609746
19
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/149
Next page
Gebruikers-
handleiding
C55-C/C55D-C
L50-C/L50D-C
P50-C/P50t-C/P50D-C
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
TOSHIBA: wet- en regelgeving en veiligheid
Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken ....... 1-1
Voorschriften ......................................................................................... 1-2
Verklaring met betrekking tot videostandaarden ............................... 1-9
ENERGY STAR®-programma ............................................................. 1-10
Afvalverwerking van de computer en de computeraccu's .............. 1-10
Veiligheidsinstructies voor optische stations .................................. 1-11
Algemene voorzorgsmaatregelen ...................................................... 1-12
Veiligheidspictogrammen ................................................................... 1-15
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Controlelijst van apparatuur ................................................................. 2-1
Conventies ............................................................................................. 2-1
De computer voor het eerst gebruiken ............................................... 2-2
Kennismaken met Windows ................................................................. 2-7
Het apparaat uitschakelen .................................................................... 2-9
Systeemherstel .................................................................................... 2-14
Hoofdstuk 3
Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm .................................................. 3-1
Linkerkant .............................................................................................. 3-2
Rechterkant ............................................................................................ 3-3
Achterkant .............................................................................................. 3-5
Onderkant ............................................................................................... 3-5
Voorkant met geopend beeldscherm .................................................. 3-7
Interne hardwareonderdelen .............................................................. 3-10
Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden ............ 3-14
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
Het touchscreen gebruiken .................................................................. 4-1
Het touchpad gebruiken ....................................................................... 4-2
Het toetsenbord ..................................................................................... 4-3
Optisch station ...................................................................................... 4-5
CyberLink PowerDVD for TOSHIBA ................................................... 4-12
TOSHIBA Blu-ray Disc Player ............................................................ 4-14
3D-weergave op een extern 3D-apparaat .......................................... 4-17
Accu ...................................................................................................... 4-20
LAN ....................................................................................................... 4-24
Gebruikershandleiding ii
Aanvullende geheugenmodule .......................................................... 4-25
Geheugenmedium ............................................................................... 4-29
Extern beeldscherm ............................................................................ 4-33
Beveiligingsslot ................................................................................... 4-36
Optionele TOSHIBA-accessoires ....................................................... 4-36
Geluidssysteem en videomodus ....................................................... 4-37
Hoofdstuk 5
Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik
Hulpprogramma's en toepassingen .................................................... 5-1
Speciale voorzieningen ........................................................................ 5-6
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma ............................................... 5-8
TOSHIBA System Settings ................................................................. 5-11
Opladen via USB ................................................................................. 5-12
TOSHIBA PC Health Monitor .............................................................. 5-14
TOSHIBA-productverbeteringsprogramma ...................................... 5-16
TOSHIBA Setup Utility ........................................................................ 5-17
Hoofdstuk 6
Problemen oplossen
Probleemoplossingsproces ................................................................. 6-1
Controlelijst voor hardware en systeem ............................................. 6-4
TOSHIBA-ondersteuning .................................................................... 6-17
Hoofdstuk 7
Aanhangsel
Specificaties .......................................................................................... 7-1
Netsnoer en connectoren ..................................................................... 7-2
Informatie voor draadloze apparaten .................................................. 7-3
Voorschriften voor NFC ...................................................................... 7-14
Wettelijke voetnoten ............................................................................ 7-15
Informatie voor VCCI-klasse B (alleen Japan) .................................. 7-18
OpenSSL Toolkit License Issues ....................................................... 7-18
FreeType License Issues .................................................................... 7-21
Index
Gebruikershandleiding
iii
Hoofdstuk 1
TOSHIBA: wet- en regelgeving
en veiligheid
In dit hoofdstuk vindt u informatie over wet- en regelgeving en veiligheid
met betrekking tot TOSHIBA-computers.
Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en
handelsmerken
Copyright
© 2015 TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Krachtens de
auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden
verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze
handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Eerste editie juni 2015
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en
verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De
aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor uw computer op het
tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers
en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd.
TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade
die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of
uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Gebruikershandleiding
1-1
Handelsmerken
Intel, Intel SpeedStep, Intel Core en Centrino zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
AMD, het AMD-logo met de pijl, PowerPlay, Vari-Bright en combinaties
daarvan zijn handelsmerken van Advanced Micro Devices, Inc.
Windows, Microsoft en het Windows-logo zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Het Bluetooth
®
-woordmerk en de Bluetooth-logo's zijn gedeponeerde
handelsmerken in eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en Toshiba
Corporation gebruikt deze merken onder licentie.
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het
HDMI-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
sMedio en sMedio TrueLink+ zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van sMedio, Inc.
CyberLink en CyberLink PowerDVD zijn gedeponeerde handelsmerken
van CyberLink Corporation.
Secure Digital en SD zijn handelsmerken van SD Card Association.
MultiMediaCard en MMC zijn handelsmerken van MultiMediaCard
Association.
Blu-ray Disc™, Blu-ray™ en de logo's ervan zijn handelsmerken van de
Blu-ray Disc Association.
DTS, het symbool, en DTS en het symbool samen zijn gedeponeerde
handelsmerken en DTS Studio Sound is een handelsmerk van DTS, Inc. ©
DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Realtek is een gedeponeerd handelsmerk van Realtek Semiconductor
Corporation.
Alle andere product- en servicenamen in deze handleiding zijn mogelijk
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke
bedrijven.
Voorschriften
FCC-informatie
FCC-verklaring van overeenstemming
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal
apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze
apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze
energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt
geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de
radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter
Gebruikershandleiding
1-2
storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of
televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de
apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of
meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv.
Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten
aan.
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B
mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met niet-
compatibele randapparaten of randapparaten die niet door TOSHIBA zijn
aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op radio- en tv-
toestellen. U moet afgeschermde kabels gebruiken tussen de externe
apparaten en de Universal Serial Bus-poorten (USB 2.0 en 3.0), de HDMI-
poort en de gecombineerde hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting van de
computer. Het wijzigen of aanpassen van deze apparatuur zonder
uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA of door TOSHIBA erkende
partijen kan de machtiging tot het gebruik van de apparatuur tenietdoen.
FCC-voorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking
van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1. Het apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2. Het apparaat moet in staat zijn alle ontvangen storing te accepteren,
zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Contact
Adres: TOSHIBA America Information Systems, Inc.
9740 Irvine Boulevard
Irvine, Californië 92618-1697, V.S.
Telefoon: (949) 583-3000
Deze informatie is alleen van toepassing op de landen/regio's waar dit
vereist is.
Gebruikershandleiding 1-3
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in
overeenstemming met de relevante Europese
richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing
van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe
GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss,
Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring
van overeenstemming is te vinden op de
TOSHIBA-website
http://epps.toshiba-teg.com op internet.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante
Europese richtlijnen, met name RoHS-richtlijn 2011/65/EU, richtlijn 1999/5/
EG betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur,
richtlijn 2009/125/EG betreffende ecologisch ontwerp (ErP) en de
bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de
relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen.
TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze
EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn
aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die
deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen
dat het systeem (pc plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen
voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de
volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften
(elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde 'commerciële, licht-
industriële en woonomgevingen'. TOSHIBA keurt het gebruik van dit
product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde 'commerciële,
licht-industriële en woonomgevingen' af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet goedgekeurd:
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom
van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
omgevingen met medische apparatuur
gemotoriseerde voertuigen
vliegtuigen
Gebruikershandleiding
1-4
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de
nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd
door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische
compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle
niet-geoorloofde omgevingen. In het geval van auto’s of vliegtuigen mag dit
product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of
luchtvaartmaatschappij hiervoor toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden
dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Canadese voorschriften (alleen in Canada)
De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de
limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio
Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese
ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze
apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA Corporation
de machtiging tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de
Canadese regeling voor storing veroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la classe B respecte toutes les exigences du
Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.
Gebruikershandleiding
1-5
De volgende informatie geldt alleen voor EU-lidstaten:
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en
gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden
verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het
product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door
het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is
gebracht na 13 augustus 2005.
Door mee te werken aan het afzonderlijk inzamelen van
producten en batterijen draagt u bij aan de juiste
afvalverwerking van producten en batterijen/accu's en
helpt u zo mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu
en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het
hergebruik van afval in uw land onze website
( www.toshiba.eu/recycling
) of neem contact op met uw
gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Gebruikershandleiding 1-6
Verwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat batterijen en/of accu's afzonderlijk moeten worden
ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten
worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of
cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd
in de Europese richtlijn inzake batterijen en accu's, worden
de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg) en/of
cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van de
doorgekruiste vuilnisbak.
Door batterijen en accu's gescheiden in te zamelen, draagt
u bij aan de juiste afvalverwerking van producten en
batterijen/accu's en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen
voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
Om dit te bereiken dient u elke batterij en/of accu in te
leveren bij een plaatselijke recyclinginstantie of bij een
winkel of inzamelpunt waar deze onderdelen worden
ingezameld voor een milieuvriendelijke verwerking. Zorg
er daarbij voor dat u de contacten afplakt met niet-
geleidende tape.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het
hergebruik van afval in uw land onze website
(
www.toshiba.eu/recycling
) of neem contact op met uw
gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.
REACH - Verklaring van overeenstemming
De verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot chemische
stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and Restriction of
Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en beperkingen van
chemische stoffen) is vanaf 1 juni 2007 van kracht, met een gefaseerde
inwerkingtreding tot 2018.
Toshiba voldoet aan alle REACH-vereisten en verplicht zich klanten
informatie te geven over de aanwezigheid in onze artikelen van stoffen op
de kandidatenlijst in overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website
www.toshiba.eu/reach voor informatie over de aanwezigheid in onze
artikelen van stoffen die op de kandidatenlijst staan volgens REACH in een
concentratie van meer dan 0,1 gewichtsprocent.
Gebruikershandleiding
1-7
De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:
Afvalverwerking van producten:
Het symbool van doorgekruiste vuilnisbak betekent dat
dit product niet mag worden ingezameld en
weggegooid met ander huishoudelijk afval. Wanneer
het product het einde van zijn gebruiksduur heeft
bereikt, moet dit worden ingeleverd bij een
inzamelpunt, recyclingbedrijf of afvalverwerkende
instantie om zo het milieu en de menselijke
gezondheid te beschermen. Voor meer informatie over
inzamelings- en recyclingprogramma's in uw land
neemt u contact op met de gemeente of met de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Toshiba voldoet aan alle vereisten van de Turkse richtlijn 28300
'Beperking op het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in
elektrische en elektronische apparatuur'.
AEEE Yönetmeliğine Uygundur
Toshiba 28300 sayılı Türkiye ''Elektrikle çalişan ve elektronik
ekipmanda belirli tehlikeli maddelerin kullanimiyla ilgili kisitlama”
yönetmeliği gereklerini tamamen yerine getirmektedir.
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt
gedefinieerd volgens de norm ISO 9241-307. Als het aantal
pixelfouten minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of
defect gerekend.
Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt
van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden
opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect.
Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.
De volgende informatie geldt alleen voor India:
Het gebruik van dit symbool geeft aan dat dit product niet
als huishoudelijk afval mag worden behandeld.
Door dit product op de juiste manier als afval te
verwerken, draagt u eraan bij negatieve gevolgen voor het
milieu en de menselijke gezondheid die kunnen
voortvloeien uit onjuiste verwerking van dit product te
voorkomen.
Voor meer informatie over recycling van dit product
bezoekt u onze website
(
http://www.toshiba-india.com ) of neem contact op met
het callcenter (1800-200-8674).
Gebruikershandleiding 1-8
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.
Verklaring met betrekking tot videostandaarden
DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL
PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE
PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT
VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE
BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II)
DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD
DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN
NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN
VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT
OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. VOOR AL HET
OVERIGE GEBRUIK WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND, OOK NIET
IMPLICIET. AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE
MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL
GEBRUIK KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE
http://www.mpegla.com
Gebruikershandleiding 1-9
ENERGY STAR
®
-programma
Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR
®
-
richtlijnen. Als het model dat u hebt gekocht, aan deze
richtlijnen voldoet, is het voorzien van het Energy Star-
logo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STAR-
programma van de Environmental Protection Agency
(EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY
STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn
de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld
op een configuratie die de meest stabiele werkomgeving
en optimale systeemprestaties biedt voor gebruik met de
netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de
energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en
het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten
in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben
plaatsgevonden.
TOSHIBA raadt aan deze en andere energiebesparende
instellingen ingeschakeld te laten, zodat de computer zo
energiezuinig mogelijk werkt. U kunt de slaapstand
uitschakelen door op de aan/uit-knop te drukken.
Uw computer met ENERGY STAR-certificering moet
standaard zo zijn ingesteld dat deze na een periode van
inactiviteit overschakelt naar een energiezuinige
slaapstand. Raak eenvoudig de muis of het toetsenbord
aan om de computer snel weer te activeren. Deze
slaapfuncties kunnen u tot $23 per jaar (200 kWh per jaar
aan elektriciteit) besparen en verminderen de jaarlijkse
uitstoot van broeikasgassen met max. 300 pond. Voor
informatie over hoe u deze slaapstandinstellingen van de
computer aanpast of inschakelt, gaat u naar:
www.energystar.gov/sleepinstructions
Als u deze slaapstandinstellingen snel en gemakkelijk in
uw organisatie wilt inschakelen met behulp van
netwerkprogramma's, gaat u naar
www.energystar.gov/powermanagement
Afvalverwerking van de computer en de
computeraccu's
De computeraccu is niet toegankelijk voor de gebruiker. Neem contact op
met een erkende TOSHIBA-servicedienst voor informatie over
afvalverwerking van de computer en de accu.
Gebruikershandleiding 1-10
Veiligheidsinstructies voor optische stations
Vergeet niet de voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te
lezen.
Het model met een station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker
van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze
handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden.
Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op
met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures anders dan
wordt vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer de kast niet te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
De locatie van het vereiste etiket
(Zie het voorbeeld hieronder. De locatie van het etiket en de fabricage-
informatie kunnen afwijken van dit voorbeeld.)
TOSHIBA SAMSUNG STORAGE
TECHNOLOGY KOREA
CORPORATION 14F, Bldg. No.102,
Digital empire2, 486 Sin-dong,
Yeongtong-gu, Suwon-si,
Gyeonggi-do, Korea, 443-734
Voorzorgsmaatregelen
LET OP: Dit apparaat bevat een
lasersysteem, dat is geclassificeerd
als een KLASSE 1-
LASERPRODUCT. Om te zorgen
dat u dit product correct gebruikt,
dient u de gebruiksaanwijzingen
zorgvuldig te lezen en ter referentie
bij de hand te houden. Wend u in
geval van problemen met dit model
tot het dichtstbijzijnde erkende
Toshiba-servicecenter. Probeer de
kast niet te openen. Doet u dit wel,
dan loopt u het risico van directe
blootstelling aan de laserstraal.
Gebruikershandleiding 1-11
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de
computer verder te beperken.
Lees de volgende algemene aanwijzingen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Zorg voor afdoende ventilatie
Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de
computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd tegen
oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een netadapter
wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de computer in de
slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af.
Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel.
Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer.
Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op een tapijt of een ander
zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden geblokkeerd.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in
systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de
computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te
stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht.
Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals stereoluidsprekers
(andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een headset.
Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters.
Extreme hitte, koude of vochtigheid.
Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Gebruikershandleiding 1-12
Blessures door overbelasting
Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin
wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig
toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens
informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de
verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt
reduceren.
Letsel door verhitting
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het
oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt,
kan langdurig lichamelijk contact, bijvoorbeeld wanneer u de computer
op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten, resulteren in
rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na
langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en
laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd
of storingen optreden.
De computer schoonmaken
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de
computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer nat wordt,
schakelt u deze direct uit en laat u de computer helemaal opdrogen. In
dit geval dient u de computer te laten nakijken door een erkend
servicecentrum om de omvang van de schade te laten vaststellen.
Reinig het plastic van de computer met een doek die licht bevochtigd
is met water.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid
reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het
scherm voorzichtig af te vegen.
Gebruikershandleiding 1-13
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer
te reinigen.
De computer verplaatsen
Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u
enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de
computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft
werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer
verplaatst.
Schakel de computer uit (afsluiten).
Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Voordat u de computer draait, schakelt u deze uit, koppelt u de
netadapter los en laat u de computer afkoelen. Als u zich niet aan
deze instructie houdt, kan dit leiden tot lichte verwondingen door de
warmte.
Stel de computer niet bloot aan snelle temperatuurwisselingen
(bijvoorbeeld wanneer u de computer meeneemt van een koude
omgeving naar een warme kamer). Zet de computer pas aan nadat
het condensvocht is verdwenen.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als
u zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging
van de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer de computer nooit terwijl er kaarten in zijn geïnstalleerd.
Hierdoor kan de computer en/of de kaart beschadigen, waardoor de
computer niet meer werkt.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden.
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Gebruikershandleiding 1-14
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor een veilig en juist gebruik van deze
computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiehandleiding voor
veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Veiligheidspictogrammen
Veiligheidspictogrammen worden in deze handleiding gebruikt om u attent
te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid
zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van
apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies, beschadiging van de apparatuur of licht letsel.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleiding 1-15
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle
basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf is geïnstalleerd door
TOSHIBA, werken sommige functies die in deze handleiding worden
beschreven mogelijk niet correct.
Controlelijst van apparatuur
Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het
verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer u de volgende items hebt:
TOSHIBA draagbare personal computer
Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
Documentatie
Aan de slag
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items
ontbreken of beschadigd zijn.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
Klikken Tik op het touchpad of klik eenmaal op de
linker touchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de linkermuisknop.
Tik eenmaal op het aanraakscherm (alleen
modellen met een aanraakscherm).
Gebruikershandleiding 2-1
Rechtsklikken Klik eenmaal met de
rechtertouchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de rechtermuisknop.
Tik op het aanraakscherm en laat uw vinger
staan (alleen voor modellen met een
aanraakscherm).
Dubbelklikken Tik tweemaal op het touchpad of klik
tweemaal met de
linkertouchpadbesturingsknop.
Klik tweemaal met de linkermuisknop.
Tik tweemaal op het aanraakscherm (alleen
voor modellen met een aanraakscherm).
Starten
Het woord 'Starten' verwijst naar de knop ' ' in
de linkerbenedenhoek van het scherm.
Alle apps U vindt een lijst met al uw apps en programma's
via Alle apps.
U opent dit door te klikken op Starten en Alle
apps ( ) te selecteren in de
linkerbenedenhoek.
De computer voor het eerst gebruiken
Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding
is bedoeld om u comfortabeler en productiever met laptops te laten
werken. Als u de aanbevelingen in deze handleiding volgt, verkleint u de
kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te
gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
Het apparaat inschakelen
Eerste configuratie
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit
regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te
controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens
verloren.
Gebruikershandleiding 2-2
Het is raadzaam om regelmatig een back-up op externe media te
maken van de interne vaste schijf of van een ander primair
opslagapparaat. Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel
op de lange termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit
resulteren in gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat
alle gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de vaste schijf
of op een ander opslagmedium. Als u dit niet doet, kan dit
gegevensverlies tot gevolg hebben.
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. U moet de accu opladen voordat u de tablet op
accuvoeding kunt gebruiken.
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen
100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de
computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet
wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de
computer wordt geleverd.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is
meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door TOSHIBA
wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc
te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan
leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig
letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele
adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet
overeenstemt met de spanning en frequentie die op het
voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk
ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de
wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en
frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk
ernstig letsel tot gevolg.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin de computer wordt verkocht en mag
niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's
dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de
veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Gebruikershandleiding 2-3
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
exact uit te voeren in de volgorde die wordt beschreven in deze
handleiding. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet
de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium
verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder
stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische
schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen
onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan
beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de
onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter
namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Afbeelding 2-1 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 2-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd,
afhankelijk van het model.
Gebruikershandleiding 2-4
2. Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op de
gelijkstroomingang (19 V) van de computer.
Afbeelding 2-3 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten
2
1
1. Gelijkstroomingang (19 V) 2. Gelijkstroomuitgangsstekker
De vormgeving van het product verschilt per model.
3. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact. Het DC IN-/acculampje
brandt.
Het beeldscherm openen
Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal
kijkgemak.
Terwijl u de polssteun met één hand omlaag drukt, zodat het
hoofdgedeelte van de computer niet omhoog komt, tilt u langzaam het
beeldscherm omhoog. Zo kunt u de hoek van het beeldscherm aanpassen
voor een optimale zichtbaarheid.
Afbeelding 2-4 Het beeldscherm openen
1
1. Beeldscherm
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding
2-5
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het
scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer
beschadigt.
Houd uw vingers niet in de opening tussen het lcd-scherm en de accu
wanneer u het scherm sluit omdat u zich anders kunt bezeren.
Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de
scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
Druk of duw niet op het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Klap het beeldscherm niet dicht als er pennen of soortgelijke
voorwerpen tussen het beeldscherm en het toetsenbord zijn
achtergebleven.
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op
de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en
gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of
dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of
dichtklappen van het beeldscherm).
Het apparaat inschakelen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de tablet inschakelt. Het aan/uit-
lampje geeft de status aan. Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer informatie.
Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet
uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van
Windows.
Gebruikershandleiding 2-6
1. Open het beeldscherm.
2. Druk op de aan/uit-knop.
Afbeelding 2-5 Het apparaat inschakelen
1
1. Aan/uit-knop
De vormgeving van het product verschilt per model.
Eerste configuratie
Het opstartscherm van Windows wordt als eerste weergegeven wanneer u
de computer aanzet. Voor een correcte installatie van het
besturingssysteem volgt u de aanwijzingen in elk scherm dat wordt
weergegeven.
Lees zorgvuldig de licentievoorwaarden en licentieovereenkomst door
wanneer deze worden weergegeven.
Kennismaken met Windows
Voor meer informatie over nieuwe functies en het gebruik van Windows
raadpleegt u Aan de slag in het startmenu.
Startmenu
Het startmenu vormt het startpunt voor alles wat u kunt doen in het
Windows-besturingssysteem en biedt eenvoudig toegang tot uw apps,
programma's, websites en andere belangrijke gegevens.
U kunt het startmenu als volgt openen via een app of het bureaublad:
Klik op de knop Starten ( ) in de linkerbenedenhoekd van het
scherm.
Druk op de toets met het Windows
®
-logo ( ) op het toetsenbord.
Via Meest gebruikt hebt u toegang tot de meest gebruikte apps, terwijl
onlangs geïnstalleerde apps worden weergegeven onder Recentelijk
toegevoegd.
U kunt uw favoriete apps vastmaken aan het startmenu als tegels in een
rasterpatroon en ze ook groeperen. Voorbeelden van tegels zijn de tegel
Gebruikershandleiding
2-7
Personen en de tegel Mail. Op tegels wordt dynamische informatie uit
apps weergegeven zonder dat u ze hoeft te openen.
Windows-taakbalk
Onder aan het bureaublad bevindt zich standaard de Windows-taakbalk. U
ziet alle actieve apps op de Windows-taakbalk.
Taakweergave
De taakweergave ( ) wordt gestart via de Windows-taakbalk onder in
het scherm. In de taakweergave ziet u de apps die momenteel worden
uitgevoerd. U kunt ook aangepaste bureaubladen maken, waarop u actieve
apps kunt groeperen, bijvoorbeeld voor vermaak, productiviteit of wat u
maar wilt.
Klik hiervoor op het pictogram Taakweergave
en klik op Nieuw
bureaublad. Open de apps die u wilt gebruiken op dat bureaublad. U
schakelt tussen bureaubladen door opnieuw op Taakweergave te klikken.
Zoeken
Met Zoeken op de Windows-taakbalk kunt u apps, bestanden, instellingen
en meer op de computer vinden. Wanneer een internetverbinding
beschikbaar is, worden ook de beste zoekresultaten van internet
weergegeven.
De persoonlijke assistent Cortana is mogelijk ook beschikbaar, afhankelijk
van uw land/regio. U kunt gesproken vragen stellen aan of praten tegen
Cortana en Cortana beantwoordt uw vragen met behulp van informatie van
internet. Voor het gebruik van Cortana is een ingebouwde of externe
microfoon vereist.
Onderhoudscentrum
U kunt belangrijke meldingen van apps of Windows bekijken in het
onderhoudscentrum en actie ondernemen zonder apps te moeten openen.
U vindt hier ook snelle actieknoppen die direct toegang bieden tot de meest
gebruikte instellingen. Selecteer het pictogram van het onderhoudscentrum
op de Windows-taakbalk om meldingen en snelle acties weer te geven.
Instellingen
Instellingen biedt toegang tot systeeminstellingen, waaronder
geavanceerde instellingen in het Configuratiescherm. Ze zijn
onderverdeeld in categorieën, waarmee u Windows kunt configureren,
optimaliseren of aan uw persoonlijke voorkeur kunt aanpassen.
U kunt ook een trefwoord typen en Zoeken gebruiken om iets te vinden.
U opent Instellingen door te klikken op Starten -> Alle apps ->
Instellingen (
).
Gebruikershandleiding
2-8
U kunt Instellingen vastmaken aan het startmenu door met de
rechtermuisknop op Instellingen te klikken en Vastmaken aan
startscherm te kiezen.
Windows Store
Hoewel diverse apps vooraf op uw computer zijn geïnstalleerd, kunt u ook
veel andere apps downloaden van de Windows Store.
U kunt zoeken en bladeren naar duizenden apps, alle gegroepeerd in
overzichtelijke categorieën.
Aanmeldingsopties
Windows biedt een aantal aanmeldingsopties, waaronder verificatie door
middel van Wachtwoord (
), Pincode ( ) en Afbeeldingswachtwoord
( ) om toegang door onbevoegden te voorkomen. Als u meerdere
aanmeldingsmethoden hebt ingesteld voor een gebruikersaccount, kunt u
een optie selecteren in het aanmeldingsscherm van Windows door op de
optie te klikken. Verificatie door middel van wachtwoord is de
standaardaanmeldingsoptie.
Tabletmodus
In de tabletmodus is de werkomgeving geoptimaliseerd voor aanraking en
kunt u werken zonder toetsenbord en muis.
Nadat u bent overgeschakeld naar de tabletmodus, worden het startmenu
en apps schermvullend uitgevoerd, waardoor u meer werkruimte hebt. Als
u twee apps naast elkaar wilt gebruiken, sleept u een app opzij. U ziet
vervolgens geopende apps waarnaast u de app kunt plaatsen. U sluit een
app door deze naar de onderkant van het scherm te slepen.
Het apparaat uitschakelen
U kunt het apparaat uitschakelen in een van de volgende modi:
afsluitmodus, slaapstand of sluimerstand.
Afsluitmodus
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen. De volgende keer dat u de computer aanzet, wordt
het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of
een opslagmedium.
2. Controleer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf
verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt,
kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Gebruikershandleiding 2-9
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Doet u dat
wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los
en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Doet u dat wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
3. Klik op Starten -> Aan/uit en selecteer Afsluiten.
4. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn
aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd
om mogelijke beschadiging te voorkomen.
De computer opnieuw opstarten
In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel
een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
Als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd.
U kunt de computer op meerdere manieren opnieuw opstarten:
Klik op Starten -> Aan/uit en selecteer Opnieuw opstarten.
Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL om het
menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw opstarten door te
klikken op het voedingspictogram ( ) in de rechterbenedenhoek
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te
zetten. In deze modus worden gegevens opgeslagen in het
hoofdgeheugen van de computer. Wanneer u de computer weer
inschakelt, kunt u direct doorgaan waar u was gebleven.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op
een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend,
dient u de computer altijd af te sluiten. Hierbij moet u ook functies voor
draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de
computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de
computer niet op deze manier afsluit, kan het besturingssysteem opnieuw
worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde taken uitvoeren of niet-
opgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of andere systemen
verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Gebruikershandleiding 2-10
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de
slaapstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media,
zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe
geheugenapparaten.
Installeer of verwijder geen geheugenmodule terwijl de computer in de
slaapstand staat (alleen voor modellen met een afdekplaatje over de
geheugenmodules). Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de
computer of de geheugenmodule schade oploopt.
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand
gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent door
te klikken op Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging ->
Energiebeheer in de groep Systeem in Alle apps).
Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand
is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het
toetsenbord gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat
de toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie
Activering op toetsenbord is ingeschakeld in TOSHIBA System
Settings.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld
en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer.
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via
Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de
sluimerstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand uitvoeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren activeren:
Klik op Starten -> Aan/uit en selecteer Slaapstand.
Sluit het beeldscherm. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 2-11
Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het
punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-
lampje wit.
Als u de computer op accuvoeding gebruikt, kunt u de totale
gebruiksduur verlengen door de computer uit te schakelen in de
sluimerstand. De slaapstand gebruikt meer stroom wanneer de
computer is uitgeschakeld.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de vaste
schijf wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat
de vorige toestand wordt hersteld wanneer de computer weer wordt
aangezet. Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de
computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van
de sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U
kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig
opslaan.
Als u de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid,
gaan gegevens verloren.
Om gegevensverlies te voorkomen mag u geen geheugenmodule
installeren of verwijderen terwijl de computer in de slaapstand staat
(alleen voor modellen met een afdekplaatje over de
geheugenmodules).
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de
sluimerstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media,
zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe
geheugenapparaten.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Gebruikershandleiding 2-12
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
Als u de sluimerstand wilt activeren, klikt u op Starten -> Aan/uit en
selecteert u Sluimerstand.
Als u Sluimerstand wilt weergeven in het menu Aan/uit, stelt u dit als volgt
in:
1. Klik op Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging ->
Energiebeheer in de groep Systeem in Alle apps.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen of Het gedrag
van het sluiten van het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor
Uitschakelen.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de
aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. U definieert deze instellingen als
volgt:
1. Klik op Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-
knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel
bepalen.
2. Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Actie als ik op
de aan/uit-knop druk en Actie als ik het deksel sluit.
3. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit
het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal
duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de
vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te
schakelen.
Gebruikershandleiding 2-13
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Systeemherstel
Er is een verborgen partitie op de vaste schijf toegewezen aan de opties
voor systeemherstel voor het geval er een probleem optreedt.
U kunt ook herstelmedia maken en het systeem herstellen.
De volgende items worden in dit gedeelte beschreven:
Herstelmedia maken
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelmedia
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf het
herstelschijfstation
Als u met het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud de vaste schijf
wist, worden alle gegevens, inclusief het besturingssysteem en de
herstelpartitie, verwijderd. In dat geval kunt u geen herstelmedia maken of
de vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie. Zorg
dat u al een herstelmedium hebt gemaakt voordat u het TOSHIBA-
hulpprogramma voor onderhoud start. U kunt dit herstelmedium gebruiken
om uw systeem te herstellen nadat u de vaste schijf hebt gewist.
Herstelmedia maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelmedia maakt.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelmedia
maakt.
Sluit alle softwareprogramma's, behalve Recovery Media Creator.
Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten, zoals
een schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet naar het medium terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht
tot de viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de anti-
virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde
bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen hulpprogramma's, ook geen hulpprogramma's voor
snelle toegang tot de vaste schijf. Doet u dit toch, dan loopt u het
risico van storingen en gegevensverlies.
Activeer tijdens het (her)schrijven van het medium niet de afsluit-/
afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
Gebruikershandleiding 2-14
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen en
vliegtuigen.
Gebruik de computer niet op instabiele plekken, zoals een standaard.
Een herstelimage van de software op uw computer wordt opgeslagen op
de vaste schijf en kan naar een schijf of USB-flashgeheugen worden
gekopieerd met behulp van de volgende stappen:
1. Selecteer een lege schijf of leeg USB-flashgeheugen.
In de toepassing kunt u kiezen uit diverse media waarnaar de
herstelimage wordt gekopieerd, waaronder verschillende soorten
schijven en USB-flashgeheugen.
Sommige van de schijfmedia zijn mogelijk niet compatibel met het
optische station dat op uw computer is aangesloten. Controleer
daarom voordat u verdergaat of het optische station het lege medium
dat u hebt gekozen ondersteunt.
Als u verdergaat, wordt het USB-flashgeheugen geformatteerd en
gaan alle gegevens in het USB-flashgeheugen verloren.
2. Schakel de computer in en wacht totdat het besturingssysteem
Windows op de gebruikelijke manier is opgestart vanaf de vaste schijf.
3. Plaats de eerste lege schijf in de lade van het optische station of
plaats het USB-flashgeheugen in een beschikbare USB-poort.
4. Klik op Recovery Media Creator in de groep TOSHIBA in Alle apps.
5. Nadat Recovery Media Creator is gestart, selecteert u het type
medium en de titel die u naar het medium wilt kopiëren. Klik
vervolgens op de knop Maken.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de
gemaakte herstelmedia
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, kunt u de
computer in de oorspronkelijke staat herstellen met de herstelmedia die u
hebt gemaakt. U voert deze herstelbewerking als volgt uit:
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt
de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop
verloren gaan.
Gebruik de standaardoptie voor de opstartmodus in TOSHIBA Setup
Utility voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1. Start TOSHIBA Setup Utility.
Raadpleeg het gedeelte TOSHIBA Setup Utility voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 2-15
2. Selecteer in TOSHIBA Setup Utility achtereenvolgens Advanced
(Geavanceerd) -> System Configuration (Systeemconfiguratie) ->
Boot Mode (Opstartmodus).
Opmerking: Sla het volgende over als u de optie Boot Mode niet kunt
vinden in uw systeem.
3. Selecteer UEFI Boot (Standaard).
Als u de opstartmodus instelt op CSM Boot, werken de herstelmedia
die door Recovery Media Creator zijn gemaakt NIET voor de
herstelbewerking.
Als u een herstelimage maakt met behulp van geavanceerde
herstelfuncties in het Configuratiescherm, zorg dan ook dat u de
standaardoptie voor de opstartmodus (UEFI Boot) in TOSHIBA Setup
Utility selecteert voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1. Plaats het herstelmedium in het optische station of sluit het USB-
flashgeheugen met herstelgegevens aan op een beschikbare USB-
poort.
2. Klik op Starten -> Aan/uit en selecteer Opnieuw opstarten.
3. Houd de toets F12 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los.
4. Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag om de juiste optie in het
menu te selecteren op basis van het herstelmedium.
5. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet
uitvoeren.
Als u er eerder voor hebt gekozen de herstelpartitie te verwijderen en
herstelmedia probeert te maken, wordt het volgende bericht weergegeven:
'Recovery Media Creator kan niet worden gestart omdat er geen
herstelpartitie is.'
Als er geen herstelpartitie is, kan Recovery Media Creator geen
herstelmedia maken.
Als u al een herstelmedium hebt gemaakt, kunt u hiermee de herstelpartitie
herstellen.
Als u geen herstelmedium hebt gemaakt, neemt u voor hulp contact op met
de ondersteuning van TOSHIBA.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf het
herstelschijfstation
Een deel van de totale vasteschijfruimte is geconfigureerd als een
verborgen herstelpartitie. In deze partitie worden bestanden opgeslagen
die kunnen worden gebruikt om vooraf geïnstalleerde software te herstellen
in geval van problemen.
Als u uw vaste schijf later opnieuw gebruiksklaar maakt, dient u geen
partities te wijzigen, te verwijderen of toe te voegen op een andere manier
Gebruikershandleiding 2-16
dan wordt vermeld in de handleiding. Als u dat wel doet, is er mogelijk
geen ruimte beschikbaar voor de vereiste software.
Bovendien kunt u de computer mogelijk niet installeren als u een
partitieprogramma van derden gebruikt om partities op de vaste schijf
opnieuw te configureren.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de
vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren
gaan.
1. Klik op Starten -> Aan/uit en selecteer Opnieuw opstarten.
2. Houd de toets 0 (nul) ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los.
3. Selecteer Problemen oplossen -> TOSHIBA-hulpprogramma voor
onderhoud -> TOSHIBA-vasteschijfherstel.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstel te voltooien.
Gebruikershandleiding 2-17
Hoofdstuk 3
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel
voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
niet-toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het
oppervlak te voorkomen.
Voorkant met gesloten beeldscherm
In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer met
gesloten beeldscherm.
Afbeelding 3-1 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
1 2
1. DC IN-/acculampje
2. Lampje voor draadloze communicatie
DC IN-/acculampje Het DC IN-/acculampje geeft de status van de
gelijkstroomtoevoer en de acculading aan. Wit
geeft aan dat de accu volledig is opgeladen
terwijl de computer correct stroom krijgt via de
netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
Lampje voor
draadloze
communicatie
Het lampje voor draadloze communicatie
brandt oranje wanneer de functies voor Bluetooth
of draadloos LAN zijn ingeschakeld.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van
functies voor Bluetooth en draadloos LAN.
Gebruikershandleiding 3-1
Linkerkant
In de volgende afbeelding ziet u de linkerkant van de computer.
Afbeelding 3-2 Linkerkant van de computer
1 3 4 52
1. Gelijkstroomingang (19 V) 4. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0
of 3.0)*
2. LAN-aansluiting 5. Optisch station*
3. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0
of 3.0)
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gelijkstroomingang
(19 V)
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten
om de computer van stroom te voorzien en om
de interne accu's te laden. U mag alleen het
model netadapter gebruiken dat bij de computer
is meegeleverd. Als u de verkeerde netadapter
gebruikt, kan de computer beschadigd raken.
LAN-aansluiting Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde
ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits
per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-TX).
Sommige modellen zijn uitgerust met Gigabit
Ethernet LAN (1000 megabits per seconde,
1000BASE-T). Raadpleeg Basisbeginselen voor
meer informatie.
Op de LAN-aansluiting mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als
u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
Gebruikershandleiding 3-2
Universal Serial Bus-
poort (USB 2.0 of 3.0)
Een of twee USB-poorten, die voldoen aan de
USB 2.0 of 3.0-standaard, bevinden zich in de
linkerkant van de computer.
Het type USB-poort hangt af van het gekochte
model. De blauwe poort is de USB 3.0-poort.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0-
standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
De USB 2.0-poort is niet compatibel met USB
3.0-apparaten.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB-
apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die
zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet
correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de
computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en
media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USB-
apparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-poort komen. Metalen voorwerpen kunnen tot
kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Optisch station De computer is mogelijk geconfigureerd met een
DVD Super Multi-station of Blu-ray™-
schrijfstation.
DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden gelezen of
beschreven.
Rechterkant
In de volgende afbeelding ziet u de rechterkant van de computer.
Gebruikershandleiding
3-3
Afbeelding 3-3 Rechterkant van de computer
1. Geheugenmediasleuf 5. HDMI-uitgang
2. Gecombineerde hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
6. Luchtopeningen
3. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0) 7. Sleuf beveiligingsslot
4. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0
of 3.0)
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of
MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg het
gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Metalen voorwerpen kunnen
tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gecombineerde
hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
Op de gecombineerde 3,5-mm mini-
hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting kunt u een
monomicrofoon of stereohoofdtelefoon
aansluiten.
Universal Serial Bus-
poort (USB 3.0)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 3.0-
standaard, bevindt zich in de rechterkant van de
computer.
De poort met het pictogram ( ) beschikt over de
functie Slaapstand en laden en deze functie is
alleen beschikbaar op sommige modellen.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden
gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de
computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en
media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USB-
apparaat dat u wilt verwijderen.
Universal Serial Bus-
poort (USB 2.0 of 3.0)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 2.0 of
3.0-standaard, bevindt zich aan de rechterkant
van de computer.
Gebruikershandleiding 3-4
HDMI-uitgang Op de HDMI-uitgang kan een HDMI-kabel met
een type A-stekker worden aangesloten.
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
bevestigen waarmee u de computer aan een
bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren
ter bescherming tegen diefstal.
Achterkant
In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de computer.
Afbeelding 3-4 De achterkant van de computer
1
1. Accu
Accu De oplaadbare lithium-ion accu voorziet de
computer van stroom wanneer de netadapter niet
is aangesloten.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer
informatie over het gebruik en de werking van de
accu.
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
gebruiksduur van de accu.
Onderkant
De volgende afbeeldingen illustreren de onderkant van de computer. Zorg
dat het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt omgedraaid
om schade te voorkomen.
Gebruikershandleiding
3-5
Afbeelding 3-5 Onderkant van de computer
1
1
2
3
1
1
2
1. Luchtopeningen 3. Afdekplaatje geheugenmodule*
2. Luchtopeningen*
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg dat er nooit metalen
voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de luchtopeningen
komen. Metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Verwijder stof in op de luchtopeningen zorgvuldig met een zachte doek.
Afdekplaatje
geheugenmodule
Sommige modellen zijn uitgerust met een
afdekplaatje over de geheugenmodules. In de
sleuven onder dit afdekplaatje kunt u extra
geheugenmodules plaatsen, vervangen en
verwijderen.
De capaciteit van de geheugenmodules is
afhankelijk van het model. De daadwerkelijke
hoeveelheid bruikbaar systeemgeheugen is
minder dan de geïnstalleerde geheugenmodules.
Raadpleeg het gedeelte Aanvullende
geheugenmodule.
Gebruikershandleiding 3-6
Voorkant met geopend beeldscherm
In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm
beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een
comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Afbeelding 3-6 De voorkant van de computer met geopend beeldscherm
5
8
7
9
8
11
1 2 3
4
6
10
14
13
14
13
A B
12
Afbeelding 3-7 Bovenkant van het model met aanraakscherm
1
2
4
3
5
1. Microfoon
8. Beeldschermscharnieren
2. Webcamlampje 9. Aan/uit-knop
3. Webcam 10. Aan/uit-lampje
4. Microfoon* 11. Toetsenbord
5. Antennes voor draadloze
communicatie (niet zichtbaar)
12. Detectiegebied voor NFC (Near
Field Communication)*
6. Beeldscherm 13. Touchpad
7. Stereoluidsprekers 14. Touchpadbesturingsknoppen
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding
3-7
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing importeren en opnemen.
Raadpleeg het gedeelte Geluidssysteem en
videomodus voor meer informatie.
Webcamlampje Het webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
Webcam Een webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel
doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje
(lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze
vuil wordt.
Antennes voor draad-
loze communicatie
Afhankelijk van de configuratie van de computer
zijn een of alle van de volgende antennes
ingebouwd:
Draadloos LAN
Draadloos LAN/Bluetooth
Dek het gedeelte met de antennes voor draadloze communicatie niet af
met metalen voorwerpen, omdat de draadloze functie anders mogelijk niet
werkt.
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
draadloos LAN.
Gebruikershandleiding 3-8
Beeldscherm LCD-scherm van 39,6 cm (15,6 inch),
geconfigureerd met een van de volgende
resoluties, afhankelijk van het gekochte model:
HD, 1366 pixels horizontaal x 768 pixels
verticaal
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels
verticaal
UHG, 3840 pixels horizontaal x 2160 pixels
verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu
wordt gevoed, het scherm niet zo helder zal zijn
als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit
verschil in helderheid dient om accu-energie te
besparen wanneer de computer op de accu
werkt.
Wettelijke voetnoot (LCD)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
LCD-scherm.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg
is.
Beeldschermschar-
nieren
Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het
beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand
zetten.
Aan/uit-knop Druk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in
de slaapstand, knippert dit lampje wit.
Toetsenbord Het toetsenbord bevat tekentoetsen,
besturingstoetsen, functietoetsen en speciale
Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden
van een volledig toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor
meer informatie.
Gebruikershandleiding 3-9
Detectiegebied voor
NFC (Near Field
Communication)
NFC (Near Field Communication) maakt directe
interactie mogelijk tussen personen en
voorwerpen in de buurt van de computer. Met
NFC kunnen snel ad-hoc verbindingen worden
gemaakt tussen pc's of tussen een pc en een
apparaat via een eenvoudige fysieke aanraking
zonder dat beide vooraf moeten worden
gekoppeld. De interactie is snel, eenvoudig en
handig, waardoor de interactie met dagelijks
gebruikte apparaten wordt vereenvoudigt en dat
leidt tot een socialere computerbeleving.
Sommige modellen zijn uitgerust met een NFC-
functie.
Touchpad Met het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de schermaanwijzer aansturen.
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in
de richting te bewegen waarin u de
schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Touchpadbesturings-
knoppen
De twee knoppen onder aan het touchpad
worden op dezelfde manier gebruikt als de
knoppen op een standaardmuis. Druk op de
linkerknop om een menuoptie te selecteren of om
tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de
aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de
rechterknop om een menu of andere functie weer
te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Interne hardwareonderdelen
In dit gedeelte worden de interne hardwareonderdelen van de computer
beschreven.
De werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
Accu Deze computer is voorzien van een accu. U mag
deze echter niet zelf proberen te verwijderen of
te vervangen. Neem zo nodig contact op met een
erkende TOSHIBA-servicedienst.
De oplaadbare lithium-ion accu voorziet de
computer van stroom wanneer de netadapter niet
is aangesloten.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer
informatie over het gebruik en de werking van de
accu.
Gebruikershandleiding 3-10
CPU Het type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw
model bevat, klikt u op Configuratiescherm ->
Systeem en beveiliging -> Systeem in de
groep Systeem in Alle apps.
Wettelijke voetnoot (CPU)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
CPU.
Vaste schijf of solid-
state drive
De capaciteit van de vaste schijf is afhankelijk
van het model.
Houd er rekening mee dat een deel van de
ruimte op de vaste schijf wordt gebruikt voor
beheerdoeleinden.
Sommige modellen zijn uitgerust met een solid-state drive (SSD) in
plaats van een vaste schijf. In deze handleiding verwijst de term 'vaste
schijf' (of HDD voor Hard Disk Drive) ook naar de SSD, tenzij anders
wordt aangegeven.
Een SSD is een opslagapparaat met een hoge capaciteit dat solid-
state geheugen gebruikt in plaats van een magnetische schijf, zoals
een vaste schijf.
In bepaalde ongebruikelijke omstandigheden wanneer de SSD langere tijd
niet wordt gebruikt en/of wordt blootgesteld aan hoge temperaturen,
kunnen er fouten met betrekking tot het bewaren van gegevens optreden.
Wettelijke voetnoot (capaciteit van vaste schijf)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
capaciteit van de vaste schijf.
Gebruikershandleiding 3-11
Video-RAM Het geheugen in de grafische kaart van de
computer, dat wordt gebruikt om het beeld op te
slaan dat wordt weergegeven op een
bitmapscherm.
De beschikbare hoeveelheid video-RAM hangt af
van het systeemgeheugen van de computer.
Klik op Configuratiescherm -> Vormgeving en
persoonlijke instellingen -> Beeldscherm ->
Resolutie aanpassen in de groep Systeem in
Alle apps.
U kunt de hoeveelheid video-RAM controleren
door te klikken op de knop Geavanceerde
instellingen in het venster Schermresolutie.
Geheugenmodule De geheugenmodule is in de computer
geïnstalleerd.
Wettelijke voetnoot (geheugen (hoofdsysteem))
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
geheugen (hoofdsysteem).
Graphics Processing
Unit
De prestaties van de Graphics Processing Unit
(GPU) hangen af van het productmodel, de
ontwerpconfiguratie, de toepassingen, de
instellingen voor energiebeheer en de gebruikte
functies. De GPU-prestaties worden alleen
geoptimaliseerd wanneer het apparaat op
netstroom werkt. De prestaties zijn aanzienlijk
minder wanneer de accu wordt gebruikt.
Wettelijke voetnoot (Graphics Processing Unit (GPU))
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
GPU (Graphics Processor Unit).
Energiebesparende technologie voor beeldschermen
van Intel
®
Modellen met een Intel GPU beschikken mogelijk over de
energiebesparende technologie voor beeldschermen die het
stroomverbruik van de computer kan verminderen door het beeldcontrast
van het interne LCD-scherm te optimaliseren.
Deze functie kan worden gebruikt als de computer:
Wordt gebruikt in de accumodus
Alleen het interne LCD-scherm gebruikt
Gebruikershandleiding 3-12
De energiebesparende technologie voor beeldschermen is standaard
ingeschakeld. Als u deze functie wilt uitschakelen, wijzigt u dit in de
instellingen in Intel
®
HD Graphics Control Panel.
Dit regelpaneel is toegankelijk op de volgende manier:
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Grafische
Eigenschappen...
2. Klik op Energie en klik vervolgens op Accuvoeding in de
linkerbovenhoek.
3. Klik op Uitschakelen onder Energiebesparende technologie voor
beeldschermen.
4. Klik op Toepassen..
Als u deze functie wilt inschakelen, klikt u op Inschakelen onder
Energiebesparende technologie voor beeldschermen.
AMD
®
Vari-Bright
Modellen met een AMD-GPU beschikken mogelijk over de functie AMD
®
Vari-Bright
die het stroomverbruik van de computer kan verminderen door
het beeldcontrast van het interne LCD-scherm te optimaliseren.
Deze functie kan worden gebruikt als de computer:
wordt gebruikt in de accumodus
alleen het interne LCD-scherm gebruikt
U kunt de Vari-Bright-functie inschakelen in het AMD VISION Engine
Control Center/Catalyst Control Center. Dit centrum is toegankelijk op de
volgende manier:
Rechtsklik op het bureaublad en klik op AMD VISION Engine Control
Center/Catalyst Control Center.
In dit venster:
1. Selecteer PowerPlay™ onder Power (Stroom).
2. Schakel het selectievakje Enable PowerPlay™ (PowerPlay
inschakelen) in en schakel vervolgens het selectievakje Enable Vari-
Bright™ (Vari-Bright inschakelen) in.
Als u de beeldkwaliteit in de bovengenoemde omstandigheden wilt
verbeteren, past u de instellingen aan naar Maximize Quality (Maximale
kwaliteit) of schakelt u de functie uit.
NVIDIA
®
GeForce Experience
TM
NVIDIA
®
GeForce Experience
TM
optimaliseert uw games door aangepaste
gepersonaliseerde grafische instellingen te downloaden van de NVIDIA-
cloud.
Deze functie is alleen beschikbaar op sommige modellen.
NVIDIA
®
GeForce Experience
TM
gebruiken:
1. Klik op GeForce Experience in Alle apps.
Gebruikershandleiding 3-13
2. Klik op het tabblad Preferences (Voorkeuren) op Games -> Check
now.
3. Als games zijn geïnstalleerd die door NVIDIA GeForce Experience
worden ondersteund, worden die games weergegeven op het tabblad
Games. Selecteer de game die u wilt optimaliseren.
4. Klik op de knop Optimize om de game te optimaliseren.
5. Klik op de knop Launch Game (Game starten) om de game te
starten.
NVIDIA
®
GeForce Experience
kan u op de hoogte stellen van de
nieuwste updates van beeldschermstuurprogramma's voor NVIDIA
Graphics-controllers. Toshiba kan echter niet garanderen dat
deregelijke NVIDIA-stuurprogramma's compatibel zijn met uw
apparaat. TOSHIBA is niet aansprakelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door NVIDIA-stuurprogramma's. Daarom wordt uw
apparaat niet meer gedekt door de beperkte garantie van TOSHIBA.
Raadpleeg de licentieovereenkomst voor eindgebruikers (EULA).
Bovendien biedt TOSHIBA geen technische ondersteuning voor
dergelijke stuurprogramma's.
De toepassing NVIDIA
®
GeForce Experience
optimaliseert niet alle
pc-games. U kunt de ondersteuning van pc-games controleren via
Preferences -> General -> Supported games. Zelfs als uw pc-game
wordt ondersteund, beschikt de NVIDIA-cloud mogelijk niet over de
benodigde gegevens om uw pc-game te optimaliseren. Gebruik Send
feedback (Feedback verzenden) (rechtsonder in NVIDIA
®
GeForce
Experience
) om de benodigde gegevens, zoals systeeminformatie
over het apparaat, naam van de pc-game en dergelijke, door te geven.
NVIDIA kan er in de toekomst voor kiezen de game via de NVIDIA-
cloud te optimaliseren.
Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden
De bedrijfscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu
worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden,
bijvoorbeeld of er een netadapter is aangesloten en hoeveel lading de accu
heeft.
DC IN-/acculampje
Aan de hand van het DC IN-/acculampje kunt u de status van de accu en
de status van de stroom van de aangesloten netadapter controleren. Let
daarbij op de volgende indicaties:
Knipperend oranje De accu is bijna leeg. De netadapter moet
worden aangesloten om de accu op te laden.
Gebruikershandleiding 3-14
Oranje Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
Wit Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, stopt het opladen en gaat
het DC IN-/acculampje uit. Wanneer de temperatuur van de accu weer
normaal is, wordt het opladen hervat, ongeacht of de computer aan- of
uitstaat.
Aan/uit-lampje
Controleer het aan/uit-lampje om de status van de accu te bepalen. Let
daarbij op de volgende indicaties:
Wit Geeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Knippert wit Geeft aan de computer nog steeds in de
slaapstand staat en dat er voldoende stroom is
(adapter of accu) om in deze stand te blijven.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding 3-15
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik
beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij
dient te treffen.
Het touchscreen gebruiken
Sommige modellen zijn voorzien van een touchscreen.
Met uw vinger kunt u pictogrammen, knoppen, menuopties, het
schermtoetsenbord en andere items op het aanraakscherm aansturen.
Tikken Tik eenmaal met uw vinger op het touchscreen
om een item, zoals een app, te activeren.
Ingedrukt houden Zet uw vinger neer en laat deze enkele seconden
staan. Er wordt meer informatie weergegeven
over een item of er wordt een menu
weergegeven dat betrekking heeft op wat u aan
het doen bent.
Knijpen of spreiden Raak het scherm of een item aan met twee of
meer vingers en beweeg de vingers naar elkaar
toe (knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee
geeft u verschillende informatieniveaus weer of
kunt u in- of uitzoomen.
Draaien Plaats twee of meer vingers op een item en draai
uw hand om items te roteren in de richting waarin
u uw hand draait. Alleen bepaalde items kunnen
worden geroteerd.
Schuiven Sleep met uw vinger over het touchscreen om de
inhoud van het scherm te verplaatsen.
Gebruikershandleiding 4-1
Vegen Beweeg uw vinger snel vanaf de rand van het
scherm zonder te pauzeren wanneer u het
scherm voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: alle geopende apps
in de taakweergave weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: het
onderhoudscentrum openen.
Vegen vanaf de bovenrand: titelbalken voor
schermvullende apps weergeven.
Voor meer informatie en meer geavanceerde touchscreenbewegingen voor
gebruik met Windows raadpleegt u Aan de slag.
Het touchpad gebruiken
Het touchpad in de polssteun kan de volgende bewegingen ondersteunen:
Tikken Tik eenmaal op het touchpad om een item, zoals
een app, te activeren.
Tikken met twee
vingers
Tik eenmaal met twee vingers tegelijk op het
touchpad om een menu of andere functie weer te
geven, afhankelijk van de gebruikte software.
(Vergelijkbaar met klikken met de
rechtermuisknop)
Knijpen of spreiden Plaats twee of meer vingers op het touchpad en
beweeg ze naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar
af (spreiden). Hiermee geeft u verschillende
informatieniveaus weer of kunt u in- of
uitzoomen.
Schuiven met twee
vingers
Zet twee vingers neer en beweeg ze verticaal of
horizontaal vanaf elke positie op het touchpad.
Hiermee kunt u de schuifbalken van een venster
bedienen.
Plaats geen voorwerpen op het oppervlak van het touchpad om
ongewenste acties te voorkomen.
Sommige van de hier beschreven touchpadbewerkingen worden alleen
ondersteund in bepaalde toepassingen.
Gebruikershandleiding 4-2
Het toetsenbord
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn
toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn verschillende soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen,
functietoetsen, speciale Windows-toetsen en geïntegreerde numerieke
toetsen.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Doet u dat wel, dan
kunnen de onderdelen onder de toetsen beschadigd raken.
Toetsenbordlampje
In de volgende afbeelding wordt de positie aangegeven van het CAPS
LOCK-lampje en het NUM LOCK-lampje, die de volgende
omstandigheden aangeven:
Wanneer het CAPS LOCK-lampje brandt, zal het toetsenbord
hoofdletters produceren.
Als het NUM LOCK-lampje brandt, kunt u met de tien toetsen cijfers
invoeren.
Afbeelding 4-1 Toetslampjes
2
1
1. CAPS LOCK-lampje 2. NUM LOCK-lampje
CAPS LOCK Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor
lettertoetsen.
NUM LOCK Wanneer het NUM LOCK-lampje brandt, kunt u
de cijfertoetsen van het toetsenbord gebruiken
om cijfers in te voeren.
Functietoetsen
De functietoetsen (F1~F12) zijn de twaalf toetsen bovenaan op het
toetsenbord.
Gebruikershandleiding
4-3
U kunt de functietoetsmodus configureren als 'Speciale functiemodus' of
'Standaard F1-F12-modus' door te klikken op System Settings ->
Functietoets in de groep TOSHIBA in Alle apps.
In de speciale functiemodus kunt u de speciale functies gebruiken zonder
op de toets FN te drukken.
Speciale
functiemodus
Standaard F1-
F12-modus
Functie
F1 FN + F1 Hiermee kunt u zoeken op uw
computer, op internet of in een app.
F2 FN + F2 De helderheid van het beeldscherm
stapsgewijs verhogen.
F3 FN + F3 De helderheid van het beeldscherm
stapsgewijs verlagen.
F4 FN + F4 Het actieve beeldscherm wijzigen.
Als u twee beeldschermen tegelijk
wilt gebruiken, moet u de resolutie
van het interne beeldscherm instellen
op dezelfde resolutie als die van het
externe scherm.
F5 FN + F5 Het touchpad in- of uitschakelen.
F6 FN + F6 Media terugspoelen.
F7 FN + F7 Media afspelen of de weergave
pauzeren.
F8 FN + F8 Media vooruitspoelen.
F9 FN + F9 Het geluidsvolume van de computer
verlagen.
F10 FN + F10 Het geluidsvolume van de computer
verhogen.
F11 FN + F11 Het geluid in- of uitschakelen.
F12 FN + F12 De vliegtuigmodus in- of
uitschakelen.
FN + 1 FN + 1 Pictogrammen op het bureaublad of
de tekengrootte binnen een van de
ondersteunde toepassingsvensters
verkleinen.
FN + 2 FN + 2 Pictogrammen op het bureaublad of
de tekengrootte binnen een van de
ondersteunde toepassingsvensters
vergroten.
Gebruikershandleiding 4-4
Speciale
functiemodus
Standaard F1-
F12-modus
Functie
FN + spatiebalk FN + spatiebalk De beeldschermresolutie wijzigen.
FN + FN +
De toetsenbordverlichting in- of
uitschakelen. Sommige modellen zijn
voorzien van deze functie.
Bij sommige functies wordt een pop-upmelding weergegeven aan de rand
van het scherm.
Die pop-upmeldingen zijn standaard ingeschakeld. U kunt ze uitschakelen
via de instellingen van Functietoets.
Klik hiervoor op System Settings -> Functietoets in de groep TOSHIBA
in Alle apps.
Speciale Windows-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale
functie hebben: de toets met het Windows
®
-logo activeert het menu
Starten, terwijl de toepassingstoets dezelfde functie heeft als de
rechtermuisknop.
Deze toets activeert het menu Starten van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.
Deze toets activeert Cortana (ondersteund in sommige landen).
ASCII-tekens genereren
Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden
gegenereerd, maar u kunt al deze tekens genereren via hun specifieke
ASCII-codes.
1. Houd de ALT-toets ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code voor het gewenste teken met behulp van de
numerieke toetsen.
3. Laat ALT los. Het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Optisch station
In sommige modellen is een DVD Super Multi-station of Blu-ray™-
schrijfstation geïnstalleerd. Wanneer de computer toegang heeft tot een
optische schijf, brandt het lampje op het station.
Gebruikershandleiding
4-5
Indelingen
De stations ondersteunen de volgende indelingen:
DVD Super Multi-station
Dit station ondersteunt de volgende indelingen: CD-ROM, DVD-ROM,
DVD-Video, CD-DA, CD-Text, Photo CD™ (single/multi-sessie), CD-ROM
Mode 1/Mode 2, CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2), Enhanced CD (CD-
EXTRA), adresseringsmethode 2, DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW,
DVD-RAM, DVD-R DL (Format1) en DVD+R DL.
Blu-ray™-schrijfstation
Naast de bovenstaande indelingen ondersteunt het Blu-ray™-schrijfstation
BD-ROM, BD-ROM DL, BD-R, BD-R DL, BD-RE en BD-RE DL.
Het optische station gebruiken
Het station van volledige grootte ondersteunt snelle uitvoering van
programma's op een optische schijf. U kunt discs van 12 cm of 8 cm
zonder adapter gebruiken.
Gebruik de dvd-afspeeltoepassing als u video-dvd's wilt bekijken.
Voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van schijven raadpleegt u
het gedeelte Schijven beschrijven.
U plaats schijven als volgt:
1. Zorg dat de computer is ingeschakeld en druk op de uitwerpknop om
de disclade enigszins te openen.
2. Trek de disclade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
Afbeelding 4-2 Drukken op de uitwerpknop en de disclade opentrekken
1
2
1. Uitwerpknop
2. Disclade
Gebruikershandleiding 4-6
3. Leg de schijf met het opschrift omhoog in de disclade.
Afbeelding 4-3 Een schijf plaatsen
1
1. Laserlens
Wanneer de disclade volledig is uitgeschoven, bedekt de rand van de
computer de disclade een stukje. Wanneer u de schijf in de lade plaatst,
moet u de schijf daarom schuin houden. Zorg na het plaatsen van de schijf
echter dat de schijf plat ligt.
Raak nooit de laserlens of de omringende behuizing aan om onjuiste
uitlijning te voorkomen.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer of de bodem van de disclade, vooral het gedeelte achter de
voorrand van de lade, schoon is voordat u het station sluit.
4. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De
schijf moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het
ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de disclade om deze te sluiten.
Duw zachtjes totdat de houder vastklikt.
Als de schijf niet goed zit wanneer de disclade gesloten is, bestaat het
risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat
de disclade niet volledig wordt geopend wanneer u op de uitwerpknop
drukt.
Schijven verwijderen
U verwijdert de schijf als volgt:
Druk niet op de uitwerpknop terwijl er activiteit in het optische station
plaatsvindt. Wacht totdat het lampje voor het optische station uit is voordat
u de disclade opent. Haal de schijf pas uit de disclade nadat de schijf is
opgehouden met draaien.
1. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen. Trek de
disclade voorzichtig helemaal open.
Gebruikershandleiding
4-7
Wanneer de disclade een stukje wordt geopend, moet u even wachten
totdat de schijf is opgehouden met draaien voordat u de disclade volledig
opentrekt.
2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de disclade, zodat u hem
kunt pakken. Til de schijf er voorzichtig uit.
3. Duw zachtjes tegen het midden van de disclade om deze te sluiten.
Duw zachtjes totdat de houder vastklikt.
Een schijf verwijderen wanneer de disclade niet opengaat
U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de computer is
uitgeschakeld. In dat geval kunt u de disclade openen door een dun
voorwerp (ongeveer 20 mm lang), zoals een rechtgebogen paperclip, in het
uitwerpgaatje rechts van de uitwerpknop te steken.
Afbeelding 4-4 De lade openen door middel van het uitwerpgaatje
1
Φ1.0mm
1. Gaatje voor handmatig uitwerpen
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het uitwerpgaatje,
dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u
de disclade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel veroorzaken.
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare schijven
beschreven. Controleer in de specificaties van uw station welke schijftypen
kunnen worden beschreven.
Cd's
Een CD-R kan slechts eenmaal worden beschreven. De opgenomen
gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW-schijven, zoals multispeed CD-RW's, high-speed CD-RW’s en
ultra-speed CD-RW’s kunnen meer dan één keer worden beschreven.
Gebruikershandleiding
4-8
Dvd's
DVD-R's, DVD+R's, DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven kunnen
slechts één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens
kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
Blu-ray™-discs
Een BD-R of BD-R DL kan slechts eenmaal worden beschreven. De
opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
Een BD-RE of BD-RE DL kan meer dan eenmaal worden beschreven.
Schijven beschrijven
Met het DVD Super Multi-station met kunt u gegevens schrijven naar CD-
R, CD-RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL, DVD+RW
en DVD-RAM.
Met het Blu-ray™-schrijfstation kunt u gegevens schrijven naar CD-R, CD-
RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL, DVD+RW, DVD-
RAM, BD-R, BD-R DL, BD-RE of BD-RE DL.
Wanneer u media beschrijft met behulp van een optisch station, moet u de
netadapter altijd aansluiten op een werkend stopcontact. Als gegevens
worden weggeschreven bij gebruik van de accu, kan het wegschrijven
soms mislukken omdat de accu bijna leeg is. Dit kan resulteren in
gegevensverlies.
Belangrijk bericht
Lees dit gedeelte grondig door voordat u media gaat beschrijven die door
het optische station worden ondersteund en volg alle configuratie- en
gebruiksaanwijzingen. Als u dat niet doet, werkt het optische station
mogelijk niet correct en worden gegevens mogelijk niet correct
(her)schreven. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan of het station of
medium beschadigd raken.
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Schade aan een schijf die is veroorzaakt door te (her)schrijven met dit
product.
Wijzigingen in of verlies van de opgenomen inhoud van media als
gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, en eventuele resulterende
winstderving of bedrijfsschade.
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Gebruikershandleiding
4-9
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige
technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten
kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de
gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën
te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud
onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Vóór schrijven of herschrijven
Op grond van beperkte compatibiliteitstests door TOSHIBA worden de
volgende fabrikanten van schijfmedia aanbevolen. De schijfkwaliteit
kan echter van invloed zijn op het schrijf- of herschrijfproces TOSHIBA
staat niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei
schijven.
CD-R:
TAIYO YUDEN CO., Ltd.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
CD-RW: (Multi-Speed, High-Speed en Ultra-Speed)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
DVD-R:
Dvd-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen
gebruik, versie 2.0
TAIYO YUDEN Co., Ltd. (voor 8- en 16-speed media)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media)
DVD-R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 8-speed media)
DVD+R:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media)
DVD+R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8-speed media)
DVD-RW:
Dvd-specificaties voor herschrijfbare schijven voor versie 1.1 of
versie 1.2
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 6-speed media)
DVD+RW:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 8-speed media)
DVD-RAM (alleen DVD Super Multi-station):
Dvd-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor versie 2.0, 2.1 of 2.2
Panasonic Corporation (voor 3x- en 5x-speed media)
Gebruikershandleiding 4-10
BD-R:
Panasonic Corporation
BD-R DL:
Panasonic Corporation
BD-RE:
Panasonic Corporation
BD-RE DL:
Panasonic Corporation
BD-R TL:
TDK Corporation
BD-RE TL:
Panasonic Corporation
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen
onleesbaar zijn.
Schijven die zijn gemaakt als DVD-R DL-indeling 4 (Layer Jump
Recording) kunnen niet worden gelezen.
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u een medium beschrijft of
herschrijft:
Kopieer gegevens altijd van de vaste schijf naar het optische station.
Gebruik geen knippen en plakken, aangezien de oorspronkelijke
gegevens verloren gaan ingeval van een schrijffout.
Vermijd de volgende handelingen:
Wisselen tussen gebruikers in het besturingssysteem.
Gebruik van de computer voor andere functies zoals het gebruik
van een muis of touchpad of het sluiten/openen van het
beeldscherm.
Een communicatietoepassing starten.
Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals een geheugenkaart, USB-apparaat, externe monitor of een
optisch digitaal apparaat.
Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren.
Het openen van het optische station.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de functies Afsluiten,
Afmelden, Slaapstand of Sluimerstand.
Gebruikershandleiding 4-11
Zorg ervoor dat het schrijven/herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de slaapstand of de sluimerstand. (U kunt een
optisch medium uit het optische station verwijderen nadat het
schrijven is voltooid.)
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en
onbeschadigd zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden
tijdens het (her)schrijven.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's,
treinen en vliegtuigen. Gebruik ook geen instabiele plekken zoals een
wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
CyberLink PowerDVD for TOSHIBA
Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u CyberLink
PowerDVD for TOSHIBA gebruikt:
Opmerkingen betreffende het gebruik
Deze software kan alleen worden gebruikt in het besturingssysteem
Windows.
CyberLink PowerDVD for TOSHIBA wordt alleen geleverd bij modellen
die zijn geconfigureerd met een DVD Super Multi-station.
CyberLink PowerDVD for TOSHIBA ondersteunt het afspelen van
dvd's en videobestanden.
Er kunnen frames wegvallen, het geluid kan overslaan en het geluid
en beeld kunnen niet meer synchroon lopen tijdens de weergave van
bepaalde video's.
Sluit alle andere toepassingen wanneer u CyberLink PowerDVD for
TOSHIBA gebruikt. Open geen andere toepassingen en voer geen
andere bewerkingen uit tijdens de videoweergave. De weergave kan
in sommige gevallen stoppen of niet correct werken.
Niet-afgesloten dvd's die zijn gemaakt op een gewone dvd-recorder
kunnen mogelijk niet worden afgespeeld op de computer.
Gebruik video-dvd's met een regiocode 'gelijk aan de
standaardfabrieksinstelling' (indien van toepassing) of 'alles'.
Speel geen video af terwijl u met een ander programma een
televisieprogramma kijkt of opneemt. Als u dat wel doet, kan dit leiden
tot fouten in de videoweergave of de opname van
televisieprogramma's Als een voorgeprogrammeerde opname start
tijdens videoweergave, kan dit fouten veroorzaken in de weergave van
de video of de opname van het televisieprogramma. Bekijk een video
wanneer er geen opname is geprogrammeerd.
De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met bepaalde schijven
in CyberLink PowerDVD for TOSHIBA.
Gebruikershandleiding 4-12
Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten wanneer u video
afspeelt. Energiebesparende functies kunnen een vloeiende weergave
verstoren. Als u een video afspeelt op de accu, stelt u Energiebeheer
in op 'Balans'.
De schermbeveiliging wordt uitgeschakeld tijdens videoweergave met
CyberLink PowerDVD for TOSHIBA. De computer wordt niet
automatisch in de sluimerstand of slaapstand gezet.
Configureer de functie Beeldscherm automatisch uitschakelen niet
zodanig dat deze wordt uitgevoerd terwijl CyberLink PowerDVD for
TOSHIBA wordt uitgevoerd.
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl CyberLink
PowerDVD for TOSHIBA wordt uitgevoerd.
Vergrendel de computer niet met de toetsen Windows-logo ( ) + L
wanneer u CyberLink PowerDVD for TOSHIBA gebruikt.
CyberLink PowerDVD for TOSHIBA heeft geen functie voor ouderlijk
toezicht.
Installeer of verwijder CyberLink PowerDVD for TOSHIBA terwijl u
bent aangemeld met een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
Wissel niet tussen Windows-gebruikers terwijl CyberLink PowerDVD
for TOSHIBA actief is.
Als u bij sommige dvd's of videobestanden het geluidsspoor wijzigt via
het bedieningsvenster, wordt ook het ondertitelspoor gewijzigd.
Sommige mediabestanden worden mogelijk niet correct afgespeeld
door deze speler. Dit kan ook gebeuren als u Windows Media Player
en de video-app gebruikt.
Beeldschermen en geluid
Als het videobeeld niet wordt weergegeven op een extern
beeldscherm of een televisie, stopt u CyberLink PowerDVD for
TOSHIBA en wijzigt u de schermresolutie. Als u de schermresolutie
wilt wijzigen, klikt u op Configuratiescherm -> Vormgeving en
persoonlijke instellingen -> Beeldscherm -> Resolutie aanpassen
in de groep Systeem in Alle apps. Video kan echter niet worden
uitgevoerd naar sommige externe schermen en televisie vanwege de
uitvoer- of weergaveomstandigheden.
Als u video kijkt op een extern scherm of een tv, wijzigt u het
weergaveapparaat voordat u de video start. Een video kan alleen
worden weergegeven op het interne LCD-scherm of op een extern
scherm. In de kloonmodus (dubbele weergave) werkt CyberLink
PowerDVD for TOSHIBA mogelijk niet correct.
Wijzig de schermresolutie niet terwijl CyberLink PowerDVD for
TOSHIBA wordt uitgevoerd.
Wijzig het weergaveapparaat niet terwijl CyberLink PowerDVD for
TOSHIBA wordt uitgevoerd.
Gebruikershandleiding 4-13
CyberLink PowerDVD for TOSHIBA starten
Gebruik de volgende procedure om CyberLink PowerDVD for TOSHIBA te
starten.
1. Plaats een video-dvd in het optische station terwijl het
besturingssysteem wordt uitgevoerd.
Wanneer een video-dvd in het dvd-station wordt geplaatst (voor
modellen met een dvd-station), kan CyberLink PowerDVD for
TOSHIBA automatisch worden gestart.
2. Klik op CyberLink PowerDVD for TOSHIBA in de groep TOSHIBA in
Alle apps om CyberLink PowerDVD for TOSHIBA te starten.
CyberLink PowerDVD for TOSHIBA gebruiken
Opmerkingen over CyberLink PowerDVD for TOSHIBA.
De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per video en
per scène verschillen.
De handleiding van CyberLink PowerDVD for TOSHIBA
openen
De functies van en instructies voor CyberLink PowerDVD for Toshiba
worden uitgebreid toegelicht in de Help van CyberLink PowerDVD for
Toshiba. Gebruik de volgende procedure om de Help van CyberLink
PowerDVD for Toshiba te openen.
Druk op de toets F1 wanneer CyberLink PowerDVD for Toshiba is gestart.
TOSHIBA Blu-ray Disc Player
Wanneer u TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruikt, dient u rekening te
houden met de volgende beperkingen:
Opmerkingen betreffende het gebruik
Deze software kan alleen worden gebruikt in het besturingssysteem
Windows.
TOSHIBA Blu-ray Disc Player wordt alleen geleverd bij modellen die
zijn geconfigureerd met een Blu-ray™-schrijfstation.
Tijdens de weergave van inhoud met een hoge bitsnelheid kunnen
frames wegvallen, kan het geluid overslaan of kunnen de
computerprestaties afnemen.
Sluit alle andere toepassingen voordat u een afspeelt. Open geen
andere toepassingen en voer geen andere bewerkingen uit tijdens de
videoweergave.
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl u
TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruikt.
Gebruikershandleiding 4-14
Aangezien de weergave van Blu-ray Discs™ werkt op basis van
programma's die in de inhoud zijn ingebouwd, kunnen de werkwijze,
schermen, geluidseffecten, pictogrammen en andere functies per
schijf verschillen. Raadpleeg voor meer informatie over deze items de
instructies bij de inhoud of neem rechtstreeks contact op met de
fabrikant van de inhoud.
Zorg dat u de netadapter op de computer aansluit wanneer u een
video afspeelt.
TOSHIBA Blu-ray Disc Player ondersteunt de
kopieerbeveiligingstechnologie AACS (Advanced Access Control
System). De AACS-code die in dit product is ingebouwd, moet worden
vernieuwd als u ononderbroken wilt genieten van Blu-ray Discs™.
Voor verlenging is een internetverbinding vereist.
U kunt de AACS-code gratis vernieuwen gedurende 5 jaar nadat u dit
product hebt gekocht. Na 5 jaar gelden er echter voorwaarden voor de
vernieuwing die worden bepaald door de softwareleverancier,
TOSHIBA Corporation.
Speel geen video af terwijl u met een ander programma een
televisieprogramma opneemt Als u dat wel doet, kan dit leiden tot
fouten in de videoweergave of de opname van televisieprogramma's
Als een voorgeprogrammeerde opname start tijdens videoweergave,
kan dit fouten veroorzaken in de weergave van de video of de opname
van het televisieprogramma. Bekijk een video wanneer er geen
opname is geprogrammeerd.
De sneltoets functioneert niet wanneer een BD-J-titel wordt
afgespeeld.
De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met sommige schijven
en TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
De interactieve functie van Blu-ray™-discs werkt mogelijk niet,
afhankelijk van de inhoud of de netwerksituatie.
Blu-ray™-stations en de bijbehorende media worden vervaardigd
conform de specificaties van drie verkoopgebieden. Regiocodes
kunnen worden ingesteld via TOSHIBA Blu-ray Disc Player. (Klik op
de knop Settings (Instellingen) in het regelpaneel. Klik op de tab Blu-
ray Region Setting.) Om problemen bij het afspelen van Blu-ray™-
video's te voorkomen, dient u bij de aanschaf ervan te controleren of
de disc geschikt is voor uw station.
Als u video wilt afspelen op een extern beeldscherm of een tv met
TOSHIBA Blu-ray Disc Player, gebruikt u een uitvoerapparaat, zoals
een extern beeldscherm of een tv, met een HDMI-poort met HDCP-
ondersteuning. De video kan niet worden weergegeven op een
externe monitor of tv die is aangesloten op de RGB-aansluiting.
De film op de Blu-ray Disc™ kan alleen worden afgespeeld op het
interne LCD-scherm of op externe apparaten die zijn aangesloten via
een HDMI-uitgang. In de kloonmodus (dubbele weergave) werkt
TOSHIBA Blu-ray Disc Player mogelijk niet correct.
Dit product kan geen HD-dvd's afspelen. Voor HD-weergave zijn Blu-
ray™-discs met high-definition inhoud vereist.
Gebruikershandleiding 4-15
Deze software kan alleen MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen
die zijn gemaakt met de toepassingen die vooraf zijn geïnstalleerd op
dezelfde computer. De weergave werkt mogelijk niet correct als u
andere bestanden dan deze bestandstypen gebruikt.
Sommige mediabestanden worden mogelijk niet correct afgespeeld
door deze speler. Dit kan ook gebeuren als u Windows Media Player
en de video-app gebruikt.
Beeldschermen en geluid
Als het videobeeld niet wordt weergegeven op het externe
beeldscherm of de televisie, stopt u TOSHIBA Blu-ray Disc Player en
wijzigt u de schermresolutie. Als u de schermresolutie wilt wijzigen,
klikt u op Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke
instellingen -> Beeldscherm -> Resolutie aanpassen in de groep
Systeem in Alle apps. Video kan echter niet worden uitgevoerd naar
sommige externe schermen en televisie vanwege de uitvoer- of
weergaveomstandigheden.
Als u video kijkt op een extern scherm of een tv, wijzigt u het
weergaveapparaat voordat u de video start. Een video kan alleen
worden weergegeven op het interne LCD-scherm of op een extern
scherm. In de kloonmodus (dubbele weergave) werkt TOSHIBA Blu-
ray Disc Player mogelijk niet correct.
Wijzig de schermresolutie niet terwijl TOSHIBA Blu-ray Disc Player
wordt uitgevoerd.
Wijzig het weergaveapparaat niet terwijl TOSHIBA Blu-ray Disc Player
wordt uitgevoerd.
TOSHIBA Blu-ray Disc Player starten
Voer de volgende stappen uit om TOSHIBA Blu-ray Disc Player te starten.
Plaats een Blu-ray™ Disc met een film in het optische station terwijl
het besturingssysteem wordt uitgevoerd.
Als een Blu-ray™-disc met een film in het Blu-ray™-station wordt
geplaatst (voor modellen met een Blu-ray™-station), kan TOSHIBA
Blu-ray Disc Player automatisch worden gestart.
Klik op TOSHIBA Blu-ray Disc Player in de groep TOSHIBA in Alle
apps.
TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per Blu-
ray™-video en per scène verschillen.
Als het menu in het weergavegebied wordt geopend via het
hoofdmenu of de menuknoppen in het regelpaneel, is menubediening
via het touchpad of de muis wellicht niet mogelijk.
Gebruikershandleiding 4-16
De handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc Player
openen
De functies van en instructies voor TOSHIBA Blu-ray Disc Player worden
uitgebreid toegelicht in de handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
U opent de handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc Player als volgt.
Druk op de toets F1 wanneer TOSHIBA Blu-ray Disc Player is gestart
en klik op de knop Help.
3D-weergave op een extern 3D-apparaat
3D-weergave op een extern 3D-apparaat is alleen mogelijk bij sommige
modellen.
Het effect van 3D kan alleen worden weergegeven op externe 3D-
apparaten die zijn aangesloten op een HDMI-uitgang. Het kan niet worden
weergegeven op het interne beeldscherm. Als u 3D-weergave wilt
gebruiken op een extern beeldscherm of een tv, moet u een beeldscherm/
tv met 3D-ondersteuning en een HDCP-compatibele HDMI-poort
gebruiken.
De functie voor 3D-weergave ondersteunt de volgende resoluties:
1920x1080, 24 Hz en 1280x720, 60 Hz.
Wijzig de schermresolutie in een van de bovenstaande resoluties voordat u
de 3D-weergavefunctie gebruikt.
Belangrijke veiligheidsinformatie over de 3D-functie
Kijk geen 3D-videobeelden of stop met kijken als u zich ziek voelt of
een onaangenaam gevoel krijgt.
Kijk geen 3D-videobeelden als u last krijgt van stuiptrekkingen, een
lichtgevoeligheidsreactie of hartklachten.
Vanwege de mogelijke invloed op de ontwikkeling van het
gezichtsvermogen moeten kijkers van 3D-videobeelden 6 jaar of
ouder zijn. Kinderen en tieners zijn mogelijk meer gevoelig voor
gezondheidsproblemen die te maken hebben met het kijken naar 3D
en moeten in de gaten worden gehouden om te voorkomen dat ze
zonder pauze langdurig kijken.
Vermijd het gebruik van de 3D-functie onder invloed van alcohol.
Lees de gebruikershandleiding bij de computer zorgvuldig door
voordat u de 3D-weergavefunctie gebruikt.
Het 3D-effect verschilt per persoon.
Gebruikershandleiding 4-17
Opmerkingen over 3D-weergave voor TOSHIBA Blu-ray
Disc Player
De 3D-weergavefunctie kan 3D-video-inhoud en 2D-homevideo's en
andere 2D-inhoud die u hebt gemaakt (dvd of videobestand) afspelen in 3D
met behulp van real-time 2D-naar-3D-conversie.
De 3D-weergavefunctie kan NIET worden gebruikt om 2D-video-
inhoud op een Blu-ray Disc of AVCHD in 3D af te spelen met behulp
van real-time 2D-naar-3D-conversie.
De 3D-weergavefunctie van de speler is alleen bedoeld voor
persoonlijk gebruik thuis. Houd er rekening mee dat toepasselijke
auteurswetten weergave in het openbaar kunnen verbieden wanneer
u 3D-weergave van video-inhoud van derden aanbiedt aan onbekende
personen of een groot publiek.
De functie voor 2D-naar-3D-conversie gebruikt TOSHIBA’s originele
algoritme om een 3D-effect toe te passen op uw eigen 2D-video's.
Deze functie biedt echter niet dezelfde soort video-inhoud als een
video die oorspronkelijk wordt aangeboden in 3D en maakt geen
nieuwe video in de 3D-indeling, maar speelt enkel 2D-video's af in een
3D-achtige modus.
Het beeld dat wordt gegenereerd door de functie voor 2D-naar-3D-
conversie is niet hetzelfde als het beeld dat wordt gemaakt voor 3D-
weergave. De functie voor 2D-naar-3D-conversie gebruikt TOSHIBA’s
originele algoritme om een pseudo-3D-effect toe te passen op de 2D-
inhoud.
De speler is standaard ingesteld op de 2D-indeling. Pas als u drukt op
de knop van de functie voor 2D-naar-3D-conversie, activeert u deze
functie en geeft u aan dat u uw 2D-inhoud in 3D wilt weergeven. De
speler voert de functie voor 2D-naar-3D-conversie niet automatisch
uit. Raadpleeg de waarschuwingen in dit gedeelte met betrekking tot
mogelijke schending van het auteursrecht en zorg dat u over de
benodigde toestemming beschikt.
De speler is bedoeld om video-dvd's, DVD-VR en videobestanden af
te spelen en om 2D-homevideo's en andere 2D-inhoud die u zelf hebt
gemaakt weer te geven in 3D. Voor 3D-weergave van video-inhoud
die niet door de gebruiker is gemaakt, kan directe of indirecte
toestemming van derden zijn vereist, indien dergelijke inhoud wordt
beschermd door het auteursrecht, tenzij anders is toegestaan volgend
de toepasselijke wetten. TOSHIBA hecht veel waarde aan de
bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Daarom benadrukt
TOSHIBA dat de speler niet mag worden gebruikt op een manier die
dergelijke rechten schendt. Het is uw verantwoordelijkheid om ervoor
te zorgen dat u geen toepasselijke wetten met betrekking tot
intellectueel eigendom schendt wanneer u besluit de speler te
gebruiken en met name wanneer u de functie voor 2D-naar-3D-
conversie van de speler gebruikt.
Gebruikershandleiding 4-18
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt tijdens 3D-weergave.
In dat geval zijn de knoppen voor dergelijke functies mogelijk niet
beschikbaar.
Afhankelijk van de systeemomgeving kan de speler automatisch
overschakelen naar 2D als u een van de volgende bewerkingen
uitvoert tijdens 3D-weergave. Bovendien kunt u enige vertraging
ondervinden wanneer de omschakeling plaatsvindt.
Vensters of pop-upmenu's openen zoals het menu van de
rechtermuisknop, het instellingenvenster, het venster voor
bestandsselectie of een foutbericht.
Windows-functies gebruiken.
Andere toepassingen gebruiken.
Zorg dat u de netadapter gebruikt wanneer de functie voor 3D-
weergave is ingeschakeld.
Afhankelijk van de systeemomgeving kan de 3D-weergave mogelijk
alleen worden gebruikt als het videovenster schermvullend wordt
weergegeven. De 3D-weergave werkt mogelijk niet in een venster.
Als u 3D-weergave wilt gebruiken op een extern beeldscherm of een
tv, moet u een beeldscherm/tv met 3D-ondersteuning en een HDCP-
compatibele HDMI-poort gebruiken.
3D-video-inhoud kan alleen worden afgespeeld op een extern
beeldscherm dat is aangesloten via HDMI 'met 3D'.
De 3D-instellingen kunnen worden gewijzigd in het venster 'Settings'
(Instellingen), maar het wordt ten zeerste aanbevolen de
standaardinstellingen te gebruiken. Als u de instellingen wijzigt, kan
het stereoscopische 3D-effect sterker worden, wat kan leiden tot
vermoeide ogen.
Het 3D-effect verschilt per persoon. Stop de weergave en controleer
de instellingen van de apparatuur als u dubbele videobeelden ziet of
het stereoscopische 3D-effect niet ziet wanneer u 3D-videobeelden
kijkt. Als u het beeld nog steeds niet correct ziet, stopt u de weergave.
Kijk geen 3D-videobeelden of stop met kijken als u zich ziek voelt of
een onaangenaam gevoel krijgt.
Ga recht voor het scherm zitten wanneer u 3D-videobeelden kijkt.
Neem tussendoor regelmatig pauze.
Vanwege de mogelijke invloed op de ontwikkeling van het
gezichtsvermogen moeten kijkers van 3D-videobeelden 6 jaar of
ouder zijn.
Overweeg voordat u een kind toestaat om naar 3D-inhoud te kijken, of
dit wel geschikt voor hem of haar is en of u de kijkduur moet
beperken.
Deze software biedt geen kinderslot voor 3D-videoweergave. Gebruik
de Windows-functies voor aanmelding met een wachtwoord als u zich
zorgen maakt over het effect van 3D-weergave op het
gezichtsvermogen van uw kinderen.
Gebruikershandleiding 4-19
Deze software kan MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen. Uw
eigen 2D-video-inhoud die u hebt opgenomen met een
videocamcorder en andere inhoud die u zelf hebt gemaakt kan worden
afgespeeld in 2D of in 3D met behulp van real-time 2D-naar-3D-
conversie. Voor de weergave van 3D-video-inhoud worden alleen de
3D-video-indelingen Side-by-Side en Interleave ondersteund.
Niet alle bestanden kunnen worden afgespeeld.
Accu
In dit gedeelte worden de accutypen, de omgang ermee, de
oplaadmethoden en het gebruik ervan toegelicht.
Accu
Deze lithium-ion accu, in deze handleiding ook wel 'hoofdaccu' of kortweg
'accu' genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer
de netadapter niet is aangesloten.
Op sommige modellen voorziet de hoofdaccu de interne real-time klok en
kalenderfunctie van stroom en handhaaft ook de systeemconfiguratie
wanneer de computer is uitgeschakeld. Als de RTC-duur volledig is
verstreken, raakt het systeem deze gegevens kwijt en werken de real-time
klok en kalender niet meer.
RTC-batterij (Real-Time Clock) (ondersteund op
sommige modellen)
Sommige modellen zijn voorzien van een speciale RTC-batterij (Real-Time
Clock). De RTC-batterij voorziet de interne real-time klok en
kalenderfunctie van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie wanneer
de computer is uitgeschakeld. Als de RTC-batterij leeg is, raakt het
systeem deze gegevens kwijt en werken de real-time klok en kalender niet
meer.
U kunt de instellingen van de RTC wijzigen in het BIOS Setup-
hulpprogramma. Raadpleeg Real Time Clock voor meer informatie.
De RTC-batterij van de computer is een lithium-ionbatterij die uitsluitend
door uw leverancier of een TOSHIBA-servicevertegenwoordiger mag
worden vervangen. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt,
gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het
afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften.
Onderhoud en gebruik van de accu
Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte
behandeling van de accu.
Gebruikershandleiding 4-20
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en
comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en
bedieningsinstructies.
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 ºC en 35 ºC. Als
u de accu bij een hogere of lagere temperatuur oplaadt, kan elektrolytische
vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de gebruiksduur van de
accu achteruitgaan.
De accu opladen
Als de accu bijna leeg is, gaat het DC IN-/acculampje oranje knipperen om
aan te geven dat er nog slechts enkele minuten op accustroom kan worden
gewerkt. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het DC IN-/acculampje
knippert, wordt de sluimerstand geactiveerd (zodat u geen gegevens
verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.
U moet een accu opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Als u een accu wilt opladen, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in
de gelijkstroomingang (19 V) en het andere uiteinde in een functionerend
stopcontact. Tijdens het opladen van de accu brandt het DC IN-/
acculampje oranje.
Oplaadtijd
In de volgende tabel ziet u de geschatte tijd die nodig is om een lege accu
volledig op te laden.
Type accu Uitgeschakeld Ingeschakeld
Accu (32 Wh, 4 cellen) circa 3 uur circa 3 uur
Accu (45 Wh, 4 cellen) circa 3 uur circa 3 uur
Houd er rekening mee dat de oplaadtijd wanneer de computer aan staat,
wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de
computer en de manier waarop u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld
intensief gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens
gebruik wellicht nauwelijks opgeladen.
Opmerkingen over het opladen van de accu
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct
wordt opgeladen:
Gebruikershandleiding 4-21
De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt deze
helemaal niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt
opgeladen, dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5°C en
35°C op te laden.
De accu is bijna helemaal leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele
minuten aangesloten. Daarna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het DC IN-/acculampje een snelle daling in de
gebruiksduur van de accu aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt.
De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Doe in dat geval het volgende:
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te
laten tot het systeem zichzelf automatisch uitschakelt.
2. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de
computer en op een werkend stopcontact.
3. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Herhaal deze stappen twee of drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Accucapaciteit controleren
De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd:
Door te klikken op het accupictogram op de Windows-taakbalk
Via de accustatus in het venster Windows Mobiliteitscentrum
Wacht enkele seconden wanneer u de resterende gebruiksduur wilt
controleren omdat de computer tijd nodig heeft om de resterende
capaciteit van de accu te controleren en de resterende gebruiksduur
te berekenen op basis hiervan en van het huidige stroomverbruik.
Let er wel op dat de werkelijke resterende gebruiksduur enigszins kan
afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet
zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig
opgeladen zijn.
Gebruiksduur van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één
acculading levert, terwijl de gebruiksduur van de lading in een accu afhangt
van het volgende:
Processorsnelheid
Helderheid van scherm
Slaapstand
Gebruikershandleiding 4-22
Sluimerstand
Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld
Tijd waarna de vaste schijf wordt uitgeschakeld
Hoe vaak en hoe lang u de vaste schijf en externe stations, zoals het
optische station, gebruikt
Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu
De wijze waarop u gebruikmaakt van optionele apparaten (zoals een
USB-apparaat) die door de accu van stroom worden voorzien
Of de slaapstand is ingeschakeld, zodat accu-energie kan worden
bespaard als u de computer regelmatig in- en uitschakelt
De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat
Of u het scherm sluit wanneer u het toetsenbord niet gebruikt. Het
scherm sluiten bespaart energie.
De omgevingstemperatuur. De gebruiksduur neemt af bij lage
temperaturen.
Of u de functie Slaapstand en laden inschakelt
Leeglooptijd van accu's
Wanneer u de computer uitschakelt terwijl de accu volledig is opgeladen,
zal de accu binnen de onderstaande geschatte tijdsduur zijn leeggelopen.
Type accu Slaapstand Afsluitmodus
Accu (32 Wh, 4 cellen) circa 3 dagen circa 35 dagen
Accu (45 Wh, 4 cellen) circa 3,5 dagen circa 50 dagen
Gebruiksduur van de accu verlengen
U kunt de gebruiksduur van een accu verlengen door de volgende stappen
ten minste eenmaal per maand uit te voeren.
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel de netadapter los en schakel de computer in. Als de computer
niet wordt ingeschakeld, gaat u naar stap 4.
3. Laat de computer vijf minuten aanstaan op de accu. Als de accu ten
minste vijf minuten gebruiksduur heeft, ga dan verder totdat de accu
helemaal leeg is. Als het DC IN-/acculampje echter knippert of als er
een ander signaal is dat de accu bijna leeg is, gaat u naar stap 4.
4. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de
computer en op een werkend stopcontact. Het DC IN-/acculampje
brandt oranje om aan te geven dat de accu wordt opgeladen. Als het
DC IN-/acculampje echter niet brandt, betekent dit dat er geen stroom
wordt toegevoerd. Controleer in dat geval of de netadapter en het
netsnoer correct zijn aangesloten.
5. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Gebruikershandleiding 4-23
LAN
De computer biedt mogelijk ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN
(10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits
per seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en
ontkoppelt van een LAN.
Installeer of verwijder geen geheugenmodule terwijl de functie Activering
op LAN is ingeschakeld (alleen voor modellen met een afdekplaatje over
de geheugenmodules).
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde)
verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden
(aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
Typen LAN-kabels
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding met
een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in
het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T)
gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
U sluit de LAN-kabel als volgt aan:
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens
LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de
netadapter loskoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een
LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Gebruikershandleiding 4-24
Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-aansluiting. Doet u dat
niet, dan kan dit schade of storingen veroorzaken.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die op de LAN-
aansluiting is aangesloten. Doet u dat niet, dan kan dit schade of
storingen veroorzaken.
1. Schakel alle externe apparaten uit die op de computer zijn
aangesloten.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw
voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
Afbeelding 4-5 De LAN-kabel aansluiten
12
1. LAN-aansluiting 2. LAN-kabel
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector
of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of
softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of
configureert.
Aanvullende geheugenmodule
Dit gedeelte is alleen van toepassing op modellen met een afdekplaatje
over de geheugenmodules.
U kunt het geheugen van de computer uitbreiden om de hoeveelheid
beschikbaar systeemgeheugen te vergroten. In dit gedeelte wordt
beschreven hoe u een optionele geheugenmodule installeert en verwijdert.
Leg een doek onder de computer om te voorkomen dat het deksel
wordt bekrast of beschadigd wanneer u de geheugenmodules plaatst/
vervangt. Gebruik geen doek van materiaal dat statische elektriciteit
genereert of vasthoudt.
Raak geen andere interne computeronderdelen aan als u een
geheugenmodule installeert of verwijdert.
Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door
TOSHIBA.
Gebruikershandleiding 4-25
U mag een geheugenmodule niet installeren of verwijderen in de
volgende omstandigheden:
a. De computer is ingeschakeld.
b. De computer is afgesloten in de slaapstand of de sluimerstand.
c. Activering op LAN is actief.
d. De functie voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
e. De functie Slaapstand en laden is ingeschakeld.
Zorg dat u geen schroefjes of ander materiaal in de computer laat
vallen. Dit kan leiden tot een defect of elektrische schok.
Een aanvullende geheugenmodule is een elektronische
precisiecomponent die onherstelbaar kan worden beschadigd door
statische elektriciteit. Aangezien het menselijk lichaam statische
elektriciteit kan bevatten, moet u zichzelf ontladen voordat u
aanvullende geheugenmodules aanraakt of installeert. Raak
eenvoudig met blote handen een metalen voorwerp aan om de
statische elektriciteit van uw lichaam te laten afvloeien.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0 om de schroeven te
verwijderen en vast te draaien. Een verkeerde schroevendraaier kan de
schroefkoppen beschadigen.
Een geheugenmodule installeren
U installeert een geheugenmodule als volgt:
1. Klik op Starten -> Aan/uit en selecteer Opnieuw opstarten.
2. Houd de toets F2 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los. TOSHIBA Setup Utility wordt geladen.
Selecteer Exit -> Disable Built-in Battery, and Power Off in het
scherm van TOSHIBA Setup Utility.
3. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
4. Sluit het beeldscherm en leg de computer ondersteboven.
5. Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de
geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje
bevestigd om zoekraken te voorkomen.
Gebruikershandleiding 4-26
6. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het klepje en til het op.
Afbeelding 4-6 Het afdekplaatje van de geheugenmodule verwijderen
1
2
1. Schroef 2. Afdekplaatje geheugenmodule
7. Breng het uitstekende gedeelte van de geheugenmodule op één lijn
met de geheugensleuf en plaats de module voorzichtig in de sleuf
onder een hoek van ongeveer 30 graden. Duw de module vervolgens
omlaag tot deze aan weerszijden vastklikt.
Afbeelding 4-7 De geheugenmodule plaatsen
1
3
2
1. Inkeping 3. Sleuf A
2. Sleuf B
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of
paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Raak de aansluitpunten op de geheugenmodule en op de computer
niet aan. Vuil op de connectoren kan problemen met
geheugentoegang veroorzaken.
Sleuf A is gereserveerd voor de eerste geheugenmodule. Gebruik
sleuf B voor het uitbreidingsgeheugen. Als er slechts één module is
geïnstalleerd, gebruikt u sleuf A.
Gebruikershandleiding 4-27
Plaats de groeven aan de randen van de geheugenmodule tegenover
de vergrendellipjes op de connector en sluit de module stevig aan op
de connector. Als het u in eerste instantie niet lukt de
geheugenmodule te installeren, duwt u de vergrendellipjes voorzichtig
naar buiten met uw vinger.
Houd de module vast aan de linker- en rechterrand, de randen met de
groeven.
8. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met de schroef.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
Afbeelding 4-8 Het afdekplaatje over de geheugenmodule plaatsen
2
1
1. Afdekplaatje geheugenmodule 2. Schroef
9. Draai de computer om.
10. Sluit de netadapter aan en zet de computer aan. Controleer of het
toegevoegde geheugen wordt herkend. Klik hiervoor op
Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Systeem in de
groep Systeem in Alle apps.
Een geheugenmodule verwijderen
U verwijdert een geheugenmodule als volgt:
1. Klik op Starten -> Aan/uit en selecteer Opnieuw opstarten.
2. Houd de toets F2 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los. TOSHIBA Setup Utility wordt geladen.
Selecteer Exit -> Disable Build-in Battery, and Power Off in het
scherm van TOSHIBA Setup Utility.
3. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
4. Sluit het beeldscherm en leg de computer ondersteboven.
5. Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de
geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje
bevestigd om zoekraken te voorkomen.
6. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het klepje en til het op.
7. Duw de klemmetjes opzij, zodat de module vrijkomt. Een veertje zorgt
ervoor dat de modele naar voren komt.
Gebruikershandleiding 4-28
8. Pak de module bij de randen vast en verwijder hem uit de computer.
Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules en de
nabijgelegen schakelingen heet. Laat de geheugenmodules in dat
geval afkoelen tot kamertemperatuur alvorens ze te hanteren. Als u de
modules eerder aanraakt, kunt u zich branden.
Raak de aansluitpunten op de geheugenmodule en op de computer
niet aan. Vuil op de connectoren kan problemen met
geheugentoegang veroorzaken.
Afbeelding 4-9 De geheugenmodule verwijderen
1
1
1. Klemmetjes
9. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met de schroef.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
10. Draai de computer om.
11. Sluit de netadapter aan en zet de computer aan.
Geheugenmedium
Deze computer is uitgerust met een geheugenmediasleuf waarin u
verschillende soorten geheugenmedia met diverse capaciteiten kunt
plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten
zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf
terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven,
nietjes en paperclips in de computer of het toetsenbord terechtkomen.
Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de
computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
Gebruikershandleiding 4-29
Voor gebruik van een miniSD-/microSD-kaart is een adapter vereist.
Niet alle geheugenmedia zijn getest op een correcte werking. Er kan
derhalve niet worden gegarandeerd dat alle geheugenmedia
probleemloos functioneren.
Afbeelding 4-10 Voorbeelden van geheugenmedia
Secure Digital (SD)-kaart
microSD-kaartadapter en
microSD-kaart
MultiMediaCard (MMC)
Aandachtspunten met betrekking tot
geheugenkaarten
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure
Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal
kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal
daarom niet op andere computers of apparaten afspelen of ernaar
kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen verveelvoudigen voor
privégebruik.
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg van de manier waarop u SD-
geheugenkaarten kunt onderscheiden van SDHC- en SDXC-
geheugenkaarten.
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zien er vrijwel hetzelfde uit.
Het logo op geheugenkaarten verschilt echter, zodat u bij aanschaf
goed op het logo moet letten.
Het logo van een SD-geheugenkaart is (
).
Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ( ).
Het logo van een SDXC-geheugenkaart is ( ).
De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De
maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 32 GB. De
maximale capaciteit van SDXC-geheugenkaarten is 128 GB.
Gebruikershandleiding 4-30
Formattering van geheugenmedia
Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen.
Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een
apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd
conform specifieke normen. Als u een geheugenkaart opnieuw formatteert,
dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale camera of
digitale audiospeler, dat geheugenkaarten gebruikt en niet met de
formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het
beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg
kan met het kopieerbeveiligingssysteem.
Behandeling van schijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van
kaarten in acht.
Buig kaarten niet.
Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats.
Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig
of vuil worden.
Plaats de kaart na gebruik terug in de houder.
De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.
Laat een kaart niet gedeeltelijk in de sleuf zitten. Duw de kaart in de
sleuf totdat deze vastklikt.
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u
geen gegevens wilt vastleggen.
Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens.
Schrijf niet naar een kaart als de accu bijna leeg is. Een laag
energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten.
Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor meer informatie.
De schrijfbeveiliging
Geheugenkaarten hebben een schrijfbeveiliging.
Gebruikershandleiding 4-31
SD-kaart (SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, SDXC-
geheugenkaart)
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen
gegevens wilt vastleggen.
Geheugenmedia plaatsen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. U plaatst geheugenmedia als volgt:
1. Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen
delen) naar beneden zijn gericht.
2. Plaats het geheugenmedium in de geheugenmediasleuf van de
computer.
3. Duw het geheugenmedium voorzichtig aan tot dit stevig vastzit. Het
geheugenmedium komt gedeeltelijk uit de sleuf naar voren.
Afbeelding 4-11 Geheugenmedia plaatsen
2
1
1. Geheugenmediasleuf 2. Geheugenmedium
De vormgeving van het product verschilt per model.
Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u
dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet
meer verwijderen.
Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia
plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan
statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
Zet de computer niet uit en schakel niet over naar de slaapstand of
sluimerstand terwijl bestanden worden gekopieerd. Doet u dat wel,
dan kunnen gegevens verloren gaan.
Geheugenmedia verwijderen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. U verwijdert geheugenmedia als volgt:
1. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media
uitwerpen
Gebruikershandleiding 4-32
2. Selecteer Geheugenmedia.
3. Verwijder nu het medium.
Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt
terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans
dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de
slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer
instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren
gaan.
Verwijder niet alleen de miniSD/microSD-kaart terwijl u de adapter in
de geheugenmediasleuf laat zitten.
Extern beeldscherm
U kunt de weergavemogelijkheden van uw computer uitbreiden met extra
beeldschermen.
Met extra beeldschermen kunt u uw bureaublad delen of het bureaublad
uitbreiden.
Een extern beeldscherm aansluiten
Uw computer wordt geleverd met een ingebouwd scherm, maar u kunt ook
andere externe beeldschermen aansluiten via de beschikbare poorten op
de computer.
Aangezien niet van alle externe beeldschermen de werking van de poorten
is gecontroleerd, werken sommige beeldschermen mogelijk niet correct.
De HDMI-uitgang
De HDMI-poort (High-Definition Multimedia Interface) zet zowel video- als
audiogegevens digitaal over zonder dat de kwaliteit hierbij afneemt. HDMI-
compatibele externe beeldschermen, waaronder televisies, kunnen via de
HDMI-poort worden aangesloten.
Sommige modellen ondersteunen ultra-HD-weergave (3840 x 2160 pixels)
op compatibele externe weergaveapparaten via de HDMI-uitgang. Als u
deze functie wilt gebruiken, moet u een HDMI-kabel (die overeenkomt met
3840x2160 pixels) kopen.
U sluit als volgt een HDMI-compatibel weergaveapparaat aan:
Als u een apparaat wilt aansluiten op de HDMI-uitgang, moet u een
geschikte HDMI-kabel kopen.
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uitgang van
het HDMI-apparaat.
Gebruikershandleiding 4-33
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uitgang
van de computer.
3. Zet het HDMI-weergaveapparaat aan.
Afbeelding 4-12 De HDMI-uitgang aansluiten
2
1
1. HDMI-uitgang 2. HDMI-kabel
In de volgende omstandigheden mag u een HDMI-apparaat niet aansluiten
of loskoppelen:
Het systeem wordt opgestart.
Het systeem wordt afgesloten.
Wanneer u een televisie of externe monitor aansluit op de HDMI-poort,
moet het beelduitvoerapparaat zijn ingesteld op HDMI.
Wanneer u de HDMI-kabel verwijdert en weer aansluit, dient u ten minste
vijf seconden te wachten voordat u de HDMI-kabel opnieuw aansluit.
Wanneer u het beelduitvoerapparaat wijzigt, wordt het afspeelapparaat
mogelijk niet automatisch gewijzigd. In dit geval stelt u het afspeelapparaat
in op hetzelfde apparaat als het beelduitvoerapparaat door het
afspeelapparaat als volgt aan te passen:
1. Klik op Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid in
de groep Systeem in Alle apps.
2. Selecteer op het tabblad Afspelen het afspeelapparaat waarnaar u
wilt overschakelen.
3. Als u de interne luidsprekers van de computer wilt gebruiken,
selecteert u Luidsprekers. Als u de televisie of externe monitor wilt
gebruiken die u op de computer hebt aangesloten, selecteert u een
ander afspeelapparaat.
4. Klik op de knop Als standaard instellen.
5. Klik op OK om het dialoogvenster Geluid te sluiten.
Instellingen voor beeldweergave op HDMI
Als u beelden op een HDMI-apparaat wilt weergeven, dient u de volgende
instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk niets
weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-34
Selecteer het weergaveapparaat met behulp van de functietoets voordat u
de video afspeelt. Kies tijdens het afspelen geen ander weergaveapparaat.
Kies geen ander weergaveapparaat in de volgende situaties:
Terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven
Terwijl er communicatie plaatsvindt
HD-formaat selecteren
U selecteert de weergavemodus als volgt:
1. Klik op Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke
instellingen -> Beeldscherm -> Beeldscherminstellingen wijzigen
-> Geavanceerde instellingen -> Alle modi weergeven in de groep
Systeem in Alle apps.
2. Selecteer een van de modi bij Alle modi weergeven.
Wireless Display
Uw computer ondersteunt mogelijk Wireless Display, een draadloze
technologie die Wi-Fi gebruikt om de computer in staat te stellen draadloos
verbinding te maken met externe beeldschermen zoals tv's die als
schermuitbreiding worden gebruikt. Met Wireless Display kunnen
documenten, gestreamde/lokale media of andere online inhoud draadloos
met anderen worden gedeeld.
Als u Wireless Display wilt gebruiken, is een van de volgende apparaten
vereist:
Een compatibel extern beeldscherm met ingebouwde ondersteuning
van Wireless Display.
Een extern beeldscherm met een HDMI-poort en een Wireless
Display-adapter.
De Wireless Display-adapter is een apparaat dat via de HDMI-poort
op het externe beeldscherm wordt aangesloten en Wi-Fi-signalen van
de computer kan ontvangen.
U maakt als volgt draadloos verbinding met een extern beeldscherm:
1. Ga naar Instellingen en klik op Apparaten -> Verbonden apparaten.
2. Klik op Een apparaat toevoegen. De computer zoekt het Wireless
Display-apparaat.
3. Nadat het Wireless Display-apparaat is gevonden, volgt u de
aanwijzingen op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de naam van het Wireless
Display-apparaat weergegeven onder Projectors.
Als u de verbinding met het Wireless Display-apparaat wilt verbreken, klikt
u op de naam van het Wireless Display-apparaat en klikt u daarna op
Apparaat verwijderen.
Gebruikershandleiding 4-35
De beeldscherminstellingen wijzigen
Nadat een of meer externe beeldschermen zijn aangesloten, kan het
besturingssysteem automatisch de beeldscherminstellingen detecteren,
identificeren en configureren.
U kunt ook handmatig beheren hoe de externe schermen werken en de
scherminstellingen wijzigen door op P te drukken terwijl u de Windows-
toets (
) ingedrukt houdt. Als u het externe beeldscherm loskoppelt
voordat u de computer uitschakelt, moet u eerst overschakelen naar het
interne scherm.
Beveiligingsslot
Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot
voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of
door onbevoegden wordt verwijderd. Aan de rechterkant van de computer
bevindt zich een sleuf voor een beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van
een kabel aan bijvoorbeeld een bureau en het andere uiteinde aan de sleuf
voor het beveiligingsslot. De methoden voor het bevestigen van
beveiligingskabels verschillen per product. Raadpleeg voor meer informatie
de instructies bij het product dat u gebruikt.
Het beveiligingsslot aansluiten
U kunt als volgt een beveiligingskabel op de computer aansluiten:
1. Draai de computer met de rechterkant naar u toe.
2. Lijn de beveiligingskabel uit met de sleuf van het beveiligingsslot en
zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
Afbeelding 4-13 Beveiligingsslot
2
1
1. Sleuf beveiligingsslot
2. Beveiligingsslot
Optionele TOSHIBA-accessoires
Als u de computer nog krachtiger en gebruiksvriendelijker wilt maken, kunt
u diverse opties en accessoires toevoegen. In de volgende lijst vindt u
informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of
TOSHIBA-leverancier:
Gebruikershandleiding 4-36
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee
om voor elke locatie een extra netadapter te
kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee
te nemen.
Geluidssysteem en videomodus
In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.
Volumemixer
Met het hulpprogramma Volumemixer kunt u het afspeelvolume regelen
van apparaten en toepassingen onder Windows.
U start het hulpprogramma Volumemixer door met de
rechtermuisknop te klikken op het luidsprekerpictogram op de
Windows-taakbalk en Volumemixer openen te selecteren in het
submenu.
U past het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon aan door te
schuifregelaar Luidsprekers te verslepen.
Als u het volume wilt aanpassen van een toepassing die u gebruikt,
versleept u de schuifregelaar van de desbetreffende toepassing.
Microfoonvolume
U wijzigt het opnameniveau van de microfoon als volgt:
1. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de
Windows-taakbalk en selecteer Opnameapparaten in het submenu.
2. Selecteer Microfoon en klik op Eigenschappen.
3. Versleep de schuifregelaar Microfoon op het tabblad Niveaus om het
volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar
Microfoonversterking naar een hoger niveau.
SmartAudio
Op uw computer is SmartAudio geïnstalleerd. Dit is een krachtig
programma waarmee u uw audiosoftware kunt configureren voor een
betere en persoonlijke luisterervaring.
De toepassing SmartAudio starten
U start SmartAudio door te klikken op Configuratiescherm -> Hardware
en geluiden -> SmartAudio in de groep Systeem in Alle apps.
Hoofdtelefoon/microfoon selecteren
U wijzigt als volgt het type hoofdtelefoon of microfoon:
Gebruikershandleiding 4-37
1. Sluit een hoofdtelefoon of microfoon aan op de gecombineerde
hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting.
2. Klik op het pictogram Jack Configuration in het hoofdscherm van
SmartAudio.
3. Selecteer een van de apparaten in de lijst voor het aangesloten
apparaat.
De Help voor SmartAudio openen
Klik op '?' in de rechterbovenhoek van het venster SmartAudio om het
Help-bestand te openen in de door u geselecteerde taal of in het Engels
(als de door u geselecteerde taal niet wordt ondersteund).
DTS Sound
DTS Sound™ gebruikt geavanceerde, gepatenteerde technieken om
audiocues die diep in het originele geluidsmateriaal verborgen liggen op te
sporen en zo een allesomvattende surround sound te creëren, compleet
met diepe, rijke bassen en kristalheldere spraak.
DTS Sound wordt bij sommige modellen geleverd. Dit ondersteunt de
volgende functies:
Allesomvattende surround sound met verbeterde bassen en spraak.
Brede 'sweet spot' met een verbeterd geluidsbeeld
Verbeterde volume-uitvoer met een maximaal volume zonder
afkapping of vervorming
Verbetering van spraak voor heldere en verstaanbare stemmen
Basverbetering voor rijke lage frequenties
Heldere hoge frequenties voor heldere details
U opent dit hulpprogramma door te klikken op DTS Sound onder DTS, Inc
in Alle apps.
Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie
http://patents.dts.com
Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing Limited.
Videomodus
De video-instellingen worden ingesteld in het dialoogvenster
Schermresolutie.
U opent het dialoogvenster Schermresolutie door te klikken op
Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke instellingen ->
Beeldscherm -> Beeldscherminstellingen wijzigen in de groep
Systeem in Alle apps.
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (bijvoorbeeld een 3D-toepassing of
videoweergave), kan er sprake zijn van een schokkerig of knipperend
beeld of van het wegvallen van beeld.
Gebruikershandleiding 4-38
Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct
wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-39
Hoofdstuk 5
Hulpprogramma's en
geavanceerd gebruik
In dit hoofdstuk worden de hulpprogramma's en speciale voorzieningen
van deze computer beschreven en wordt het geavanceerde gebruik van
bepaalde hulpprogramma's toegelicht.
Hulpprogramma's en toepassingen
In deze paragraaf worden de vooraf op de computer geïnstalleerde
hulpprogramma's beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma's
start. Voor meer informatie over de werking ervan raadpleegt u de online
handleiding, Help-bestanden of het bestand README.TXT of LEESMIJ.txt
(indien beschikbaar) van elk hulpprogramma.
TOSHIBA-
weergavehulppro-
gramma
TOSHIBA-weergavehulpprogramma omvat
Resolution+-instellingen. Resolution+ is een
beeldprocessor die hoogwaardige
beeldverbeteringen, zoals kleurcorrectie en
scherpte, toepast op videoweergave.
Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar op
sommige modellen.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Weergavehulpprogramma in de groep
TOSHIBA in Alle apps.
Voor meer informatie over dit hulpprogramma
raadpleegt u het Help-bestand.
TOSHIBA-
wachtwoordhulppro-
gramma
Met dit hulpprogramma kunt u een wachtwoord
instellen om de toegang tot de computer te
beperken.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Wachtwoordhulpprogramma in de groep
TOSHIBA in Alle apps.
TOSHIBA System
Settings
Met dit programma kunt u uw hardware-
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de
randapparaten die u gebruikt.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
System Settings in de groep TOSHIBA in Alle
apps.
Gebruikershandleiding 5-1
CyberLink PowerDVD
for TOSHIBA
Deze software wordt meegeleverd voor het
afspelen van video-dvd's. U opent dit
hulpprogramma door te klikken op CyberLink
PowerDVD for TOSHIBA in de groep TOSHIBA
in Alle apps.
Voor informatie over het gebruik van CyberLink
PowerDVD for TOSHIBA raadpleegt u het Help-
bestand.
TOSHIBA Blu-ray
Disc Player
Deze software wordt meegeleverd voor
weergave van een Blu-ray Disc™. De speler
heeft een scherminterface en -functies. U start dit
hulpprogramma door te klikken op TOSHIBA
Blu-ray Disc Player in de groep TOSHIBA in
Alle apps. Raadpleeg het Help-bestand voor
meer informatie over het gebruik van TOSHIBA
Blu-ray Disc Player.
Gebruikershandleiding 5-2
TOSHIBA eco Utility Deze computer beschikt over een 'ecomodus'. In
deze stand worden de prestaties van sommige
apparaten iets verminderd om zo het
stroomverbruik te verlagen. Als u deze stand
doorlopend gebruikt, is de energiebesparing
meetbaar.
TOSHIBA eco Utility helpt het energieverbruik
van de computer regelen. Verschillende soorten
informatie kunnen u helpen te begrijpen in welke
mate u bijdraagt aan het milieu.
Bovendien bevat dit hulpprogramma de functie
Peak Shift (Piekverschuiving) die kan helpen het
stroomverbruik tijdens piekperioden te
verminderen door een deel van het
stroomverbruik te verschuiven naar perioden met
een lager stroomverbruik.
Het hulpprogramma ondersteunt ook de eco-
oplaadmodus. In deze modus wordt de accu niet
volledig opgeladen, waardoor de levensduur van
de accu wordt verlengd.
Het wordt aanbevolen de computer te gebruiken
terwijl de netadapter is aangesloten aangezien
de gebruiksduur van de accu in deze modus
relatief kort is.
Afhankelijk van de gebruikssituatie kan de
levensduur van de accu mogelijk niet correct
worden verlengd.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
eco Utility in de groep TOSHIBA in Alle apps.
Voor meer informatie over TOSHIBA eco Utility
raadpleegt u het Help-bestand.
TOSHIBA Service
Station
Met deze toepassing kan de computer
automatisch zoeken naar updates van TOSHIBA-
software of andere waarschuwingen van
TOSHIBA die specifiek zijn voor uw
computersysteem en de programma's die erop
staan. Als deze toepassing is ingeschakeld,
wordt regelmatig een klein aantal
systeemgegevens naar onze servers verzonden.
Deze gegevens worden behandeld in
overeenstemming met de regels en voorschriften
en met wetten voor gegevensbescherming.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Service Station in de groep TOSHIBA in Alle
apps.
Gebruikershandleiding 5-3
TOSHIBA PC Health
Monitor
De toepassing TOSHIBA PC Health Monitor
controleert diverse systeemfuncties, zoals
stroomverbruik, accustatus en systeemkoeling,
en informeert u over belangrijke
systeemomstandigheden. Deze toepassing
herkent het serienummer van het systeem en
van afzonderlijke onderdelen en houdt specifieke
activiteiten bij met betrekking tot het gebruik
ervan.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
PC Health Monitor in de groep TOSHIBA in
Alle apps.
Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar op
sommige modellen.
Voor meer informatie over TOSHIBA PC Health
Monitor raadpleegt u het Help-bestand.
TOSHIBA-
productverbeterings-
programma
Het TOSHIBA-productverbeteringsprogramma
herkent het serienummer van het systeem en
van afzonderlijke onderdelen en houdt specifieke
activiteiten bij met betrekking tot de computer en
het gebruik ervan.
Dit hulpprogramma heeft geen
gebruikersinterface. U kunt de controle in- of
uitschakelen door te klikken op
Productverbeteringsprogramma in de groep
TOSHIBA in Alle apps.
Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar op
sommige modellen.
TOSHIBA Audio
Enhancement
TOSHIBA Audio Enhancement biedt functies
voor het filteren van audiobronnen en het
verbeteren van het geluid van de oortelefoon en
de luidsprekers. Als u de instellingen wilt
wijzigen, klikt u op Audio Enhancement in de
groep TOSHIBA in Alle apps.
Bluetooth
®
Link Dankzij Bluetooth
®
Link kunt u het toetsenbord
en touchpad van uw computer als Bluetooth-
toetsenbord en -muis gebruiken. De computer
kan ook worden gebruikt om een smartphone
handsfree en met een luidspreker te gebruiken.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bluetooth (R) Link in de groep TOSHIBA in
Alle apps.
Voor meer informatie over dit hulpprogramma
raadpleegt u het Help-bestand.
Gebruikershandleiding 5-4
Chroma Tune for
TOSHIBA
Chroma Tune for TOSHIBA is een
hulpprogramma waarmee de kleuren van de
computer kunnen worden ingesteld. U opent dit
hulpprogramma door te klikken op Chroma
Tune for TOSHIBA in de groep TOSHIBA in
Alle apps. Raadpleeg de handleiding van
Chroma Tune for TOSHIBA voor meer
informatie.
TruRecorder Deze software is een opnametoepassing die
opgenomen gegevens snel en makkelijk kan
controleren, stemmen kan analyseren om zo
automatisch bepaalde sprekers te identificeren
en u de mogelijkheid biedt belangrijke
fragmenten in de opname te markeren.
U opent dit programma door te klikken op
TruRecorder in Alle apps.
Voor meer informatie raadpleegt u de Help van
dit hulpprogramma.
TOSHIBA-
hulpprogramma voor
onderhoud
Het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud
wordt meegeleverd om de vaste schijf te wissen.
Met dit hulpprogramma kunt u alle gegevens en
partities verwijderen en alle sectoren op de vaste
schijf overschrijven.
Als er een externe vaste schijf op de computer is
aangesloten, kan deze ook worden gewist. Als u
de gegevens van de externe vaste schijf echter
niet wilt verwijderen, koppelt u deze los van de
computer.
U opent dit hulpprogramma als volgt:
1. Ga naar Instellingen en klik op Bijwerken
en beveiliging -> Herstel.
2. Klik op Nu opnieuw starten onder
Geavanceerde opstartopties.
3. Klik op Problemen oplossen -> TOSHIBA-
hulpprogramma voor onderhoud.
Als u de verwijderingsmethode hebt geselecteerd
en de bewerking vervolgt, gaan alle gegevens op
de vaste schijf (inclusief het besturingssysteem
en de herstelpartitie) verloren. Zorg dat u al
herstelmedia hebt gemaakt als u de computer
wilt gebruiken nadat u de vaste schijf of schijven
hebt gewist.
Gebruikershandleiding 5-5
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, hebt u mogelijk niet alle
software die in dit gedeelte wordt genoemd.
Speciale voorzieningen
De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn
geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer
vergemakkelijken.
U hebt toegang tot elke functie door de volgende stappen uit te voeren.
*1
U opent Energiebeheer door te klikken op Configuratiescherm ->
Systeem en beveiliging -> Energiebeheer in de groep Systeem in Alle
apps.
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen
*1
Met deze functie wordt het beeldscherm van de
computer automatisch uitgeschakeld als het
toetsenbord een bepaalde tijd niet is gebruikt.
Het scherm wordt weer ingeschakeld als er een
toets wordt ingedrukt. Dit kan worden ingesteld
via Energiebeheer.
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen
*1
Met deze functie wordt de vaste schijf
automatisch uitgeschakeld als een bepaalde tijd
geen activiteit op de vaste schijf heeft
plaatsgevonden. De vaste schijf wordt
ingeschakeld wanneer deze weer wordt gebruikt.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Systeem automatisch
in slaapstand/
sluimerstand
*1
Met deze functie wordt het systeem automatisch
in de slaapstand of de sluimerstand gezet als
een bepaalde tijd lang geen invoer of hardware-
activiteit heeft plaatsgevonden. Dit kan worden
ingesteld via Energiebeheer.
Wachtwoord voor
opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging
om ongeoorloofd gebruik van uw computer te
voorkomen.
Intelligente
stroomvoorziening
*1
Een microprocessor in de intelligente
stroomvoorziening van de computer detecteert
de acculading en berekent automatisch de
resterende accucapaciteit; de elektronische
onderdelen worden beschermd tegen abnormale
omstandigheden zoals extreme spanningspieken
vanuit de netadapter. Dit kan worden ingesteld
via Energiebeheer.
Energiebesparings-
modus
*1
Met deze voorziening kunt u de computer
configureren om accu-energie te besparen. Dit
kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 5-6
In-/uitschakelen via
LCD
*1
Met deze functie wordt de computer automatisch
uitgeschakeld wanneer het LCD-scherm wordt
gesloten en weer ingeschakeld zodra het scherm
wordt geopend. Dit kan worden ingesteld via
Energiebeheer.
Automatische
sluimerstand bij lage
acculading
*1
Als de acculading zover is gedaald dat u de
computer niet meer kunt gebruiken, wordt
automatisch de sluimerstand geactiveerd en
wordt het systeem afgesloten. Dit kan worden
ingesteld via Energiebeheer.
Slaapstand Als u uw werk moet onderbreken, kunt u met
deze functie de computer uitschakelen zonder de
software te hoeven sluiten. De gegevens worden
opgeslagen in het hoofdgeheugen van de
computer, zodat u kunt verder werken waar u
was gebleven wanneer u de computer weer
aanzet.
Sluimerstand Met deze functie kunt u de stroom naar de
computer uitschakelen zonder de software te
hoeven sluiten. De inhoud van het
hoofdgeheugen wordt automatisch op de vaste
schijf opgeslagen, zodat u uw werk kunt
hervatten op de plaats waar u was opgehouden
wanneer u de computer weer aanzet. U moet de
sluimerstand inschakelen voordat u deze functie
kunt gebruiken. Raadpleeg het gedeelte
Sluimerstand activeren voor meer informatie.
De functie USB-
activering
Deze functie herstelt de computer uit de
slaapstand, afhankelijk van de externe apparaten
die op de USB-poorten zijn aangesloten.
Als bijvoorbeeld een muis of USB-toetsenbord is
aangesloten op een USB-poort, wordt de
computer geactiveerd als u met een muisknop
klikt of een toets op het toetsenbord indrukt.
Gebruikershandleiding 5-7
Warmteverspreiding
*1
Om de processor tegen oververhitting te
beschermen, is deze voorzien van een interne
temperatuursensor die een ventilator inschakelt
of de verwerkingssnelheid verlaagt indien de
interne temperatuur van de computer een
bepaald niveau bereikt. U kunt instellen of u deze
temperatuur wilt regelen door eerst de ventilator
aan te zetten en daarna zo nodig de
processorsnelheid te verlagen of vice versa.
Deze functies worden beide ingesteld via
Energiebeheer.
Zodra de temperatuur van de processor tot een
normaal niveau is gedaald, werken de ventilator
en de processor weer op de standaardsnelheid.
Als de temperatuur van de processor bij een van
beide instellingen een onaanvaardbaar hoog
niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In
dat geval gaan alle niet-opgeslagen gegevens in
het geheugen verloren.
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma
Het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma biedt twee niveaus van
wachtwoordbeveiliging: Gebruiker en Supervisor.
Wachtwoorden die met het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma worden
ingesteld, verschillen van het Windows-wachtwoord.
Gebruikerswachtwoord
U start het hulpprogramma door te klikken op de volgende items in de
groep TOSHIBA in Alle apps:
Wachtwoordhulpprogramma -> Gebruikerswachtwoord
Gebruikersverificatie is mogelijk vereist om de gebruikersrechten te
controleren wanneer u 'TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma' gebruikt om
wachtwoorden te verwijderen of te wijzigen en dergelijke.
Instellen (knop)
Klik op deze knop om een wachtwoord te registreren. Nadat een
wachtwoord is ingesteld, wordt u gevraagd het wachtwoord in te
voeren wanneer u de computer opstart.
Gebruikershandleiding
5-8
Nadat u het wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt er een
dialoogvenster met de vraag of u het wachtwoord op een ander
medium wilt opslaan. Als u het wachtwoord vergeet, kunt u het
wachtwoordbestand op een andere computer openen. Bewaar de
diskette/schijf met het wachtwoordbestand op een veilige plaats.
Wanneer u de tekenreeks invoert om het wachtwoord te registreren,
dient u elk teken via het toetsenbord te typen. Voer het wachtwoord
niet in als ASCII-code of door middel van kopiëren en plakken.
Controleer bovendien of het geregistreerde wachtwoord correct is
door de tekenreeks naar het wachtwoordbestand uit te voeren.
Wanneer u een wachtwoord invoert, gebruik dan geen tekens die u
maakt met behulp van de toetsen SHIFT of ALT, zoals ! of #.
Verwijderen (knop)
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te verwijderen. U
kunt een wachtwoord pas verwijderen nadat u het huidige wachtwoord
correct hebt ingevoerd.
Wijzigen (knop)
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te wijzigen. U
kunt een wachtwoord pas wijzigen nadat u het huidige wachtwoord
correct hebt ingevoerd.
Eigenaarsreeks (tekstvak)
U kunt dit vak gebruiken om tekst aan het wachtwoord te koppelen.
Klik na het invoeren van de tekst op Toepassen of OK. Wanneer de
computer wordt gestart, wordt deze tekst weergegeven samen met
een melding waarin u om een wachtwoord wordt gevraagd.
Gebruik TOSHIBA Setup Utility als u het wachtwoord voor de vaste schijf
of een hoofdwachtwoord voor de vaste schijf wilt instellen, wijzigen of
verwijderen. Raadpleeg het gedeelte TOSHIBA Setup Utility voor meer
informatie.
Als u het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf vergeet, kan
TOSHIBA u NIET helpen en wordt de vaste schijf VOLLEDIG en
VOORGOED ONBRUIKBAAR. TOSHIBA kan NIET verantwoordelijk
worden gesteld voor verlies van gegevens, voor het feit dat de vaste
schijf niet bruikbaar of toegankelijk is of voor enig ander verlies dat u
of een persoon in uw organisatie lijdt doordat de vaste schijf niet meer
toegankelijk is. Stel geen gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf in
als u dit risico niet aanvaardt.
Gebruikershandleiding 5-9
Wanneer u het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf opslaat,
moet u de computer uitschakelen en opnieuw opstarten. Als u de
computer niet uitschakelt en opnieuw opstart, worden de opgeslagen
gegevens mogelijk niet correct toegepast. Raadpleeg De computer
inschakelen voor meer informatie over het uitschakelen of opnieuw
opstarten van de computer.
Supervisorwachtwoord
Als u een supervisorwachtwoord instelt, zijn bepaalde functies mogelijk
beperkt wanneer een gebruiker zich aanmeldt met het
gebruikerswachtwoord. U stelt als volgt een supervisorwachtwoord in:
Klik op Wachtwoordhulpprogramma -> Supervisorwachtwoord in de
groep TOSHIBA in Alle apps.
Met dit hulpprogramma kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
Het supervisorwachtwoord registreren of verwijderen.
Beperkingen voor gewone gebruikers opgeven.
De computer starten met een wachtwoord
Als u al een gebruikerswachtwoord hebt geregistreerd, is er één manier om
de computer op te starten:
Voer het wachtwoord handmatig in.
Het wachtwoord is alleen nodig als de computer is afgesloten in de
sluimertand of de opstartmodus. U hebt het niet nodig in de slaapstand en
bij opnieuw starten.
U kunt als volgt handmatig een wachtwoord invoeren:
1. Schakel de computer in volgens de instructies in het gedeelte Aan de
slag. Het volgende bericht wordt weergegeven:
Enter Password
Op dit punt werken de functietoetsen niet. U kunt ze pas weer gebruiken
nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
2. Voer het wachtwoord in.
3. Druk op ENTER.
Als u het wachtwoord driemaal achter elkaar onjuist invoert of als u niet
binnen één minuut een wachtwoord invoert, wordt de computer
uitgeschakeld. In dit geval werken functies die de computer automatisch
inschakelen (zoals Activering op LAN, Taakplanner en dergelijke) mogelijk
niet. U moet de computer opnieuw inschakelen en het wachtwoord
opnieuw proberen in te voeren.
Gebruikershandleiding 5-10
TOSHIBA System Settings
TOSHIBA System Settings is een TOSHIBA-hulpprogramma voor
configuratiebeheer dat beschikbaar is via het Windows-besturingssysteem.
U start TOSHIBA System Settings door te klikken op System Settings in
de groep TOSHIBA in Alle apps.
Het venster TOSHIBA System Settings bevat een aantal tabbladen waarop
u specifieke functies van de computer kunt configureren.
Er zijn ook drie knoppen aanwezig: OK, Annuleren en Toepassen.
OK Bevestigt uw wijzigingen en sluit het venster
TOSHIBA System Settings.
Annuleren Sluit het venster zonder uw wijzigingen door te
voeren.
Toepassen Bevestigt al uw wijzigingen zonder het venster
TOSHIBA System Settings te sluiten.
Sommige opties worden grijs weergegeven, zodat u de status ervan kunt
controleren.
Het venster TOSHIBA System Settings kan de volgende tabbladen
bevatten:
Algemeen: hier ziet u de huidige BIOS-versie en kunt u de
standaardwaarde van bepaalde instellingen wijzigen
Slaapstand en laden: hier kunt u geavanceerde functies instellen voor
de slaapstand, sluimerstand en uitgeschakelde staat
Beeldscherm: hier kunt u aangeven of het interne LCD-scherm en/of
de externe monitor wordt gebruikt wanneer de computer wordt
opgestart
Opstartopties: hier kunt u de volgorde wijzigen waarin de computer op
stations zoekt naar het besturingssysteem
Toetsenbord: hier hebt u toegang tot de functie voor activering via
toetsenbord
Functietoets: hier kunt u de functietoetsopties configureren
USB: hier kunt u instellingen voor USB selecteren
SATA: hier kunt u instellingen voor SATA selecteren
LAN: hier kunt u instellingen voor LAN selecteren
De instellingen en opties die hier worden beschreven hangen af van het
aangeschafte model.
Nadat u de instellingen hebt gewijzigd, kan een dialoogvenster worden
weergegeven waarin wordt vermeld dat de wijzigingen worden toegepast
nadat u de computer opnieuw hebt opgestart. Zorg dat u de computer
direct opnieuw opstart om deze wijzigingen toe te passen.
Gebruikershandleiding 5-11
Opladen via USB
Uw computer kan via een USB-poort van stroom (5 V gelijkstroom)
voorzien.
De poort met het pictogram ( ) ondersteunt de volgende functies:
USB-slaapstand en laden
CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system
USB-slaapstand en laden
U kunt de functie 'Slaapstand en laden' gebruiken om bepaalde externe
USB-compatibele apparaten op te laden, zoals mobiele telefoons of
draagbare digitale muziekspelers. Uw computer kan een compatibele USB-
poort van stroom (5 V gelijkstroom) voorzien, zelfs als de computer is
uitgeschakeld. Met 'uitgeschakeld' wordt bedoeld dat de computer in de
slaapstand of de sluimerstand staat of volledig is uitgeschakeld.
U stelt de functie USB-slaapstand en laden in door te klikken op System
Settings -> Slaapstand en laden in de groep TOSHIBA in Alle apps.
Verplaats de schuifregelaar om de functie Slaapstand en laden in of uit te
schakelen.
De functie Slaapstand en laden werkt mogelijk niet bij bepaalde
externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de USB-
specificatie. Zet in die gevallen de computer aan om het apparaat op
te laden.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, krijgen
compatibele USB-poorten stroom (5 V gelijkstroom), zelfs als de
computer is uitgeschakeld. Er wordt ook stroom (5 V) geleverd aan
externe apparaten die op de compatibele USB-poorten zijn
aangesloten. Sommige externe apparaten kunnen echter niet alleen
via USB-stroom (5 V) worden opgeladen. Neem voor de specificaties
van de externe apparaten contact op met de fabrikant van het
apparaat of raadpleeg de specificaties van het apparaat voordat u dit
gebruikt.
Externe apparaten opladen via de functie 'Slaapstand en laden' duurt
langer dan wanneer u de eigen lader van het apparaat gebruikt.
Als de functie Slaapstand en laden is ingeschakeld, zal de accu van
de computer ontladen als deze in de sluimerstand staat of wanneer de
computer wordt uitgeschakeld. Het wordt aanbevolen de netadapter
op de computer aan te sluiten wanneer u de functie Slaapstand en
laden gebruikt.
Externe apparaten die stroom (5 V) krijgen via de USB-poorten van de
computer, kunnen altijd worden gebruikt.
Gebruikershandleiding 5-12
Als de externe apparaten die op de compatibele poorten zijn
aangesloten, te veel stroom trekken, kan de toevoer van USB-stroom
(5 V) uit veiligheidsoverwegingen worden gestopt.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, werkt de functie
'USB-activering' mogelijk niet voor compatibele poorten. Als er in dat
geval een USB-poort zonder de functie Slaapstand en laden is, sluit u
de muis of het toetsenbord aan op die poort. Als alle USB-poorten
beschikken over de functie Slaapstand en laden, schakelt u de functie
Slaapstand en laden uit. De functie USB-activering werkt nu, maar de
functie Slaapstand en laden is uitgeschakeld.
Metalen paperclips of haarspelden genereren warmte als ze in contact
komen met een USB-poort. Voorkom daarom dat USB-poorten in contact
komen met metalen voorwerpen, bijvoorbeeld wanneer u de computer in
een tas draagt.
Uw pc biedt diverse oplaadmodi, zodat veel verschillende USB-apparaten
worden ondersteund door de functie Slaapstand en laden.
Automatische modus (standaard) is geschikt voor een groot aantal
digitale audiospelers. Terwijl u de automatische modus gebruikt, kan de
computer USB-busvoeding van maximaal 2,0 A leveren aan compatibele
poorten terwijl de computer is uitgeschakeld. Als een USB-apparaat niet
kan worden opgeladen in de automatische modus, schakelt u over naar
de alternatieve modus.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt met bepaalde aangesloten
externe apparaten, ook al is de juiste modus geselecteerd. Schakel in dat
geval de functie uit en gebruik deze niet meer.
Sommige externe apparaten kunnen de automatische modus niet
gebruiken. Neem voor de specificaties van de externe apparaten contact
op met de fabrikant van het apparaat of raadpleeg de specificaties van het
apparaat voordat u dit gebruikt.
Gebruik altijd de USB-kabel die bij het USB-apparaat is geleverd.
Gebruik in accumodus
Met deze optie kunt u Slaapstand en laden in de accumodus in- en
uitschakelen. Tevens wordt de resterende capaciteit van de accu
weergegeven.
Verplaats de schuifregelaar om deze functie in of uit te schakelen.
Ingeschakeld Schakelt de functie Slaapstand en laden in de
accumodus in.
Uitgeschakeld De functie Slaapstand en laden kan alleen
worden ingeschakeld als de netadapter is
aangesloten.
Gebruikershandleiding 5-13
Functies uitschakelen
wanneer het
accuniveau bereikt
Geef de minimale resterende accuduur aan door
de schuifregelaar te verplaatsen. Als de
resterende gebruiksduur van de accu onder deze
instelling valt, wordt de functie Slaapstand en
laden gestopt.
Deze instelling is alleen beschikbaar als
Gebruik in accumodus is ingeschakeld.
CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system
Deze functie schakelt CDP (Charging Downstream Port) in als u snel wilt
opladen via USB terwijl de computer is ingeschakeld. Als 'CDP-
oplaadmodus bij ingeschakeld systeem' is ingeschakeld, kan de computer
USB-busvoeding (5 V gelijkstroom, 1,5 A) leveren aan compatibele poorten
wanneer de computer is ingeschakeld.
U schakelt CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld systeem in door te klikken
op System Settings -> USB in de groep TOSHIBA in Alle apps.
Ingeschakeld De USB-accu snel opladen met maximaal 1,5 A
terwijl de pc is ingeschakeld.
Uitgeschakeld De USB-accu op de normale manier opladen
terwijl de pc is ingeschakeld.
De functie 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld systeem' werkt mogelijk
niet bij bepaalde externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de
USB-specificatie. Gebruik in dat geval een USB-poort zonder de functie
'USB-slaapstand en laden' of schakel 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld
systeem' uit.
Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten op de computer terwijl
een USB-poort van stroom (5 V gelijkstroom, 1,5 A) wordt voorzien.
Als de accucapaciteit te laag is om door te gaan, werkt 'CDP-oplaadmodus
bij ingeschakeld systeem' mogelijk niet. Sluit in dat geval de netadapter
aan en start de computer opnieuw op.
Gebruik altijd de USB-kabel die bij het USB-apparaat is geleverd.
Als 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld systeem' of 'USB-slaapstand en
laden' is ingeschakeld, werkt de functie 'USB-activering' niet. Gebruik in dat
geval een USB-poort zonder de functie 'USB-slaapstand en laden' of
schakel zowel 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld systeem' als 'USB-
slaapstand en laden' uit.
TOSHIBA PC Health Monitor
De toepassing TOSHIBA PC Health Monitor controleert diverse
systeemfuncties, zoals stroomverbruik, accustatus (voor modellen met een
accu) en systeemkoeling, en informeert u over belangrijke
systeemomstandigheden. Deze toepassing herkent het serienummer van
Gebruikershandleiding 5-14
het systeem en van afzonderlijke onderdelen en houdt specifieke
activiteiten bij met betrekking tot de computer en het gebruik ervan.
De verzamelde gegevens omvatten bassigegevens over de computer
(zoals productnaam, modelnummer, artikelnummer, serienummer, BIOS-
versie, firmwareversie), basisgegevens over onderdelen (zoals video-
apparaat, geluidsapparaat, netwerkapparaat, vaste schijf/SSD, optisch
station), gegevens over het besturingssysteem (zoals versie, instellingen
(gebruik van de aan/uit-knop, deksel sluiten, eigenschappen van taakbalk,
instellingen voor bestandsextensies, gebruikersprofielnummer),
foutgegevens (BSoD, toepassingsfout) ), werkingsduur voor het apparaat
en het aantal activeringen of statuswijzigingen (dat wil zeggen: het aantal
malen dat de aan/uit-knop en combinaties met de FN-toets zijn gebruikt,
netadapter, accu (voor modellen met een accu), LCD, ventilator (voor
modellen met een ventilator), vaste schijf/SSD, geluidsvolume, functies
voor draadloze communicatie en USB-gegevens), gebruik van door
TOSHIBA geleverde functies/toepassingen (zoals instellingen, gebruik,
installatiestatus en starttijden), datum dat het systeem voor het eerst is
gebruikt, en computer- en appraatgebruik (zoals energie-instellingen,
accutemperatuur en het opladen van de accu (voor modellen met een
accu), CPU, geheugen, gebruiksduur van de schermverlichting en de
temperatuur voor diverse apparaten). De verzamelde gegevens zijn niet
beperkt tot de hier gegeven voorbeelden. De opgeslagen gegevens nemen
een klein deel van de totale ruimte van de vaste schijf in beslag, circa 20
MB of minder per jaar.
Deze informatie wordt gebruikt om de systeemstatus te bepalen en een
bericht over het effect hiervan op de prestaties van uw TOSHIBA-computer
te tonen. De informatie kan ook worden gebruikt om een diagnose van
problemen te stellen indien de computer onderhoud vereist door TOSHIBA
of een door TOSHIBA erkende servicedienst. Daarnaast kan TOSHIBA
deze informatie ook gebruiken voor kwaliteitscontrole en -analyse.
Onder voorwaarde van de bovenstaande beperkingen kunnen de
vastgelegde gegevens worden overgedragen aan instanties buiten het land
of de regio waarin u verblijft (zoals de Europese Unie). Deze landen
kunnen wel of niet beschikken over de wetten of niveaus voor
gegevensbeveiliging die zijn vereist in uw land of regio van verblijf.
U kunt TOSHIBA PC Health Monitor op elk gewenst moment uitschakelen
door de software te verwijderen via Een programma verwijderen in het
Configuratiescherm. Hiermee wordt tevens alle verzamelde informatie
van het interne opslagmedium verwijderd.
De software TOSHIBA PC Health Monitor vergroot of wijzigt op geen
enkele wijze de verplichtingen van TOSHIBA volgens de standaard
beperkte garantie. De voorwaarden en beperkingen in de standaard
beperkte garantie van TOSHIBA blijven van toepassing.
Gebruikershandleiding 5-15
TOSHIBA PC Health Monitor starten
U kunt TOSHIBA PC Health Monitor openen door te klikken op PC Health
Monitor in de groep TOSHIBA in Alle apps.
Het hoofdscherm van TOSHIBA PC Health Monitor wordt weergegeven.
Dit hulpprogramma kan standaard zijn uitgeschakeld op uw computer. U
kunt dit inschakelen door te klikken op Klik hier om TOSHIBA PC Health
Monitor in te schakelen. Het scherm 'Kennisgeving en akkoordverklaring
voor PC Health Monitor' wordt weergegeven. Lees zorgvuldig de
weergegeven informatie. Als u ACCEPTEREN selecteert en vervolgens op
OK klikt, wordt het programma ingeschakeld. Door de software TOSHIBA
PC Health Monitor in te schakelen gaat u akkoord met deze voorwaarden
en bepalingen en met het gebruiken en delen van de verzamelde
informatie. Nadat het programma is ingeschakeld, verschijnt het venster
TOSHIBA PC Health Monitor en start het programma met het controleren
van de systeemfuncties en het verzamelen van informatie.
Er wordt een bericht weergegeven als er wijzigingen worden gedetecteerd
die de werking van het programma kunnen verstoren. Volg de
aanwijzingen in het bericht op.
TOSHIBA-productverbeteringsprogramma
Het TOSHIBA-productverbeteringsprogramma herkent het serienummer
van het systeem en van afzonderlijke onderdelen en houdt specifieke
activiteiten bij met betrekking tot de computer en het gebruik ervan.
De verzamelde gegevens omvatten bassigegevens over de computer
(zoals productnaam, modelnummer, artikelnummer, serienummer, BIOS-
versie, firmwareversie), basisgegevens over onderdelen (zoals video-
apparaat, geluidsapparaat, netwerkapparaat, vaste schijf/SSD, optisch
station), gegevens over het besturingssysteem (zoals versie, instellingen
(gebruik van de aan/uit-knop, deksel sluiten, eigenschappen van taakbalk,
instellingen voor bestandsextensies, gebruikersprofielnummer),
foutgegevens (BSoD, toepassingsfout) ), werkingsduur voor het apparaat
en het aantal activeringen of statuswijzigingen (dat wil zeggen: het aantal
malen dat de aan/uit-knop en combinaties met de FN-toets zijn gebruikt,
netadapter, accu (voor modellen met een accu), LCD, ventilator (voor
modellen met een ventilator), vaste schijf/SSD, geluidsvolume, functies
voor draadloze communicatie en USB-gegevens), gebruik van door
TOSHIBA geleverde functies/toepassingen (zoals instellingen, gebruik,
installatiestatus en starttijden), datum dat het systeem voor het eerst is
gebruikt, en computer- en appraatgebruik (zoals energie-instellingen,
accutemperatuur en het opladen van de accu (voor modellen met een
accu), CPU, geheugen, gebruiksduur van de schermverlichting en de
temperatuur voor diverse apparaten). De verzamelde gegevens zijn niet
beperkt tot de hier gegeven voorbeelden. De opgeslagen gegevens nemen
een klein deel van de totale ruimte van de vaste schijf in beslag, circa 20
MB of minder per jaar.
Gebruikershandleiding 5-16
De verzamelde gegevens worden verzonden als de functie voor
gegevensoverdracht is ingeschakeld. De verzonden gegevens worden
statistisch geanalyseerd en worden gebruikt voor een betere
productplanning en -ontwikkeling, zoals verbetering van
toepassingssoftware.
Met in achtneming van de bovenstaande beperkingen kunnen de
opgeslagen gegevens beschikbaar worden gesteld aan instanties buiten
uw land of regio en in die landen of regio's kunnen wel of niet dezelfde
wetten of niveaus voor gegevensbescherming gelden als in uw eigen land
of regio.
Als de controle is ingeschakeld, kunt u dit op elk moment uitschakelen door
te klikken op Productverbeteringsprogramma in de groep TOSHIBA in
Alle apps en de toepassing te verwijderen via het hulpprogramma 'Een
programma verwijderen' in het Configuratiescherm. Als u het
productverbeteringsprogramma verwijdert, worden automatisch alle
gegevens verwijderd die eerder door de toepassing zijn verzameld en
opgeslagen.
Het TOSHIBA-productverbeteringsprogramma of het gebruik ervan vormt
geen uitbreiding of wijziging van TOSHIBA's verplichtingen binnen de
standaard beperkte garantie. De voorwaarden en beperkingen in de
standaard beperkte garantie van TOSHIBA blijven van toepassing.
TOSHIBA Setup Utility
TOSHIBA Setup Utility is een BIOS Setup-hulpprogramma dat een
gebruikersinterface met een menu biedt, zodat u de BIOS-instellingen
gemakkelijk kunt bekijken en wijzigen.
U opent TOSHIBA Setup Utility als volgt:
1. Sla uw werk op.
2. Klik op Starten -> Aan/uit en selecteer Opnieuw opstarten.
3. Houd de toets F2 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om verder te gaan.
Gebruikershandleiding 5-17
Hoofdstuk 6
Problemen oplossen
TOSHIBA heeft met deze computer een duurzaam product willen maken,
maar mochten zich problemen voordoen dan kunt u aan de hand van de
procedures in dit hoofdstuk bepalen wat er aan de hand is.
Het is raadzaam kennis te nemen van dit hoofdstuk omdat u bepaalde
problemen kunt vermijden als u weet wat er fout kan gaan.
Probleemoplossingsproces
Als u zich aan de volgende richtlijnen houdt, kunt u probleem veel
makkelijker oplossen.
Stop meteen als u een probleem ontdekt, omdat doorgaan kan leiden
tot verlies van gegevens of schade. Ook kan waardevolle informatie
die met het probleem te maken heeft en kan worden gebruikt om het
op te lossen, verloren raken.
Kijk goed wat er gebeurt. Schrijf op wat het systeem doet en welke
handelingen u verrichtte vlak voordat het probleem zich voordeed.
Maak een schermafbeelding van het huidige scherm.
Vergeet niet dat de vragen en procedures die in dit hoofdstuk worden
beschreven, zijn bedoeld als leidraad, niet als onfeilbare
probleemoplossingstechnieken. Veel problemen kunnen eenvoudig worden
verholpen, maar voor enkele hebt u hulp nodig van de TOSHIBA-
ondersteuning. Als u anderen wilt raadplegen, moet u het probleem zo
gedetailleerd mogelijk kunnen beschrijven.
Algemene controlepunten
Kies altijd eerst de eenvoudigste oplossing. De punten in deze lijst zijn
eenvoudig te verhelpen, maar kunnen ogenschijnlijk ernstige problemen
veroorzaken:
Zorg ervoor dat u alle randapparatuur aansluit voordat u de computer
aanzet. Hiertoe behoren ook de printer en alle externe apparatuur
waarvan u gebruik maakt.
Schakel de computer uit voordat u een extern apparaat aansluit. Als u
de computer weer aanzet, zal het nieuwe apparaat worden herkend.
Controleer of alle optionele accessoires correct zijn geconfigureerd in
het configuratieprogramma van de computer en of alle vereiste
stuurprogramma's zijn geladen (raadpleeg de documentatie bij de
optionele accessoires voor meer informatie over installatie en
configuratie).
Gebruikershandleiding
6-1
Controleer of alle kabels op de juiste manier zijn aangesloten en
stevig vastzitten. Loszittende kabels kunnen signaalfouten
veroorzaken.
Controleer alle verbindingskabels op losse draden en alle connectoren
op losse pinnen.
Controleer of een eventuele schijf correct is geplaatst
Maak uitgebreide notities van uw bevindingen en bewaar deze in een
permanent foutenlogboek. Hierdoor kunt u gemakkelijker aan de
TOSHIBA-ondersteuning uitleggen wat de problemen zijn. Als een
probleem zich opnieuw voordoet, kunt u dit probleem aan de hand van dit
logboek bovendien sneller identificeren.
Het probleem analyseren
Soms geeft de computer aanwijzingen aan de hand waarvan u kunt
bepalen wat er aan de hand is. Houd daarom de volgende vragen in
gedachten:
Welk deel van de computer werkt niet naar behoren: toetsenbord,
vaste schijf, beeldscherm, touchpad, touchpadbesturingsknoppen. Elk
apparaat vertoont andere symptomen.
Controleer de apparaten in het besturingssysteem om na te gaan of
de configuratie juist is ingesteld.
Wat is er op het beeldscherm te zien? Worden er berichten of
willekeurige tekens weergegeven? Maak een schermafbeelding van
het huidige scherm en zoek de berichten zo mogelijk op in de
documentatie bij de computer, de software of het besturingssysteem.
Controleer of alle kabels goed en stevig vastzitten, aangezien
loszittende kabels foutieve of onderbroken signalen kunnen
veroorzaken.
Branden de lichtjes en zo ja welke en in welke kleur en branden ze
doorlopend of knipperend? Noteer wat u ziet.
Hoort u piepjes, zo ja hoeveel, zijn ze lang of kort en hoog of laag?
Maakt de computer daarbij ongebruikelijke geluiden? Noteer wat u
hoort.
Noteer uw bevindingen, zodat u ze gedetailleerd kunt beschrijven aan de
TOSHIBA-ondersteuning.
Gebruikershandleiding
6-2
Software De problemen worden wellicht door uw software
of schijf veroorzaakt. Als u een softwarepakket
niet kunt laden, is het programma misschien
beschadigd. Probeer in dat geval een andere
kopie van de software te laden.
Als tijdens het gebruik van een softwarepakket
een foutbericht verschijnt, raadpleegt u de
softwaredocumentatie. Deze bevat meestal een
gedeelte over probleemoplossing of een
overzicht van foutberichten.
Vervolgens kijkt u of eventuele foutberichten
staan vermeld in de documentatie bij het
besturingssysteem.
Hardware Als u geen softwareprobleem kunt vinden,
controleert u de installatie en configuratie van de
hardware. Werk eerst de eerder genoemde
controlelijsten af en als u het probleem dan nog
steeds niet kunt verhelpen, probeert u de bron te
identificeren. In het volgende gedeelte vindt u
een controlelijst voor afzonderlijke componenten
en randapparaten.
Controleer, voordat u randapparatuur of toepassingen gaat gebruiken die
niet door TOSHIBA zijn goedgekeurd, of deze geschikt zijn voor gebruik
met uw computer. Het gebruik van incompatibele apparaten kan leiden tot
letsel of tot schade aan de computer.
Als er iets misgaat
De computer reageert niet op toetsenbordopdrachten.
Als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten, doet u het volgende:
Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden ingedrukt.
Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld wacht u 10 à 15 seconden
voordat u de computer weer inschakelt door de aan/uit-knop in te drukken.
Uw programma reageert niet meer.
Als tijdens het werken met een programma plotseling alle bewerkingen
worden geblokkeerd, is het programma waarschijnlijk vastgelopen. U kunt
het desbetreffende programma afsluiten zonder het besturingssysteem af
te sluiten of andere programma's te sluiten.
U kunt een programma dat niet meer reageert, als volgt sluiten:
1. Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL en klik daarna op
Taakbeheer. Het venster Windows Taakbeheer verschijnt.
Gebruikershandleiding
6-3
2. Selecteer het programma dat u wilt sluiten en klik op Beëindigen.
Nadat het programma is gesloten, zou u moeten kunnen doorwerken.
Zo niet, ga dan verder met de volgende stap.
3. Sluit de overige programma’s een voor een door de programmanaam
te selecteren en op Beëindigen te klikken. Nadat u alle programma's
hebt gesloten, zou u verdere moeten kunnen werken. Zo niet, zet dan
de computer uit en start opnieuw op.
De computer wordt niet opgestart
Controleer of de netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten.
Als u de netadapter gebruikt, controleert u of het stopcontact werkt door er
een ander apparaat op aan te sluiten, zoals een lamp.
Controleer aan de hand van het aan/uit-lampje of de computer is
ingeschakeld.
Als het lampje brandt, staat de computer aan. Probeer ook de computer uit
en weer in te schakelen.
Als u een netadapter gebruikt, controleert u aan de hand van het DC IN-/
acculampje of de computer stroom krijgt via de externe voedingsbron. Als
het lampje brandt, is de computer aangesloten op een werkende
voedingsbron.
De computer laadt geen geavanceerde opties tijdens het
opstarten
Als u een van de volgende toetsen ingedrukt houdt tijdens het opstarten,
kan de computer de volgende geavanceerde opties laden.
Toets Geavanceerde optie
F2 TOSHIBA Setup Utility
F12 Boot Menu (Opstartmenu)
0 (nul) Herstelopties
Als uw computer het besturingssysteem laadt in plaats van de gewenste
geavanceerde opties, doet u het volgende:
1. Klik op Starten -> Aan/uit en selecteer Opnieuw opstarten.
2. Houd de bijbehorende toets ingedrukt en laat de toets één seconde
nadat de computer is ingeschakeld los.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om verder te gaan.
Controlelijst voor hardware en systeem
In dit gedeelte worden problemen besproken die worden veroorzaakt door
de hardware van de computer of door aangesloten randapparaten. In de
volgende gebieden kunnen zich elementaire problemen voordoen:
Gebruikershandleiding
6-4
Voeding
Toetsenbord
Intern beeldscherm
Hard Disk Drive (vaste schijf)
Optisch station
Geheugenkaart
Aanwijsapparaat
USB-apparaat
Geluidssysteem
Externe monitor
LAN
Draadloos LAN
Bluetooth
Voeding
Als de computer niet op een stopcontact is aangesloten, is de accu de
voornaamste voedingsbron. Uw computer heeft ook een RTC-functie (Real
Time Clock). Alle voedingsbronnen staan met elkaar in verband en elke
bron kan schijnbare stroomvoorzieningsproblemen veroorzaken.
Uitschakelen bij oververhitting
Als de temperatuur van de processor met een van beide instellingen een
onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In dit geval gaan alle
gegevens in het geheugen die niet zijn opgeslagen verloren.
Probleem Procedure
De computer wordt
automatisch
uitgeschakeld.
Laat de computer uitstaan totdat deze de
kamertemperatuur heeft bereikt. Als u de computer
nog steeds niet kunt opstarten nadat deze weer op
kamertemperatuur is of als het notebook na
opstarten direct wordt uitgeschakeld, neemt u
contact op met de TOSHIBA-ondersteuning.
Netvoeding
Als zich bij het inschakelen van de computer problemen voordoen terwijl de
netadapter is aangesloten, controleert u het DC IN-/acculampje. Raadpleeg
het gedeelte Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden voor
meer informatie.
Gebruikershandleiding
6-5
Probleem Procedure
De netadapter
voorziet de computer
niet van stroom
Controleer de aansluitingen en kijk of het netsnoer/
netadapter goed aan de computer vastzit en of het
stopcontact in orde is.
Controleer de toestand van het snoer en de
aansluitpunten. Als het snoer versleten of
beschadigd is, moet het worden vervangen, als de
aansluitpunten vervuild zijn, reinigt u deze met een
schone, droge doek.
Als de netadapter de computer nog steeds niet van
stroom voorziet, neemt u contact op met de
TOSHIBA-ondersteuning.
Accu
Als u een probleem met de accu vermoedt, controleert u het DC IN-/
acculampje.
Probleem Procedure
De computer krijgt
geen stroom van de
accu
De accu is wellicht ontladen. Sluit de netadapter
aan om de accu opnieuw op te laden.
De accu wordt niet
opgeladen terwijl de
netadapter is
aangesloten.
Als de accu volledig is ontladen, begint het
oplaadproces niet meteen. Wacht in dat geval
enkele minuten voordat u het opnieuw probeert.
Als de accu nog steeds niet wordt opgeladen,
controleert u of het stopcontact stroom levert door
er een ander apparaat op aan te sluiten.
Accu levert minder
lang stroom dan
verwacht
Als u een gedeeltelijk opgeladen accu herhaalde
malen oplaadt, wordt de accu mogelijk niet
optimaal opgeladen. Ontlaad in dat geval de accu
volledig en probeer deze vervolgens opnieuw op te
laden.
Controleer de optie Energiebesparing onder Een
energiebeheerschema kiezen of aanpassen in
Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 6-6
Real-Time Clock
Probleem Procedure
De BIOS-instelling
en systeemdatum/-
tijd zijn verloren
gegaan.
De duur van de RTC-functie is verstreken. U moet
de datum en tijd opnieuw instellen via TOSHIBA
Setup Utility door de volgende stappen uit te
voeren:
1. Start TOSHIBA Setup Utility. Raadpleeg het
gedeelte TOSHIBA Setup Utility voor meer
informatie.
2. Stel de datum in via het veld System Date.
3. Stel de tijd in via het veld System Time.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om
verder te gaan.
Toetsenbord
Problemen met het toetsenbord kunnen worden veroorzaakt door de
installatie en configuratie van de computer. Raadpleeg het gedeelte Het
toetsenbord voor meer informatie.
Probleem Procedure
De tekens worden
niet correct
weergegeven op het
scherm.
Raadpleeg de documentatie bij de software om te
controleren of deze het toetsenbord niet opnieuw
indeelt ('opnieuw indelen' wil zeggen dat de
betekenis van de toetsen door de software wordt
veranderd of opnieuw wordt toegewezen).
Als u het toetsenbord nog steeds niet kunt
gebruiken, neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
Intern beeldscherm
Schijnbare problemen met het beeldscherm van de computer kunnen te
maken hebben met de installatie en configuratie van de computer.
Probleem Procedure
Het scherm blijft
leeg.
Druk op de functietoetsen om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
op een externe monitor is ingesteld.
Gebruikershandleiding 6-7
Probleem Procedure
Er verschijnen
vlekken op het
beeldscherm.
Deze vlekken kunnen zijn veroorzaakt door contact
met het toetsenbord of het touchpad bij het sluiten
van het scherm. Probeer de vlekken te verwijderen
door het scherm voorzichtig af te vegen met een
schone, droge doek of, als dit niet lukt, met een
goed LC-reinigingsmiddel. In dit laatste geval moet
u altijd de instructies volgen bij de schermreiniger
en het scherm altijd goed laten drogen voordat u
het sluit.
Vaste schijf
Probleem Procedure
Computer wordt niet
opgestart vanaf de
vaste schijf.
Controleer of het optische station een schijf bevat.
Als dat het geval is, verwijdert u de schijf en
probeert u de computer opnieuw op te starten.
Als dit geen resultaat heeft, controleert u de
instelling Opstartprioriteitsopties in het
hulpprogramma TOSHIBA System Settings.
Computer werkt
traag.
De bestanden op de vaste schijf zijn mogelijk
gefragmenteerd. In dat geval moet u het
hulpprogramma Schijfdefragmentatie uitvoeren om
de toestand van uw bestanden en de vaste schijf
te controleren. Raadpleeg de documentatie bij het
besturingssysteem of de online Help voor
informatie over het uitvoeren en gebruiken van
Schijfdefragmentatie.
Als niets helpt, formatteert u de vaste schijf
opnieuw en daarna laadt u het besturingssysteem
en alle andere bestanden en gegevens. Als u het
probleem nog steeds niet kunt oplossen, neemt u
contact op met de TOSHIBA-ondersteuning.
Optisch station
Raadpleeg Basisbeginselen voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
6-8
Probleem Procedure
U krijgt geen
toegang tot een cd/
dvd/Blu-ray Disc™ in
het station
Controleer of de disclade goed is gesloten. Duw
zachtjes totdat de lade vastklikt.
Open de disclade en controleer of de schijf goed is
geplaatst. De schijf moet plat op het ladeoppervlak
liggen met het opschrift omhoog.
Een vreemd voorwerp in de disclade kan
verhinderen dat de laser de schijf leest. Zorg dat
de laser niet wordt geblokkeerd. Verwijder
eventuele voorwerpen.
Controleer of de schijf vuil is. Veeg de schijf zo
nodig af met een schone doek die is bevochtigd
met water of een neutraal schoonmaakmiddel.
Geheugenkaart
Voor meer informatie raadpleegt u Basisbeginselen.
Probleem Procedure
Fout met
geheugenkaart
Verwijder de geheugenkaart uit de computer,
plaats de kaart daarna opnieuw en zorg ervoor dat
hij stevig vast zit.
Als het probleem aanhoudt, raadpleegt u de
documentatie bij de geheugenkaart voor meer
informatie.
U kunt niet schrijven
naar een
geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart uit de computer om te
controleren of deze niet schrijfbeveiligd is.
U kunt een bestand
niet lezen.
Controleer of het benodigde bestand echt op de
geheugenkaart staat die in de computer is
geplaatst.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
Aanwijsapparaat
Als u een USB-muis gebruikt, raadpleegt u het gedeelte USB-muis en de
documentatie bij de muis.
Gebruikershandleiding
6-9
Touchpad
Probleem Procedure
Het touchpad werkt
niet.
Controleer de apparaatinstellingen.
Klik op Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis in de groep Systeem in Alle
apps.
Schermaanwijzer
reageert niet
wanneer het
aanwijsapparaat
wordt gebruikt
In dit geval kan het systeem bezet zijn. Beweeg de
muis nogmaals nadat u enkele ogenblikken hebt
gewacht.
Dubbeltikken
(touchpad) werkt
niet.
Probeer in dit geval eerst om de dubbelkliksnelheid
te wijzigen in het hulpprogramma voor
muisbesturing.
1. U start dit hulpprogramma door te klikken op
Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis in de groep Systeem in
Alle apps.
2. Klik in het venster Eigenschappen van Muis
op het tabblad Knoppen.
3. Stel de dubbelkliksnelheid naar wens in en
klik op OK.
De schermaanwijzer
wordt te snel of te
traag verplaatst
Probeer in dit geval eerst om de snelheid te
wijzigen in het hulpprogramma voor muisbesturing.
1. U start dit hulpprogramma door te klikken op
Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis in de groep Systeem in
Alle apps.
2. Klik in het venster Eigenschappen van Muis
op het tabblad Opties voor de aanwijzer.
3. Stel de snelheid van de aanwijzer naar wens
in en klik op OK.
Het touchpad is te
gevoelig of niet
gevoelig genoeg.
Wijzig de gevoeligheid van het touchpad.
U doet dit door te klikken op Configuratiescherm
-> Hardware en geluiden -> Muis in de groep
Systeem in Alle apps.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
Gebruikershandleiding 6-10
USB-muis
Probleem Procedure
Schermaanwijzer
reageert niet
wanneer de muis
wordt gebruikt.
In dit geval kan het systeem bezet zijn. Beweeg de
muis nogmaals nadat u enkele ogenblikken hebt
gewacht.
Koppel de muis los van de computer, sluit hem
weer aan op een vrije USB-poort en zorg ervoor
dat hij stevig vast zit.
Dubbelklikken werkt
niet.
Probeer in dit geval eerst om de dubbelkliksnelheid
te wijzigen in het hulpprogramma voor
muisbesturing.
1. U start dit hulpprogramma door te klikken op
Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis in de groep Systeem in
Alle apps.
2. Klik in het venster Eigenschappen van Muis
op het tabblad Knoppen.
3. Stel de dubbelkliksnelheid naar wens in en
klik op OK.
De schermaanwijzer
wordt te snel of te
traag verplaatst
Probeer in dit geval eerst om de snelheid te
wijzigen in het hulpprogramma voor muisbesturing.
1. U start dit hulpprogramma door te klikken op
Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis in de groep Systeem in
Alle apps.
2. Klik in het venster Eigenschappen van Muis
op het tabblad Opties voor de aanwijzer.
3. Stel de snelheid van de aanwijzer naar wens
in en klik op OK.
U kunt de
schermaanwijzer
niet normaal
verplaatsen.
De onderdelen van de muis die met het detecteren
van de verplaatsing van de muis te maken hebben,
kunnen vuil zijn. Raadpleeg de documentatie bij de
muis voor reinigingsinstructies.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
USB-apparaat
Raadpleeg naast de informatie in dit gedeelte ook de documentatie bij het
USB-apparaat..
Gebruikershandleiding 6-11
Probleem Procedure
USB-apparaat werkt
niet.
Koppel het USB-apparaat los van de computer,
sluit het weer aan op een vrije poort en zorg dat
het stevig vast zit.
Zorg ervoor dat de benodigde USB-
stuurprogramma's correct zijn geïnstalleerd.
Raadpleeg hiervoor zowel de documentatie van de
apparatuur als van het besturingssysteem.
Functie Slaapstand en laden
Voor meer informatie en instellingen raadpleegt u het gedeelte USB-
slaapstand en laden.
Probleem Procedure
Ik kan de functie
Slaapstand en laden
niet gebruiken
De functie Slaapstand en laden is mogelijk
uitgeschakeld.
Schakel de functie Slaapstand en laden in via
TOSHIBA System Settings.
Als het externe apparaat dat op de compatibele
poort is aangesloten, te veel stroom trekt, kan de
toevoer van USB-stroom (5 V) uit
veiligheidsoverwegingen worden gestopt. Als dit
gebeurt, koppelt u een extern apparaat los als
meerdere externe apparaten zijn aangesloten. Zet
vervolgens de computer aan om de functie te
herstellen. Als deze functie nog steeds niet kan
worden gebruikt terwijl slechts één extern apparaat
is aangesloten, dient u dit externe apparaat niet te
gebruiken aangezien het stroomverbruik boven de
aanvaardbare waarde van deze computer ligt.
Sommige externe apparaten kunnen de functie
'Slaapstand en laden' niet gebruiken. Probeer in
dat geval een of meer van de volgende methoden.
Zet de computer uit terwijl externe apparaten
zijn aangesloten.
Sluit de externe apparaten aan nadat u de
computer hebt uitgezet.
Als deze functie nog steeds niet kan worden
gebruikt, schakelt u de functie uit en gebruikt u de
functie niet.
Gebruikershandleiding 6-12
Probleem Procedure
De accu raakt snel
leeg, zelfs nadat ik
de computer heb
uitgeschakeld.
Als de functie Slaapstand en laden is
ingeschakeld, zal de accu van de computer
ontladen als deze in de sluimerstand staat of
wanneer de computer wordt uitgeschakeld.
Sluit de netadapter aan op de computer of schakelt
de functie Slaapstand en laden uit.
Externe apparaten
die zijn aangesloten
op een compatibele
poort werken in dit
geval niet.
Sommige externe apparaten werken niet als ze zijn
aangesloten op een compatibele poort terwijl de
functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld.
Sluit het externe apparaat opnieuw aan nadat u de
computer hebt aangezet.
Als het externe apparaat nog steeds niet werkt,
sluit u het apparaat aan op een USB-poort zonder
de functie 'Slaapstand en laden' of schakelt u de
functie 'Slaapstand en laden' uit.
De functie 'USB-
activering' werkt niet.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is
ingeschakeld, werkt de functie 'USB-activering' niet
voor poorten die de functie 'Slaapstand en laden'
ondersteunen.
Gebruik in dat geval een USB-poort zonder de
functie 'USB-slaapstand en laden' of schakel deze
functie uit.
Geluidssysteem
Raadpleeg naast de informatie in dit gedeelte ook de documentatie bij het
audio-apparaat..
Probleem Procedure
Geen geluid
hoorbaar.
Druk op de functietoetsen om het volume te
verhogen of te verlagen.
Controleer de volume-instellingen in de software.
Controleer of Dempen is uitgeschakeld
Controleer of de hoofdtelefoon stevig is
aangesloten.
Controleer in Windows Apparaatbeheer of het
geluidsapparaat is ingeschakeld en correct werkt.
Gebruikershandleiding 6-13
Probleem Procedure
Hinderlijk geluid
hoorbaar.
Dit wordt mogelijk veroorzaakt door feedback van
de interne microfoon of een externe microfoon die
op de computer is aangesloten. Raadpleeg
Geluidssysteem en videomodus voor meer
informatie.
U kunt het volume niet aanpassen terwijl Windows
wordt opgestart of afgesloten.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
Externe monitor
Raadpleeg ook Basisbeginselen en de documentatie bij de monitor voor
meer informatie.
Probleem Procedure
Monitor kan niet
worden
ingeschakeld.
Kijk of de monitor is ingeschakeld en controleer
daarna de aansluitingen om er zeker van te zijn dat
het netsnoer/de netadapter goed aan de monitor
vastzit en het stopcontact werkt.
Gebruikershandleiding 6-14
Probleem Procedure
Het scherm blijft
leeg.
Stel het contrast en de helderheid op de externe
monitor bij.
Druk op de functietoets om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
alleen op het interne beeldscherm is ingesteld.
Controleer of de externe monitor is aangesloten.
Indien de externe monitor is ingesteld als primair
weergaveapparaat in de modus Uitgebreid
bureaublad, geeft deze geen beeld als de
computer wordt geactiveerd uit de slaapstand als
de externe monitor tijdens de slaapstand is
losgekoppeld.
Als u wilt voorkomen dat dit gebeurt, koppel de
externe monitor dan niet los terwijl de computer in
de slaapstand of de sluimerstand staat.
Zet de computer uit voordat u de externe monitor
loskoppelt.
Als het interne scherm en een externe monitor zijn
ingesteld op de kloonmodus en ze door de timer
worden uitgeschakeld, kan het interne scherm of
de externe monitor mogelijk geen beeld geven
wanneer ze weer worden ingeschakeld.
Als dit gebeurt, drukt u op de functietoets om het
interne scherm en de externe monitor weer in te
stellen op de kloonmodus.
Beeldschermfout Controleer of de kabel tussen de externe monitor
en de computer stevig is bevestigd.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
LAN
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot het LAN.
Controleer of de kabel tussen de LAN-aansluiting
en de LAN-hub stevig is aangesloten.
Gebruikershandleiding 6-15
Probleem Procedure
Activering op LAN
werkt niet.
Controleer of de netadapter is aangesloten. De
functie Activering op LAN werkt niet zonder de
netadapter.
Controleer of snel opstarten is uitgeschakeld:
1. Klik op Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Energiebeheer in de groep
Systeem in Alle apps.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen
bepalen of Het gedrag van het sluiten van
het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel
niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Snel opstarten
inschakelen uit.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Als de problemen aanhouden, raadpleegt u de
LAN-beheerder.
Draadloos LAN
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot draadloos
LAN
Controleer of de functie voor draadloze
communicatie van de computer is ingeschakeld.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact op
met de LAN-beheerder.
Bluetooth
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot Bluetooth-
apparaat.
Controleer of de functie voor draadloze
communicatie van de computer is ingeschakeld.
Controleer of de toepassing voor Bluetooth-beheer
geactiveerd is en of het externe Bluetooth-
apparaat stroom krijgt.
Controleer of er geen optionele Bluetooth-adapter
in de computer is geïnstalleerd. De ingebouwde
Bluetooth-hardware werkt niet tegelijk met een
andere Bluetooth-controller.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de TOSHIBA-
ondersteuning.
Gebruikershandleiding 6-16
TOSHIBA-ondersteuning
Als u extra hulp nodig hebt of als u problemen hebt bij het gebruik van de
computer, kunt u contact opnemen met de technische ondersteuning van
TOSHIBA.
Voordat u belt
Aangezien sommige problemen wellicht te wijten zijn aan het
besturingssysteem of het programma dat u gebruikt, is het belangrijk om
eerst andere hulpbronnen te raadplegen. Probeer het volgende alvorens
contact op te nemen met TOSHIBA:
Bestudeer de informatie over probleemoplossing in de documentatie
bij de software en/of randapparaten.
Als een probleem optreedt tijdens de uitvoering van
softwareprogramma’s, zoekt u in de softwaredocumentatie naar
suggesties voor het oplossen van problemen. U kunt ook de afdeling
voor technische ondersteuning van het softwarebedrijf bellen voor
hulp.
Vraag de verkoper of leverancier van wie u de computer en/of de
software hebt gekocht om advies. Zij zijn de instantie bij uitstek voor
actuele informatie en ondersteuning.
Technische ondersteuning van TOSHIBA
Als u het probleem nog steeds niet kunt verhelpen en vermoedt dat het te
maken heeft met de hardware, leest u het bijgevoegde garantieboekje of
gaat u naar de TOSHIBA-website voor technische ondersteuning:
http://pc-support.toshiba.eu
Gebruikershandleiding 6-17
Hoofdstuk 7
Aanhangsel
Specificaties
Dit gedeelte geeft een overzicht van de technische specificaties van de
computer.
Gewicht en afmetingen
Bij de volgende fysieke afmetingen zijn uitstekende delen niet
meegerekend. De fysieke afmetingen hangen af van het gekochte model.
Afmetingen Circa 380 (b) x 259,9 (d) x 22,5/22,5 (h) millimeter
Circa 380 (b) x 259,9 (d) x 23,5/23,5 (h) millimeter
Circa 380 (b) x 259,9 (d) x 24,5/24,5 (h) millimeter
(uitstekende delen niet inbegrepen).
Werkomgeving
Omstandigheden Omgevingstemperatu
ur
Relatieve vochtigheid
In gebruik 5°C tot 35°C 20% tot 80% (geen
condensvorming)
Niet in werking -20°C tot 60°C 10% tot 90% (geen
condensvorming)
Natteboltemperatuur maximaal 29°C
Omstandigheden Hoogte (vanaf
zeeniveau)
In gebruik -60 tot 3.000 meter
Niet in werking -60 tot 10.000 meter
Stroomvoorziening
Netadapter 100-240 V wisselstroom
50 Hz of 60 Hz (cycli per seconde)
Gebruikershandleiding 7-1
Computer 19 V gelijkstroom
Netsnoer en connectoren
De stekker van het netsnoer moet compatibel zijn met verschillende
internationale wandcontactaansluitingen en het netsnoer moet voldoen aan
de normen van het land waarin het wordt gebruikt. Alle snoeren moeten
voldoen aan de volgende specificaties:
Kabeldikte:
Minimaal 0,75 mm
2
Stroomsterkte: Minimaal 2,5 ampère
Certificeringsinstanties
China: CQC
VS en Canada: Goedgekeurd door UL en CSA
Nee. 18 AWG, Type SVT of SPT-2
Australië: AS
Japan: DENANHO
Europa:
Oostenrijk: OVE Italië: IMQ
België: CEBEC Nederland: KEMA
Denemarken: DEMKO Noorwegen: NEMKO
Finland: FIMKO Zweden: SEMKO
Frankrijk: LCIE Zwitserland: SEV
Duitsland: VDE Verenigd
Koninkrijk:
BSI
In Europa moet gebruik worden gemaakt van een dubbeldraads netsnoer
van het type VDE, H05VVH2-F of H03VVH2-F, of van een driedraads
netsnoer van het type VDE, H05VV-F.
Voor de Verenigde Staten en Canada moeten tweepins stekkers de
configuratie 2-15P (250 V) of 1-15P (125 V) hebben en driepins stekkers
de configuratie 6-15P (250V) of 5-15P (125V), conform het U.S. National
Electrical Code Handbook en de Canadian Electrical Code Part II.
Gebruikershandleiding
7-2
In de onderstaande afbeeldingen worden de stekkervormen voor de VS en
Canada, het Verenigd Koninkrijk, Australië, Europa en China
weergegeven.
V.S.
Goedgekeurd door UL
Verenigd Koninkrijk
Goedgekeurd door BS
Australië
Goedgekeurd door AS
Europa
Goedgekeurd door de
desbetreffende instantie
Canada
Goedgekeurd door CSA
China
Goedgekeurd door CCC
Informatie voor draadloze apparaten
Onderlinge samenwerking tussen draadloze producten
Het draadloze LAN is compatibel met LAN-systemen met de Direct
Sequence Spread Spectrum (DSSS)/Orthogonal Frequency Division
Multiplexing (OFDM) radiotechnologie en voldoet aan de volgende normen:
De IEEE 802.11-standaard voor draadloze LAN's (revisie a/b/g/n, b/g/
n of a/b/g/n/ac), zoals gedefinieerd en goedgekeurd door het Institute
of Electrical and Electronics Engineers.
Bluetooth
®
-modules kunnen worden gebruikt in combinatie met elk product
met de draadloze Bluetooth-technologie dat is gebaseerd op de FHSS-
radiotechnologie (Frequency Hopping Spread Spectrum) en dat compatibel
is met:
Bluetooth-specificatie (afhankelijk van het aangeschafte model), zoals
gedefinieerd en goedgekeurd door de Bluetooth Special Interest
Group.
Logocertificering met Bluetooth-technologie, zoals gedefinieerd door
de Bluetooth Special interest Group.
Dit Bluetooth-product is niet compatibel met apparaten die Bluetooth versie
1.0B gebruiken.
Gebruikershandleiding
7-3
De draadloze apparaten zijn niet geverifieerd op aansluiting van en werking
met alle apparaten die de draadloos LAN- of Bluetooth-radiotechnologie
gebruiken.
Bluetooth- en draadloos LAN-apparaten werken in hetzelfde
frequentiebereik en kunnen elkaars werking verstoren. Als u Bluetooth- en
draadloos LAN-apparaten tegelijk gebruikt, kunnen de netwerkprestaties
minder dan optimaal zijn of kan de netwerkverbinding zelfs verloren gaan.
Als u dergelijke problemen ondervindt, schakelt u onmiddellijk het
Bluetooth- of draadloos LAN-apparaat uit.
Als u vragen hebt over het gebruik van de draadloos LAN- of Bluetooth-
module, gaat u naar
http://www.pc.support.global.toshiba.com
In Europa gaat u naar
http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/bluetooth.htm
Draadloze apparaten en uw gezondheid
Net als andere radioapparaten stralen draadloze producten hoogfrequente
(HF) elektromagnetische energie uit. Het intensiteitsniveau van de EMF-
energie die door draadloze apparaten wordt uitgestraald, is echter
aanzienlijk lager dan dat van andere draadloze apparaten zoals
bijvoorbeeld mobiele telefoons.
Aangezien draadloze producten voldoen aan de richtlijnen zoals
gedefinieerd in veiligheidsnormen en -aanbevelingen voor radiofrequenties,
is TOSHIBA van mening dat draadloze producten veilig zijn voor gebruik
door klanten. Deze normen en aanbevelingen vertegenwoordigen de
consensus van de wetenschappelijke wereld en zijn geformuleerd door
panels en commissies van wetenschappers op basis van alle actuele
onderzoeksliteratuur.
In sommige situaties of omgevingen kan het gebruik van draadloze
producten worden beperkt door de eigenaar van het gebouw of door de
verantwoordelijke medewerkers van de organisatie. Dit kan bijvoorbeeld
van toepassing zijn in de volgende situaties:
gebruik van draadloze apparatuur in een vliegtuig of
in andere omgevingen waar het risico van storing voor andere
apparaten of diensten als schadelijk wordt aangemerkt.
Als u niet zeker weet wat de richtlijnen zijn met betrekking tot het gebruik
van draadloze apparatuur in een bepaalde organisatie of omgeving
(bijvoorbeeld op vliegvelden), is het raadzaam toestemming te vragen voor
u het draadloze apparaat inschakelt.
Gebruikershandleiding
7-4
Draadloze LAN-technologie
De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt
bepaalde apparaten voor draadloze communicatie.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN
en Bluetooth.
Gebruik de functies voor draadloos LAN (Wi-Fi) en Bluetooth niet in de
buurt van een magnetron of in gebieden met radiostoring of
magnetische velden. Storing van een magnetron of andere bron kan
tot onderbreking van de Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
Schakel alle draadloze functies uit in de buurt van mensen bij wie
mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is
geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of
het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg. Volg de instructies van uw medische apparaat als u
gebruikmaakt van een draadloze functie.
Schakel de draadloze functie altijd uit als de computer in de buurt
komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals
automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen
veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Het is wellicht niet mogelijk om een netwerkverbinding met een
opgegeven netwerknaam tot stand te brengen door middel van de ad-
hoc netwerkfunctie. Als dit het geval is, moet het nieuwe netwerk (*)
worden geconfigureerd voor alle computers die zijn aangesloten op
hetzelfde netwerk om zo de netwerkverbindingen opnieuw tot stand te
brengen.
* Zorg dat u de nieuwe netwerknaam gebruikt.
Beveiliging
TOSHIBA beveelt met klem aan codering in te schakelen om te
voorkomen dat anderen via een draadloze verbinding illegaal toegang
tot uw computer krijgen. Als u dit advies niet opvolgt, stelt u zich bloot
aan afluisterpraktijken en bestaat bovendien het gevaar dat
opgeslagen gegevens door onbevoegden worden verwijderd of
vernietigd.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor verlies of beschadiging van
gegevens als gevolg van afluisterpraktijken of onrechtmatige toegang
via het draadloze LAN.
Kaartspecificaties
Compatibiliteit IEEE 802.11-norm voor draadloze LAN's
Netwerkbesturings-
systeem
Microsoft Windows Networking
Gebruikershandleiding 7-5
Media Access
Protocol
CSMA/CA (Collision Avoidance) met ACK
(Acknowledgement)
Radiospecificaties
De radiospecificaties van draadloos LAN-modules kunnen variëren
afhankelijk van:
land/regio waarin het product is aangeschaft
type product
Draadloze communicatie is vaak gebonden aan plaatselijke voorschriften
voor radiocommunicatie. Hoewel netwerkproducten voor draadloos LAN
zijn ontworpen voor gebruik op de vrije toegankelijke banden van 2,4 GHz
en 5 GHz, is het mogelijk dat onder plaatselijke radiovoorschriften
beperkingen worden gesteld aan het gebruik van apparatuur voor
draadloze communicatie.
Radiofrequentie 5-GHz band (5150-5850 MHz) (revisie a en
n)
2,4-GHz band (2400-2483,5 MHz) (revisie b/
g en n)
Het bereik van het draadloze signaal is afhankelijk van de
overdrachtssnelheid van de draadloze communicatie. Bij lagere
overdrachtssnelheden kan over grotere afstanden worden
gecommuniceerd.
Het bereik van uw draadloze apparaten kan worden aangetast
wanneer de antennes in de buurt van metalen oppervlakken en
materialen met een hoge dichtheid worden geplaatst.
Het bereik kan eveneens afnemen als gevolg van obstakels op het
pad van het radiosignaal. Deze obstakels kunnen het radiosignaal
namelijk absorberen of reflecteren.
RFI-vereisten
Dit apparaat werkt in het frequentiebereik 5,15 tot 5.25 GHz en kan daarom
alleen binnenshuis worden gebruikt.
Krachtige radars worden toegewezen als hoofdgebruikers (dat wil zeggen,
gebruikers met prioriteit) van de banden 5,25 tot 5,35 GHz en 5,65 tot 5,85
GHz en deze radars kunnen storing en/of schade veroorzaken aan LE-
LAN-apparaten.
Bluetooth-technologie
Sommige computers in deze serie beschikken over een Bluetooth-functie
voor draadloze communicatie waardoor er geen snoeren meer nodig zijn
tussen elektronische apparaten zoals computers, printers en mobiele
telefoons. Als deze functie is ingeschakeld, biedt Bluetooth snel en
eenvoudig een veilige en betrouwbare, draadloze netwerkomgeving.
Gebruikershandleiding
7-6
U kunt de ingebouwde Bluetooth-functies van de computer en een externe
Bluetooth-adapter niet tegelijk gebruiken. De kenmerken van Bluetooth-
technologie zijn als volgt:
Beveiliging
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale
beveiliging:
Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
krijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te
vervalsen.
Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt op de 2,4-GHz band. Deze
band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met
radiosystemen in de meeste landen.
Radioverbindingen
U kunt eenvoudig verbindingen tot stand brengen tussen twee of meer
apparaten, deze verbindingen worden gehandhaafd zelfs als de apparaten
buiten het gezichtsveld van elkaar liggen.
Informatie over regelgeving
Het draadloze apparaat moet worden geïnstalleerd en gebruikt in strikte
overeenstemming met de instructies van de fabrikant, zoals wordt
beschreven in de gebruikersdocumentatie bij het product. Dit product
voldoet aan de volgende normen op het gebied van radiofrequentie en
veiligheid.
Europa
Beperkingen voor gebruik van de frequenties tussen 2400,0-2483,5
MHz in Europa
Frankrijk: Gebruik
buitenshuis is
beperkt tot 10 m
W.e.i.r.p. binnen
de band van
2454-2483,5
MHz
Gebruik voor militaire
radioplaatsbepaling. De afgelopen
jaren is er voortdurend aan gewerkt
om de 2,4 GHz-band aan te passen
voor de huidige versoepelde
regelgeving. Volledige
implementatie staat gepland voor
2012.
Gebruikershandleiding 7-7
Italië: - Voor privégebruik is algemene
goedkeuring vereist als WAS/
RLAN's buiten de eigen locatie
wordt gebruikt. Voor openbaar
gebruik is algemene goedkeuring
vereist.
Luxemburg: Geïmplemen-
teerd
Algemene goedkeuring is vereist
voor netwerk- en servicelevering.
Noorwegen: Geïmplemen-
teerd
Deze subsectie geldt niet voor het
geografische gebied binnen een
straal van 20 km rond het midden
van Ny-Alesund.
Russische
Federatie:
- Alleen voor gebruik binnenshuis.
Beperkingen voor gebruik van de frequenties tussen 5150-5350 MHz
in Europa
Italië: - Voor privégebruik is algemene
goedkeuring vereist als WAS/
RLAN's buiten de eigen locatie
wordt gebruikt.
Luxemburg: Geïmplemen-
teerd
Algemene goedkeuring is vereist
voor netwerk- en servicelevering.
Russische
Federatie:
Beperkt e.i.r.p 100 mW. Gebruik is alleen
toegestaan binnenshuis, in
afgesloten industriële gebieden en
opslagplaatsen en aan boord van
vliegtuigen.
1. Gebruik is toegestaan voor
lokale netwerken voor
servicecommunicatie tussen
luchtvaartpersoneel aan boord
van een vliegtuig op het
vliegveld en tijdens alle
vluchtstadia.
2. Gebruik is toegestaan voor
openbare draadloze lokale
netwerken aan boord van een
vliegtuig tijdens de vlucht op
een hoogte van meer dan 3000
m.
Gebruikershandleiding 7-8
Beperkingen voor gebruik van de frequenties tussen 5470-5725 MHz
in Europa
Italië: - Voor privégebruik is algemene
goedkeuring vereist als WAS/
RLAN's buiten de eigen locatie
wordt gebruikt.
Luxemburg: Geïmplemen-
teerd
Algemene goedkeuring is vereist
voor netwerk- en servicelevering.
Russische
Federatie:
Beperkt e.i.r.p 100 mW. Gebruik is alleen
toegestaan binnenshuis, in
afgesloten industriële gebieden en
opslagplaatsen en aan boord van
vliegtuigen.
1. Gebruik is toegestaan voor
lokale netwerken voor
servicecommunicatie tussen
luchtvaartpersoneel aan boord
van een vliegtuig op het
vliegveld en tijdens alle
vluchtstadia.
2. Gebruik is toegestaan voor
openbare draadloze lokale
netwerken aan boord van een
vliegtuig tijdens de vlucht op
een hoogte van meer dan 3000
m.
Om te voldoen aan de Europese wetten met betrekking tot het bereik van
draadloos LAN gelden de bovenstaande beperkingen voor de kanalen van
2,4 en 5 alleen voor gebruik buitenshuis. De gebruiker dient het huidige
kanaal te controleren met het hulpprogramma voor draadloos LAN. Als het
apparaat werkt buiten de toegestane grenzen voor gebruik buitenshuis,
zoals hierboven wordt vermeld, dient de gebruiker contact op te nemen
met de desbetreffende landelijke instantie met een verzoek om
toestemming voor gebruik buitenshuis.
Canada - Industry Canada (IC)
Dit apparaat voldoet aan RSS-210 van de regels van Industry Canada. De
werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee
voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken,
Gebruikershandleiding
7-9
en (2) dit apparaat moet ontvangen storing accepteren, zelfs storing die
ongewenste resultaten kan hebben.
Ce dispositif est conforme à la norme CNR-210 d'Industrie Canada
applicable aux appareils radio exempts de licence. Son fonctionnement est
sujet aux deux conditions suivantes: (1) le dispositif ne doit pas produire de
brouillage préjudiciable, et (2) ce dispositif doit accepter tout brouillage
reçu, y compris un brouillage susceptible de provoquer un fonctionnement
indésirable.
Les dispositifs fonctionnant dans la bande 5.15-5.25GHz sont réservés
uniquement pour une utilisation à l'intérieur afin de réduire les risques de
brouillage préjudiciable aux systèmes de satellites mobiles utilisant les
mêmes canaux.
Les utilisateurs devraient aussi être avisés que les utilisateurs de radars de
haute puissance sont désignés utilisateurs principaux (c.-à-d., qu'ils ont la
priorité) pour les bandes 5.25-5.35GHz et 5.65-5.85GHz et que ces radars
pourraient causer du brouillage et/ou des dommages aux dispositifs LAN-
EL.
De letters 'IC' voor het certificeringsnummer van de apparatuur geven
enkel aan dat er wordt voldaan aan de technische specificaties voor
Industry Canada.
Verenigde Staten-Federal Communications Commission
(FCC)
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de beperkingen voor een digitaal
apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden.
Raadpleeg het gedeelte met FCC-informatie voor meer informatie.
Het uitgestraalde uitgangsvermogen van het draadloze apparaat ligt
ruimschoots onder de FCC-limieten voor blootstelling aan HF-straling.
Niettemin dient het draadloze apparaat zodanig te worden gebruikt dat
fysiek contact tijdens normaal gebruik tot een minimum beperkt blijft.
In een normale gebruiksconfiguratie mag de afstand tussen de antenne en
de gebruiker niet minder dan 20 cm zijn. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de computer voor meer informatie over de
locatie van de antenne.
De installateur van deze radioapparatuur dient ervoor te zorgen dat de
antenne zodanig is geplaatst of gericht dat deze geen HF-energie uitstraalt
boven de door Health Canada gedefinieerde limieten voor het publiek;
raadpleeg Safety Code 6, verkrijgbaar via de website van Health Canada:
www.hc-sc.gc.ca
Gebruikershandleiding 7-10
Taiwan
Artikel 12 Zonder toestemming van de NCC is het geen
enkel bedrijf, onderneming of gebruiker toegestaan
de frequentie te wijzigen, het zendvermogen te
vergroten of de oorspronkelijke eigenschappen of
de prestaties te wijzigen van een goedgekeurd
apparaat met laag vermogen op radiofrequentie.
Artikel 14 Apparaten met laag vermogen op radiofrequentie
mogen geen invloed hebben op de
vliegtuigveiligheid en wettelijk toegestane
communicatie niet storen.
Als dat wel het geval is, moet het gebruik
onmiddellijk worden beëindigd, zodat er geen
storing meer optreedt.
De genoemde wettelijk toegestane communicatie
betreft radiocommunicatie die plaatsvindt in
overeenstemming met de Telecommunications Act
(Wet op de telecommunicatie).
Apparaten met laag vermogen op radiofrequentie
moeten gevoelig zijn voor de storing van apparaten
voor wettelijk toegestane communicatie of ISM-
apparaten die radiogolven uitzenden.
Gebruik van deze apparatuur in Japan
In Japan wordt de frequentiebandbreedte van mobiele
objectidentificatiesystemen (gelicentieerd radiostation en gespecificeerd
radiostation met laag vermogen) overlapt door de frequentiebandbreedte
tussen 2.400 en 2.483,5 MHz voor tweedegeneratiesystemen voor
gegevenscommunicatie met laag vermogen zoals deze apparatuur.
1. Belangrijke mededeling
De frequentiebandbreedte van deze apparatuur kan functioneren binnen
hetzelfde bereik als industriële apparaten, wetenschappelijke apparaten,
medische apparaten, magnetrons, gelicentieerde radiostations en niet-
gelicentieerde gespecificeerde radiostations met laag vermogen voor
mobiele systemen voor objectidentificatie (RFID) die worden gebruikt in
productielijnen in fabrieken (Andere radiostations).
1. Voordat u deze apparatuur in gebruik neemt, dient u te controleren of
de apparatuur geen storingen veroorzaakt in de hiervoor genoemde
apparatuur.
2. Als deze apparatuur storingen in andere radiostations veroorzaakt,
dient u onmiddellijk een andere frequentie te selecteren, een andere
gebruikslocatie te kiezen of de zendbron uit te schakelen.
Gebruikershandleiding 7-11
3. Neem contact op met een erkende TOSHIBA-servicedienst als u
problemen ondervindt met storingen die dit product bij andere
radiostations veroorzaakt.
2. Aanduiding voor draadloos LAN
De hieronder weergegeven aanduiding wordt op deze apparatuur vermeld.
(1)(2) (3)(4)
(5)
1. 2.4: Deze apparatuur gebruikt een frequentie van 2,4 GHz.
2. DS: Deze apparatuur gebruikt DS-SS-modulatie.
3. OF: Deze apparatuur gebruikt OFDM-modulatie.
4. 4: Het storingsbereik van deze apparatuur is minder dan 40 m.
5. : Deze apparatuur gebruikt een frequentiebandbreedte van
2.400 MHz tot 2.483,5 MHz. Het is mogelijk om de frequentieband van
mobiele objectidentificatiesystemen te vermijden.
3. Aanduiding voor Bluetooth
De hieronder weergegeven aanduiding wordt op deze apparatuur vermeld.
(4)
(1)
(2) (3)
1
1. 2.4: Deze apparatuur gebruikt een frequentie van 2,4 GHz.
2. FH: Deze apparatuur gebruikt FH-SS-modulatie.
3. 1: Het storingsbereik van deze apparatuur is minder dan 10 m.
4. : Deze apparatuur gebruikt een frequentiebandbreedte van
2.400 MHz tot 2.483,5 MHz. Het is onmogelijk de bandbreedte van
identificatiesystemen voor mobiele objecten te omzeilen.
4. Over de JEITA
Draadloos LAN op 5 GHz ondersteunt het kanaal W52/W53/W56.
Gebruikershandleiding 7-12
Apparaatvalidatie
Dit apparaat is goedgekeurd conform de Technical Regulation Conformity
Certification en behoort tot de klasse van radio-apparaten van
gegevenscommunicatiesystemen met laag vermogen zoals vermeld in de
handelswetten op het gebied van telecommunicatie.
Intel
®
Centrino
®
Wireless-AC 7265 voor draadloos LAN en Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: 7265NGW
DSP Research, Inc.
Keuringsnummer: D140017003
Intel
®
Centrino
®
Wireless-AC 3160 voor draadloos LAN en Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: 3160NGW
DSP Research, Inc.
Keuringsnummer: D130092003
Intel
®
Centrino
®
Wireless-AC 3165 voor draadloos LAN en Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: 3165NGW
DSP Research, Inc.
Keuringsnummer: D150008003
Realtek 802.11ac draadloos LAN en Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: RTL8821AE
Telefication B.V. Ltd.
Keuringsnummer: D135068201
Broadcom BCM43142 draadloze netwerkadapter b/g/n en Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: BCM943142Y
Telefication B.V. Ltd.
Keuringsnummer: D135106201
Realtek 802.11n draadloos LAN en Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: RTL8723BE
Telefication B.V. Ltd.
Keuringsnummer: D135042201
De volgende beperkingen zijn van toepassing:
Open of wijzig het apparaat niet.
Installeer de draadloze LAN-module waarmee het apparaat is
uitgerust, niet in een ander apparaat.
Radiogoedkeuringen voor draadloze apparaten
Deze apparatuur is goedgekeurd volgens de radionormen van de landen/
gebieden in de onderstaande tabel.
Gebruikershandleiding 7-13
Als u deze apparatuur gebruikt in landen/regio's die niet in de
onderstaande tabel staan, neemt u contact op met de ondersteuning van
TOSHIBA.
Per juni 2015
Oostenrijk België Bulgarije Canada
Cyprus Tsjechië Denemarken Estland
Finland Frankrijk Duitsland Griekenland
Hongkong Hongarije IJsland India
Indonesië Ierland Italië Japan
Korea Letland Liechtenstein Litouwen
Luxemburg Malta Monaco Nederland
Noorwegen Filipijnen Polen Portugal
Roemenië Slowakije Slovenië Spanje
Zweden Zwitserland Verenigd
Koninkrijk
V.S.
Voorschriften voor NFC
Verenigde Staten-Federal Communications
Commission (FCC)
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking
van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit
apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat
moet ontvangen storing accepteren, zelfs storing die ongewenste
resultaten kan hebben.
Wijzigingen of aanpassingen die worden aangebracht zonder uitdrukkelijke
toestemming van degene die verantwoordelijk is voor naleving van de
FCC-regels, kunnen ertoe leiden dat de toestemming voor het gebruik van
deze apparatuur wordt ingetrokken.
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de stipulaties voor een digitaal
apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze
apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze
energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt
geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de
radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter
storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of
Gebruikershandleiding 7-14
televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de
apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of
meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
—Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne.
—Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv.
—Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten aan.
—Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Informatie over blootstelling aan RF
Dit apparaat is zo ontworpen en geproduceerd dat de limieten voor
blootstelling aan energie op radiofrequentie (RF) die zijn ingesteld door de
Federal Communications Commission voor een niet-gecontroleerde
omgeving, niet worden overschreden.
Wettelijke voetnoten
Niet-toepasselijke pictogrammen
Bepaalde computerchassis zijn ontworpen om alle mogelijke configuraties
voor een volledige productserie te huisvesten. Het door u geselecteerde
model heeft dus mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die
corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het
computerchassis.
CPU
Wettelijke voetnoten met betrekking tot CPU-prestaties.
De prestaties van de CPU (Central Processing Unit ofwel Centrale
Verwerkingseenheid) in uw computer kunnen afwijken van de specificaties,
onder invloed van de volgende factoren:
gebruik van bepaalde externe randapparaten;
gebruik van accuvoeding in plaats van netvoeding;
gebruik van bepaalde multimedia, door de computer gegenereerde
afbeeldingen of videotoepassingen;
gebruik van standaardtelefoonlijnen of langzame
netwerkverbindingen;
gebruik van complexe ontwerpsoftware, bijvoorbeeld geavanceerde
CAD-toepassingen;
gelijktijdig gebruik van verschillende toepassingen of functies;
gebruik van de computer in gebieden met lage luchtdruk (grote hoogte
van meer dan 1000 meter boven zeeniveau);
gebruik van de computer bij temperaturen tussen 5°C en 30°C of
hoger dan 25°C op grote hoogte. (Deze temperatuurlimieten zijn niet
precies en kunnen afwijken al naar gelang het specifieke
computermodel. Raadpleeg de TOSHIBA-website voor meer
informatie.)
Gebruikershandleiding 7-15
De CPU-prestaties kunnen bovendien afwijken van de specificaties als
gevolg van de ontwerpconfiguratie.
In sommige omstandigheden kan de computer mogelijk automatisch
worden afgesloten. Dit is een normale beschermende maatregel ter
voorkoming van gegevensverlies of beschadiging van het product bij
gebruik buiten de aanbevolen omstandigheden. Vermijd het risico van
gegevensverlies door altijd back-ups van gegevens te maken. Dit doet u
door de gegevens van tijd tot tijd op een extern opslagmedium op te slaan.
Voor optimale prestaties dient u uw computer alleen onder de aanbevolen
omstandigheden te gebruiken. Lees de aanvullende beperkingen in de
productdocumentatie door. Neem voor meer informatie contact op met de
TOSHIBA-afdeling voor service en ondersteuning of raadpleeg het
gedeelte TOSHIBA-ondersteuning.
64-bits computergebruik
Bepaalde 32-bits apparaatstuurprogramma's en/of toepassingen zijn
mogelijk niet compatibel met 64-bits processors/besturingssystemen en
werken daarom niet correct.
Hoofdgeheugen
Een deel van het hoofdsysteemgeheugen kan door het grafische systeem
worden gebruikt om de grafische prestaties te verbeteren, waardoor de
beschikbare hoeveelheid systeemgeheugen voor andere
computeractiviteiten afneemt. De hoeveelheid systeemgeheugen die wordt
toegewezen om de grafische prestaties te verbeteren, hangt af van het
grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het
systeemgeheugen en andere factoren.
Als uw computer is geconfigureerd met meer dan 3 GB, kan de
geheugencapaciteit worden weergegeven als slechts circa 3 GB
(afhankelijk van de hardwarespecificaties van de computer).
Dit is correct aangezien het besturingssysteem gewoonlijk de beschikbare
hoeveelheid geheugen weergeeft in plaats van de hoeveelheid fysiek
geheugen (RAM) die in de computer is ingebouwd.
Diverse systeemcomponenten (zoals de GPU van de grafische kaart en
PCI-apparaten zoals draadloos LAN en dergelijke) vereisen hun eigen
geheugenruimte. Aangezien een 32-bits besturingssysteem niet meer dan
4 GB geheugen kan adresseren, overlappen deze systeembronnen het
fysieke geheugen. Het is een technische beperking dat het overlappende
geheugen niet beschikbaar is voor het besturingssysteem. Hoewel
sommige hulpprogramma's de daadwerkelijke hoeveelheid fysiek
geheugen in de computer kunnen weergeven, is er nog steeds slechts
circa 3 GB geheugen beschikbaar voor het besturingssysteem.
Computers die met een 64-bits besturingssysteem zijn geconfigureerd,
hebben toegang tot maximaal 4 GB systeemgeheugen.
Gebruikershandleiding 7-16
Gebruiksduur van de accu
De gebruiksduur van de accu varieert sterk al naar gelang factoren zoals
productmodel, configuratie, toepassingen, energiebeheerinstellingen en
gebruikte functies. Bovendien is de gebruiksduur onderhevig aan de
natuurlijke prestatievariaties die voortvloeien uit het ontwerp van
afzonderlijke onderdelen. Bepaalde modellen en configuraties die door
TOSHIBA vóór het tijdstip van publicatie zijn getest, worden geleverd met
een classificatie voor de gebruiksduur van de accu. De oplaadtijd is
afhankelijk van het gebruik. De accu wordt mogelijk niet opgeladen
wanneer de computer maximale stroom verbruikt.
Nadat de accu meerdere malen is opgeladen en ontladen, kan deze niet
langer op maximale capaciteit werken en is het tijd voor vervanging. Dat
geldt voor alle accu's. Zie de informatie over accessoires die bij de
computer is geleverd om na te gaan hoe en waar u een nieuwe accu kunt
aanschaffen.
Capaciteit van vaste schijf (HDD)
1 gigabyte (GB) betekent 10
×
9 = 1.000.000.000 bytes met de macht 10.
Het besturingssysteem van de computer vermeldt de opslagcapaciteit
echter met de macht 2 waarbij 1 GB = 2
30
= 1.073.741.824 bytes. Hierdoor
wordt een lagere geheugencapaciteit vermeld. De beschikbare
opslagcapaciteit is minder als er op het product een of meer
besturingssystemen, zoals Microsoft Windows, en/of een of meer
toepassingen vooraf zijn geïnstalleerd. De werkelijke capaciteit na
formatteren kan per model verschillen.
LCD
Na verloop van tijd en afhankelijk van het gebruik van de computer, neemt
de helderheid van het LCD-scherm af. Dit is een bekend kenmerk van de
LCD-technologie.
Maximale helderheid is alleen beschikbaar als het apparaat op netvoeding
wordt gebruikt. Het beeldscherm wordt gedimd wanneer de computer op
accuvoeding wordt gebruikt. Het is niet mogelijk de helderheid van het
scherm te verhogen.
GPU (Graphics Processing Unit)
De prestaties van de Graphics Processing Unit (GPU) hangen af van het
productmodel, de ontwerpconfiguratie, de toepassingen, de instellingen
voor energiebeheer en de gebruikte functies. De GPU-prestaties worden
alleen geoptimaliseerd wanneer het apparaat op netstroom werkt. De
prestaties zijn aanzienlijk minder wanneer de accu wordt gebruikt.
De totaal beschikbare hoeveelheid grafisch geheugen is het totaal van,
indien van toepassing, speciaal videogeheugen, systeemvideogeheugen
en gedeeld systeemgeheugen. De hoeveelheid gedeeld systeemgeheugen
hangt af van de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren.
Gebruikershandleiding 7-17
Draadloos LAN
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van
draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische
omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van toegangspunten,
clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie.
De werkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische
maximumsnelheid.
Kopieerbeveiliging
Technologie ter bescherming van het auteursrecht in sommige media
verhindert mogelijk het weergeven en opnemen van die media.
Informatie voor VCCI-klasse B (alleen Japan)
この装置は、クラスB情報技術装置です。この装置は、家庭環境で使
用することを目的としていますが、この装置がラジオやテレビジョン
受信機に近接して使用されると、受信障害を引き起こすことがあります。
取扱説明書に従って正しい取り扱いをしてください。
VCCI-B
OpenSSL Toolkit License Issues
LICENSE ISSUES
==============
The OpenSSL toolkit stays under a dual license, i.e. both the conditions of
the OpenSSL License and the original SSLeay license apply to the toolkit.
See below for the actual license texts. Actually both licenses are BSD-style
Open Source licenses. In case of any license issues related to OpenSSL
please contact openssl-core@openssl.org.
OpenSSL License
------------------------
/*=====================================================
Copyright (c) 1998-2011 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice,
this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
Gebruikershandleiding 7-18
3. All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for
use in the OpenSSL Toolkit."
( http://www.openssl.org/ )
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be
used to endorse or promote products derived from this software
without prior written permission. For written permission, please contact
openssl-core@openssl.org.
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor
may "OpenSSL" appear in their names without prior written permission
of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following
acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for
use in the OpenSSL Toolkit"
( http://www.openssl.org/ )
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS
AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT
NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY
AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN
NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS
BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL,
EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT
LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS
INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF
LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT
(INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY
OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
=====================================================
This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com). This product includes software written by Tim
Hudson (tjh@cryptsoft.com).
*/
Original SSLeay License
----------------------------------
/* Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com)
All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com).
The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL.
Gebruikershandleiding 7-19
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the
following conditions are aheared to. The following conditions apply to all
code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code;
not just the SSL code. The SSL documentation included with this
distribution is covered by the same copyright terms except that the holder
is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Youngs, and as such any Copyright notices in the
code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution
as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in
documentation (online or textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list
of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com)"
The word cryptographic can be left out if the rouines from the library
being used are not cryptographic related :-).
4. If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from
the apps directory (application code) you must include an
acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson
(tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG ``AS IS AND ANY
EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED
TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO
EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR
ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO,
PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF
USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER
CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN
CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE
OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS
SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH
DAMAGE.
Gebruikershandleiding 7-20
The licence and distribution terms for any publically available version or
derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be
copied and put under another distribution licence [including the GNU Public
Licence.]
*/
FreeType License Issues
The FreeType Project LICENSE
----------------------------
2006-Jan-27
Copyright 1996-2002, 2006 by
David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg
Introduction
============
The FreeType Project is distributed in several archive packages; some of
them may contain, in addition to the FreeType font engine, various tools
and contributions which rely on, or relate to, the FreeType Project.
This license applies to all files found in such packages, and which do not
fall under their own explicit license. The license affects thus the FreeType
font engine, the test programs, documentation and makefiles, at the very
least.
This license was inspired by the BSD, Artistic, and IJG (Independent JPEG
Group) licenses, which all encourage inclusion and use of free software in
commercial and freeware products alike. As a consequence, its main
points are that:
We dont promise that this software works. However, we will be
interested in any kind of bug reports. (`as is` distribution)
You can use this software for whatever you want, in parts or full form,
without having to pay us. (`royalty-free` usage)
You may not pretend that you wrote this software. If you use it, or only
parts of it, in a program, you must acknowledge somewhere in your
documentation that you have used the FreeType code. (`credits`)
We specifically permit and encourage the inclusion of this software, with or
without modifications, in commercial products.
We disclaim all warranties covering The FreeType Project and assume no
liability related to The FreeType Project.
Finally, many people asked us for a preferred form for a credit/disclaimer to
use in compliance with this license. We thus encourage you to use the
following text:
"""
Portions of this software are copyright (C) <year> The FreeType Project
www.freetype.org
Gebruikershandleiding 7-21
All rights reserved.
"""
Please replace <year> with the value from the FreeType version you
actually use.
Legal Terms
============
0. Definitions
--------------
Throughout this license, the terms `package`, `FreeType Project`, and
`FreeType archive` refer to the set of files originally distributed by the
authors (David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg) as the
`FreeType Project`, be they named as alpha, beta or final release.
`You` refers to the licensee, or person using the project, where `using` is a
generic term including compiling the project`s source code as well as
linking it to form a `program` or `executable`. This program is referred to as
`a program using the FreeType engine`.
This license applies to all files distributed in the original FreeType Project,
including all source code, binaries and documentation, unless otherwise
stated in the file in its original, unmodified form as distributed in the original
archive. If you are unsure whether or not a particular file is covered by this
license, you must contact us to verify this.
The FreeType Project is copyright (C) 1996-2000 by David Turner, Robert
Wilhelm, and Werner Lemberg. All rights reserved except as specified
below.
1. No Warranty
--------------
THE FREETYPE PROJECT IS PROVIDED `AS IS` WITHOUT
WARRANTY OF ANY KIND, EITHER EXPRESS OR IMPLIED,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. IN
NO EVENT WILL ANY OF THE AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS
BE LIABLE FOR ANY DAMAGES CAUSED BY THE USE OR THE
INABILITY TO USE, OF THE FREETYPE PROJECT.
2. Redistribution
--------------
This license grants a worldwide, royalty-free, perpetual and irrevocable
right and license to use, execute, perform, compile, display, copy, create
derivative works of, distribute and sublicense the FreeType Project (in both
source and object code forms) and derivative works thereof for any
purpose; and to authorize others to exercise some or all of the rights
granted herein, subject to the following conditions:
Gebruikershandleiding 7-22
Redistribution of source code must retain this license file (`FTL.TXT`)
unaltered; any additions, deletions or changes to the original files must
be clearly indicated in accompanying documentation. The copyright
notices of the unaltered, original files must be preserved in all copies
of source files.
Redistribution in binary form must provide a disclaimer that states that
the software is based in part of the work of the FreeType Team, in the
distribution documentation. We also encourage you to put an URL to
the FreeType web page in your documentation, though this isn`t
mandatory.
These conditions apply to any software derived from or based on the
FreeType Project, not just the unmodified files. If you use our work, you
must acknowledge us. However, no fee need be paid to us.
3. Advertising
--------------
Neither the FreeType authors and contributors nor you shall use the name
of the other for commercial, advertising, or promotional purposes without
specific prior written permission.
We suggest, but do not require, that you use one or more of the following
phrases to refer to this software in your documentation or advertising
materials: `FreeType Project`, `FreeType Engine`, `FreeType library`, or
`FreeType Distribution`.
As you have not signed this license, you are not required to accept it.
However, as the FreeType Project is copyrighted material, only this license,
or another one contracted with the authors, grants you the right to use,
distribute, and modify it. Therefore, by using, distributing, or modifying the
FreeType Project, you indicate that you understand and accept all the
terms of this license.
4. Contacts
--------------
There are two mailing lists related to FreeType:
freetype@nongnu.org
Discusses general use and applications of FreeType, as well as future
and wanted additions to the library and distribution. If you are looking
for support, start in this list if you haven`t found anything to help you in
the documentation.
freetype-devel@nongnu.org
Discusses bugs, as well as engine internals, design issues, specific
licenses, porting, etc.
Our home page can be found at
http://www.freetype.org
Gebruikershandleiding 7-23
Index
A
Aanwijsapparaat
touchpad 3-10
Accu
capaciteit controleren 4-22
energiebesparingsmodus
5-6
gebruiksduur
verlengen 4-23
ASCII-tekens 4-5
B
Batterij
Real-Time Clock 4-20
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen 5-6
openen 2-5
scharnieren 3-9
scherm 3-9
Beveiligingsslot 4-36
Bluetooth 7-6
C
Controlelijst van
apparatuur 2-1
D
Documentatielijst 2-1
Draadloze communicatie 7-5
Dubbel aanwijsapparaat
touchpad 6-10
E
Externe monitor
problemen 6-14
G
Geheugen
installeren 4-26
Verwijderen 4-28
Geheugenmediasleuf 4-29
Geheugenmedium
plaatsen 4-32
verwijderen 4-32
Geluidssysteem
problemen 6-13
Graphics Processing Unit
3-12
H
HDMI-uitgang 3-5
Herstelmedia 2-15
L
LAN
aansluiten 4-24
typen kabels 4-24
Gebruikershandleiding Index-1
Luchtopeningen 3-5, 3-6
M
Mediabehandeling
geheugenkaarten 4-31
kaarten 4-31
MultiMediaCard
verwijderen 4-32
N
Netadapter
aansluiten 2-3
extra 4-37
gelijkstroomingang (19
V) 3-2
O
Opnieuw opstarten van de
computer 2-10
P
Problemen
accu 6-6
controlelijst voor hardware
en systeem 6-4
dubbel aanwijsapparaat 6-9
externe monitor 6-14
geheugenkaart 6-9
geluidssysteem 6-13
intern beeldscherm 6-7
netvoeding 6-5
probleem analyseren 6-2
Real-Time Clock 6-7
toetsenbord 6-7
TOSHIBA-
ondersteuning 6-17
touchpad 6-10
uitschakelen bij
oververhitting 6-5
USB-apparaat 6-11
USB-muis 6-11
vaste schijf 6-8
voeding 6-5
R
Reinigen van de
computer 1-13
S
SD/SDHC/SDXC-kaart
formatteren 4-31
opmerking 4-30
Slaapstand
instelling 2-10
systeem automatisch in 5-6
Stroomvoorziening
in-/uitschakelen via LCD
5-7
inschakelen 2-6
omstandigheden 3-14
slaapstand 2-10
uitschakelen 2-9
T
Toetsenbord
functietoetsen 4-3
functietoetsen F1...F12 4-3
problemen 6-7
Windows-toetsen 4-5
Touchscreen 4-1
U
USB-apparaat
problemen 6-11
Gebruikershandleiding Index-2
V
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen 5-6
Verplaatsen van de
computer 1-14
Video-RAM 3-12
Videomodus 4-38
Voeding
afsluitmodus 2-9
sluimerstand 2-12
W
Wachtwoord
computer opstarten met
wachtwoord 5-10
gebruiker 5-8
opstarten 5-6
supervisor 5-10
Webcam 3-8
Gebruikershandleiding Index-3
19


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Toshiba Satellite P50-C at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Toshiba Satellite P50-C in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,41 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Toshiba Satellite P50-C

Toshiba Satellite P50-C User Manual - English - 138 pages

Toshiba Satellite P50-C User Manual - German - 154 pages

Toshiba Satellite P50-C User Manual - French - 145 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info