weer probeert. Wordt
de accu nog steeds niet opgeladen, dan
controleert u of het stopcontact stroom levert door
er een ander apparaat op aan te sluiten.
Accu levert minder
lang stroom dan
verwacht
Als u een gedeeltelijk opgeladen accu herhaalde
malen oplaadt, wordt de accu mogelijk niet
optimaal opgeladen. Ontlaad in dat geval de accu
volledig en probeer deze vervolgens opnieuw op te
laden.
Controleer de optie Energiebesparing onder
Selecteer een energieschema in Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 6-6
RTC (Real Time Clock)
Probleem Procedure
De BIOS-instelling
en systeemdatum/-
tijd zijn verloren
gegaan.
De RTC-batterij heeft geen lading meer. U moet de
datum en tijd opnieuw instellen via BIOS Setup
door de volgende stappen uit te voeren:
1. Klik in de charm Instellingen op Energie en
selecteer Opnieuw opstarten.
2. Houd de toets F2 ingedrukt en laat de toets
één seconde nadat de computer is
ingeschakeld los. Het hulpprogramma BIOS
Setup wordt geladen.
3. Stel de datum in via het veld System Date.
4. Stel de tijd in via het veld System Time.
5. Druk op F10. Er wordt een bevestigingsbericht
weergegeven.
6. Druk op de toets ENTER. BIOS Setup wordt
afgesloten en de computer wordt automatisch
opnieuw opgestart.
Toetsenbord
Problemen met het toetsenbord kunnen worden veroorzaakt door de
installatie en configuratie van de computer. Raadpleeg het gedeelte Het
toetsenbord voor meer informatie.
Probleem Procedure
De tekens worden
niet correct
weergegeven op het
scherm.
Raadpleeg de documentatie bij de software om te
controleren of deze het toetsenbord niet opnieuw
indeelt ('opnieuw indelen' wil zeggen dat de
betekenis van de toetsen door de software wordt
veranderd of opnieuw wordt toegewezen).
Als u het toetsenbord nog steeds niet kunt
gebruiken, neemt u contact op met de Toshiba-
ondersteuning.
Intern beeldscherm
Problemen met het computerscherm kunnen te maken hebben met de
installatie en configuratie van de computer.
Probleem Procedure
Het scherm blijft
leeg.
Druk op de functietoetsen om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
op een externe monitor is ingesteld.
Gebruikershandleiding 6-7
Probleem Procedure
Er verschijnen
vlekken op het
beeldscherm.
Deze vlekken kunnen zijn veroorzaakt door contact
met het toetsenbord of het touchpad bij het sluiten
van het scherm. Probeer de vlekken te verwijderen
door het scherm voorzichtig af te vegen met een
schone, droge doek of, als dit niet lukt, met een
goed lcd-reinigingsmiddel. In dit laatste geval moet
u altijd de instructies volgen bij de schermreiniger
en het scherm goed laten drogen voordat u het
sluit.
Vaste schijf
Probleem Procedure
Computer wordt niet
opgestart vanaf de
vaste schijf.
Controleer of het optische station een schijf bevat.
Als dat het geval is, verwijdert u de schijf en
probeert u de computer opnieuw op te starten.
Als dit geen resultaat heeft, controleert u de
instelling Opties voor opstartprioriteit in het
hulpprogramma TOSHIBA-systeeminstellingen.
Computer werkt
traag.
De bestanden op de vaste schijf zijn mogelijk
gefragmenteerd. In dat geval moet u het
hulpprogramma Schijfdefragmentatie uitvoeren om
de toestand van de bestanden en de schijf te
controleren. Raadpleeg de documentatie bij het
besturingssysteem of de online Help voor
informatie over het uitvoeren en gebruiken van
Schijfdefragmentatie.
Als niets helpt, formatteert u de vaste schijf
opnieuw en daarna laadt u het besturingssysteem
en alle andere bestanden en gegevens. Als u het
probleem nog steeds niet kunt oplossen, neemt u
contact op met de Toshiba-ondersteuning.
Optisch station
Raadpleeg Basisbeginselen voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
6-8
Probleem Procedure
U krijgt geen
toegang tot een CD/
DVD/Blu-ray Disc™
in het station
Controleer of de stationslade goed is gesloten.
Duw zachtjes totdat de lade vastklikt.
Open de schijflade en controleer of de schijf goed
is geplaatst. De schijf moet plat op het
ladeoppervlak liggen met het opschrift omhoog.
Een vreemd voorwerp in de schijflade kan
verhinderen dat de laser de schijf leest. Zorg dat
de laser niet wordt geblokkeerd. Verwijder
eventuele voorwerpen.
Controleer of de schijf vuil is. Veeg de schijf zo
nodig af met een schone doek die is bevochtigd
met water of een neutraal schoonmaakmiddel.
Geheugenkaart
Voor meer informatie raadpleegt u Basisbeginselen.
Probleem Procedure
Fout met
geheugenkaart
Verwijder de geheugenkaart uit de computer,
plaats de kaart daarna opnieuw en zorg ervoor dat
hij stevig vast zit.
Als het probleem aanhoudt, raadpleegt u de
documentatie bij de geheugenkaart voor meer
informatie.
U kunt niet schrijven
naar een
geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart uit de computer om te
controleren of deze niet schrijfbeveiligd is.
U kunt een bestand
niet lezen.
Controleer of het benodigde bestand echt op de
geheugenkaart staat die in de computer is
geplaatst.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de Toshiba-ondersteuning.
Aanwijsapparaat
Als u een USB-muis gebruikt, raadpleegt u het gedeelte USB-muis en de
documentatie bij de muis.
Gebruikershandleiding
6-9
Touchpad
Probleem Procedure
Het touchpad werkt
niet.
Controleer de apparaatinstellingen.
Klik op Bureaublad -> Desktop Assist (op
taakbalk) -> Configuratiescherm -> Hardware
en geluiden -> Muis.
Schermaanwijzer
reageert niet
wanneer het
aanwijsapparaat
wordt gebruikt
In dit geval kan het systeem bezet zijn. Beweeg de
muis nogmaals nadat u enkele ogenblikken hebt
gewacht.
Dubbel aantikken
(touchpad) werkt
niet.
Probeer in dit geval eerst om de dubbelkliksnelheid
te wijzigen in het hulpprogramma voor
muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op
taakbalk) -> Configuratiescherm ->
Hardware en geluiden -> Muis.
2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het
tabblad Knoppen.
3. Stel de dubbelkliksnelheid naar wens in en
klik op OK.
De schermaanwijzer
wordt te snel of te
traag verplaatst
Probeer in dit geval eerst om de snelheid te
wijzigen in het hulpprogramma voor muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op
taakbalk) -> Configuratiescherm ->
Hardware en geluiden -> Muis.
2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het
tabblad Aanwijzeropties.
3. Stel de snelheid van de aanwijzer naar wens
in en klik op OK.
Het touchpad is te
gevoelig of niet
gevoelig genoeg.
Wijzig de gevoeligheid van het touchpad.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Configuratiescherm -> Hardware en geluiden ->
Muis.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de Toshiba-ondersteuning.
Gebruikershandleiding 6-10
USB-muis
Probleem Procedure
Schermaanwijzer
reageert niet
wanneer de muis
wordt gebruikt.
In dit geval kan het systeem bezet zijn. Beweeg de
muis nogmaals nadat u enkele ogenblikken hebt
gewacht.
Koppel de muis los van de computer, sluit hem
weer aan op een vrije USB-poort en zorg ervoor
dat hij stevig vast zit.
Dubbelklikken werkt
niet.
Probeer in dit geval eerst om de dubbelkliksnelheid
te wijzigen in het hulpprogramma voor
muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op
taakbalk) -> Configuratiescherm ->
Hardware en geluiden -> Muis.
2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het
tabblad Knoppen.
3. Stel de dubbelkliksnelheid naar wens in en
klik op OK.
De schermaanwijzer
wordt te snel of te
traag verplaatst
Probeer in dit geval eerst om de snelheid te
wijzigen in het hulpprogramma voor muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op
taakbalk) -> Configuratiescherm ->
Hardware en geluiden -> Muis.
2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het
tabblad Aanwijzeropties.
3. Stel de snelheid van de aanwijzer naar wens
in en klik op OK.
U kunt de
schermaanwijzer
niet normaal
verplaatsen.
De onderdelen van de muis die met het detecteren
van de verplaatsing van de muis te maken hebben,
kunnen vuil zijn. Raadpleeg de documentatie bij de
muis voor reinigingsinstructies.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de Toshiba-ondersteuning.
USB-apparaat
Raadpleeg naast de informatie in dit gedeelte ook de documentatie bij het
USB-apparaat..
Gebruikershandleiding 6-11
Probleem Procedure
USB-apparaat werkt
niet.
Koppel het USB-apparaat los van de computer,
sluit het weer aan op een vrije poort en zorg dat
het stevig vast zit.
Zorg ervoor dat de benodigde USB-
stuurprogramma's correct zijn geïnstalleerd.
Raadpleeg hiervoor zowel de documentatie van de
apparatuur als van het besturingssysteem.
Functie Slaapstand en laden
Voor meer informatie en instellingen raadpleegt u het gedeelte USB-
slaapstand en laden.
Probleem Procedure
Ik kan de functie
Slaapstand en laden
niet gebruiken
De functie Slaapstand en laden is mogelijk
uitgeschakeld.
Schakel de functie Slaapstand en laden in via de
TOSHIBA-systeeminstellingen.
Als het externe apparaat dat op de compatibele
poort is aangesloten, te veel stroom trekt, kan de
toevoer van USB-stroom (5 V) uit
veiligheidsoverwegingen worden gestopt. Als dit
gebeurt, koppelt u een extern apparaat los als
meerdere externe apparaten zijn aangesloten. Zet
vervolgens de computer aan om de functie te
herstellen. Als deze functie nog steeds niet kan
worden gebruikt terwijl slechts één extern apparaat
is aangesloten, dient u dit externe apparaat niet te
gebruiken aangezien het stroomverbruik boven de
aanvaardbare waarde van deze computer ligt.
Sommige externe apparaten kunnen de functie
'Slaapstand en laden' niet gebruiken. Probeer in
dat geval een of meer van de volgende methoden.
Zet de computer uit terwijl externe apparaten
zijn aangesloten.
Sluit de externe apparaten aan nadat u de
computer hebt uitgezet.
Als deze functie nog steeds niet kan worden
gebruikt, schakelt u de functie uit en gebruikt u de
functie niet.
Gebruikershandleiding 6-12
Probleem Procedure
De accu raakt snel
leeg, zelfs nadat ik
de computer heb
uitgeschakeld.
Als de functie Slaapstand en laden is
ingeschakeld, neemt de lading van de accu af als
de computer in de sluimerstand staat of is
uitgeschakeld.
Sluit de netadapter aan op de computer of schakelt
de functie Slaapstand en laden uit.
Externe apparaten
die zijn aangesloten
op een compatibele
poort werken in dit
geval niet.
Sommige externe apparaten werken niet als ze zijn
aangesloten op een compatibele poort terwijl de
functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld.
Sluit het externe apparaat opnieuw aan nadat u de
computer hebt aangezet.
Als het externe apparaat nog steeds niet werkt,
sluit u het apparaat aan op een USB-poort zonder
de functie 'Slaapstand en laden' of schakelt u de
functie 'Slaapstand en laden' uit.
De functie 'USB-
activering' werkt niet.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is
ingeschakeld, werkt de functie 'USB-activering' niet
voor poorten die de functie 'Slaapstand en laden'
ondersteunen.
Gebruik in dat geval een USB-poort zonder de
functie 'USB-slaapstand en laden' of schakel deze
functie uit.
Geluidssysteem
Raadpleeg naast de informatie in dit gedeelte ook de documentatie bij het
audio-apparaat.
Probleem Procedure
Geen geluid
hoorbaar.
Druk op de functietoetsen om het volume te
verhogen of te verlagen.
Controleer de volume-instellingen in de software.
Controleer of Dempen is uitgeschakeld
Controleer of de hoofdtelefoon stevig is
aangesloten.
Controleer in Windows Apparaatbeheer of het
geluidsapparaat is ingeschakeld en correct werkt.
Gebruikershandleiding 6-13
Probleem Procedure
Hinderlijk geluid
hoorbaar.
Dit wordt mogelijk veroorzaakt door feedback van
de interne microfoon of een externe microfoon die
op de computer is aangesloten. Raadpleeg
Geluidssysteem en videomodus voor meer
informatie.
U kunt het volume niet aanpassen terwijl Windows
wordt opgestart of afgesloten.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de Toshiba-ondersteuning.
Externe monitor
Raadpleeg ook Basisbeginselen en de documentatie bij de monitor voor
meer informatie.
Probleem Procedure
Monitor kan niet
worden
ingeschakeld.
Kijk of de monitor is ingeschakeld en controleer
daarna de aansluitingen om er zeker van te zijn dat
het netsnoer/de netadapter goed aan de monitor
vastzit en het stopcontact werkt.
Gebruikershandleiding 6-14
Probleem Procedure
Het scherm blijft
leeg.
Stel het contrast en de helderheid op de externe
monitor bij.
Druk op de functietoets om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
alleen op het interne beeldscherm is ingesteld.
Controleer of de externe monitor is aangesloten.
Indien de externe monitor is ingesteld als primair
weergaveapparaat in de modus Uitgebreid
bureaublad, geeft deze geen beeld als de
computer wordt geactiveerd uit de slaapstand als
de externe monitor tijdens de slaapstand is
losgekoppeld.
Als u wilt voorkomen dat dit gebeurt, koppel de
externe monitor dan niet los terwijl de computer in
de slaapstand of de sluimerstand staat.
Zet de computer uit voordat u de externe monitor
loskoppelt.
Als het interne scherm en een externe monitor zijn
ingesteld op de kloonmodus en ze door de timer
worden uitgeschakeld, kan het interne scherm of
de externe monitor mogelijk geen beeld geven
wanneer ze weer worden ingeschakeld.
Als dit gebeurt, drukt u op de functietoets om het
interne scherm en de externe monitor weer in te
stellen op de kloonmodus.
Beeldschermfout Controleer of de kabel tussen de externe monitor
en de computer stevig is bevestigd.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de Toshiba-ondersteuning.
LAN
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot het LAN.
Controleer of de kabel tussen de LAN-poort en de
LAN-hub stevig is aangesloten.
Activering op LAN
werkt niet.
Controleer of de netadapter is aangesloten. De
functie Activering op LAN werkt niet zonder de
netadapter.
Als de problemen aanhouden, raadpleegt u de
LAN-beheerder.
Gebruikershandleiding 6-15
Draadloos LAN
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot draadloos
LAN
Controleer of de functie voor draadloze
communicatie van de computer is ingeschakeld.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact op
met de LAN-beheerder.
Bluetooth
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot Bluetooth-
apparaat.
Controleer of de functie voor draadloze
communicatie van de computer is ingeschakeld.
Controleer of de toepassing voor Bluetooth-beheer
geactiveerd is en of het externe Bluetooth-
apparaat stroom krijgt.
Controleer of er geen optionele Bluetooth-adapter
in de computer is geïnstalleerd. De ingebouwde
Bluetooth-hardware werkt niet tegelijk met een
andere Bluetooth-controller.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de Toshiba-ondersteuning.
TOSHIBA-ondersteuning
Als u extra hulp nodig hebt of als u problemen hebt bij het gebruik van de
computer, kunt u contact opnemen met de technische ondersteuning van
TOSHIBA.
Voordat u opbelt
Aangezien sommige problemen wellicht te wijten zijn aan het
besturingssysteem of het programma dat u gebruikt, is het belangrijk om
eerst andere hulpbronnen te raadplegen. Probeer het volgende alvorens
contact op te nemen met TOSHIBA:
Bestudeer de informatie over probleemoplossing in de documentatie
bij de software en/of randapparaten.
Als een probleem optreedt tijdens de uitvoering van
softwareprogramma’s, zoekt u in de softwaredocumentatie naar
suggesties voor het oplossen van problemen. U kunt ook de afdeling
voor technische ondersteuning van het softwarebedrijf bellen voor
hulp.
Vraag de verkoper of leverancier van wie u de computer en/of de
software hebt gekocht om advies. Zij zijn de instantie bij uitstek voor
actuele informatie en ondersteuning.
Gebruikershandleiding 6-16
Technische ondersteuning van TOSHIBA
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen en vermoedt dat dit te
maken heeft met de hardware, leest u het bijgevoegde garantieboekje of
gaat u naar www.toshiba-europe.com.
Gebruikershandleiding 6-17
Hoofdstuk 7
Aanhangsel
Specificaties
Dit gedeelte geeft een overzicht van de technische kenmerken van de
computer.
Gewicht en afmetingen
Bij de onderstaande fysieke afmetingen zijn uitstekende delen niet
inbegrepen. De fysieke afmetingen hangen af van het gekochte model.
Grootte Circa 413,0 (b) x 268 (d) x 31,31~33,70 (h)
millimeter
Circa 413,0 (b) x 268 (d) x 30,66~33,05 (h)
millimeter
(uitstekende delen niet inbegrepen).
Werkomgeving
Omstandigheden Omgevings-
temperatuur
Relatieve vochtigheid
In werking 5°C tot 35°C 20% tot 80% (geen
condensvorming)
Niet in werking -20°C tot 60°C 10% tot 90% (geen
condensvorming)
Natte-boltemperatuur maximaal 29°C
Omstandigheden Hoogte (vanaf
zeeniveau)
In werking -60 tot 3.000 meter
Niet in werking -60 tot 10.000 meter
Stroomvoorziening
Netadapter 100-240 V wisselstroom
50 of 60 hertz (cycli per seconde)
Gebruikershandleiding 7-1
Computer 19 V gelijkstroom
Pintoewijzing van poort voor externe RGB-monitor
610
1
5
15
11
Pin Signaalnaam Beschrijving I/O
1 CRV Rood videosignaal O
2 CGV Groen videosignaal O
3 CBV Blauw videosignaal O
4 Gereserveerd Gereserveerd
5 GND Aarde
6 GND Aarde
7 GND Aarde
8 GND Aarde
9 +5 V Stroomvoorziening
10 GND Aarde
11 Gereserveerd Gereserveerd
12 SDA Gegevenssignaal I/O
13 HSYNC Signaal voor horizontale
synchronisatie
O
14 VSYNC Signaal voor verticale
synchronisatie
O
15 SCL Gegevenskloksignaal O
I/O (I): Invoer naar computer
I/O (O): Uitvoer van computer
Netsnoer en connectoren
De stekker van het netsnoer moet compatibel zijn met de diverse
internationale wandcontactaansluitingen en het netsnoer moet voldoen aan
de normen van het land/gebied waarin het wordt gebruikt. Alle snoeren
moeten voldoen aan de volgende specificaties:
Gebruikershandleiding
7-2
Kabeldikte:
Minimaal 0,75 mm
2
Stroomsterkte: Minimaal 2,5 ampère
Certificeringsinstanties
China: CQC
VS en Canada: Goedgekeurd door UL en CSA
Nee. 18 AWG, Type SVT of SPT-2
Australië: AS
Japan: DENANHO
Europa:
Oostenrijk: OVE Italië: IMQ
België: CEBEC Nederland: KEMA
Denemarken: DEMKO Noorwegen: NEMKO
Finland: FIMKO Zweden: SEMKO
Frankrijk: LCIE Zwitserland: SEV
Duitsland: VDE Verenigd
Koninkrijk:
BSI
In Europa moet gebruik worden gemaakt van een dubbeldraads netsnoer
van het type VDE, H05VVH2-F of H03VVH2-F, of van een driedraads
netsnoer van het type VDE, H05VV-F.
Voor de Verenigde Staten en Canada moeten tweepins stekkers de
configuratie 2-15P (250 V) of 1-15P (125 V) hebben, en driepins stekkers
de configuratie 6-15P (250V) of 5-15P (125V), conform het U.S. National
Electrical Code Handbook en de Canadian Electrical Code Part II.
In de onderstaande afbeeldingen worden de stekkervormen voor de VS en
Canada, het Verenigd Koninkrijk, Australië, Europa en China
weergegeven.
V.S.
Goedgekeurd door UL
Verenigd Koninkrijk
Goedgekeurd door BS
Gebruikershandleiding 7-3
Australië
Goedgekeurd door AS
Europa
Goedgekeurd door de
desbetreffende instantie
Canada
Goedgekeurd door CSA
China
Goedgekeurd door CCC
Informatie voor draadloze apparaten
Onderlinge samenwerking tussen draadloze producten
Het draadloze LAN is compatibel met LAN-systemen met de Direct
Sequence Spread Spectrum (DSSS)/Orthogonal Frequency Division
Multiplexing (OFDM) radiotechnologie en voldoet aan de volgende normen:
De IEEE 802.11-standaard voor draadloze LAN's (revisie a/b/g/n of b/
g/n), zoals gedefinieerd en goedgekeurd door het Institute of Electrical
and Electronics Engineers.
Bluetooth
®
-kaarten kunnen worden gebruikt in combinatie met elk product
met de draadloze Bluetooth-technologie dat is gebaseerd op de FHSS-
radiotechnologie (Frequency Hopping Spread Spectrum) en dat compatibel
is met:
Bluetooth-specificatie (afhankelijk van het aangeschafte model), zoals
gedefinieerd en goedgekeurd door de Bluetooth Special Interest
Group.
Logocertificering met Bluetooth-technologie, zoals gedefinieerd door
de Bluetooth Special interest Group.
Dit Bluetooth-product is niet compatibel met apparaten die Bluetooth versie
1.0B gebruiken.
De draadloze apparaten zijn niet geverifieerd op aansluiting van en werking
met alle apparaten die de draadloos LAN- of Bluetooth-radiotechnologie
gebruiken.
Bluetooth- en draadloos LAN-apparaten werken in hetzelfde
frequentiebereik en kunnen elkaars werking verstoren. Als u Bluetooth- en
draadloze LAN-apparaten tegelijk gebruikt, kunnen de netwerkprestaties
minder dan optimaal zijn of kan de netwerkverbinding zelfs verloren gaan.
Als u dergelijke problemen ondervindt, schakelt u onmiddellijk het
Bluetooth- of draadloos LAN-apparaat uit.
Gebruikershandleiding 7-4
Ga naar http://www.pc.support.global.toshiba.com als u vragen hebt over
het gebruik van de draadloos LAN- of Bluetooth-kaart van TOSHIBA.
In Europa gaat u naar http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/
bluetooth.htm
Draadloze apparaten en uw gezondheid
Net als andere radioapparaten stralen draadloze producten hoogfrequente
(HF) elektromagnetische energie uit. Het intensiteitsniveau van de EMF-
energie die door draadloze apparaten wordt uitgestraald, is echter
aanzienlijk lager dan dat van andere draadloze apparaten zoals
bijvoorbeeld mobiele telefoons.
Aangezien draadloze producten voldoen aan de richtlijnen zoals
gedefinieerd in HF-veiligheidsnormen en -aanbevelingen, is TOSHIBA van
mening dat draadloze producten veilig zijn voor gebruik door klanten. Deze
normen en aanbevelingen vertegenwoordigen de consensus van de
wetenschappelijke wereld en zijn geformuleerd door panels en commissies
van wetenschappers op basis van alle actuele onderzoeksliteratuur.
In sommige situaties of omgevingen kan het gebruik van draadloze
producten worden beperkt door de eigenaar van het gebouw of door de
verantwoordelijke medewerkers van de organisatie. Dit kan bijvoorbeeld
van toepassing zijn in de volgende situaties:
gebruik van draadloze apparatuur in een vliegtuig of
in andere omgevingen waar het risico van storing voor andere
apparaten of diensten als schadelijk wordt aangemerkt.
Als u niet zeker weet wat de richtlijnen zijn met betrekking tot het gebruik
van draadloze apparatuur in een bepaalde organisatie of omgeving (zoals
op vliegvelden), is het raadzaam toestemming te vragen voor u het
draadloze apparaat inschakelt.
Draadloze LAN-technologie
De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt
sommige draadloze apparaten.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN
en Bluetooth.
Gebruik de functies voor draadloos LAN (Wi-Fi) en Bluetooth niet in de
buurt van een magnetron of in gebieden met radiostoring of
magnetische velden. Storing van een magnetron of andere bron kan
tot onderbreking van de Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
Gebruikershandleiding 7-5
Schakel alle draadloze functies uit in de buurt van personen bij wie
mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is
geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of
het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg. Volg de instructies van uw medische apparaat als u
gebruikmaakt van een draadloze functie.
Schakel de draadloze functie altijd uit als de computer in de buurt
komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals
automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen
veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Het is wellicht niet mogelijk om een netwerkverbinding met een
opgegeven netwerknaam tot stand te brengen door middel van de ad-
hoc netwerkfunctie. Als dit het geval is, moet het nieuwe netwerk(*)
worden geconfigureerd voor alle computers die zijn aangesloten op
hetzelfde netwerk om zo de netwerkverbindingen opnieuw tot stand te
brengen.
* Zorg dat u de nieuwe netwerknaam gebruikt.
Beveiliging
TOSHIBA beveelt u met klem aan codering in te schakelen om te
voorkomen dat anderen via een draadloze verbinding illegaal toegang
tot uw computer krijgen. Als u dit advies niet opvolgt, stelt u zich bloot
aan afluisterpraktijken en bestaat bovendien het gevaar dat
opgeslagen gegevens door onbevoegden worden verwijderd of
vernietigd.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor verlies of beschadiging van
gegevens als gevolg van afluisterpraktijken of onrechtmatige toegang
via het draadloze LAN.
Kaartspecificaties
Model PCI Express Mini-kaart
Compatibiliteit IEEE 802.11-norm voor draadloze LAN's
Netwerkbesturings-
systeem
Microsoft Windows Networking
Media Access
Protocol
CSMA/CA (Collision Avoidance) met ACK
(Acknowledgement)
Radiospecificaties
De radiospecificaties van draadloos LAN-modules kunnen variëren
afhankelijk van:
land/regio waarin het product is aangeschaft
type product
Gebruikershandleiding
7-6
Draadloze communicatie is vaak gebonden aan plaatselijke voorschriften
voor radiocommunicatie. Hoewel netwerkproducten voor draadloos LAN
zijn ontworpen voor gebruik op de vrij toegankelijk band 2,4 GHz en 5 GHz,
is het mogelijk dat onder plaatselijke radiovoorschriften beperkingen
worden gesteld aan het gebruik van apparatuur voor draadloze
communicatie.
Radiofrequentie 5-GHz band (5150-5850 MHz) (revisie a en
n)
2,4-GHz band (2400-2483,5 MHz) (revisie b/
g en n)
Het bereik van het draadloze signaal is afhankelijk van de
overdrachtssnelheid van de draadloze communicatie. Bij lagere
overdrachtssnelheden kan over grotere afstanden worden
gecommuniceerd.
Het bereik van uw draadloze apparaten kan worden aangetast
wanneer de antennes in de buurt van metalen oppervlakken en
materialen met een hoge dichtheid worden geplaatst.
Het bereik kan eveneens afnemen als gevolg van obstakels op het
pad van het radiosignaal. Deze obstakels kunnen het radiosignaal
namelijk absorberen of reflecteren.
Bluetooth-technologie
Sommige computers in deze serie beschikken over een Bluetooth-functie
voor draadloze communicatie waardoor er geen snoeren meer nodig zijn
tussen elektronische apparaten zoals computers, printers en mobiele
telefoons. Als deze functie is ingeschakeld, biedt Bluetooth snel en
eenvoudig een veilige en betrouwbare, draadloze netwerkomgeving.
U kunt de ingebouwde Bluetooth-functies van de computer en een externe
Bluetooth-adapter niet tegelijk gebruiken. De kenmerken van Bluetooth-
technologie zijn als volgt:
Beveiliging
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale
beveiliging:
Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
krijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te
vervalsen.
Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt op de 2,4-GHz band. Deze
band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met
radiosystemen in de meeste landen.
Gebruikershandleiding
7-7
Radioverbindingen
U kunt eenvoudig verbindingen tot stand brengen tussen twee of meer
apparaten, deze verbindingen worden gehandhaafd zelfs als de apparaten
buiten het gezichtsveld van elkaar liggen.
RFI-vereisten
Dit apparaat werkt in het frequentiebereik 5,15 tot 5.25 GHz en kan daarom
alleen binnenshuis worden gebruikt.
Informatie over regelgeving
Het draadloze apparaat moet worden geïnstalleerd en gebruikt in strikte
overeenstemming met de instructies van de fabrikant, zoals wordt
beschreven in de gebruikersdocumentatie bij het product. Dit product
voldoet aan de volgende normen op het gebied van radiofrequentie en
veiligheid.
Europa
Beperkingen voor gebruik van de frequenties tussen 2400,0-2483,5
MHz in Europa
Frankrijk: Gebruik
buitenshuis is
beperkt tot 10 m
W.e.i.r.p. binnen
de band van
2454-2483,5
MHz
Gebruik voor militaire
radioplaatsbepaling. De afgelopen
jaren is er voortdurend aan gewerkt
om de 2,4 GHz-band aan te passen
voor de huidige versoepelde
regelgeving. Volledige
implementatie staat gepland voor
2012.
Italië: - Voor privégebruik is algemene
goedkeuring vereist als WAS/
RLAN's buiten de eigen locatie
wordt gebruikt. Voor openbaar
gebruik is algemene goedkeuring
vereist.
Luxemburg: Geïmplemen-
teerd
Algemene goedkeuring is vereist
voor netwerk- en servicelevering.
Noorwegen: Geïmplemen-
teerd
Deze subsectie geldt niet voor het
geografische gebied binnen een
straal van 20 km rond het midden
van Ny-Alesund.
Russische
Federatie:
- Alleen voor gebruik binnenshuis.
Gebruikershandleiding 7-8
Beperkingen voor gebruik van de frequenties tussen 5150-5350 MHz
in Europa
Italië: - Voor privégebruik is algemene
goedkeuring vereist als WAS/
RLAN's buiten de eigen locatie
wordt gebruikt.
Luxemburg: Geïmplemen-
teerd
Algemene goedkeuring is vereist
voor netwerk- en servicelevering.
Russische
Federatie:
Beperkt e.i.r.p 100 mW. Gebruik is alleen
toegestaan binnenshuis, in
afgesloten industriële gebieden en
opslagplaatsen en aan boord van
vliegtuigen.
1. Gebruik is toegestaan voor
lokale netwerken voor
servicecommunicatie tussen
luchtvaartpersoneel aanboord
van een vliegtuig op het
vliegveld en tijdens alle
vluchtstadia.
2. Gebruik is toegestaan voor
openbare draadloze lokale
netwerken aan boord van een
vliegtuig tijdens de vlucht op
een hoogte van meer dan 3000
m.
Beperkingen voor gebruik van de frequenties tussen 5470-5725 MHz
in Europa
Italië: - Voor privégebruik is algemene
goedkeuring vereist als WAS/
RLAN's buiten de eigen locatie
wordt gebruikt.
Luxemburg: Geïmplemen-
teerd
Algemene goedkeuring is vereist
voor netwerk- en servicelevering.
Gebruikershandleiding 7-9
Russische
Federatie:
Beperkt e.i.r.p 100 mW. Gebruik is alleen
toegestaan binnenshuis, in
afgesloten industriële gebieden en
opslagplaatsen en aan boord van
vliegtuigen.
1. Gebruik is toegestaan voor
lokale netwerken voor
servicecommunicatie tussen
luchtvaartpersoneel aanboord
van een vliegtuig op het
vliegveld en tijdens alle
vluchtstadia.
2. Gebruik is toegestaan voor
openbare draadloze lokale
netwerken aan boord van een
vliegtuig tijdens de vlucht op
een hoogte van meer dan 3000
m.
Om te voldoen aan de Europese wetten met betrekking tot het bereik van
draadloos LAN gelden de bovenstaande beperkingen voor de kanalen van
2,4 en 5 alleen voor gebruik buitenshuis. De gebruiker dient het huidige
kanaal te controleren met het hulpprogramma voor draadloos LAN. Als het
apparaat werkt buiten de toegestane grenzen voor gebruik buitenshuis,
zoals hierboven wordt vermeld, dient de gebruiker contact op te nemen
met de desbetreffende landelijke instantie met een verzoek om
toestemming voor gebruik buitenshuis.
Canada - Industry Canada (IC)
Dit apparaat voldoet aan RSS 210 van Industry Canada. De werking van
dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit
apparaat mag geen storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet
ontvangen storing accepteren, zelfs als de werking van het apparaat
hierdoor wordt aangetast.
De letters 'IC' voor het certificeringsnummer van de apparatuur geven
enkel aan dat er wordt voldaan aan de technische specificaties voor
Industry Canada.
Verenigde Staten-Federal Communications Commission
(FCC)
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de stipulaties voor een digitaal
apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden.
Raadpleeg het gedeelte met FCC-informatie voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 7-10
Het uitgestraalde uitgangsvermogen van het draadloze apparaat ligt
ruimschoots onder de FCC-limieten voor blootstelling aan HF-straling.
Niettemin dient het draadloze apparaat zodanig te worden gebruikt dat
fysiek contact tijdens normaal gebruik tot een minimum beperkt blijft.
In een normale gebruiksconfiguratie mag de afstand tussen de antenne en
de gebruiker niet minder dan 20 cm zijn. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de computer voor meer informatie over de
locatie van de antenne.
De installateur van deze radioapparatuur dient ervoor te zorgen dat de
antenne zodanig is geplaatst of gericht dat deze geen HF-energie uitstraalt
boven de door Health Canada gedefinieerde limieten voor het publiek;
raadpleeg Safety Code 6, verkrijgbaar via de website van Health Canada:
www.hc-sc.gc.ca
Taiwan
Artikel 12 Zonder toestemming van de NCC is het geen
enkel bedrijf, onderneming of gebruiker toegestaan
de frequentie te wijzigen, het zendvermogen te
vergroten of de oorspronkelijke eigenschappen of
de prestaties te wijzigen van een goedgekeurd
apparaat met laag vermogen op radiofrequentie.
Artikel 14 Apparaten met laag vermogen op radiofrequentie
mogen geen invloed hebben op de
vliegtuigveiligheid en wettelijk toegestane
communicatie niet storen.
Als dat wel het geval is, moet het gebruik
onmiddellijk worden beëindigd, zodat er geen
storing meer optreedt.
De genoemde wettelijk toegestane communicatie
betreft radiocommunicatie die plaatsvindt in
overeenstemming met de Telecommunications Act
(Wet op de telecommunicatie).
Apparaten met laag vermogen op radiofrequentie
moeten gevoelig zijn voor de storing van apparaten
voor wettelijk toegestane communicatie of ISM-
apparaten die radiogolven uitzenden.
Gebruik van deze apparatuur in Japan
In Japan wordt de frequentiebandbreedte van mobiele
objectidentificatiesystemen (gelicentieerd radiostation en gespecificeerd
radiostation met laag vermogen) overlapt door de frequentiebandbreedte
Gebruikershandleiding 7-11
tussen 2.400 en 2.483,5 MHz voor tweedegeneratiesystemen voor
gegevenscommunicatie met laag vermogen zoals deze apparatuur.
1. Belangrijke mededeling
De frequentiebandbreedte van deze apparatuur kan functioneren binnen
hetzelfde bereik als industriële apparaten, wetenschappelijke apparaten,
medische apparaten, magnetrons, gelicentieerde radiostations en niet-
gelicentieerde gespecificeerde radiostations met laag vermogen voor
mobiele systemen voor objectidentificatie (RFID) die worden gebruikt in
productielijnen in fabrieken (Andere radiostations).
1. Voordat u deze apparatuur in gebruik neemt, dient u te controleren of
de apparatuur geen storingen veroorzaakt in de hiervoor genoemde
apparatuur.
2. Als deze apparatuur storingen in andere radiostations veroorzaakt,
dient u onmiddellijk een andere frequentie te selecteren, een andere
gebruikslocatie te kiezen of de zendbron uit te schakelen.
3. Neem contact op met een erkende TOSHIBA-servicedienst als u
problemen ondervindt met storingen die dit product bij andere
radiostations veroorzaakt.
2. Aanduiding voor draadloos LAN
De hieronder weergegeven aanduiding wordt op deze apparatuur vermeld.
2.4 DS/OF 4
(1) (2) (3) (4)
(5)
1. 2.4: Deze apparatuur gebruikt een frequentie van 2,4 GHz.
2. DS: Deze apparatuur gebruikt DS-SS-modulatie.
3. OF: Deze apparatuur gebruikt OFDM-modulatie.
4. 4: Het storingsbereik van deze apparatuur is minder dan 40 m.
5. : Deze apparatuur gebruikt een frequentiebandbreedte van
2.400 MHz tot 2.483,5 MHz. Het is mogelijk om de frequentieband van
mobiele objectidentificatiesystemen te vermijden.
3. Aanduiding voor Bluetooth
De hieronder weergegeven aanduiding wordt op deze apparatuur vermeld.
(4)
(1)
(2) (3)
2.4 FH
Gebruikershandleiding 7-12
1. 2.4: Deze apparatuur gebruikt een frequentie van 2,4 GHz.
2. FH: Deze apparatuur gebruikt FH-SS-modulatie.
3. 1: Het storingsbereik van deze apparatuur is minder dan 10 m.
4.
: Deze apparatuur gebruikt een frequentiebandbreedte van
2.400 MHz tot 2.483,5 MHz. Het is onmogelijk de bandbreedte van
identificatiesystemen voor mobiele objecten te omzeilen.
4. Over de JEITA
Draadloos LAN op 5 GHz ondersteunt het kanaal W52/W53/W56.
Apparaatvalidatie
Dit apparaat is goedgekeurd conform de Technical Regulation Conformity
Certification en behoort tot de klasse van radio-apparaten van
gegevenscommunicatiesystemen met laag vermogen zoals vermeld in de
handelswetten op het gebied van telecommunicatie.
Intel
®
Centrino
®
Wireless-N 2230 voor draadloos LAN en Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: 2230BNHMW
DSP Research, Inc.
Keuringsnummer: D111287003
Realtek
®
RTL8188EE 802.11b/g/n draadloos LAN
De naam van de radioapparatuur: RTL8188EE
DSP Research, Inc.
Keuringsnummer: D120135003
Atheros WB222 802.11a/b/n draadloos LAN
De naam van de radioapparatuur: WB222
DSP Research, Inc.
Keuringsnummer: D111398003
Atheros QCWB335 draadloze netwerkadapter b/g/n en Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: QCWB335
DSP Research, Inc.
Keuringsnummer: D120156003
De volgende beperkingen zijn van toepassing:
Open of wijzig het apparaat niet.
Installeer de draadloze LAN-module waarmee het apparaat is
uitgerust, niet in een ander apparaat.
Gebruikershandleiding 7-13
Radiogoedkeuringen voor draadloze apparaten
Deze apparatuur is goedgekeurd volgens de radionormen van de landen/
gebieden in de onderstaande tabel.
Als u deze apparatuur gebruikt in landen/regio's die niet in de
onderstaande tabel staan, neemt u contact op met de ondersteuning van
TOSHIBA.
Per maart 2013
Oostenrijk België Bulgarije Canada
Cyprus Tsjechië Denemarken Estland
Finland Frankrijk Duitsland Griekenland
Hong Kong Hongarije IJsland India
Indonesië Ierland Italië Japan
Korea Letland Liechtenstein Litouwen
Luxemburg Malta Monaco Nederland
Noorwegen Filipijnen Polen Portugal
Roemenië Slowakije Slovenië Spanje
Zweden Zwitserland Verenigd
Koninkrijk
V.S.
Wettelijke voetnoten
Niet-toepasselijke pictogrammen
Bepaalde computerchassis zijn ontworpen om alle mogelijke configuraties
voor een volledige productserie te huisvesten. Het door u geselecteerde
model heeft dus mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die
corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het
computerchassis.
CPU
Wettelijke voetnoten met betrekking tot CPU-prestaties.
De prestaties van de CPU (Central Processing Unit ofwel Centrale
Verwerkingseenheid) in uw computer kunnen afwijken van de specificaties,
onder invloed van de volgende factoren:
gebruik van bepaalde externe randapparaten;
gebruik van accuvoeding in plaats van netvoeding;
gebruik van bepaalde multimedia, door de computer gegenereerde
afbeeldingen of videotoepassingen;
Gebruikershandleiding 7-14
gebruik van standaardtelefoonlijnen of langzame
netwerkverbindingen;
gebruik van complexe ontwerpsoftware, bijvoorbeeld geavanceerde
CAD-toepassingen;
gelijktijdig gebruik van verschillende toepassingen of functies;
gebruik van de computer in gebieden met lage luchtdruk (grote hoogte
van meer dan 1000 meter boven zeeniveau);
gebruik van de computer bij temperaturen tussen 5°C en 30°C of hoge
dan 25°C op grote hoogte. (Deze temperatuurlimieten zijn niet precies
en kunnen afwijken al naar gelang het specifieke computermodel.
Raadpleeg uw computerdocumentatie of de TOSHIBA-website op
www.pcsupport.toshiba.com voor meer informatie.)
De CPU-prestaties kunnen bovendien afwijken van de specificaties als
gevolg van de ontwerpconfiguratie.
In bepaalde omstandigheden kan het gebeuren dat de computer
automatisch wordt uitgeschakeld. Dit is een normale beschermende
maatregel ter voorkoming van gegevensverlies of beschadiging van het
product bij gebruik buiten de aanbevolen omstandigheden. Vermijd het
risico van gegevensverlies door altijd back-ups van gegevens te maken. Dit
doet u door de gegevens van tijd tot tijd op een extern opslagmedium op te
slaan. Voor optimale prestaties dient u uw computer alleen onder de
aanbevolen omstandigheden te gebruiken. Lees de aanvullende
beperkingen in de productdocumentatie door. Neem voor meer informatie
contact op met de TOSHIBA-afdeling voor service en ondersteuning of
raadpleeg het gedeelte TOSHIBA-ondersteuning.
64-bits computergebruik
Bepaalde 32-bits apparaatstuurprogramma's en/of toepassingen zijn
mogelijk niet compatibel met 64-bits processors/besturingssystemen en
werken daarom niet correct.
Hoofdgeheugen
Een deel van het hoofdsysteemgeheugen kan door het grafische systeem
worden gebruikt om de grafische prestaties te verbeteren, waardoor de
beschikbare hoeveelheid systeemgeheugen voor andere
computeractiviteiten afneemt. De hoeveelheid systeemgeheugen die wordt
toegewezen om de grafische prestaties te verbeteren, hangt af van het
grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het
systeemgeheugen en andere factoren.
Als uw computer is geconfigureerd met meer dan 3 GB, kan de
geheugencapaciteit worden weergegeven als slechts circa 3 GB
(afhankelijk van de hardwarespecificaties van de computer).
Dit is correct aangezien het besturingssysteem gewoonlijk de beschikbare
hoeveelheid geheugen weergeeft in plaats van de hoeveelheid fysiek
geheugen (RAM) die in de computer is ingebouwd.
Gebruikershandleiding 7-15
Diverse systeemcomponenten (zoals de GPU van de grafische kaart en
PCI-apparaten zoals draadloos LAN) vereisen hun eigen geheugenruimte.
Aangezien een 32-bits besturingssysteem niet meer dan 4 GB geheugen
kan adresseren, overlappen deze systeembronnen het fysieke geheugen.
Het is een technische beperking dat het overlappende geheugen niet
beschikbaar is voor het besturingssysteem. Hoewel sommige
hulpprogramma's de daadwerkelijke hoeveelheid fysiek geheugen in de
computer kunnen weergeven, is er nog steeds slechts circa 3 GB
geheugen beschikbaar voor het besturingssysteem.
Computers die met een 64-bits besturingssysteem zijn geconfigureerd,
hebben toegang tot maximaal 4 GB systeemgeheugen.
Gebruiksduur van de accu
De gebruiksduur van de accu varieert sterk al naar gelang factoren zoals
productmodel, configuratie, toepassingen, energiebeheerinstellingen en
gebruikte functies. Bovendien is de gebruiksduur onderhevig aan de
natuurlijke prestatievariaties die voortvloeien uit het ontwerp van
afzonderlijke onderdelen. Bepaalde modellen en configuraties die door
TOSHIBA vóór het tijdstip van publicatie zijn getest, worden geleverd met
een classificatie voor de gebruiksduur van de accu. De oplaadtijd is
afhankelijk van het gebruik. De accu wordt mogelijk niet opgeladen
wanneer de computer maximale stroom verbruikt.
Nadat de accu meerdere malen is opgeladen en ontladen, kan deze niet
langer op maximale capaciteit werken en is het tijd voor vervanging. Dat
geldt voor alle accu's. Zie de informatie over accessoires die bij de
computer is geleverd om na te gaan hoe en waar u een nieuwe accu-
eenheid kunt aanschaffen.
Capaciteit van vaste schijf (HDD)
1 gigabyte (GB) betekent 10
×
9 = 1.000.000.000 bytes met de macht 10.
Het besturingssysteem van de computer vermeldt de opslagcapaciteit
echter met de macht 2 waarbij GB = 2
30
= 1.073.741.824 bytes. Hierdoor
wordt een lagere geheugencapaciteit vermeld. De beschikbare
opslagcapaciteit is minder als er op het product een of meer
besturingssystemen, zoals Microsoft Windows, en/of een of meer
toepassingen vooraf zijn geïnstalleerd. De werkelijke capaciteit na
formatteren kan per model verschillen.
LCD
Na verloop van tijd en afhankelijk van het gebruik van de computer, neemt
de helderheid van het LCD-scherm af. Dit is een bekend kenmerk van de
LCD-technologie.
Maximale helderheid is alleen beschikbaar als het apparaat op netvoeding
wordt gebruikt. Het beeldscherm wordt gedimd wanneer computer op accu-
Gebruikershandleiding 7-16
energie wordt gebruikt. Het is niet mogelijk de helderheid van het scherm
te vergroten.
GPU (Graphics Processing Unit)
De prestaties van de Graphics Processing Unit (GPU) hangen af van het
productmodel, de ontwerpconfiguratie, de toepassingen, de instellingen
voor energiebeheer en de gebruikte functies. De GPU-prestaties worden
alleen geoptimaliseerd wanneer het apparaat op netstroom werkt. De
prestaties zijn aanzienlijk minder wanneer de accu wordt gebruikt.
De totaal beschikbare hoeveelheid grafisch geheugen is het totaal van,
indien van toepassing, speciaal videogeheugen, systeemvideogeheugen
en gedeeld systeemgeheugen. De hoeveelheid gedeeld videogeheugen
hangt af van de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren.
Draadloos LAN
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van
draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische
omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van toegangspunten,
clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie.
De werkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische
maximumsnelheid.
Kopieerbeveiliging
Technologie ter bescherming van het auteursrecht in sommige media
verhindert mogelijk het weergeven en opnemen van die media.
Gebruikershandleiding 7-17
Index
A
Aanwijsapparaat
touchpad 3-9
Accu
capaciteit controleren 4-26
energiebesparingsmodus
5-6
gebruiksduur
verlengen 4-27
typen 4-23
Accu-eenheid
vervangen 4-28
Acculampje 3-15
ASCII-tekens 4-6
B
Batterij
Real Time Clock 4-23
RTC-batterij 3-11
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen 5-5
openen 2-5
scharnieren 3-9
scherm 3-8
Beeldschermcontroller 3-11
Beveiligingsslot 4-42
Bluetooth 7-7
C
Controlelijst van
apparatuur 2-1
D
DC IN
lampje 3-1
DC IN-/acculampje 3-15
Documentatielijst 2-1
Draadloze communicatie 7-5
Dubbel aanwijsapparaat
touchpad 6-10
DVD Super Multi-station
gebruik 4-7
schrijven 4-10
E
Externe monitor
problemen 6-14
G
Geheugen
plaatsen 4-31
verwijderen 4-34
Geheugenmediasleuf 4-35
Geheugenmedium
plaatsen 4-38
verwijderen 4-38
Gebruikershandleiding Index-1
Geluidssysteem
problemen 6-13
H
HDMI-uit-poort 3-4
Herstelmedia 5-18, 5-21
Herstelschijfstation 5-20
L
LAN
aansluiten 4-30
typen kabels 4-30
Luchtopeningen 3-5, 3-6, 3-10
M
Mediabehandeling
geheugenkaarten 4-37
kaarten 4-37
MultiMediaCard
verwijderen 4-38
N
Netadapter
aansluiten 2-3
extra 4-43
gelijkstroomingang (19
V) 3-2
O
Opnieuw opstarten van de
computer 2-9
P
Problemen
accu 6-6
controlelijst voor hardware
en systeem 6-4
dubbel aanwijsapparaat 6-9
externe monitor 6-14
geheugenkaart 6-9
geluidssysteem 6-13
Intern beeldscherm 6-7
netvoeding 6-5
probleem analyseren 6-2
Real Time Clock 6-7
toetsenbord 6-7
TOSHIBA-
ondersteuning 6-16
touchpad 6-10
uitschakelen bij
oververhitting 6-5
USB-apparaat 6-11
USB-muis 6-11
vaste schijf 6-8
voeding 6-5
R
Reinigen van de
computer 1-15
S
SD/SDHC/SDXC-kaart
formatteren 4-37
opmerking 4-36
Slaapstand
instelling 2-9
systeem automatisch in 5-6
Stroomvoorziening
omstandigheden 3-14
slaapstand 2-9
Gebruikershandleiding Index-2
T
Toetsenbord
functietoetsen 4-4
Functietoetsen F1...F12 4-4
problemen 6-7
Windows-toetsen 4-6
TOSHIBA Desktop Assist 5-1
U
USB-apparaat
problemen 6-11
V
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen 5-6
Verplaatsen van de
computer 1-15
Video-RAM 3-11
Videomodus 4-45
Voeding
afsluitmodus 2-8
in-/uitschakelen via LCD
5-6
inschakelen 2-6
sluimerstand 2-11
uitschakelen 2-8
W
Wachtwoord
computer opstarten met
wachtwoord 5-9
gebruiker 5-8
opstarten 5-6
supervisor 5-9
Webcam 3-8
Gebruikershandleiding Index-3
7


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Toshiba Satellite S70Dt at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Toshiba Satellite S70Dt in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,37 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Toshiba Satellite S70Dt

Toshiba Satellite S70Dt User Manual - English - 140 pages

Toshiba Satellite S70Dt User Manual - German - 156 pages

Toshiba Satellite S70Dt User Manual - French - 147 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info