564541
6
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/130
Next page
Gebruikers-
handleiding
Satellite CL10-B/L10-B/L10t-B/
L10W-B
Satellite Radius 11 CL10W-B/
CL15W-B
Satellite Radius 11 L10W-B/
L15W-B
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
TOSHIBA: wet- en regelgeving en veiligheid
Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken ....... 1-1
Voorschriften ......................................................................................... 1-2
Verklaring met betrekking tot videostandaarden ............................... 1-8
ENERGY STAR®-programma ............................................................... 1-9
Afvalverwerking van de computer en de computeraccu's ................ 1-9
Algemene voorzorgsmaatregelen ...................................................... 1-10
Veiligheidspictogrammen ................................................................... 1-13
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Controlelijst van apparatuur ................................................................. 2-1
Conventies ............................................................................................. 2-1
Korte naam ............................................................................................. 2-3
De computer voor het eerst gebruiken ............................................... 2-3
Kennismaken met Windows ............................................................... 2-10
Het apparaat uitschakelen .................................................................. 2-12
Hoofdstuk 3
Rondleiding
Rondleiding voor de CL10-B/L10-B ..................................................... 3-1
Rondleiding voor de CL10W-B/L10W-B .............................................. 3-9
Locatie van magneten (CL10W-B/L10W-B) ....................................... 3-15
Interne hardwareonderdelen .............................................................. 3-16
Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden ............ 3-19
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
Werken in de tabletmodus (CL10W-B/L10W-B) .................................. 4-1
Het touchscreen gebruiken .................................................................. 4-2
Het touchpad gebruiken ....................................................................... 4-3
Het toetsenbord ..................................................................................... 4-4
Accu ........................................................................................................ 4-6
LAN ....................................................................................................... 4-10
Geheugenmedia .................................................................................. 4-11
Extern beeldscherm ............................................................................ 4-15
Beveiligingsslot ................................................................................... 4-18
Optionele TOSHIBA-accessoires ....................................................... 4-19
Geluidssysteem en videomodus ....................................................... 4-19
Hoofdstuk 5
Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik
Gebruikershandleiding ii
Hulpprogramma's en toepassingen .................................................... 5-1
Speciale voorzieningen ........................................................................ 5-4
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma ............................................... 5-6
TOSHIBA System Settings ................................................................... 5-9
TOSHIBA PC Health Monitor .............................................................. 5-10
TOSHIBA Setup Utility ........................................................................ 5-11
Systeemherstel .................................................................................... 5-12
Hoofdstuk 6
Problemen oplossen
Probleemoplossingsproces ................................................................. 6-1
Controlelijst voor hardware en systeem ............................................. 6-5
TOSHIBA-ondersteuning .................................................................... 6-15
Hoofdstuk 7
Aanhangsel
Specificaties .......................................................................................... 7-1
Netsnoer en connectoren ..................................................................... 7-2
Informatie voor draadloze apparaten .................................................. 7-4
Wettelijke voetnoten ............................................................................ 7-15
Informatie voor VCCI-klasse B (alleen Japan) .................................. 7-18
OpenSSL Toolkit License Issues ....................................................... 7-18
FreeType License Issues .................................................................... 7-20
Index
Gebruikershandleiding
iii
Hoofdstuk 1
TOSHIBA: wet- en regelgeving
en veiligheid
In dit hoofdstuk vindt u informatie over wet- en regelgeving en veiligheid
met betrekking tot TOSHIBA-computers.
Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en
handelsmerken
Copyright
©2014 TOSHIBA Corporation Alle rechten voorbehouden. Krachtens de
auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden
verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze
handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Eerste druk augustus 2014
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en
verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De
aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor uw computer op het
tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers
en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd.
TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade
die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of
uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
Intel is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation.
Gebruikershandleiding
1-1
Windows, Microsoft en het Windows-logo zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Het Bluetooth
®
-woordmerk en de Bluetooth-logo's zijn gedeponeerde
handelsmerken in eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en Toshiba
Corporation gebruikt deze merken onder licentie.
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het
HDMI-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
Secure Digital en SD zijn handelsmerken van SD Card Association.
MultiMediaCard, MMC en eMMC zijn handelsmerken van MultiMediaCard
Association.
QUALCOMM is een handelsmerk van Qualcomm Incorporated,
gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. ATHEROS is een
handelsmerk van Qualcomm Atheros, Inc., gedeponeerd in de Verenigde
Staten en andere landen.
DTS, het symbool, en DTS en het symbool samen zijn gedeponeerde
handelsmerken en DTS Studio Sound is een handelsmerk van DTS, Inc. ©
DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Realtek is een gedeponeerd handelsmerk van Realtek Semiconductor
Corporation.
Alle andere product- en servicenamen in deze handleiding zijn mogelijk
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke
bedrijven.
Voorschriften
FCC-informatie
FCC-verklaring van overeenstemming
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal
apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze
apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze
energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt
geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de
radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter
storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of
televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de
apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of
meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv.
Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten
aan.
Gebruikershandleiding
1-2
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B
mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met niet-
compatibele randapparaten of randapparaten die niet door TOSHIBA zijn
aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op radio- en tv-
toestellen. U moet afgeschermde kabels gebruiken tussen de externe
apparaten en de poort voor een externe RGB-monitor, de Universal Serial
Bus-poorten (USB 2.0 en 3.0), de HDMI-poort en de combinatie-aansluiting
voor hoofdtelefoon/microfoon van de computer. Het wijzigen of aanpassen
van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA of
door TOSHIBA erkende partijen kan de machtiging tot het gebruik van de
apparatuur tenietdoen.
FCC-voorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking
van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1. Het apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2. Het apparaat moet in staat zijn alle ontvangen storing te accepteren,
zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Contact
Adres: TOSHIBA America Information Systems, Inc.
9740 Irvine Boulevard
Irvine, Californië 92618-1697, V.S.
Telefoon: (949) 583-3000
Deze informatie is alleen van toepassing op de landen/regio's waar dit
vereist is.
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in
overeenstemming met de relevante Europese
richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing
van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe
GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss,
Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring
van overeenstemming is te vinden op de
TOSHIBA-website
http://epps.toshiba-teg.com op internet.
Gebruikershandleiding 1-3
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante
Europese richtlijnen, met name RoHS-richtlijn 2011/65/EU, richtlijn 1995/5/
EG betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur,
richtlijn 209/125/EG betreffende ecologisch ontwerp (ErP) en de
bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de
relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen.
TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze
EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn
aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die
deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen
dat het systeem (pc plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen
voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de
volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften
(elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde 'commerciële, licht-
industriële en woonomgevingen'. TOSHIBA keurt het gebruik van dit
product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde 'commerciële,
licht-industriële en woonomgevingen' af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet goedgekeurd:
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom
van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
omgevingen met medische apparatuur
gemotoriseerde voertuigen
vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de
nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd
door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische
compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle
niet-geoorloofde omgevingen. In het geval van auto’s of vliegtuigen mag dit
Gebruikershandleiding
1-4
product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of
luchtvaartmaatschappij hiervoor toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden
dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Canadese voorschriften (alleen in Canada)
De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de
limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio
Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese
ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze
apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA Corporation
de machtiging tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de
Canadese regeling voor storing veroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la class B respecte toutes les exgences du
Règlement sur le matériel brouileur du Canada.
De volgende informatie geldt alleen voor EU-lidstaten:
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en
gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden
verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het
product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door
het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is
gebracht na 13 augustus 2005.
Door mee te werken aan het afzonderlijk inzamelen van
producten en batterijen draagt u bij aan de juiste
afvalverwerking van producten en batterijen/accu's en
helpt u zo mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu
en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het
hergebruik van afval in uw land onze website
( www.toshiba.eu/recycling
) of neem contact op met uw
gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Gebruikershandleiding 1-5
Verwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat batterijen en/of accu's afzonderlijk moeten worden
ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten
worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of
cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd
in de Europese richtlijn inzake batterijen en accu's, worden
de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg) en/of
cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van de
doorgekruiste vuilnisbak.
Door batterijen en accu's gescheiden in te zamelen, draagt
u bij aan de juiste afvalverwerking van producten en
batterijen/accu's en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen
voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
Om dit te bereiken dient u elke batterij en/of accu in te
leveren bij een plaatselijke recyclinginstantie of bij een
winkel of inzamelpunt waar deze onderdelen worden
ingezameld voor een milieuvriendelijke verwerking. Zorg
er daarbij voor dat u de contacten afplakt met niet-
geleidende tape.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het
hergebruik van afval in uw land onze website
(
www.toshiba.eu/recycling
) of neem contact op met uw
gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.
REACH - Verklaring van overeenstemming
De verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot chemische
stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and Restriction of
Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en beperkingen van
chemische stoffen) is vanaf 1 juni 2007 van kracht, met een gefaseerde
inwerkingtreding tot 2018.
Toshiba voldoet aan alle REACH-vereisten en verplicht zich klanten
informatie te geven over de aanwezigheid in onze artikelen van stoffen op
de kandidatenlijst in overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website
www.toshiba.eu/reach voor informatie over de aanwezigheid in onze
artikelen van stoffen die op de kandidatenlijst staan volgens REACH in een
concentratie van meer dan 0,1 gewichtsprocent.
Gebruikershandleiding
1-6
De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:
Afvalverwerking van producten:
Het symbool van doorgekruiste vuilnisbak betekent dat
dit product niet mag worden ingezameld en
weggegooid met ander huishoudelijk afval. Wanneer
het product het einde van zijn gebruiksduur heeft
bereikt, moet dit worden ingeleverd bij een
inzamelpunt, recyclingbedrijf of afvalverwerkende
instantie om zo het milieu en de menselijke
gezondheid te beschermen. Voor meer informatie over
inzamelings- en recyclingprogramma's in uw land
neemt u contact op met de gemeente of met de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Toshiba voldoet aan alle vereisten van de Turkse richtlijn 28300
'Beperking op het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in
elektrische en elektronische apparatuur'.
AEEE Yönetmeliğine Uygundur
Toshiba 28300 sayılı Türkiye ''Elektrikle çalişan ve elektronik
ekipmanda belirli tehlikeli maddelerin kullanimiyla ilgili kisitlama”
yönetmeliği gereklerini tamamen yerine getirmektedir
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt
gedefinieerd volgens de norm ISO 9241-307. Als het aantal
pixelfouten minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of
defect gerekend.
Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt
van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden
opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect.
Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.
De volgende informatie geldt alleen voor India:
Het gebruik van dit symbool geeft aan dat dit product niet
als huishoudelijk afval mag worden behandeld.
Door dit product op de juiste manier als afval te
verwerken, draagt u eraan bij negatieve gevolgen voor het
milieu en de menselijke gezondheid die kunnen
voortvloeien uit onjuiste verwerking van dit product te
voorkomen.
Voor meer informatie over recycling van dit product
bezoekt u onze website
(
http://www.toshiba-india.com ) of neem contact op met
het callcenter (1800-200-8674).
Gebruikershandleiding 1-7
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.
Verklaring met betrekking tot videostandaarden
DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL
PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE
PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT
VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE
BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II)
DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD
DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN
NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN
VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT
OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. VOOR AL HET
OVERIGE GEBRUIK WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND, OOK NIET
IMPLICIET. AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE
MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL
GEBRUIK KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE
HTTP://WWW.MPEGLA.COM
Gebruikershandleiding 1-8
ENERGY STAR
®
-programma
Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR
®
-
richtlijnen. Als het model dat u hebt gekocht, hieraan
voldoet, is de computer voorzien van het ENERGY
STAR®-logo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STAR-
programma van de Environmental Protection Agency
(EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY
STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn
de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld
op een configuratie die de meest stabiele werkomgeving
en optimale systeemprestaties biedt voor gebruik met de
netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de
energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en
het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten
in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben
plaatsgevonden.
TOSHIBA raadt aan deze en andere energiebesparende
instellingen ingeschakeld te laten, zodat de computer zo
energiezuinig mogelijk werkt. U kunt de slaapstand
uitschakelen door op de aan/uit-knop te drukken.
Uw computer met ENERGY STAR-certificering moet
standaard zo zijn ingesteld dat deze na een periode van
inactiviteit overschakelt naar een energiezuinige
slaapstand. Raak eenvoudig de muis of het toetsenbord
aan om de computer snel weer te activeren. Deze
slaapfuncties kunnen u tot $23 per jaar (200 kWh per jaar
aan elektriciteit) besparen en verminderen de jaarlijkse
uitstoot van broeikasgassen met max. 300 pond.Voor
informatie over hoe u deze slaapstandinstellingen van de
computer aanpast of inschakelt, gaat u naar:
www.energystar.gov/sleepinstructions
Als u deze slaapstandinstellingen snel en gemakkelijk in
uw organisatie wilt inschakelen met behulp van
netwerkprogramma's, gaat u naar
www.energystar.gov/powermanagement
Afvalverwerking van de computer en de
computeraccu's
De computeraccu is niet toegankelijk voor de gebruiker. Neem contact op
met een geautoriseerde TOSHIBA-servicedienst voor informatie over
afvalverwerking van de computer en de accu's.
Gebruikershandleiding
1-9
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en een optimaal
gebruikscomfort. Bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de
computer verder te beperken.
Lees de volgende algemene aanwijzingen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Zorg voor afdoende ventilatie
Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de
computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd tegen
oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een netadapter
wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de computer in de
slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af.
Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel.
Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer.
Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op een tapijt of een ander
zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden geblokkeerd.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in
systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de
computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te
stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht.
Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals stereoluidsprekers
(andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een headset.
Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters.
Extreme hitte, koude of vochtigheid.
Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Gebruikershandleiding 1-10
Blessures door overbelasting
Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin
wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig
toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens
informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de
verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt
verminderen.
Letsel door verhitting
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het
oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt,
kan langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de
computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten -
resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na
langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en
laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd
of storingen optreden.
De computer schoonmaken
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de
computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer vochtig wordt,
zet de computer dan direct uit en laat hem helemaal droog worden. In
deze omstandigheden moet u de computer laten nakijken door een
bevoegde servicemedewerker om de schade vast te stellen.
Reinig de plastic onderdelen van de computer met een doek die licht
bevochtigd is met water.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid
reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het
scherm voorzichtig af te vegen.
Gebruikershandleiding 1-11
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer
te reinigen.
De computer verplaatsen
Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u
enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de
computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft
werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer
verplaatst.
Schakel de computer uit (afsluiten).
Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Voordat u de computer draagt, moet u deze uitschakelen, de
netadapter loskoppelen en de computer laten afkoelen. Als u zich niet
aan deze instructie houdt, kan dit leiden tot licht letsel door de warmte.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als
u zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging
van de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer de computer nooit terwijl er kaarten zijn geplaatst. Hierdoor
kan de computer en/of de kaart beschadigd raken wat kan leiden tot
een computerstoring.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden.
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor een veilig en juist gebruik van deze
computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid
en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Gebruikershandleiding 1-12
Veiligheidspictogrammen
Veiligheidspictogrammen worden in deze handleiding gebruikt om u attent
te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid
zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van
apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies, beschadiging van de apparatuur of licht letsel.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleiding 1-13
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle
basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf is geïnstalleerd door
TOSHIBA, werken sommige functies die in deze handleiding worden
beschreven mogelijk niet correct.
Controlelijst van apparatuur
Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het
verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
TOSHIBA draagbare personal computer
Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
Documentatie
Aan de slag
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items
ontbreken of beschadigd zijn.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
Interne opslag Uw computer is uitgerust met een van de
volgende opslagapparaten:
HDD (vaste schijf)
eMMC (Embedded MultiMediaCard)
In deze handleiding verwijst het woord 'interne
opslagruimte' naar de vaste schijf of de eMMC,
tenzij anders vermeld.
Gebruikershandleiding 2-1
Klikken Tik op het touchpad of klik eenmaal op de
linker touchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de linkermuisknop.
Tik eenmaal op het aanraakscherm (alleen
modellen met een aanraakscherm).
Klikken met de
rechtermuisknop
Klik eenmaal op de rechter
touchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de rechtermuisknop.
Tik op het aanraakscherm en laat uw vinger
staan (alleen voor modellen met een
aanraakscherm).
Dubbelklikken Tik tweemaal op het touchpad of klik
tweemaal op de linker
touchpadbesturingsknop.
Klik tweemaal met de linkermuisknop.
Tik tweemaal op het aanraakscherm (alleen
voor modellen met een aanraakscherm).
Charm Als u veegt vanaf de rechterrand (alleen voor
modellen met een aanraakscherm) of met de
muisaanwijzer de rechterbenedenhoek (of
rechterbovenhoek) van het scherm aanwijst,
verschijnt er een lijst met charms: Zoeken,
Delen, Start, Apparaten en Instellingen.
Bureaublad Klik op de tegel Bureaublad in het startscherm
om het bureaublad weer te geven.
Startscherm U kunt als volgt vanuit een app of het bureaublad
teruggaan naar het startscherm:
Klik op de charm Start.
Verplaats de muisaanwijzer helemaal naar
de linkerbenedenhoek van het scherm en
klik op de knop Start ( ).
Gebruik de toets met het Windows
®
-logo (
) op het toetsenbord.
Druk op de Windows
®
-knop ( ) op de
computer (alleen voor modellen met een
touchscreen).
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning voor
meer informatie.
Gebruikershandleiding 2-2
De weergave Apps U vindt alle apps, waaronder
bureaubladprogramma's, in de weergave Apps.
U opent de weergave Apps als volgt:
Verplaats de muisaanwijzer en klik op het
pictogram in de linkerbenedenhoek van
het scherm.
Veeg omhoog vanaf het midden van het
startscherm (alleen voor modellen met een
aanraakscherm).
Korte naam
De korte naam wordt als volgt gedefinieerd in deze handleiding.
Modelnaam Korte naam
Satellite CL10-B CL10-B
Satellite L10-B/L10t-B L10-B
Satellite Radius 11 L10W-B/L15W-B/Satellite L10W-
B
L10W-B
Satellite Radius 11 CL10W-B/CL15W-B CL10W-B
De computer voor het eerst gebruiken
Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding
is bedoeld om u comfortabeler en productiever met laptops te laten
werken. Als u de aanbevelingen in deze handleiding volgt, verkleint u de
kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te
gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Het beeldscherm openen
De netadapter aansluiten
Het apparaat inschakelen
Eerste configuratie
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit
regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te
controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens
verloren.
Gebruikershandleiding 2-3
Het is verstandig om regelmatig een back-up van de interne
opslagruimte of van een ander primair opslagapparaat te maken op
externe media. Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel
op de lange termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit
resulteren in gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat
alle gegevens in het interne geheugen worden opgeslagen in de
interne opslagruimte of op een ander opslagmedium. Als u dit niet
doet, kan dit gegevensverlies tot gevolg hebben.
Het beeldscherm openen (CL10-B/L10-B)
Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal
kijkgemak.
Til het beeldscherm langzaam op terwijl u met één hand de polssteun
vasthoudt zodat het hoofdgedeelte van de computer niet wordt opgetild. U
kunt de hoek van het beeldscherm aanpassen voor een optimale
helderheid.
Afbeelding 2-1 Het beeldscherm openen (CL10-B/L10-B)
1
1. Beeldscherm
De vormgeving van het product verschilt per model.
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het
scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer
beschadigt.
Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de
scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
Druk of duw niet op het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Gebruikershandleiding 2-4
Klap het beeldscherm niet dicht als er pennen of soortgelijke
voorwerpen tussen het beeldscherm en het toetsenbord zijn
achtergebleven.
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op
de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en
gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of
dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of
dichtklappen van het beeldscherm).
Het beeldscherm openen (CL10W-B/L10W-B)
Het beeldscherm kan worden geopend in elke hoek tot 360 graden,
waardoor u beschikt over de flexibiliteit en veelzijdigheid om uw computer
op een van de volgende manieren te gebruiken.
Afbeelding 2-2 Het beeldscherm openen in elke gewenste hoek (CL10W-B/L10W-B)
Gebruikershandleiding 2-5
Laptopstand
Liggende stand
Staande stand
Tentstand
Tabletstand
Het toetsenbord en het touchpad worden tijdelijk uitgeschakeld wanneer u
de computer in de staande, liggende of tentstand gebruikt.
Gebruikershandleiding 2-6
U opent het beeldscherm door dit langzaam op te tillen waarbij u met één
hand het midden van het scherm vasthoudt (zoals in de volgende
afbeelding) en met de andere hand de polssteun omlaag drukt, zodat het
hoofdgedeelte van de computer niet wordt opgetild.
Afbeelding 2-3 Het beeldscherm openen (CL10W-B/L10W-B)
1
1. Beeldscherm
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het
scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer
beschadigt
Het wordt aanbevolen het midden van het beeldscherm vast te
houden terwijl u het scherm draait.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Sluit de computer niet terwijl zich pennen of andere voorwerpen
tussen het beeldscherm en het toetsenbord bevinden.
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op
de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en
gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of
dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of
dichtklappen van het beeldscherm).
Gebruikershandleiding 2-7
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu wilt opladen of via de
netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om aan de slag te
gaan, omdat de accu eerst moet worden opgeladen voordat u het apparaat
hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen
100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de
computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet
wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de
computer wordt geleverd.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is
meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door TOSHIBA
wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc
te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan
leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig
letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele
adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet
overeenstemt met de spanning en frequentie die op het
voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk
ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de
wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en
frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk
ernstig letsel tot gevolg.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin de computer wordt verkocht en mag
niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's
dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de
veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
exact uit te voeren in de volgorde die wordt beschreven in deze
handleiding. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet
de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium
verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder
stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische
schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen
onderdelen aan.
Gebruikershandleiding
2-8
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan
beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de
onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter
namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor
gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Afbeelding 2-4 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 2-5 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd,
afhankelijk van het model.
2. Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op de
gelijkstroomingang (19 V) van de computer.
Afbeelding 2-6 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten
1
2
1. Gelijkstroomingang (19 V)
2. Gelijkstroomuitgangsstekker
De vormgeving van het product verschilt per model.
3. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact. Het DC IN-/acculampje
brandt.
Gebruikershandleiding
2-9
Het apparaat inschakelen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het apparaat inschakelt. Het aan/
uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van
de stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer informatie.
Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet
uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van
Windows.
1. Open het beeldscherm.
2. Druk op de aan/uit-knop.
Afbeelding 2-7 Het apparaat inschakelen
1
1. Aan/uit-knop
De vormgeving van het product verschilt per model.
Eerste configuratie
Het opstartscherm van Windows wordt als eerste weergegeven wanneer u
het apparaat aanzet. Volg de aanwijzingen in elk scherm om het
besturingssysteem correct te installeren.
Lees zorgvuldig de Licentievoorwaarden door wanneer deze worden
weergegeven.
Kennismaken met Windows
Voor meer informatie over nieuwe functies en het gebruik van Windows
raadpleegt u Windows Help en ondersteuning.
Startscherm
Het startscherm vormt het startpunt voor alles wat u kunt doen in het
Windows-besturingssysteem en biedt nieuwe, eenvoudige manieren om
toegang te krijgen tot alles wat u maar nodig hebt, van uw favoriete apps
en websites tot uw contactpersonen en andere belangrijke informatie.
In het startscherm kunt u typen om te vinden wat u zoekt. Van hieruit kunt
u gemakkelijk schakelen tussen resultaten voor apps, bestanden en meer.
Gebruikershandleiding 2-10
Windows-taakbalk
Wijs de onderrand aan om de Windows-taakbalk op het startscherm weer
te geven. (Als u de Windows-taakbalk naar een andere rand hebt
verplaatst, wijst u die aan.)
U ziet alle recentelijk gebruikte apps op de Windows-taakbalk.
Pictogram Energiebeheer
Het startscherm biedt een handige manier om de slaap- of sluimerstand in
te schakelen of het apparaat af te sluiten. Klik op het aan/uit-pictogram (
) rechtsboven op het startscherm en selecteer daarna de gewenste stand.
Charms
Met de Windows-charms kunt u apps starten, documenten zoeken,
systeemonderdelen instellen en de meeste andere computertaken
uitvoeren.
Als u de muisaanwijzer in de rechterbovenhoek of de rechterbenedenhoek
van het scherm plaatst, ziet u een reeks charms: Zoeken, Delen, Start,
Apparaten en Instellingen.
Zoeken Met deze charm kunt u zoeken op de computer
(apps, instellingen en bestanden), op internet of
in een app. U vindt het pictogram Zoeken ook
rechtsboven op het startscherm.
Delen Met deze charm kunt u items (koppelingen, foto's
en meer) delen.
Start Met deze charm gaat u naar het startscherm of,
als u zich al in het startscherm bevindt, keert u
terug naar de vorige app.
Apparaten Met deze charm kunt u uw hardware beheren.
Instellingen Via deze charm hebt u toegang tot de
instellingen van de computer (volume,
helderheid, internetverbinding en meer).
Tegels
Tegels zijn toegankelijk en kunnen worden gestart via het startscherm.
Het startscherm bevat gewoonlijk de tegels Bureaublad en E-mail en tegels
voor alle andere toepassingen die naar uw systeem zijn gedownload.
Gebruikershandleiding 2-11
Windows Store
Hoewel veel toepassingen vooraf op uw computer zijn geïnstalleerd of zijn
ingebouwd, kunt u ook veel andere toepassingen downloaden met één klik
met de muis.
In de Windows Store kunt u zoeken en bladeren naar duizenden apps,
gegroepeerd in overzichtelijke categorieën.
Aanmeldingsopties
Windows biedt een aantal aanmeldingsopties, waaronder verificatie door
middel van Wachtwoord ( ), Pincode ( ) en
Afbeeldingswachtwoord ( ) om toegang door onbevoegden te
voorkomen. Als er meerdere aanmeldingsmethoden zijn ingesteld voor een
gebruikersaccount, kunt u een optie selecteren in het aanmeldingsscherm
van Windows door op de aanmeldingsoptie te klikken. Verificatie door
middel van wachtwoord is de standaardaanmeldingsoptie.
Het apparaat uitschakelen
U kunt het apparaat uitschakelen in een van de volgende modi:
afsluitmodus, slaapstand of sluimerstand.
Afsluitmodus
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen. De volgende keer dat u de computer inschakelt,
wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze in de interne
opslagruimte of een ander opslagmedium op.
2. Controleer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf
verwijdert.
Als u het apparaat uitschakelt terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt,
kunnen gegevens verloren gaan of kan de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Als u dat wel
doet, kan dit leiden tot gegevensverlies.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los
en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Als u dat wel doet, kan dit leiden tot gegevensverlies.
3.
Klik op het aan/uit-pictogram ( ) op het startscherm en selecteer
Afsluiten.
4. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn
aangesloten uit.
Gebruikershandleiding 2-12
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd
om mogelijke beschadiging te voorkomen.
De computer opnieuw opstarten
In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel
een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
Als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd.
U kunt de computer op meerdere manieren opnieuw opstarten:
Klik op het aan/uit-pictogram ( ) op het startscherm en selecteer
Opnieuw opstarten.
Klik in de charm Instellingen op Aan/uit en selecteer Opnieuw
opstarten.
Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL om het
menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw opstarten door te
klikken op het voedingspictogram ( ) in de rechterbenedenhoek
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te
zetten. In deze modus blijven gegevens in het hoofdgeheugen van de
computer behouden. Wanneer u het apparaat opnieuw inschakelt, kunt u
direct doorwerken waar u was gebleven.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op
een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend,
dient u de computer altijd af te sluiten. Hierbij moet u ook functies voor
draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de
computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de
computer niet op deze manier afsluit, kan het besturingssysteem opnieuw
worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde taken uitvoeren of niet-
opgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of andere systemen
verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Om gegevensverlies te voorkomen, mag u niet overschakelen naar de
slaapstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media,
zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe
geheugenapparaten.
Gebruikershandleiding 2-13
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand
gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer
onder Systeem in de weergave Apps).
Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand
is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het
toetsenbord gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat
de toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie
Activering op toetsenbord is ingeschakeld in de TOSHIBA System
Settings.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld
en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer.
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via
Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de
sluimerstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand uitvoeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren activeren:
Klik op het aan/uit-pictogram ( ) op het startscherm en selecteer
Slaapstand
Klik in de charm Instellingen op Aan/uit en selecteer Slaapstand.
Sluit het beeldscherm. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het
punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-
lampje wit.
Gebruikershandleiding 2-14
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de algehele
gebruiksduur verlengen door af te sluiten in de sluimerstand. De
slaapstand gebruikt namelijk meer stroom wanneer de computer is
uitgeschakeld.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt
opgeslagen in de interne opslagruimte wanneer de computer wordt
uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld wanneer de
computer weer wordt aangezet. Vergeet niet dat de status van de
randapparaten die op de computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen
bij het inschakelen van de sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen opgeslagen in de interne
opslagruimte. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste
handmatig opslaan.
Als u de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid,
gaan gegevens verloren.
Om gegevensverlies te voorkomen, mag u niet overschakelen naar de
sluimerstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media,
zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe
geheugenapparaten.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden de gegevens opgeslagen in de interne
opslagruimte.
Nadat u de computer hebt ingeschakeld, kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding 2-15
Sluimerstand activeren
Als u de sluimerstand wilt inschakelen, klikt u op het aan/uit-pictogram (
) op het startscherm en selecteert u Sluimerstand.
Als u Sluimerstand wilt weergeven in het menu, voert u de volgende
stappen uit:
1. Klik op Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging ->
Energiebeheer onder Systeem in de weergave Apps.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen of Het gedrag
van het sluiten van het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor
Uitschakelen.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de
aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. U configureert deze instellingen als
volgt:
1. Klik op Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-
knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel
bepalen.
2. Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Actie als ik op
de aan/uit-knop druk en Actie als ik het deksel sluit.
3. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gegevensopslag in de sluimerstand
Wanneer u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de huidige
gegevens in het geheugen in de interne opslagruimte opgeslagen, wat
enkele ogenblikken zal duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud is
opgeslagen in de interne opslagruimte, schakelt u eventuele
randapparaten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Gebruikershandleiding 2-16
Hoofdstuk 3
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel
voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
niet-toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het
oppervlak te voorkomen.
De korte naam wordt als volgt gedefinieerd in deze handleiding.
Modelnaam Korte naam
Satellite CL10-B CL10-B
Satellite L10-B/L10t-B L10-B
Satellite Radius 11 L10W-B/L15W-B/Satellite L10W-
B
L10W-B
Satellite Radius 11 CL10W-B/CL15W-B CL10W-B
Rondleiding voor de CL10-B/L10-B
Voorkant met gesloten scherm (CL10-B/L10-B)
In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer met
gesloten beeldscherm.
Gebruikershandleiding
3-1
Afbeelding 3-1 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm (CL10-B/L10-
B)
1 2 3
1. DC IN-/acculampje 3. Lampje voor draadloze communicatie
2. Aan/uit-lampje
De vormgeving van het product verschilt per model.
DC IN-/acculampje Het DC IN-/acculampje geeft de voedingsstatus
en de laadstatus van de accu aan. Wit geeft aan
dat de accu volledig is opgeladen terwijl de
computer momenteel stroom krijgt via de
netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in
de slaapstand, knippert dit lampje wit.
Lampje voor draad-
loze communicatie
Het lampje voor draadloze communicatie
brandt oranje wanneer de functies voor Bluetooth
of draadloos LAN zijn ingeschakeld.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van
functies voor Bluetooth en draadloos LAN.
Linkerkant (CL10-B/L10-B)
In de volgende afbeelding ziet u de linkerkant van de computer.
Gebruikershandleiding
3-2
Afbeelding 3-2 Linkerkant van de computer (CL10-B/L10-B)
1 3 76542
1. Gelijkstroomingang (19 V) 5. HDMI-uitgang
2. Aan/uit-knop 6. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0)
3. Aan/uit-lampje 7. Geheugenmediasleuf
4. Poort voor externe RGB-monitor*
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gelijkstroomingang
(19 V)
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten
om de computer van stroom te voorzien en om
de interne accu's te laden. U mag alleen het
model netadapter gebruiken dat bij de computer
werd geleverd toen u deze kocht. Als u een
onjuiste netadapter gebruikt, kan de computer
beschadigd raken.
Aan/uit-knop Druk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in
de slaapstand, knippert dit lampje wit.
Poort voor externe
RGB-monitor
Dit is een 15-pins analoge RGB-poort.
Raadpleeg het gedeelte Pintoewijzing van poort
voor externe RGB-monitor voor informatie over
de pintoewijzing van de poort voor een externe
RGB-monitor. Via deze poort kunt u een externe
RGB-monitor op de computer aansluiten.
HDMI-uitgang Op de HDMI-uitgang kan een HDMI-kabel met
een type A-stekker worden aangesloten.
Universal Serial Bus-
poort (USB 3.0)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 3.0-
standaard, bevindt zich in de linkerkant van de
computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0-
standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
Gebruikershandleiding 3-3
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden
gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB-
apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die
zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet
correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de
computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en
media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USB-
apparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-poort komen. Metalen voorwerpen kunnen tot
kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of
MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg het
gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Metalen voorwerpen kunnen
tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Rechterkant (CL10-B/L10-B)
In de volgende afbeelding ziet u de rechterkant van de computer.
Afbeelding 3-3 Rechterkant van de computer (CL10-B/L10-B)
1 2 43
1. Gecombineerde hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
3. LAN-aansluiting*
2. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0) 4. Sleuf beveiligingsslot
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding
3-4
Gecombineerde
hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
Op de gecombineerde 3,5-mm-mini-
hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting kunt u een
monomicrofoon of stereohoofdtelefoon
aansluiten.
Universal Serial Bus-
poort (USB 2.0)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 2.0-
standaard, bevindt zich in de rechterkant van de
computer.
De USB 2.0-poort is niet compatibel met USB
3.0-apparaten.
LAN-aansluiting Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde
ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits
per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-TX).
Raadpleeg Basisbeginselen voor meer
informatie.
Op de LAN-aansluiting mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als
u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
bevestigen waarmee u de computer aan een
bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren
ter bescherming tegen diefstal.
Achterkant (CL10-B/L10-B)
In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de computer.
Afbeelding 3-4 Achterkant van de computer (CL10-B/L10-B)
Onderkant (CL10-B/L10-B)
De volgende afbeeldingen illustreren de onderkant van de computer. Zorg
dat het beeldscherm is gesloten voordat de computer wordt omgedraaid
om beschadiging te voorkomen.
Gebruikershandleiding
3-5
Afbeelding 3-5 Onderkant van de computer (CL10-B/L10-B)
1 1
2
1. Stereoluidsprekers 2. Gaatje voor gedwongen afsluiten
De vormgeving van het product verschilt per model.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg
is.
Gaatje voor
gedwongen afsluiten
Steek een dun voorwerp, zoals een naald, in dit
gaatje om de computer af te sluiten wanneer het
systeem is vastgelopen.
Voorkant met geopend scherm (CL10-B/L10-B)
In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm
beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te tillen en in een
comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Afbeelding 3-6 Voorkant van de computer met geopend beeldscherm (CL10-B/L10-
B)
Gebruikershandleiding
3-6
Afbeelding 3-7 Bovenkant van het model met aanraakscherm (CL10-B/L10-B)
4
3
2
1
1. Microfoon 6. Windows-knop*
2. Webcamlampje 7. Beeldschermscharnieren
3. Webcam 8. Toetsenbord
4. Antennes voor draadloze
communicatie (niet zichtbaar)
9. Touchpad
5. Beeldscherm 10. Touchpadbesturingsknoppen
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing importeren en opnemen.
Raadpleeg het gedeelte Geluidssysteem en
videomodus voor meer informatie.
Webcamlampje Het webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
Webcam Een webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Doet u dat
wel, dan kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje
(lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze
vuil wordt.
Antennes voor draad-
loze communicatie
Afhankelijk van de configuratie van de computer
zijn een of alle van de volgende antennes
ingebouwd:
Draadloos LAN
Draadloos LAN/Bluetooth
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
draadloos LAN.
Gebruikershandleiding 3-7
Beeldscherm LCD-scherm van 29,5 cm (11,6 inch),
geconfigureerd met de volgende resolutie:
HD, 1366 pixels horizontaal x 768 pixels
verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu
wordt gevoed, het scherm er niet zo helder zal
uitzien als wanneer u een netadapter gebruikt.
Dit verschil in helderheid dient om accustroom te
besparen wanneer de computer op de accu
werkt.
Wettelijke voetnoot (LCD)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
LCD-scherm.
Windows-knop Druk op deze knop om het startscherm te
openen.
Beeldschermschar-
nieren
Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het
beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand
zetten.
Toetsenbord Het toetsenbord bevat tekentoetsen,
besturingstoetsen, functietoetsen en speciale
Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden
van een volledig toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor
meer informatie.
Touchpad Met het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de schermaanwijzer aansturen.
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in
de richting te bewegen waarin u de
schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Touchpadbesturings-
knoppen
De twee knoppen onder het touchpad worden op
dezelfde manier gebruikt als de knoppen op een
standaardmuis. Druk op de linkerknop om een
menuoptie te selecteren of om tekst of
afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer
hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om
een menu of andere functie weer te geven,
afhankelijk van de gebruikte software.
Gebruikershandleiding 3-8
Rondleiding voor de CL10W-B/L10W-B
Voorkant met gesloten scherm (CL10W-B/L10W-B)
In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer met
gesloten beeldscherm.
Afbeelding 3-8 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm (CL10W-B/
L10W-B)
1 2 3
1. DC IN-/acculampje 3. Lampje voor draadloze communicatie
2. Aan/uit-lampje
DC IN-/acculampje Het DC IN-/acculampje geeft de voedingsstatus
en de laadstatus van de accu aan. Wit geeft aan
dat de accu volledig is opgeladen terwijl de
computer momenteel stroom krijgt via de
netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in
de slaapstand, knippert dit lampje wit.
Lampje voor draad-
loze communicatie
Het lampje voor draadloze communicatie
brandt oranje wanneer de functies voor Bluetooth
of draadloos LAN zijn ingeschakeld.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van
functies voor Bluetooth en draadloos LAN.
Linkerkant (CL10W-B/L10W-B)
In de volgende afbeelding ziet u de linkerkant van de computer.
Gebruikershandleiding
3-9
Afbeelding 3-9 Linkerkant van de computer (CL10W-B/L10W-B)
1 3 6542
1. Gelijkstroomingang (19 V) 4. HDMI-uitgang
2. Aan/uit-knop 5. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0)
3. Aan/uit-lampje 6. Geheugenmediasleuf
Gelijkstroomingang
(19 V)
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten
om de computer van stroom te voorzien en om
de interne accu's te laden. U mag alleen het
model netadapter gebruiken dat bij de computer
werd geleverd toen u deze kocht. Als u een
onjuiste netadapter gebruikt, kan de computer
beschadigd raken.
Aan/uit-knop Druk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in
de slaapstand, knippert dit lampje wit.
HDMI-uitgang Op de HDMI-uitgang kan een HDMI-kabel met
een type A-stekker worden aangesloten.
Universal Serial Bus-
poort (USB 3.0)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 3.0-
standaard, bevindt zich in de linkerkant van de
computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0-
standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden
gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB-
apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die
zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet
correct.
Gebruikershandleiding 3-10
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de
computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en
media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USB-
apparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-poort komen. Metalen voorwerpen kunnen tot
kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of
MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg het
gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Metalen voorwerpen kunnen
tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Rechterkant (CL10W-B/L10W-B)
In de volgende afbeelding ziet u de rechterkant van de computer.
Afbeelding 3-10 Rechterkant van de computer (CL10W-B/L10W-B)
1 2 43
1. Knop volume omhoog/omlaag
3. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0)
2. Gecombineerde hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
4. Sleuf beveiligingsslot
Knop volume
omhoog/omlaag
Druk op deze knoppen om het volume te
verhogen of te verlagen.
Gecombineerde
hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
Op de gecombineerde 3,5-mm-mini-
hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting kunt u een
monomicrofoon of stereohoofdtelefoon
aansluiten.
Gebruikershandleiding 3-11
Universal Serial Bus-
poort (USB 2.0)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 2.0-
standaard, bevindt zich in de rechterkant van de
computer.
De USB 2.0-poort is niet compatibel met USB
3.0-apparaten.
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
bevestigen waarmee u de computer aan een
bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren
ter bescherming tegen diefstal.
Achterkant (CL10W-B/L10W-B)
In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de computer.
Afbeelding 3-11 Achterkant van de computer (CL10W-B/L10W-B)
Onderkant (CL10W-B/L10W-B)
De volgende afbeeldingen illustreren de onderkant van de computer. Zorg
dat het beeldscherm is gesloten voordat de computer wordt omgedraaid
om beschadiging te voorkomen.
Afbeelding 3-12 Onderkant van de computer (CL10W-B/L10W-B)
1 1
2
1. Stereoluidsprekers
2. Gaatje voor gedwongen afsluiten
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg
is.
Gaatje voor
gedwongen afsluiten
Steek een dun voorwerp, zoals een naald, in dit
gaatje om de computer af te sluiten wanneer het
systeem is vastgelopen.
Gebruikershandleiding 3-12
Voorkant met geopend scherm (CL10W-B/L10W-B)
In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm
beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te tillen en in een
comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Afbeelding 3-13 Voorkant van de computer met geopend beeldscherm (CL10W-B/
L10W-B)
6
5
77
10
8
9
4
32
1
1. Microfoon 6. Windows-knop
2. Webcamlampje 7. Beeldschermscharnieren
3. Webcam 8. Toetsenbord
4. Antennes voor draadloze
communicatie (niet zichtbaar)
9. Touchpad
5. Beeldscherm 10. Touchpadbesturingsknoppen
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing importeren en opnemen.
Raadpleeg het gedeelte Geluidssysteem en
videomodus voor meer informatie.
Webcamlampje Het webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
Webcam Een webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Doet u dat
wel, dan kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje
(lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze
vuil wordt.
Gebruikershandleiding 3-13
Antennes voor draad-
loze communicatie
Afhankelijk van de configuratie van de computer
zijn een of alle van de volgende antennes
ingebouwd:
Draadloos LAN
Draadloos LAN/Bluetooth
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
draadloos LAN.
Beeldscherm LCD-scherm van 29,5 cm (11,6 inch),
geconfigureerd met de volgende resolutie:
HD, 1366 pixels horizontaal x 768 pixels
verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu
wordt gevoed, het scherm er niet zo helder zal
uitzien als wanneer u een netadapter gebruikt.
Dit verschil in helderheid dient om accustroom te
besparen wanneer de computer op de accu
werkt.
Wettelijke voetnoot (LCD)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
LCD-scherm.
Windows-knop Druk op deze knop om het startscherm te
openen.
Beeldschermschar-
nieren
Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het
beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand
zetten.
Toetsenbord Het toetsenbord bevat tekentoetsen,
besturingstoetsen, functietoetsen en speciale
Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden
van een volledig toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor
meer informatie.
Touchpad Met het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de schermaanwijzer aansturen.
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in
de richting te bewegen waarin u de
schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Gebruikershandleiding 3-14
Touchpadbesturings-
knoppen
De twee knoppen onder het touchpad worden op
dezelfde manier gebruikt als de knoppen op een
standaardmuis. Druk op de linkerknop om een
menuoptie te selecteren of om tekst of
afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer
hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om
een menu of andere functie weer te geven,
afhankelijk van de gebruikte software.
Locatie van magneten (CL10W-B/L10W-B)
Lees de volgende informatie voordat u de computer gebruikt.
Afbeelding 3-14 Locatie van magneten (CL10W-B/L10W-B)
De computer bevat magneten die storing kunnen veroorzaken met
pacemakers, defibrillators of andere medische apparatuur. Als u een
pacemaker hebt, dient u een afstand van ten minste circa 13 cm te
Gebruikershandleiding 3-15
bewaren tussen uw medische apparaat en de computer. Als u vermoedt
dat de computer storing veroorzaakt in uw medische apparaat, dient u de
computer niet meer te gebruiken en contact op te nemen met uw arts voor
informatie over uw apparaat.
De omcirkelde delen in de voorgaande illustratie geven de locatie van
magneten aan. Plaats geen producten die magnetische materialen
gebruiken of waarop gegevens magnetisch worden opgeslagen (zoals
creditcards of kompassen) in de buurt van de computer, aangezien dit kan
leiden tot schade aan de magnetische producten.
Interne hardwareonderdelen
In dit gedeelte worden de interne hardwareonderdelen van de computer
beschreven.
De werkelijke specificaties kunnen verschillen, afhankelijk van het
aangeschafte model.
Accu-eenheid Deze computer is voorzien van een accu. U mag
deze echter niet zelf proberen te verwijderen of
te vervangen. Neem zo nodig contact op met een
erkende TOSHIBA-servicedienst.
De oplaadbare lithium-ion accu voorziet de
computer van stroom wanneer de netadapter niet
is aangesloten.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer
informatie over het gebruik en de werking van de
accu-eenheid.
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
gebruiksduur van de accu.
CPU Het type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw
model bevat, opent u het hulpprogramma
TOSHIBA PC Health Monitor door te klikken op
PC Health Monitor in de groep TOSHIBA in de
weergave Apps en klikt u vervolgens op Pc-
gegevens.
Wettelijke voetnoot (CPU)
Gebruikershandleiding 3-16
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
CPU.
Interne opslag De capaciteit van de interne opslagruimte hangt
af van het model.
Als u wilt controleren welk type interne
opslagruimte uw model bevat, opent u het
hulpprogramma TOSHIBA PC Health Monitor
door te klikken op PC Health Monitor in de
groep TOSHIBA in de weergave Apps en klikt u
vervolgens op Pc-gegevens.
Houd er rekening mee dat een deel van de
interne opslagruimte wordt gebruikt voor
beheerdoeleinden.
In deze handleiding verwijst het woord 'interne opslagruimte' naar de vaste
schijf of de eMMC, tenzij anders vermeld.
Wettelijke voetnoot (capaciteit van interne opslagruimte)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
capaciteit van de interne opslagruimte.
Video-RAM Het geheugen in de grafische kaart van de
computer, dat wordt gebruikt om het beeld op te
slaan dat wordt weergegeven op een
bitmapscherm.
De beschikbare hoeveelheid video-RAM hangt af
van het systeemgeheugen van de computer.
Klik op Configuratiescherm -> Vormgeving en
persoonlijke instellingen -> Beeldscherm ->
Resolutie aanpassen onder Systeem in de
weergave Apps.
U kunt de hoeveelheid video-RAM controleren
door te klikken op de knop Geavanceerde
instellingen in het venster Schermresolutie.
Geheugenmodule De geheugenmodule is in de computer
geïnstalleerd.
Wettelijke voetnoot (geheugen (hoofdsysteem))
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
geheugen (hoofdsysteem).
Gebruikershandleiding 3-17
Graphics Processing
Unit
De prestaties van de Graphics Processing Unit
(GPU) hangen af van het productmodel, de
ontwerpconfiguratie, de toepassingen, de
instellingen voor energiebeheer en de gebruikte
functies. De GPU-prestaties worden alleen
geoptimaliseerd wanneer de computer op
netstroom werkt. De prestaties kunnen
aanzienlijk afnemen wanneer de accu wordt
gebruikt.
Wettelijke voetnoot (Graphics Processing Unit (GPU))
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
GPU (Graphics Processor Unit).
Energiebesparende technologie voor beeldschermen
van Intel
®
Modellen met een Intel GPU kunnen beschikken over de
energiebesparende technologie voor beeldschermen die het
stroomverbruik van de computer kan verminderen door het beeldcontrast
op het interne LCD-scherm te optimaliseren.
Deze functie kan worden gebruikt als de computer:
wordt gebruikt in de accumodus
alleen het interne LCD-scherm gebruikt
De energiebesparende technologie voor beeldschermen is standaard
ingeschakeld. Als u deze functie wilt uitschakelen, wijzigt u dit in de
instellingen in Intel
®
HD Graphics Control Panel/Intel
®
Graphics and Media
Control Panel.
Dit regelpaneel is toegankelijk op de volgende manier:
Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Grafische
Eigenschappen...
In Intel
®
HD Graphics Control Panel:
1. Klik op Energie en selecteer Accuvoeding.
2. Klik op Uitschakelen onder Energiebesparende technologie voor
beeldschermen.
3. Klik op Toepassen..
Als u deze functie wilt inschakelen, klikt u op Inschakelen onder
Energiebesparende technologie voor beeldschermen.
In Intel
®
Graphics and Media Control Panel:
1. Klik op Energie.
2. Selecteer Accuvoeding in de vervolgkeuzelijst in Voedingsbron.
3. Schakel het selectievakje Energiebesparende technologie voor
beeldschermen uit.
Gebruikershandleiding 3-18
4. Klik op OK.
Als u deze functie wilt inschakelen, schakelt u het vakje
Energiebesparende technologie voor beeldschermen in.
Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden
Stroomvoorzieningsomstandigheden
De gebruikscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu
worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden,
bijvoorbeeld of er een netadapter is aangesloten en wat het ladingsniveau
van de accu is.
Het lampje in de volgende tabel verwijst naar het DC IN-/acculampje.
Ingeschakeld Uitgeschakeld
(buiten
werking)
Netadapter
aangesloten
Accu volledig
opgeladen
• In werking
• Wordt niet
opgeladen
• Lampje: wit
• Wordt niet
opgeladen
• Lampje: wit
Accu gedeeltelijk
opgeladen of
leeg
• In werking
• Wordt geladen
• Lampje: oranje
• Wordt snel
opgeladen
• Lampje: oranje
Netadapter
niet
aangesloten
De resterende
accucapaciteit is
boven het
activerings-
niveau voor lage
acculading
• In werking
• Lampje: uit
De resterende
accucapaciteit is
onder het
activerings-
niveau voor lage
acculading
• In werking
• Lampje: knippert
oranje
De accu is leeg. De computer wordt
uitgezet
Gebruikershandleiding 3-19
DC IN-/acculampje
Controleer het DC IN-/acculampje om de status van de accu-eenheid te
bepalen en de voedingsstatus wanneer de netadapter is aangesloten. Let
daarbij op de volgende indicaties:
Knipperend oranje De accu is bijna leeg. De netadapter moet
worden aangesloten om de accu op te laden.
Oranje Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
Wit Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu te heet wordt tijdens het opladen, stopt het opladen en gaat
het DC IN-/acculampje uit Wanneer de temperatuur van de accu weer is
gezakt, wordt het opladen hervat. Dit proces vindt plaats ongeacht of de
computer is in- of uitgeschakeld.
Aan/uit-lampje
Controleer het aan/uit-lampje om de status van de accu te bepalen. Let
daarbij op de volgende indicaties:
Wit Geeft aan dat de computer stroom krijgt en is
ingeschakeld.
Knippert wit Geeft aan de computer nog steeds in de
slaapstand staat en dat er voldoende stroom is
(adapter of accu) om in deze stand te blijven.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding 3-20
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik
beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij
dient te treffen.
Werken in de tabletmodus (CL10W-B/L10W-B)
Wanneer u de computer gebruikt in de tabletmodus, dient u de volgende
instructies op te volgen.
Afbeelding 4-1 De computer gebruiken in de tabletmodus (CL10W-B/L10W-B)
Houd de computer stevig op uw onderarm.
Verwijder de netadapter van de computer wanneer u deze tijdens het
gebruik op uw onderarm laat rusten.
Gebruik de computer niet terwijl u loopt of een auto bestuurt.
Stel de computer niet bloot aan snelle temperatuurwijzigingen (zoals
zich zou voordoen wanneer u de computer uit een koude omgeving in
een warme kamer binnenbrengt). Als snelle temperatuurswisselingen
onvermijdelijk zijn, laat u de computer ongeveer twee uur uitstaan
voordat u deze inschakelt om zo condensvorming te voorkomen.
Verwijder alle externe randapparaten en koppel alle snoeren los
voordat u de computer draagt.
Laat de computer niet vallen en oefen er geen grote druk op uit. Laat
de computer niet achter in een auto of soortgelijke omgeving die aan
direct zonlicht blootstaat.
De schermstand wijzigen (CL10W-B/L10W-B)
Wanneer u de computer gebruikt in de tentstand, staande stand of
tabletmodus, kunt u de schermstand wijzigen in de verticale stand door de
Gebruikershandleiding
4-1
computer zijwaarts te draaien. De stand van het scherm wordt automatisch
gewijzigd aan de hand van de gedetecteerde draaihoek.
Afbeelding 4-2 De computer zijwaarts draaien (CL10W-B/L10W-B)
Wanneer de computer in de laptopmodus of de liggende stand wordt
gebruikt, wordt de schermstand echter altijd in gesteld op de horizontale
stand.
Vermijd rechtstreeks contact met de andere randen van het
handheldapparaat terwijl het draadloze apparaat is ingeschakeld en
verzendt. Alleen in de fabriek geïnstalleerde draadloze zenders
kunnen worden gebruikt met dit handheldapparaat om ervoor te
zorgen dat aan de normen voor RF-blootstelling wordt voldaan.
In de verticale stand kunnen sommige stuurprogramma's en
hulpprogramma's niet worden geïnstalleerd en verwijderd. In dat geval
moet u overschakelen naar de horizontale stand.
Het touchscreen gebruiken
Sommige modellen zijn voorzien van een touchscreen.
Met uw vinger kunt u pictogrammen, knoppen, menuopties, het
schermtoetsenbord en andere items op het touchscreen aansturen.
Tikken Tik eenmaal met uw vinger op het touchscreen
om een item, zoals een app, te activeren.
Ingedrukt houden Zet uw vinger neer en laat deze enkele seconden
staan. Er wordt meer informatie weergegeven
over een item of er wordt een menu
weergegeven dat betrekking heeft op wat u aan
het doen bent.
Knijpen of spreiden Raak het scherm of een item aan met twee of
meer vingers en beweeg de vingers naar elkaar
toe (knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee
geeft u verschillende informatieniveaus weer of
kunt u in- of uitzoomen.
Gebruikershandleiding 4-2
Draaien Plaats twee of meer vingers op een item en draai
uw hand om items te roteren in de richting waarin
u uw hand draait. Alleen bepaalde items kunnen
worden geroteerd.
Schuiven Sleep met uw vinger over het touchscreen om
het object op het scherm te verplaatsen.
Vegen om te
selecteren
Schuif snel met uw vinger over een item, zoals
een app-tegel, om dit te selecteren. Hiermee
worden gewoonlijk de opdrachten voor de app
geopend.
Vegen Beweeg uw vinger snel vanaf een rand van het
scherm zonder te pauzeren wanneer u het
scherm voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: de laatst geopende
apps en dergelijke weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: de charms (Zoeken,
Delen, Start, Apparaten, Instellingen) openen of
sluiten.
Vegen vanaf de bovenrand: de opdrachtbalk van
de app openen of sluiten.
Voor meer informatie en meer geavanceerde touchscreenbewegingen voor
gebruik met Windows raadpleegt u Help en ondersteuning.
Druk of duw niet met veel kracht op het touchscreen.
Oefen niet veel druk uit wanneer u het touchscreen reinigt.
Raak het scherm nooit aan met een scherp voorwerp zoals een
balpen aangezien dit het oppervlak kan bekrassen of beschadigen.
Gebruik geen beschermend vel voor het touchscreen aangezien
hierdoor de gevoeligheid voor aanrakingen kan afnemen.
Het touchpad gebruiken
Het touchpad in de polssteun kan de volgende bewegingen ondersteunen:
Tikken Tik eenmaal op het touchpad om een item, zoals
een app, te activeren.
Gebruikershandleiding 4-3
Tikken met twee
vingers
Tik eenmaal met twee vingers tegelijk op het
touchpad om een menu of andere functie weer te
geven, afhankelijk van de gebruikte software.
(Vergelijkbaar met klikken met de
rechtermuisknop)
Knijpen of spreiden Plaats twee of meer vingers op het touchpad en
beweeg ze naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar
af (spreiden). Hiermee geeft u verschillende
informatieniveaus weer of kunt u in- of
uitzoomen.
Schuiven met twee
vingers
Zet twee vingers neer en beweeg ze verticaal of
horizontaal vanaf elke positie op het touchpad.
Hiermee kunt u de schuifbalken van een venster
bedienen.
Vegen Beweeg uw vinger snel vanaf een rand van het
touchpad zonder te pauzeren wanneer u het
touchpad voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: de laatst geopende
apps weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: de charms (Zoeken,
Delen, Start, Apparaten, Instellingen) openen of
sluiten.
Vegen vanaf de bovenrand: de opdrachtbalk van
de app openen of sluiten.
Sommige van de hier beschreven touchpadbewerkingen worden alleen
ondersteund in bepaalde toepassingen.
Het toetsenbord
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd; er zijn
toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn verschillende soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen,
functietoetsen, zogenoemde 'softkeys', speciale Windows-toetsen en
geïntegreerde numerieke toetsen.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Als u dat wel doet, kunnen
de onderdelen onder de toetsen beschadigd raken.
Gebruikershandleiding 4-4
Toetsenbordlampje
In de volgende afbeelding wordt de positie aangegeven van het CAPS
LOCK-lampje dat de volgende status aangeeft:
Wanneer het CAPS LOCK-lampje brandt, zal het toetsenbord
hoofdletters produceren.
Afbeelding 4-3 Toetslampjes
1
1. CAPS LOCK-lampje
De vormgeving van het product verschilt per model.
CAPS LOCK Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor
lettertoetsen.
Functietoets
De functietoetsen (F1~F12) zijn de twaalf toetsen bovenaan op het
toetsenbord.
U kunt de functietoetsmodus instellen op de 'Speciale functiemodus' of
'Standaard F1-F12-modus' door te klikken op System Settings ->
Toetsenbord in de groep TOSHIBA in de weergave Apps.
In de speciale functiemodus kunt u de speciale functies gebruiken zonder
op de toets FN te drukken.
Speciale
functiemodus
Standaard F1-
F12-modus
Functie
F1 FN + F1 Het Help-bestand van de software
starten.
F2 FN + F2 De helderheid van het beeldscherm
verlagen in afzonderlijke stappen.
F3 FN + F3 De helderheid van het beeldscherm
verhogen in afzonderlijke stappen.
Gebruikershandleiding 4-5
Speciale
functiemodus
Standaard F1-
F12-modus
Functie
F4 FN + F4 Het actieve beeldscherm wijzigen.
Als u twee beeldschermen tegelijk
wilt gebruiken, moet u de resolutie
van het interne beeldscherm instellen
op dezelfde resolutie als die van het
externe scherm.
F5 FN + F5 Het touchpad in- of uitschakelen.
F6 FN + F6 Media terugspoelen.
F7 FN + F7 Media afspelen of de weergave
pauzeren.
F8 FN + F8 Media vooruitspoelen.
F9 FN + F9 Het computervolume verlagen.
F10 FN + F10 Het computervolume verhogen.
F11 FN + F11 Het geluid in- of uitschakelen.
F12 FN + F12 De vliegtuigmodus in- of
uitschakelen.
Bij sommige functies wordt een pop-upmelding weergegeven aan de rand
van het scherm.
Die pop-upmeldingen zijn standaard uitgeschakeld. U kunt ze inschakelen
in de toepassing TOSHIBA-functietoets.
Klik hiervoor op Functietoets in de groep TOSHIBA in de weergave Apps.
Speciale Windows-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale
functie hebben: de toets met het Windows
®
-logo activeert het startscherm,
terwijl de toepassingstoets dezelfde functie heeft als de rechtermuisknop.
Deze toets activeert het startscherm van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.
Accu
In dit gedeelte worden de accutypen, de omgang ermee, de
oplaadmethoden en het gebruik ervan toegelicht.
Gebruikershandleiding
4-6
Accu-eenheid
De lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding ook wel 'hoofdaccu' of
kortweg 'accu' genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer
wanneer de netadapter niet is aangesloten.
RTC-functie (Real-Time Clock)
De RTC-functie (Real-Time Clock) wordt ondersteund. De hoofdaccu
voorziet de interne real-time klok en kalenderfunctie van stroom en
handhaaft de systeemconfiguratie wanneer de computer is uitgeschakeld.
Als de RTC-duur volledig is verstreken, raakt het systeem deze gegevens
kwijt en werken de real-time klok en kalender niet meer.
U kunt de instellingen van de RTC wijzigen in het hulpprogramma BIOS
Setup. Raadpleeg Problemen oplossen voor meer informatie.
Onderhoud en gebruik van de accu
Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte
behandeling van de accu.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor
gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur tussen 5ºC en 35ºC. Als u
de accu bij een hogere of lagere temperatuur oplaadt, kan elektrolytische
vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de gebruiksduur van de
accu achteruitgaan.
De accu opladen
Als de accu bijna leeg is, knippert het DC IN-/acculampje oranje om aan te
geven dat er nog slechts enkele minuten op accustroom kan worden
gewerkt. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het DC IN-/acculampje
knippert, wordt de sluimerstand geactiveerd (zodat u geen gegevens
verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.
U moet een accu opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
U laadt de accu opnieuw op door de netadapter aan te sluiten op de
gelijkstroomingang (19 V) van de computer en het andere uiteinde op een
werkend stopcontact. Het DC IN-/acculampje brandt oranje terwijl de accu
wordt opgeladen.
Oplaadtijd
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe lang het ongeveer duurt om
een lege accu volledig op te laden.
Gebruikershandleiding
4-7
Type accu Uitgeschakeld Ingeschakeld
Accu (28 Wh, 2 cellen) circa 3,5 uur circa 4 uur
De oplaadtijd wanneer de computer is ingeschakeld, wordt beïnvloed door
de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de computer en de manier
waarop u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld intensief gebruik maakt
van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik wellicht nauwelijks
opgeladen.
Opmerkingen over het opladen van de accu
De accu wordt mogelijk niet direct opgeladen in de volgende
omstandigheden:
De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt deze
helemaal niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt
opgeladen, dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5°C en
35°C op te laden.
De accu is bijna helemaal leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele
minuten aangesloten, waarna het opladen begint.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het DC IN-/acculampje een snelle daling in de
accugebruiksduur aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt.
De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Doe in deze gevallen het volgende:
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te
laten tot het systeem zichzelf automatisch uitschakelt.
2. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de
computer en op een werkend stopcontact.
3. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Herhaal deze stappen twee of drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Accucapaciteit controleren
De resterende accuvoeding kan als volgt worden gecontroleerd:
Door te klikken op het accupictogram op de Windows-taakbalk
Via de accustatus in het venster Windows Mobiliteitscentrum
Gebruikershandleiding
4-8
Wacht ten minste 16 seconden na het inschakelen van de computer
voordat u probeert de resterende gebruiksduur te controleren. Dit
komt doordat de computer deze tijd nodig heeft om de resterende
capaciteit van de accu te controleren en om de resterende
gebruiksduur uit te rekenen op basis van het huidige energieverbruik.
Let er wel op dat de werkelijke resterende gebruiksduur enigszins kan
afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet
zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig
opgeladen zijn.
Gebruiksduur van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één
acculading levert, terwijl de gebruiksduur van de lading in een accu afhangt
van het volgende:
Processorsnelheid
Helderheid van scherm
Slaapstand
Sluimerstand
Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld
Hoe vaak en hoe lang u de interne opslagruimte en externe stations,
zoals het optische station, gebruikt
Het aanvankelijke ladingsniveau van de accu
De wijze waarop u gebruikmaakt van optionele apparaten (zoals een
USB-apparaat) die door de accu van stroom worden voorzien
Of de slaapstand is ingeschakeld, zodat accustroom kan worden
bespaard als u de computer regelmatig in- en uitschakelt
De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat
Of u het scherm sluit wanneer u het toetsenbord niet gebruikt. Het
scherm sluiten bespaart energie.
De omgevingstemperatuur. De gebruiksduur neemt af bij lage
temperaturen.
Leeglooptijd van accu's
Wanneer u de computer uitschakelt terwijl de accu volledig is opgeladen,
zal de accu binnen de onderstaande geschatte tijdsduur zijn leeggelopen.
Type accu Slaapstand Afsluitmodus
Accu (28 Wh, 2 cellen) circa 2,5 dagen circa 98 dagen
Gebruikershandleiding 4-9
Gebruiksduur van de accu verlengen
Om de gebruiksduur van uw accu's te verlengen dient u ten minste
eenmaal per maand het volgende te doen.
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel de netadapter los en schakel de computer in. Als de
computer niet wordt ingeschakeld, gaat u naar stap 4.
3. Laat de computer vijf minuten ingeschakeld op de accu. Als de
accu-eenheid minimaal vijf minuten gebruiksduur heeft, ga dan verder
totdat de accu helemaal leeg is. Als echter het DC IN-/acculampje
knippert of als er een ander signaal is dat de accu bijna leeg is, ga dan
naar stap 4.
4. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de
computer en op een werkend stopcontact. Het DC IN-/acculampje
brandt oranje om aan te geven dat de accu wordt opgeladen. Als het
DC IN-/acculampje echter niet brandt, betekent dit dat de computer
geen stroom krijgt. Controleer de aansluiting van de netadapter en het
netsnoer.
5. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
LAN
Sommige modellen bieden ingebouwde ondersteuning voor Ethernet-LAN
(10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100
megabits per seconde, 100BASE-TX).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en
ontkoppelt van een LAN.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100 megabits per seconde) verandert
automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden (aangesloten
apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
Typen LAN-kabels
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding met
een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in
het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Gebruikershandleiding 4-10
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
U sluit de LAN-kabel als volgt aan:
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens
LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de
netadapter ontkoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een
LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit geen andere kabel dan een LAN-kabel aan op de LAN-
aansluiting. Doet u dat wel, dan kan dit schade of storingen
veroorzaken.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die op de LAN-
aansluiting is aangesloten. Doet u dat wel, dan kan dit schade of
storingen veroorzaken.
1. Schakel alle externe apparaten uit die op de computer zijn
aangesloten.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw
voorzichtig tot de vergrendeling vast klikt.
Afbeelding 4-4 De LAN-kabel aansluiten
2
1
1. LAN-aansluiting
2. LAN-kabel
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector
of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of
softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of
configureert.
Geheugenmedia
Deze computer is uitgerust met een geheugenmediasleuf waarin u
verschillende soorten geheugenmedia met diverse capaciteiten kunt
plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten
zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Gebruikershandleiding 4-11
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf
terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven,
nietjes en paperclips in de computer of het toetsenbord terechtkomen.
Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de
computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
Er is een adapter vereist als u een miniSD/microSD-kaart wilt
gebruiken.
Niet alle geheugenmedia zijn getest op een correcte werking. Er kan
daarom niet worden gegarandeerd dat alle geheugenmedia
probleemloos functioneren.
Afbeelding 4-5 Voorbeelden van geheugenmedia
Secure Digital (SD)-kaart microSD-kaartadapter en
microSD-kaart
MultiMediaCard (MMC)
Aandachtspunten met betrekking tot
geheugenkaarten
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure
Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal
kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal
daarom niet op andere computers of apparaten afspelen of naar andere
computers of apparaten kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal
alleen verveelvoudigen voor privégebruik.
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg van de manier waarop u SD-
geheugenkaarten kunt onderscheiden van SDHC- en SDXC-
geheugenkaarten.
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zien er vrijwel hetzelfde uit.
Het logo op geheugenkaarten verschilt echter, zodat u bij aanschaf
goed op het logo moet letten.
Het logo van een SD-geheugenkaart is (
).
Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ( ).
Gebruikershandleiding 4-12
Het logo van een SDXC-geheugenkaart is ( ).
De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De
maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 32 GB. De
maximale capaciteit van SDXC-geheugenkaarten is 128 GB.
Formattering van geheugenmedia
Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen.
Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een
apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd
conform specifieke normen. Als u een geheugenkaart opnieuw formatteert,
dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale camera of
digitale audiospeler, dat geheugenkaarten gebruikt en niet met de
formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het
beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg
kan met het kopieerbeveiligingssysteem.
Behandeling van schijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van
kaarten in acht.
Buig kaarten niet.
Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats.
Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig
of vuil worden.
Plaats de kaart na gebruik terug in de houder.
De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u
geen gegevens wilt vastleggen.
Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur. Zorg er
daarom voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens.
Schrijf niet naar een kaart als de accu bijna leeg is. Een laag
energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten.
Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 4-13
De schrijfbeveiliging
Geheugenkaarten hebben een schrijfbeveiliging.
SD-kaart (SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, SDXC-
geheugenkaart)
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen
gegevens wilt vastleggen.
Geheugenmedia plaatsen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. U plaatst geheugenmedia als volgt:
1. Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen
delen) naar beneden zijn gericht.
2. Plaats het geheugenmedium in de geheugenmediumsleuf van de
computer.
3. Duw het geheugenmedium voorzichtig aan tot dit stevig vastzit. Het
geheugenmedium komt gedeeltelijk uit de sleuf naar voren.
Afbeelding 4-6 Geheugenmedia plaatsen
1
2
1. Geheugenmediasleuf 2. Geheugenmedium
De vormgeving van het product verschilt per model.
Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u
dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet
meer verwijderen.
Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia
plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan
statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
Zet de computer niet uit en schakel niet over naar de slaapstand of
sluimerstand terwijl bestanden worden gekopieerd. Als u dat wel doet,
kunnen gegevens verloren gaan.
Geheugenmedia verwijderen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. U verwijdert geheugenmedia als volgt:
Gebruikershandleiding 4-14
1. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media
uitwerpen
2. Selecteer geheugenmedia.
3. Verwijder nu het medium.
Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt
terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans
dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de
slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer
instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren
gaan.
Verwijder niet alleen de miniSD/microSD-kaart terwijl u de adapter in
de geheugenmediasleuf laat zitten.
Extern beeldscherm
U kunt de weergavemogelijkheden van uw computer uitbreiden met extra
beeldschermen.
Met extra beeldschermen kunt u uw bureaublad delen of het bureaublad
uitbreiden.
Een extern beeldscherm aansluiten
Uw computer wordt geleverd met een ingebouwd scherm, maar u kunt ook
andere externe beeldschermen aansluiten via de beschikbare poorten op
de computer.
Aangezien niet van alle externe beeldschermen de werking van de poorten
is gecontroleerd, werken sommige beeldschermen mogelijk niet correct.
Poort voor externe RGB-monitor
Op de computerpoort voor een externe RGB-monitor kan een externe
analoge monitor worden aangesloten. U sluit een externe analoge monitor
als volgt aan:
1. Sluit de RGB-kabel aan op de poort voor een externe RGB-monitor.
Gebruikershandleiding 4-15
Afbeelding 4-7 De RGB-kabel aansluiten op de poort voor een externe RGB-
monitor
1
2
1. Poort voor externe RGB-monitor 2. RGB-kabel
De poort voor een externe RGB-monitor bevat geen
bevestigingsschroeven voor een monitorkabel. Monitorkabels met
bevestigingsschroeven kunnen echter wel worden gebruikt.
2. Zet de externe monitor aan.
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend en
wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor betreft.
Als het bureaublad wordt weergegeven op een externe analoge monitor,
wordt dit soms in het midden van de monitor weergegeven met zwarte
balken rondom (in een klein formaat).
Raadpleeg in dat geval de handleiding van de monitor en stel een
weergavemodus in die door de monitor wordt ondersteund. Het bureaublad
wordt dan weergegeven op een geschikte grootte met de juiste hoogte-
breedteverhouding.
De HDMI-uitgang
De HDMI-poort (High-Definition Multimedia Interface) zet zowel video- als
audiogegevens digitaal over zonder dat de kwaliteit hierbij afneemt. HDMI-
compatibele externe beeldschermen, waaronder televisies, kunnen via de
HDMI-poort worden aangesloten.
U sluit een HDMI-compatibel beeldscherm als volgt aan:
Als u een apparaat wilt aansluiten op de HDMI-uitgang, moet u een
geschikte HDMI-kabel kopen.
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uitgang van
het HDMI-apparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uitgang
van de computer.
3. Zet het HDMI-weergaveapparaat aan.
Gebruikershandleiding 4-16
Afbeelding 4-8 De HDMI-uitgang aansluiten
2
1
1. HDMI-uitgang 2. HDMI-kabel
De vormgeving van het product verschilt per model.
In de volgende omstandigheden mag u een HDMI-apparaat niet aansluiten
of loskoppelen:
Het systeem wordt opgestart.
Het systeem wordt afgesloten.
Wanneer u een televisie of externe monitor aansluit op de HDMI-poort,
moet het beelduitvoerapparaat zijn ingesteld op HDMI.
Wanneer u de HDMI-kabel verwijdert en weer aansluit, dient u ten minste
vijf seconden te wachten voordat u de HDMI-kabel opnieuw aansluit.
Wanneer u het beelduitvoerapparaat wijzigt, wordt het afspeelapparaat
mogelijk niet automatisch gewijzigd. In dit geval stelt u het afspeelapparaat
in op hetzelfde apparaat als het beelduitvoerapparaat door het
afspeelapparaat als volgt aan te passen:
1. Klik op Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid onder
Systeem in de weergave Apps.
2. Selecteer op het tabblad Afspelen het afspeelapparaat waarnaar u wilt
overschakelen.
3. Als u de interne luidsprekers van de computer wilt gebruiken, selecteert
u Luidsprekers. Als u de televisie of externe monitor wilt gebruiken die u
op de computer hebt aangesloten, selecteert u een ander afspeelapparaat.
4. Klik op de knop Als standaard instellen.
5. Klik op OK om het dialoogvenster Geluid te sluiten.
Instellingen voor videoweergave op HDMI
Als u video op een HDMI-apparaat wilt weergeven, dient u de volgende
instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk niets
weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-17
Selecteer het weergaveapparaat met behulp van de functietoets voordat u
de video afspeelt. Kies tijdens het afspelen van video geen ander
weergaveapparaat.
Kies geen ander weergaveapparaat in de volgende situaties:
Terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven
Terwijl er communicatie plaatsvindt
HD-formaat selecteren
U selecteert de weergavemodus als volgt:
1. Klik op Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke
instellingen -> Beeldscherm -> Beeldscherminstellingen wijzigen
-> Geavanceerde instellingen -> Alle modi weergeven onder
Systeem in de weergave Apps.
2. Selecteer een van de modi bij Alle modi weergeven.
De beeldscherminstellingen wijzigen
Nadat een of meer externe beeldschermen zijn aangesloten, kan het
besturingssysteem automatisch de beeldscherminstellingen detecteren,
identificeren en configureren.
U kunt ook handmatig beheren hoe de externe schermen werken en de
scherminstellingen wijzigen door op P te drukken terwijl u de Windows-
toets ( ) ingedrukt houdt. Als u het externe beeldscherm loskoppelt
voordat u de computer uitschakelt, moet u eerst overschakelen naar het
interne scherm.
Beveiligingsslot
Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot
voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of
door onbevoegden wordt verwijderd. Aan de rechterkant van de computer
bevindt zich een sleuf voor een beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van
een kabel aan bijvoorbeeld een bureau en het andere uiteinde aan de sleuf
voor het beveiligingsslot. De methoden voor het bevestigen van
beveiligingskabels verschillen per product. Raadpleeg de instructies van
het gebruikte product voor meer informatie.
Het beveiligingsslot aansluiten
U sluit als volgt een beveiligingskabel op de computer aan:
1. Draai de computer met de rechterkant naar u toe.
2. Lijn de beveiligingskabel uit met de sleuf van het beveiligingsslot en
zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
Gebruikershandleiding 4-18
Afbeelding 4-9 Beveiligingsslot
2
1
1. Sleuf beveiligingsslot 2. Beveiligingsslot
De vormgeving van het product verschilt per model.
Optionele TOSHIBA-accessoires
U kunt diverse opties en accessoires toevoegen om uw computer nog
krachtiger en gebruiksvriendelijker te maken. In de volgende lijst vindt u
informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of
TOSHIBA-leverancier:
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee
om voor elke locatie een extra netadapter te
kopen, zodat u de adapter dan niet telkens hoeft
mee te nemen.
Geluidssysteem en videomodus
In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.
Volumemixer
Met het hulpprogramma Volumemixer kunt u het afspeelvolume regelen
van apparaten en toepassingen onder Windows.
U start het hulpprogramma Volumemixer door met de
rechtermuisknop te klikken op het luidsprekerpictogram op de
Windows-taakbalk en Volumemixer openen te selecteren in het
submenu.
U past het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon aan door te
schuifregelaar Luidsprekers te verslepen.
Als u het volume wilt aanpassen van een toepassing die u gebruikt,
versleept u de schuifregelaar van de desbetreffende toepassing.
Microfoonvolume
U wijzigt het opnameniveau van de microfoon als volgt:
1. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de
Windows-taakbalk en selecteer Opnameapparaten in het submenu.
2. Selecteer Microfoon en klik op Eigenschappen.
Gebruikershandleiding 4-19
3. Versleep de schuifregelaar Microfoon op het tabblad Niveaus om het
volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar
Microfoonversterking naar een hoger niveau.
Audioverbeteringen
U past als volgt geluidseffecten toe op de huidige luidspreker:
1. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de
Windows-taakbalk en selecteer Afspeelapparaten in het submenu.
2. Selecteer Luidsprekers en klik op Eigenschappen.
3. Selecteer de gewenste geluidseffecten op het tabblad Verbeteringen
en klik op Toepassen.
DTS Sound
DTS Sound™ gebruikt geavanceerde, gepatenteerde technieken om
audiocues die diep in het originele geluidsmateriaal verborgen liggen op te
sporen en zo een allesomvattende surround sound te creëren, compleet
met diepe, rijke bassen en kristalheldere spraak.
DTS Sound wordt bij sommige modellen geleverd. Dit ondersteunt de
volgende functies:
Allesomvattende surround sound met verbeterde bassen en spraak.
Brede 'sweet spot' met een verbeterd geluidsbeeld
Verbeterde volume-uitvoer met een maximaal volume zonder
afkapping of vervorming
Verbetering van spraak voor heldere en verstaanbare stemmen
Basverbetering voor rijke lage frequenties
Heldere hoge frequenties voor heldere details
U opent het hulpprogramma door te klikken op DTS Sound onder DTS, Inc
in de weergave Apps.
Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie
http://patents.dts.com
Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing Limited.
Videomodus
De video-instellingen worden ingesteld in het dialoogvenster
Schermresolutie.
U opent het dialoogvenster Schermresolutie door te klikken op
Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke instellingen ->
Beeldscherm -> Beeldscherminstellingen wijzigen onder Systeem in
de weergave Apps.
Gebruikershandleiding 4-20
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (bijvoorbeeld een 3D-toepassing of
videoweergave), kan het beeld schokkerig zijn of knipperen of kunnen er
frames wegvallen.
Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct
wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-21
Hoofdstuk 5
Hulpprogramma's en
geavanceerd gebruik
In dit hoofdstuk worden de hulpprogramma's en speciale voorzieningen
van deze computer beschreven en wordt het geavanceerde gebruik van
bepaalde hulpprogramma's toegelicht.
Hulpprogramma's en toepassingen
In deze paragraaf worden de op de computer voorgeïnstalleerde
hulpprogramma's beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma's
start. Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik de online
handleiding, Help-bestanden of het bestand README.TXT (indien van
toepassing) van het desbetreffende hulpprogramma.
TOSHIBA-
weergavehulppro-
gramma
Het TOSHIBA-weergavehulpprogramma omvat
de hulpprogramma's Tekstgrootte bureaublad en
Scherm splitsen. Met Tekstgrootte bureaublad
kunt u de tekst op het bureaublad groter of
kleiner maken op basis van uw gebruik en
voorkeur. U kunt de tekstgrootte op het scherm
en in de titelbalk van vensters wijzigen door de
tekstschaal te wijzigen. Wanneer de schaal
kleiner is, wordt meer informatie tegelijk op het
scherm weergegeven, maar wordt de tekst
kleiner. Wanneer de schaal groter is, wordt
minder informatie tegelijk op het scherm
weergegeven, maar wordt de tekst groter. U kunt
het hulpprogramma Scherm splitsen zelf
installeren. Met het hulpprogramma Scherm
splitsen kunt u meerdere schermzones op het
scherm maken en actieve vensters aanpassen
binnen deze zones.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Weergavehulpprogramma in de groep
TOSHIBA in de weergave Apps.
Voor meer informatie over dit hulpprogramma
raadpleegt u het Help-bestand.
Gebruikershandleiding 5-1
TOSHIBA-
wachtwoordhulppro-
gramma
Met dit hulpprogramma kunt u een wachtwoord
instellen om de toegang tot de computer te
beperken.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Wachtwoordhulpprogramma in de groep
TOSHIBA in de weergave Apps.
TOSHIBA System
Settings
Met dit programma kunt u uw hardware-
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de
randapparaten die u gebruikt.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
System Settings in de groep TOSHIBA in de
weergave Apps.
TOSHIBA Setup
Utility
TOSHIBA Setup Utility is een BIOS Setup-
hulpprogramma dat een gebruikersinterface met
een menu biedt, zodat u de BIOS-instellingen
gemakkelijk kunt bekijken en wijzigen.
Raadpleeg het gedeelte TOSHIBA Setup Utility
voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 5-2
TOSHIBA eco Utility Deze computer beschikt over een 'ecomodus'. In
deze stand worden de prestaties van sommige
apparaten iets verminderd om zo het
stroomverbruik te verlagen. Als u deze stand
doorlopend gebruikt, is de energiebesparing
meetbaar.
TOSHIBA eco Utility helpt het energieverbruik
van de computer regelen. Verschillende soorten
informatie kunnen u helpen te begrijpen in welke
mate u bijdraagt aan het milieu.
Bovendien bevat dit hulpprogramma de functie
Peak Shift (Piekverschuiving) die kan helpen het
stroomverbruik tijdens piekperioden te
verminderen door een deel van het
stroomverbruik te verschuiven naar perioden met
een lager stroomverbruik.
Het hulpprogramma ondersteunt ook de eco-
oplaadmodus. In deze modus wordt de accu niet
volledig opgeladen, waardoor de levensduur van
de accu wordt verlengd.
Het wordt aanbevolen de computer te gebruiken
terwijl de netadapter is aangesloten aangezien
de gebruiksduur van de accu in deze modus
relatief kort is.
Afhankelijk van de gebruikssituatie kan de
levensduur van de accu mogelijk niet correct
worden verlengd.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
eco Utility in de groep TOSHIBA in de weergave
Apps.
Voor meer informatie over TOSHIBA eco Utility
raadpleegt u het Help-bestand.
TOSHIBA-functietoets Met dit hulpprogramma kunt u bepaalde functies
uitvoeren door te drukken op de opgegeven
toets, al dan niet in combinatie met de FN-toets.
U stelt dit hulpprogramma in door te klikken op
Functietoets in de groep TOSHIBA in de
weergave Apps.
Voor meer informatie raadpleegt u het gedeelte
Functietoets.
Gebruikershandleiding 5-3
TOSHIBA Service
Station
Met deze toepassing kan de computer
automatisch zoeken naar updates van TOSHIBA-
software of andere waarschuwingen van
TOSHIBA die specifiek zijn voor uw
computersysteem en de programma's die erop
staan. Als deze toepassing is ingeschakeld,
wordt regelmatig een klein aantal
systeemgegevens naar onze servers verzonden.
Deze gegevens worden behandeld in
overeenstemming met de regels en voorschriften
en met wetten voor gegevensbescherming.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Service Station in de groep TOSHIBA in de
weergave Apps.
TOSHIBA PC Health
Monitor
De toepassing TOSHIBA PC Health Monitor
controleert diverse systeemfuncties, zoals
stroomverbruik, accustatus en systeemkoeling,
en informeert u over belangrijke
systeemomstandigheden. Deze toepassing
herkent het serienummer van het systeem en
van afzonderlijke onderdelen en houdt specifieke
activiteiten bij met betrekking tot het gebruik
ervan.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
PC Health Monitor in de groep TOSHIBA in de
weergave Apps.
Voor meer informatie over TOSHIBA PC Health
Monitor raadpleegt u het Help-bestand.
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, beschikt u mogelijk niet over
alle software die in dit gedeelte wordt vermeld.
Windows Store-apps maken geen deel uit van de bovenstaande
installatiebestanden, maar kunnen worden gedownload via de Windows
Store.
Speciale voorzieningen
De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn
geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer
vergemakkelijken.
U hebt toegang tot elke functie door de volgende stappen uit te voeren.
*1
U opent Energiebeheer door te klikken op Configuratiescherm ->
Systeem en beveiliging -> Energiebeheer onder Systeem in de
weergave Apps.
Gebruikershandleiding
5-4
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen
*1
Met deze functie wordt het beeldscherm van de
computer automatisch uitgeschakeld als het
toetsenbord een bepaalde tijd niet is gebruikt.
Het scherm wordt weer ingeschakeld als er een
toets wordt ingedrukt. Dit kan worden ingesteld
via Energiebeheer.
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen
*1
Met deze functie wordt de vaste schijf
automatisch uitgeschakeld als een bepaalde tijd
geen activiteit op de vaste schijf heeft
plaatsgevonden. De vaste schijf wordt
ingeschakeld wanneer deze weer wordt gebruikt.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Systeem automatisch
in slaapstand/
sluimerstand
*1
Met deze functie wordt het systeem automatisch
in de slaapstand of de sluimerstand gezet als
een bepaalde tijd lang geen invoer of hardware-
activiteit heeft plaatsgevonden. Dit kan worden
ingesteld via Energiebeheer.
Wachtwoord voor
opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging
om ongeoorloofd gebruik van uw computer te
voorkomen.
Intelligente
stroomvoorziening
*1
Een microprocessor in de intelligente
stroomvoorziening van de computer detecteert
de acculading en berekent automatisch de
resterende accucapaciteit; de elektronische
onderdelen worden beschermd tegen abnormale
omstandigheden zoals extreme spanningspieken
vanuit de netadapter. Dit kan worden ingesteld
via Energiebeheer.
Energiebesparings-
modus
*1
Met deze voorziening kunt u de computer
configureren om accustroom te besparen. Dit kan
worden ingesteld via Energiebeheer.
In-/uitschakelen via
LCD
*1
Met deze functie wordt de computer automatisch
uitgeschakeld wanneer het LCD-scherm wordt
gesloten en weer ingeschakeld zodra het scherm
wordt geopend. Dit kan worden ingesteld via
Energiebeheer.
Automatische
sluimerstand bij lage
acculading
*1
Als de acculading zover is gedaald dat u de
computer niet meer kunt gebruiken, wordt
automatisch de sluimerstand geactiveerd en
wordt het systeem afgesloten. Dit kan worden
ingesteld via Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 5-5
Slaapstand Als u uw werk moet onderbreken, kunt u met
deze functie de computer uitschakelen zonder de
software te hoeven sluiten De gegevens worden
opgeslagen in het hoofdgeheugen van de
computer, zodat u kunt verder werken waar u
was gebleven wanneer u de computer weer
aanzet.
Sluimerstand Met deze functie kunt u de stroom naar de
computer uitschakelen zonder de software te
hoeven sluiten. De inhoud van het
hoofdgeheugen wordt automatisch in de interne
opslagruimte opgeslagen. Wanneer u de
computer weer aanzet, kunt u verdergaan met
uw werk op de plaats waar u was gestopt.
Raadpleeg het gedeelte De computer
uitschakelen voor meer informatie.
De functie USB-
activering
Deze functie herstelt de computer uit de
slaapstand, afhankelijk van de externe apparaten
die op de USB-poorten zijn aangesloten.
Als bijvoorbeeld een muis of USB-toetsenbord is
aangesloten op een USB-poort, wordt de
computer geactiveerd als u met een muisknop
klikt of een toets op het toetsenbord indrukt.
Warmteverspreiding
*1
Om de processor tegen oververhitting te
beschermen, is deze voorzien van een interne
temperatuursensor die de verwerkingssnelheid
verlaagt indien de interne temperatuur van de
computer een bepaald niveau bereikt.
Zodra de temperatuur van de processor tot een
normaal niveau is gedaald, werkt de processor
weer op de standaardsnelheid.
Als de temperatuur van de processor bij een van
beide instellingen een onaanvaardbaar hoog
niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In
dat geval gaan alle niet-opgeslagen gegevens in
het geheugen verloren.
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma
Het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma biedt twee niveaus van
wachtwoordbeveiliging: Gebruiker en Supervisor.
Wachtwoorden die met het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma worden
ingesteld, verschillen van het Windows-wachtwoord.
Gebruikershandleiding 5-6
Gebruikerswachtwoord
U start het hulpprogramma door te klikken op de volgende items in de
groep TOSHIBA in de weergave Apps:
Wachtwoordhulpprogramma -> Gebruikerswachtwoord
Gebruikersverificatie is mogelijk vereist om de gebruikersrechten te
controleren wanneer u 'TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma' gebruikt om
wachtwoorden te verwijderen, te wijzigen en dergelijke.
Instellen (knop)
Klik op deze knop om een wachtwoord te registreren. Nadat een
wachtwoord is ingesteld, wordt u gevraagd het wachtwoord in te
voeren wanneer u de computer opstart.
Nadat u het wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt er een
dialoogvenster met de vraag of u het wachtwoord op een ander
medium wilt opslaan. Als u het wachtwoord vergeet, kunt u het
wachtwoordbestand op een andere computer openen. Bewaar het
medium met het wachtwoordbestand op een veilige plaats.
Wanneer u de tekenreeks invoert om het wachtwoord te registreren,
dient u elk teken via het toetsenbord te typen. Voer het wachtwoord
niet in als ASCII-code of door middel van kopiëren en plakken.
Controleer bovendien of het geregistreerde wachtwoord correct is
door de tekenreeks naar het wachtwoordbestand uit te voeren.
Wanneer u een wachtwoord invoert, gebruik dan geen tekens die u
maakt met behulp van de toetsen SHIFT of ALT, zoals ! of #.
Verwijderen (knop)
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te verwijderen. U
kunt een wachtwoord pas verwijderen nadat u het huidige wachtwoord
correct hebt ingevoerd.
Wijzigen (knop)
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te wijzigen. U
kunt een wachtwoord pas wijzigen nadat u het huidige wachtwoord
correct hebt ingevoerd.
Eigenaarsreeks (tekstvak)
U kunt dit vak gebruiken om tekst aan het wachtwoord te koppelen.
Klik na het invoeren van de tekst op Toepassen of OK. Wanneer de
computer wordt gestart, wordt deze tekst weergegeven samen met
een melding waarin u om een wachtwoord wordt gevraagd.
Voor modellen met een vaste schijf kunt u BIOS Setup gebruiken als u het
wachtwoord voor de vaste schijf of een hoofdwachtwoord voor de vaste
schijf wilt instellen, wijzigen of verwijderen.
Raadpleeg het gedeelte TOSHIBA Setup Utility voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 5-7
Als u het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf vergeet, kan
TOSHIBA u NIET helpen en wordt de vaste schijf VOLLEDIG en
VOORGOED ONBRUIKBAAR. TOSHIBA kan NIET verantwoordelijk
worden gesteld voor verlies van gegevens, voor het feit dat de vaste
schijf niet bruikbaar of toegankelijk is of voor enig ander verlies dat u
of een persoon in uw organisatie lijdt doordat de vaste schijf niet meer
toegankelijk is. Stel geen gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf in
als u dit risico niet aanvaardt.
Wanneer u het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf opslaat,
moet u de computer afsluiten of opnieuw opstarten. Als u de computer
niet afsluit of opnieuw opstart, worden de opgeslagen gegevens
mogelijk niet correct toegepast. Raadpleeg De computer inschakelen
voor meer informatie over het uitschakelen of opnieuw opstarten van
de computer.
Supervisorwachtwoord
Als u een supervisorwachtwoord instelt, zijn bepaalde functies mogelijk
beperkt wanneer een gebruiker zich aanmeldt met het
gebruikerswachtwoord. U stelt als volgt een supervisorwachtwoord in:
Klik op Wachtwoordhulpprogramma -> Supervisorwachtwoord in de
groep TOSHIBA in de weergave Apps.
Met dit hulpprogramma kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
Het supervisorwachtwoord registreren of verwijderen.
Beperkingen voor gewone gebruikers opgeven.
De computer starten met een wachtwoord
Als u al een gebruikerswachtwoord hebt geregistreerd, is er één manier om
de computer op te starten:
Voer het wachtwoord handmatig in.
Het wachtwoord is alleen nodig als de computer is afgesloten in de
sluimertand of de opstartmodus. U hebt het niet nodig in de slaapstand en
bij opnieuw starten.
U kunt als volgt een wachtwoord handmatig invoeren:
1. Schakel de computer in volgens de instructies in het gedeelte Aan de
slag. Het volgende bericht wordt weergegeven:
Enter Password [ ]
Op dit punt werken de functietoetsen niet. U kunt ze pas weer gebruiken
nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
2. Voer het wachtwoord in.
Gebruikershandleiding
5-8
3. Druk op ENTER.
Als u het wachtwoord driemaal achter elkaar onjuist invoert of als u niet
binnen één minuut een wachtwoord invoert, wordt de computer
uitgeschakeld. In dit geval werken functies die de computer automatisch
inschakelen (zoals Activering op LAN, Taakplanner en dergelijke) mogelijk
niet. U moet de computer opnieuw inschakelen en het wachtwoord
opnieuw proberen in te voeren.
TOSHIBA System Settings
TOSHIBA System Settings is een TOSHIBA-hulpprogramma voor
configuratiebeheer dat beschikbaar is via het Windows-besturingssysteem.
U start TOSHIBA System Settings door te klikken op System Settings in
de groep TOSHIBA in de weergave Apps.
Het venster TOSHIBA System Settings bevat een aantal tabbladen waarop
u specifieke functies van de computer kunt configureren.
Er zijn ook drie knoppen aanwezig: OK, Annuleren en Toepassen.
OK Bevestigt uw wijzigingen en sluit het venster
TOSHIBA System Settings.
Annuleren Sluit het venster zonder uw wijzigingen door te
voeren.
Toepassen Bevestigt al uw wijzigingen zonder het venster
TOSHIBA System Settings te sluiten.
Sommige opties worden grijs weergegeven, zodat u de status ervan kunt
controleren.
Het venster TOSHIBA System Settings kan de volgende tabbladen
bevatten:
Algemeen: hier ziet u de huidige BIOS-versie en kunt u de
standaardwaarde van bepaalde instellingen wijzigen
Beeldscherm: hier kunt u aangeven of het interne LCD-scherm en/of
de externe monitor wordt gebruikt wanneer de computer wordt
opgestart
Opstartopties: hier kunt u de volgorde wijzigen waarin de computer op
stations zoekt naar het besturingssysteem.
Toetsenbord; hier kunt u de functie Activeren via toetsenbord instellen
en de functietoetsen configureren
USB: hier kunt u instellingen voor USB selecteren
SATA: hier kunt u instellingen voor SATA selecteren
LAN: hier kunt u instellingen voor LAN selecteren
Gebruikershandleiding
5-9
De instellingen en opties die hier worden beschreven hangen af van het
aangeschafte model.
Nadat u de instellingen hebt gewijzigd, kan een dialoogvenster worden
weergegeven waarin wordt vermeld dat de wijzigingen worden toegepast
nadat u de computer opnieuw hebt opgestart. Zorg dat u de computer
direct opnieuw opstart om deze wijzigingen toe te passen.
TOSHIBA PC Health Monitor
De toepassing TOSHIBA PC Health Monitor controleert diverse
systeemfuncties, zoals stroomverbruik, accustatus (voor modellen met een
accu) en systeemkoeling, en informeert u over belangrijke
systeemomstandigheden. Deze toepassing herkent het serienummer van
het systeem en van afzonderlijke onderdelen en houdt specifieke
activiteiten bij met betrekking tot de computer en het gebruik ervan.
Het programma verzamelt onder andere de volgende informatie:
werkingsduur van het apparaat en het aantal activeringen of
statuswijzigingen (zoals het aantal malen dat de aan/uit-knop en
combinaties met de FN-toets worden gebruikt, netadapter, accu (voor
modellen met een accu), LCD, ventilator (voor modellen met een
ventilator), vaste schijf/SSD, geluidsvolume, functies voor draadloze
communicatie en USB-informatie), datum waarop het systeem voor het
eerst werd gebruikt, en het gebruik van computer en apparaten (zoals
energie-instellingen, accutemperatuur, het opladen van de accu (voor
modellen met een accu), CPU, geheugen, gebruiksduur van de
schermverlichting en de temperatuur voor diverse apparaten). De
verzamelde gegevens zijn niet beperkt tot de hier gegeven voorbeelden.
De opgeslagen gegevens nemen een klein deel van de totale ruimte van
de interne opslagruimte in beslag, circa 10 MB of minder per jaar.
Deze informatie wordt gebruikt om de systeemstatus te bepalen en een
bericht over het effect hiervan op de prestaties van uw TOSHIBA-computer
te tonen. De informatie kan ook worden gebruikt om een diagnose van
problemen te stellen indien de computer onderhoud vereist door TOSHIBA
of een door TOSHIBA erkende servicedienst. Daarnaast kan TOSHIBA
deze informatie ook gebruiken voor kwaliteitscontrole en -analyse.
Onder voorwaarde van de bovenstaande beperkingen kunnen de
vastgelegde gegevens worden overgedragen aan instanties buiten het land
of de regio waarin u verblijft (zoals de Europese Unie). Deze landen
kunnen wel of niet beschikken over de wetten of niveaus voor
gegevensbeveiliging die zijn vereist in uw land of regio van verblijf.
U kunt TOSHIBA PC Health Monitor op elk gewenst moment uitschakelen
door de software te verwijderen via Een programma verwijderen in het
Configuratiescherm. Hiermee wordt tevens alle verzamelde informatie
van het interne opslagmedium verwijderd.
Gebruikershandleiding 5-10
De software TOSHIBA PC Health Monitor vormt op geen enkele wijze een
uitbreiding of wijziging van de verplichtingen van TOSHIBA onder de
standaard beperkte garantie. De voorwaarden en beperkingen in de
standaard beperkte garantie van TOSHIBA blijven van toepassing.
TOSHIBA PC Health Monitor starten
U kunt TOSHIBA PC Health Monitor openen door te klikken op PC Health
Monitor in de groep TOSHIBA in de weergave Apps.
Het hoofdscherm van TOSHIBA PC Health Monitor wordt weergegeven.
Dit hulpprogramma kan standaard zijn uitgeschakeld op uw computer. U
kunt dit inschakelen door te klikken op Klik hier om TOSHIBA PC Health
Monitor in te schakelen. Het scherm 'Kennisgeving en akkoordverklaring
voor PC Health Monitor' wordt weergegeven. Lees zorgvuldig de
weergegeven informatie. Als u ACCEPTEREN selecteert en vervolgens op
OK klikt, wordt het programma ingeschakeld. Door de software TOSHIBA
PC Health Monitor in te schakelen gaat u akkoord met deze voorwaarden
en bepalingen en met het gebruiken en delen van de verzamelde
informatie. Zodra het programma is ingeschakeld, wordt het scherm
TOSHIBA PC Health Monitor weergegeven en begint het programma
systeemfuncties te controleren en informatie te verzamelen.
Er wordt een bericht weergegeven als er wijzigingen worden gedetecteerd
die de werking van het programma kunnen verstoren. Volg de
aanwijzingen in het bericht op.
TOSHIBA Setup Utility
TOSHIBA Setup Utility is een BIOS Setup-hulpprogramma dat een
gebruikersinterface met een menu biedt, zodat u de BIOS-instellingen
gemakkelijk kunt bekijken en wijzigen.
U opent het BIOS Setup-hulpprogramma als volgt:
1. Sla uw werk op.
2.
Klik op het aan/uit-pictogram ( ) op het startscherm en selecteer
Opnieuw opstarten.
3. Houd de toets F2 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los.
Het BIOS Setup-hulpprogramma kan ook worden gestart met een
knopcombinatie (alleen L10W-B-modellen):
1. Sla uw werk op.
2.
Klik op het aan/uit-pictogram (
) op het startscherm en selecteer
Afsluiten.
3. Houd de knop Volume omlaag ingedrukt en druk op de aan/uit-knop
om het apparaat in te schakelen. Laat de knop Volume omlaag los
nadat TOSHIBA Setup Utility is geladen.
Gebruikershandleiding 5-11
Zorg dat snel opstarten is uitgeschakeld bij Energiebeheer door de
volgende stappen uit te voeren:
1. Klik op Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging ->
Energiebeheer onder Systeem in de weergave Apps.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen of Het gedrag
van het sluiten van het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Snel opstarten inschakelen uit bij
Instellingen voor uitschakelen.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Om de wijzigingen op te slaan en het hulpprogramma af te sluiten drukt u
op de toets F10 en selecteert u Yes of selecteert u Exit -> Exit Saving
Changes -> Yes. De computer wordt direct opnieuw opgestart.
Navigeren in het hulpprogramma (CL10W-B/L10W-B)
U kunt navigeren in TOSHIBA Setup Utility via het aanraakscherm.
Sommige knoppen op de computer kunnen ook worden gebruikt om de
bijbehorende functie op het toetsenbord uit te voeren. Hieronder vindt u
meer informatie hierover:
Knop Toets Functie
Windows Enter-toets Doorgaan of bewerking
bevestigen
Volume omhoog Pijl omhoog Het vorige item selecteren
Volume omlaag Pijl omlaag Het volgende item
selecteren
Systeemherstel
De interne opslagruimte bevat een verborgen partitie voor de
systeemherstelopties die kunnen worden gebruikt in geval van problemen.
U kunt ook herstelmedia maken en het systeem herstellen.
De volgende items worden in dit gedeelte beschreven:
Herstelmedia maken
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelmedia
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie
Herstelmedia maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelmedia maakt.
Gebruikershandleiding 5-12
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelmedia
maakt.
Zorg dat u alle andere programma's hebt gesloten.
Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten, zoals
een schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet naar het medium terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht
tot de viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de anti-
virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde
bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen hulpprogramma's, met inbegrip van hulpprogramma's
die de toegang tot de interne opslagruimte versnellen. Doet u dit toch,
dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Activeer tijdens het (her)schrijven van het medium niet de afsluit-/
afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen en
vliegtuigen.
Gebruik de computer niet op instabiele plekken, zoals een standaard.
Een herstelimage van de software op uw computer wordt opgeslagen in de
interne opslagruimte en kan naar een schijf of USB-flashgeheugen worden
gekopieerd met behulp van de volgende stappen:
1. Selecteer een lege schijf of leeg USB-flashgeheugen.
In de toepassing kunt u kiezen uit diverse media waarnaar de
herstelimage wordt gekopieerd, waaronder verschillende soorten
schijven en USB-flashgeheugen.
Onthoud dat sommige schijfmedia mogelijk niet compatibel zijn met
het optische station dat op uw computer is aangesloten. Controleer
daarom voordat u verdergaat of het optische station het lege medium
dat u hebt gekozen ondersteunt.
Als u verdergaat, wordt het USB-flashgeheugen geformatteerd en
gaan alle gegevens in het USB-flashgeheugen verloren.
2. Zet de computer aan en wacht totdat het Windows-besturingssysteem
op de normale manier is geladen.
3. Plaats de eerste lege schijf in de lade van het externe optische station
of sluit het USB-flashgeheugen aan op een beschikbare USB-poort.
Gebruikershandleiding 5-13
4. Voor modellen waarop Recovery Media Creator vooraf is
geïnstalleerd:
Klik op Recovery Media Creator in de groep TOSHIBA in de
weergave Apps.
Voor modellen waarop Recovery Media Creator niet vooraf is
geïnstalleerd:
Klik op Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging ->
Onderhoudscentrum -> Herstel -> Een herstelstation maken onder
Systeem in de weergave Apps.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstelmedium te maken.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de
gemaakte herstelmedia
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, kunt u de
computer in de oorspronkelijke staat herstellen met de herstelmedia die u
hebt gemaakt. U voert deze herstelbewerking als volgt uit:
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt
de interne opslagruimte opnieuw geformatteerd, waardoor alle
gegevens erin verloren gaan.
Gebruik de standaardoptie voor de opstartmodus in het BIOS Setup-
hulpprogramma voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1. Start het BIOS Setup-hulpprogramma.
Raadpleeg het gedeelte TOSHIBA Setup Utility voor meer informatie.
3. Selecteer in het BIOS Setup-scherm achtereenvolgens Advanced -
> System Configuration -> Boot Mode.
Opmerking: Sla het volgende over als u de optie Boot Mode niet kunt
vinden in uw systeem.
4. Selecteer UEFI Boot (Standaard).
Als u de opstartmodus instelt op CSM Boot, werken de herstelmedia
die door Recovery Media Creator zijn gemaakt NIET voor de
herstelbewerking.
Als u een herstelimage maakt met behulp van geavanceerde
herstelfuncties in het Configuratiescherm, zorg dan ook dat u de
standaardoptie voor de opstartmodus (UEFI Boot) in het BIOS Setup-
hulpprogramma selecteert voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1. Plaats het herstelmedium in het externe optische station of sluit het
USB-flashgeheugen met herstelgegevens aan op een beschikbare
USB-poort.
Gebruikershandleiding 5-14
2.
Klik op het aan/uit-pictogram (
) op het startscherm en selecteer
Opnieuw opstarten.
3. Houd de toets F12 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los.
4. Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag om de juiste optie in het
menu te selecteren op basis van het herstelmedium.
5. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet
uitvoeren.
Voor modellen waarop Recovery Media Creator niet vooraf is
geïnstalleerd:
De knoppen Pc vernieuwen en Fabrieksherstel worden
weergegeven als herstelopties. Wanneer u opstart vanaf het
herstelmedium, wordt echter alleen Ja, partitioneer de stations
opnieuw onder De pc opnieuw instellen ondersteund. Raadpleeg
Windows Help en ondersteuning voor meer informatie.
Op sommige modellen is Office niet meer aanwezig nadat de
herstelbewerking is voltooid. Voer de volgende stappen uit als u
gebruikers de mogelijkheid wilt bieden Office opnieuw te installeren:
Als u een productcode voor een Office 365-product hebt, kunt u
de code invoeren op
https://officesetup.getmicrosoftkey.com/
U kunt ook rechtstreeks naar uw Office-account gaan op
https://office.microsoft.com/MyAccount.aspx om Office te
installeren.
Als u een productcode voor Office voor Thuisgebruik en
Studenten, Office voor Thuisgebruik en Zelfstandigen of Office
Professional hebt, kunt u naar
https://downloadoffice.getmicrosoftkey.com/
gaan om Office te
installeren.
Als u er eerder voor hebt gekozen de herstelpartitie te verwijderen zonder
een herstelmedium te maken, kan het herstelmedium niet worden
gemaakt.
Als u al een herstelmedium hebt gemaakt, kunt u hiermee de herstelpartitie
herstellen.
Als u geen herstelmedium hebt gemaakt, neemt u voor hulp contact op met
de ondersteuning van TOSHIBA.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de
herstelpartitie
Een deel van de interne opslagruimte is geconfigureerd als een verborgen
herstelpartitie. In deze partitie worden bestanden opgeslagen die kunnen
Gebruikershandleiding 5-15
worden gebruikt om vooraf geïnstalleerde software te herstellen in geval
van problemen.
Als u later de interne opslagruimte opnieuw gebruiksklaar maakt, mag u
geen partities wijzigen, verwijderen of toevoegen op een andere manier
dan wordt vermeld in de handleiding. Als u dat wel doet, is er mogelijk
geen ruimte beschikbaar voor de vereiste software.
Bovendien kunt u mogelijk uw computer niet installeren als u een
partitieprogramma van derden gebruikt om partities in de interne
opslagruimte opnieuw te configureren.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de
interne opslagruimte opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erin
verloren gaan.
1.
Klik op het aan/uit-pictogram ( ) op het startscherm en selecteer
Opnieuw opstarten.
2. Houd de toets 0 (nul) ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los. Kies Ja als u wilt doorgaan.
3. Selecteer Problemen oplossen.
4. Selecteer Fabrieksherstel.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstel te voltooien.
U kunt de herstelbewerking ook uitvoeren via de pc-instellingen van het
besturingssysteem:
1. Klik op de charm Instellingen en klik op Pc-instellingen wijzigen.
2. Klik op Bijwerken en herstellen onder Pc-instellingen en klik daarna
op Systeemherstel.
3. Klik op Aan de slag onder Alles verwijderen en Windows opnieuw
installeren.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstel te voltooien.
Gebruikershandleiding 5-16
Hoofdstuk 6
Problemen oplossen
TOSHIBA heeft met deze computer een duurzaam product willen maken,
maar mochten zich problemen voordoen dan kunt u aan de hand van de
procedures in dit hoofdstuk bepalen wat er aan de hand is.
Lees dit hoofdstuk goed door omdat u bepaalde problemen kunt vermijden
als u weet wat er fout kan gaan.
Probleemoplossingsproces
Als u zich aan de volgende richtlijnen houdt, kunt u probleem veel
makkelijker oplossen.
Stop meteen als u een probleem ontdekt, omdat doorgaan kan leiden
tot verlies van gegevens of schade. Ook kan waardevolle informatie
die met het probleem te maken heeft en kan worden gebruikt om het
op te lossen, verloren raken.
Kijk goed wat er gebeurt en schrijf op wat het systeem doet en welke
handelingen u verrichtte vlak voordat het probleem zich voordeed.
Maak een schermafbeelding van het huidige scherm.
Vergeet niet dat de vragen en procedures die in dit hoofdstuk worden
beschreven, zijn bedoeld als leidraad, niet als onfeilbare
probleemoplossingstechnieken. In de praktijk kunnen veel problemen
eenvoudig worden opgelost, maar bij sommige hebt u hulp nodig van de
TOSHIBA-ondersteuning. Als u anderen wilt raadplegen, wees er dan op
voorbereid dat u het probleem zo gedetailleerd mogelijk kunt beschrijven.
Algemene controlepunten
Kies altijd eerst de eenvoudigste oplossing. De punten in deze lijst zijn
eenvoudig te verhelpen, maar kunnen ogenschijnlijk ernstige problemen
veroorzaken:
Zorg dat u alle randapparaten inschakelt voordat u de computer
aanzet. Dit geldt ook voor de printer en andere externe apparaten die
u gebruikt.
Schakel de computer uit voordat u een extern apparaat aansluit. Als u
de computer weer aanzet, wordt het nieuwe apparaat herkend.
Controleer of alle optionele accessoires correct zijn geconfigureerd in
het configuratieprogramma van de computer en of alle vereiste
stuurprogramma's zijn geladen (raadpleeg de documentatie bij de
optionele accessoires voor meer informatie over installatie en
configuratie).
Gebruikershandleiding
6-1
Controleer of alle kabels op de juiste manier zijn aangesloten en
stevig vastzitten. Loszittende kabels kunnen signaalfouten
veroorzaken.
Controleer alle verbindingskabels op losse draden en alle connectoren
op losse pinnen.
Controleer of een eventuele schijf correct is geplaatst
Maak uitgebreide notities van uw bevindingen en bewaar deze in een
permanent foutenlogboek. Hierdoor kunt u gemakkelijker aan de
TOSHIBA-ondersteuning uitleggen wat de problemen zijn. Als een
probleem zich opnieuw voordoet, kunt u dit probleem aan de hand van dit
logboek bovendien sneller identificeren.
Het probleem analyseren
Soms geeft de computer aanwijzingen aan de hand waarvan u kunt
bepalen wat er aan de hand is. Houd daarom de volgende vragen in
gedachten:
Welk deel van de computer werkt niet naar behoren: toetsenbord,
interne opslagruimte, beeldscherm, touchpad,
touchpadbesturingsknoppen. Elk apparaat vertoont andere
symptomen.
Controleer de apparaten in het besturingssysteem om na te gaan of
de configuratie juist is ingesteld.
Wat is er op het beeldscherm te zien? Worden er berichten of
willekeurige tekens weergegeven? Maak een schermafbeelding van
het huidige scherm en zoek de berichten zo mogelijk op in de
documentatie bij de computer, de software of het besturingssysteem.
Controleer of alle kabels goed en stevig vastzitten, aangezien
loszittende kabels foutieve of onderbroken signalen kunnen
veroorzaken.
Branden de lichtjes en zo ja welke en in welke kleur en branden ze
doorlopend of knipperend? Noteer wat u ziet.
Hoort u piepjes, zo ja hoeveel, zijn ze lang of kort en hoog of laag?
Maakt de computer daarbij ongebruikelijke geluiden? Noteer wat u
hoort.
Noteer uw bevindingen, zodat u ze gedetailleerd kunt beschrijven aan de
TOSHIBA-ondersteuning.
Gebruikershandleiding
6-2
Software De problemen worden wellicht door de software
of schijf veroorzaakt. Als u een softwarepakket
niet kunt laden, is het medium of het programma
mogelijk beschadigd. Probeer in dat geval zo
mogelijk een ander exemplaar van de software te
laden.
Als tijdens het gebruik van een softwarepakket
een foutbericht verschijnt, raadpleegt u de
softwaredocumentatie. Deze bevat meestal een
gedeelte over probleemoplossing of een
overzicht van foutberichten.
Vervolgens kijkt u of eventuele foutberichten
staan vermeld in de documentatie bij het
besturingssysteem.
Hardware Als u geen softwareprobleem kunt vinden,
controleert u de installatie en configuratie van de
hardware. Werk eerst de eerder genoemde
controlelijsten af en als u het probleem dan nog
steeds niet kunt verhelpen, probeert u de bron te
identificeren. In het volgende gedeelte vindt u
een controlelijst voor afzonderlijke componenten
en randapparaten.
Controleer, voordat u randapparatuur of toepassingen gaat gebruiken die
niet door TOSHIBA zijn goedgekeurd, of deze geschikt zijn voor gebruik
met uw computer. Het gebruik van incompatibele apparaten kan leiden tot
letsel of tot schade aan de computer.
Als er iets misgaat
De computer reageert niet op toetsenbordopdrachten
Als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten, gaat u als volgt te werk:
Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden ingedrukt.
Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld, wacht u 10-15 seconden
voordat u de computer weer inschakelt door op de aan/uit-knop te drukken.
Uw programma reageert niet meer
Als tijdens het werken met een programma plotseling alle bewerkingen
worden geblokkeerd, is het programma waarschijnlijk vastgelopen. U kunt
het desbetreffende programma afsluiten zonder het besturingssysteem af
te sluiten of andere programma's te sluiten.
U kunt een programma dat niet meer reageert, als volgt sluiten:
1. Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL en klik daarna op
Taakbeheer. Het venster Windows Taakbeheer verschijnt.
Gebruikershandleiding
6-3
2. Selecteer het programma dat u wilt sluiten en klik op Beëindigen.
Nadat het programma is gesloten, zou u moeten kunnen doorwerken.
Zo niet, ga dan verder met de volgende stap.
3. Sluit de overige programma’s een voor een door de programmanaam
te selecteren en op Beëindigen te klikken. Nadat u alle programma's
hebt gesloten, zou u verdere moeten kunnen werken. Zo niet, zet dan
de computer uit en start opnieuw op.
De computer start niet op
Controleer of de netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten.
Als u de netadapter gebruikt, controleert u of het stopcontact werkt door er
een ander apparaat op aan te sluiten, zoals een lamp.
Controleer aan de hand van het aan/uit-lampje of de computer is
ingeschakeld.
Als het lampje brandt, staat de computer aan. Probeer ook de computer uit
en weer in te schakelen.
Als u een netadapter gebruikt, controleert u aan de hand van het DC-IN-/
acculampje of de computer stroom krijgt via de externe voedingsbron. Als
het lampje brandt, is de computer aangesloten op een werkende
voedingsbron.
De computer laadt geen geavanceerde opties tijdens het
opstarten
Houd een van de volgende toetsen of knoppen ingedrukt tijdens het
opstarten om te zorgen dat de computer de volgende geavanceerde opties
laadt.
Geavanceerde
optie
Toets Knop (CL10W-B/L10W-B)
BIOS-
hulpprogramma
F2 Volume omlaag
Opstartmenu F12 Volume omhoog
Herstelopties 0 (nul) -
Als uw computer het besturingssysteem laadt in plaats van de gewenste
geavanceerde opties, gaat u als volgt te werk:
Zorg dat snel opstarten is uitgeschakeld bij Energiebeheer door de
volgende stappen uit te voeren:
1. Klik op Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging ->
Energiebeheer onder Systeem in de weergave Apps.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen of Het gedrag
van het sluiten van het deksel bepalen.
Gebruikershandleiding 6-4
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Snel opstarten inschakelen uit bij
Instellingen voor uitschakelen.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
1.
Klik op het aan/uit-pictogram (
) op het startscherm en selecteer
Afsluiten.
2. Houd de aan/uit-knop ingedrukt en druk op de desbetreffende toets of
knop om het apparaat in te schakelen.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om verder te gaan.
Controlelijst voor hardware en systeem
In dit gedeelte worden problemen besproken die worden veroorzaakt door
de hardware van de computer of door aangesloten randapparaten. In de
volgende gebieden kunnen zich elementaire problemen voordoen:
Voeding
Toetsenbord
Intern beeldscherm
Interne opslagruimte
Geheugenkaart
Aanwijsapparaat
USB-apparaat
Geluidssysteem
Externe monitor
LAN
Draadloos LAN
Bluetooth
Voeding
Als de computer niet op een stopcontact is aangesloten, is de accu de
voornaamste voedingsbron. Uw computer heeft ook een RTC-functie
(Real-Time Clock). Alle voedingsbronnen staan met elkaar in verband en
elke bron kan schijnbare stroomvoorzieningsproblemen veroorzaken.
Uitschakelen bij oververhitting
Als de temperatuur van de processor met een van beide instellingen een
onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In dat geval gaan alle niet-
opgeslagen gegevens in het geheugen verloren.
Probleem Procedure
De computer wordt
automatisch
uitgeschakeld
Laat de computer uitstaan totdat deze de
kamertemperatuur heeft bereikt. Als u de computer
nog steeds niet kunt opstarten nadat deze weer op
kamertemperatuur is of als het notebook na
opstarten direct wordt uitgeschakeld, neemt u
contact op met de TOSHIBA-ondersteuning.
Gebruikershandleiding 6-5
Netvoeding
Als zich problemen voordoen wanneer u de computer inschakelt terwijl de
netadapter is aangesloten, controleert u het DC IN-/acculampje. Raadpleeg
het gedeelte Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden voor
meer informatie.
Probleem Procedure
De netadapter
voorziet de computer
niet van stroom
Controleer de aansluitingen en kijk of het netsnoer/
netadapter goed aan de computer vastzit en of het
stopcontact in orde is.
Controleer de toestand van het snoer en de
aansluitpunten. Als het snoer versleten of
beschadigd is, moet het worden vervangen, als de
aansluitpunten vervuild zijn, reinigt u deze met een
schone, droge doek.
Als de netadapter de computer nog steeds niet van
stroom voorziet, neemt u contact op met de
TOSHIBA-ondersteuning.
Accu
Als u een probleem met de accu vermoedt, controleert u de status van het
DC IN-/acculampje.
Probleem Procedure
Accu voorziet de
computer niet van
stroom
De accu is mogelijk ontladen. Sluit de netadapter
aan om de accu op te laden.
Accu wordt niet
opgeladen wanneer
de netadapter is
aangesloten
Als de accu volledig is ontladen, begint het
oplaadproces niet meteen. Wacht in dat geval
enkele minuten voordat u het opnieuw probeert.
Als de accu nog steeds niet wordt opgeladen,
controleert u of het stopcontact waarop de
netadapter is aangesloten stroom levert. U kunt dit
testen door er een ander apparaat op aan te
sluiten.
Accu levert minder
lang stroom dan
verwacht
Als u een gedeeltelijk opgeladen accu herhaalde
malen oplaadt, wordt de accu mogelijk niet
optimaal opgeladen. Ontlaad in dat geval de accu
volledig en probeer deze vervolgens opnieuw op te
laden.
Controleer de optie Energiebesparing onder Een
energiebeheerschema kiezen of aanpassen in
Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 6-6
Real-Time Clock
Probleem Procedure
De BIOS-instelling
en systeemdatum/-
tijd zijn verloren
gegaan
De gebruiksduur van de real-time klok (RTC) is
verstreken. U moet de datum en tijd instellen in het
BIOS Setup-hulpprogramma door de volgende
stappen uit te voeren:
1. Start het BIOS Setup-hulpprogramma.
Raadpleeg het gedeelte TOSHIBA Setup
Utility voor meer informatie.
2. Stel de datum in via het veld System Date.
3. Stel de tijd in via het veld System Time.
4. Druk op F10. Er wordt een bevestigingsbericht
weergegeven.
5. Selecteer Yes. Het BIOS Setup-
hulpprogramma wordt afgesloten en de
computer wordt automatisch opnieuw
opgestart.
Toetsenbord
Problemen met het toetsenbord kunnen worden veroorzaakt door de
installatie en configuratie van de computer. Raadpleeg het gedeelte Het
toetsenbord voor meer informatie.
Probleem Procedure
Tekens worden niet
correct weergegeven
op het scherm
Raadpleeg de documentatie bij de software om te
controleren of deze het toetsenbord niet opnieuw
indeelt ('opnieuw indelen' wil zeggen dat de
betekenis van de toetsen door de software wordt
veranderd of opnieuw wordt toegewezen).
Als u het toetsenbord nog steeds niet kunt
gebruiken, neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
Intern beeldscherm
Schijnbare problemen met het beeldscherm van de computer kunnen te
maken hebben met de installatie en configuratie van de computer.
Probleem Procedure
Het scherm blijft leeg Druk op de functietoetsen om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
op een externe monitor is ingesteld.
Gebruikershandleiding 6-7
Probleem Procedure
Er verschijnen
vlekken op het
beeldscherm
Deze vlekken kunnen zijn veroorzaakt door contact
met het toetsenbord of het touchpad bij het sluiten
van het scherm. Probeer de vlekken te verwijderen
door het scherm voorzichtig af te vegen met een
schone, droge doek of, als dit niet lukt, met een
goed lcd-reinigingsmiddel. In dit laatste geval moet
u altijd de instructies volgen bij de schermreiniger
en het scherm goed laten drogen voordat u het
sluit.
Interne opslagruimte
Probleem Procedure
Computer start niet
op vanuit de interne
opslagruimte
Controleer of het externe optische station een
schijf bevat. Als dat het geval is, verwijdert u de
schijf en probeert u de computer opnieuw op te
starten.
Als dit geen resultaat heeft, controleert u de
instelling Opstartprioriteitsopties in het
hulpprogramma TOSHIBA System Settings.
Computer werkt
traag
De bestanden in de interne opslagruimte zijn
mogelijk gefragmenteerd. Voer in dat geval het
hulpprogramma Defragmentatie uit om de staat
van de bestanden en de interne opslagruimte te
controleren. Raadpleeg de documentatie bij het
besturingssysteem of de online Help voor
informatie over het uitvoeren en gebruiken van
Defragmentatie.
Als niets helpt, formatteert u de interne
opslagruimte opnieuw en laadt u daarna het
besturingssysteem en alle andere bestanden en
gegevens. Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
Geheugenkaart
Voor meer informatie raadpleegt u Basisbeginselen.
Gebruikershandleiding
6-8
Probleem Procedure
Fout met
geheugenkaart
Verwijder de geheugenkaart uit de computer,
plaats de kaart daarna opnieuw en zorg ervoor dat
hij stevig vast zit.
Als het probleem aanhoudt, raadpleegt u de
documentatie bij de geheugenkaart voor meer
informatie.
U kunt niet schrijven
naar een
geheugenkaart
Verwijder de geheugenkaart uit de computer om te
controleren of deze niet schrijfbeveiligd is.
U kunt een bestand
niet lezen
Controleer of het benodigde bestand echt op de
geheugenkaart staat die in de computer is
geplaatst.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
Aanwijsapparaat
Als u een USB-muis gebruikt, raadpleegt u het gedeelte USB-muis en de
documentatie bij de muis.
Touchpad
Probleem Procedure
Het touchpad werkt
niet
Controleer de apparaatinstellingen.
Klik op Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis onder Systeem in de weergave
Apps.
Schermaanwijzer
reageert niet
wanneer het
aanwijsapparaat
wordt gebruikt
In dit geval kan het systeem bezet zijn. Beweeg de
muis nogmaals nadat u enkele ogenblikken hebt
gewacht.
Gebruikershandleiding 6-9
Probleem Procedure
Dubbel aantikken
(touchpad) werkt niet
Probeer in dit geval eerst de dubbelkliksnelheid te
wijzigen in het hulpprogramma voor muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis onder Systeem in de
weergave Apps.
2. Klik in het venster Eigenschappen van Muis
op het tabblad Knoppen.
3. Stel de dubbelkliksnelheid naar wens in en
klik op OK.
De schermaanwijzer
wordt te snel of te
traag verplaatst
Probeer in dit geval eerst de snelheid te wijzigen in
het hulpprogramma voor muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis onder Systeem in de
weergave Apps.
2. Klik in het venster Eigenschappen van Muis
op het tabblad Opties voor de aanwijzer.
3. Stel de snelheid van de aanwijzer naar wens
in en klik op OK.
Het touchpad is te
gevoelig of niet
gevoelig genoeg
Wijzig de gevoeligheid van het touchpad.
U kunt dit doen door te klikken op
Configuratiescherm -> Hardware en geluiden ->
Muis onder Systeem in de weergave Apps.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
USB-muis
Probleem Procedure
Schermaanwijzer
reageert niet
wanneer de muis
wordt gebruikt
In dit geval kan het systeem bezet zijn. Beweeg de
muis nogmaals nadat u enkele ogenblikken hebt
gewacht.
Koppel de muis los van de computer, sluit hem
weer aan op een vrije USB-poort en zorg ervoor
dat hij stevig vast zit.
Gebruikershandleiding 6-10
Probleem Procedure
Dubbelklikken werkt
niet
Probeer in dit geval eerst de dubbelkliksnelheid te
wijzigen in het hulpprogramma voor muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis onder Systeem in de
weergave Apps.
2. Klik in het venster Eigenschappen van Muis
op het tabblad Knoppen.
3. Stel de dubbelkliksnelheid naar wens in en
klik op OK.
De schermaanwijzer
wordt te snel of te
traag verplaatst
Probeer in dit geval eerst de snelheid te wijzigen in
het hulpprogramma voor muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis onder Systeem in de
weergave Apps.
2. Klik in het venster Eigenschappen van Muis
op het tabblad Opties voor de aanwijzer.
3. Stel de snelheid van de aanwijzer naar wens
in en klik op OK.
De schermaanwijzer
beweegt grillig
De onderdelen van de muis die met het detecteren
van de verplaatsing van de muis te maken hebben,
kunnen vuil zijn. Raadpleeg de documentatie bij de
muis voor reinigingsinstructies.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
USB-apparaat
Raadpleeg naast de informatie in dit gedeelte ook de documentatie bij het
USB-apparaat..
Probleem Procedure
USB-apparaat werkt
niet
Koppel het USB-apparaat los van de computer,
sluit het weer aan op een vrije poort en zorg dat
het stevig vast zit.
Zorg ervoor dat de benodigde USB-
stuurprogramma's correct zijn geïnstalleerd.
Raadpleeg hiervoor zowel de documentatie van
het apparaat als van het besturingssysteem.
Gebruikershandleiding 6-11
Geluidssysteem
Raadpleeg naast de informatie in dit gedeelte ook de documentatie bij het
audio-apparaat..
Probleem Procedure
Geen geluid
hoorbaar
Druk op de functietoetsen om het volume te
verhogen of te verlagen.
Controleer de volume-instellingen in de software.
Controleer of Dempen is uitgeschakeld.
Controleer of de hoofdtelefoon goed is
aangesloten.
Controleer in Windows Apparaatbeheer of het
geluidsapparaat is ingeschakeld en correct werkt.
Hinderlijk geluid
hoorbaar
Dit wordt mogelijk veroorzaakt door feedback van
de interne microfoon of een externe microfoon die
op de computer is aangesloten. Raadpleeg
Geluidssysteem en videomodus voor meer
informatie.
U kunt het volume niet aanpassen terwijl Windows
wordt opgestart of afgesloten.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
Externe monitor
Raadpleeg ook Basisbeginselen en de documentatie bij de monitor voor
meer informatie.
Probleem Procedure
Monitor kan niet
worden
ingeschakeld
Kijk of de monitor is ingeschakeld en controleer
daarna de aansluitingen om er zeker van te zijn dat
het netsnoer/de netadapter goed aan de monitor
vastzit en het stopcontact werkt.
Gebruikershandleiding 6-12
Probleem Procedure
Het scherm blijft leeg Stel het contrast en de helderheid op de externe
monitor bij.
Druk op de functietoets om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
alleen op het interne beeldscherm is ingesteld.
Controleer of de externe monitor is aangesloten.
Indien de externe monitor is ingesteld als primair
weergaveapparaat in de modus Uitgebreid
bureaublad, geeft deze geen beeld wanneer de
computer wordt geactiveerd uit de slaapstand als
de externe monitor tijdens de slaapstand is
losgekoppeld.
Als u wilt voorkomen dat dit gebeurt, koppel de
externe monitor dan niet los terwijl de computer in
de slaapstand of de sluimerstand staat.
Zet de computer uit voordat u de externe monitor
loskoppelt.
Als het interne scherm en een externe monitor zijn
ingesteld op de kloonmodus en ze door de timer
worden uitgeschakeld, geeft het interne scherm of
de externe monitor mogelijk geen beeld wanneer
ze weer worden ingeschakeld.
Als dit gebeurt, drukt u op de functietoets om het
interne scherm en de externe monitor weer in te
stellen op de kloonmodus.
Beeldschermfout Controleer of de kabel tussen de externe monitor
en de computer stevig is bevestigd.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
LAN
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot het LAN
Controleer of de kabel tussen de LAN-aansluiting
en de LAN-hub stevig is aangesloten.
Gebruikershandleiding 6-13
Probleem Procedure
Activering op LAN
werkt niet
Controleer of de netadapter is aangesloten. De
functie Activering op LAN werkt niet zonder de
netadapter.
Controleer of snel opstarten is uitgeschakeld:
1. Klik op Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Energiebeheer onder
Systeem in de weergave Apps.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen
bepalen of Het gedrag van het sluiten van
het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel
niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Snel opstarten
inschakelen uit.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Als de problemen aanhouden, raadpleegt u de
LAN-beheerder.
Draadloos LAN
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot draadloos
LAN
Zorgt dat de functie voor draadloze communicatie
op de computer is ingeschakeld.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact op
met de LAN-beheerder.
Bluetooth
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot Bluetooth-
apparaat
Controleer of de functie voor draadloze
communicatie op de computer is ingeschakeld.
Controleer of de toepassing voor Bluetooth-beheer
geactiveerd is en of het externe Bluetooth-
apparaat stroom krijgt.
Controleer of er geen optionele Bluetooth-adapter
in de computer is geïnstalleerd. De ingebouwde
Bluetooth-hardware werkt niet tegelijk met een
andere Bluetooth-controller.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
Gebruikershandleiding 6-14
TOSHIBA-ondersteuning
Als u extra hulp nodig hebt of als u problemen hebt bij het gebruik van de
computer, kunt u contact opnemen met de technische ondersteuning van
TOSHIBA.
Voordat u belt
Aangezien sommige problemen wellicht te wijten zijn aan het
besturingssysteem of het programma dat u gebruikt, is het belangrijk om
eerst andere hulpbronnen te raadplegen. Probeer het volgende alvorens
contact op te nemen met TOSHIBA:
Bestudeer de informatie over probleemoplossing in de documentatie
bij de software en/of randapparaten.
Als een probleem optreedt tijdens de uitvoering van
softwareprogramma’s, zoekt u in de softwaredocumentatie naar
suggesties voor het oplossen van problemen. U kunt ook de afdeling
voor technische ondersteuning van het softwarebedrijf bellen voor
hulp.
Vraag de verkoper of leverancier van wie u de computer en/of de
software hebt gekocht om advies. Zij zijn de instantie bij uitstek voor
actuele informatie en ondersteuning.
Technische ondersteuning van TOSHIBA
Als u het probleem nog steeds niet kunt verhelpen en vermoedt dat het te
maken heeft met de hardware, leest u het bijgevoegde garantieboekje of
gaat u naar de TOSHIBA-website voor technische ondersteuning:
http://pc-support.toshiba.eu
Gebruikershandleiding 6-15
Hoofdstuk 7
Aanhangsel
Specificaties
Dit gedeelte geeft een overzicht van de technische specificaties van de
computer.
Gewicht en afmetingen
De volgende fysieke afmetingen omvatten geen onderdelen die uitsteken
uit het hoofdgedeelte. De fysieke afmetingen hangen af van het gekochte
model.
Afmetingen Circa 289 (b) x 199 (d) x 19,9/19,9 (h) millimeter
Circa 289 (b) x 199 (d) x 21,2/21,2 (h) millimeter
Circa 289 (b) x 199 (d) x 21,9/21,9 (h) millimeter
(uitstekende delen niet inbegrepen).
Werkomgeving
Omstandigheden Omgevingstemperatu
ur
Relatieve vochtigheid
In werking 5°C tot 35°C 20% tot 80% (geen
condensvorming)
Niet in werking -20°C tot 60°C 10% tot 90% (geen
condensvorming)
Natte-boltemperatuur maximaal 29°C
Omstandigheden Hoogte (vanaf
zeeniveau)
In werking -60 tot 3.000 meter
Niet in werking -60 tot 10.000 meter
Stroomvoorziening
Netadapter 100-240 V wisselstroom
50 Hz of 60 Hz (cycli per seconde)
Gebruikershandleiding 7-1
Computer 19 V gelijkstroom
Pintoewijzing van poort voor externe RGB-monitor
610
1
5
15
11
Pin Signaalnaam Beschrijving I/O
1 CRV Rood videosignaal O
2 CGV Groen videosignaal O
3 CBV Blauw videosignaal O
4 Gereserveerd Gereserveerd
5 GND Aarde
6 GND Aarde
7 GND Aarde
8 GND Aarde
9 +5 V Stroomvoorziening
10 GND Aarde
11 Gereserveerd Gereserveerd
12 SDA Gegevenssignaal I/O
13 HSYNC Signaal voor horizontale
synchronisatie
O
14 VSYNC Signaal voor verticale
synchronisatie
O
15 SCL Gegevenskloksignaal O
I/O (I): Invoer naar computer
I/O (O): Uitvoer van computer
Netsnoer en connectoren
De stekker van het netsnoer moet compatibel zijn met verschillende
internationale wandcontactaansluitingen en het netsnoer moet voldoen aan
de normen van het land waarin het wordt gebruikt. Alle snoeren moeten
voldoen aan de volgende specificaties:
Gebruikershandleiding
7-2
Kabeldikte:
Minimaal 0,75 mm
2
Stroomsterkte: Minimaal 2,5 ampère
Certificeringsinstanties
China: CQC
VS en Canada: Goedgekeurd door UL en CSA
Nee. 18 AWG, Type SVT of SPT-2
Australië: AS
Japan: DENANHO
Europa:
Oostenrijk: OVE Italië: IMQ
België: CEBEC Nederland: KEMA
Denemarken: DEMKO Noorwegen: NEMKO
Finland: FIMKO Zweden: SEMKO
Frankrijk: LCIE Zwitserland: SEV
Duitsland: VDE Verenigd
Koninkrijk:
BSI
In Europa moet gebruik worden gemaakt van een dubbeldraads netsnoer
van het type VDE, H05VVH2-F of H03VVH2-F, of van een driedraads
netsnoer van het type VDE, H05VV-F.
Voor de Verenigde Staten en Canada moeten tweepins stekkers de
configuratie 2-15P (250 V) of 1-15P (125 V) hebben en driepins stekkers
de configuratie 6-15P (250V) of 5-15P (125V), conform het U.S. National
Electrical Code Handbook en de Canadian Electrical Code Part II.
In de onderstaande afbeeldingen worden de stekkervormen voor de VS en
Canada, het Verenigd Koninkrijk, Australië, Europa en China
weergegeven.
V.S.
Goedgekeurd door UL
Verenigd Koninkrijk
Goedgekeurd door BS
Gebruikershandleiding 7-3
Australië
Goedgekeurd door AS
Europa
Goedgekeurd door de
desbetreffende instantie
Canada
Goedgekeurd door CSA
China
Goedgekeurd door CCC
Informatie voor draadloze apparaten
Onderlinge samenwerking tussen draadloze producten
Het draadloze LAN is compatibel met LAN-systemen met de Direct
Sequence Spread Spectrum (DSSS)/Orthogonal Frequency Division
Multiplexing (OFDM) radiotechnologie en voldoet aan de volgende normen:
De IEEE 802.11-standaard voor draadloze LAN's (revisie a/b/g/n, b/g/
n of a/b/g/n/ac), zoals gedefinieerd en goedgekeurd door het Institute
of Electrical and Electronics Engineers.
Bluetooth
®
-modules kunnen worden gebruikt in combinatie met elk product
met de draadloze Bluetooth-technologie dat is gebaseerd op de FHSS-
radiotechnologie (Frequency Hopping Spread Spectrum) en dat compatibel
is met:
Bluetooth-specificatie (afhankelijk van het aangeschafte model), zoals
gedefinieerd en goedgekeurd door de Bluetooth Special Interest
Group.
Logocertificering met Bluetooth-technologie, zoals gedefinieerd door
de Bluetooth Special interest Group.
Dit Bluetooth-product is niet compatibel met apparaten die Bluetooth versie
1.0B gebruiken.
De draadloze apparaten zijn niet geverifieerd op aansluiting van en werking
met alle apparaten die de draadloos LAN- of Bluetooth-radiotechnologie
gebruiken.
Bluetooth- en draadloos LAN-apparaten werken in hetzelfde
frequentiebereik en kunnen elkaars werking verstoren. Als u Bluetooth- en
draadloos LAN-apparaten tegelijk gebruikt, kunnen de netwerkprestaties
minder dan optimaal zijn of kan de netwerkverbinding zelfs verloren gaan.
Als u dergelijke problemen ondervindt, schakelt u onmiddellijk het
Bluetooth- of draadloos LAN-apparaat uit.
Gebruikershandleiding 7-4
Als u vragen hebt over het gebruik van de draadloos LAN- of Bluetooth-
module, gaat u naar
http://www.pc.support.global.toshiba.com
In Europa gaat u naar
http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/bluetooth.htm
Draadloze apparaten en uw gezondheid
Net als andere radioapparaten stralen draadloze producten hoogfrequente
(HF) elektromagnetische energie uit. Het intensiteitsniveau van de EMF-
energie die door draadloze apparaten wordt uitgestraald, is echter
aanzienlijk lager dan dat van andere draadloze apparaten zoals
bijvoorbeeld mobiele telefoons.
Aangezien draadloze producten voldoen aan de richtlijnen zoals
gedefinieerd in veiligheidsnormen en -aanbevelingen voor radiofrequenties,
is TOSHIBA van mening dat draadloze producten veilig zijn voor gebruik
door klanten. Deze normen en aanbevelingen vertegenwoordigen de
consensus van de wetenschappelijke wereld en zijn geformuleerd door
panels en commissies van wetenschappers op basis van alle actuele
onderzoeksliteratuur.
In sommige situaties of omgevingen kan het gebruik van draadloze
producten worden beperkt door de eigenaar van het gebouw of door de
verantwoordelijke medewerkers van de organisatie. Dit kan bijvoorbeeld
van toepassing zijn in de volgende situaties:
gebruik van draadloze apparatuur in een vliegtuig of
in andere omgevingen waar het risico van storing voor andere
apparaten of diensten als schadelijk wordt aangemerkt.
Als u niet zeker weet wat de richtlijnen zijn met betrekking tot het gebruik
van draadloze apparatuur in een bepaalde organisatie of omgeving (zoals
op vliegvelden), is het raadzaam toestemming te vragen voor u het
draadloze apparaat inschakelt.
Draadloze LAN-technologie
De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt
bepaalde apparaten voor draadloze communicatie.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN
en Bluetooth.
Gebruik de functies voor draadloos LAN (Wi-Fi) en Bluetooth niet in de
buurt van een magnetron of in gebieden met radiostoring of
magnetische velden. Storing van een magnetron of andere bron kan
tot onderbreking van de Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
Gebruikershandleiding 7-5
Schakel alle draadloze functies uit in de buurt van mensen bij wie
mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is
geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van een pacemaker
of ander medisch apparaat beïnvloeden, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg. Volg de instructies van uw medische apparaat als u
gebruikmaakt van een draadloze functie.
Schakel de draadloze functie altijd uit als de computer in de buurt
komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals
automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen
veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Het is wellicht niet mogelijk om een netwerkverbinding met een
opgegeven netwerknaam tot stand te brengen door middel van de ad-
hoc netwerkfunctie. Als dit het geval is, moet het nieuwe netwerk (*)
worden geconfigureerd voor alle computers die zijn aangesloten op
hetzelfde netwerk om zo de netwerkverbindingen opnieuw tot stand te
brengen.
* Zorg dat u de nieuwe netwerknaam gebruikt.
Beveiliging
TOSHIBA beveelt met klem aan codering in te schakelen om te
voorkomen dat anderen via een draadloze verbinding illegaal toegang
tot uw computer krijgen. Als u dit advies niet opvolgt, stelt u zich bloot
aan afluisterpraktijken en bestaat bovendien het gevaar dat
opgeslagen gegevens door onbevoegden worden verwijderd of
vernietigd.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor verlies of beschadiging van
gegevens als gevolg van afluisterpraktijken of onrechtmatige toegang
via het draadloze LAN.
Kaartspecificaties
Compatibiliteit IEEE 802.11-norm voor draadloze LAN's
Netwerkbesturings-
systeem
Microsoft Windows Networking
Media Access
Protocol
CSMA/CA (Collision Avoidance) met ACK
(Acknowledgement)
Radiospecificaties
De radiospecificaties van draadloos LAN-modules kunnen variëren
afhankelijk van:
Land/regio waarin het product is aangeschaft
Type product
Gebruikershandleiding
7-6
Draadloze communicatie is vaak gebonden aan plaatselijke voorschriften
voor radiocommunicatie. Hoewel netwerkproducten voor draadloos LAN
zijn ontworpen voor gebruik op de vrij toegankelijk band 2,4 GHz en 5 GHz,
is het mogelijk dat onder plaatselijke radiovoorschriften beperkingen
worden gesteld aan het gebruik van apparatuur voor draadloze
communicatie.
Radiofrequentie 5-GHz band (5150-5850 MHz) (revisie a en
n)
2,4-GHz band (2400-2483,5 MHz) (revisie b/
g en n)
Het bereik van het draadloze signaal is afhankelijk van de
overdrachtssnelheid van de draadloze communicatie. Bij lagere
overdrachtssnelheden kan over grotere afstanden worden
gecommuniceerd.
Het bereik van uw draadloze apparaten kan worden aangetast
wanneer de antennes in de buurt van metalen oppervlakken en
materialen met een hoge dichtheid worden geplaatst.
Het bereik kan eveneens afnemen als gevolg van obstakels op het
pad van het radiosignaal. Deze obstakels kunnen het radiosignaal
namelijk absorberen of reflecteren.
RFI-vereisten
Dit apparaat werkt in het frequentiebereik 5,15 tot 5.25 GHz en kan daarom
alleen binnenshuis worden gebruikt.
Krachtige radars worden toegewezen als hoofdgebruikers (dat wil zeggen,
gebruikers met prioriteit) van de banden 5,25 tot 5,35 GHz en 5,65 tot 5,85
GHz en deze radars kunnen storing en/of schade veroorzaken aan LE-
LAN-apparaten.
Bluetooth-technologie
Sommige computers in deze serie beschikken over een Bluetooth-functie
voor draadloze communicatie waardoor er geen snoeren meer nodig zijn
tussen elektronische apparaten zoals computers, printers en mobiele
telefoons. Als deze functie is ingeschakeld, biedt Bluetooth snel en
eenvoudig een veilige en betrouwbare, draadloze netwerkomgeving.
U kunt de ingebouwde Bluetooth-functies van de computer en een externe
Bluetooth-adapter niet tegelijk gebruiken. De kenmerken van Bluetooth-
technologie zijn als volgt:
Beveiliging
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale
beveiliging:
Gebruikershandleiding
7-7
Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
krijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te
vervalsen.
Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt op de 2,4-GHz band. Deze
band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met
radiosystemen in de meeste landen.
Radioverbindingen
U kunt eenvoudig verbindingen tot stand brengen tussen twee of meer
apparaten, deze verbindingen worden gehandhaafd zelfs als de apparaten
buiten het gezichtsveld van elkaar liggen.
Informatie over regelgeving
Het draadloze apparaat moet worden geïnstalleerd en gebruikt in strikte
overeenstemming met de instructies van de fabrikant, zoals wordt
beschreven in de gebruikersdocumentatie bij het product. Dit product
voldoet aan de volgende normen op het gebied van radiofrequentie en
veiligheid.
Europa
Beperkingen voor gebruik van de frequenties tussen 2400,0-2483,5
MHz in Europa
Frankrijk: Gebruik
buitenshuis is
beperkt tot 10 m
W.e.i.r.p. binnen
de band van
2454-2483,5
MHz
Gebruik voor militaire
radioplaatsbepaling. De afgelopen
jaren is er voortdurend aan gewerkt
om de 2,4 GHz-band aan te passen
voor de huidige versoepelde
regelgeving. Volledige
implementatie staat gepland voor
2012.
Italië: - Voor privégebruik is algemene
goedkeuring vereist als WAS/
RLAN's buiten de eigen locatie
wordt gebruikt. Voor openbaar
gebruik is algemene goedkeuring
vereist.
Luxemburg: Geïmplemen-
teerd
Algemene goedkeuring is vereist
voor netwerk- en servicelevering.
Gebruikershandleiding 7-8
Noorwegen: Geïmplemen-
teerd
Deze subsectie geldt niet voor het
geografische gebied binnen een
straal van 20 km rond het midden
van Ny-Alesund.
Russische
Federatie:
- Alleen voor gebruik binnenshuis.
Beperkingen voor gebruik van de frequenties tussen 5150-5350 MHz
in Europa
Italië: - Voor privégebruik is algemene
goedkeuring vereist als WAS/
RLAN's buiten de eigen locatie
wordt gebruikt.
Luxemburg: Geïmplemen-
teerd
Algemene goedkeuring is vereist
voor netwerk- en servicelevering.
Russische
Federatie:
Beperkt e.i.r.p 100 mW. Gebruik is alleen
toegestaan binnenshuis, in
afgesloten industriële gebieden en
opslagplaatsen en aan boord van
vliegtuigen.
1. Gebruik is toegestaan voor
lokale netwerken voor
servicecommunicatie tussen
luchtvaartpersoneel aan boord
van een vliegtuig op het
vliegveld en tijdens alle
vluchtstadia.
2. Gebruik is toegestaan voor
openbare draadloze lokale
netwerken aan boord van een
vliegtuig tijdens de vlucht op
een hoogte van meer dan 3000
m.
Beperkingen voor gebruik van de frequenties tussen 5470-5725 MHz
in Europa
Italië: - Voor privégebruik is algemene
goedkeuring vereist als WAS/
RLAN's buiten de eigen locatie
wordt gebruikt.
Gebruikershandleiding 7-9
Luxemburg: Geïmplemen-
teerd
Algemene goedkeuring is vereist
voor netwerk- en servicelevering.
Russische
Federatie:
Beperkt e.i.r.p 100 mW. Gebruik is alleen
toegestaan binnenshuis, in
afgesloten industriële gebieden en
opslagplaatsen en aan boord van
vliegtuigen.
1. Gebruik is toegestaan voor
lokale netwerken voor
servicecommunicatie tussen
luchtvaartpersoneel aan boord
van een vliegtuig op het
vliegveld en tijdens alle
vluchtstadia.
2. Gebruik is toegestaan voor
openbare draadloze lokale
netwerken aan boord van een
vliegtuig tijdens de vlucht op
een hoogte van meer dan 3000
m.
Om te voldoen aan de Europese wetten met betrekking tot het bereik van
draadloos LAN gelden de bovenstaande beperkingen voor de kanalen van
2,4 en 5 alleen voor gebruik buitenshuis. De gebruiker dient het huidige
kanaal te controleren met het hulpprogramma voor draadloos LAN. Als het
apparaat werkt buiten de toegestane grenzen voor gebruik buitenshuis,
zoals hierboven wordt vermeld, dient de gebruiker contact op te nemen
met de desbetreffende landelijke instantie met een verzoek om
toestemming voor gebruik buitenshuis.
Canada - Industry Canada (IC)
Dit apparaat voldoet aan RSS-210 van de regels van Industry Canada. De
werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee
voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken,
en (2) dit apparaat moet ontvangen storing accepteren, zelfs storing die
ongewenste resultaten kan hebben.
Ce dispositif est conforme à la norme CNR-210 d'Industrie Canada
applicable aux appareils radio exempts de licence. Son fonctionnement est
sujet aux deux conditions suivantes: (1) le dispositif ne doit pas produire de
brouillage préjudiciable, et (2) ce dispositif doit accepter tout brouillage
reçu, y compris un brouillage susceptible de provoquer un fonctionnement
indésirable.
Les dispositifs fonctionnant dans la bande 5.15-5.25GHz sont réservés
uniquement pour une utilisation à l'intérieur afin de réduire les risques de
Gebruikershandleiding 7-10
brouillage préjudiciable aux systèmes de satellites mobiles utilisant les
mêmes canaux.
Les utilisateurs devraient aussi être avisés que les utilisateurs de radars de
haute puissance sont désignés utilisateurs principaux (c.-à-d., qu'ils ont la
priorité) pour les bandes 5.25-5.35GHz et 5.65-5.85GHz et que ces radars
pourraient causer du brouillage et/ou des dommages aux dispositifs LAN-
EL.
De letters 'IC' voor het certificeringsnummer van de apparatuur geven
enkel aan dat er wordt voldaan aan de technische specificaties voor
Industry Canada.
Verenigde Staten-Federal Communications Commission
(FCC)
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de stipulaties voor een digitaal
apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden.
Raadpleeg het gedeelte met FCC-informatie voor meer informatie.
Het uitgestraalde uitgangsvermogen van het draadloze apparaat ligt
ruimschoots onder de FCC-limieten voor blootstelling aan HF-straling.
Niettemin dient het draadloze apparaat zodanig te worden gebruikt dat
fysiek contact tijdens normaal gebruik tot een minimum beperkt blijft.
In een normale gebruiksconfiguratie mag de afstand tussen de antenne en
de gebruiker niet minder dan 20 cm zijn. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de computer voor meer informatie over de
locatie van de antenne.
De installateur van deze radioapparatuur dient ervoor te zorgen dat de
antenne zodanig is geplaatst of gericht dat deze geen HF-energie uitstraalt
boven de door Health Canada gedefinieerde limieten voor het publiek;
raadpleeg Safety Code 6, verkrijgbaar via de website van Health Canada:
www.hc-sc.gc.ca
Taiwan
Artikel 12 Zonder toestemming van de NCC is het geen
enkel bedrijf, onderneming of gebruiker toegestaan
de frequentie te wijzigen, het zendvermogen te
vergroten of de oorspronkelijke eigenschappen of
de prestaties te wijzigen van een goedgekeurd
apparaat met laag vermogen op radiofrequentie.
Gebruikershandleiding 7-11
Artikel 14 Apparaten met laag vermogen op radiofrequentie
mogen geen invloed hebben op de
vliegtuigveiligheid en wettelijk toegestane
communicatie niet storen.
Als dat wel het geval is, moet het gebruik
onmiddellijk worden beëindigd, zodat er geen
storing meer optreedt.
De genoemde wettelijk toegestane communicatie
betreft radiocommunicatie die plaatsvindt in
overeenstemming met de Telecommunications Act
(Wet op de telecommunicatie).
Apparaten met laag vermogen op radiofrequentie
moeten gevoelig zijn voor de storing van apparaten
voor wettelijk toegestane communicatie of ISM-
apparaten die radiogolven uitzenden.
Gebruik van deze apparatuur in Japan
In Japan wordt de frequentiebandbreedte van mobiele
objectidentificatiesystemen (gelicentieerd radiostation en gespecificeerd
radiostation met laag vermogen) overlapt door de frequentiebandbreedte
tussen 2.400 en 2.483,5 MHz voor tweedegeneratiesystemen voor
gegevenscommunicatie met laag vermogen zoals deze apparatuur.
1. Belangrijke mededeling
De frequentiebandbreedte van deze apparatuur kan functioneren binnen
hetzelfde bereik als industriële apparaten, wetenschappelijke apparaten,
medische apparaten, magnetrons, gelicentieerde radiostations en niet-
gelicentieerde gespecificeerde radiostations met laag vermogen voor
mobiele systemen voor objectidentificatie (RFID) die worden gebruikt in
productielijnen in fabrieken (Andere radiostations).
1. Voordat u deze apparatuur in gebruik neemt, dient u te controleren of
de apparatuur geen storingen veroorzaakt in de hiervoor genoemde
apparatuur.
2. Als deze apparatuur storingen in andere radiostations veroorzaakt,
dient u onmiddellijk een andere frequentie te selecteren, een andere
gebruikslocatie te kiezen of de zendbron uit te schakelen.
3. Neem contact op met een erkende TOSHIBA-servicedienst als u
problemen ondervindt met storingen die dit product bij andere
radiostations veroorzaakt.
2. Aanduiding voor draadloos LAN
De hieronder weergegeven aanduiding wordt op deze apparatuur vermeld.
Gebruikershandleiding 7-12
(1)(2) (3)(4)
(5)
1. 2.4: Deze apparatuur gebruikt een frequentie van 2,4 GHz.
2. DS: Deze apparatuur gebruikt DS-SS-modulatie.
3. OF: Deze apparatuur gebruikt OFDM-modulatie.
4. 4: Het storingsbereik van deze apparatuur is minder dan 40 m.
5.
: Deze apparatuur gebruikt een frequentiebandbreedte van
2.400 MHz tot 2.483,5 MHz. Het is mogelijk om de frequentieband van
mobiele objectidentificatiesystemen te vermijden.
3. Aanduiding voor Bluetooth
De hieronder weergegeven aanduiding wordt op deze apparatuur vermeld.
(4)
(1)
(2) (3)
1
1. 2.4: Deze apparatuur gebruikt een frequentie van 2,4 GHz.
2. FH: Deze apparatuur gebruikt FH-SS-modulatie.
3. 1: Het storingsbereik van deze apparatuur is minder dan 10 m.
4. : Deze apparatuur gebruikt een frequentiebandbreedte van
2.400 MHz tot 2.483,5 MHz. Het is onmogelijk de bandbreedte van
identificatiesystemen voor mobiele objecten te omzeilen.
4. Over de JEITA
Draadloos LAN op 5 GHz ondersteunt het kanaal W52/W53/W56.
Apparaatvalidatie
Dit apparaat is goedgekeurd conform de Technical Regulation Conformity
Certification en behoort tot de klasse van radio-apparaten van
gegevenscommunicatiesystemen met laag vermogen zoals vermeld in de
handelswetten op het gebied van telecommunicatie.
Gebruikershandleiding 7-13
Intel
®
Centrino
®
Wireless-AC 3160 voor draadloos LAN en Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: 3160NGW
DSP Research, Inc.
Keuringsnummer: D130092003
Atheros QCNFA335 draadloze netwerkadapter b/g/n en Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: QCNFA335
DSP Research, Inc.
Keuringsnummer: D130158003
Realtek
®
RTL8723BE 802.11n Wireless LAN en Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: RTL8723BE
DSP Research, Inc.
Keuringsnummer: D125042201
De volgende beperkingen zijn van toepassing:
Open of wijzig het apparaat niet.
Installeer de draadloze LAN-module waarmee het apparaat is
uitgerust, niet in een ander apparaat.
Radiogoedkeuringen voor draadloze apparaten
Deze apparatuur is goedgekeurd volgens de radionormen van de landen/
gebieden in de onderstaande tabel.
Als u deze apparatuur gebruikt in landen/regio's die niet in de
onderstaande tabel staan, neemt u contact op met de ondersteuning van
TOSHIBA.
Per augustus 2014
Oostenrijk België Bulgarije Canada
Cyprus Tsjechië Denemarken Estland
Finland Frankrijk Duitsland Griekenland
Hongkong Hongarije IJsland India
Indonesië Ierland Italië Japan
Korea Letland Liechtenstein Litouwen
Luxemburg Malta Monaco Nederland
Noorwegen Filipijnen Polen Portugal
Roemenië Slowakije Slovenië Spanje
Zweden Zwitserland Verenigd
Koninkrijk
V.S.
Gebruikershandleiding 7-14
Wettelijke voetnoten
Niet-toepasselijke pictogrammen
Bepaalde computerchassis zijn ontworpen om alle mogelijke configuraties
voor een volledige productserie te huisvesten. Het door u geselecteerde
model heeft dus mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die
corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het
computerchassis.
CPU
Wettelijke voetnoten met betrekking tot CPU-prestaties.
De prestaties van de CPU (Central Processing Unit ofwel centrale
processor) in uw computer kunnen afwijken van de specificaties, onder
invloed van de volgende factoren:
gebruik van bepaalde externe randapparaten;
gebruik van accuvoeding in plaats van netvoeding;
gebruik van bepaalde multimedia, door de computer gegenereerde
afbeeldingen of videotoepassingen;
gebruik van standaardtelefoonlijnen of langzame
netwerkverbindingen;
gebruik van complexe ontwerpsoftware, bijvoorbeeld geavanceerde
CAD-toepassingen;
gelijktijdig gebruik van verschillende toepassingen of functies;
gebruik van de computer in gebieden met lage luchtdruk (grote hoogte
van meer dan 1000 meter boven zeeniveau);
gebruik van de computer bij temperaturen tussen 5°C en 30°C of
hoger dan 25°C op grote hoogte. (Deze temperatuurlimieten zijn niet
precies en kunnen afwijken al naar gelang het specifieke
computermodel. Raadpleeg de TOSHIBA-website voor meer
informatie.)
De CPU-prestaties kunnen bovendien afwijken van de specificaties als
gevolg van de ontwerpconfiguratie.
In bepaalde omstandigheden kan het gebeuren dat de computer wordt
uitgeschakeld. Dit is een normale beschermende maatregel ter voorkoming
van gegevensverlies of beschadiging van het product bij gebruik buiten de
aanbevolen omstandigheden. Vermijd het risico van gegevensverlies door
altijd back-ups van gegevens te maken. Dit doet u door de gegevens van
tijd tot tijd op een extern opslagmedium op te slaan. Voor optimale
prestaties dient u uw computer alleen onder de aanbevolen
omstandigheden te gebruiken. Lees de aanvullende beperkingen in de
productdocumentatie door. Neem voor meer informatie contact op met de
TOSHIBA-afdeling voor service en ondersteuning of raadpleeg het
gedeelte TOSHIBA-ondersteuning.
Gebruikershandleiding 7-15
64-bits computergebruik
Bepaalde 32-bits apparaatstuurprogramma's en/of toepassingen zijn
mogelijk niet compatibel met 64-bits processors/besturingssystemen en
werken daarom niet correct.
Hoofdgeheugen
Een deel van het hoofdsysteemgeheugen kan door het grafische systeem
worden gebruikt om de grafische prestaties te verbeteren, waardoor de
beschikbare hoeveelheid systeemgeheugen voor andere
computeractiviteiten afneemt. De hoeveelheid systeemgeheugen die wordt
toegewezen om de grafische prestaties te verbeteren, hangt af van het
grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het
systeemgeheugen en andere factoren.
Als uw computer is geconfigureerd met meer dan 3 GB geheugen, kan de
geheugencapaciteit worden weergegeven als slechts circa 3 GB
(afhankelijk van de hardwarespecificaties van de computer).
Dit is correct aangezien het besturingssysteem gewoonlijk de beschikbare
hoeveelheid geheugen weergeeft in plaats van de hoeveelheid fysiek
geheugen (RAM) die in de computer is ingebouwd.
Diverse systeemonderdelen (zoals de GPU van de grafische kaart en PCI-
apparaten zoals draadloos LAN en dergelijke) vereisen hun eigen
geheugenruimte. Aangezien een 32-bits besturingssysteem niet meer dan
4 GB geheugen kan adresseren, overlappen deze systeembronnen het
fysieke geheugen. Het is een technische beperking dat het overlappende
geheugen niet beschikbaar is voor het besturingssysteem. Hoewel
sommige hulpprogramma's de daadwerkelijke hoeveelheid fysiek
geheugen in de computer kunnen weergeven, is er nog steeds slechts
circa 3 GB geheugen beschikbaar voor het besturingssysteem.
Computers die met een 64-bits besturingssysteem zijn geconfigureerd,
hebben toegang tot maximaal 4 GB systeemgeheugen.
Gebruiksduur van de accu
De gebruiksduur van de accu varieert sterk al naar gelang factoren zoals
productmodel, configuratie, toepassingen, energiebeheerinstellingen en
gebruikte functies. Bovendien is de gebruiksduur onderhevig aan de
natuurlijke prestatievariaties die voortvloeien uit het ontwerp van
afzonderlijke onderdelen. Bepaalde modellen en configuraties die door
TOSHIBA vóór het tijdstip van publicatie zijn getest, worden geleverd met
een classificatie voor de gebruiksduur van de accu. De oplaadtijd is
afhankelijk van het gebruik. De accu wordt mogelijk niet opgeladen
wanneer de computer maximale stroom verbruikt.
Nadat de accu meerdere malen is opgeladen en ontladen, kan deze niet
langer op maximale capaciteit werken en is het tijd voor vervanging. Dat
geldt voor alle accu's. Zie de informatie over accessoires die bij de
Gebruikershandleiding 7-16
computer is geleverd om na te gaan hoe en waar u een nieuwe accu kunt
aanschaffen.
Capaciteit interne opslagruimte
1 gigabyte (GB) betekent 10
×
9 = 1.000.000.000 bytes met de macht 10.
Het besturingssysteem van de computer vermeldt de opslagcapaciteit
echter met de macht 2 waarbij GB = 2
30
= 1.073.741.824 bytes. Hierdoor
wordt een lagere geheugencapaciteit vermeld. De beschikbare
opslagcapaciteit is minder als er op het product een of meer
besturingssystemen, zoals Microsoft Windows, en/of een of meer
toepassingen vooraf zijn geïnstalleerd. De werkelijke capaciteit na
formatteren kan verschillen.
LCD
Na verloop van tijd en afhankelijk van het gebruik van de computer, neemt
de helderheid van het LCD-scherm af. Dit is een bekend kenmerk van de
LCD-technologie.
Maximale helderheid is alleen beschikbaar als het apparaat op netvoeding
wordt gebruikt. Het beeldscherm wordt gedimd wanneer de computer op
de accu wordt gebruikt. Het is niet mogelijk de helderheid van het scherm
te vergroten.
GPU (Graphics Processing Unit)
De prestaties van de Graphics Processing Unit (GPU) hangen af van het
productmodel, de ontwerpconfiguratie, de toepassingen, de instellingen
voor energiebeheer en de gebruikte functies. De GPU-prestaties worden
alleen geoptimaliseerd wanneer de computer op netstroom werkt. De
prestaties kunnen aanzienlijk afnemen wanneer de accu wordt gebruikt.
De totaal beschikbare hoeveelheid grafisch geheugen is het totaal van,
indien van toepassing, speciaal videogeheugen, systeemvideogeheugen
en gedeeld systeemgeheugen. De hoeveelheid gedeeld systeemgeheugen
hangt af van de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren.
Draadloos LAN
De verzendsnelheid via draadloos LAN en het maximale bereik van
draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische
omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van toegangspunten,
clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie.
De werkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische
maximumsnelheid.
Kopieerbeveiliging
Technologie ter bescherming van het auteursrecht in sommige media
verhindert mogelijk het weergeven en opnemen van die media.
Gebruikershandleiding 7-17
Informatie voor VCCI-klasse B (alleen Japan)
この装置は、クラスB情報技術装置です。この装置は、家庭環境で使
用することを目的としていますが、この装置がラジオやテレビジョン
受信機に近接して使用されると、受信障害を引き起こすことがあります。
取扱説明書に従って正しい取り扱いをしてください。
VCCI-B
OpenSSL Toolkit License Issues
LICENSE ISSUES
==============
The OpenSSL toolkit stays under a dual license, i.e. both the conditions of
the OpenSSL License and the original SSLeay license apply to the toolkit.
See below for the actual license texts. Actually both licenses are BSD-style
Open Source licenses. In case of any license issues related to OpenSSL
please contact openssl-core@openssl.org.
OpenSSL License
------------------------
/*=====================================================
Copyright (c) 1998-2011 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice,
this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for
use in the OpenSSL Toolkit."
( http://www.openssl.org/ )
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be
used to endorse or promote products derived from this software
without prior written permission. For written permission, please contact
openssl-core@openssl.org.
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor
may "OpenSSL" appear in their names without prior written permission
of the OpenSSL Project.
Gebruikershandleiding 7-18
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following
acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for
use in the OpenSSL Toolkit"
( http://www.openssl.org/ )
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS
AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT
NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY
AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN
NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS
BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL,
EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT
LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS
INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF
LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT
(INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY
OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
=====================================================
This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com). This product includes software written by Tim
Hudson (tjh@cryptsoft.com).
*/
Original SSLeay License
----------------------------------
/* Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com)
All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com).
The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the
following conditions are aheared to. The following conditions apply to all
code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code;
not just the SSL code. The SSL documentation included with this
distribution is covered by the same copyright terms except that the holder
is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Youngs, and as such any Copyright notices in the
code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution
as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in
documentation (online or textual) provided with the package.
Gebruikershandleiding 7-19
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list
of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com)"
The word cryptographic can be left out if the rouines from the library
being used are not cryptographic related :-).
4. If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from
the apps directory (application code) you must include an
acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson
(tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG ``AS IS AND ANY
EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED
TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO
EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR
ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO,
PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF
USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER
CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN
CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE
OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS
SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH
DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or
derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be
copied and put under another distribution licence [including the GNU Public
Licence.]
*/
FreeType License Issues
The FreeType Project LICENSE
----------------------------
2006-Jan-27
Copyright 1996-2002, 2006 by
David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg
Gebruikershandleiding 7-20
Introduction
============
The FreeType Project is distributed in several archive packages; some of
them may contain, in addition to the FreeType font engine, various tools
and contributions which rely on, or relate to, the FreeType Project.
This license applies to all files found in such packages, and which do not
fall under their own explicit license. The license affects thus the FreeType
font engine, the test programs, documentation and makefiles, at the very
least.
This license was inspired by the BSD, Artistic, and IJG (Independent JPEG
Group) licenses, which all encourage inclusion and use of free software in
commercial and freeware products alike. As a consequence, its main
points are that:
We dont promise that this software works. However, we will be
interested in any kind of bug reports. (`as is` distribution)
You can use this software for whatever you want, in parts or full form,
without having to pay us. (`royalty-free` usage)
You may not pretend that you wrote this software. If you use it, or only
parts of it, in a program, you must acknowledge somewhere in your
documentation that you have used the FreeType code. (`credits`)
We specifically permit and encourage the inclusion of this software, with or
without modifications, in commercial products.
We disclaim all warranties covering The FreeType Project and assume no
liability related to The FreeType Project.
Finally, many people asked us for a preferred form for a credit/disclaimer to
use in compliance with this license. We thus encourage you to use the
following text:
"""
Portions of this software are copyright (C) <year> The FreeType Project
www.freetype.org
All rights reserved.
"""
Please replace <year> with the value from the FreeType version you
actually use.
Legal Terms
============
0. Definitions
--------------
Throughout this license, the terms `package`, `FreeType Project`, and
`FreeType archive` refer to the set of files originally distributed by the
authors (David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg) as the
`FreeType Project`, be they named as alpha, beta or final release.
Gebruikershandleiding 7-21
`You` refers to the licensee, or person using the project, where `using` is a
generic term including compiling the project`s source code as well as
linking it to form a `program` or `executable`. This program is referred to as
`a program using the FreeType engine`.
This license applies to all files distributed in the original FreeType Project,
including all source code, binaries and documentation, unless otherwise
stated in the file in its original, unmodified form as distributed in the original
archive. If you are unsure whether or not a particular file is covered by this
license, you must contact us to verify this.
The FreeType Project is copyright (C) 1996-2000 by David Turner, Robert
Wilhelm, and Werner Lemberg. All rights reserved except as specified
below.
1. No Warranty
--------------
THE FREETYPE PROJECT IS PROVIDED `AS IS` WITHOUT
WARRANTY OF ANY KIND, EITHER EXPRESS OR IMPLIED,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. IN
NO EVENT WILL ANY OF THE AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS
BE LIABLE FOR ANY DAMAGES CAUSED BY THE USE OR THE
INABILITY TO USE, OF THE FREETYPE PROJECT.
2. Redistribution
--------------
This license grants a worldwide, royalty-free, perpetual and irrevocable
right and license to use, execute, perform, compile, display, copy, create
derivative works of, distribute and sublicense the FreeType Project (in both
source and object code forms) and derivative works thereof for any
purpose; and to authorize others to exercise some or all of the rights
granted herein, subject to the following conditions:
Redistribution of source code must retain this license file (`FTL.TXT`)
unaltered; any additions, deletions or changes to the original files must
be clearly indicated in accompanying documentation. The copyright
notices of the unaltered, original files must be preserved in all copies
of source files.
Redistribution in binary form must provide a disclaimer that states that
the software is based in part of the work of the FreeType Team, in the
distribution documentation. We also encourage you to put an URL to
the FreeType web page in your documentation, though this isn`t
mandatory.
These conditions apply to any software derived from or based on the
FreeType Project, not just the unmodified files. If you use our work, you
must acknowledge us. However, no fee need be paid to us.
3. Advertising
--------------
Gebruikershandleiding 7-22
Neither the FreeType authors and contributors nor you shall use the name
of the other for commercial, advertising, or promotional purposes without
specific prior written permission.
We suggest, but do not require, that you use one or more of the following
phrases to refer to this software in your documentation or advertising
materials: `FreeType Project`, `FreeType Engine`, `FreeType library`, or
`FreeType Distribution`.
As you have not signed this license, you are not required to accept it.
However, as the FreeType Project is copyrighted material, only this license,
or another one contracted with the authors, grants you the right to use,
distribute, and modify it. Therefore, by using, distributing, or modifying the
FreeType Project, you indicate that you understand and accept all the
terms of this license.
4. Contacts
--------------
There are two mailing lists related to FreeType:
freetype@nongnu.org
Discusses general use and applications of FreeType, as well as future
and wanted additions to the library and distribution. If you are looking
for support, start in this list if you haven`t found anything to help you in
the documentation.
freetype-devel@nongnu.org
Discusses bugs, as well as engine internals, design issues, specific
licenses, porting, etc.
Our home page can be found at
http://www.freetype.org
Gebruikershandleiding 7-23
Index
A
Aanwijsapparaat
touchpad 3-8, 3-14
Accu
capaciteit controleren 4-8
energiebesparingsmodus
5-5
gebruiksduur
verlengen 4-10
B
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen 5-5
openen 2-4
scharnieren 3-8, 3-14
scherm 3-8, 3-14
Beveiligingsslot 4-18
Bluetooth 7-7
C
Controlelijst van
apparatuur 2-1
D
DC IN
lampje 3-9
DC IN-/acculampje 3-2, 3-20
Documentatielijst 2-1
Draadloze communicatie 7-5
Dubbel aanwijsapparaat
touchpad 6-9
E
Externe monitor
problemen 6-12
G
Geheugenmediasleuf 4-11
Geheugenmedium
plaatsen 4-14
verwijderen 4-14
Geluidssysteem
problemen 6-12
Graphics Processing Unit
3-18
H
HDMI-uitgang 3-3, 3-10
Herstelmedia 5-14
Herstelschijfstation 5-15
L
LAN
aansluiten 4-11
typen kabels 4-10
Luchtopeningen 3-16
Gebruikershandleiding Index-1
M
Mediabehandeling
geheugenkaarten 4-13
kaarten 4-13
MultiMediaCard
verwijderen 4-14
N
Netadapter
aansluiten 2-8
extra 4-19
gelijkstroomingang (19
V) 3-3, 3-10
O
Opnieuw opstarten van de
computer 2-13
P
Problemen
accu 6-6
controlelijst voor hardware
en systeem 6-5
dubbel aanwijsapparaat 6-9
externe monitor 6-12
geheugenkaart 6-8
geluidssysteem 6-12
intern beeldscherm 6-7
netvoeding 6-6
probleem analyseren 6-2
Real-Time Clock 6-7
toetsenbord 6-7
TOSHIBA-
ondersteuning 6-15
touchpad 6-9
uitschakelen bij
oververhitting 6-5
USB-apparaat 6-11
USB-muis 6-10
vaste schijf 6-8
voeding 6-5
R
Reinigen van de
computer 1-11
S
SD/SDHC/SDXC-kaart
formatteren 4-13
opmerking 4-12
Slaapstand
instelling 2-13
systeem automatisch in 5-5
Stroomvoorziening
inschakelen 2-10
slaapstand 2-13
sluimerstand 2-15
uitschakelen 2-12
T
Toetsenbord
functietoetsen 4-5
functietoetsen F1...F12 4-5
problemen 6-7
Windows-toetsen 4-6
Touchscreen 4-2
U
USB-apparaat
problemen 6-11
Gebruikershandleiding Index-2
V
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen 5-5
Verplaatsen van de
computer 1-12
Video-RAM 3-17
Videomodus 4-20
Voeding
afsluitmodus 2-12
in-/uitschakelen via LCD
5-5
omstandigheden 3-19
W
Wachtwoord
computer opstarten met
wachtwoord 5-8
gebruiker 5-7
opstarten 5-5
supervisor 5-8
Webcam 3-7, 3-13
Gebruikershandleiding Index-3
6


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Toshiba Satellite Radius 11 CL15 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Toshiba Satellite Radius 11 CL15 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,33 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Toshiba Satellite Radius 11 CL15

Toshiba Satellite Radius 11 CL15 User Manual - English - 124 pages

Toshiba Satellite Radius 11 CL15 User Manual - German - 133 pages

Toshiba Satellite Radius 11 CL15 User Manual - French - 128 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info