467297
197
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/200
Next page
computers.toshiba-europe.com
Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
ii Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Copyright
©2009 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Krachtens
de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden
verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze
handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Gebruikershandleiding voor TOSHIBA L500/L505/L500D/L505D
draagbare personal computer
Eerste druk mei 2009
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma’s, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en
verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken.
De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal
computers uit de TOSHIBA L500/L505/L500D/L505D-serie op het tijdstip
waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers en
handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd.
TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade
die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding,
of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
AMD, het AMD-logo en combinaties daarvan en zijn handelsmerken van
Advanced Micro Devices, Inc.
IBM is een gedeponeerd handelsmerk en IBM PC is een handelsmerk van
International Business Machine Corporation.
Intel, Intel Core, Celeron, Centrino en Pentium zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
DirectX, ActiveDesktop, DirectShow en Windows Media zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Adobe en Photoshop zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van Adobe Systems Incorporated.
Bluetooth™ is een gedeponeerd handelsmerk in eigendom van de
eigenaar en wordt door TOSHIBA onder licentie gebruikt.
Gebruikershandleiding iii
L500/L505/L500D/L505D
ConfigFree is een handelsmerk van TOSHIBA Corporation,
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance.
Memory Stick, Memory Stick PRO and Memory Stick PRO Duo zijn
gedeponeerde handelsmerken van SONY Corporation.
Secure Digital en SD zijn handelsmerken van SD Card Association.
MultiMediaCard en MMC zijn handelsmerken van MultiMediaCard
Association.
In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.
Informatie over Macrovision
Licentieovereenkomst voor DVD-productie
Dit product gebruikt een technologie voor copyrightbeveiliging die wordt
beschermd door octrooien in de V.S. en andere intellectuele
eigendomsrechten, waaronder de Amerikaanse octrooinummers 5,315,448;
en 6,836,549. Gebruik van deze technologie is alleen toegestaan met
toestemming van Macrovision en is uitsluitend bedoeld voor privé-gebruik
en andere weergavetoepassingen, tenzij Macrovision toestemming heeft
verleend voor andere gebruiksmogelijkheden. Reverse engineering of
deassembleren is verboden. De beschikbaarheid van de technologie voor
copyrightbeveiliging is afhankelijk van het gekochte model.
EU-verklaring van conformiteit
Dit product en (indien van toepassing) de meegeleverde accessoires zijn
voorzien van het CE-keurmerk en voldoen daarom aan de toepasselijke,
geharmoniseerde Europese normen die worden vermeld in de
Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG, de EMC-richtlijn 2004/108/EG en/of de
R&TTE-richtlijn 1999/5/EG.
De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij:
TOSHIBA EUROPE GMBH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland
Fabrikant:
Toshiba Corporation, 1-1 Shibaura 1-chome, Minato-ku, Tokio, 105-8001,
Japan
U vindt de volledige officiële CE-verklaring van de EU op de volgende
webpagina: http://epps.toshiba-teg.com/
iv Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in overeenkomst met de
relevante Europese richtlijnen, met name de richtlijn omtrent
elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EG) voor de notebook en de
elektronische accessoires, waaronder de meegeleverde netadapter, de
richtlijn omtrent radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur (1999/
5/EG) in het geval van geïmplementeerde telecommunicatieaccessoires en
laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG) voor de meegeleverde netadapter.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de
relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen.
TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze
EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn
aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die
deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen
dat het systeem (pc plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen
voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de
volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften
(elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde ‘commerciële, licht-
industriële en woonomgevingen’.
TOSHIBA keurt het gebruik van dit product in andere werkomgevingen dan
de bovengenoemde ‘commerciële, licht-industriële en woonomgevingen’ af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet veroorloofd:
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom
van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
omgevingen met medische apparatuur
gemotoriseerde voertuigen
vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd
door andere apparaten of machines in de nabijheid.
Gebruikershandleiding v
L500/L505/L500D/L505D
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische
compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle
niet-geoorloofde omgevingen. In het geval van auto’s of vliegtuigen mag dit
product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of
luchtvaartmaatschappij hiervoor toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden
dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit ‘CTR21’) voor
aansluiting van één apparaat op het PSTN (Public Switched Telephone
Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende
landen vormt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije
werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is
compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de
aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke
softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de
gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale
goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale
voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken
kan niet worden gegarandeerd.
Duitsland ATAAB AN005, AN006, AN007, AN009, AN010
en DE03, 04, 05, 08, 09, 12, 14, 17
Griekenland ATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04
Portugal ATAAB AN001, 005, 006, 007, 011 and P03,
04, 08, 10
Spanje ATAAB AN005, 007, 012 en ES01
Zwitserland ATAAB AN002
Alle overige landen/regio’s ATAAB AN003, 004
vi Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
De volgende informatie is alleen bestemd voor lidstaten van
de EU:
Afvalverwerking van producten
Afvalverwerking van batterijen en/of accu’s
Afvalverwijdering van de computer en de computeraccu’s
Verwijder deze computer overeenkomstig de toepasselijke wetten en
voorschriften. Raadpleeg uw lokale overheid voor nadere informatie.
Deze computer is uitgerust met een oplaadbare accu. Na herhaaldelijk
gebruik zal de accu uiteindelijk niet meer kunnen worden opgeladen en
moet deze worden vervangen. Volgens de geldende wetten en
voorschriften is het mogelijk niet toegestaan om oude accu’s weg te
gooien met het huisvuil.
Denk om het milieu. Raadpleeg de lokale overheden voor nadere
details met betrekking tot de recycling van oude accu’s of het op de
juiste wijze weggooien hiervan. Dit product bevat kwik. Om
milieuredenen kunnen er regels gelden voor de verwijdering van dit
materiaal. Raadpleeg uw lokale overheid voor nadere informatie over
verwijdering, hergebruik of recycling.
Het symbool van een doorgekruiste prullenbak geeft aan dat producten afzonderlijk
moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden
verwerkt. Interne batterijen en accu’s kunnen met het product worden weggegooid.
Ze worden gescheiden door het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is gebracht na
13 augustus 2005.
Door producten en batterijen gescheiden in te zamelen, draagt u bij aan de juiste
afvalverwerking van producten en batterijen en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen
voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw land bezoekt u onze website
(http://eu.computers.toshiba-europe.com) of neemt u contact op met het
gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Het symbool van een doorgekruiste prullenbak geeft aan dat batterijen en/of accu’s
afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval
moeten worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) bevat dan de
waarden die zijn gedefinieerd in de richtlijn inzake batterijen en accu’s (2006/66/EG),
worden de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd)
weergegeven onder het symbool van de doorgekruiste prullenbak.
Door producten en batterijen afzonderlijk in te leveren, helpt u producten en
batterijen op de juiste wijze weg te gooien. Ook draagt u eraan bij de negatieve
gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw land bezoekt u onze website
(http://eu.computers.toshiba-europe.com) of neemt u contact op met het
gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt gekocht.
3E+J&G
Afhankelijk van het land of de regio waar u dit product hebt aangeschaft, is
dit symbool mogelijk niet aanwezig.
Gebruikershandleiding vii
L500/L505/L500D/L505D
ENERGY STAR
®
-programma
Verklaring over REACH-compatibiliteit
De nieuwe verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot
chemische stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and
Restriction of Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en
beperkingen van chemische stoffen), is vanaf 1 juni 2007 van kracht.
Toshiba voldoet aan alle REACH-vereisten en we streven ernaar onze
klanten informatie te verschaffen over de chemische stoffen in onze
producten in overeenstemming met de REACH-verordening.
Bezoek de website www.toshiba-europe.com/computers/info/reach voor
informatie over de aanwezigheid in onze producten van stoffen die op de
kandidatenlijst staan volgens artikel 59(1) van verordening (EG) Nr. 1907/2006
(REACH) in een concentratie van meer dan 0,1 gewichtsprocent (g/g).
De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:
Overeenstemming met EEE-richtlijnen: Toshiba voldoet aan alle
vereisten van de Turkse richtlijn 26891 ‘Beperking op het gebruik van
bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur’.
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt
gedefinieerd volgens de norm ISO 13406-2. Als het aantal pixelfouten
minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of defect gerekend.
Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR
®
-richtlijnen. Als het
model dat u hebt gekocht, hieraan voldoet, is de computer voorzien van het
ENERGY STAR®-logo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STAR-programma van de
Environmental Protection Agency (EPA). Deze computer voldoet aan de
nieuwste ENERGY STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn
de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld op een
configuratie die de meest stabiele werkomgeving en optimale
systeemprrestaties biedt voor gebruik met de netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen is de computer zo ingesteld dat de
energiesluimerstand wordt geactiveerd als er gedurende 15 minuten geen
handelingen hebben plaatsgevonden terwijl de computer op de netvoeding
wordt gebruikt. Hierbij worden het systeem en het scherm uitgeschakeld.
TOSHIBA raadt aan deze en andere energiebesparende instellingen
ingeschakeld te laten, zodat de computer zo energiezuinig mogelijk werkt.
U kunt de computer uit de slaapstand activeren door op de aan/uit-knop te
drukken.
Producten die een ENERGY STAR hebben, voorkomen uitstoting van
broeikasgassen doordat ze voldoen aan de strenge richtlijnen die zijn
ingesteld door de US EPA en de Europese Commissie. Volgens de EPA
gebruikt een computer die aan de nieuwe ENERGY STAR-specificaties
voldoet tussen 20% en 50% minder energie, afhankelijk van het gebruik.
Ga naar http://www.eu-energystar.org of http://www.energystar.gov voor
meer informatie over het ENERGY STAR-programma.
viii Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Accu’s zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt
van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden
opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect. Veranderingen
in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.
GOST
Standaards voor optische stations
TOSHIBA-computers uit de L500/L505/L500D/L505D-serie worden
geleverd met een vooraf geïnstalleerd DVD Super Multi-station (+-R DL).
Het station is van een van de volgende etiketten voorzien:
CLASS 1 LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
LUOKAN 1 LASERLAITE
APPAREIL A LASER DE CLASSE1
KLASS 1 LASER APPARAT
Vóór verzending is het laserapparaat van klasse 1 gecertificeerd conform
de normen in hoofdstuk 21 van het Amerikaanse ministerie van
volksgezondheid (DHHS 21 CFR).
Voor alle andere landen is het station gecertificeerd conform de IEC825- en
EN60825-normen voor klasse 1-laserapparaten.
Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations
Het station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker van te zijn dat dit
product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te
lezen en ter referentie bij de hand te houden.
Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op
met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures anders dan wordt
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling
Probeer de kast niet te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
Gebruikershandleiding ix
L500/L505/L500D/L505D
DVD Super Multi-station (+-R DL)
Panasonic UJ880AD/UJ880ED
HLDS GT20N/GT20F
Location of the required label
COMPLIES WITH FDA RADIATION
PERFORMANCE STANDARDS, 21
CFR SUBCHAPTER J.
MANUFACTURED
Panasonic Communications Co., Ltd.
1-62, 4-Chome Minoshima
Hakata-ku Fukuoka, Japan
Location of the required label
COMPLIES WITH FDA RADIATION
PERFORMANCE STANDARDS, 21
CFR SUBCHAPTER J.
MANUFACTURED
Hitachi-LG Data Storage, Inc.
22-23, Kaigan 3-chome, Minato-Ku,
Tokyo, 108-0022 Japan
x Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Pioneer DVR-TD09TBM/DVR-TD09TBF
Toshiba Samsung TS-L633C/TS-L633Y
Location of the required label
COMPLIES WITHFDA RADIATION
PERFORMANCE STANDARDS, 21
CFR SUBCHAPTER J
MANUFACTURED
PIONEER CORPORATION
4-1, MEGURO 1-CHOME, MEGURO-
KU TOKYO 153-8654, JAPAN
Location of the required label
PRODUCT IS CERTIFIED BY THE
MANUFACTURER TO COMPLY WITH
DHHS RULES 21 CFR CHAPTER 1,
SUBCHAPTER J, APPLICABLE AT
THE DATE OF MANUFACTURE.
MANUFACTURED
Toshiba Samsung Storage Technology
Korea Corporation
416, Maetan-3Dong, Yeongtong-Gu,
Suwon City, Gyeonggi-Do, 443-742,
Korea
Gebruikershandleiding xi
L500/L505/L500D/L505D
Internationale voorzorgsmaatregelen
LET OP: Dit apparaat bevat een
lasersysteem, dat is geclassificeerd als
een KLASSE 1-LASERPRODUCT. Om te
zorgen dat u dit product correct gebruikt,
dient u de gebruiksaanwijzingen
zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de
hand te houden. Wend u in geval van
problemen met dit model tot het
dichtstbijzijnde Authorized Toshiba
Service Center. Probeer de kast niet te
openen. Doet u dit wel, dan loopt u het
risico van directe blootstelling aan de
laserstraal.
VORSICHT: Dieses Gerät enthält ein
Laser-System und ist als
“LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT”
klassifiziert. Für den richtigen Gebrauch
dieses Modells lesen Sie bitte die
Bedienungsanleitung sorgfältig durch
und bewahren diese bitte als Referenz
auf. Falls Probleme mit diesem Modell
auftreten, benachrichtigen Sie bitte die
nächste “autorisierte Service-Vertretung”.
Um einen direkten Kontakt mit dem
Laserstrahl zu vermeiden darf das Gerät
nicht geöffnet werden.
ADVARSEL: Denne mærking er anbragt
udvendigt på apparatet og indikerer, at
apparatet arbejder med laserstråler af
klasse 1, hviket betyder, at der anvendes
laserstrlier af svageste klasse, og at man
ikke på apparatets yderside kan bilve
udsat for utilladellg kraftig stråling.
APPARATET BOR KUN ÅBNES AF
FAGFOLK MED SÆRLIGT KENDSKAB
TIL APPARATER MED
LASERSTRÅLER!
Indvendigt i apparatet er anbragt den her
gengivne advarselsmækning, som
advarer imod at foretage sådanne
indgreb i apparatet, at man kan komme til
at udsatte sig for laserstråling.
xii Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
OBS! Apparaten innehåller
laserkomponent som avger laserstråining
överstigande gränsen för laserklass 1.
VAROITUS. Suojakoteloa si saa avata.
Laite sisältää laserdiodin, joka lähetää
näkymätöntä silmilie vaarallista
lasersäteilyä.
LET OP: HET GEBRUIK VAN
REGELAARS, INSTELLINGEN OF
PROCEDURES ANDERS DAN IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING WORDT
VERMELD, KAN RESULTEREN IN
BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE
STRALING.
VORSICHT: DIE VERWENDUNG VON
ANDEREN STEURUNGEN ODER
EINSTELLUNGEN ODER DAS
DURCHFÜHREN VON ANDEREN
VORGÄNGEN ALS IN DER
BEDIENUNGSANLEITUNG
BESCHRIEBEN KÖNNEN
GEFÄHRLICHE
STRAHLENEXPOSITIONEN ZUR
FOLGE HABEN.
Gebruikershandleiding xiii
L500/L505/L500D/L505D
Inhoudsopgave
Voorwoord
Algemene voorzorgsmaatregelen
Hoofdstuk 1 Inleiding
Controlelijst van apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-9
TOSHIBA Value Added Package . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-11
Hulpprogramma’s en toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-11
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-14
Hoofdstuk 2 Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2
Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6
Voorste bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-9
Systeemlampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-10
Optische schijfstations . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-12
Netadapter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-14
Hoofdstuk 3 Aan de slag
De netadapter aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
Het beeldscherm openen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4
De computer inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
Voor het eerst opstarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
De computer uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-6
De computer opnieuw opstarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-10
Opties voor systeemherstel en de vooraf
geïnstalleerde software herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-10
Hoofdstuk 4 Basisbeginselen
Het touchpad gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
Het optische station gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
Voorste bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5
xiv Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Een CD/DVD beschrijven met een DVD Super Multi-station . . . . . . .4-6
Behandeling van schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-15
Geluidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-17
De webcam gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-19
TOSHIBA-webcamtoepassing gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-20
TOSHIBA Gezichtsherkenning gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-21
Modem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-25
Draadloze communicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-28
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-31
Computer schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-33
De computer verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-34
Warmteverspreiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-35
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-1
Functietoetsen: F1 ... F12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Softkeys: FN-toetscombinaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Sneltoetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-3
Speciale Windows-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-5
ASCII-tekens genereren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-5
Hoofdstuk 6 Stroomvoorziening en spaarstanden
Stroomvoorzieningsomstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-1
Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-2
Accu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-3
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-5
De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-9
TOSHIBA Wachtwoordhulpprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-11
Opstartstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-13
Hoofdstuk 7 HW Setup en wachtwoorden
HW Setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7-1
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7-1
Het venster HW Setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7-1
Hoofdstuk 8 Optionele apparaten
Sleuf voor Bridge-media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-2
Aanvullende geheugenmodule . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-4
Accu-eenheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-7
Universele netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-7
Accu-oplader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-8
USB-diskettestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-8
eSATA (External Serial ATA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-10
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-11
HDMI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-12
Beveiligingsslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-15
Gebruikershandleiding xv
L500/L505/L500D/L505D
Hoofdstuk 9
Problemen oplossen
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-1
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-21
Hoofdstuk 10 Vrijwaringsverklaringen
Bijlage A Specificaties
Werkomgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-1
Bijlage B Beeldschermcontroller
Beeldschermcontroller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-1
Bijlage C Draadloos LAN
Kaartspecificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-1
Radiospecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-2
Ondersteunde subfrequenties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-2
Bijlage D Netsnoer en connectoren
Certificeringsinstanties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-1
Bijlage E TOSHIBA PC Health Monitor
TOSHIBA PC Health Monitor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-2
Bijlage F Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Index
xvi Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Gebruikershandleiding xvii
L500/L505/L500D/L505D
Voorwoord
Gefeliciteerd met uw nieuwe TOSHIBA-computer uit de
L500/L505/L500D/L505D-serie. Deze krachtige, hoogwaardige
notebookcomputer staat garant voor jarenlang betrouwbaar
computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden,
bijvoorbeeld voor multimediafunctionaliteit.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw computer uit de
L500/L505/L500D/L505D-serie gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag
gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren
van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van
optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een draagbare
computer hebt gewerkt, leest u eerst de hoofdstukken Inleiding en
Rondleiding om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen
en accessoires van de computer. Lees vervolgens Aan de slag voor
stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Bent u een ervaren computergebruiker, dan leest u dit voorwoord verder
door om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding, waarna u de
handleiding kunt doorbladeren om ermee vertrouwd te raken. Besteed met
name aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen van de inleiding
om kennis te maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor
de computer, en lees aandachtig HW Setup en wachtwoorden. Als u
externe apparaten zoals een printer gaat aansluiten, dient u hoofdstuk 8,
Optionele apparaten, te lezen.
Inhoud van de handleiding
Deze handleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken, bijlagen, een
woordenlijst en een index.
In hoofdstuk 1, Inleiding, vindt u een overzicht van de voorzieningen,
mogelijkheden en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer
geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Aan de slag, wordt een kort overzicht gegeven van het
gebruik van de computer.
Hoofdstuk 4, Basisbeginselen, bevat tips over het onderhoud van de
computer en over het gebruik van het touchpad, het optische schijfstation,
audio-/videobedieningsknoppen, de webcam, de microfoon, draadloze
communicatie en LAN.
In hoofdstuk 5, Het toetsenbord, worden speciale toetsenbordfuncties
beschreven, zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
In hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, vindt u informatie over
de voedingsbronnen en energiebesparingsmodi van de computer.
xviii Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
In hoofdstuk 7, HW Setup en wachtwoorden, wordt uitgelegd hoe u de
computer met het programma HW Setup kunt configureren. Verder leest u
hier hoe u een wachtwoord instelt.
In hoofdstuk 8, Optionele apparaten, wordt beschreven welke optionele
hardware beschikbaar is.
Hoofdstuk 9, Problemen oplossen, bevat nuttige informatie over het
uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze
als de computer niet correct lijkt te werken.
Hoofdstuk 10, Vrijwaringsverklaringen, bevat wettelijke voetnoten met
betrekking tot uw computer.
De bijlagen bieden technische informatie over de computer.
De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt.
Met behulp van de Index kunt u snel informatie in deze handleiding
opzoeken.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd
door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read
Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de
computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen
ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een
aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te
zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. ENTER duidt bijvoorbeeld
de ENTER-toets aan.
Gebruikershandleiding xix
L500/L505/L500D/L505D
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen
indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken
(+) tussen de toetsopschriften. Zo betekent CTRL + C dat u op C moet
drukken terwijl u CTRL ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt,
houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de derde.
Beeldscherm
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken
op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals
hieronder wordt geïllustreerd.
Terminologie
Deze term wordt in dit document als volgt gedefinieerd:
ABC
Wanneer u in een procedure een handeling moet
uitvoeren (bijvoorbeeld een pictogram aanklikken
of tekst invoeren), wordt de pictogramnaam of de
te typen tekst in het links weergegeven lettertype
gedrukt.
ABC
De namen van vensters en pictogrammen,
en door de computer gegenereerde tekst die op
het beeldscherm verschijnt, worden in het links
weergegeven lettertype gedrukt.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect
gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Start
Het woord ‘Start’ verwijst naar de knop ‘ ’ in
Microsoft
®
Windows Vista
®
.
xx Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Gebruikershandleiding xxi
L500/L505/L500D/L505D
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer
verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Zorg voor afdoende ventilatie
Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de
computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd
tegen oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een
netadapter wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de
computer in de slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af.
Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
hittebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel.
Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer.
Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op een tapijt of een ander
zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden
geblokkeerd.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in
systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de
computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te
stellen aan:
stof, vocht en direct zonlicht;
apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere
dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;
plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters;
xxii Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Vermijd extreme hitte, koude of vochtigheid.
vloeistoffen en bijtende chemicaliën;
Blessures door overbelasting
Lees zorgvuldig de Instructiegids voor veiligheid en comfort. Hierin wordt
toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig
toetsenbordgebruik kunt voorkomen.
Verhitting van computeroppervlakken
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak
zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan
langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de computer op
uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten - resulteren in rode
plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na
langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en
laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten aangezien hierdoor computeronderdelen beschadigd kunnen raken
of andere storingen kunnen ontstaan.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer
wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en
comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Gebruikershandleiding 1-1
L500/L505/L500D/L505D
Hoofdstuk 1
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst met de geleverde apparatuur en
beschrijft de voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Controlelijst van apparatuur
Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het
verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer u de volgende items hebt:
TOSHIBA L500/L505/L500D/L505D draagbare personal computer
Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht,
functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat
niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.
1-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Software
Het volgende Windows
®
-besturingssysteem en de volgende software zijn
vooraf geïnstalleerd.
Microsoft
®
Windows Vista
®
Modemstuurprogramma (kan alleen worden gebruikt voor modellen met
een modem)
Bluetooth-stuurprogramma (kan alleen worden gebruikt voor
Bluetooth-modellen)
schermstuurprogramma voor Windows
TOSHIBA Value Added Package
TOSHIBA Hardware Setup
TOSHIBA Supervisor Password
LAN-stuurprogramma
Stuurprogramma voor het aanwijsapparaat
Geluidsstuurprogramma voor Windows
Stuurprogramma voor draadloos LAN (kan alleen worden gebruikt voor
modellen met draadloos LAN)
Windows Mobiliteitscentrum
TOSHIBA Disc Creator
TOSHIBA Herstelschijf maken
TOSHIBA ConfigFree™
TOSHIBA-hulpprogramma’s voor SD-geheugenkaarten
TOSHIBA Assist
TOSHIBA DVD PLAYER
TOSHIBA Gezichtsherkenning (kan alleen worden gebruikt op
modellen met een webcam)
TOSHIBA-webcamtoepassing (kan alleen worden gebruikt op modellen
met een webcam)
TOSHIBA PC Health Monitor
Online handleiding
Documentatie
Gebruikershandleiding voor TOSHIBA L500/L505/L500D/L505D
draagbare personal computer
TOSHIBA L500/L505/L500D/L505D Aan de slag
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort (maakt deel uit van
gebruikershandleiding)
Garantie-informatie
Het hulpprogramma voor het formatteren van SD-geheugenkaarten en
andere SD-functies maken deel uit van de TOSHIBA-hulpprogramma’s
voor SD-geheugenkaarten. Als u de SD-hulpprogramma’s wilt verwijderen,
klikt u op Start −> Configuratiescherm −> Een programma verwijderen
en selecteert u TOSHIBA-hulpprogramma’s voor SD-geheugenkaarten.
Gebruikershandleiding 1-3
L500/L505/L500D/L505D
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items
ontbreken of beschadigd zijn.
Kenmerken
Deze computer biedt de volgende voorzieningen en voordelen:
Processor
Geheugen
Ingebouwd Het type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw
model bevat, opent u TOSHIBA
PC-diagnoseprogramma door te klikken op
Start −> Alle programma’s −> TOSHIBA −>
Hulpprogramma’s −> PC-diagnoseprogramma.
Chipset Mobile Intel
®
GM45 Express-chipset
Mobile Intel
®
GL40 Express-chipset
of
AMD M780G-chipset
AMD M780V-chipset
Sleuven PC4-6400-geheugenmodules van 1 GB, 2 GB of
4 GB kunnen worden geïnstalleerd in de twee
geheugensleuven.
De maximale grootte en snelheid van het
systeemgeheugen hangen af van het
aangeschafte model.
Voor gebruikers van een 32-bits versie van Windows: Als uw computer is
geconfigureerd met twee geheugenmodules van 2 GB of meer, kan de
geheugencapaciteit worden weergegeven als slechts circa 3 GB
(afhankelijk van de hardwarespecificaties van de computer).
Dit is correct aangezien het besturingssysteem gewoonlijk de beschikbare
hoeveelheid geheugen weergeeft in plaats van de hoeveelheid fysiek
geheugen (RAM) die in de computer is ingebouwd.
Diverse systeemcomponenten (zoals de GPU van de grafische kaart en
PCI-apparaten zoals draadloos LAN) vereisen hun eigen geheugenruimte.
Aangezien een 32-bits besturingssysteem niet meer dan 4 GB geheugen
kan adresseren, overlappen deze systeembronnen het fysieke geheugen.
Het is een technische beperking dat het overlappende geheugen niet
beschikbaar is voor het besturingssysteem.
Hoewel sommige hulpprogramma’s de daadwerkelijke hoeveelheid fysiek
geheugen in de computer kunnen weergeven, is er nog steeds slechts
circa 3 GB geheugen beschikbaar voor het besturingssysteem.
1-4 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Schijven
De maximale hoeveelheid geheugen die kan worden geïnstalleerd in
modellen met een Mobile Intel
®
GL40 Express-chipset is 4 GB.
De PC2-6400-geheugenmodule werkt op PC2-5300-snelheid bij
gebruik van een AMD Athlon/Sempron-processor.
Video-RAM De hoeveelheid video-RAM hangt af van het
gekochte model.
Model met Mobile Intel
®
GM45 Express-chipset/
Mobile Intel
®
GL40 Express-chipset:
video-RAM wordt gedeeld met het
hoofdgeheugen waarbij de verdeling afhangt van
de technologie voor dynamisch videogeheugen.
Model met Mobile Intel
®
GM45 Express-chipset
in grafische chip van ATI Mobility Radeon™ HD
4570: extern 256/512 MB
Model met Mobile Intel
®
GM45 Express-chipset
in grafische chip van ATI Mobility Radeon™ HD
4650: extern 1 GB
Model met AMD M780G-chipset/AMD M780V-
chipset:
Video-RAM wordt gedeeld met hoofdgeheugen,
waarbij de verdeling afhangt van ATI
HyperMemory™.
Model met AMD M780G-chipset in grafische chip
van ATI Mobility Radeon™ HD 4570:
extern 256/512 MB
Vaste schijf Deze computer is uitgerust met een van de
volgende soorten vaste schijven (HDD).
Vaste schijf
120 GB
160 GB
250 GB
320 GB
400 GB
500 GB
Houd er rekening mee dat een deel van de ruimte
op de vaste schijf wordt gebruikt voor
beheerdoeleinden.
Er kunnen vaste schijven met andere grootten worden uitgebracht.
Gebruikershandleiding 1-5
L500/L505/L500D/L505D
Optisch station
De computer is uitgerust met een DVD Super Multi-stationsmodule van
volledige grootte waarmee u CD’s en DVD’s kunt gebruiken zonder
adapter.
Toetsenbord
DVD Super
Multi-station
Het station leest DVD-ROM’s op maximaal
8-speed en CD-ROM’s op maximaal 24-speed,
de schrijfsnelheid voor CD-R’s is maximaal
24-speed, voor CD-RW’s 24-speed, voor
DVD-RW’s 6-speed, voor DVD-R’s, DVD+R’s en
DVD+RW’s 8-speed, voor DVD-R (Dual Layer)
6-speed, voor DVD+R (Double Layer) 6-speed
en voor DVD-RAM 5-speed en de volgende
indelingen worden ondersteund:
CD-R
CD-RW
DVD-ROM
DVD-Video
CD-DA
CD-Text
Photo CD™ (single-/multisessie)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
Adresseringsmethode 2
DVD-R
DVD-R (Dual Layer):
DVD-RW
DVD+R
DVD+R (Double Layer)
DVD+RW
DVD-RAM
Ingebouwd Het ingebouwde toetsenbord bevat speciale
geïntegreerde cursorbesturingstoetsen en de
toetsen en . Het toetsenbord is
compatibel met het uitgebreide IBM
®
-
toetsenbord. Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord,
voor meer informatie.
1-6 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Aanwijsapparaat
Voeding
Poorten
Sleuven
Ingebouwd touchpad Met het geïntegreerde touchpad en de
besturingsknoppen in de polssteun kunt u de
schermaanwijzer verplaatsen en bijvoorbeeld
door de inhoud van vensters schuiven.
Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door
één oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
RTC-batterij De computer heeft een interne batterij voor de
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
Netadapter De netadapter voorziet het systeem van stroom
en laadt de accu’s op wanneer deze opraken.
De netadapter wordt geleverd met een
verwisselbaar netsnoer met een 2-pins of 3-pins
stekker.
Aangezien de netadapter universeel is,
ondersteunt hij netspanningen tussen 100 en
240 volt; houd er echter rekening mee dat de
uitgangsstroom varieert al naar gelang het model.
Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren
in beschadiging van de computer. Raadpleeg de
paragraaf Netadapter in hoofdstuk 2, Rondleiding.
Externe monitor Deze computer heeft een 15-pins analoge
VGA-poort. Via deze poort kunt u een externe
monitor op de computer aansluiten.
Universal Serial Bus
(USB 2.0)
De computer ondersteunt meerdere Universal
Serial Bus-poorten die voldoen aan de
USB 2.0-norm.
Een van de USB-poorten heeft een
eSATA-functie (External Serial ATA).
Bridge-media In deze sleuf kunt u een SD/SDHC-
geheugenkaart, miniSD/microSD-kaart,
Memory Stick
®
(PRO) of MultiMediaCard
plaatsen. Zie hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Gebruikershandleiding 1-7
L500/L505/L500D/L505D
Multimedia
Communicatie
Geluidssysteem Het ingebouwde geluidssysteem ondersteunt de
interne luidsprekers en microfoon van de
computer en biedt aansluitingsmogelijkheden
voor een externe microfoon en een
hoofdtelefoon.
Webcam Een webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto’s kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma zoals Windows Live
Messenger. Met de Toshiba-webcatoepassing
kunt u diverse video-effecten aan uw video of
foto toevoegen.
HDMI-uit-poort Op de HDMI-uit-poort kan een HDMI-kabel met
een Type A-connector worden aangesloten.
(Afhankelijk van de hardwarespecificaties van de
computer.)
De HDMI-kabel kan video- en audiosignalen
verzenden.
Hoofdtelefoonaan-
sluiting
Op deze aansluiting kunt u een
stereohoofdtelefoon (minimaal 16 ohm)
aansluiten. Als u een hoofdtelefoon aansluit,
worden de interne luidsprekers automatisch
uitgeschakeld.
Microfoonaansluiting Een 3,5-mm minimicrofoonaansluiting waarop
een ministekker voor stereomicrofooninvoer en
een stereoapparaat voor geluidsinvoer kunnen
worden aangesloten.
Modem Sommige modellen zijn uitgerust met een interne
modem. De ingebouwde modem voorziet in
gegevens- en faxcommunicatie en ondersteunt
de standaard V.90 (V.92). De modem bevat een
modemaansluiting voor aansluiting op de
telefoonlijn. De standaards V.90 en V.92 worden
uitsluitend ondersteund in de VS, Canada,
het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland.
In andere gebieden wordt alleen de standaard
V.90 ondersteund. Houd er rekening mee dat de
snelheid van gegevens- en faxverzending
afhankelijk is van de toestand van de analoge
telefoonlijn.
1-8 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Beveiliging
Software
Het interne beeldscherm van de computer ondersteunt videobeelden met
hoge resolutie en kan in diverse standen worden gezet voor maximaal
comfort en optimale leesbaarheid.
LAN De computer heeft ingebouwde ondersteuning
voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde,
10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits
per seconde, 100BASE-TX).
Bluetooth Sommige computers in deze serie beschikken
over een Bluetooth-functie voor draadloze
communicatie waardoor er geen snoeren meer
nodig zijn tussen elektronische apparaten zoals
computers, printers en mobiele telefoons. Als
deze functie is ingeschakeld, biedt Bluetooth een
veilige en betrouwbare, draadloze
netwerkomgeving.
Draadloos LAN Sommige computers in deze serie zijn uitgerust
met een draadloos LAN-module. Deze module is
compatibel met andere LAN-systemen die zijn
gebaseerd op de DSSS-/OFDM-radiotechnologie
(Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal
Frequency Division Multiplexing) en die voldoen
aan de IEEE 802.11-norm.
De verzendsnelheid via het draadloze LAN en het maximale bereik van
het draadloze LAN kunnen variëren al naar gelang de
elektromagnetische omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van
toegangspunten, clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie.
De vermelde verzendsnelheid is de theoretische maximumsnelheid
van de desbetreffende norm. De daadwerkelijke verzendsnelheid zal
lager zijn dan de theoretische maximumsnelheid.
Sleuf
beveiligingsslot
Hiermee kan de computer door middel van een
beveiligingsslot aan een bureau of ander groot
voorwerp worden verankerd.
Besturingssysteem Microsoft
®
Windows Vista
®
is beschikbaar.
Raadpleeg het gedeelte over vooraf geïnstalleerde
software aan het begin van dit hoofdstuk.
TOSHIBA
Hulpprogramma’s
Een aantal hulp- en stuurprogramma’s is vooraf
geïnstalleerd om het gebruik van de computer te
vergemakkelijken. Raadpleeg het gedeelte
Hulpprogramma’s en toepassingen, verderop in
dit hoofdstuk.
Gebruikershandleiding 1-9
L500/L505/L500D/L505D
Speciale voorzieningen
De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn
geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer
vergemakkelijken.
U hebt toegang tot elke functie door de volgende stappen uit te voeren.
* Voor toegang tot opties voor energiebeheer klikt u op Start −>
Configuratiescherm −> Systeem en onderhoud −> Energiebeheer.
Plug en Play Wanneer u een extern apparaat op de computer
aansluit of een onderdeel installeert, stelt de Plug
en Play-capaciteit het systeem in staat om de
verbinding te herkennen en automatisch de
nodige configuratiewijzigingen aan te brengen.
Sneltoetsen Sneltoetsen zijn speciale toetscombinaties
waarmee u snel de systeemconfiguratie kunt
wijzigen zonder een systeemprogramma te
hoeven gebruiken.
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen
*
Met deze functie wordt de stroom naar het
scherm van de computer automatisch stopgezet
als het toetsenbord een bepaalde tijd niet is
gebruikt, waarbij de stroom weer wordt
ingeschakeld als er een toets wordt ingedrukt.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen
*
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste
schijf automatisch stopgezet als een bepaalde
tijd geen activiteit op de vaste schijf heeft
plaatsgevonden waarbij de stroom weer wordt
ingeschakeld wanneer de vaste schijf weer wordt
gebruikt. Dit kan worden ingesteld via
Energiebeheer.
Systeem in
slaapstand/
sluimerstand
*
Met deze functie wordt het systeem automatisch
in de slaapstand of de sluimerstand gezet als een
bepaalde tijd lang geen invoer of
hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Wachtwoord voor
opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging:
supervisor en gebruiker. Hierdoor kunt u
voorkomen dat onbevoegden uw computer
gebruiken.
Directe beveiliging Een speciale sneltoets vergrendelt het systeem
automatisch en zorgt zo voor
gegevensbeveiliging.
1-10 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Intelligente
stroomvoorziening
*
Een microprocessor in de intelligente
stroomvoorziening van de computer detecteert
de acculading en berekent automatisch de
resterende accucapaciteit; de elektronische
onderdelen worden beschermd tegen abnormale
omstandigheden zoals extreme spanningspieken
vanuit de netadapter. Dit kan worden ingesteld
via Energiebeheer.
Energiebesparings-
modus
*
Met deze voorziening kunt u de computer
configureren om accu-energie te besparen.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Automatische
sluimerstand bij lage
acculading
*
Als de acculading zover is gedaald dat u de
computer niet meer kunt gebruiken, wordt
automatisch de sluimerstand geactiveerd en
wordt het systeem afgesloten. Dit kan worden
ingesteld via Energiebeheer.
Warmteverspreiding
*
Ter bescherming tegen oververhitting heeft de
processor een interne temperatuursensor
waardoor, als de interne temperatuur van de
computer een bepaald niveau bereikt,
de ventilator wordt aangezet of de
CPU-verwerkingssnelheid wordt verlaagd.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Als de temperatuur van de processor bij een van beide instellingen een
onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In dat geval gaan alle
niet-opgeslagen gegevens in het geheugen verloren.
Sluimerstand Met deze functie kunt u de stroom naar de
computer uitschakelen zonder de software te
hoeven sluiten. De inhoud van het
hoofdgeheugen wordt automatisch op de vaste
schijf opgeslagen, zodat u uw werk kunt
hervatten op de plaats waar u was opgehouden
wanneer u de computer weer aanzet. Raadpleeg
de paragraaf De computer uitschakelen in
hoofdstuk 3, Aan de slag, voor meer informatie.
Slaapstand Als u uw werk moet onderbreken, kunt u met deze
functie de computer uitschakelen zonder de
software te hoeven sluiten De gegevens worden
opgeslagen in het hoofdgeheugen van de
computer, zodat u kunt verder werken waar u was
gebleven wanneer u de computer weer aanzet.
Gebruikershandleiding 1-11
L500/L505/L500D/L505D
TOSHIBA Value Added Package
In dit gedeelte worden de TOSHIBA-voorzieningen beschreven die vooraf
op de computer zijn geïnstalleerd.
Hulpprogrammas en toepassingen
In deze paragraaf worden de op de computer voorgeïnstalleerde
hulpprogramma’s beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma’s
start. Raadpleeg de online handleiding, de Help-bestanden of het bestand
Leesmij.txt bij elk hulpprogramma voor informatie over toepassing en het
gebruik.
TOSHIBA Power
Saver
TOSHIBA Power Saver biedt diverse functies
voor energiebeheer.
TOSHIBA
Hulpprogramma
Zoom
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen
op het bureaublad vergroten of verkleinen en het
zoompercentage instellen voor specifieke
toepassingen.
TOSHIBA PC-
diagnoseprogramma
Het TOSHIBA PC-diagnoseprogramma toont
basisgegevens over de configuratie van de
computer en biedt de mogelijkheid de
functionaliteit van bepaalde ingebouwde
hardwareapparaten in de computer te testen.
TOSHIBA-
flashkaarten
TOSHIBA-flashkaarten bieden een snelle manier
om geselecteerde systeemfuncties te wijzigen en
toepassingen te starten.
Sneltoetsfunctie
TOSHIBA-functie om hulpprogramma’s te
starten
TOSHIBA
Toegankelijkheid
Het hulpprogramma TOSHIBA Toegankelijkheid
biedt ondersteuning voor gebruikers met
bewegingsbeperkingen wanneer ze de
TOSHIBA-sneltoetsfuncties willen gebruiken.
Met dit hulpprogramma kunt u de FN-toets
vastzetten. U drukt dan eenmaal op de FN-toets,
laat de toets los en drukt op een van de
functietoetsen (F-toetsen) om de functie ervan te
activeren. De FN-toets blijft in dit geval actief
totdat een andere toets wordt ingedrukt.
Bluetooth-stack voor
Windows van
Toshiba
Door middel van deze software kunnen de
computer en externe Bluetooth-apparaten zoals
printers en mobiele telefoons draadloos met
elkaar communiceren.
Bluetooth-functies kunnen niet worden gebruikt in modellen waarin geen
Bluetooth-module is geïnstalleerd.
1-12 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
TOSHIBA Assist TOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u toegang krijgt tot
speciale hulpprogramma’s en toepassingen die
het gebruik en de configuratie van de computer
vereenvoudigen.
HW Setup U start dit hulpprogramma door op de
Windows-knop Start te klikken, Alle
programma’s, TOSHIBA en Hulpprogramma’s
aan te wijzen en HWSetup te selecteren.
TOSHIBA ConfigFree TOSHIBA ConfigFree bestaat uit een reeks
hulpprogramma’s waarmee u communicatie-
apparaten en netwerkverbindingen beheert,
communicatieproblemen opspoort en profielen
maakt om eenvoudig te schakelen tussen
locaties en communicatienetwerken. U opent dit
hulpprogramma door te klikken op Start −> Alle
programma’s −> TOSHIBA −> ConfigFree.
TOSHIBA Disc
Creator
U kunt CD’s en DVD’s in diverse indelingen
maken, waaronder audio-CD’s die op een
standaard-CD-speler kunnen worden
afgespeeld, en data-CD’s/-DVD’s voor het
opslaan van bestanden en mappen op de vaste
schijf van uw computer. Deze software kan
worden gebruikt op modellen met een DVD
Super Multi-station.
U start dit hulpprogramma door te klikken op
Start −> Alle programma’s −> TOSHIBA −>
CD- & DVD-toepassingen −> Disc Creator.
TOSHIBA DVD-RAM-
hulpprogramma
Dit hulpprogramma biedt functies voor fysiek
formatteren en schrijfbeveiliging voor DVD-RAM.
Dit hulpprogramma maakt deel uit van de module
TOSHIBA Disc Creator. U start dit
hulpprogramma door te klikken op
Start −> Alle programma’s −> TOSHIBA −>
CD- & DVD-toepassingen −>
DVD-RAM-hulpprogramma.
Gebruikershandleiding 1-13
L500/L505/L500D/L505D
Windows
Mobiliteitscentrum
Het Mobiliteitscentrum is een hulpprogramma dat
in één venster snel toegang biedt tot diverse
instellingen voor draagbare pc’s. Standaard biedt
het besturingssysteem maximaal acht groepen
aan, terwijl twee extra groepen worden
toegevoegd aan het Mobiliteitscentrum.
Computer vergrendelen:
Hiermee kunt u de computer vergrendelen
zonder deze uit te schakelen. Dit heeft hetzelfde
resultaat als de knop Vergrendelen, onder in het
rechterdeel van het menu Start.
TOSHIBA Assist:
Hiermee kunt u TOSHIBA Assist openen als dit
is als op uw computer is geïnstalleerd.
TOSHIBA DVD
PLAYER
Deze software wordt meegeleverd voor
weergave van DVD-Video. De speler heeft een
scherminterface en -functies. Klik op Start −>
Alle programma’s −> Toshiba DVD Player.
Er kunnen frames wegvallen, het geluid kan overslaan en het geluid en
beeld kunnen niet meer synchroon lopen tijdens de weergave van
bepaalde DVD-Video-titels. Sluit de netadapter van de computer aan
wanneer u een DVD-video afspeelt. Energiebesparende functies kunnen
een vloeiende weergave verstoren.
TOSHIBA
Gezichtsherkenning
TOSHIBA Gezichtsherkenning gebruikt een
bibliotheek voor gezichtsverificatie om het
gezicht van de gebruiker te verifiëren wanneer
deze zich aanmeldt bij Windows. Als de
verificatie is geslaagd, wordt de gebruiker
automatisch aangemeld bij Windows. De
gebruiker hoeft in dit geval dus geen wachtwoord
in te voeren, waardoor de aanmelding
gemakkelijker verloopt.
TOSHIBA-
webcamtoepassing
TOSHIBA-webcamtoepassing is vooraf zo
geconfigureerd dat het wordt gestart wanneer u
Windows Vista
®
start. Als u het programma
opnieuw moet starten, gaat u naar
Start −> Alle programma’s −> TOSHIBA −>
Hulpprogramma’s −> Webcamtoepassing.
TOSHIBA HDD/
SSD-waarschuwing
TOSHIBA HDD/SSD-waarschuwing gebruikt de
functies van de wizard om de status van het
schijfstation te controleren en een
systeembackup uit te voeren.
1-14 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Opties
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door
een aantal opties toe te voegen. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenuitbreiding U kunt gemakkelijk een geheugenmodule van
1024, 2048 of 4096 MB (RC2-6400) in de
computer installeren.
Accu-eenheid Een extra accu-eenheid als reserve of ter
vervanging. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, meer
informatie.
Netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee
om voor elke locatie een extra netadapter te
kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee
te nemen.
USB-diskettestation Het USB-diskettestation ondersteunt diskettes
van 1,44 MB of 720 KB en wordt aangesloten op
een USB-poort van de computer. In Windows
Vista
®
kunt u diskettes van 720 KB niet
formatteren, maar u kunt wel eerder
geformatteerde diskettes lezen en beschrijven.
Beveiligingsslot U kunt een beveiligingskabel aan de computer
bevestigen om de computer te beschermen
tegen diefstal.
Gebruikershandleiding 2-1
L500/L505/L500D/L505D
Hoofdstuk 2
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
geïdentificeerd. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de
computer aan de slag gaat.
Voorkant met gesloten beeldscherm
De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het
beeldscherm gesloten.
Afbeelding 2-1 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
1. Volumeregeling
2. Sleuf voor Bridge-media
1
2
Volumeregeling
Gebruik deze regelaar om het volume van de
interne stereoluidsprekers en de optionele
stereohoofdtelefoon (mits aangesloten) af te
stemmen. Schuif de volumeregelaar naar links
om het volume te verlagen en naar rechts om het
volume te verhogen.
Sleuf voor
Bridge-media
In deze sleuf kunt u een SD/SDHC-
geheugenkaart, miniSD/microSD-kaart,
Memory Stick
®
(PRO) of MultiMediaCard
plaatsen. Zie hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de sleuf voor Bridge-media komen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
2-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Linkerkant
De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Afbeelding 2-2 Linkerkant van de computer
1. Luchtopeningen
2. Poort voor externe monitor
3. LAN-aansluiting
*4. HDMI-uit-poort
5. eSATA/USB-combinatiepoort
6. Microfoonaansluiting
7. Hoofdtelefoonaansluiting
* Afhankelijk van het gekochte model.
1 2 63 4 5 7
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de processor te
beschermen tegen oververhitting.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg ervoor dat er nooit metalen
voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de koelopeningen
komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden,
waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Poort voor externe
monitor
Via deze poort kunt u een externe monitor op de
computer aansluiten.
LAN-aansluiting Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter ondersteunt zowel
Ethernet LAN (10 megabits per seconde,
10BASE-T) als Fast Ethernet LAN (100 megabits
per seconde, 100BASE-TX). Het LAN heeft twee
lampjes. Zie hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor
meer informatie.
Op de LAN-poort mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten.
Als u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
Koppel de LAN-kabel niet aan een voedingsbron. Als u dit doet,
kunnen schade of storingen optreden.
Gebruikershandleiding 2-3
L500/L505/L500D/L505D
Rechterkant
De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Afbeelding 2-3 Rechterkant van de computer
HDMI-uit-poort Op de HDMI-uit-poort kan een HDMI-kabel met
een Type A-connector worden aangesloten. Een
HDMI-kabel kan video- en audiosignalen
verzenden. (Meegeleverd bij sommige
modellen.)
eSATA/USB-
combinatiepoort
Deze USB-poort (Universal Serial Bus), die
voldoet aan de USB 2.0-standaard, bevindt zich in
de linkerkant van de computer. Deze poort heeft
een eSATA-functie (External Serial ATA).
Microfoonaansluiting Een 3,5-mm minimicrofoonaansluiting waarop
een ministekker voor monomicrofooninvoer en
een stereoapparaat voor geluidsinvoer kunnen
worden aangesloten.
Hoofdtelefoonaan-
sluiting
Een 3,5-mm minihoofdtelefoonaansluiting
waarop u een stereohoofdtelefoon
(minimaal 16 ohm) kunt aansluiten. Als u een
hoofdtelefoon aansluit, worden de interne
luidsprekers automatisch uitgeschakeld.
1 2 3 4 5
1. Optisch station
2. Universal Serial Bus (USB 2.0)-poorten
*3. Modemaansluiting
4. Gelijkstroomingang (19 V)
5. Sleuf beveiligingsslot
* Afhankelijk van het gekochte model.
Optisch station Deze computer is geconfigureerd met een DVD
Super Multi-station. Het station ondersteunt
snelle uitvoering van CD-ROM- en
DVD-ROM-programma’s.
Universal Serial Bus
(USB 2.0)-poorten
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 2.0-
standaard, bevinden zich aan de rechterkant van
de computer.
2-4 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Modemaansluiting U kunt de modemaansluiting gebruiken om het
modem rechtstreeks via een modemkabel aan te
sluiten op een telefoonlijn.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
ingebouwde modem.
Als de computer wordt aangesloten op een andere communicatielijn
dan een analoge telefoonlijn, kan de computer defect raken.
Sluit de ingebouwde modem alleen aan op normale analoge
telefoonlijnen.
Sluit de ingebouwde modem nooit aan op een digitale lijn (ISDN).
Sluit de ingebouwde modem nooit aan op de digitale aansluiting van
een openbare telefoon of op een digitale telefooncentrale (PBX).
Sluit het ingebouwde modem nooit aan op een huiscentrale in een
woning of bedrijf.
Gebruik de computermodem niet tijdens onweer terwijl de
telefoonkabel is aangesloten. Bliksem kan elektrische schokken
veroorzaken.
Gelijkstroomingang
(19 V)
De netadapter wordt op deze ingang
aangesloten om de computer van stroom te
voorzien en om de interne accu’s te laden. Let
erop dat u alleen het type netadapter gebruikt dat
bij de computer is geleverd ten tijde van de
aankoop. Het gebruik van een verkeerde
netadapter kan de computer beschadigen.
Sleuf
beveiligingsslot
Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
bevestigen waarmee u de computer aan een
bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren
ter bescherming tegen diefstal.
Gebruikershandleiding 2-5
L500/L505/L500D/L505D
Onderkant
De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer.
Zorg ervoor dat het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt
omgedraaid om schade te voorkomen.
Afbeelding 2-4 De onderkant van de computer
1. Accu
2. Accuvergrendelingsschuif
3. Ontgrendelingsschuif accuhouder
4. Luchtopeningen
5. Sleuven voor geheugenmodules
6. Vaste schijf
4
5
6
123
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is
aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor meer
informatie over het gebruik van de accu-eenheid.
Accuvergrendelings-
schuif
Schuif de accuvergrendeling in de ontgrendelde
stand om de accu-eenheid te kunnen
verwijderen.
Ontgrendelingsschuif
accuhouder
Zet de accuvergrendeling in de ontgrendelde
stand, zodat u de accu-eenheid kunt verwijderen.
Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie over het
verwijderen van de accu-eenheid.
Luchtopeningen De luchtopeningen van de computer dienen om
de processor te beschermen tegen
oververhitting.
1
2
2-6 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Voorkant met geopend beeldscherm
In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm
beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een
comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Afbeelding 2-5 De voorkant van de computer met geopend beeldscherm
Sleuven voor
geheugenmodules
Hier bevinden zich de sleuven voor de
geheugenmodule. In deze sleuven kunt u (extra)
geheugenmodules plaatsen, vervangen en
verwijderen. Raadpleeg de paragraaf
Aanvullende geheugenmodule in hoofdstuk 8,
Optionele apparaten, voor meer informatie.
Vaste schijf De vaste schijf vormt het belangrijkste
opslagmedium van de computer. De schijfgrootte
hangt af van het aangeschafte model.
1. Beeldscherm
2. Aan/uit-knop
3. Luidsprekers
4. Touchpad
5. Touchpadbesturingsknoppen
6. Systeemlampjes
*7. Voorste bedieningspaneel
8. Beeldschermscharnier
*9. Microfoon
*10. Webcam
*11. Webcamlampje
12. LCD-sensorschakelaar
* Afhankelijk van het gekochte model.
1
2
3
4
5
6
7
3
9
1011
8
12
Gebruikershandleiding 2-7
L500/L505/L500D/L505D
Beeldscherm Denk eraan dat als de computer door de accu
wordt gevoed, het scherm er niet zo helder uit zal
zien als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit
verschil in helderheid dient om accu-energie te
besparen wanneer de computer op de accu
werkt. Raadpleeg de paragraaf
Beeldschermcontroller in bijlageB voor meer
informatie over het beeldscherm van de
computer.
Aan/uit-knop Druk op de aan/uit-knop om de computer in en
uit te schakelen.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat door
uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de luidsprekers terechtkomen.
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips in de computer of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde
metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Touchpad Met het touchpad in het midden van de polssteun
hebt u controle over de bewegingen van de
schermaanwijzer. Meer informatie vindt u in de
paragraaf Het touchpad gebruiken in
hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
Touchpadbesturings-
knoppen
Met de besturingsknoppen onder het touchpad
kunt u menuopties selecteren en bewerkingen
uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de
schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Systeemlampjes Via deze lampjes kunt u de status van diverse
computerfuncties controleren; deze worden
nader omschreven in de paragraaf
Systeemlampjes.
Voorste
bedieningspaneel
(vier knoppen)
Er zijn vier knoppen beschikbaar:
Afspelen/Pauze, Vorige, Volgende, Dempen.
Met deze knoppen kunt u audio en video
bedienen, toepassingen uitvoeren en toegang
krijgen tot hulpprogrammas. (Meegeleverd bij
sommige modellen.)
2-8 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Beeldscherm-
scharnier
Het beeldschermscharnier zorgt dat het scherm
in de gewenste stand blijft staan
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing importeren en opnemen.
Raadpleeg de paragraaf Geluidssysteem in
hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor meer
informatie. Sommige modellen zijn uitgerust met
een microfoon.
Webcam Een webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto’s kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma zoals Windows Live
Messenger. Met de Toshiba-webcatoepassing
kunt u diverse video-effecten aan uw video of
foto toevoegen.
De webcam biedt ook de mogelijkheid video te
verzenden en te chatten met videobeelden via
internet met behulp van speciale toepassingen.
Het aantal effectieve pixels voor deze webcam
bedraagt 0,3 miljoen of 1,0 miljoen (maximale
grootte van foto’s bij 0,3 M: 640x480 pixels;
maximale grootte van foto’s bij 1,0 M:
1280x800 pixels).
Verwijder het plastic beschermfolie voordat u de
webcam gaat gebruiken.
Raadpleeg de paragraaf De webcam gebruiken
in hoofdstuk 4, Basisbeginselen. Sommige
modellen zijn uitgerust met een webcam.
Webcamlampje
Het webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
Verwijder het plastic beschermfolie voordat u de
webcam gaat gebruiken.
Gebruikershandleiding 2-9
L500/L505/L500D/L505D
Voorste bedieningspaneel
Naast de aan/uit-knop zijn sommige modellen voorzien van vier knoppen.
Afbeelding 2-6 Voorste bedieningspaneel
Beschikbaar voor gebruik: Afspelen/Pauze, Vorige, Volgende, Dempen.
Met deze knoppen kunt u audio en video bedienen, toepassingen uitvoeren
en toegang krijgen tot hulpprogramma’s. Raadpleeg de paragraaf Voorste
bedieningspaneel in hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor meer informatie.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het
oppervlak te voorkomen.
Knop Afspelen/
Pauzeren
Druk op deze knop om te beginnen met het
afspelen van een audio-CD, DVD-film of digitale
audiobestanden. Deze knop fungeert tevens als
pauzeknop.
Knop Vorige Druk op deze knop om naar het vorige nummer
of hoofdstuk of de vorige gegevens te gaan.
Knop Volgende Druk op deze knop om het volgende nummer of
hoofdstuk of de vorige gegevens af te spelen.
Knop Dempen Druk op deze knop om het geluid in en uit te
schakelen.
2-10 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Systeemlampjes
De systeemlampjes voor bepaalde computerbewerkingen branden terwijl
die bewerkingen worden uitgevoerd.
Afbeelding 2-7 Systeemlampjes
DC IN Het DC IN-lampje brandt normaliter groen als de
computer stroom krijgt via de netadapter. Als er
problemen zijn met de uitgangsspanning van de
adapter of met de stroomvoorziening van de
computer, gaat dit lampje echter uit.
Voeding Het aan/uit-lampje brandt groen als de computer
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in
de slaapstand, knippert dit lampje oranje - één
seconde aan, twee seconden uit - zowel terwijl
het systeem wordt afgesloten als wanneer het
uitgeschakeld blijft.
Accu Het acculampje toont het ladingsniveau van de
accu: groen betekent volledig opgeladen, oranje
dat de accu wordt opgeladen en knipperend oranje
dat de accu bijna leeg is. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor meer
informatie over deze functie.
Vaste schijf/optisch
station/eSATA
Het lampje voor vaste schijf/optisch station/
eSATA brandt groen wanneer de computer
toegang heeft tot de geïntegreerde vaste schijf of
de andere stations. Het lampje brandt oranje
terwijl een CD of DVD wordt geladen.
Sleuf voor
Bridge-media
Het statuslampje voor de Bridge-media-sleuf
brandt groen wanneer de computer toegang tot
de sleuf heeft.
Gebruikershandleiding 2-11
L500/L505/L500D/L505D
Toetsenbordlampjes
In de volgende afbeelding wordt de positie aangegeven van het CAPS
LOCK-lampje en het NUM LOCK-lampje.
Afbeelding 2-8 Toetslampjes
CAPS LOCK Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor
lettertoetsen.
NUM LOCK Als het NUM LOCK-lampje groen brandt, kunt u
de numerieke functies van de toetsen rechts op
het toetsenbord gebruiken. Als het lampje uit is,
worden de andere opdrachten van de toetsen
geactiveerd. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het
toetsenbord, voor meer informatie.
2-12 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Optische schijfstations
De computer is geconfigureerd met een DVD Super Multi-station. Een
seriële ATA-interfacecontroller wordt gebruikt voor de bediening van
CD’s/DVD’s van 12 en 8 cm. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een
CD/DVD, gaat het lampje op het station branden. Voor meer informatie
over het plaatsen en verwijderen van schijven raadpleegt u de paragraaf
Een CD/DVD beschrijven met een DVD Super Multi-station in Hoofdstuk 4,
Basisbeginselen.
Regiocodes voor DVD-stations en -media
DVD Super Multi-stations en de bijbehorende media worden vervaardigd
conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het
afspelen van DVD-video’s te voorkomen dient u bij de aanschaf van
DVD-video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor uw station.
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare CD’s en
DVD’s beschreven. Controleer in de specificaties van uw station welke
schijftypen kunnen worden beschreven. Gebruik TOSHIBA Disc Creator
om CD’s te beschrijven. Raadpleeg hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor
meer informatie.
CD’s
Beschrijfbare CD’s (CD-R’s) kunnen slechts één keer worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of
veranderd.
CD-RW-schijven, zoals multispeed CD-RW’s, high-speed CD-RW’s en
ultra-speed CD-RW’s kunnen meer dan één keer worden beschreven.
Code Regio
1 Canada, Verenigde Staten
2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten
3 Zuidoost-Azië, Oost-Azië
4 Australië, Nieuw Zeeland, Stille-Oceaaneilanden,
Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caribisch gebied
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-Korea,
Mongolië
6 China
Gebruikershandleiding 2-13
L500/L505/L500D/L505D
DVD’s
DVD-R, DVD+R, DVD-R (Dual Layer) en DVD+R (Double Layer)
kunnen slechts één keer worden beschreven. De opgenomen
gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
DVD Super Multi-station
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder
adapter gegevens op beschrijfbare CD’s/DVD’s vastleggen en CD’s/DVD’s
van 12 of 8 cm gebruiken.
DVD-R (Dual Layer)- en DVD+R (Dual Layer)-schijven in bepaalde
indelingen kunnen onleesbaar zijn.
In het midden van een schijf is de snelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal)
DVD-R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD-R DL schrijven 6-speed (maximaal)
DVD-RW schrijven 6-speed (maximaal)
DVD+R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD+R DL schrijven 6-speed (maximaal)
DVD+RW schrijven 8-speed (maximaal)
DVD-RAM schrijven 5-speed (maximaal)
CD lezen 24-speed (maximaal)
CD-R schrijven 24-speed (maximaal)
CD-RW schrijven 24-speed (maximaal, Ultra-speed media)
2-14 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Netadapter
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen
90 en 264 volt en aan een frequentie van 47 of 63 hertz, waardoor u de
computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet
wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de
computer wordt geleverd.
Om de accu op te laden sluit u de netadapter eenvoudig aan op een
voedingsbron en op de computer. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor meer informatie.
Afbeelding 2-9 De netadapter (2-pins stekker)
Afbeelding 2-10 De netadapter (3-pins stekker)
Afhankelijk van het model wordt een 2-pins of 3-pins adapter/netsnoer
bij de computer geleverd.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet
buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik van de adapter/
computer in andere regio’s, dient u een netsnoer aan te schaffen dat
voldoet aan de veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is meegeleverd
of gebruik een andere netadapter die door Toshiba wordt aanbevolen om
het risico van brand of andere schade aan de pc te vermijden. Het gebruik
van een incompatibele netadapter kan leiden tot brand of schade aan de
computer, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding 3-1
L500/L505/L500D/L505D
Hoofdstuk 3
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te
gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
De computer inschakelen
Voor het eerst opstarten
De computer uitschakelen
De computer opnieuw opstarten
Opties voor systeemherstel en de vooraf geïnstalleerde software herstellen
Als de accu-eenheid niet vooraf is geïnstalleerd in de computer die u
hebt aangeschaf, dient u de accu-eenheid te installeren voordat u de
computer gebruikt.
Raadpleeg hoofdstuk 6, De accu-eenheid vervangen, voor meer
informatie over het installeren van de accu-eenheid.
Lees in elk geval de paragraaf Voor het eerst opstarten.
Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en
comfort hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken.
De handleiding is bedoeld om u comfortabeler en productiever met
laptops te laten werken. Als u de aanbevelingen in deze gids volgt,
verkleint u de kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen,
schouders of nek.
Gebruik antivirussoftware en controleer regelmatig op updates van
deze software.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te controleren.
Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens verloren.
Het is verstandig om af en toe een back-up van de interne vaste schijf of
een ander primair opslagapparaat te maken op externe media. Algemene
opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange termijn en onder
bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat alle
gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de vaste schijf of op
een ander opslagmedium. Als u dat niet doet, kan dit mogelijk
resulteren in gegevensverlies.
3-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de
computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden
opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen
90 en 264 volt, en 47 of 63 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden voor informatie over het opladen van
de accu-eenheid met de netadapter.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is
meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door Toshiba wordt
aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc te
vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan leiden tot
brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot
gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is
veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet overeenstemt
met de spanning en frequentie die op het voorschriftetiket van het
apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet, kunnen er brand of elektrische
schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de wettelijke
specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en frequentie
die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet, kunnen er brand of
elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product is gekocht en mag niet
buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio’s dient
u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en
-voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
precies in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten
van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn.
Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de
gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te
staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk
letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan beschadigen.
Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de onderkant van de
computer en de buitenkant van de netadapter namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor
gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
Gebruikershandleiding 3-3
L500/L505/L500D/L505D
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Afbeelding 3-1 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 3-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
2. Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op de
DC IN 19 V-aansluiting op de rechterzijde van de computer.
Afbeelding 3-3 De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer aan op het stopcontact. De lampjes voor de accu en
DC IN op de voorzijde van de computer moeten nu gaan branden.
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd,
afhankelijk van het model.
3-4 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Het beeldscherm openen
Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal
kijkgemak.
Houd de polssteun met één hand naar beneden, zodat het hoofdgedeelte
niet wordt opgetild. Til het scherm nu langzaam op, waarna de hoek van
het beeldscherm zo kan worden ingesteld dat de helderheid optimaal is.
Afbeelding 3-4 Het beeldscherm openen
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het
scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer
beschadigt.
Aangezien het beeldscherm geen 180 graden kan worden
opengeklapt, dient u erop te letten dat u het scherm niet te ver opent.
Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de
scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
Druk of duw niet op het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Klap het beeldscherm niet dicht als er pennen of soortgelijke voorwerpen
tussen het beeldscherm en het toetsenbord zijn achtergebleven.
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op
de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en
gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of
dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of
dichtklappen van het beeldscherm).
Gebruikershandleiding 3-5
L500/L505/L500D/L505D
De computer inschakelen
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de computer aanzet.
Het aan/uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg de paragraaf De
stroomvoorziening controleren in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie.
1. Open het beeldscherm van de computer.
2. Druk op de aan/uit-knop van de computer.
Afbeelding 3-5 De computer inschakelen
Voor het eerst opstarten
Het opstartscherm van Microsoft Windows Vista
®
wordt als eerste
weergegeven wanneer u de computer aanzet. Volg de aanwijzingen in elk
scherm om het besturingssysteem te installeren.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem
niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Raadpleeg de paragraaf Voor het eerst opstarten voor meer informatie.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de setup-procedure van
Windows.
Lees zorgvuldig de Licentievoorwaarden voor de software door
wanneer deze worden weergegeven.
3-6 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
De computer uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende drie modi:
afsluitmodus, sluimerstand of slaapstand.
Afsluitmodus
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen en de volgende keer zal bij het opstarten van de
computer het hoofdscherm van het besturingssysteem worden weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of
een opslagmedium.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder
vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD, diskette).
3. Klik op Start.
4. Klik bij de energiebeheerknoppen ( ) op de pijltoets
( ) en selecteer Afsluiten) in het menu.
5. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn aangesloten uit.
Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de vaste
schijf wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat de
vorige toestand wordt hersteld als de computer weer wordt aangezet.
Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de computer zijn
aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van de sluimerstand.
Zorg dat het lampje voor de vaste schijf uit is. Als u de computer uitzet
terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, kunnen gegevens verloren
gaan of de schijf beschadigd raken.
Schakel de computer nooit uit terwijl een toepassing actief is.
Dit zou tot gegevensverlies kunnen leiden.
Schakel nooit de stroom uit, koppel nooit een extern opslagapparaat
los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd
om mogelijke beschadiging te voorkomen.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd, wordt
de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw
gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren. Wacht totdat het
lampje van de vaste schijf uitgaat.
Wanneer de computer in de sluimerstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch,
dan gaan gegevens verloren.
Gebruikershandleiding 3-7
L500/L505/L500D/L505D
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
Voer de volgende stappen uit om de sluimerstand in te schakelen:
1. Klik op Start.
2. Klik bij de energiebeheerknoppen ( ) op de pijltoets
( ) en selecteer Sluimerstand in het menu.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de
aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te voeren
kunt u de volgende stappen nemen:
1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Klik op Systeem en onderhoud en vervolgens op Energiebeheer.
3. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen of Het gedrag van
het sluiten van het deksel bepalen.
4. Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Als ik op de
aan/uit-knop druk en Als ik het scherm sluit.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit het
geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal
duren. Gedurende deze periode brandt het lampje voor de vaste schijf.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste
schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
U kunt de sluimerstand ook inschakelen door te drukken op FN + F4.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
3-8 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
dat u de software hoeft sluiten door de computer in de slaapstand te zetten.
In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het hoofdgeheugen
van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven
wanneer u de computer weer aanzet.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op
een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend,
dient u de computer altijd helemaal uit te zetten. Hierbij moet u ook
eventuele apparaten uitzetten en instellingen annuleren die de computer
automatisch activeren, zoals opnametimer. Als u de computer niet volledig
op deze manier uitschakelt, kan het besturingssysteem opnieuw worden
geactiveerd en voorgeprogrammeerde taken utivoeren of niet-opgeslagen
gegevens opslaan en zo luchtvaart- of andere systemen verstoren, wat
mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
bestaat het risico dat de computer of de geheugenmodule schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten).
Gegevens in het geheugen kunnen dan verloren gaan.
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand
gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Start −> Configuratiescherm −> Systeem en onderhoud −>
Energiebeheer).
Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand
is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het toetsenbord
gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat de
toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie
Activering op toetsenbord is ingeschakeld in HW Setup.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld
en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer (dat u opent
via Start −> Configuratiescherm −> Systeem en onderhoud −>
Energiebeheer).
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via
Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 3-9
L500/L505/L500D/L505D
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de sluimerstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand uitvoeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende vier manieren activeren:
Klik op Start en vervolgens op de aan/uit-knop ( ) bij de knoppen
voor energiebeheer ( ).
Let erop dat deze functie moet worden ingeschakeld via Energiebeheer
(dat u opent via Start −> Configuratiescherm −> Systeem en
onderhoud −> Energiebeheer).
Klik op Start, klik op de pijlknop ( ) en selecteer Slaapstand in het
menu.
Sluit het beeldscherm. Let erop dat deze functie moet worden
ingeschakeld via Energiebeheer (dat u opent via Start −>
Configuratiescherm −> Systeem en onderhoud −> Energiebeheer).
Druk op de aan/uit-knop. Let erop dat deze functie moet worden
ingeschakeld via Energiebeheer (dat u opent via Start −>
Configuratiescherm −> Systeem en onderhoud −> Energiebeheer).
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het
punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
U kunt de slaapstand ook inschakelen door op FN + F3 te drukken.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-
lampje oranje.
Als u de computer op de accu gebruikt, verbruikt de slaapstand meer
stroom wanneer de computer is uitgeschakeld. U kunt de gebruiksduur
van de computer verlengen door deze uit te schakelen in de
sluimerstand.
3-10 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
De computer opnieuw opstarten
In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel
een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Als u de computer opnieuw moet opstarten, zijn er drie manieren om dit
te doen:
Klik op Start, klik op de pijltoets ( ) bij de energiebeheerknoppen
( ) en selecteer Opnieuw opstarten in het menu.
Druk tegelijk op CTRL, ALT en DEL (eenmaal) om het menuvenster
weer te geven en selecteer Opnieuw starten onder Opties voor
afsluiten.
Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa vier seconden
ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld wacht u
10 tot 15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door de
aan/uit-knop in te drukken.
Opties voor systeemherstel en de vooraf geïnstalleerde
software herstellen
Een verborgen partitie van circa 1,5 GB op de vaste schijf is toegewezen
voor de opties voor systeemherstel.
Deze partitie herstelt bestanden die kunnen worden gebruikt om het
systeem te herstellen in geval van problemen.
Opties voor systeemherstel
De opties voor systeemherstel zijn op de vaste schijf geïnstalleerd bij
aflevering uit de fabriek. Het menu voor systeemherstel bevat opties
waarmee opstartproblemen kunnen worden gerepareerd, een diagnose
kan worden uitgevoerd of het systeem kan worden hersteld.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning voor meer informatie over
Opstartherstel.
De opties voor systeemherstel kunnen ook handmatig worden uitgevoerd
om problemen te herstellen.
Ga hierbij als volgt te werk. Volg de aanwijzingen op het scherm.
1. Schakel de computer uit.
2. Zet de computer aan terwijl u de toets F8 ingedrukt houdt.
De opties voor systeemherstel kunnen niet meer worden gebruikt als deze
partitie wordt verwijderd.
Gebruikershandleiding 3-11
L500/L505/L500D/L505D
3. Het menu Advanced Boot Options (Geavanceerde opstartopties)
wordt weergegeven.
Gebruik de pijltoetsen om Repair Your Computer (Uw computer
repareren) te selecteren en druk op Enter.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen
Afhankelijk van het aangeschafte model kunt u de vooraf geïnstalleerde
software op verschillende manieren herstellen:
Optische herstelschijven maken en de vooraf geïnstalleerde software
herstellen vanaf deze schijven
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf het
herstelschijfstation
Herstelschijven bestellen bij TOSHIBA en de vooraf geïnstalleerde
software herstellen vanaf die schijven*
* Houd er rekening mee dat deze service niet gratis is.
Optische herstelschijven maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelschijven maakt.
De Windows Vista
®
-functie voor volledig back-up van de pc kan worden
gebruikt in Windows Vista
®
Business Edition en Ultimate Edition.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelschijven
maakt.
Sluit alle softwareprogramma’s behalve de Herstelschijf maken.
Voer geen programma’s uit die de processor zwaar belasten, zoals
een schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet naar de schijf terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot
de viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de anti-
virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde
bestandscontroleprogramma’s) uit.
Gebruik geen hulpprogramma’s, met inbegrip van hulpprogramma’s
voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van
storingen en gegevensverlies.
Gebruik tijdens het (her)schrijven van de schijf niet de afsluit-/
afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto’s, treinen en
vliegtuigen.
Plaats de computer niet op een onstabiele tafel of ander onstabiel
oppervlak.
3-12 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Een herstelimage van de software op uw computer wordt opgeslagen op
de vaste schijf en kan naar een DVD worden gekopieerd met behulp van
de volgende stappen:
1. Houd een lege DVD bij de hand.
2. In de toepassing kunt u kiezen uit diverse media waarnaar de
herstelimage wordt gekopieerd, waaronder DVD-R, DVD-RW, DVD+R
en DVD+RW.
3. Zet de computer aan en wacht terwijl het besturingssysteem Windows
Vista
®
op de normale manier van de vaste schijf wordt geladen.
4. Plaats de eerste lege schijf in het optische station.
5. Dubbelklik op het pictogram Herstelschijf maken op het bureaublad
van Windows Vista
®
of selecteer de toepassing in het menu Start.
6. Kies nadat de toepassing is gestart het type medium en de titel die u
naar het medium wilt kopiëren. Klik vervolgens op de knop Maken.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm.
De herstelschijven worden gemaakt.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de
gemaakte herstelschijven
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, kunt u de computer
in de oorspronkelijke staat herstellen met de herstelschijven die u hebt
gemaakt. Volg de onderstaande stappen als u deze herstelbewerking wilt
uitvoeren:
1. Plaats de herstelschijven in het optische station en schakel de
computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Wanneer het
scherm met het
TOSHIBA-logo verschijnt, laat u de toets F12 los.
3. Selecteer het CD-ROM-pictogram in het menu met behulp van de
cursortoetsen. Raadpleeg de paragraaf Opstartprioriteit in hoofdstuk 7,
HW Setup en wachtwoorden voor meer informatie.
4. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet uitvoeren.
Onthoud dat sommige van de bovengenoemde media mogelijk niet
compatibel zijn met het optische station dat in uw computer is
geïnstalleerd. Controleer daarom voordat u verdergaat of het optische
station het lege medium dat u hebt gekozen ondersteunt.
Als u het geluid hebt gedempt door op Fn + ESC te drukken, schakel het
geluid dan in, zodat geluiden hoorbaar zijn voordat u het herstelproces
start. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord voor meer informatie.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert,
wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens
erop verloren gaan.
Gebruikershandleiding 3-13
L500/L505/L500D/L505D
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf het
herstelschijfstation
Op uw gegevensstation vindt u mogelijk een map genaamd ‘HDDRecovery’.
Deze map bevat bestanden die kunnen worden gebruikt om het systeem te
herstellen in de staat zoals deze in de fabriek is geïnstalleerd.
Als u de vaste schijf vervolgens opnieuw configureert, mag u geen partities
wijzigen, verwijderen of toevoegen anders dan in de handleiding wordt
beschreven. Doet u dat wel, dan is de ruimte voor de vereiste software niet
beschikbaar.
Als u een partitioneringsprogramma van een andere leverancier gebruikt
om de partities op de vaste schijf te configureren, kunt u de computer
mogelijk niet meer installeren.
1. Schakel de computer uit.
2. Zet de computer aan. Wanneer het TOSHIBA-scherm herhaaldelijk
verschijnt, drukt u op de toets F8.
3. Het menu Advanced Boot Options (Geavanceerde opstartopties)
wordt weergegeven.
Gebruik de pijltoetsen om Repair Your Computer (Uw computer
repareren) te selecteren en druk op Enter.
4. Selecteer de gewenste toetsenbordindeling en klik op Volgende.
5. Om toegang te krijgen tot het herstelproces dient u zich aan te melden
als een gebruiker met voldoende rechten.
6. Klik op TOSHIBA Vasteschijfherstel in het scherm Opties voor
systeemherstel.
7. Volg de aanwijzingen in het dialoogvenster TOSHIBA
Vasteschijfherstel.
De oorspronkelijke staat van de computer wordt hersteld.
Als u het geluid hebt gedempt door op Fn + ESC te drukken, schakel het
geluid dan in, zodat geluiden hoorbaar zijn voordat u het herstelproces
start. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord voor meer informatie.
Zorg ervoor dat u de netadapter aansluit, omdat de accu tijdens het
herstelproces leeg kan raken.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt
de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop
verloren gaan.
Stel het BIOS in op de standaardconfiguratie voordat u de
fabrieksinstellingen van de computer herstelt.
3-14 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Herstelschijven bestellen bij TOSHIBA*
U kunt productherstelschijven voor uw notebook bestellen in de TOSHIBA
Europe Backup Media Online Shop.
1. Ga hiervoor naar https://backupmedia.toshiba.eu.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
U ontvangt de herstelschijven binnen twee weken nadat u de bestelling
hebt geplaatst.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de
bestelde herstelschijven
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden zijn beschadigd, kunt u de bestelde
herstelschijven gebruiken om de fabrieksinstellingen van de computer te
herstellen. Volg de onderstaande stappen als u deze herstelbewerking wilt
uitvoeren:
1. Plaats de herstelschijven in het optische station en schakel de
computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Wanneer het
scherm met het
TOSHIBA-logo verschijnt, laat u de toets F12 los.
3. Selecteer het CD-ROM-pictogram in het menu met behulp van de
cursortoetsen. Raadpleeg de paragraaf Opstartprioriteit in hoofdstuk 7,
HW Setup en wachtwoorden voor meer informatie.
4. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet
uitvoeren.
* Houd er rekening mee dat deze service niet gratis is.
Als u het geluid hebt gedempt door op Fn + ESC te drukken, schakel het
geluid dan in, zodat geluiden hoorbaar zijn voordat u het herstelproces
start. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord voor meer informatie.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt
de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop
verloren gaan.
Gebruikershandleiding 4-1
L500/L505/L500D/L505D
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik beschreven
en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij dient te treffen.
Het touchpad gebruiken
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw vingertop op het touchpad te
plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer
wilt verplaatsen.
Afbeelding 4-1 Touchpad en touchpadbesturingsknoppen
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde manier gebruikt
als de knoppen op een standaardmuis. Druk op de linkerknop om een
menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met
de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of
andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
1. Touchpad
2. Touchpadbesturingsknoppen
1
2
4-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Het optische station gebruiken
Het station ondersteunt snelle uitvoering van CD-ROM- en
DVD-ROM-programma’s. U kunt CD’s/DVD’s van 12 cm of 8 cm zonder
adapter gebruiken. Een seriële ATA-interfacecontroller wordt gebruikt voor
aansturing van het CD/DVD-ROM-station. Wanneer de computer toegang
heeft tot een CD/DVD-ROM, gaat het lampje op het station branden.
Schijven laden
Als u een CD/DVD wilt laden, voert u de volgende stappen uit en
raadpleegt u afbeelding 4-2 tot en met 4-4.
1. Zorg dat de computer ingeschakeld is en druk op de uitwerpknop om de
stationslade enigszins te openen.
Afbeelding 4-2 De uitwerpknop indrukken
U kunt de functies die doorgaans met de linkerknop van de muis worden
uitgevoerd, ook activeren door zachtjes op het touchpad te tikken.
Klikken: één keer tikken
Dubbelklikken: twee keer tikken
Slepen en neerzetten: tik tweemaal om de te verplaatsen items te
selecteren. Laat uw vinger na de tweede tik op het touchpad staan en
verplaats de items naar hun nieuwe bestemming.
Gebruik de DVD-afspeeltoepassing als u DVD-video’s wilt bekijken.
1. Uitwerpknop
a
Gebruikershandleiding 4-3
L500/L505/L500D/L505D
2. Trek de schijflade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
Afbeelding 4-3 De schijflade opentrekken
3. Leg de CD/DVD met het opschrift omhoog in de schijflade.
Afbeelding 4-4 Een CD/DVD in de lade plaatsen
Wanneer de schijflade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de
computer iets uit over de lade. Wanneer u een CD of DVD in de lade
plaatst, moet u de schijf daarom iets schuin houden. Nadat de CD/DVD is
geladen, moet u ervoor zorgen dat het midden over de as komt en vlak in
de lade ligt.
Raak nooit de laserlens aan of het gebied daaromheen om onjuiste
uitlijning en schede aan het station te voorkomen te voorkomen.
Zorg dat er geen vreemde voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer de schijflade, met name het gedeelte achter de voorste
rand, om er zeker van te zijn dat er geen vreemde voorwerpen of
materialen aanwezig zijn voordat u de lade sluit.
4-4 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
4. Druk voorzichtig op het midden van de CD/DVD tot deze vastklikt op de
as in het midden. De schijf moet iets onder de bovenkant van de as
liggen, vlak op het ladeoppervlak.
5. Druk op het midden van de schijflade om deze te sluiten. De lade klikt
vast op zijn plaats als hij gesloten is.
Schijven verwijderen
Voer de onderstaande stappen uit als u een CD/DVD wilt verwijderen.
1. Terwijl de computer is ingeschakeld, drukt u op de uitwerpknop om de
stationslade een stukje te openen; trek de lade vervolgens voorzichtig
helemaal open.
2. De CD/DVD steekt iets uit over de zijkanten van de schijflade, zodat u
hem kunt vastpakken. Pak de schijf voorzichtig bij de rand vast en haal
hem verticaal van de as af en uit de lade.
Afbeelding 4-5 Een CD/DVD verwijderen
3. Druk op het midden van de schijflade om deze te sluiten. De lade klikt
vast op zijn plaats als hij gesloten is.
Als de CD/DVD niet juist is geplaatst wanneer u de stationslade sluit, kan
de schijf beschadigd raken en wordt de lade mogelijk niet volledig geopend
wanneer u op de uitwerpknop drukt.
Druk niet op de uitwerpknop als de computer nog toegang probeert te
krijgen met de schijf in het station; wacht totdat het lampje uit is voordat u
de schijflade opent. Neem daarnaast de CD/DVD pas uit de schijflade
nadat de schijf helemaal is opgehouden met draaien.
Wanneer de schijflade een stukje wordt geopend, moet u even wachten
totdat de CD/DVD helemaal is gestopt met draaien voordat u de schijflade
volledig opentrekt.
Gebruikershandleiding 4-5
L500/L505/L500D/L505D
Een CD/DVD verwijderen wanneer de schijflade niet opengaat
Als u op de uitwerpknop drukt terwijl de computer uitstaat, zal de lade niet
opengaan. In dat geval kunt u de schijflade openen door een dun
voorwerp, zoals een paperclip (van ongeveer 15 cm) in het uitwerpgaatje
rechts van de uitwerpknop te steken.
Afbeelding 4-6 De lade openen door middel van het uitwerpgaatje
Voorste bedieningspaneel
In dit gedeelte worden de knoppen op het voorste bedieningspaneel
beschreven.
Op sommige modellen bevinden zich vier knoppen naast de aan/uit-knop.
Afbeelding 4-7 Voorste bedieningspaneel
1. Uitwerpgaatje
a
Controleer of de stroom is uitgeschakeld voordat u het uitwerpgaatje
gebruikt. Als de CD/DVD nog draait terwijl u de schijflade opent, kan de
schijf van de as vliegen en letsel veroorzaken.
Pictogram Functieknop DVD *CD/geen
Afspelen/Pauze
Afspelen/Pauze Afspelen/Pauze
Vorige Vorige hoofdstuk Vorig nummer
Volgende Volgende hoofdstuk Volgend nummer
Dempen Dempen Dempen
4-6 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Een CD/DVD beschrijven met een DVD Super Multi-station
Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R,
CD-RW, DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD-RW, DVD+R, DVD+R (Double
Layer), DVD+RW, DVD-RAM of DVD-R (Dual Layer).
TOSHIBA Disc Creator kan worden gebruikt om gegevens te schrijven.
Belangrijk bericht
Lees voordat u media gaat beschrijven die door het DVD Super Multi-
station worden ondersteund, deze paragraaf grondig door en volg alle
configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Als u dat niet doet, werkt het DVD
Super Multi-station mogelijk niet correct en worden gegevens mogelijk niet
correct (her)schreven. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan of het
station of medium beschadigd raken.
Het optische station dat in deze computer is geïnstalleerd, kan niet
meerdere sessies op DVD-R Dual Layer-schijven schrijven. Nadat er
eenmaal op een schrijf is geschreven, wordt deze afgesloten. Als een
schijf eenmaal is afgesloten, kan deze niet meer worden beschreven,
ongeacht hoeveel van de totale schijfcapaciteit is gebruikt.
Raadpleeg de paragraaf Beschrijfbare schijven in hoofdstuk 2
voor meer informatie over de soorten beschrijfbare CD’s en DVD’s die
door deze computer worden ondersteund.
Schakel de stroom niet uit als de computer het station gebruikt om het
risico te vermijden dat er gegevens verloren gaan.
CD-R/RW’s zijn niet toegankelijk met de optie Cd/dvd maken in Media
Center.
Gebruik TOSHIBA Disc Creator dat op uw computer is geïnstalleerd
als u gegevens naar CD-R/-RW wilt schrijven.
Wanneer u media beschrijft met behulp van een optisch station, moet u de
netadapter altijd aansluiten op een stopcontact. Als gegevens worden
weggeschreven bij gebruik van de accu-eenheid, kan het wegschrijven
soms mislukken omdat de accu bijna leeg is. Dit kan resulteren in
gegevensverlies.
Gebruikershandleiding 4-7
L500/L505/L500D/L505D
Vóór schrijven of herschrijven
Op grond van TOSHIBAs beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R (Dual Layer),
DVD-RW, DVD+R, DVD+R (Double Layer), DVD+RW of
DVD-RAM-schijven aanbevolen, hoewel de kwaliteit van de media het
schrijf- of herschrijfproces kan beïnvloeden. TOSHIBA staat niet in voor
de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven.
CD-R:
TAIYO YUDEN CO., Ltd.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
Hitachi Maxell, Ltd.
CD-RW (multispeed en hoge snelheid):
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
CD-RW:(Ultra-Speed)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
DVD-R:
DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen
gebruik, versie 2.0
TAIYO YUDEN Co., LTD. (voor 8- en 16-speed media)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4-, 8- en 16-speed
media)
Hitachi Maxell, Ltd. (voor 8- en 16-speed media)
DVD-R (Dual Layer):
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 8-speed media)
DVD+R:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media)
TAIYO YUDEN CO., Ltd. (voor 8- en 16-speed media)
DVD+R (Double Layer):
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 2,4- en 8-speed media)
DVD-RW:
DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven voor versie 1.1 of
versie 1.2
Victor Company of Japan, Ltd. (JVC) (voor 2-, 4- en 6-speed media)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 2-, 4- en 6-speed
media)
4-8 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het
schrijf- of herschrijfproces.
Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop
de schijf wordt gebruikt.
Er bestaan twee soorten DVD-R’s: voor authoring en voor algemeen
gebruik. Gebruik geen authoring-schijven aangezien alleen schijven
voor algemeen gebruik met een computerstation kunnen worden
beschreven.
U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten.
Het kan voorkomen dat DVD-ROM-stations van andere computers of
andere DVD-spelers de DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD-RW,
DVD+R, DVD+R (Double Layer) of DVD+RW-schijven niet kunnen
lezen.
Gegevens die naar een CD-R, DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD+R of
DVD+R (Double Layer) zijn geschreven, kunnen niet gedeeltelijk of
volledig worden verwijderd.
Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM zijn
gewist, kunnen niet worden teruggehaald. U dient de inhoud van de schijf
zorgvuldig te controleren voordat u deze verwijdert. Let op dat u het juiste
station selecteert wanneer meerdere schijfstations zijn aangesloten,
zodat u niet de gegevens van de verkeerde schijf verwijdert.
DVD+RW:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 2,4-, 4- en 8-speed
media)
DVD-RAM:
DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven, versie 2.0, versie 2.1
of versie 2.2
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. (voor 3- en 5-speed media)
Hitachi Maxell, Ltd. (voor 3- en 5-speed media)
Het DVD Super Multi-station kan geen schijven gebruiken die sneller
schrijven dan 16-speed (DVD-R en DVD+R), 8-speed (DVD-R (Dual
Layer), DVD+RW en DVD+R (Double Layer)), 6-speed (DVD-RW) en
5-speed (DVD-RAM).
DVD-R (Dual Layer)- en DVD+R (Dual Layer)-schijven in bepaalde
indelingen kunnen onleesbaar zijn.
DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden gelezen
of beschreven.
Schijven die zijn gemaakt als DVD-R (Dual Layer) indeling 4 (Layer
Jump Recording) kunnen niet worden gelezen.
Gebruikershandleiding 4-9
L500/L505/L500D/L505D
Bij het schrijven naar een DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD-RW,
DVD+R, DVD+R (Double Layer), DVD+RW of DVD-RAM is schijfruimte
nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot
de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt mogelijk
opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden
geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een
kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf
met dummygegevens te vullen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet de gegevens verwijdert
van of schrijft naar het verkeerde station.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Voordat u de slaapstand of de sluimerstand inschakelt, dient u ervoor te
zorgen dat het schrijfproces naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is
in dit geval voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
Sluit alle softwareprogramma’s behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma’s uit die de processor belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt: gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
Schrijf geen informatie als de virusscanner actief is. Wacht in dat geval
totdat de scanner klaar is, schakel hierna de antivirussoftware uit,
inclusief software die bestanden automatisch controleert op de
achtergrond.
Gebruik geen schijfhulpprogramma’s, met inbegrip van programma’s
die de toegangssnelheid tot de harde schijf verkorten, aangezien deze
kunnen leiden tot een onstabiele werking en gegevensbeschadiging.
CD-RW-schijven (Ultra Speed +) moeten niet worden gebruikt omdat
gegevens verloren kunnen gaan of kunnen worden beschadigd.
Schrijf altijd van de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD -
probeer niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een server of
een ander netwerkapparaat.
Voor het beschrijven van optische schijven wordt uitsluitend TOSHIBA
Disc Creator aanbevolen. TOSHIBA staat niet in voor de werking van
andere schrijfsoftware.
4-10 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Tijdens schrijven of herschrijven
Houd de volgende zaken in de gaten als u gegevens schrijft of herschrijft
naar CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD-RW, DVD+R,
DVD+R (Double Layer), DVD+RW of DVD-RAM-schijven.
Kopieer gegevens altijd van de vaste schijf naar het optische station.
Gebruik geen knippen en plakken, aangezien de oorspronkelijke
gegevens verloren gaan ingeval van een schrijffout.
Vermijd de volgende handelingen:
wisselen van gebruiker in het besturingssysteem Windows Vista
®
;
gebruik van de computer voor andere functies zoals het gebruik van
een muis of touchpad of het sluiten/openen van het beeldscherm;
het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals een SD/SDHC-geheugenkaart, miniSD/microSD-kaart,
Memory Stick/Memory Stick Pro, MultiMediaCard, USB-apparaat,
externe monitor of optisch digitaal apparaat;
gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren;
het openen van het optische station.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de functies Afsluiten,
Afmelden, Slaapstand of Sluimerstand.
Zorg ervoor dat schrijven/herschrijven is afgerond voordat u
overschakelt naar de slaapstand of de sluimerstand (het schrijven is
afgerond als u een optische schijf kunt verwijderen uit het DVD Super
Multi-station).
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het
(her)schrijven.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto’s, treinen
en vliegtuigen. Gebruik ook geen instabiele plekken zoals een wankele
tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Gebruikershandleiding 4-11
L500/L505/L500D/L505D
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Beschadiging van CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R (Dual Layer),
DVD-RW, DVD+R, DVD+R (Double Layer), DVD+RW or
DVD-RAM -schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces.
Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD- RW-
schijven, DVD-R- (Dual Layer), /DVD-RW-schijven of DVD+R-/DVD+R
(Double Layer), DVD+RW of DVD-RAM-schijven als gevolg van het
schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of
bedrijfsonderbreking die wordt veroorzaakt door het verlies of de
wijziging van de opgenomen inhoud.
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige
technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten
kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de
gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën
te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud
onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
TOSHIBA Disc Creator
Wanneer u TOSHIBA Disc Creator gebruikt, dient u rekening te houden
met de volgende beperkingen:
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt om DVD-video’s te
maken.
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt om audio-DVD’s te
maken.
U kunt de functie ‘Audio-CD voor thuis of in de auto’ van TOSHIBA Disc
Creator niet gebruiken voor het opnemen van muziek op DVD-R,
DVD-R (Dual Layer), DVD-RW, DVD+R, DVD+R (Double Layer) of
DVD+RW.
Gebruik de functie voor schijf-back-ups van TOSHIBA Disc Creator niet
om auteursrechtelijk beschermde DVD-video’s en DVD-ROM’s te
kopiëren.
U kunt geen reservekopieën van DVD-RAM-schijven maken met de
back-upfunctie van TOSHIBA Disc Creator.
U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/-RW niet naar een DVD-R,
DVD-R (Dual Layer) of DVD-RW kopiëren met de functie ‘Schijfback-
up’ van TOSHIBA Disc Creator.
U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/-RW niet naar een
DVD+R, DVD+R (Double Layer) of DVD+RW kopiëren met de functie
‘Schijfback-up’ van TOSHIBA Disc Creator.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD Video, DVD-R, DVD-R
(Dual Layer), DVD-RW, DVD+R, DVD+R (Double Layer) of DVD+RW
niet naar een CD-R of CD-RW kopiëren met de functie ‘Schijfback-up’
van TOSHIBA Disc Creator.
4-12 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
TOSHIBA Disc Creator kan niet opnemen in de pakketindeling.
Met de functie ‘Schijfback-up’ van TOSHIBA Disc Creator kunt u
wellicht geen back-up maken van een DVD-R, DVD-R (Dual Layer),
DVD-RW, DVD+R, DVD+R (Double Layer) of DVD+RW die met andere
software op een andere recorder is gemaakt.
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD+R
of DVD+R (Double Layer) waarop reeds gegevens zijn opgenomen,
kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet
worden gelezen. Zo kan er bijvoorbeeld niets worden gelezen vanuit
16-bits besturingsystemen zoals Windows 98 Tweede Editie en
Windows ME. In Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of later nodig om
gegevens te kunnen lezen en in Windows 2000 hebt u hiervoor Service
Pack 2 of later nodig. In bepaalde DVD-ROM-stations en DVD-ROM-
en CD-R/-RW-stations kunnen toegevoegde gegevens überhaupt niet
worden gelezen, ongeacht het besturingssysteem.
TOSHIBA Disc Creator ondersteunt het opnemen naar DVD-RAM-
schijven niet. Hiervoor hebt u Windows Explorer (Verkenner) of een
soortgelijk hulpprogramma nodig.
Als u een back-up maakt van een DVD, dient u ervoor te zorgen dat het
bronstation het opnemen naar DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD-RW,
DVD+R, DVD+R (Double Layer) of DVD+RW ondersteunt. Als dit niet
het geval is, zal de back-up van de bronschijf mogelijk niet goed zijn.
Als u een reservekopie maakt van een DVD-R, DVD-R (Dual Layer),
DVD-RW, DVD+R, DVD+R (Double Layer) of DVD+RW, dient u
hetzelfde type schijf te gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Gegevenscontrole
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces naar correct verloopt,
voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een
data-CD of -DVD schrijft:
1. Selecteer Instellingen voor elke modus −> Gegevensschijf in het
menu Instelling.
2. Geef het dialoogvenster met instellingen weer door een van de
volgende twee stappen uit te voeren:
Klik op de knop Opname-instellingen ( ) voor schrijven op de
hoofdwerkbalk in de modus Gegevensschijf.
Selecteer Instellingen voor elke modus −> Gegevensschijf in het
menu Instelling.
3. Schakel het selectievakje Geschreven gegevens controleren in.
4. Selecteer de modus Bestand openen of Volledige vergelijking.
5. Klik op OK.
Gebruikershandleiding 4-13
L500/L505/L500D/L505D
Meer informatie over TOSHIBA Disc Creator achterhalen
Raadpleeg de Help-bestanden voor meer informatie over TOSHIBA Disc
Creator.
U opent de handleiding van TOSHIBA Disc Creator door te klikken op
Start −> Alle programma’s −> TOSHIBA −> CD&DVD-toepassingen
−> Disc Creator Help.
TOSHIBA DVD-speler
Wanneer u TOSHIBA DVD PLAYER gebruikt, dient u rekening te houden
met de volgende beperkingen:
Opmerkingen betreffende het gebruik
Er kunnen frames wegvallen, het geluid kan overslaan en het geluid en
beeld kunnen niet meer synchroon lopen tijdens de weergave van
bepaalde DVD-Video-titels.
Sluit alle andere toepassingen wanneer u TOSHIBA DVD PLAYER
gebruikt. Open geen andere toepassingen en voer geen andere
bewerkingen uit tijdens de weergave van DVD-Video. De weergave kan
in sommige gevallen stoppen of niet correct werken.
Niet-afgesloten DVD’s die zijn gemaakt op een gewone DVD-recorder
kunnen mogelijk niet worden afgespeeld op de computer.
Gebruik DVD-Video’s met een de regiocode ‘gelijk aan de
standaardfabrieksinstelling’ of ‘alles’.
Speel geen DVD-Video af terwijl u met een ander programma een
televisieprogramma kijkt of opneemt. Hierdoor kunnen fouten ontstaan
in de weergave van DVD-Video of de opname van het
televisieprogramma. Als een voorgeprogrammeerde opname start
tijdens DVD-Video-weergave, kan dit fouten veroorzaken in de
weergave van de DVD-Video of de opname van het
televisieprogramma. Bekijk DVD-Video wanneer er geen opname is
geprogrammeerd.
De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met bepaalde schijven
in TOSHIBA DVD PLAYER.
Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten wanneer u
DVD-Video afspeelt. Energiebesparende functies kunnen een
vloeiende weergave verstoren. Als u DVD-Video afspeelt op de accu,
stelt u Energiebeheer in op ‘Hoge prestaties’.
Schermbeveiligingen worden niet weergegeven wanneer u een film
afspeelt met TOSHIBA DVD PLAYER. De computer gaat ook niet in de
slaapstand of de sluimerstand en wordt niet uitgeschakeld terwijl u
TOSHIBA DVD PLAYER gebruikt.
Configureer de functie Beeldscherm automatisch uitschakelen niet
zodanig dat deze wordt uitgevoerd terwijl TOSHIBA DVD PLAYER
actief is.
4-14 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl u TOSHIBA
DVD PLAYER gebruikt.
Vergrendel de computer niet met de toetsen Windows-logo () + L
of Fn + F1 wanneer u TOSHIBA DVD PLAYER gebruikt.
Beeldschermen en geluid
1. TOSHIBA DVD PLAYER kan alleen worden uitgevoerd als ‘Kleuren’ is
ingesteld op ‘Hoogst (32 bits)’. De instelling ‘Kleuren’ kan worden
aangepast op het tabblad ‘Monitor’ in ‘Beeldscherminstellingen’.
U opent het dialoogvenster Beeldscherminstellingen door te klikken op
Start −> Configuratiescherm −> Vormgeving aan persoonlijke
voorkeur aanpassen −> Persoonlijke instellingen −>
Beeldscherminstellingen.
2. Als het DVD-Video-beeld niet wordt weergegeven op het externe
beeldscherm of de televisie, stopt u TOSHIBA DVD PLAYER en wijzigt
u de schermresolutie via ‘Resolutie’ op het tabblad ‘Monitor’ van het
venster ‘Beeldscherminstellingen’. Video kan echter niet worden
uitgevoerd naar sommige externe schermen en televisie vanwege de
uitvoer- of weergaveomstandigheden.
3. Als u DVD-Video kijkt op een extern scherm of een tv, wijzigt u het
weergaveapparaat voordat u de video start. DVD-Video kan niet
gelijktijd (in de kloonmodus) worden weergegeven op het
computerscherm en op een extern scherm.
4. Wijzig de schermresolutie niet terwijl TOSHIBA DVD PLAYER wordt
uitgevoerd.
TOSHIBA DVD PLAYER
1. TOSHIBA DVD PLAYER wordt meegeleverd voor weergave van
DVD-Video en DVD-VR.
2. TOSHIBA DVD PLAYER heeft een functie voor ouderlijk toezicht.
3. Ter bescherming van het auteursrecht is de Windows-functie Print Screen
uitgeschakeld wanneer TOSHIBA DVD PLAYER wordt uitgevoerd.
4. (De Print Screen-functies zijn zelfs uitgeschakeld als u andere
toepassingen uitvoert naast TOSHIBA DVD PLAYER en als TOSHIBA
DVD PLAYER is geminimaliseerd.) Sluit TOSHIBA DVD PLAYER als u
de Print Screen-functie wilt gebruiken.
5. Installeer of verwijder TOSHIBA DVD PLAYER terwijl u bent aangemeld
met een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
6. Schakel niet over naar een andere Windows-gebruiker terwijl TOSHIBA
DVD PLAYER wordt uitgevoerd.
7. Als u bij sommige DVD-Video-schijven het geluidsspoor wijzigt via het
bedieningsvenster, wordt ook het ondertitelspoor gewijzigd.
Gebruikershandleiding 4-15
L500/L505/L500D/L505D
TOSHIBA DVD PLAYER starten
Voer de volgende stappen uit om TOSHIBA DVD PLAYER te starten.
1. Plaats een DVD-Video in het DVD Super Multi-station terwijl Windows
Vista
®
wordt uitgevoerd. Als een DVD-Video-schijf in het DVD-station is
geplaatst, kan het volgende venster voor toepassingsselectie
verschijnen. Als dit gebeurt, selecteert u Dvd-film afspelen en klikt u op
OK om TOSHIBA DVD PLAYER te starten.
2. Raak het paneel CD/DVD/ op het voorste bedieningspaneel aan. U kunt
ook Start −> Alle programma’s −> TOSHIBA DVD PLAYER selecteren
om TOSHIBA DVD PLAYER te starten.
TOSHIBA DVD PLAYER gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van TOSHIBA DVD PLAYER
1. De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per
DVD-Video en per scène verschillen.
2. Alleen de bedieningsknoppen (waaronder die op de afstandsbediening
en de panelen op het voorpaneel) die overeenkomen met de
momenteel beschikbare en actieve functies kunnen worden gebruikt
terwijl een DVD wordt afgespeeld.
3. Als het menu in het weergavegebied wordt geopend via de knop
Hoofdmenu of Menu in het bedieningsvenster, is menubediening via het
touchpad of de muis wellicht niet mogelijk.
De Help van TOSHIBA DVD PLAYER openen
De functies van en instructies voor TOSHIBA DVD PLAYER worden ook
toegelicht in de Help van TOSHIBA DVD PLAYER. Voer de volgende
stappen uit om de Help van TOSHIBA DVD PLAYER te openen.
Klik op de knop Help ( ) in het weergavegebied.
Behandeling van schijven
Deze paragraaf bevat tips voor het beschermen van de gegevens die u op
CD’s, DVD’s of diskettes hebt opgeslagen. Ga voorzichtig om met schijven.
Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de
levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens
beschermen:
CD’s/DVD’s
1. Bewaar uw CD’s en DVD’s in de originele houder om ze te beschermen
en schoon te houden.
2. Buig de CD’s of DVD’s niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD of DVD die gegevens bevat niet
door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4-16 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
4. Houd de CD of DVD bij de buitenste rand vast of bij de rand van het
gaatje. Vingerafdrukken op het oppervlak van de schijf kunnen tot gevolg
hebben dat de gegevens van de schijf niet goed kunnen worden gelezen.
5. Stel de CD of DVD niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of
extreme koude.
6. Plaats geen zware voorwerpen op CD’s of DVD’s.
7. Als uw CD’s of DVD’s stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een
schone, droge doek van. Veeg vanaf het midden naar buiten, veeg niet
in draaiende bewegingen. Gebruik zo nodig een doek die bevochtigd is
met water of een neutraal schoonmaakmiddel; gebruik beslist geen
benzine, verdunner of soortgelijk schoonmaakmiddel.
Diskettes
1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en
schoon te houden. Maak een vuile diskette schoon met een zachte
doek die is bevochtigd met water. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.
2. Open nooit de afsluitklep en raak het magnetische oppervlak van uw
diskette niet aan, dit kan leiden tot permamente beschadiging en
gegevensverlies.
3. Ga altijd voorzichtig om met diskettes om te voorkomen dat opgeslagen
gegevens verloren gaan.
4. Breng het etiket van de diskette altijd op de juiste plek aan en breng
nooit een nieuw label aan bovenop een oud label. Het etiket kan dan
namelijk loslaten en het diskettestation beschadigen.
5. Gebruik nooit een potlood om een etiket van een diskette te
beschrijven; stof van het lood kan het systeem beschadigen als het op
de onderdelen van de terechtkomt. Gebruik daarom altijd een viltstift en
beschrijf het etiket voordat u het op de diskette bevestigt.
6. Bewaar diskettes nooit op een plaats waar ze in contact kunnen komen
met water of een andere vloeistof of waar het erg vochtig is. Deze
omstandigheden kunnen gegevensverlies tot gevolg hebben.
7. Gebruik nooit een natte of vochtige diskette. Dit kan het distettestation
of andere onderdelen van de computer beschadigen.
8. Buig diskettes niet en stel ze niet bloot aan direct zonlicht of extreme
temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gegevens
verloren gaan.
9. Plaats geen zware voorwerpen op uw diskettes.
10. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van diskettes, omdat vreemde
deeltjes het magnetische oppervlak in de de diskette kunnen
beschadigen.
11. Magnetische energie kan de gegevens op diskettes vernietigen. Houd
de diskettes altijd weg van luidsprekers, radio’s televisies en andere
voorwerpen die magnetische velden genereren.
Het USB-diskettestation is alleen beschikbaar als een optie.
Gebruikershandleiding 4-17
L500/L505/L500D/L505D
Geluidssysteem
In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.
Het systeemvolume aanpassen
U kunt het algehele geluidsniveau aanpassen met Volumemixer van
Windows.
Voer de volgende stappen uit om Volumemixer te starten.
1. Zoek het luidsprekerpictogram in het systeemvak.
2. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram in het
systeemvak.
3. Selecteer Volumemixer openen in het menu.
Klik op de knop Apparaat om de beschikbare afspeelapparaten weer te
geven. Selecteer Luidsprekers als u de interne luidsprekers wilt
gebruiken. Pas het luidsprekervolume aan door de schuif omhoog of
omlaag te verplaatsen. Klik op de knop Dempen als u het geluid wilt
dempen.
Mogelijk ziet u nog een regelaar onder Toepassingen in Volumemixer.
Deze is bestemd voor de toepassing die momenteel wordt uitgevoerd.
Windows Geluiden wordt altijd weergegeven aangezien u hiermee het
volume van het systeemgeluid regelt.
Systeemgeluiden wijzigen
Systeemgeluiden worden gebruikt om u op de hoogte te stellen wanneer
zich bepaalde gebeurtenissen voordoen. In deze paragraaf wordt uitgelegd
hoe u een bestaand schema selecteert of een gewijzigd schema opslaat.
Voer de onderstaande stappen uit om het configuratievenster voor
systeemgeluiden te starten.
1. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram in het
systeemvak.
2. Selecteer Geluiden in het menu.
Realtek HD Audio Manager
U kunt de audioconfiguratie controleren en wijzigen met Realtek Audio
Manager. U start Realtek Audio Manager door te klikken op Start −>
Configuratiescherm −> Hardware en geluiden −> Realtek HD Audio
Manager.
Wanneer u Realtek Audio Manager voor het eerst start, ziet u de volgende
apparaattabs. Speakers (Luidsprekers) is het standaarduitvoerapparaat.
Microphone is het standaardinvoerapparaat. Als u het standaardapparaat
wilt wijzigen, klikt u op de knop Set Default Device (Standaardapparaat
instellen) onder de tab van het gekozen apparaat.
Speakers (Luidsprekers) is het standaarduitvoerapparaat. Selecteer
deze optie als u de interne luidsprekers of een koptelefoon wilt
gebruiken.
4-18 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Selecteer HDMI Output (HDMI-uitvoer ) als u de HDMI-kabel aansluit
op de HDMI-aansluiting voor weergave van digitaal geluid op digitale
audio-apparatuur.
Microphone is het standaardinvoerapparaat. Selecteer deze optie als
de interne microfoon van de computer of een externe microfoont is
aangesloten op de microfoonaansluiting om geluid op te nemen.
Als een externe microfoon of audiokabel is aangesloten op de
microfoonaansluiting, verschijnt het dialoogvenster Connector Settings van
Realtek HD Audio Manager en kunt u voor de invoer kiezen tussen ‘Line In’
en ‘Mic In’.
Informatie
Klik op de informatieknop om hardwaregegevens, softwaregegevens
en de taalinstelling weer te geven.
Luidsprekerconfiguratie
Klik op de afspeelknop om te controleren of het geluid van de interne
luidsprekers of de koptelefoon uit de juiste richting komt.
Geluidseffecten
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u verschillende geluidseffecten
selecteert.
Environment (Omgeving) bootst geluidsweerkaatsingen van bekende
omgevingen na. U kunt een instelling selecteren in het menu.
Equalizer verhoogt of verlaagt een geluidsfrequentie om een populaire
muziekgenre na te bootsen. U kunt een instelling selecteren in het menu.
Karaoke verwijdert bepaalde geluidsfrequenties waardoor de zang
afneemt. Als u op het pictogram Karaoke klikt, wordt de zang in
muziek zachter weergegeven. Met de pijlknoppen kunt u de toonsoort
van het geluid aanpassen.
Microfooneffecten
Microfooneffecten zijn alleen beschikbaar in het venster Microphone.
Noise Suppression (Ruisonderdrukking) vermindert achtergrondgeluid
en het geluid van de ventilator.
Acoustic Echo Cancellation (Akoestische echo-onderdrukking)
vermindert feedback en feedbackecho.
Default Format (Standaardindeling)
U kunt de samplingfrequentie en bitdiepte van geluid wijzigen.
Gebruikershandleiding 4-19
L500/L505/L500D/L505D
De webcam gebruiken
Sommige modellen zijn uitgerust met een webcam.
Een webcam is een apparaat waarmee u video kunt opnemen of foto’s kunt
maken met uw computer. U kunt deze camera gebruiken voor videochats
of videovergaderingen via een communicatieprogramma zoals Windows
Live Messenger. Met de Toshiba-webcatoepassing kunt u diverse
video-effecten aan uw video of foto toevoegen.
De webcam biedt de mogelijkheid video te verzenden en te chatten met
videobeelden via internet met behulp van speciale toepassingen.
Het aantal effectieve pixels voor deze webcam bedraagt 0.3 miljoen en 1.0
miljoen (maximale grootte van foto’s bij 0,3 M: 640x480 pixels; maximale
grootte van foto’s bij 1 M: 1280x800 pixels).
Afbeelding 4-8 Webcam
1. Webcamlampje
2. Webcam
3. Microfoon
12
3
Verwijder het beschermende plastic laagje voordat u de webcam gebruikt.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel
doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje
(lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze vuil
wordt.
Als u de beeldgrootte instelt op meer dan 800x600, worden meer
gegevens naar de vaste schijf geschreven en kan de opname minder
vloeiend worden.
4-20 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
TOSHIBA-webcamtoepassing gebruiken
TOSHIBA-webcamtoepassing is vooraf zo geconfigureerd dat het wordt
gestart wanneer u Windows Vista
®
start. Als u het programma opnieuw
moet starten, gaat u naar Start −> Alle programma’s −> TOSHIBA −>
Hulpprogramma’s −> Webcamtoepassing.
Afbeelding 4-9 De software gebruiken
Foto’s maken Klik om een foto te maken, waarna een voorbeeld van
de foto wordt weergegeven in het voorbeeldgebied.
Voorbeeldgebied
openen/sluiten
Klik om het voorbeeldgebied te openen Kik nogmaals
om het voorbeeldgebied te sluiten
Opgenomen
bestand
verwijderen
Selecteer de miniatuur van een opgenomen bestand
en klik op deze knop om het bestand van de vaste
schijf te verwijderen.
Video opnemen Klik om de opname te starten. Klik nogmaals om de
opname te stoppen en een voorbeeld van de video
weer te geven.
Cameraresolutie Kies een resolutie voor Voorbeeld, Vastleggen en
Opnemen.
Opname-
instellingen
Hiermee opent u het dialoogvenster met
opname-instellingen.
Op het tabblad Basis selecteert u de opslaglocatie
voor foto’s en video’s, het fotoformaat en de
videokwaliteit.
1. Foto’s maken
2. Voorbeeldgebied openen/sluiten
3. Opgenomen bestand verwijderen
4. Video opnemen
5. Cameraresolutie
6. Opname-instellingen
Gebruikershandleiding 4-21
L500/L505/L500D/L505D
TOSHIBA Gezichtsherkenning gebruiken
TOSHIBA-gezichtsherkenning gebruikt een gezichtsherkenningsbibliotheek
om de gezichtsgegevens van gebruikers te verifiëren wanneer deze zich
aanmelden bij Windows. De gebruiker hoeft in dit geval dus geen
wachtwoord in te voeren, waardoor de aanmelding gemakkelijker verloopt.
Deze software is vooraf geïnstalleerd op sommige modellen.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Toshiba garandeert niet dat de technologie voor gezichtsherkenning
volledig veilig of foutloos werkt. Toshiba garandeert niet dat het programma
voor gezichtsherkenning onbevoegde gebruikers altijd de toegang weigert.
Toshiba is niet aansprakelijk voor fouten of beschadigingen die het gevolg
kunnen zijn van het gebruik van de software of het hulpprogramma voor
gezichtsherkenning.
TOSHIBA EN DIENS DOCHTERONDERNEMINGEN EN
LEVERANCIERS ZIJN NIET AANSPRAKELIJK VOOR SCHADE AAN OF
VERLIES VAN PROGRAMMAGEGEVENS, NETWERKSYSTEMEN OF
VERWISSELBARE OPSLAGMEDIA, WINSTDERVING OF
BEDRIJFSSCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT OF HET GEVOLG IS VAN
HET GEBRUIK VAN HET PRODUCT, OOK AL IS TOSHIBA OP DE
HOOGTE GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID DAARVAN.
TOSHIBA Gezichtsherkenning garandeert geen correcte identificatie
van een gebruiker. Veranderingen in het uiterlijk van een
geregistreerde persoon, zoals een ander kapsel of een pet of bril,
kunnen ertoe leiden dat deze persoon niet correct wordt herkend als
deze veranderingen optreden nadat de persoon is geregistreerd.
TOSHIBA Gezichtsherkenning kan gezichten die lijken op het gezicht
van een geregistreerde persoon ten onrechte herkennen.
Voor toepassingen die een hoge mate van beveiliging vereisen, vormt
TOSHIBA Gezichtsherkenning geen geschikte vervanging voor de
Windows-wachtwoorden. Als beveiliging van groot belang is, gebruikt u
de opgeslagen Windows-wachtwoorden om u aan te melden.
Een heldere achtergrondverlichting en/of schaduwen kunnen ertoe
leiden dat een geregistreerde persoon niet correct wordt herkend.
Meld u in dat geval aan met uw Windows-wachtwoord. Als de
herkenning van een geregistreerde persoon meerdere malen mislukt,
raadpleegt u de documentatie van de computer voor manieren om de
herkenning te verbeteren.
4-22 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Gegevens voor gezichtsherkenning registreren
Maak een foto voor de gezichtsverificatie en registreer de benodigde
gegevens wanneer u zich aanmeldt. Voer de onderstaande stappen uit om
de benodigde gegevens te registreren wanneer u zich aanmeldt:
1. Start het hulpprogramma door te klikken op Start -> Alle programma’s
-> TOSHIBA -> Hulpprogramma’s -> TOSHIBA
Gezichtsherkenning.
2. Klik op de knop Register face (Gezicht registreren) in het
beheervenster. Het registratievenster wordt weergegeven.
3. Klik op de knop Volgende om de oefening te starten.
4. Maak eerst een foto terwijl u uw hoofd iets naar links en naar rechts
draait.
5. Maak vervolgens een foto terwijl u uw hoofd iets omhoog en omlaag
beweegt. Of klik op de knop Vorige als u nog een keer wilt oefenen.
6. Klik op de knop Volgende om het vastleggen te starten.
Pas de positie van uw gezicht aan, zodat dit binnen het gezichtvormige
kader past.
7. Zodra uw gezicht zich op de correcte positie bevindt, start de opname.
Beweeg uw hoofd iets naar links en naar rechts en vervolgens iets
omhoog en omlaag.
8. De registratie eindigt nadat u uw hoofd meerdere malen naar links, naar
rechts, omhoog en omlaag hebt bewogen.
Wanneer de registratie is gelukt, wordt het onderstaande bericht op het
scherm weergegeven: ‘Registratie geslaagd. U gaat nu de
verificatietest doen. Klik op de knop Volgende.
Klik op de knop Volgende om de verificatietest uit te voeren.
9. Voer de verificatietest uit. Richt uw gezicht naar het scherm zoals u
deed toen u zich registreerde.
10. Als de verificatie slaagt, klikt u op de knop Volgende en registreert u
een account.
11. Registreer de account. Vul de velden voor accountregistratie in. Vul alle
velden in. Nadat u klaar bent, klikt u op Volgende.
Het registratievenster wordt weergegeven voor een aangemelde
gebruiker wiens gezicht nog niet is geregistreerd.
Het beheervenster wordt weergegeven voor een aangemelde
gebruiker wiens gezicht al is geregistreerd.
Als u wilt oefenen, klikt u op de knop Volgende in het
registratievenster.
Als u niet wilt oefenen, klikt u op de knop Overslaan in het
registratievenster.
Als de verificatie mislukt, klikt u op de knop Vorige en voert u de
registratie opnieuw uit. Raadpleeg hiervoor de stappen 6 tot en met 8.
Gebruikershandleiding 4-23
L500/L505/L500D/L505D
12. Het beheervenster wordt weergegeven.
De naam van de geregistreerde account wordt weergegeven. Als u op
deze naam klikt, wordt links de vastgelegde foto van uw gezicht
weergegeven.
De gegevens voor gezichtsherkenning verwijderen
U kunt de fotogegevens, accountgegevens en persoonlijke gegevens die
tijdens de registratie zijn vastgelegd, verwijderen. Als u de gegevens voor
gezichtsherkenning wilt verwijderen, voert u de onderstaande stappen uit:
1. Start het hulpprogramma door te klikken op Start -> Alle programma’s
-> TOSHIBA -> Hulpprogramma’s -> TOSHIBA
Gezichtsherkenning.
Het beheervenster wordt weergegeven.
2. Select de gebruiker die u wilt verwijderen in het beheervenster.
3. Klik op de knop Verwijderen. Het bericht U staat op het punt om de
gebruikergegevens te verwijderen. Wilt u doorgaan?’ wordt op het
scherm weergegeven.
Als u de gegevens niet wilt verwijderen, klikt u op de knop Nee,
waarna u terugkeert naar het beheervenster.
Als u op de knop Ja klikt, wordt de geselecteerde gebruiker
verwijderd uit het beheervenster.
Het Help-bestand starten
Raadpleeg het Help-bestand voor meer informatie over dit hulpprogramma.
1. U start het Help-bestand door te klikken op Start -> Alle programma’s
-> TOSHIBA -> Hulpprogramma’s -> TOSHIBA Gezichtsherkenning
Help.
Aanmelden bij Windows via TOSHIBA Gezichtsherkenning
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u zich bij Windows aanmeldt met
TOSHIBA Gezichtsherkenning. Er worden twee verificatiemethoden
geboden.
Aanmeldingsscherm voor 1:N-modus: Als de tegel voor
gezichtsverificatie standaard is geselecteerd, kunt u zich aanmelden
zonder het toetsenbord of de muis te gebruiken.
Aanmeldingsscherm voor 1:1-modus: Deze methode is in feite gelijk
aan de modus 1:N, maar het venster Account selecteren wordt
weergegeven voorafgaand aan het venster Vastgelegde foto
weergeven en u moet de gebruikersaccount selecteren die moet
worden geverifieerd om het verificatieproces te starten.
4-24 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Aanmeldingsscherm voor 1:N-modus
1. Schakel de computer in.
2. Het venster Tegels selecteren wordt weergegeven.
3. Selecteer Gezichtsherkenning starten ().
4. ‘Please face to the camera’ (Draai met uw gezicht naar de camera)
wordt weergegeven.
5. De verificatie wordt uitgevoerd. Als de verificatie slaagt, worden de
fotogegevens die zijn gemaakt in stap 4 ingefade en over elkaar
geplaatst.
6. Het welkomstscherm van Windows wordt weergegeven en u wordt
automatisch aangemeld bij Windows.
1:1-aanmeldingsscherm
1. Schakel de computer in.
2. Het venster Tegels selecteren wordt weergegeven.
3. Selecteer Gezichtsherkenning starten ().
4. Het venster Account selecteren wordt weergegeven.
5. Selecteer de account en klik op de pijlknop.
6. ‘Please face to the camera’ (Draai met uw gezicht naar de camera)
wordt weergegeven.
7. De verificatie wordt uitgevoerd. Als de verificatie slaagt, worden de
fotogegevens die zijn gemaakt in stap 6 ingefade en over elkaar
geplaatst.
8. Het welkomstscherm van Windows wordt weergegeven en u wordt
automatisch aangemeld bij Windows.
Als er een fout optreedt tijdens de verificatie, keert u terug naar het
venster Tegels selecteren.
Als er een fout optreedt tijdens de verificatie, keert u terug naar het
venster Tegels selecteren.
Als de verificatie is geslaagd, maar er vervolgens een verificatiefout
optreedt wanneer u zich aanmeldt bij Windows, wordt u om uw
accountgegevens gevraagd.
Gebruikershandleiding 4-25
L500/L505/L500D/L505D
Modem
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de interne modem aan een
telefoonaansluiting koppelt en ervan ontkoppelt.
Regioselectie
Telecommunicatievoorschriften variëren per regio, en u moet er dus voor
zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor de regio waarin u de
modem gaat gebruiken.
Voer de volgende stappen uit om een regio te selecteren:
1. Klik op Start −> Alle programma’s −> TOSHIBA −> Netwerk −>
Selectie van modemregio.
2. Het pictogram Regioselectie wordt weergegeven in de Windows-taakbalk.
Als de computer wordt aangesloten op een andere communicatielijn
dan een analoge telefoonlijn, kan de computer defect raken.
Sluit de ingebouwde modem alleen aan op normale analoge
telefoonlijnen.
Sluit de ingebouwde modem nooit aan op een digitale lijn (ISDN).
Sluit de ingebouwde modem nooit aan op de digitale aansluiting van
een openbare telefoon of op een digitale telefooncentrale (PBX).
Sluit het ingebouwde modem nooit aan op een huiscentrale in een
woning of bedrijf.
Gebruik de computermodem niet tijdens onweer terwijl de
telefoonkabel is aangesloten. Bliksem kan elektrische schokken
veroorzaken.
Modemfuncties kunnen niet worden gebruikt bij modellen die niet zijn
uitgerust met een modem.
Deze informatie is van toepassing op modellen met een ingebouwde
modem.
Sommige modellen zijn uitgerust met een modemaansluiting of
FM-antennepoort.
De ingebouwde modem kan alleen in gespecificeerde landen en regio’s
worden gebruikt. Het gebruik van de modem in een gebied dat niet is
gespecificeerd voor de modem, kan resulteren in een systeemstoring.
Controleer zorgvuldig welke gebieden zijn gespecificeerd voordat u de
modem gaat gebruiken.
Als in het hulpprogramma Modeminstallatie van het Configuratiescherm
een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te
gebruiken. Als u de instelling voor land/regio op die manier wijzigt, heeft
dat mogelijk geen effect.
4-26 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
3. Klik op het pictogram met de linkrmuisknop om een lijst van de regio’s
weer te geven die de modem ondersteunt, en een submenu met
informatie over de telefoonlocatie. Er staat een vinkje naast de
geselecteerde regio en de geselecteerde telefoonlocatie.
4. Selecteer een regio uit het regiomenu of een telefoonlocatie uit het
submenu.
Wanneer u een regio aanklikt, wordt deze de standaardselectie van
de modem bij nieuwe kieslocaties die worden gemaakt in het
Configuratiescherm van Windows (Telefoon- en modemopties).
Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de standaard
regio-instelling van de modem.
Menu Eigenschappen
Klik met de rechterknop op het pictogram om het eigenschappenmenu op
het scherm weer te geven.
Instelling
In het menu Eigenschappen kunt de volgende instellingen in- en
uitschakelen:
Automatisch uitvoeren
Hier kunt u regelen of het hulpprogramma voor regioselectie automatisch
wordt gestart wanneer u het besturingssysteem start.
Dialoogvenster Keuze-opties openen na selectie van de regio
Hier kunt u instellen of u het dialoogvenster Keuze-opties automatisch
wordt geopend nadat u de regio hebt geselecteerd.
Locatielijst voor regioselectie
Een submenu wordt weergegeven met informatie over de locatie.
Dialoogvenster openen als modem en huidige telefoonlocatie
niet overeenkomen
Er verschijnt een waarschuwing als de huidige instellingen voor regiocode
en telefoonlocatie nit overeenkomen.
Modemselectie
Als de computer de interne modem niet herkent, verschijnt er een
dialoogvenster waarin u de communicatiepoort selecteert die door de
modem moet worden gebruikt.
Gebruikershandleiding 4-27
L500/L505/L500D/L505D
Keuze-opties
Selecteer deze optie als u de keuze-opties wilt weergeven.
De modulaire kabel aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de modulaire kabel van de modem aan te
sluiten:
1. Sluit het uiteinde van de modemkabel aan op de modemaansluiting van
de computer.
2. Koppel het andere uiteinde van de modemkabel aan een
telefoonaansluiting.
Afbeelding 4-10 De interne modem aansluiten
De modulaire kabel ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de modemkabel los te koppelen:
1. Knijp het palletje op de plug in de telefoonaansluiting in en trek de
connector eruit.
2. Knijp het palletje op de plug in de modemaansluiting van de computer
in en trek de plug eruit.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u wettelijk verplicht Japan als
regio te selecteren. Het is in strijd met de wet om de modem in Japan met
een andere regioselectie te gebruiken.
Als de computer wordt aangesloten op een andere communicatielijn
dan een analoge telefoonlijn, kan de computer defect raken.
Sluit de ingebouwde modem alleen aan op normale analoge
telefoonlijnen.
Sluit de ingebouwde modem nooit aan op een digitale lijn (ISDN).
Sluit de ingebouwde modem nooit aan op de digitale aansluiting van
een openbare telefoon of op een digitale telefooncentrale (PBX).
Sluit het ingebouwde modem nooit aan op een huiscentrale in een
woning of bedrijf.
Gebruik de computermodem niet tijdens onweer terwijl de
telefoonkabel is aangesloten. Bliksem kan elektrische schokken
veroorzaken.
U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl
de kabel is aangesloten.
4-28 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Draadloze communicatie
De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt
zowel draadloos LAN- als Bluetooth-apparaten.
Alle modellen beschikken over FN-toetsfuncties. Sommige modellen zijn
voorzien van functies voor draadloos LAN en Bluetooth.
Draadloos LAN
Het draadloos LAN is compatibel met andere LAN-systemen die zijn
gebaseerd op DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence Spread
Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan
de IEEE 802.11-norm voor draadloos LAN.
Selectie van frequentiekanaal van 5 GHz voor IEEE 802.11a of n draft 2.0
Selectie van frequentiekanaal van 2,4 GHz voor IEEE 802.11b/g of n
draft 2.0
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy), gebaseerd
op 128-bits coderingsalgoritme
Ondersteuning van Wi-Fi Protected Access™ (WPA™)
AES-gegevenscodering (Advanced Encryption Standard)
Instelling
1. Klik op Start en klik daarna op Verbinding maken met om het venster
Verbinding met een netwerk maken te openen.
2. Klik op Verbinding of netwerk instellen.
3. Volg de stappen in de wizard. U hebt de naam van het draadloze
netwerk en de beveiligingsinstellingen nodig. Raadpleeg de
documentatie van de router of de beheerder van het draadloze netwerk
voor de instellingen.
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van het
draadloze LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische
omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van toegangspunten,
clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie. De vermelde
verzendsnelheid is de theoretische maximumsnelheid van de
desbetreffende norm. De daadwerkelijke verzendsnelheid zal lager zijn
dan de theoretische maximumsnelheid.
Gebruikershandleiding 4-29
L500/L505/L500D/L505D
Beveiliging
TOSHIBA beveelt u met klem aan codering in te schakelen om te
voorkomen dat anderen via een draadloze verbinding illegaal toegang
tot uw computer krijgen. Als u dit advies niet opvolgt, stelt u zich bloot
aan afluisterpraktijken en bestaat bovendien het gevaar dat opgeslagen
gegevens door onbevoegden worden verwijderd of vernietigd.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor verlies of beschadiging van
gegevens als gevolg van afluisterpraktijken of onrechtmatige toegang
via het draadloze LAN.
Bluetooth-technologie
De draadloze Bluetooth™-technologie maakt kabels tussen computers en
andere elektronische apparaten, zoals printers en mobiele telefoons,
overbodig.
U kunt de ingebouwde Bluetooth-functies van de computer en een externe
Bluetooth-adapter niet tegelijk gebruiken.
De kenmerken van Bluetooth-technologie zijn als volgt:
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt op de 2,4-GHz band. Deze
band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met
radiosystemen in de meeste landen.
Radioverbindingen
U kunt eenvoudig verbindingen tot stand brengen tussen twee of meer
apparaten, deze verbindingen worden gehandhaafd zelfs als de apparaten
buiten het gezichtsveld van elkaar liggen.
Beveiliging
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale
beveiliging:
Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
krijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te
vervalsen.
Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.
4-30 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Bluetooth™ Stack voor Windows
®
van TOSHIBA
Denk eraan dat deze software speciaal ontworpen is voor de volgende
besturingssystemen:
Microsoft
®
Windows Vista
®
Informatie over het gebruik van deze software met deze
besturingssystemen vindt u hieronder. Meer uitgebreide informatie vindt u
in de elektronische help-bestanden die met de software zijn meegeleverd.
Release-informatie voor de Bluetooth
®
-stack voor
Windows
®
van TOSHIBA.
1. Faxtoepassingen:
Sommige faxtoepassingen kunnen niet met deze Bluetooth™-stack
worden gebruikt.
2. Bij meerdere gebruikers:
Op een PC met Windows Vista
®
wordt het gebruik van Bluetooth in
een omgeving met meerdere gebruikers niet ondersteund. Dit
betekent dat als u Bluetooth gebruikt, andere gebruikers die op
dezelfde computer zijn aangemeld de Bluetooth-functionaliteit niet
kunnen gebruiken.
Productondersteuning:
De nieuwste informatie over de ondersteuning van besturingssystemen,
taalondersteuning of beschikbare upgrades vindt u op onze website:
http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/bluetooth.htm (Europa) of
www.pcsupport.toshiba.com (Verenigde Staten).
Lampje voor draadloze communicatie
Het lampje voor draadloze communicatie geeft de status van de functies
voor draadloze communicatie van de computer aan.
Als u draadloos LAN hebt uitgeschakeld via de taakbalk, start u de
computer opnieuw op of voert u de volgende procedure uit om draadloos
LAN weer in te schakelen: klik op Start −> Configuratiescherm −>
Systeem en onderhoud −> Systeem −> Apparaatbeheer −>
Netwerkadapters, klik met de rechtermuisknop op het draadloze apparaat
en kies Inschakelen.
Deze Bluetooth-stack is gebaseerd op versie 2.1+EDR van de
Bluetooth-specificatie. TOSHIBA kan de compatibiliteit tussen
computerproducten en/of andere elektronische apparaten met Bluetooth
alleen garanderen voor notebookcomputers van TOSHIBA.
Status van het lampje Betekenis
Lampje uit Draadloze functionaliteit is niet beschikbaar.
Lampje aan Draadloos LAN en/of Bluetooth is geactiveerd
door een toepassing.
Gebruikershandleiding 4-31
L500/L505/L500D/L505D
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN
(10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100
megabits per seconde, 100BASE-TX). In dit gedeelte wordt beschreven
hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.
Gebruik de functies voor LAN (Wi-Fi) en Bluetooth niet in de buurt van
een magnetron of in gebieden met radiostoring of magnetische velden.
Storing van een magnetron of andere bron kan tot onderbreking van de
draadloos Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
Schakel Wi-Fi- en Bluetooth-functies uit in de buurt van mensen bij wie
mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is
geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of
het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg. Volg de instructies bij uw medische apparaat als u
gebruikmaakt van een Wi-Fi- of Bluetooth-functie.
Schakel altijd de Wi-Fi- of Bluetooth-functie uit als de computer in de
buurt komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals
automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen
veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Er kan mogelijk geen netwerkverbinding tot stand worden gebracht met
een opgegeven netwerknaam via de functie voor ad hoc-netwerk.
Als dit het geval is, moet het nieuwe netwerk(*) worden geconfigureerd
voor alle computers die zijn aangesloten op hetzelfde netwerk om zo
de netwerkverbindingen opnieuw tot stand te brengenc.
* Let erop dat u de nieuwe netwerknaam gebruikt.
Installeer of verwijder geen geheugenmodule zolang Activering op LAN is
ingeschakeld.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter.
Laat de netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100 megabits per seconde) verandert
automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden (aangesloten
apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
4-32 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Typen LAN-kabels
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen:
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig
tot de vergrendeling vast klikt.
Afbeelding 4-11 De LAN-kabel aansluiten
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding
met een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in
het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten.
Tijdens LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven.
Als u de netadapter ontkoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt
met een LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-poort. Als u dit doet,
kunnen schade of storingen optreden.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die aan de
LAN-poort is gekoppeld. Als u dit doet, kunnen schade of storingen
optreden.
Gebruikershandleiding 4-33
L500/L505/L500D/L505D
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector of
router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of
softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of
configureert.
De LAN-kabel ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen:
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-poort van de computer in
en trek de connector eruit.
2. Ontkoppel de kabel op dezelfde wijze van de LAN-hub of -router.
Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of softwareleverancier
voordat u de kabel van de hub ontkoppelt.
Computer schoonmaken
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de
computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer vochtig wordt,
sluit de stroom dan meteen af en laat de computer helemaal droog
worden. In deze omstandigheden moet u de computer laten nakijken
door een bevoegde servicemedewerker om de schade vast te stellen.
Reinig de plastic delen van de computer met een licht bevochtigde doek.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid
reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het
scherm voorzichtig af te vegen.
Een reinigingsdoekje gebruiken
U kunt een reinigingsdoekje gebruiken om stof en vingerafdrukken te
verwijderen van het toetsenbord en de polssteun van de computer.
Wanneer de computer gegevens met het LAN uitwisselt, brandt het
LAN-actief-lampje geel. Wanneer de computer op een LAN-hub is
aangesloten maar geen gegevens uitwisselt, brandt het verbindingslampje.
Zorg dat het LAN-actief-lampje (het oranje lampje) uit is voordat u de
computer loskoppelt van het LAN.
Wanneer u het toetsenbord, de polssteun en het beeldscherm afveegt,
dient u voorzichtig te werk te gaan zonder veel druk uit te oefenen.
Gebruik een reinigingsdoekje niet als dit vuil of nat is.
Gebruik een reinigingsdoekje niet als dit doordrenkt is met water,
schoonmaakmiddelen of vluchtige organische oplosmiddelen.
Het wordt aanbevolen het reinigingsdoekje te wassen wanneer dit vuil is
waarbij u een mild schoonmaakmiddel gebruikt en het doekje goed
uitspoelt. Zorg dat het doekje helemaal droog is voordat u dit opnieuw
gebruikt voor de computer.
4-34 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
De computer verplaatsen
Hoewel de computer een robuut apparaat is, dient u enkele eenvoudige
voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de computer verplaatst om te
zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Controleer aan de hand van het lampje voor de vaste schijf en andere
lampjes op de voorzijde van de computer of alle schijfactiviteit is
gestopt voordat u de computer verplaatst.
Als er een CD of DVD in het station zit, moet u deze verwijderen en de
schijflade goed sluiten.
Schakel de computer uit (afsluiten).
Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Voordat u de computer optilt, moet deze zijn gesloten, de adapter
afgekoppeld en afgekoeld. Nalatigheid van deze instructie kan tot een
lichte brandwond leiden.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als u
zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging van
de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer uw computer nooit als er nog kaarten zijn geplaatst. Dit kan
leiden tot schade aan de computer en/of aan de kaart waardoor het
product niet meer werkt.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden.
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer
te reinigen.
Gebruik een reinigingsdoekje om stof, vingerafdrukken en ander vuil af
te vegen van het toetsenbord, de polssteun en andere onderdelen.
Voor voorzorgsmaatregelen voor het gebruik raadpleegt u de paragraaf
Het reinigingsdoekje gebruiken in hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
Gebruikershandleiding 4-35
L500/L505/L500D/L505D
Warmteverspreiding
De CPU heeft een interne temperatuursensor ter bescherming tegen
oververhitting. Als de interne temperatuur van de een bepaald niveau bereikt,
wordt de ventilator ingeschakeld of wordt de CPU-verwerkingssnelheid
verlaagd. U kunt opgeven of u de CPU-temperatuur wilt regelen door eerst de
ventilator aan te zetten en dan zo nodig de CPU-verwerkingssnelheid te
verlagen, of vice versa. Of door eerst de CPU-snelheid te verlagen en
vervolgens, indien nodig, de ventilator in te schakelen. Deze functies worden
geregeld via Energiebeheer.
Zodra de CPU-temperatuur tot een normaal niveau is gedaald, wordt de
ventilator uitgeschakeld en gaat de CPU weer op standaardsnelheid werken.
Als de CPU-temperatuur met een van beide instellingen een
onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt het systeem automatisch
uitgezet om beschadiging te voorkomen. In dat geval zullen gegevens in
het geheugen verloren gaan.
4-36 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Gebruikershandleiding 5-1
L500/L505/L500D/L505D
Hoofdstuk 5
Het toetsenbord
Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid
toetsenbord met 104/105 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te
drukken kunnen alle uitgebreide functies van dit toetsenbord op de
computer worden uitgevoerd.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd;
er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn vijf soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, functietoetsen,
zogenoemde ‘softkeys’, sneltoetsen en speciale Windows-toetsen.
Typemachinetoetsen
De typemachinetoetsen produceren de hoofdletters en kleine letters,
cijfers, leestekens en speciale symbolen die op het scherm verschijnen.
Er zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine
en het gebruik van een computertoetsenbord:
Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen
van breedte. Spaties, die door een ‘spatieteken’ worden gecreëerd,
kunnen ook variëren, al naar gelang uitlijning en andere factoren.
Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één), en ook de
hoofdletter O en 0 (nul), niet verwisselbaar als op een typemachine.
CAPS LOCK, de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen
van invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de
cijfer- en symbooltoetsen.
De SHIFT- of hoofdlettertoetsen, de Tab-toets en de toets
BACKSPACE hebben dezelfde functie als de gelijknamige
typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale
computerfuncties.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Dit kan schade
veroorzaken aan de onderdelen onder de toetsen.
5-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Functietoetsen: F1 ... F12
De functietoetsen (niet te verwarren met de speciale FN-toetsen) zijn twaalf
toetsen op de bovenste rij van het toetsenbord. Deze toetsen werken
anders dan de andere toetsen.
F1 tot en met F12 worden functietoetsen genoemd omdat ze
geprogrammeerde functies uitvoeren als ze worden ingedrukt. In
combinatie met de toets FN voeren toetsen die gemarkeerd zijn met een
pictogram speciale functies uit op de computer. Raadpleeg de paragraaf
Softkeys: FN-toetscombinaties in dit hoofdstuk voor meer informatie; let
erop dat de werking van individuele toetsen afhankelijk is van de software
die u gebruikt.
Softkeys: FN-toetscombinaties
De toets FN (functie) is een bijzondere toets die alleen op TOSHIBA-
computers aanwezig is en die in combinatie met andere toetsen ‘softkeys’
vormt. Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen
activeren, uitschakelen of configureren.
Toetsen op een uitgebreid toetsenbord emuleren
Afbeelding 5-1 Een uitgebreid toetsenbord met 104 toetsen
Het toetsenbord van deze computer is zodanig ontworpen dat het voorziet
in alle functies van het uitgebreide toetsenbord met 104 toetsen.
Aangezien dit toetsenbord kleiner is, moet een aantal van de functies van
het uitgebreide toetsenbord worden gesimuleerd door middel van
toetscombinaties.
De toets FN kan worden gecombineerd met de volgende toetsen om zo
functies te simuleren die overeenkomen met die van de toetsen op een
uitgebreid toetsenbord met 104/105 toetsen die niet op het toetsenbord van
deze computer aanwezig zijn.
Let erop dat bepaalde software de werking van de softkeys kan
uitschakelen of beïnvloeden, en dat de instellingen van de soft-keys niet
worden hersteld als de computer uit de slaapstand wordt gehaald.
Gebruikershandleiding 5-3
L500/L505/L500D/L505D
Sneltoetsen
Met sneltoetsen (FN + een functietoets of de ESC-toets) kunt u bepaalde
computerfuncties in- en uitschakelen.
Dempen: Met FN + ESC kunt u het geluid in- en uitschakelen.
Vergrendelen: Met FN + F1 schakelt u de vergrendelmodus van de
computer in. U kunt uw bureaublad alleen herstellen door u opnieuw aan te
melden.
Energiebeheerschema: Met FN + F2 wijzigt u de instellingen voor
energiebeheer.
Slaapstand: Druk op FN + F3 om over te schakelen naar de slaapstand.
Sluimerstand: Druk op FN + F4 om over te schakelen naar de
sluimerstand.
Uitvoer: Met FN + F5 wijzigt u het actieve beeldscherm.
Helderheid (verlagen): Als u op FN + F6 drukt, wordt de helderheid van
het computerscherm stapsgewijs verlaagd.
5-4 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Helderheid (verhogen): Als u op FN + F drukt, wordt de helderheid van
het computerscherm stapsgewijs verhoogd.
Draadloos: Druk op FN + F8 om de actieve draadloze apparaten in en uit
te schakelen.
Touchpad: Met FN + F9 schakelt u de touchpadfunctie in of uit.
Zoomen: Druk op FN + spatiebalk om de schermresolutie te wijzigen.
TOSHIBA Hulpprogramma Zoom (verkleinen): Als u op FN +1 drukt,
worden pictogrammen op het bureaublad of de tekengrootte binnen een
van de ondersteunde toepassingsvensters verkleind.
TOSHIBA Hulpprogramma Zoom (vergroten): Als u op FN + 2 drukt,
worden pictogrammen op het bureaublad of de tekengrootte binnen een
van de ondersteunde toepassingsvensters vergroot.
Als er geen apparaat voor draadloze communicatie is geïnstalleerd, wordt
geen dialoogvenster weergegeven.
Gebruikershandleiding 5-5
L500/L505/L500D/L505D
FN-plaktoets
Met het hulpprogramma TOSHIBA Toegankelijkheid kunt u de FN-toets
vergrendelen, zodat u deze toets bij het gebruik van toetscombinaties niet
ingedrukt hoeft te houden. In plaats hiervan drukt u eenmaal op de
FN-toets, laat u de toets los en drukt u op een functietoets (dat wil zeggen
F1 … F12). U start het hulpprogramma TOSHIBA Toegankelijkheid door te
klikken op Start −> Alle programma’s −> TOSHIBA −> Hulpprogramma’s
−> Toegankelijkheid.
Speciale Windows-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows speciale
functies hebben: de Start-knop van Windows activeert het menu Start en de
andere, de toepassingstoets, heeft dezelfde functie als de rechtermuisknop.
Deze toets activeert het menu Start van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.
ASCII-tekens genereren
Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden
gegenereerd, maar u kunt al deze tekens genereren via hun specifieke
ASCII-codes.
1. Houd ALT + FN ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code van het gewenste teken.
3. Laat ALT + FN los. Het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
5-6 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Gebruikershandleiding 6-1
L500/L505/L500D/L505D
Hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden
De computer kan via de netadapter of via de interne accu van stroom
worden voorzien. In dit hoofdstuk leest u hoe u deze voedingsbronnen
optimaal gebruikt en hoe u de accu oplaadt en vervangt. Verder worden
tips gegeven voor het besparen van accu-energie en krijgt u informatie
over spaarstanden.
Stroomvoorzieningsomstandigheden
De bedrijfscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu
worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden: of er een
netadapter is aangesloten, of er een accu-eenheid is geïnstalleerd en wat
het ladingsniveau van de accu is.
Tabel 6-1 Stroomvoorziening
Stroom ingeschakeld
Stroom uitgeschakeld
(buiten werking)
Netadapter
aangesloten
Accu volledig
opgeladen
• In werking
• Lampje:
Accu groen
DC IN groen
• Lampje:
Accu groen
DC IN groen
Accu gedeeltelijk
opgeladen of leeg
• In werking
• Wordt snel opgeladen
• Lampje:
Accu oranje
DC IN groen
• Wordt snel opgeladen
• Lampje:
Accu oranje
DC IN groen
Geen accu
geïnstalleerd
• In werking
• Wordt niet opgeladen
• Lampje:
Accu uit
DC IN groen
• Wordt niet opgeladen
• Lampje:
Accu uit
DC IN groen
6-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Tabel 6-1 Stroomvoorziening (vervolg)
Voedingslampjes
Zoals in de volgende tabel wordt aangegeven, maken het accu-,
DC IN- en aan/uit-lampje op het paneel met systeemlampjes u attent op de
bedrijfsstatus van de computer en op de status van de accu.
Acculampje
Controleer het acculampje om de status van de accu-eenheid te bepalen.
Let daarbij op de volgende indicaties:
Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
(buiten werking)
Netadapter niet
aangesloten
Acculading is
boven
activeringsniveau
lage acculading
• In werking
• Lampje:
Accu uit
DC IN uit
Acculading is
onder
activeringsniveau
lage acculading
• In werking
• Lampje:
Accu
knippert oranje
DC IN uit
Accu is leeg De computer schakelt over
naar de slaapstand en wordt
afgesloten
Geen accu
geïnstalleerd
• Buiten werking
• Lampje:
Accu uit
DC IN uit
Knipperend
oranje
De energiestatus van de accu is laag, de netadapter
moet worden aangesloten om de accu op te laden.
Oranje
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en dat
de accu wordt opgeladen.
Groen
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en dat
de accu volledig is opgeladen.
Lampje brandt
niet
In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu-eenheid tijdens het opladen te heet wordt, wordt het opladen
stopgezet en gaat het acculampje uit. Zodra de accu een normale
temperatuur heeft bereikt, wordt verder gegaan met opladen, ongeacht of
de computer aan of uit staat.
Gebruikershandleiding 6-3
L500/L505/L500D/L505D
DC IN lampje
Aan de hand van het DC IN-lampje kunt u de stroomvoorzieningsstatus
voor de aangesloten netadapter controleren. Let daarbij op de volgende
indicaties:
Aan/uit-lampje
Controleer het aan/uit-lampje om de status van de accu-eenheid te
bepalen. Let daarbij op de volgende indicaties:
Accu
Accutypen
De computer bevat twee verschillende soorten accu’s/batterijen:
Accu-eenheid
RTC-batterij (batterij voor de realtime klok)
Accu-eenheid
De verwisselbare lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding aangeduid
als de hoofdaccu, is de voornaamste voedingsbron van de computer
wanneer de netadapter niet is aangesloten. U kunt extra accu-eenheden
kopen, zodat u de computer langer kunt gebruiken zonder netstroom, maar u
mag de accu-eenheid niet verwisselen terwijl de netadapter is aangesloten.
Alvorens de accu-eenheid te verwijderen dient u uw gegevens op te slaan en
de computer af te sluiten of de computer in de sluimerstand te zetten. Let
erop dat als u de computer in de sluimerstand zet, de geheugeninhoud op de
vaste schijf zal worden opgeslagen, hoewel het uit veiligheidsoverwegingen
verstandig is uw gegevens ook handmatig op te slaan.
Groen
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en de
computer correct van stroom voorziet.
Lampje brandt
niet
In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Groen
Geeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Knipperend
oranja
Geeft aan de computer nog steeds in de slaapstand
staat en dat er voldoende stroom is (adapter of
accu) om in deze stand te blijven. In de slaapstand
knippert dit lampje: één seconde aan en twee
seconden uit.
Lampje brandt
niet
In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
6-4 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
RTC-batterij
De RTC- ofwel Real Time Clock-batterij voorziet de interne realtime klok en
kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie als de computer
is uitgeschakeld. Als de RTC-batterij leeg is, gaan deze gegevens verloren
en werken de real-time klok en kalender niet meer. In dit geval verschijnt
het volgende bericht als u de computer inschakelt:
Als dit foutbericht wordt weergegeven, verdient het aanbeveling de
volgende procedure uitvoeren.
1. Sluit de netadapter aan en laad de accu gedurende 24 uur op.
2. Druk op F2 om het BIOS Setup-menu te openen.
3. Stel de juiste datum en tijd in.
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die
door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat. In deze modus worden gegevens in het geheugen opgeslagen,
dus als de stroomvoorziening naar de computer wordt afgebroken,
gaan de gegevens verloren.
Accutype (afhankelijk van het gekochte model)
De beschikbaarheid van deze accu is afhankelijk van het aangeschafte
model.
S
ERROR 0271: Check date and time settings.
WARNING 0251: System CMOS checksum bad - Default
configuration used.
Press <F1> to resume, <F2> to Setup.
De RTC-batterij van de computer is een lithiumbatterij en mag uitsluitend
door uw leverancier of een TOSHIBA-servicevertegenwoordiger worden
vervangen. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt,
gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het
afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften.
Als dit foutbericht nog steeds wordt weergegeven nadat u de
bovenstaande stappen hebt uitgevoerd, neem dan contact op met uw
TOSHIBA-servicevertegenwoordiger.
Gebruikershandleiding 6-5
L500/L505/L500D/L505D
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid
De accu-eenheid is een vitaal onderdeel van uw draagbare computer en
door de eenheid naar behoren te gebruiken en te onderhouden zorgt u
ervoor dat deze langer stroom levert en langer meegaat. Volg de
aanwijzingen in dit gedeelte zorgvuldig ter waarborging van veilig gebruik
en maximale prestaties.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor
gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
De accu opladen
Als de lading in de accu-eenheid opraakt, gaat het acculampje oranje
knipperen om aan te geven dat er slechts acculading voor enkele minuten
resteert. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het acculampje knippert,
wordt de sluimerstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en
wordt de computer automatisch afgesloten.
U moet een accu-eenheid opladen wanneer deze leeg raakt.
Zorg dat de accu-eenheid correct in de computer is geïnstalleerd voordat
u probeert de eenheid op te laden. Onjuiste installatie kan resulteren in
beschadiging van de accu-eenheid of in rookontwikkeling of brand.
Houd de accu-eenheid buiten het bereik van baby’s en kinderen.
De accu kan letsel veroorzaken.
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die
door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Laad de accu-eenheid op bij een omgevingstemperatuur tussen 5º en
35º Celsius Als u de accu-eenheid bij hogere of lagere temperaturen
oplaadt, kan elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking
en de gebruiksduur van de eenheid achteruitgaan.
Installeer of verwijder de accu-eenheid nooit voordat de computer is
uitgeschakeld en de netadapter is ontkoppeld. Verwijder de accu-
eenheid nooit terwijl de slaapstand op de computer is geactiveerd.
Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
Verwijder de accu-eenheid nooit terwijl de functie Activering op LAN
ingeschakeld is. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
Schakel de functie Activering op LAN uit alvorens de accu-eenheid te
verwijderen.
6-6 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Procedures
Als u een accu-eenheid wilt opladen terwijl deze in de computer is
geïnstalleerd, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in de
gelijkstroomingang (DC IN 19V) en het andere uiteinde in een functionerend
stopcontact. Het acculampje brandt oranje terwijl de accu wordt opgeladen.
Tijd
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe lang het ongeveer duurt om
een lege accu volledig op te laden.
Accuaanwijzingen over opladen
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct
wordt opgeladen:
De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt er helemaal
niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt opgeladen,
dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5° en 35°C op te laden.
De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele
minuten aangesloten; hierna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het acculampje een snelle daling in de gebruiksduur van
de accu aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt.
De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Een koele accu is in een warme computer geïnstalleerd.
Gebruik voor het opladen van de accu-eenheid alleen de computer
(aangesloten op het stopcontact) of de optionele accu-oplader van TOSHIBA.
Probeer nooit om de accu-eenheid met een andere oplader op te laden.
Oplaadtijd (uren)
Type accu/batterij Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
Accu-eenheid
(3 cellen / 6 cellen /
12 cellen)
circa 12 of langer circa 4 of langer
RTC-batterij circa 24 circa 24 met netadapter
of accu-eenheid
Let erop dat de oplaadtijd als de computer is ingeschakeld, wordt
beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de
computer en hoe u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld intensief
gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik
wellicht nauwelijks opgeladen. Raadpleeg de paragraaf Bedrijfstijd van de
accu maximaliseren voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 6-7
L500/L505/L500D/L505D
Voer in dergelijke gevallen de volgende stappen uit:
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te
laten tot het systeem zichzelf automatisch uitschakelt.
2. Sluit de netadapter aan op de DC IN 19V-aansluiting van de computer
en op een werkend stopcontact.
3. Laad de accu op totdat het acculampje wit brandt.
Herhaal deze stappen twee à drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Accucapaciteit controleren
De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd.
Door te klikken op het accupictogram op de taakbalk
Via de accustatus in het venster Windows Mobiliteitscentrum
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één
acculading levert, terwijl de gebruiksduur van de lading in een accu afhangt
van het volgende:
Processorsnelheid
Helderheid van scherm
Slaapstand
Sluimerstand
Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld
Tijd waarna de vaste schijf wordt uitgeschakeld
frequentie en duur van het gebruik van de vaste schijf, het optische
station en het diskettestation;
Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu.
De wijze waarop u gebruikmaakt van optionele apparaten die door de
accu van stroom worden voorzien.
Of de slaapstand is ingeschakeld, zodat accu-energie kan worden
bespaard als u de computer regelmatig in- en uitschakelt.
De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat.
Wacht ten minste zestien seconden na het inschakelen van de
computer voordat u probeert de resterende gebruiksduur te
controleren. Dit omdat de computer deze tijd nodig heeft om de
resterende capaciteit van de accu te controleren en om de resterende
gebruiksduur uit te rekenen op basis van het huidige energieverbruik.
Let er wel op dat de werkelijke resterende gebruiksduur enigszins kan
afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet
zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig
opgeladen zijn.
6-8 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Of u het scherm sluit wanneer u het toetsenbord niet gebruikt.
Het scherm sluiten bespaart energie.
De omgevingstemperatuur. De gebruiksduur neemt af bij lage
temperaturen.
De conditie van accuklemmen. Zorg ervoor dat deze altijd schoon zijn
door ze te reinigen met een schone droge doek voordat de
accu-eenheid wordt geïnstalleerd.
Gegevens behouden bij uitschakelen van computer
Als u de computer uitschakelt terwijl de accu en RTC-batterij volledig zijn
opgeladen, zorgen de accu en batterij dat gegevens gedurende de
volgende tijdsperiodes behouden blijven.
Bewaartijd
Gebruiksduur van de accu verlengen
U kunt de gebruiksduur van de accu-eenheid als volgt verlengen:
Ontkoppel de computer ten minste eenmaal per maand van de
netstroom en gebruik het systeem op accu-energie tot de accu-eenheid
totaal leeg is. Voer eerst de volgende stappen uit:
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel de netadapter los en zet de computer aan. Als de computer
niet wordt ingeschakeld, gaat u naar stap 4.
3. Laat de computer vijf minuten aanstaan. Als de accu-eenheid
minimaal vijf minuten gebruiksduur heeft, ga dan verder totdat de
accu helemaal leeg is. Als echter het acculampje knippert of als er
een ander signaal is dat de accu bijna leeg is, ga dan naar stap 4.
4. Sluit de netadapter aan op de DC IN 19V-aansluiting van de
computer en op een werkend stopcontact. Het DC IN-lampje moet
wit branden en het acculampje moet oranje branden om aan te
geven dat de accu-eenheid wordt opgeladen. Als het DC IN-lampje
niet brandt, betekent dit dat er nog geen stroom wordt toegevoerd.
Controleer de aansluitingen van de netadapter en het netsnoer.
5. Laad de accu-eenheiddat op tot het acculampje wit brandt.
Als u extra accu-eenheden hebt, gebruik deze dan afwisselend.
Verwijder de accu-eenheid als u het systeem geruime tijd, bijvoorbeeld
langer dan een maand, niet gebruikt.
Type accu/batterij Stand en bewaartijd
Accu-eenheid 2 dagen voor 12 cellen, 1 dag voor 6 cellen,
0,5 dag voor 3 cellen (slaapstand)
20 dagen voor 12 cellen, 10 dagen voor 6 cellen,
5 dagen voor 3 cellen (afsluitmodus)
RTC-batterij 30 dagen
Gebruikershandleiding 6-9
L500/L505/L500D/L505D
Ontkoppel de netadapter als de accu helemaal is opgeladen. Als u de
accu te lang laadt, wordt deze heet en kan de gebruiksduur afnemen.
Ontkoppel de netadapter als de computer langer dan acht uur buiten
gebruik blijft.
Bewaar reserve-accu’s op een koele, droge plek zonder direct zonlicht.
De accu-eenheid vervangen
Vergeet niet dat de accu-eenheid een verbruiksartikel is.
De gebruiksduur van de accu-eenheid neemt geleidelijk af door
herhaaldelijk laden en ontladen, en deze zal moeten worden vervangen als
de levensduur voorbij is. U kunt daarnaast een lege accu-eenheid ook
vervangen door een reserve-accu als u de computer voor een langere tijd
niet op het elektriciteitsnet kunt aansluiten.
In deze paragraaf wordt het verwijderen en installeren van de accu-eenheid
behandeld. Eerst wordt het verwijderen besproken aan de hand van de
volgende stappen.
Voer de volgende stappen uit om een lege accu te verwijderen.
1. Sla uw werk op.
2. Zet de computer uit. Controleer of het aan/uit-lampje uit is.
3. Verwijder alle op de computer aangesloten kabels en randapparatuur.
4. Sluit het beeldscherm en leg de computer ondersteboven.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat. Gegevens worden in het RAM opgeslagen, dus als de
stroomvoorziening naar de computer wordt afgebroken, gaan de
gegevens verloren.
In de slaapstand gaan gegevens verloren als u de accu-eenheid
verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het opslagproces is
voltooid. Wacht tot het lampje van de harde schijf uitgaat.
Raak de accu-ontgrendelingsschuif niet aan terwijl u de computer
vasthoudt omdat de accu-eenheid er dan uit kan vallen doordat de
accuhouder per ongeluk wordt ontgrendeld en letsel kan veroorzaken.
6-10 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
5. Schuif het veiligheidsslot van de accu in de ontgrendelde stand ( )
om de accuvergrendelingsschuif te kunnen bewegen.
Afbeelding 6-1 De accu-eenheid vrijgeven (1)
6. Duw de accu-ontgrendelingsschuif (1) opzij en houd deze vast. Schuif
vervolgens de accu-eenheid (2) uit de computer.
Afbeelding 6-2 De accu-eenheid vrijgeven (2)
2
1
1
Gebruikershandleiding 6-11
L500/L505/L500D/L505D
Voer de volgende stappen uit om een accu te installeren:
1. Schuif de accu zo ver als het gaat in de computer (1).
2. Zorg dat de accu-eenheid correct is geplaatst en dat de
accuvergrendeling (2) in de vergrendelde stand staat.
Afbeelding 6-3 De accu-eenheid vastzetten
3. Draai de computer om.
TOSHIBA Wachtwoordhulpprogramma
Met het TOSHIBA-hulpprogramma voor supervisorwachtwoord kunt u een
extra beveiligingsniveau toevoegen. Dit programma biedt twee niveaus van
wachtwoordbeveiliging: gebruiker en supervisor
Gebruikerswachtwoord
Start het hulpprogramma door de volgende items te selecteren:
Start TOSHIBA Assist J VEILIG J Gebruikerswachtwoord
Geregistreerd
Klik op deze knop om een wachtwoord van maximaal 8 tekens te
registreren. Na het instellen van een wachtwoord wordt u gevraagd het
wachtwoord in te voeren wanneer u de computer opstart.
Niet geregistreerd
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te verwijderen.
U kunt een wachtwoord pas verwijderen nadat u het huidige
wachtwoord correct hebt ingevoerd.
2
1
Wachtwoorden die met het TOSHIBA-hulpprogramma voor
supervisorwachtwoord worden ingesteld, verschillen van het
Windows
®
-wachtwoord.
6-12 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Eigenaarsreeks (tekstvak)
U kunt dit vak gebruiken om tekst aan het wachtwoord te koppelen.
Klik nadat u tekst hebt toegevoegd op Toepassen of op OK. Elke keer
wanneer u de computer inschakelt, wordt deze tekst weergegeven,
samen met de vraag het wachtwoord op te geven.
Supervisorwachtwoord
Als u een supervisorwachtwoord instelt, zijn bepaalde functies beperkt
wanneer een gebruiker zich aanmeldt met het gebruikerswachtwoord.
Als u een supervisorwachtwoord wilt instellen, klikt u op
Start TOSHIBA Assist J VEILIG J Supervisorwachtwoord
Met dit hulpprogramma kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
het supervisorwachtwoord registreren of verwijderen.
beperkingen voor gewone gebruikers opgeven.
De computer opstarten met een wachtwoord
Als u al een wachtwoord hebt geregistreerd, voert u het wachtwoord
handmatig in om de computer te starten.
U gaat als volgt te werk om een wachtwoord handmatig in te voeren:
1. Schakel de computer in volgens de instructies in hoofdstuk 3,
Aan de slag.
Het volgende bericht wordt weergegeven:
Wachtwoord [xxxxxxxx]
2. Voer het wachtwoord in.
3. Druk op Enter.
U hoeft het wachtwoord alleen in te voeren als de computer is
uitgeschakeld in de opstartmodus of de sluimerstand, niet in de
slaapstand.
Op dit moment werken de sneltoetsen Fn + F1 t/m F9 niet. U kunt ze pas
weer gebruiken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
Als u het wachtwoord driemaal achtereen onjuist invoert, wordt de
computer afgesloten. U moet de computer opnieuw aanzetten en het
wachtwoord opnieuw typen.
Gebruikershandleiding 6-13
L500/L505/L500D/L505D
Opstartstanden
De computer heeft de volgende spaarstanden:
Sluimerstand (de gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de
vaste schijf).
Slaapstand (stroom blijft ingeschakeld, gegevens in het geheugen
blijven behouden, maar de CPU en alle andere apparaten komen in de
zogeheten slaapstand te staan).
Opstarten (de gegevens in het geheugen worden niet opgeslagen).
Windows-hulpprogramma’s
U kunt diverse instellingen voor de slaapstand en de sluimerstand
configureren via Energiebeheer (dat u opent via Start −>
Configuratiescherm −> Systeem en onderhoud −> Energiebeheer).
Sneltoetsen
U kunt de sneltoets FN + F3 gebruiken om de slaapstand in te schakelen of
FN + F4 voor de sluimerstand. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord,
voor meer informatie.
In-/uitschakelen via LCD
U kunt de computer zodanig configureren dat deze automatisch wordt
uitgeschakeld als u het beeldscherm sluit, en wordt ingeschakeld als u het
scherm opent. Let op dat deze functie alleen beschikbaar is voor de
slaapstand of de sluimerstand, niet voor de afsluitmodus.
Systeem automatisch uitschakelen
Met deze functie wordt het systeem automatisch uitgeschakeld zodra de
ingestelde tijdlimiet voor systeeminactiviteit verstrijkt. Het systeem wordt
afgesloten in de slaapstand of de sluimerstand.
Raadpleeg tevens het gedeelte De computer uitschakelen in hoofdstuk 3,
Aan de slag.
Als de functie Uitschakelen via LCD is geactiveerd en u Windows
handmatig afsluit, dient u het beeldscherm van de computer niet te sluiten
voordat het afsluitproces is voltooid.
6-14 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Gebruikershandleiding 7-1
L500/L505/L500D/L505D
Hoofdstuk 7
HW Setup en wachtwoorden
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de computer met behulp van het
programma TOSHIBA HW Setup configureert en hoe u wachtwoorden instelt.
HW Setup
Met TOSHIBA HW Setup kunt u instellingen configureren voor Algemeen,
Wachtwoord, Beeldscherm, Opstartprioriteit, Toetsenbord, USB en LAN.
HW Setup starten
Klik op Start −> Alle programma’s −> TOSHIBA −> Hulpprogramma’s en
klik op HW Setup.
Het venster HW Setup
Het venster HW Setup bestaat uit de volgende tabbladen: Algemeen,
Wachtwoord, Beeldscherm, Opstartprioriteit, Toetsenbord, LAN en USB.
Als het supervisorwachtwoord is ingesteld, kan de toegang tot het
programma TOSHIBA HW Setup worden geblokkeerd wanneer het
gebruikerswachtwoord wordt gebruikt voor aanmelding op de computer.
OK Bevestigt uw wijzigingen en sluit het venster
HW Setup.
Annuleren Sluit het venster zonder uw wijzigingen door te
voeren.
Toepassen Bevestigt al uw wijzigingen zonder het venster
HW Setup te sluiten.
7-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Algemeen
Dit venster toont de BIOS-versie en bevat twee knoppen:
Installatie
Dit veld toont de BIOS-versie en de datum.
Wachtwoord
Gebruikerswachtwoord
Met deze optie kunt u het gebruikerswachtwoord voor opstarten instellen of
wijzigen.
U voert als volgt een gebruikerswachtwoord in:
1. Selecteer Geregistreerd om de volgende melding weer te geven:
Wachtwoord invoeren:
Voer een wachtwoord van maximaal tien tekens in. De tekenreeks die u
invoert, wordt weergegeven als een reeks asterisken. Als u bijvoorbeeld
een wachtwoord van vier tekens invoert, ziet u het volgende:
Wachtwoord invoeren: ****
2. Klik op OK. Het volgende bericht verschijnt, waarmee u het wachtwoord
kunt verifiëren.
Wachtwoord verifiëren:
3. Als de twee ingevoerde tekenreeksen overeenkomen, wordt het
wachtwoord geregistreerd. Klik op OK. Als u twee verschillende
reeksen hebt ingevoerd, verschijnt het volgende bericht. In dat geval
moet u de procedure herhalen vanaf stap 1.
Invoerfout!!!
U verwijdert een gebruikerswachtwoord als volgt:
1. Selecteer Niet geregistreerd om de volgende melding weer te geven:
Wachtwoord invoeren:
2. Voer het huidige wachtwoord in. De tekenreeks die u invoert, wordt
weergegeven als een reeks asterisken.
Wachtwoord invoeren: ****
Standaard De fabrieksinstellingen van alle HW Setup-opties
herstellen.
Info Versiegegevens van HW Setup weergeven.
Als u klaar bent met de BIOS-update, start u de computer opnieuw op en
drukt u op F2 om BIOS Setup weer te geven en het standaard-BIOS te laden.
Niet geregistreerd Het wachtwoord wijzigen of verwijderen.
(Standaard)
Geregistreerd Het wachtwoord instellen. Er verschijnt een
venster waarin u het wachtwoord kunt instellen.
Gebruikershandleiding 7-3
L500/L505/L500D/L505D
3. Klik op OK. Als de ingevoerde tekenreeks overeenkomt met het
geregistreerde wachtwoord, wordt de wachtwoordoptie opnieuw
ingesteld en ziet u het volgende bericht:
Niet geregistreerd
Als u twee verschillende reeksen hebt ingevoerd, verschijnt het volgende
bericht. In dat geval moet u de procedure herhalen vanaf stap 1.
Incorrect wachtwoord
4. Volg de zojuist beschreven procedure voor het instellen van het
wachtwoord om een nieuw gebruikerswachtwoord in te stellen.
Beeldscherm
Op dit tabblad kunt u de weergave-instellingen voor het interne
LCD-scherm of een externe monitor opgeven.
Beeldscherm bij opstarten
Hiermee kunt u opgeven welk beeldscherm bij het opstarten van de
computer moet worden gebruikt.
Opstartprioriteit
Opstartprioriteitsopties
Hier kunt u de prioriteit voor het opstarten van de computer instellen.
Selecteer de opstartprioriteit in de vervolgkeuzelijst.
Als u het wachtwoord driemaal achtereen onjuist invoert, wordt de
computer afgesloten.
In dat geval hebt u geen toegang tot de optie Wachtwoord in HW Setup.
Schakel de computer uit en weer in om het opnieuw te proberen.
Autom. geselecteerd Als een extern beeldscherm is aangesloten,
wordt bij het opstarten alleen het externe
scherm gebruikt. Zo niet, dan wordt alleen het
LCD-scherm gebruikt.
Alleen systeem-LCD Ongeacht of een extern beeldscherm is
aangesloten, wordt na het opstarten alleen de
interne LCD gebruikt.
7-4 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Toetsenbord
Activering op toetsenbord
Als deze functie actief is en de computer zich in de slaapstand bevindt,
kunt u de computer inschakelen door op een willekeurige toets te drukken.
De functie is alleen van toepassing op het interne toetsenbord en werkt
alleen wanneer de computer zich in de slaapstand bevindt.
USB
USB Legacy-ondersteuning
Gebruik deze optie om USB Legacy-emulatie in of uit te schakelen. Zelfs
als USB niet door uw besturingssysteem wordt ondersteund, kunt u een
USB-muis en -toetsenbord gebruiken door de optie Emulatie USB Legacy
in te schakelen.
LAN
Activering op LAN
Deze functie zorgt dat de computer wordt ingeschakeld uit de
uitgeschakelde stand wanneer deze een activeringspakket (Magic-pakket )
via het LAN ontvangt. (Deze functie is niet van invloed op Activering op
LAN vanuit de slaapstand of de sluimerstand.)
Deze functie is niet van invloed op Activering op LAN vanuit de slaapstand
of de sluimerstand. Voor Activering op LAN vanuit de slaapstand of de
sluimerstand moet u het selectievakje ‘Allow the device to wake the
computer’ (Apparaat kan computer activeren) in de eigenschappen van het
LAN-apparaat inschakelen.
Ingeschakeld Schakelt Activering op toetsenbord in.
Uitgeschakeld Schakelt Activering op toetsenbord uit
(standaardinstelling).
Ingeschakeld Schakelt USB Legacy-emulatie in. (Standaard)
Uitgeschakeld Schakelt USB Legacy-emulatie uit.
Ingeschakeld Schakelt Activering op LAN vanuit de
uitgeschakelde stand in.
Uitgeschakeld Schakelt Activering op LAN vanuit de
uitgeschakelde stand uit. (Standaard)
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter.
Laat de netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering
op LAN is ingeschakeld.
Gebruikershandleiding 7-5
L500/L505/L500D/L505D
Intern LAN
Met deze functie wordt het interne LAN in- of uitgeschakeld.
Schakelaar voor draadloze communicatie
Deze functie schakelt de schakelaar voor draadloze communicatie in of uit.
Ingeschakeld Schakelt functie voor het geïntegreerde LAN in
(standaardinstelling).
Uitgeschakeld Schakelt functie voor intern LAN uit.
Aan De schakelaar voor draadloze communicatie
inschakelen.
Uit De schakelaar voor draadloze communicatie
uitschakelen.
7-6 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Gebruikershandleiding 8-1
L500/L505/L500D/L505D
Hoofdstuk 8
Optionele apparaten
Optionele apparaten kunnen de mogelijkheden en de veelzijdigheid van de
computer uitbreiden. In deze hoofdstuk wordt beschreven hoe de volgende
apparaten worden aangesloten of geïnstalleerd.
Kaarten/geheugen
Sleuf voor Bridge-media
Secure Digital (SD)-kaart (SD-geheugenkaart,
SDHC-geheugenkaart, miniSD-kaart, microSD-kaart)
Memory Stick (Memory Stick, Memory Stick PRO)
MultiMediaCard
Geheugenuitbreiding
Voedingsapparaten
Accu-eenheden
Universele netadapter
Accu-oplader
Randapparaten
Vasteschijfeenheid
USB-diskettestation
eSATA
Externe monitor
HDMI
Overige
Beveiligingsslot
Als u optionele apparaten (zoals een USB-apparaat of externe monitor) op
de computer aansluit, controleer dan eerst de vorm en stand van de
connector.
8-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Sleuf voor Bridge-media
Deze computer is uitgerust met een sleuf voor Bridge-media waarin u
verschillende soorten media met diverse capaciteiten kunt plaatsen, zodat
u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten zoals digitale
camera’s en PDA’s (Personal Digital Assistants).
Afbeelding 8-1 Voorbeelden van geheugenmedia
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de sleuf voor Bridge-media
terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals
schroeven, nietjes en paperclips in de computer of het toetsenbord
terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting
leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Deze sleuf voor Bridge-media biedt ondersteuning voor de volgende
geheugenmedia:
Secure Digital (SD)-kaart (SD-geheugenkaart,
SDHC-geheugenkaart, miniSD-kaart, microSD-kaart)
Memory Stick (Memory Stick, Memory Stick PRO)
MultiMediaCard (MMC)
Voor gebruik van een miniSD/microSD-kaart is een adapter vereist.
Houd er rekening mee dat niet alle geheugenmedia zijn getest op een
correcte werking. Er kan derhalve niet worden gegarandeerd dat alle
geheugenmedia probleemloos functioneren.
De sleuf ondersteunt geen CF- of SmartMedia-kaarten of Magic
Gate-functies.
Secure Digital
(SD)-kaart
Memory Stick
MultiMediaCard
(MMC)
microSD-kaart
en -adapter
Gebruikershandleiding 8-3
L500/L505/L500D/L505D
Geheugenmedia
Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte
behandeling van geheugenmedia.
Aandachtspunten met betrekking tot SD/SDHC-
geheugenkaarten
SD/SDHC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure Digital
Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal kopiëren
of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal dus niet op
andere computers of apparaten afspelen of naar andere computers of
apparaten kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen
verveelvoudigen voor privégebruik.
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg van de manier waarop u
SD-geheugenkaarten kunt onderscheiden van SDHC-geheugenkaarten.
SD- en SDHC-geheugenkaarten zien er vrijwel hetzelfde uit.
Het logo op SD- en SDHC-geheugenkaarten verschilt echter, zodat u bij
aanschaf goed op het logo moet letten.
De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De
maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 16 GB.
Formattering van geheugenmedia
Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen.
Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een
apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een SD/SDHC-geheugenkaart formatteren
Wanneer u een SD/SDHC-geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd
conform specifieke normen. Als u een SD/SDHC-geheugenkaart opnieuw
formatteert, dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale
camera of digitale audiospeler, dat SD/SDHC-geheugenkaarten gebruikt en
niet met de formatteeropdracht van Windows.
Het logo van een SD-geheugenkaart is ( ).
Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ( ).
Kaarttype Capaciteiten
SD 8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB,
512 MB, 1 GB, 2 GB
SDHC 4 GB, 8 GB, 16 GB
8-4 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Aanvullende geheugenmodule
U kunt het geheugen van de computer uitbreiden om de hoeveelheid
beschikbaar systeemgeheugen te vergroten. In dit gedeelte wordt
beschreven hoe u een optionele geheugenmodule installeert en verwijdert.
Een opmerking over een foutmelding aangaande de geheugenmodule
Als u een geheugenmodule installeert die niet compatibel is met de
computer, gaat het aan/uit-lampje knipperen op de volgende manieren:
Als er alleen een probleem is met sleuf A of als er geen
geheugenmodule in sleuf A is geplaatst: knippert herhaaldelijk
tweemaal oranje, daarna groen.
Als er een probleem is met sleuf B: knippert herhaaldelijk oranje,
daarna tweemaal groen.
Als er problemen zijn met sleuf A en sleuf B: knippert herhaaldelijk
tweemaal oranje, daarna tweemaal groen.
Schakel de computer in elk van deze gevallen uit en verwijder de
incompatibele module(s).
Leg een doek onder de computer om te voorkomen dat het deksel
wordt beschadigd wanneer u de geheugenmodules plaatst/vervangt.
Gebruik geen doek van materiaal dat statische elektriciteit genereert of
vasthoudt.
Raak geen andere interne computeronderdelen aan als u een
geheugenmodule installeert of verwijdert.
Plaats de twee geheugenmodules in respectievelijk sleuf A en sleuf B.
De computer werkt nu in de tweekanaalsmodus.
U hebt efficiënt toegang tot de geplaatste geheugenmodules in de
tweekanaalsmodus.
Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door
TOSHIBA.
Probeer niet onder de volgende omstandigheden een
geheugenmodule te installeren of verwijderen.
a. Als de computer ingeschakeld is.
b. Als de computer is afgesloten in de slaapstand of de sluimerstand.
c. Als Activering op LAN actief is.
Zorg dat u geen schroefjes of ander materiaal in de computer laat
vallen. Dit kan storing of een elektrische schok veroorzaken.
Aanvullende geheugenmodules zijn elektronische
precisiecomponenten die onherstelbaar kunnen worden beschadigd
door statische elektriciteit. Aangezien het menselijk lichaam statische
elektriciteit kan bevatten, is het belangrijk dat u zichzelf ontlaadt
voordat u aanvullende geheugenmodules aanraakt of plaatst.
Raak eenvoudig met blote handen een metalen voorwerp aan om de
statische elektriciteit van uw lichaam te laten afvloeien.
Gebruikershandleiding 8-5
L500/L505/L500D/L505D
Een geheugenmodule installeren
De computer bevat sleuven voor twee geheugenmodules, de ene is dicht
tegen de andere geplaatst. De procedures voor het installeren zijn voor
beide modules hetzelfde.
1. Zet de computer uit. Let erop dat het aan/uit-lampje uit is (raadpleeg
zo nodig de paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk 3,
Aan de slag).
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3. Draai de computer ondersteboven en verwijder het afdekplaatje van de
geheugenmodule.
Afbeelding 8-2 Het afdekplaatje van de geheugenmodules verwijderen
4. Breng het uitstekende gedeelte van de geheugenmodule op één lijn
met de geheugensleuf en plaats de module voorzichtig in de sleuf
onder een hoek van ongeveer 45 graden. Duw de module vervolgens
omlaag tot deze aan weerszijden vastklikt.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0 om de schroeven te
verwijderen en vast te draaien. Een verkeerde schroevendraaier kan de
schroefkoppen beschadigen.
2
2
1
1
3
3
Plaats de groeven aan de randen van de geheugenmodule tegenover
de vergrendellipjes op de connector en sluit de module stevig aan op
de connector. Als het u in eerste instantie niet lukt de geheugenmodule
te installeren, duwt u de vergrendellipjes voorzichtig naar buiten met
uw vinger. Houd de module vast aan de linker- en rechterrand,
de randen met de groeven.
8-6 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
5. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met één schroef.
Afbeelding 8-3 Het klepje over de geheugenmodule plaatsen
6. Installeer de accu-eenheid. Raadpleeg zo nodig de paragraaf De
accu-eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden.
7. Draai de computer om.
8. Zet de computer aan en controleer of het toegevoegde geheugen wordt
herkend door te klikken op Start −> Configuratiescherm −> Systeem
en onderhoud −> pictogram Systeem.
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips in de computer of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde
metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de
computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het
geheugen veroorzaken.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
Gebruikershandleiding 8-7
L500/L505/L500D/L505D
Een geheugenmodule verwijderen
Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmodule wilt verwijderen:
1. Stel de computer in op de opstartmodus en zet de computer uit.
Controleer of het aan/uit-lampje uit is (raadpleeg zo nodig de paragraaf
De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Aan de slag).
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid
(raadpleeg zo nodig paragraaf De accu-eenheid vervangen in
hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden).
4. Duw de klemmetje opzij, zodat de module vrijkomt.
5. Pak de geheugenmodule bij de randen vast en verwijder hem uit de
computer.
6. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met één schroef.
7. Installeer de accu-eenheid. Raadpleeg zo nodig de paragraaf De
accu-eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden.
8. Draai de computer om.
Accu-eenheden
Met aanvullende accu-eenheden kunt u de computer langer gebruiken als
u niet in de buurt van een stopcontact bent en de accu leegraakt,
aangezien u de accu iin dit geval kunt vervangen door een volledig
opgeladen accu. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie.
Universele netadapter
Als u de computer regelmatig op verschillende locaties gebruikt, is het
wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen:
u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.
Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules en de
nabijgelegen schakelingen heet. Laat ze in dat geval afkoelen tot
kamertemperatuur alvorens ze te vervangen. Als u de modules eerder
aanraakt, kunt u brandwonden oplopen.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het
geheugen veroorzaken.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
8-8 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Accu-oplader
Met behulp van de accu-oplader kunnen twee lithium-ion accu-eenheden
gemakkelijk buiten de computer worden opgeladen.
USB-diskettestation
Het USB-diskettestation ondersteunt 3,5-inch diskettes van 1,44 MB of
720 KB en wordt aangesloten op een USB-poort van de computer.
Afbeelding 8-4 USB-diskettestation
Het USB-diskettestation is alleen beschikbaar als een optie.
USB-aansluiting Plaats deze connector in een van de vrije USB-
poorten van de computer.
Disketteactiviteitsla
mpje
Dit lampje gaat branden wanneer gegevens van
de diskette worden gelezen of ernaar worden
geschreven.
Diskettesleuf Plaats een diskette in deze sleuf.
Uitwerpknop Wanneer een diskette volledig in het station is
geplaatst, komt de uitwerpknop omhoog. U
verwijdert een diskette door op de uitwerpknop te
drukken: de diskette wordt een stukje
uitgeschoven en kan worden verwijderd.
1. USB-aansluiting
2. Disketteactiviteitslampje
3. Diskettesleuf
4. Uitwerpknop
1
2
34
Controleer het lampje voor disketteactiviteit wanneer u het diskettestation
gebruikt. U mag niet op de uitwerpknop drukken of de computer
uitschakelen terwijl het lampje brandt. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van gegevensverlies en beschadiging van de diskette of het station.
Gebruikershandleiding 8-9
L500/L505/L500D/L505D
Het USB-diskettestation gebruiken
Het USB-diskettestation ondersteunt diskettes van 1,44 MB of 720 KB en
wordt aangesloten op een USB-poort van de computer.
Het USB-diskettestation aansluiten
Als u het station wilt aansluiten, steekt u de USB-connector van het
diskettestation in een van de beschikbare USB-poorten van de computer.
Afbeelding 8-5 Het USB-diskettestation aansluiten
Bij gebruik moet het volgende in de gaten worden gehouden met
betrekking tot het USB-diskettestation:
Gebruik het externe diskettestation op een plat, horizontaal oppervlak.
Plaats het station tijdens gebruik niet op een vlak dat meer dan 20° helt.
Plaats geen voorwerpen op het diskettestation.
Bepaal wat de boven- en onderkant van de connector is en steek de
connector recht in de stationsconnector. Wees voorzichtig dat u de
verbindingspennen niet beschadigt door de aansluiting te forceren.
Als u het USB-diskettestation aansluit nadat u de computer hebt
ingeschakeld, duurt het circa 10 seconden voordat de computer het station
herkent. Pas na 10 seconden mag u het station loskoppelen en opnieuw
aansluiten.
8-10 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Het USB-diskettestation ontkoppelen
U kunt na gebruik van het USB-diskettestation de volgende stappen
uitvoeren om het station te ontkoppelen:
1. Wacht tot het lampje voor disketteactiviteit uitgaat en u zeker weet dat
er geen disketteactiviteit meer plaatsvindt.
2. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
3. Klik op het USB-diskettestation dat u wilt verwijderen.
4. Trek de USB-connector van het diskettestation voorzichtig uit de
USB-poort van de computer.
eSATA (External Serial ATA)
Een apparaat dat voldoet aan de eSATA-norm kan worden aangesloten op
de eSATA/USB-combinatiepoort van de computer.
Een eSATA-apparaat aansluiten
Als u een eSATA-apparaat wilt aansluiten, voert u de volgende stappen uit:
1. Sluit een eSATA-kabel aan op de eSATA/USB-combinatiepoort.
Afbeelding 8-6 Een eSATA-kabel aansluiten op de eSATA/USB-combinatiepoort
Als u het diskettestation ontkoppelt of de stroom uitschakelt terwijl de
computer het station gebruikt, loopt u het risico dat gegevens verloren
gaan of dat de diskette of het station beschadigd raakt.
Steek de connector recht in de aansluiting. Wees voorzichtig dat u de
verbindingspennen niet beschadigt door de aansluiting te forceren.
Gebruikershandleiding 8-11
L500/L505/L500D/L505D
Een eSATA-apparaat loskoppelen
U kunt na gebruik van een eSATA-apparaat de volgende stappen uitvoeren
om het station los te koppelen:
1. Wacht totdat het lampje van het eSATA-apparaat uitgaat, zodat u zeker
weet dat er geen activiteit meer plaatsvindt.
2. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de
Windows-taakbalk.
3. Klik op het eSATA-apparaat dat u wilt verwijderen.
4. Trek de USB/eSATA-combinatiestekker van het eSATA-apparaat
voorzichtig uit de USB/eSATA-combinatiepoort van de computer.
Externe monitor
Op de externemonitorpoort van de computer kan een externe analoge
monitor kan worden aangesloten Voer de onderstaande stappen uit om een
monitor aan te sluiten:
1. Schakel de computer uit.
2. Sluit de monitorkabel aan op de poort voor de externe monitor en draai
de schroeven links en rechts van de connector aan.
Afbeelding 8-7 De monitorkabel aansluiten op de poort voor de externe monitor
Een aangesloten eSATA-apparaat wordt mogelijk niet herkend als het
wordt aangesloten op de eSATA/USB-combinatiepoort terwijl de
computer in de slaapstand of sluimerstand staat. Als dit gebeurt,
koppelt u het eSATA-apparaat los en sluit u het apparaat aan terwijl de
computer is ingeschakeld.
Als u een eSATA-apparaat aansluit nadat u de computer hebt
ingeschakeld, duurt het circa 10 seconden voordat de computer het
station herkent.
Pas na 10 seconden mag u het station loskoppelen en opnieuw
aansluiten.
Als u een eSATA-apparaat loskoppelt of de stroom uitschakelt terwijl de
computer het station gebruikt, loopt u het risico dat gegevens verloren
gaan of dat het eSATA-apparaat of het station beschadigd raakt.
8-12 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
3. Zet de externe monitor aan.
4. Zet de computer aan.
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend en
wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor betreft.
Als u problemen ondervindt met het verkrijgen van beeld op de juiste
monitor, kunt u de sneltoets FN + F5 gebruiken om de
beeldscherminstellingen te veranderen (als u daarna de externe monitor
loskoppelt voordat u de computer uit zet, moet u nogmaals op de sneltoets
FN + F5 drukken om over te schakelen naar het interne scherm).
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie over het
wijzigen van de beeldscherminstelling met sneltoetsen.
In het programma HW Setup hebt u voor het beeldscherm de keuze uit de
opties Autom. geselecteerd en Alleen systeem-LCD. Zie hoofdstuk 7, HW
Setup en wachtwoorden.
Als u Alleen systeem-LCD hebt geselecteerd bij de weergaveopties van
HW Setup, is het interne LCD-scherm actief wanneer u de computer
aanzet, ook al is de externe monitor aangesloten. Als u Autom.
geselecteerd hebt gekozen, is alleen de externe monitor actief.
HDMI
De videogegevens op uw computer kunnen op een tv worden bekeken.
Verbind hiervoor de HDMI-uit-poort van de computer met de tv met behulp
van de HDMI-kabel.
U kunt de sneltoets FN + F5 gebruiken om het weergaveapparaat te
wijzigen. Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
Koppel de externe monitor niet los in de slaapstand of de sluimerstand.
Zet de computer uit voordat u de externe monitor loskoppelt.
Aangezien de werking van alle HDMI-monitoren (High-Definition
Multimedia Interface) niet is gecontroleerd, werken sommige
HDMI-monitoren mogelijk niet correct.
Gebruikershandleiding 8-13
L500/L505/L500D/L505D
De HDMI-uit-poort aansluiten
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uit-poort van
het HDMI-apparaat.
Afbeelding 8-8 De HDMI-uit-poort aansluiten
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uit-poort
van de computer.
Instellingen voor beeldweergave op HDMI
Als u beelden op een HDMI-apparaat wilt weergeven, dient u de volgende
instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk niets
weergegeven.
Wanneer u een HDMI-apparaat koppelt aan of loskoppelt van de
computer, mag u dat laleen doen wanneer de computer is ingeschakeld of
wanneer de computer volledig is uitgeschakeld. Doe dit niet terwijl de
computer in de slaapstand of de sluimerstand staat.
Gebruik voordat u de video gaat afspelen, de sneltoets FN + F5 om het
weergaveapparaat te selecteren. Kies tijdens het afspelen geen ander
weergaveapparaat.
Kies geen ander weergaveapparaat in de volgende situaties:
Terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven.
Terwijl er communicatie plaatsvindt.
8-14 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Instellingen voor audio op HDMI
Voer de volgende stappen uit als u het audio-apparaat wilt instellen voor HDMI.
1. Klik op Start.
2. Klik op Configuratiescherm.
3. Klik op Hardware en geluid.
4. Klik op Geluid.
5. Klik op de tab Afspelen.
6. Klik op HDMI-apparaat.
7. Klik op de knop Standaard.
Voer de volgende stappen uit als u de interne luidsprekers als
audio-apparaat wilt gebruiken.
1. Klik op Start.
2. Klik op Configuratiescherm.
3. Klik op Hardware en geluid.
4. Klik op Geluid.
5. Klik op de tab Afspelen.
6. Klik op Luidsprekers.
7. Klik op de knop Standaard.
De HD-indeling selecteren
Voer de onderstaande stappen uit om de weergavemodus te selecteren:
1. Klik op Start en klik vervolgens op Configuratiescherm.
2. Klik op Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen.
3. Klik op Persoonlijke instellingen.
4. Klik op Beeldscherminstellingen.
5. Klik op Geavanceerde instellingen.
6. Klik op Alle modi weergeven.
7. Selecteer een van de onderstaande indelingen bij Alle modi weergeven.
Weergavemodus bij ‘Alle modi weergeven’ HD-indeling
1920 x 1080, ware kleuren (32-bits), 60 Hertz 1080p
1920 x 1080, ware kleuren (32-bits), 30 Hertz
(geïnterlinieerd)
1080i
1280 x 720, ware kleuren (32-bits), 60 Hertz 720p
720 x 576, ware kleuren (32-bits), 50 Hertz 576p
720 x 480, ware kleuren (32-bits), 60 Hertz 480p
De bovenstaande weergavemodi zijn gebruikelijke HDMI-weergavemodi.
De weergegeven modi verschillen per HDMI-monitor.
Gebruikershandleiding 8-15
L500/L505/L500D/L505D
Beveiligingsslot
Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot
voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of
door onbevoegden wordt verwijderd. Aan de rechterkant van de computer
bevindt zich een sleuf voor een beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van
een kabel aan bijvoorbeeld een bureau en het andere uiteinde aan de sleuf
voor het beveiligingslot. De methoden voor het bevestigen van
beveiligingskabels verschillen per product. Raadpleeg voor meer informatie
de instructies bij het product dat u gebruikt.
Het beveiligingsslot aansluiten
Voer de onderstaande stappen uit om een beveiligingskabel aan te sluiten:
1. Zet de computer met de rechterkant naar u toe.
2. Bevestig de beveiligingskabel aan het ‘vergrendelingsgat’ en zorg
ervoor dat deze stevig vast zit.
Afbeelding 8-9 Beveiligingsslot
8-16 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Gebruikershandleiding 9-1
L500/L505/L500D/L505D
Hoofdstuk 9
Problemen oplossen
TOSHIBA heeft met deze computer een duurzaam product willen maken,
maar mochten zich problemen voordoen dan kunt u aan de hande van de
procedures in dit hoofdstuk bepalen wat er aan de hand is.
Het is raadzaam dat alle gebruikers kennis nemen van dit hoofdstuk omdat
als zij weten wat er fout kan gaan, er bepaalde problemen kunnen worden
vermeden.
Handelwijze bij probleemoplossing
Het oplossen van problemen zal u veel gemakkelijker afgaan als u de
volgende richtlijnen in acht neemt:
Stop meteen als u een probleem ontdekt, omdat doorgaan kan leiden
tot verlies van gegevens of schade. Ook kan waardevolle informatie die
met het probleem te maken heeft, verloren raken.
Let op wat er gebeurt. Noteer wat het systeem doet en welke
handelingen u verrichtte vlak vóór het probleem zich voordeed. Als er
een printer is aangesloten, maakt u met de toets PRTSC een afdruk
van het scherm.
Vergeet niet dat de vragen en procedures die in dit hoofdstuk worden
beschreven, zijn bedoeld als leidraad, niet als onfeilbare
probleemoplossingstechnieken. In werkelijkheid kunnen veel problemen
eenvoudig worden opgelost, maar voor enkele hebt u hulp van uw
verkoper, leverancier of servicemedewerker nodig. Als u uw dealer of
anderen wilt raadplegen, dient u bereid te zijn het probleem zo
gedetailleerd mogelijk te beschrijven.
9-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Algemene controlepunten
Kies altijd eerst de eenvoudigste oplossing. De punten in deze lijst zijn
eenvoudig te controleren maar kunnen schijnbaar ernstige problemen
veroorzaken:
Zorg ervoor dat u alle randapparatuur aansluit voordat u de computer
aanzet. Hiertoe behoren ook de printer en alle externe apparatuur
waarvan u gebruik maakt.
Schakel de computer uit voordat u een extern apparaat aansluit; als u
de de computer weer aan zet, zal het nieuwe apparaat worden herkend.
Controleer of alle optionele accessoires correct zijn geconfigureerd in
het setup-programma van de computer en of alle vereiste
stuurprogramma’s geladen zijn (raadpleeg de documentatie bij de
optionele accessoires voor meer informatie over installatie en
configuratie).
Controleer of alle kabels op de juiste manier zijn aangesloten en stevig
vastzitten. Loszittende kabels kunnen signaalfouten veroorzaken.
Controleer alle verbindingskabels op losse draden en alle connectoren
op losse pinnen.
Controleer of een eventuele diskette, CD of DVD correct is gelpaatst.
Maak uitgebreide notities van uw bevindingen en bewaar deze in een
permament foutenlogboek. Hierdoor kunt u gemakkelijker aan uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker uitleggen wat de problemen zijn. Als er
zich nogmaals een probleem voordoet, kunt u dit probleem aan de hand
van dit logboek sneller identificeren.
Het probleem analyseren
Soms geeft de computer aanwijzingen aan de hand waarvan u kunt bepalen
wat er aan de hand is. Houd daarom de volgende vragen in gedachten:
Welk deel van de computer werkt niet naar behoren: toetsenbord,
vaste schijf, optisch station, beeldscherm, touchpad, touchpadbestu-
ringsknoppen. Elk apparaat vertoont andere symptomen.
Controleer de apparaten in het besturingsssyteem om na te gaan of de
configuratie juist is ingesteld.
Wat is er op het beeldscherm te zien? Zijn er berichten, of tekens in
willekeurige volgorde? Als u een printer hebt aangesloten, maakt u een
schermafdruk met de toets PRTSC en zoekt u zo mogelijk de berichten
op in de documentatie bij de computer, de software of het
besturingssysteem.
Controleer of alle kabels goed en stevig vastzitten, aangezien
loszittende kabels foutieve of onderbroken signalen kunnen
veroorzaken.
Branden er lampjes? Zo ja, welke en in welke kleur en branden ze
doorlopend of knipperend? Noteer wat u ziet.
Hoort u pieptonen? Zo ja, hoeveel, zijn ze lang of kort en zijn ze hoog of
laag? Maakt de computer daarbij ongebruikelijke geluiden? Noteer wat
u hoort.
Gebruikershandleiding 9-3
L500/L505/L500D/L505D
Noteer uw waarnemingen zodat u uw verkoper, leverancier of
servicemedewerker een uitgebreide beschrijving kunt geven.
Controlelijst voor hardware en systeem
In dit gedeelte wordt ingegaan op problemen die worden veroorzaakt door
de computerhardware of de aangesloten randapparaten. In de volgende
gebieden kunnen zich elementaire problemen voordoen:
Software De problemen worden wellicht door uw software of schijfje
veroorzaakt. Als u een softwarepakket niet kunt laden, is het
medium of het programma misschien beschadigd. Probeer in
dat geval een andere kopie van de software te laden.
Als tijdens het gebruik van een softwarepakket een
foutbericht verschijnt, raadpleegt u de softwaredocumentatie.
Deze bevat meestal een gedeelte over probleemoplossing of
een overzicht van foutberichten.
Vervolgens leest u de documentatie bij het
besturingssysteem op foutberichten na.
Hardware Als u geen softwareprobleem kunt vinden, controleert u de
installatie en configuratie van de hardware. Werk eerst de
eerder genoemde controlelijsten af. Als u het probleem dan
nog steeds niet kunt verhelpen, probeert u de bron te
identificeren. In het volgende gedeelte vindt u een controlelijst
voor afzonderlijke componenten en randapparaten.
Controleer, voordat u randapparatuur of toepassingen gaat gebruiken die
niet door Toshiba zijn goedgekeurd, of deze geschikt zijn voor gebruik met
uw computer. Het gebruik van incompatibele apparaten kan leiden tot
letsel of tot schade aan de computer.
Opstartprocedure van het systeem
Zelftest
Voeding
Wachtwoord
Toetsenbord
Intern beeldscherm
Vaste schijf
SD/SDHC-geheugenkaart,
miniSD/microSD-kaart
Memory Stick/Memory Stick PRO
MultiMediaCard
Aanwijsapparaat
USB-apparaat
eSATA-apparaat
Geheugenuitbreiding
Herstelschijven
Geluidssysteem
Externe monitor
Modem
LAN
Draadloos LAN
Bluetooth
HDMI-uitgang
Films afspelen
9-4 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Opstartprocedure van het systeem
Als de computer niet correct wordt opgestart, controleert u het volgende:
Zelftest
Voedingsbronnen
Wachtwoord voor opstarten
Zelftest
Wanneer u de computer opstart, wordt automatisch een zelftest uitgevoerd
en wordt het volgende weergegeven:
Dit bericht blijft enkele seconden zichtbaar.
Als de zelftest slaagt, probeert de computer het besturingssysteem te laden
op basis van de instelling voor Opstartprioriteit in het programma
TOSHIBA HW Setup.
Als een van de volgende situaties optreedt, is de zelftest mislukt:
De computer stopt en toont afgezien van het TOSHIBA-logo geen
informatie of berichten.
Er verschijnen willekeurige tekens op het scherm en het systeem
functioneert niet normaal.
Er verschijnt een foutbericht op het scherm.
Schakel in deze gevallen de computer uit, controleer alle
kabelaansluitingen en schakel de computer dan weer in. Neem als de
zelftests mislukken, contact op met uw verkoper, leverancier of
servicemedewerker.
Voeding
Als de computer niet op een stopcontact is aangesloten, is de
accu-eenheid de voornaamste voedingsbron. De computer heeft echter een
aantal andere voedingsbronnen, zoals de intelligente stroomvoorziening en
de RTC-batterij; deze bronnen staan allemaal met elkaar in verband en
kunnen allemaal schijnbare stroomvoorzieningsproblemen veroorzaken.
Dit gedeelte bevat controlelijsten voor de netvoeding en de accu. Als u een
probleem niet kunt oplossen aan de hand van deze lijsten, ligt de oorzaak
misschien bij een andere voedingsbron. Neem in dat geval contact op met
uw verkoper, leverancier of servicemedewerker.
TOSHIBA Toonaangevend in innovatie>>>
Gebruikershandleiding 9-5
L500/L505/L500D/L505D
Uitschakelen bij oververhitting
Als de temperatuur van de processor bij een van beide instellingen een
onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In dat geval gaan alle niet-
opgeslagen gegevens in het geheugen verloren.
Netvoeding
Als zich bij het inschakelen van de computer problemen voordoen terwijl de
netadapter is aangesloten, controleert u het DC IN-lampje. Raadpleeg
hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, voor meer informatie.
Probleem Procedure
De computer wordt
uitgeschakeld en het
DC IN-lampje knippert
groen.
Laat de computer uitstaan totdat het
DC IN-lampje ophoudt met knipperen.
Het wordt aanbevolen de computer uit te laten totdat de interne onderdelen
de kamertemperatuur hebben bereikt, zelfs als het DC IN-lampje niet meer
knippert.
Als u de computer na het bereiken van
kamertemperatuur nog steeds niet kunt opstarten,
of als de notebook na opstarten meteen wordt
uitgeschakeld, neemt u contact op met uw
verkoper, leverancier of servicemedewerker.
De computer wordt
uitgeschakeld en het
DC IN-lampje
knippert groen.
Dit duidt op en probleem met het
warmteverspreidingssysteem. Neem
contact op met uw verkoper, leverancier of
servicemedewerker.
Probleem Procedure
De netadapter voorziet
de computer niet van
stroom (DC IN-lampje
brandt niet groen).
Controleer de aansluitingen en kijk of het
netsnoer/netadapter goed aan de computer
vastzit en of het stopcontact in orde is.
Controleer de toestand van het snoer en de
aansluitpunten. Als het snoer versleten of
beschadigd is, moet het worden vervangen, als
de aansluitpunten vervuild zijn, reinigt u deze
met een schone, droge doek.
Als de netadapter de computer nog steeds niet
van stroom voorziet, neemt u contact op met uw
verkoper, leverancier of servicemedewerker.
9-6 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Accu
Als u een probleem met de accu vermoedt, controleert u het DC IN-lampje
en het acculampje. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie over deze lampjes en de werking van
de accu.
Probleem Procedure
Accu voorziet de
computer niet van
stroom
De accu is misschien leeg. Sluit de adapter aan
om de accu op te laden.
Accu wordt niet
opgeladen wanneer
de netadapter is
aangesloten
(accu-lampje brandt
niet oranje).
Als de accu helemaal ontladen is, begint het
oplaadproces niet meteen. Wacht in dat geval
enkele minuten voordat u het weer probeert.
Wordt de accu nog steeds niet opgeladen, dan
controleert u of het stopcontact waarop de
netadapter is aangesloten stroom levert door er
een ander apparaat op aan te sluiten.
Controleer of de accu warm of koud aanvoelt.
Zo ja, dan zal het opladen niet goed verlopen en
moet u de accu op kamertemperatuur laten
komen voordat u het opnieuw probeert.
Verwijder de netadapter en de accu om te
controleren of de aansluitklemmen schoon zijn.
Reinig deze zo nodig met een zachte droge doek
die bevochtigd is met alcohol.
Sluit de netadapter aan en plaats de accu terug en
zorg ervoor dat deze goed vastzit in de computer.
Controleer het acculampje. Als dit niet brandt,
laat u de accu ten minste 20 minuten opladen via
de computer. Als het acculampje hierna brandt,
laat u de accu nog minstens 20 minuten opladen
alvorens de computer in te schakelen. Als het
lampje nog steeds niet brandt, is de accu
misschien versleten en aan vervanging toe.
Neem als u denkt dat de accu nog niet is
versleten, contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
Accu levert minder
lang stroom dan
verwacht
Als u een gedeeltelijk opgeladen accu herhaalde
malen oplaadt, wordt de accu mogelijk niet
optimaal opgeladen. Ontlaad in dat geval de
accu volledig en probeer deze vervolgens
opnieuw op te laden.
Controleer de optie Energiebesparing onder
Selecteer een energieschema in Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 9-7
L500/L505/L500D/L505D
RTC (Real Time Clock)
Wachtwoord
Toetsenbord
Problemen met het toetsenbord kunnen zijn veroorzaakt door de installatie
en configuratie van de computer. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord,
voor meer informatie.
Probleem Procedure
Het volgende bericht
verschijnt op de LCD:
RTC battery is low or
CMOS checksum is
inconsistent. Press
[F2] key to set
Date/Time.
De RTC-batterij is leeg. U moet de datum en tijd
in het BIOS Setup-scherm instellen door de
volgende stappen uit te voeren:
1. Druk op [F2]. BIOS Setup wordt geopend.
2. Druk op [F5]/[F6] om de datum in te stellen
met [System Date].
3. Druk op [F5]/[F6] om de tijd in te stellen met
[System Time].
Probleem Procedure
U kunt geen
wachtwoord invoeren
Raadpleeg de paragraaf TOSHIBA
Wachtwoordhulpprogramma in hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden voor meer
informatie.
Probleem Procedure
De tekens worden niet
correct weergegeven
op het scherm.
Raadpleeg de documentatie bij de software om
te controleren of deze het toetsenbord niet
opnieuw indeelt (opnieuw indelen wil zeggen dat
de betekenis van de toetsen door de software
wordt veranderd of opnieuw wordt toegewezen).
Als u het toetsenbord nog steeds niet kunt
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
9-8 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Intern beeldscherm
Schermproblemen kunnen te maken hebben met de installatie en
configuratie van de computer. Raadpleeg hoofdstuk 7, HW Setup en
wachtwoorden, voor meer informatie.
Vaste schijf
Probleem Procedure
Het scherm blijft leeg. Druk op de sneltoetsen FN + F5 om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
op een externe monitor is ingesteld.
Er zitten vlekken op
het LCD-scherm.
Deze vlekken kunnen zijn veroorzaakt door
contact met het toetsenbord of het touchpad bij
het sluiten van het scherm. Probeer de vlekken
te verwijderen door het scherm voorzichtig af te
vegen met een schone, droge doek of, als dit niet
lukt, met een goed LCD-reinigingsmiddel. In dit
laatste geval moet u altijd de instructies volgen
bij de schermreiniger en het LCD-scherm goed
laten drogen voordat u het sluit.
De zojuist genoemde
problemen houden
aan of er treden
andere problemen op.
Raadpleeg eerst de documentatie bij de
software om te bepalen of het probleeem door
de software wordt veroorzaakt. U kunt ook het
diagnoseprogramma TOSHIBA PC Diagnostic
Tool uitvoeren om de algemene werking van de
computer te controleren.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
Probleem Procedure
Computer wordt niet
opgestart vanaf de
vaste schijf.
Controleer of het diskettestation een diskette of
het optische station een CD-ROM/DVD-ROM
bevat. Zo ja, verwijder deze en start de computer
opnieuw op.
Als dit geen resultaat heeft, controleert u de
instelling Opstartprioriteit in het hulpprogramma
TOSHIBA HW Setup.
Raadpleeg in het geval van problemen de
documentatie bij uw besturingssysteem om te
bepalen of er een probleem is met een van de
bestanden of instellingen van het
besturingssysteem.
Gebruikershandleiding 9-9
L500/L505/L500D/L505D
DVD Super Multi-station
Raadpleeg hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor meer informatie.
Computer werkt traag. De bestanden op de vaste schijf zijn misschien
gefragmenteerd. In dat geval moet u het
hulpprogramma Schijfdefragmentatie uitvoeren
om de toestand van uw bestanden en uw schijf te
controleren. Raadpleeg de documentatie bij het
besturingssysteem of de online Help voor
informatie over het uitvoeren en gebruiken van
het defragmentatieprogramma.
Als niets helpt, formatteert u de vaste schijf
opnieuw en daarna laadt u het
besturingssysteem en alle andere bestanden en
gegevens. Als u het probleem nog steeds niet
kunt oplossen, neemt u contact op met uw
verkoper, leverancier of servicemedewerker.
Probleem Procedure
Probleem Procedure
U kunt geen toegang
krijgen tot een
CD/DVD in het station.
Zorg dat de schijflade van het station goed is
gesloten. Druk de lade voorzichtig in de computer
totdat deze vastklikt.
Open de schijflade en controleer of de CD of
DVD goed ligt. Deze moet plat op het
ladeoppervlak liggen met het etiket omhoog.
Een vreemd voorwerp in de sleuf van het
optische station kan verhinderen dat de CD/DVD
wordt gelezen - verwijder vreemde voorwerpen
of obstakels.
Controleer of de CD of DVD schoon is - veeg de
schijf zo nodig af met een schone doek die is
bevochtigd met water of een neutraal
schoonmaakmiddel. Raadpleeg de paragraaf
Behandeling van schijven in hoofdstuk 4 voor
meer informatie over reiniging.
9-10 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
USB-diskettestation
Het USB-diskettestation is alleen beschikbaar als optie.
Raadpleeg hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor meer informatie.
Sommige CD’s/DVD’s/
DVD’s worden correct
uitgevoerd, maar
andere niet.
Het probleem kan worden veroorzaakt door de
configuratie van de hardware of de software.
Ga na of deze configuraties aan de eisen van de
CD/DVD-media voldoen (raadpleeg de
documentatie bij CD’s of DVD’s, als deze
beschikbaar is).
Controleer welk type CD of DVD u gebruikt - het
station ondersteunt de volgende indelingen:
DVD: DVD-ROM, DVD-video
CD: CD-DA, CD-Text, Photo CD™ (single/
multi-sessie), CD-ROM Mode 1, Mode
2, CD-ROM XA Mode 2 (Form1,
Form2), Enhanced CD (CD-EXTRA),
Adresseringsmethode 2
Probleem Procedure
Probleem Procedure
Station werkt niet. Controleer de aansluiting tussen de computer en
het station en kijk of deze goed vast zit.
Sommige programma’s
worden correct
uitgevoerd, maar
andere niet.
Het probleem kan worden veroorzaakt door de
configuratie van de hardware of de software.
Ga na of deze configuraties aan de eisen
voldoen (raadpleeg de relevante documentatie,
bijvoorbeeld van de gebruikte software,
voor meer informatie).
U kunt niet lezen van
of schrijven naar het
externe
diskettestation.
Probeer het met een andere diskette. Als u
toegang hebt tot deze diskette, is er iets aan de
hand met de oorspronkelijke diskette (niet met
het diskettestation).
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
Gebruikershandleiding 9-11
L500/L505/L500D/L505D
SD/SDHC-geheugenkaart, miniSD/microSD-kaart
Raadpleeg hoofdstuk 8, Optionele apparaten, voor meer informatie.
Memory Stick/Memory Stick PRO
Raadpleeg hoofdstuk 8, Optionele apparaten, voor meer informatie.
Probleem Procedure
Fout met SD/SDHC-
geheugenkaart,
miniSD/microSD-kaart
Verwijder de SD/SDHC-kaart of miniSD/
microSD-kaart uit de computer, plaats hem dan
opnieuw en zorg ervoor dat hij stevig vast zit.
Als het probleem aanhoudt, raadpleeg dan de
documentatie bij uw SD/SDHC-kaart of miniSD/
microSD-kaart voor meer informatie.
U kunt niet schrijven
naar een SD/SDHC-
geheugenkaart.
Verwijder de SD/SDHC-geheugenkaart uit de
computer om te controleren of deze niet
schrijfbeveiligd is.
U kunt een bestand
niet lezen.
Controleer of het benodigde bestand echt op de
SD/SDHC-geheugenkaart of de miniSD/
microSD-kaart staat die in de computer is
geplaatst.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
Probleem Procedure
Er treedt een fout op
met een Memory
Stick/Memory Stick
PRO
Verwijder de Memory Stick/Memory Stick PRO uit
de computer, plaats de kaart opnieuw en zorg
ervoor dat deze stevig vast zit.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleegt
u de documentatie bij de Memory Stick/Memory
Stick PRO voor meer informatie.
U kunt niet schrijven
naar een Memory
Stick/Memory Stick
PRO
Verwijder de Memory Stick/Memory Stick PRO uit
de computer om te controleren of deze niet
schrijfbeveiligd is.
U kunt een bestand
niet lezen.
Controleer of het benodigde bestand echt op de
Memory Stick/Memory Stick PRO staat die in de
computer is geplaatst.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
9-12 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
MultiMediaCard
Raadpleeg hoofdstuk 8, Optionele apparaten, voor meer informatie.
Aanwijsapparaat
Als u een USB-muis gebruikt, raadpleeg dan de paragraaf USB-apparaat in
dit hoofdstuk en de documentatie bij de muis.
Touchpad
Probleem Procedure
Fout met
MultiMediaCard
Verwijder de MultiMediaCard uit de computer,
plaats hem dan opnieuw en zorg ervoor dat hij
stevig vast zit.
Als het probleem aanhoudt, raadpleeg dan de
documentatie bij uw MultiMediaCard voor meer
informatie.
U kunt een bestand
niet lezen.
Controleer of het benodigde bestand echt op de
MultiMediaCard staat die in de computer is
geplaatst.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
Probleem Procedure
Schermaanwijzer
reageert niet wanneer
het aanwijsapparaat
wordt gebruikt
In dit geval kan het systeem bezet zijn. Beweeg
de muis nogmaals nadat u enkele ogenblikken
hebt gewacht. Controleer of de touchpadknop
erboven niet is uitgeschakeld. Druk op de knop
om het touchpadlampje te activeren.
Dubbel aantikken
werkt niet
Probeer in dit geval eerst om de dubbelkliksnelheid
te wijzigen in het hulpprogramma voor
muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Start −> Configuratiescherm −> Hardware
en geluid −> pictogram Muis.
2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het
tabblad Knoppen.
3. Stel de dubbelkliksnelheid naar wens in en
klik op OK.
Gebruikershandleiding 9-13
L500/L505/L500D/L505D
Schermaanwijzer
wordt te snel of te
traag verplaatst.
Probeer in dit geval eerst om de snelheid te
wijzigen in het hulpprogramma voor muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Start −> Configuratiescherm −> Hardware
en geluid −> pictogram Muis.
2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het
tabblad Aanwijzeropties.
3. Stel de snelheid van de aanwijzer naar wens
in en klik op OK.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
Het touchpad is te
gevoelig of niet
gevoelig genoeg.
Wijzig de gevoeligheid van het touchpad.
1. Klik op Start −> Configuratiescherm −>
Hardware en geluid −> pictogram Muis.
2. Klik in het venster Eigenschappen voor muis
op het tabblad Apparaatinstellingen.
3. Klik op de knop Settings (Instellingen).
4. Het venster Eigenschappen voor Synaptics
TouchPad Vx.x op PS/2-poort wordt
geopend.
5. Selecteer Gevoeligheid in de lijst Selecteer
een item.
6. Selecteer Aanraakgevoeligheid en
verplaats de schuifregelaar om de
gevoeligheid aan te passen.
7. Klik op OK.
Probleem Procedure
9-14 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
USB-muis
Probleem Procedure
Schermaanwijzer
reageert niet wanneer
de muis wordt
gebruikt.
In dit geval kan het systeem bezet zijn. Beweeg
de muis nogmaals nadat u enkele ogenblikken
hebt gewacht. Controleer of het touchpad niet is
ingeschakeld.
Verwijder de muis uit de computer en sluit hem
weer aan op een vrije USB-poort en zorg ervoor
dat hij stevig vast zit.
Dubbelklikken werkt
niet.
Probeer in dit geval eerst om de
dubbelkliksnelheid te wijzigen in het
hulpprogramma voor muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Start −> Configuratiescherm −> Hardware
en geluid −> pictogram Muis.
2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het
tabblad Knoppen.
3. Stel de dubbelkliksnelheid naar wens in en
klik op OK.
Schermaanwijzer
wordt te snel of te
traag verplaatst.
Probeer in dit geval eerst om de snelheid te
wijzigen in het hulpprogramma voor
muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Start −> Configuratiescherm −> Hardware
en geluid −> pictogram Muis.
2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het
tabblad Aanwijzeropties.
3. Stel de snelheid van de aanwijzer naar wens
in en klik op OK.
U kunt de
muisaanwijzer niet
normaal verplaatsen.
De onderdelen van de muis die met het
detecteren van de verplaatsing van de muis te
maken hebben, kunnen vuil zijn. Raadpleeg de
documentatie bij de muis voor
reinigingsinstructies.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
Gebruikershandleiding 9-15
L500/L505/L500D/L505D
USB-apparaat
Raadpleeg naast de informatie in dit gedeelte ook de documentatie bij het
USB-apparaat.
eSATA-apparaat
Raadpleeg naast de informatie in dit gedeelte ook de documentatie bij uw
eSATA-apparaat
Probleem Procedure
USB-apparaat
werkt niet.
Koppel het USB-apparaat los van de computer,
sluit het weer aan op een vrije poort en zorg dat
het stevig vast zit.
Zorg ervoor dat de benodigde USB-
stuurprogramma’s correct zijn geïnstalleerd.
Raadpleeg hiervoor zowel de documentatie van
de apparatuur als van het besturingssysteem.
Probleem Procedure
eSATAapparaat
werkt niet
Koppel het eSATA-apparaat los van de computer,
sluit het weer aan op een vrije poort en zorg
ervoor dat het stevig vast zit.
Een aangesloten eSATA-apparaat wordt mogelijk
niet herkend als het wordt aangesloten op de
eSATA/USB-combinatiepoort terwijl de computer in
de slaapstand of sluimerstand staat. Als dit gebeurt,
koppelt u het eSATA-apparaat los en sluit u het
apparaat aan terwijl de computer is ingeschakeld.
Zorg dat de benodigde eSATA-stuurprogramma’s
correct zijn geïnstalleerd. Raadpleeg hiervoor
zowel de documentatie van de apparatuur als
van het besturingssysteem.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
9-16 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Aanvullende geheugenmodule
Raadpleeg ook hoofdstuk 8, Optionele apparaten, voor informatie over het
installeren en verwijderen van geheugenmodules.
Probleem Procedure
Als er een
geheugenstoring
optreedt, knippert het
aan/uit-lampje
meerdere malen
(0,5 seconde aan,
0,5 seconde uit) op de
volgende manieren:
Als er alleen een
probleem is met sleuf
A of als er geen
geheugenmodule in
sleuf A is geplaatst:
tweemaal oranje,
daarna eenmaal groen.
Als er een probleem is
met sleuf B is: eenmaal
oranje, daarna
tweemaal groen.
Als er problemen zijn
met sleuf A en sleuf B:
tweemaal oranje,
daarna tweemaal
groen.
Als het aan/uit-lampje knippert wanneer de
computer wordt aangezet, moet u eerst
controleren of de geïnstalleerde
geheugenmodules compatibel zijn met de
computer. Als u ontdekt dat er een incompatibele
module is geïnstalleerd, voert u de volgende
stappen uit:
1. Schakel de computer uit.
2. Ontkoppel de netadapter en alle
randapparaten.
3. Verwijder de accu-eenheid.
4. Verwijder de incompatibele
geheugenmodule.
5. Plaats de accu en/of sluit de netadapter aan.
6. Schakel de computer in.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
Er treedt een fout op als
er een
geheugenmodule in
sleuf B is geplaatst
terwijl er geen
geheugenmodule in
sleuf A is geplaatst.
Verwijder de geheugenmodule uit sleuf B en
plaats deze in sleuf A.
Gebruikershandleiding 9-17
L500/L505/L500D/L505D
Geluidssysteem
Raadpleeg naast de informatie in dit gedeelte ook de documentatie bij het
audio-apparaat.
Volumeregeling
Probleem Procedure
Geen geluid hoorbaar. Pas het volume aan.
Draai de knop rechtsom om het volume te
verhogen of linksom om het volume te verlagen.
Controleer de volume-instellingen in de software.
Controleer of Dempen is uitgeschakeld.
Controleer of de hoofdtelefoon stevig is
aangesloten.
Controleer in Windows Apparaatbeheer of de
geluidsfunctie is geactiveerd.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
Hinderlijk geluid
hoorbaar.
Dit wordt mogelijk veroorzaakt door feedback
van de interne microfoon of een externe
microfoon die op de computer is aangesloten.
Raadpleeg Geluidssysteem in hoofdstuk 4,
Basisbeginselen, voor meer informatie.
Het volume kan niet worden aangepast wanneer
Windows is in- of uitgeschakeld.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
Probleem Procedure
Geen geluid hoorbaar. Pas het volume aan.
Draai de knop rechtsom om het volume te
verhogen of linksom om het volume te verlagen.
Draai aan de volumeregelaar om het volume aan
te passen terwijl u het volume controleert.
Hinderlijk geluid
hoorbaar.
Het volume kan niet worden aangepast wanneer
Windows is in- of uitgeschakeld.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
9-18 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Externe monitor
Raadpleeg ook hoofdstuk 8, Optionele apparaten, en de documentatie bij
uw monitor voor meer informatie.
Probleem Procedure
Monitor kan niet
worden ingeschakeld.
Kijk of de monitor is ingeschakeld en controleer
daarna de aansluitingen om er zeker van te zijn
dat het netsnoer/de netadapter goed aan de
monitor vastzit en het stopcontact werkt.
Het scherm blijft leeg. Stel het contrast en de helderheid op de externe
monitor bij.
Druk op de sneltoets FN + F5 om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
alleen op het interne beeldscherm is ingesteld.
Controleer of de externe monitor is aangesloten.
Indien de externe monitor is ingesteld als primair
weergaveapparaat in de modus Uitgebreid
bureaublad, geeft deze geen beeld als de computer
wordt geactiveerd uit de slaapstand als de externe
monitor tijdens de slaapstand is losgekoppeld.
Als u wilt voorkomen dat dit gebeurt, koppel de
externe monitor dan niet los terwijl de computer
in de slaapstand of de sluimerstand staat.
Zet de computer uit voordat u de externe monitor
loskoppelt.
Wanneer het interne scherm en een externe
monitor zijn ingesteld op de kloonmodus en de
monitoren door de timer worden uitgeschakeld,
kan het interne scherm of de externe monitor
mogelijk geen beeld geven wanneer ze weer
worden ingeschakeld.
Als dit gebeurt, drukt u op FN + F5 om het interne
scherm en de externe monitor weer in te stellen
op de kloonmodus.
Beeldschermfout Controleer of de kabel tussen de externe monitor
en de computer stevig is bevestigd.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
Gebruikershandleiding 9-19
L500/L505/L500D/L505D
Modem
Deze informatie is van toepassing op modellen met een ingebouwde modem.
Probleem Procedure
Communicatiesoftware
kan de modem niet
initialiseren.
Zorg dat de instellingen van de interne modem
van de computer correct zijn. Gebruik hiervoor
de koppeling Telefoon- en modemopties in
Windows Configuratiescherm.
U hoort een kiestoon
maar u kunt niet bellen
Als u een PBX-verbinding (Private Bank Exchange,
een digitale telefooncentrale) gebruikt, dient u te
zorgen dat de functie voor toonkeuzedetectie van
de toepassing is uitgeschakeld.
U hebt een nummer
gebeld, maar er kan
geen verbinding
worden gemaakt
Controleer of de instellingen in de
communicatietoepassing correct zijn.
U hoort geen
belsignaal nadat u
een nummer belt.
Zorg dat de functie voor toonkeuze of pulskeuze in
de communicatietoepassing correct is ingesteld.
De communicatie
wordt plotseling
afgebroken.
De communicatie wordt automatisch afgebroken
wanneer een bepaalde tijd lang geen draaggolf is
waargenomen. Probeer de tijdlimiet voor
draaggolfdetectie te verlengen in uw
communicatietoepassing.
Het bericht CONNECT
wordt snel
opgevolgd door
NO CARRIER
Zorg ervoor dat de functie voor foutcontrole
correct is ingesteld in de
communicatietoepassing.
Verstoorde
tekenweergave
tijdens communicatie.
Controleer bij gegevensoverdracht of de
instellingen voor het pariteitsbit en het stopbit
overeenkomen met die van de andere computer.
Controleer de instellingen voor
transportbesturing en het communicatieprotocol
in uw communicatietoepassing.
U kunt een
binnenkomende
oproep niet
ontvangen.
Controleer of de functie voor het aantal
belsignalen voordat een oproep automatisch
wordt beantwoord, correct is ingesteld.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
9-20 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
LAN
Draadloos LAN
Als u na het uitvoeren van de volgende procedure nog steeds geen
toegang tot het LAN hebt, neemt u contact op met de netwerkbeheerder.
Voor meer informatie over draadloze communicatie raadpleegt u
hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
Bluetooth
Raadpleeg hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor meer informatie over
draadloze Bluetooth-communicatie.
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot het LAN.
Controleer of de kabel tussen de LAN-poort en
de LAN-hub stevig is aangesloten.
Activering op LAN
werkt niet.
Controleer of de netadapter is aangesloten.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder
de netadapter.
Als de problemen aanhouden, raadpleegt u de
LAN-beheerder.
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot draadloos
LAN
Klik op Start −> Alle programma’s −> Toshiba −>
Hulpprogramma’s −> Toshiba HWSetup en klik
op de tab LAN om te controleren of de
schakelaar voor draadloze communicatie is
ingeschakeld.
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot
Bluetooth-apparaat.
Controleer of de toepassing voor Bluetooth
Beheer geactiveerd is en of de stroom naar het
externe Bluetooth-apparaat is ingeschakeld.
Controleer of er geen optionele Bluetooth-
adapter in de computer is geïnstalleerd.
De ingebouwde Bluetooth-hardware werkt niet
tegelijk met een andere Bluetooth-controller.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
Gebruikershandleiding 9-21
L500/L505/L500D/L505D
HDMI-monitoruitgang
TOSHIBA-ondersteuning
Als u extra technische hulp nodig hebt of als u problemen hebt bij het
gebruik van de computer, kunt u contact opnemen met TOSHIBA.
Voordat u opbelt
Aangezien sommige problemen wellicht te wijten zijn aan het
besturingssysteem of het programma dat u gebruikt, is het belangrijk om
eerst andere hulpbronnen te raadplegen. Probeer het volgende alvorens
contact op te nemen met TOSHIBA:
Bestudeer de informatie over probleemoplossing in de documentatie bij
de computer, software en randapparaten.
Als een probleem optreedt tijdens de uitvoering van
softwareprogramma’s, zoekt u in de softwaredocumentatie naar
suggesties voor het oplossen van problemen. U kunt ook de afdeling
voor technische ondersteuning van het softwarebedrijf bellen voor hulp.
Vraag de verkoper of leverancier van wie u de computer en/of de
software hebt gekocht om advies. Zij zijn de instantie bij uitstek voor
actuele informatie en ondersteuning.
Schrijven naar TOSHIBA
Als u het probleem nog steeds niet kunt verhelpen en u vermoedt dat het
met de hardware te maken heeft, schrijft u naar TOSHIBA (zie de
bijgeleverde garantie-informatie voor het adres) of gaat u naar
www.toshiba-europe.com op internet.
Probleem Procedure
Het scherm blijft leeg. Stel het contrast en de helderheid op de televisie
bij.
Druk op de sneltoets FN + F5 om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
alleen op het interne beeldscherm is ingesteld.
Als u het probleem nog steeds niet kunt
oplossen, neemt u contact op met uw verkoper,
leverancier of servicemedewerker.
Als u de computer in de slaapstand zet terwijl de weergave op tv staat
ingesteld, zal de computer de interne LCD of een extern
computerbeeldscherm als weergaveapparaat kiezen wanneer het
apparaat de volgende keer wordt ingeschakeld.
9-22 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Gebruikershandleiding 10-1
L500/L505/L500D/L505D
Hoofdstuk 10
Vrijwaringsverklaringen
Dit hoofdstuk bevat de vrijwaringsverklaringen die van toepassing zijn op
TOSHIBA-computers.
Processor
Vrijwaringsverklaring met betrekking tot CPU-prestaties
De prestaties van de CPU (Central Processing Unit ofwel Centrale
Verwerkingseenheid) in uw computer kunnen afwijken van de specificaties,
onder invloed van de volgende factoren:
gebruik van bepaalde externe randapparaten;
gebruik van accuvoeding in plaats van netvoeding;
gebruik van bepaalde multimedia, door de computer gegenereerde
afbeeldingen of videotoepassingen;
gebruik van standaardtelefoonlijnen of langzame netwerkverbindingen;
gebruik van complexe ontwerpsoftware, bijvoorbeeld geavanceerde
CAD-toepassingen;
gelijktijdig gebruik van verschillende toepassingen of functies;
gebruik van de computer in gebieden met lage luchtdruk
(grote hoogte > 1000 meter boven zeeniveau);
gebruik van de computer bij temperaturen onder 5°C of boven 35°C, of
boven 25°C op grote hoogte. (Deze temperatuurlimieten zijn niet
precies en kunnen afwijken al naar gelang het specifieke
computermodel. Raadpleeg uw computer-documentatie of de Toshiba-
website op www.pcsupport.toshiba.com voor meer informatie).
De CPU-prestaties kunnen bovendien afwijken van de specificaties als
gevolg van de ontwerpconfiguratie.
In bepaalde omstandigheden kan het gebeuren dat de computer
automatisch wordt uitgeschakeld. Dit is een normale beschermende
maatregel ter voorkoming van gegevensverlies of beschadiging van het
product bij gebruik buiten de aanbevolen omstandigheden. Vermijd het
risico van gegevensverlies door altijd back-ups van gegevens te maken.
Dit doet u door de gegevens van tijd tot tijd op een extern opslagmedium op
te slaan. Voor optimale prestaties dient u uw computer alleen onder de
aanbevolen omstandigheden te gebruiken. Raadpleeg ‘Werkomgeving’ in
uw pc-documentatie voor meer beperkingen.
Neem voor nadere informatie contact op met de Toshiba-afdeling voor
service en ondersteuning.
10-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
64-bits computergebruik
64-bits processors zijn ontworpen voor 32-bits en 64-bits computergebruik.
Voor 64-bits computergebruik moet worden voldaan aan de volgende
hardware- en softwarevereisten:
64-bits besturingssysteem
64-bits processor, chipset en BIOS (Basic Input/Output System)
64-bits apparaatstuurprogramma’s
64-bits toepassingen
Bepaalde apparaatstuurprogramma’s en/of toepassingen zijn mogelijk niet
compatibel met 64-bits processoren en werken daarom niet correct.
Een 32-bits versie van het besturingssysteem is vooraf op uw computer
geïnstalleerd, tenzij expliciet wordt vermeld dat het besturingssysteem
64-bits is.
Hoofdgeheugen
Een deel van het hoofdsysteemgeheugen kan door het grafische systeem
worden gebruikt om de grafische prestaties te verbeteren, waardoor de
beschikbare hoeveelheid systeemgeheugen voor andere
computeractiviteiten afneemt. De hoeveelheid systeemgeheugen die wordt
toegewezen om de grafische prestaties te verbeteren, hangt af van het
grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het
systeemgeheugen en andere factoren. Computers met een 32-bits
besturingssysteem kunnen tot 3 GB systeemgeheugen adresseren. Alleen
computers die zijn geconfigureerd met een 64-bits besturingssysteem
kunnen 4 GB of meer systeemgeheugen adresseren.
Gebruiksduur van de accu
De gebruiksduur van de accu varieert sterk al naar gelang factoren zoals
productmodel, configuratie, toepassingen, energiebeheerinstellingen en
gebruikte functies. Bovendien is de gebruiksduur onderhevig aan de
natuurlijke prestatievariaties die voortvloeien uit het ontwerp van
afzonderlijke onderdelen. Bepaalde modellen en configuraties die door
Toshiba vóór het tijdstip van publicatie zijn getest, worden geleverd met
een classificatie voor de gebruiksduur van de accu. De oplaadtijd is
afhankelijk van het gebruik. De accu wordt mogelijk niet opgeladen
wanneer de computer maximale stroom verbruikt.
Na verloop van tijd kan de accu niet langer op maximale capaciteit werken
en is het tijd voor vervanging. Dat geldt voor alle accu’s. Zie de informatie
over accessoires die bij de computer is geleverd om na te gaan hoe en
waar u een nieuwe accu-eenheid kunt aanschaffen.
Gebruikershandleiding 10-3
L500/L505/L500D/L505D
Capaciteit van vaste schijf
Eén gigabyte (GB) betekent 10
×
9 = 1.000.000.000 bytes als met de macht
10 wordt gerekend. Het besturingsssyteem van de computer vermeldt de
opslagcapaciteit echter met de macht 2 waarbij GB = 2
30
= 1.073.741.824 bytes.
Hierdoor wordt een lagere geheugencapaciteit vermeld. De beschikbare
opslagcapaciteit is minder als er op het product een of meer
besturingssystemen zijn voorgeïnstalleerd, zoals Microsoft Windows, en/of
een of meer toepassingen zijn voorgeïnstalleerd. De werkelijke capaciteit
na formatteren kan per model verschillen.
LCD
Na verloop van tijd en afhankelijk van het gebruik van de computer, neemt
de helderheid van het LCD-scherm af. Dit is een bekend kenmerk van de
LCD-technologie.
Maximale helderheid is alleen beschikbaar wanneer de computer op
netvoeding wordt gebruikt. Het beeldscherm wordt gedimd wanneer
computer op accu-energie wordt gebruikt. Het is niet mogelijk de
helderheid van het scherm te vergroten.
GPU (Graphics Processing Unit)
De prestaties van de GPU ofwel Graphics Processing Unit wisselen al naar
gelang het productmodel, de ontwerpconfiguratie, de toepassingen, de
instellingen voor energiebeheer en de gebruikte functies. De GPU-prestaties
worden alleen geoptimaliseerd wanneer het apparaat op netstroom werkt.
De prestaties zijn aanzienlijk minder wanneer de accu wordt gebruikt.
Draadloos LAN
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van
draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische
omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van toegangspunten,
clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie. De werkelijke
verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische maximumsnelheid.
De draadloze adapter is gebaseerd op conceptversie 2.0 van de
IEEE 802.11n-specificatie en is mogelijk niet volledig compatibel met of
ondersteunt niet alle functies (zoals beveiliging) van bepaalde
Wi-Fi-apparatuur.
10-4 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Capaciteit van externe schijf
Eén gigabyte (GB) betekent 10
×
9 = 1.000.000.000 bytes als met de
macht 10 wordt gerekend. Het besturingsssyteem van de computer
vermeldt de opslagcapaciteit echter met machten van 2, waarbij
1 GB = 2
30
= 1.073.741.824 bytes. Hierdoor wordt een lagere
geheugencapaciteit vermeld. De beschikbare opslagcapaciteit is minder als
op het product vooraf een of meer besturingssystemen en/of een of meer
toepassingen zijn geïnstalleerd. De werkelijke capaciteit na formatteren
kan per model verschillen.
Niet-toepasselijke pictogrammen
Bepaalde notebookchassis zijn ontworpen om alle mogelijke configuraties
voor een volledige productserie te huisvesten. Uw geselecteerde model
heeft mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die corresponderen
met de pictogrammen of schakelaars op het notebookchassis, tenzij u al
deze voorzieningen hebt geselecteerd.
Kopieerbeveiliging
Technologie ter bescherming van het auteursrecht in sommige media
verhindert mogelijk het weergeven en opnemen van die media.
Afbeeldingen
Alle afbeeldingen zijn gesimuleerd voor illustratiedoeleinden.
LCD-helderheid en vermoeide ogen
Het beeldscherm heeft een helderheid die overeenkomt met die van een tv.
Het verdient aanbeveling de helderheid van het LCD-scherm aan uw eigen
voorkeur aan te passen om te voorkomen dat uw ogen vermoeid raken.
Gebruikershandleiding A-1
L500/L505/L500D/L505D
Bijlage A
Specificaties
Deze bijlage geeft een overzicht van de technische kenmerken van de
computer.
Werkomgeving
Stroomvoorziening
In werking Niet in werking
Omgeving-
stemperatuur
5 °C tot 35 °C -20°C tot 60°C
Relatieve
vochtigheid
20% tot 80% 10% tot 90%
Hoogte
(vanaf zeeniveau)
0 tot 3.000 meter 0 tot 10.000 meter
Netadapter 100 -240 V wisselstroom
50 of 60 hertz (cycli per seconde)
Computer 19 V gelijkstroom
A-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Ingebouwde modem
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte
model.
Network control unit (NCU)
Type NCU AA
Type lijn Telefoonlijn (alleen analoog)
Keuzesysteem Puls
Geluid
Besturingsopdracht AT-opdrachten
EIA-578-opdrachten
Controlefunctie Computerluidspreker
Communicatiespecificaties
Communicatie-
systeem
Data: Full duplex
Fax: Half duplex
Communicatie-
protocol
Data
ITU-T-Rec
(voorheen CCITT)
Bell
Fax
ITU-T-Rec
(voorheen CCITT)
V.21/V.22/V.22bis/V.32/
V.32bis/V.34/V.90
103/212A
V.17/V.29/V.27ter/ V.21 ch2
Communicatie-
snelheid
Gegevensverzending en -ontvangst
300/1200/2400/4800/7200/9600/12000/14400/
16800/19200/21600/24000/26400/28800/ 31200/
33600 bps
Gegevensontvangst alleen met V.90
28000/29333/30666/32000/33333/34666/ 36000/
37333/38666/40000/41333/42666/ 44000/45333/
46666/48000/49333/50666/ 52000/53333/54666/
56000 bps
Fax
2400/4800/7200/9600/12000/14400 bps
Foutcorrectie MNP klasse 4 en ITU-T V.42
Datacompressie MNP klasse 5 en ITU-T V.42bis
Gebruikershandleiding B-1
L500/L505/L500D/L505D
Bijlage B
Beeldschermcontroller
Beeldschermcontroller
De beeldschermcontroller zet software-opdrachten om in
hardware-opdrachten die bepaalde pixels in- of uitschakelen.
De controller is een geavanceerde VGA (Video Graphics Array)-kaart die
SVGA (Super VGA) en XGA (Extended Graphics Array) ondersteunt voor
het interne LCD-scherm en externe monitors.
Een op de computer aangesloten externe monitor met hoge resolutie kan
maximaal 2048 horizontale en 1536 verticale pixels in maximaal 16 miljoen
kleuren weergeven.
De schermcontroller bestuurt tevens de videomodus, die de
schermresolutie en het maximum aantal kleuren op het beeldscherm
bepaalt op basis van industriestandaardregels.
Software die voor een bepaalde videomodus is geschreven, kan worden
gebruikt op elke computer die deze modus ondersteunt.
De schermcontroller van de computer ondersteunt alle SVGA- en
XGA-modi, de meest gangbare industrienormen.
Mogelijk worden afhankelijk van de externe monitor die u gebruikt
bepaalde weergavemodi niet ondersteund.
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (zoals een 3D-toepassing,
videoweergave of iets dergelijks), kunt u storingen op het scherm zien,
zoals flikkering of weggevallen frames. Als dit gebeurt, verlaagt u de
schermresolutie totdat het scherm correct wordt weergegeven. U zou dit
probleem ook kunnen verhelpen door Windows Aero uit te schakelen.
B-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Gebruikershandleiding C-1
L500/L505/L500D/L505D
Bijlage C
Draadloos LAN
Aan de hand van deze bijlage kunt u het draadloze LAN met een minimum
aan parameters in bedrijf stellen.
Kaartspecificaties
Model Minikaart
Compatibiliteit
IEEE 802.11-norm voor draadloos LAN
Wi-Fi (Wireless Fidelity), gecertificeerd door
de Wi-Fi Alliance. Het logo ‘Wi-Fi certified’ is
een keurmerk van de Wi-Fi Alliance.
Netwerkbesturings-
systeem
Microsoft Windows
®
Netwerken
Media Access
Protocol
CSMA/CA (Collision Avoidance) met ACK
(Acknowledgement)
Gegevenssnelheid
54/48/36/24/18/9/6 Mb/s (Revisie A en G)
11/5,5/2/1 Mb/s (Revisie B)
C-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Radiospecificaties
De radiospecificaties van draadloze LAN-kaarten kunnen variëren per:
land/regio waarin het product is aangeschaft
type product
Draadloze communicatie is vaak gebonden aan plaatselijke voorschriften
voor radiocommunicatie. Hoewel netwerkproducten voor draadloos LAN
zijn ontworpen voor gebruik op de vrij toegankelijk band 2,4 GHz en 5 GHz,
is het mogelijk dat onder plaatselijke radiovoorschriften beperkingen
worden gesteld aan het gebruik van apparatuur voor draadloze
communicatie.
Het bereik van het draadloze signaal is afhankelijk van de overdrachtssnelheid
van de draadloze communicatie. Bij lagere overdrachtssnelheden kan over
grotere afstanden worden gecommuniceerd.
Het bereik van uw draadloze apparaten kan worden aangetast wanneer
de antennes in de buurt van metalen oppervlakken en materialen met
een hoge dichtheid worden geplaatst.
Het bereik kan eveneens afnemen als gevolg van obstakels op het pad
van het radiosignaal. Deze obstakels kunnen het radiosignaal namelijk
absorberen of reflecteren.
Ondersteunde subfrequenties
Afhankelijk van de radiovoorschriften die in uw land/regio van kracht zijn,
is het mogelijk dat uw draadloze LAN-kaart een afwijkende groep
5-GHz/2,4-GHz kanalen ondersteunt. Neem contact op met een bevoegde
draadloos LAN- of TOSHIBA-leverancier voor informatie over de
radiovoorschriften die in uw land/regio van kracht zijn.
RF-frequentie
5-GHz band (5150-5850 MHz)
(Revisie A, Draft N)
2,4-GHz band (2400-2483,5 MHz)
(Revisie B, G, Draft N)
Gebruikershandleiding C-3
L500/L505/L500D/L505D
Tabel Wireless IEEE 802.11-kanalen (Revisie B en G)
Tijdens de installatie van kaarten voor draadloos LAN worden de kanalen
als volgt geconfigureerd:
Voor draadloze clients in een draadloze LAN-infrastructuur start de
kaart voor draadloos LAN automatisch met het kanaal dat wordt
aangeduid door het toegangspunt voor het draadloze LAN. Wanneer u
wisselt tussen verschillende toegangspunten, kan het station zo nodig
automatisch overschakelen op een ander kanaal.
In een draadloos LAN-toegangspunt gebruikt de draadloos LAN-kaart
het door de fabrikant ingestelde standaardkanaal (vetgedrukt),
tenzij de LAN-beheerder tijdens de configuratie van het draadloze
LAN-toegangspunt een ander kanaal heeft geselecteerd.
Frequentiebereik
Kanaal-id
2400-2483.5 MHz
1 2412
2 2417
3 2422
4 2427
5 2432
6 2437
7 2442
8 2447
9 2452
10 2457*
1
11 2462
12 2467*
2
13 2472*
2
C-4 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Tabel Wireless IEEE 802.11-kanalen (Revisie A)
*1 Door de fabrikant ingestelde standaardkanalen
*2 Controleer of deze kanalen in uw land/regio kunnen worden gebruikt.
*3 Deze kanalen zijn alleen beschikbaar voor A/B/G/N-combinatietype.
*4 Beschikbaar gebied: alleen VS (VS, CANADA)
Frequentiebereik
Kanaal-id
5150-5850 MHz Opmerking
36 5180
40 5200
44 5220
48 5240
52 5260
56 5280
60 5300
64 5320
100 5500
*3
104 5520
*3
108 5540
*3
112 5560
*3
116 5580
*3
120 5600
*3
124 5620
*3
128 5640
*3
132 5660
*3
136 5680
*3
140 5700
*3
149 5745
*3
Alleen VS
*4
153 5765
*3
Alleen VS
*4
157 5785
*3
Alleen VS
*4
161 5805
*3
Alleen VS
*4
Gebruikershandleiding D-1
L500/L505/L500D/L505D
Bijlage D
Netsnoer en connectoren
De stekker van het netsnoer moet compatibel zijn met verschillende
internationele stopcontacten. Netsnoeren moeten voldoen aan de
plaatselijke normen en de hieronder vermelde specificaties:
Certificeringsinstanties
lengte: Minimaal 1,7 meter
Kabeldikte: Minimaal 0,75 mm
2
Stroomsterkte: Minimaal 2,5 ampère
Spanning: 125 of 250 V wisselstroom
(afhankelijk van de netspanning die in het land/
gebied wordt gebruikt)
Europa:
Oostenrijk: OVE Italië: IMQ
België: CEBEC Nederland: KEMA
Denemarken: DEMKO Noorwegen: NEMKO
Finland: FIMKO Zweden: SEMKO
Frankrijk: LCIE Zwitserland: SEV
Duitsland: VDE Verenigd Koninkrijk: BSI
Buiten Europa:
VS en Canada: Goedgekeurd door UL en CSA
Nee. 18 AWG, Type SVT of SPT-2
China: CCC, CQC India: STQC
Australië: AS
D-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
In Europa moet gebruik worden gemaakt van een dubbeldraads netsnoer
van het type VDE, H05VVH2-F of H03VVH2-F, of van een driedraads
netsnoer van het type VDE, H05VV-F.
Voor de Verenigde Staten en Canada moeten tweepins stekkers de
configuratie 2-15P (250 V) of 1-15P (125 V) hebben, en driepins stekkers
de configuratie 6-15P (250V) of 5-15P (125V), conform het U.S. National
Electrical Code Handbook en de Canadian Electrical Code Part II.
De volgende afbeeldingen tonen de stekkervormen voor de V.S., Australië,
Canada, het Verenigd Koninkrijk, Europa en China.
V.S.
Verenigd Koninkrijk
Australië
Europa
Canada
China
Gebruikershandleiding E-1
L500/L505/L500D/L505D
Bijlage E
TOSHIBA PC Health Monitor
Het programma TOSHIBA Health Monitor controleert functies van het
computersysteem, zoals stroomverbruik, het koelsysteem en de sensor die
detecteert of de vaste schijf valt. Het programma waarschuwt gebruikers via
pop-upberichten over specifieke systeemstatussen. Het houdt ook het gebruik
van de computer en verwante apparaten bij, waarbij relevante informatie
wordt opgeslagen in een logbestand op de vaste schijf van de computer.
Het programma verzamelt onder andere de volgende informatie:
werkingsduur van het apparaat en het aantal activeringen of
statuswijzigingen (dat wil zeggen, het aantal malen dat de aan/uit-knop en
combinaties met de FN-toets worden gebruikt, netadapter, accu, LCD,
ventilator, vaste schijf, geluidsvolume, schakelaar voor draadloze
communicatie, TOSHIBA Express Port Replicator en USB-informatie),
datum waarop het systeem voor het eerst werd gebruikt, en het gebruik
van computer en apparaten (zoals energie-instellingen, accutemperatuur,
het opladen van de accu, CPU, geheugen, gebruiksduur van de
schermverlichting en de temperatuur voor diverse apparaten),
exemplaarspecifieke gegevens (zoals productnaam, modelnummer,
artikelnummer, serienummer, BIOS-versie, firmwareversie) van het
systeem en componenten (zoals video-apparaat, geluidsapparaat,
netwerkapparaat, vaste schijf, optisch station) en informatie over het
besturingssysteem en de software (zoals versie en installatiedatum van het
besturingssysteem, Direct X-versie, versie van Internet Explorer,
geïnstalleerde updates en lijsten met stuurprogramma’s). De opgeslagen
gegevens nemen een klein deel van de totale ruimte van de vaste schijf in
beslag, circa 10 MB of minder per jaar.
Deze informatie wordt gebruikt om de systeemstatus te bepalen en een
bericht over het effect hiervan op de prestaties van uw computer te tonen.
De informatie kan ook worden gebruikt om een diagnose van problemen te
stellen indien de computer onderhoud vereist door Toshiba of een door
Toshiba erkende servicedienst. Daarnaast kan Toshiba deze informatie ook
gebruiken voor kwaliteitscontrole en -analyse. Onder voorwaarde van de
bovenstaande beperkingen kunnen de gegevens die zijn vastgelegd op de
vaste schijf worden overgedragen aan instanties buiten het land of de regio
waarin u verblijft (zoals de Europese Unie). Deze landen kunnen wel of niet
beschikken over de wetten of niveaus voor gegevensbeveiliging die zijn
vereist in uw land of regio van verblijf.
E-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Nadat u TOSHIBA PC Health Monitor hebt ingeschakeld, kunt u dit op elk
gewenst moment uitschakelen door de software te verwijderen via Een
programma verwijderen in Configuratiescherm. Hiermee wordt tevens
alle verzamelde informatie van de vaste schijf verwijderd.
De software TOSHIBA PC Health Monitor vergroot of wijzigt op geen
enkele wijze de verplichtingen van TOSHIBA volgens de standaard
beperkte garantie. De voorwaarden en beperkingen in de standaard
beperkte garantie van TOSHIBA blijven van toepassing. Ga voor meer
informatie naar http://www.warranty.toshiba.com
.
TOSHIBA PC Health Monitor starten
U kunt TOSHIBA PC Health Monitor als volgt starten:
Dubbelklik op TOSHIBA PC Health Monitor in het Welkomstcentrum.
Klik op Start −> Alle programma’s −> TOSHIBA −>
Hulpprogramma’s −> PC Health Monitor.
Klik op het pictogram in het systeemvak en klik op het bericht
‘TOSHIBA PC Health Monitor is niet ingeschakeld. Klik hier voor meer
informatie.’ wanneer dit verschijnt.
Ongeacht de gebruikte methode verschijnt er een venster met uitleg over
TOSHIBA PC Health Monitor.
Klik op Volgende om het venster PC Health Monitor Software Notice &
Acceptance weer te geven. Lees zorgvuldig de weergegeven informatie.
Als u klikt op ‘Please enable software now. I agree with the terms and
conditions and use and sharing of the information collected.’ ‘ en
vervolgens op OK klikt, wordt het programma ingeschakeld. Door de
software TOSHIBA PC Health Monitor in te schakelen gaat u akkoord met
deze voorwaarden en bepalingen en met het gebruiken en delen van de
verzamelde informatie. Nadat het programma is ingeschakeld, verschijnt
het venster TOSHIBA PC Health Monitor en start het programma met het
controleren van de systeemfuncties en het verzamelen van informatie.
Dit bericht wordt niet meer weergegeven nadat u klikt op ‘Enable this
software program now’ (Deze software nu inschakelen) of ‘Disable this
software program now’ (Deze software nu uitschakelen) in het venster ‘PC
Health Monitor Software Notice & Acceptance’.
Gebruikershandleiding F-1
L500/L505/L500D/L505D
Bijlage F
Als uw computer wordt gestolen
Mocht de computer ondanks uw voorzorgsmaatregelen toch worden
gestolen, dan zullen we u helpen hem terug te vinden. Ter identificatie van
uw computer dient u de volgende informatie paraat te hebben wanneer u
contact opneemt met TOSHIBA:
In welk land is uw computer gestolen?
Wat is het type van uw computer?
Wat is het modelnummer (PA-nummer)?
Wat is het serienummer (8 cijfers)?
Op welke datum is de computer gestolen?
Wat is uw adres, telefoonnummer en faxnummer?
Volg deze procedures om de diefstal op papier te registreren:
Op de volgende pagina vindt u het formulier voor
TOSHIBA-diefstalregistratie: vul dit formulier (of een kopie hiervan) in.
Voeg een kopie van uw ontvangstbewijs bij waarop wordt aangegeven
waar u de computer hebt gekocht.
Stuur het registratieformulier en ontvangstbewijs per fax of post naar
Toshiba (de adresgegevens vindt u op de volgende pagina).
Ga verantwoord met uw computer om en probeer diefstal te voorkomen.
U bent de eigenaar van een waardevol apparaat dat zeer aantrekkelijk is
voor dieven: laat het dus nooit onbeheerd achter. Extra bescherming tegen
diefstal is verkrijgbaar in de vorm van beveiligingskabels, waarmee u de
notebook thuis of op kantoor aan een zwaar voorwerp kunt verankeren.
Noteer het type, modelnummer en serienummer van uw computer en
bewaar deze gegevens op een veilige plaats. Deze informatie is te vinden
op de onderkant van de notebook. Bewaar tevens het ontvangstbewijs
voor de computer.
F-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Volg deze procedures om de diefstal online te registreren:
Ga naar www.toshiba-europe.com op internet. Kies in de lijst met
productcategorieën Computer Systems.
Open het menu Support & Downloads en kies de optie Stolen units
database.
De gegevens die u invoert, worden in onze servicecenters gebruikt om uw
computer op te sporen.
TOSHIBA-diefstalregistratie
Aan: TOSHIBA Europe GmbH
Technical Service and Support
Blumenstrasse 26
93055 Regensburg
Duitsland
Faxnummer: +49 (0) 941 7807 921
Gegevens van eigenaar
Land waarin computer is
gestolen:
Type computer:
(bijvoorbeeld
Satellite L500)
Modelnummer:
(bijvoorbeeld
PSL50EYXT)
Serienummer:
(bijvoorbeeld
12345678G)
Datum van diefstal: Jaar Maand dag
Achternaam, voornaam:
Bedrijf:
Adres:
Postcode/plaatsnaam:
Land:
Telefoon:
Fax:
Gebruikershandleiding Woordenlijst-1
L500/L505/L500D/L505D
Woordenlijst
In deze woordenlijst worden onderwerpen toegelicht die verband houden
met deze handleiding. Alternatieve benamingen zijn ter referentie
opgenomen.
Afkortingen
AACS: advanced access content system
AC: Alternating Current (wisselstroom)
ACPI: Advanced Configuration and Power Interface
ASCII: American Standard Code for Information Interchange
BIOS: basic input output system
bps: bits per seconde
CD: compact disc
CD-ROM: Compact Disc-Read Only Memory
CD-RW: Compact Disc-ReWritable
CMOS: Complementary Metal-Oxide Semiconductor
CPU: Central Processing Unit (centrale verwerkingseenheid)
CRT: Cathode Ray Tube (kathodestraalbuis)
DC: Direct Current (gelijkstroom)
DDC: Display Data Channel (schermgegevenskanaal)
DDR: double data rate
DIMM: dual inline memory module
DVD: Digital Versatile Disc
DP: DisplayPort
DVD-R: Digital Versatile Disc Recordable
DVD-RAM: Digital Versatile Disc Random Access Memory
DVD-R (Dual Layer): Digital Versatile Disc Recordable Dual Layer
DVD-ROM: Digital Versatile Disc Read Only Memory
DVD-RW: Digital Versatile Disc ReWritable
DVD+R (Double Layer): Digital Versatile Disc Recordable Double Layer
FDD: Floppy Diskette Drive (diskettestation)
FHD: Full High Definition
FIR: Fast InfraRed
GB: Gigabyte
HDD: Hard Disk Drive (vasteschijfstation)
GPS: Global Positioning System
HD+: High Definition Plus
Woordenlijst-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
IDE: Integrated Drive Electronics
IEEE: Institute of Electrical and Electronics Engineers
I/O: Input/Output (invoer/uitvoer)
IrDA: Infrared Data Association
IRQ: Interrupt Request (onderbrekingsinstructie)
KB: Kilobyte
LAN: local area network (lokaal netwerk)
LCD: Liquid Crystal Display
LED: Light Emitting Diode (lampje)
MB: Megabyte
MMC: multi media card
OCR: Optical Character Recognition (optische tekenherkenning)
PCB: Printed Circuit Board (printplaat)
PCI: Peripheral Component Interconnect
RAM: Random Access Memory
RGB: Red, Green and Blue (rood, groen en blauw)
ROM: Read Only Memory
RTC: Real Time Clock (realtime klok)
S/P DIF: Sony/Philips Digital Interface Format
SDRAM: synchronous dynamic random access memory
SLI: Scalable Link Interface
SIM: Subscriber Identity Module
SO-DIMM: small-outline dual in-line memory module
TFT: Thin Film Transistor
UART: Universal Asynchronous Receiver/Transmitter
USB: Universal Serial Bus
UWB: Ultra Wide Band
VESA: Video Electronic Standards Association
VGA: Video Graphics Array
XGA: eXtended Graphics Array
A
aanwijsapparaat: een willekeurig apparaat, bijvoorbeeld een TouchPad of
een muis, waarmee u de cursor op het scherm kunt bewegen.
AC (wisselstroom): elektrische stroom die periodiek van richting
verandert.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-3
L500/L505/L500D/L505D
adapter: een apparaat dat zorgt voor een compatibele verbinding tussen
twee apparaten. De adapter van het ingebouwde scherm van de
computer ontvangt bijvoorbeeld informatie van de software en
vertaalt dit naar beelden op het scherm. Een adapter kan variëren
van een microprocessor tot een eenvoudige connector: een
intelligente adapter (die in staat is gegevens te verwerken) wordt
ook wel een controller genoemd.
alfanumeriek: toetsenbordtekens met inbegrip van letters, cijfers en
andere symbolen, zoals leestekens of rekenkundige symbolen.
analoog signaal: een signaal waarvan de kenmerken, zoals amplitude en
frequentie, evenredig variëren met (analoog zijn met) de te
verzenden waarde. In spraakcommunicatie worden analoge
signalen gebruikt.
apparaatstuurprogramma: een programma (‘driver’ genoemd) waarmee
een computer kan communiceren met een ander apparaat.
ASCII: American Standard Code for Information Interchange. ASCII is een
reeks van 256 binaire codes die de meest gangbare letters, cijfers
en symbolen vertegenwoordigen.
asynchroon: zonder vast tijdschema. In de context van
computercommunicatie heeft asynchroon betrekking op de methode
voor het verzenden van gegevens waarbij het niet nodig is om een
gelijkmatige stroom bits met vaste tussenpozen te verzenden.
B
back-up: een kopie van een bestand, gewoonlijk op een verwisselbare
schijf, die wordt bewaard in het geval dat het originele bestand
beschadigd of zoek raakt.
beeldscherm: een CRT-scherm, LCD-scherm of ander weergaveapparaat
dat wordt gebruikt om computeruitvoer op weer te geven.
bestand: een verzameling verwante gegevens, programma’s of beide.
besturingssysteem: een groep programma’s die bepaalt hoe een
computer werkt. Het besturingssysteem zorgt bijvoorbeeld voor het
interpreteren van programma’s, het maken van gegevensbestanden
en het besturen van de gegevensoverdracht (invoer/uitvoer) tussen
het geheugen en het randapparaat.
binair: talstelsel met grondtal twee dat door de meeste digitale computers
wordt gebruikt en waarin de getallen door nullen en enen worden
voorgesteld. Het meest rechtse cijfer van een binair getal heeft de
waarde 1, en de respectievelijke cijfers daarnaast 2, 4, 8, 16
enzovoort. Bijvoorbeeld: het getal 5 wordt in het binaire stelsel als
101 voorgesteld. Zie ook ASCII.
BIOS: Basic Input/Output System De firmware die de gegevensstroom
binnen de computer bestuurt. Zie ook firmware.
bit: afgeleid van ‘binary digit’ (binair cijfer), de basiseenheid van informatie
die de computer gebruikt. Een bit kan de waarde 0 of 1 hebben.
Acht bits vormen samen één byte. Zie ook byte.
Woordenlijst-4 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Bluetooth: een radiotechnologie met een kort bereik die is ontworpen om
draadloze communicatie tussen computers,
communicatieapparatuur en internet te vereenvoudigen.
boot disk: zie systeemschijf.
bootable disk: zie systeemschijf.
bps: bits per seconde. Meestal gebruikt ter aanduiding van de
gegevensoverdrachtssnelheid van een modem.
buffer: het gedeelte van het computergeheugen waarin gegevens tijdelijk
worden opgeslagen. Bij gegevensoverdracht dienen buffers vaak ter
compensatie van het verschil in stroomsnelheid tussen twee
apparaten.
bus: een interface voor verzending van signalen, gegevens of elektrische
stroom.
byte: de weergave van één teken. Een reeks van acht bits die als een
eenheid wordt behandeld; tevens de kleinste adresseerbare
eenheid in het systeem.
C
cachegeheugen: een deel van een zeer snel geheugen waarin
veelgebruikte informatie wordt gekopieerd voor snelle toegang.
Gegevens openen vanuit cache gaat sneller dan vanuit het
hoofdgeheugen van de computer. Zie ook L1 cache, L2 cache.
capaciteit: de hoeveelheid gegevens die kan worden opgeslagen op een
magnetisch opslagmedium zoals een diskette of vaste schijf.
De capaciteit wordt doorgaans uitgedrukt in kilobytes (KB),
megabytes (MB) en gigabytes (GB), waarbij KB = 1024 bytes,
1 MB = 1024 KB en 1 GB = 1024 MB.
CD: een afzonderlijke compact disc. Zie ook CD-ROM.
CD-R: een Compact Disc-Recordable die eenmaal kan worden beschreven
en meermaals kan worden gelezen. Zie ook CD-ROM.
CD-ROM: een Compact Disc-Read Only Memory-schijf is een schijf met
een hoge capaciteit die kan worden gelezen maar niet kan worden
beschreven. Het CD-ROM-station gebruikt een laserstraal om
gegevens van de disc te lezen.
CD-RW: een Compact Disc-Read/Write die vele malen opnieuw worden
beschreven en waar meermaals van kan worden gelezen.
Zie ook CD-ROM.
chassis: de behuizing waarin de computer is gemonteerd.
chip: een kleine halfgeleider waarop schakelingen zijn aangebracht ten
behoeve van gegevensverwerking, geheugen, I/O-functies en het
besturen van andere chips.
CMOS: Complementary Metal-Oxide Semiconductor. Een elektronische
schakeling die op een stukje silicone is aangebracht en die heel
weinig stroom nodig heeft. Geïntegreerde schakelingen die
compatibel zijn met de CMOS-technologie, kunnen dicht bijeen
worden geplaatst en zijn uiterst betrouwbaar.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-5
L500/L505/L500D/L505D
COM1, COM2, COM3 en COM4: de namen voor de seriële en
communicatiepoorten.
compatibiliteit: 1) het vermogen van een computer om gegevens op
dezelfde manier te gebruiken als een andere computer zonder deze
gegevens of de gegevensindeling te hoeven wijzigen.
2) De mogelijkheid om een apparaat aan te sluiten op of te laten
communiceren met een ander systeem of onderdeel.
Composietvideo (YUV): een standaardvideosignaal dat wordt gebruikt
voor de overdracht van beelden, bijvoorbeeld van een
videorecorder naar een tv.
computerprogramma: een reeks instructies die de computer uitvoert om
een bepaald resultaat te bereiken.
computersysteem: een combinatie van hardware, software, firmware en
randapparaten die dient voor het verwerken van gegevens.
configuratie: de specifieke onderdelen van het systeem (zoals de
terminal, printer en schijfstations) en de instellingen die bepalen hoe
het systeem werkt. U beheert uw systeemconfiguratie met het
programma HW Setup.
controller: ingebouwde hardware en software die de functies van een
specifiek intern of randapparaat besturen (bijvoorbeeld een
toetsenbordcontroller).
coprocessor: een schakeling die in de processor is ingebouwd en dient
voor het verrichten van intensieve rekenkundige bewerkingen.
CPU: Central Processing Unit (centrale verwerkingseenheid). Het deel van
de computer dat instructies interpreteert en uitvoert.
CRT: Cathode Ray Tube. Een vacuümbuis waarin een elektronenbundel
een scherm aftast dat met een fluorescerend laagje is bedekt,
waardoor lichtpuntjes ontstaan. De CRT-techniek wordt bijvoorbeeld
gebruikt in tv’s.
cursor: een klein, knipperend blokje of streepje dat de huidige
invoerpositie op het beeldscherm aanduidt.
D
DC: Direct Current (gelijkstroom). Elektrische stroom die in één richting
loopt. Dit type stroom wordt normaal gesproken door accu’s en
batterijen geleverd.
dialoogvenster: een venster dat invoer van de gebruiker accepteert om
systeeminstellingen te maken of andere gegevens vast te leggen.
Digitale Audio: een norm voor audiocompressie die het mogelijk maakt
geluidsbestanden optimaal over te dragen en real-time af te spelen.
diskette: een verwisselbaar schijfje voor het opslaan van magnetisch
gecodeerde gegevens.
diskettestation: een elektromechanisch apparaat dat gegevens van een
diskette leest en ernaar wegschrijft.
Woordenlijst-6 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
documentatie: de handleidingen en/of andere schriftelijke instructies voor
de gebruikers van een computersysteem of -toepassing. De
documentatie bij computersystemen omvat normaal gesproken
zowel informatie over systeemfuncties als stapsgewijze instructies
en zelfstudiemateriaal.
draadloos LAN: een lokaal netwerk (LAN of Local Area Network) waarin
draadloos wordt gecommuniceerd.
dubbelklikken: het snel twee keer achter elkaar indrukken en loslaten van
de primaire knop op het aanwijsapparaat zonder het te bewegen. In
het Windows
®
-besturingssysteem verwijst dit naar de linkerknop op
het aanwijsapparaat, tenzij anders aangegeven.
DVB-T (Digital Video Broadcasting - Terrestrial): ook wel bekend als
aardse digitale tv-zenders. Uitzendstandaard voor digitale tv.
DVD: een afzonderlijk digital versatile (of video) disc. Zie ook DVD-ROM.
DVD+R (Dual Layer): een schijf met twee lagen aan één zijde, waardoor
de opslagcapaciteit van DVD+R circa 1,8 maal zo groot is. Het
DVD-RW-station gebruikt een laserstraal om gegevens van de schijf
te lezen.
DVD-R (+R, -R): een Digital Versatile Disc Recordable kan eenmaal
worden beschreven en vele malen worden herschreven.
Een DVD-R-station gebruikt een laserstraal om gegevens vanaf
schijf te lezen.
DVD-R (Dual Layer): een schijf met twee lagen aan één zijde,
waardoor de opslagcapaciteit van DVD-R circa 1,8 maal zo groot is.
Het DVD-RW-station gebruikt een laserstraal om gegevens van de
schijf te lezen.
DVD-RAM: een Digital Versatile Disc Random Access Memory-schijf is
een hoogwaardige schijf met grote capaciteit waarop u grote
hoeveelheden gegevens kunt opslaan. Een DVD-ROM-station
gebruikt een laserstraal om gegevens vanaf schijf te lezen.
DVD-ROM: een Digital Versatile Disc Read Only Memory is een
hoogwaardige schijf met grote capaciteit, geschikt voor weergave
van video en andere bestanden met hoge gegevensdichtheid.
Het DVD-ROM-station gebruikt een laserstraal om gegevens van de
schijf te lezen.
DVD-RW (+RW, -RW): een Digital Versatile Disc-ReWritable die vele malen
opnieuw kan worden beschreven.
E
echo: techniek waarbij ontvangen gegevens worden teruggezonden naar
het apparaat van oorsprong. U kunt de informatie op het scherm
weergeven, naar de printer sturen of beide. Wanneer een computer
gegevens terugontvangt die naar een CRT (of een ander
randapparaat) zijn verzonden, en de gegevens vervolgens opnieuw
verzendt naar de printer, wordt de CRT door de printer ‘geëchood’.
escape: een code (ASCII-code 27) die de computer meedeelt dat hetgeen
volgt, opdrachten zijn; wordt gebruikt bij randapparaten zoals
printers en modems. 2) Een manier om de actieve taak af te breken.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-7
L500/L505/L500D/L505D
escapewachttijd: de tijd voor en na verzending van een escape-code naar
het modem; hierdoor worden de escapes die deel uitmaken van de
verzonden gegevens, onderscheiden van de escapes die zijn
bedoeld als opdrachten voor de modem.
F
Fast Infrared: een industriestandaard voor gegevensoverdracht die
voorziet in draadloze seriële infraroodtransmissie met een snelheid
van maximaal 4 Mbps.
firmware: een reeks instructies die in de hardware is ingebouwd en die de
activiteiten van de microprocessors bestuurt.
flashgeheugen: niet-vluchtig geheugen dat kan worden gelezen en
beschreven. Informatie in het flash-geheugen blijft bewaard, ook als
de computer niet van voeding wordt voorzien. Zie ook geheugen.
Vergelijk RAM en ROM.
Fn-esse: een hulpprogramma van TOSHIBA waarmee u functies aan
sneltoetsen kunt toewijzen.
formatteren: het proces waarmee een lege schijf wordt gereedgemaakt
voor gegevensopslag. Bij het formatteren wordt de schijf voorzien
van een structuur die het besturingssysteem nodig heeft om
bestanden of programma’ss naar de schijf te kunnen schrijven.
functietoetsen: de toetsen F1 tot en met F9 die de computer instrueren
om bepaalde functies uit te voeren.
G
gegevens: feitelijke, meetbare of statistische gegevens die de computer
kan verwerken, opslaan of ophalen.
gegevensbits: een parameter voor gegevenscommunicatie die het aantal
bits bestuurt waaruit een byte bestaat. Als databits = 7, kan de
computer 128 unieke tekens genereren. Als databits = 8, kan de
computer 256 unieke tekens genereren.
geheugen: verwijst naar het hoofdgeheugen van de computer, van waaruit
programma’s worden uitgevoerd en waarin gegevens tijdelijk
worden opgeslagen en verwerkt. Het geheugen kan vluchtig zijn en
gegevens tijdelijk opslaan (RAM), en het kan niet-vluchtig zijn en
gegevens permanent opslaan (ROM). Het hoofdgeheugen van de
computer is RAM. Zie RAM, ROM.
geïntegreerde numerieke toetsen: een functie waarmee u bepaalde
toetsen op het toetsenbord kunt gebruiken voor invoer van
numerieke gegevens of cursor- en paginabesturing.
gigabyte (GB): een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan
1024 megabytes. Zie ook megabyte.
graphics: informatie in de vorm van tekeningen, figuren of andere beelden,
zoals diagrammen of grafieken.
Woordenlijst-8 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
H
hardware: de fysieke elektronische en mechanische onderdelen van een
computersysteem: meestal de computer zelf, externe schijfstations
enzovoort. Zie ook software en firmware.
hertz: een eenheid voor frequentie die overeenkomt met 1 cyclus per
seconde.
hoofdkaart: zie moederbord.
host: de computer die informatie bestuurt en beheert, en naar apparaten of
andere computers verzendt.
HW Setup: een TOSHIBA-hulpprogramma waarmee u de parameters voor
verschillende hardware-onderdelen kunt instellen.
I
I/O: Input/Output (invoer/uitvoer). Heeft betrekking op gegevensoverdracht
van en naar de computer.
I/O-apparaten: apparaten die worden gebruikt om met de computer te
communiceren en om gegevens van en naar de computer over te
dragen.
inschakelen: hiermee schakelt u een optie op de computer in. Zie ook
uitschakelen.
instructie: opdracht die aangeeft hoe een bepaalde taak moet worden
uitgevoerd.
interface: 1) hardware- en/of softwareonderdelen van een systeem die
specifiek dienen voor het aansluiten van het ene op het andere
systeem of apparaat. 2) Fysieke verbinding tussen het ene en het
andere systeem of apparaat door middel waarvan gegevens worden
uitgewisseld. 3) De elementen die de gebruiker in staat stellen te
communiceren met de computer en het programma, bijvoorbeeld
het toetsenbord of een menu.
interrupt request: een onderbrekingsaanvraag. Een signaal door middel
waarvan een onderdeel toegang tot de processor probeert te
krijgen.
invoer: de gegevens of instructies die de gebruiker via het toetsenbord of
een intern/extern gegevensopslagapparaat doorgeeft aan een
computer, een communicatieapparaat of een ander randapparaat.
De gegevens van de zendende computer (ofwel de uitvoer) zijn de
invoer van de ontvangende computer.
IrDA 1.1: een industriestandaard voor gegevensoverdracht die voorziet in
draadloze seriële infraroodtransmissie met een snelheid van
maximaal 4 Mbps.
K
k: afkorting van het Griekse woord kilo, dat 1000 betekent; vaak gebruikt
als equivalent van 1024, ofwel 2 tot de tiende macht. Zie ook byte
en kilobyte.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-9
L500/L505/L500D/L505D
kaart: een printplaat. Een interne kaart waarop elektronische
componenten, chips genaamd, zijn aangebracht die een specifieke
functie uitvoeren of de mogelijkheden van het systeem uitbreiden.
kilobyte (KB): een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan
1024 bytes. Zie ook byte en megabyte.
klikken: het indrukken en loslaten van de primaire knop op het
aanwijsapparaat zonder het te bewegen. In het Windows
®
-
besturingssysteem verwijst dit naar de linkerknop op het
aanwijsapparaat, tenzij anders aangegeven. Zie ook dubbelklikken.
koude start: het opstarten van de computer wanneer deze is
uitgeschakeld (de stroomvoorziening inschakelen).
L
L1 cache: niveau 1 cache. Cachegeheugen dat is ingebouwd in de
processor om de processorsnelheid te verbeteren. Zie ook
cachegeheugen, L2 cache.
L2 cache: cachegeheugen dat is geïnstalleerd op het moederbord om de
processorsnelheid te verbeteren. Dit geheugen is langzamer dan L1
cache, maar sneller dan het hoofdgeheugen. Zie ook
cachegeheugen, L1 cache.
LAN: een groep computers of andere apparaten verspreid over een relatief
kleine omgeving en verbonden door een communicatiekoppeling
waarmee de apparaten over het netwerk met elkaar kunnen
communiceren.
Light Emitting Diode (LED): een lichtgevende diode. Een
half-geleiderapparaatje dat licht uitstraalt als er stroom op
wordt gezet.
Liquid Crystal Display (LCD): Scherm bestaande uit vloeibare kristallen
tussen twee glasplaten die met doorzichtig, geleidend materiaal zijn
bedekt. Op de zichtbare kant van het glas is een matrix van
tekenvormende segmenten aangebracht. Wanneer tussen de
glasplaten een spanning wordt aangebracht, verandert de
helderheid van het vloeibare kristal.
M
map: een pictogram in Windows dat dient voor het opslaan van
documenten of andere mappen.
megabyte (MB): een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan
1024 kilobytes. Zie ook byte en kilobyte.
megahertz: een eenheid voor frequentie die overeenkomt met 1 miljoen
cycli per seconde. Zie ook hertz.
menu: een software-interface die een lijst met opties op het scherm
weergeeft. Ook wel scherm genoemd.
microprocessor: een geïntegreerde schakeling die instructies uitvoert;
een van de belangrijkste hardwareonderdelen van de computer.
Ook wel CPU of centrale verwerkingseenheid genoemd.
Woordenlijst-10 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
modem: afgeleid van modulator/demodulator. Een apparaat dat digitale
gegevens omzet (moduleert) voor transmissie via telefoonlijnen en
de gemoduleerde gegevens bij aankomst weer omzet
(demoduleert) naar een digitale indeling.
modus: een werkingsstatus van de computer, zoals de afsluitmodus,
de slaapstand of de sluimerstand.
moederbord: de belangrijkste printplaat in gegevensverwerkende
apparatuur. Het moederbord bevat meestal geïntegreerde
schakelingen die voorzien in de basisfuncties van de computer en
aansluitingen voor het toevoegen van andere kaarten die speciale
functies verrichten.
monitor: een apparaat dat rijen en kolommen pixels gebruikt om
alfanumerieke tekens of grafische beelden weer te geven.
Zie ook CRT.
MP3: een norm voor audiocompressie die het mogelijk maakt
geluidsbestanden optimaal over te dragen en realtime af te spelen.
N
netwerk: een verzameling computers en bijbehorende apparaten die
verbonden zijn door communicatiefaciliteiten. Met een netwerk kunt
u gegevens en randapparaten, zoals printers, delen met andere
gebruikers en e-mail uitwisselen.
niet-systeemschijf: een schijf voor het opslaan van programma’s en
gegevens die niet kunnen worden gebruikt voor het opstarten van
de computer. Vergelijk systeemschijf.
niet-vluchtig geheugen: geheugen, doorgaans ROM, waarin informatie
permanent kan worden opgeslagen. De gegevens in het niet-
vluchtige geheugen blijven bewaard wanneer de computer wordt
uitgeschakeld.
O
OCR: Optical Character Recognition ofwel optische tekenherkenning.
Een techniek waarbij tekens door middel van lichtgevoelige
apparatuur worden geïdentificeerd en in de computer worden
ingevoerd.
onderdelen: de componenten van een systeem waaruit het geheel is
opgebouwd.
online stand: de stand waarin een randapparaat gereed is voor het
ontvangen of verzenden van gegevens.
opdrachten: instructies die u via het toetsenbord invoert om de acties van
de computer of de randapparatuur te besturen.
opnieuw opstarten: een procedure waarbij de computer opnieuw wordt
opgestart zonder de stroom uit te schakelen (ook wel ‘warme start’,
‘soft reset’ of ‘reboot’ genoemd). Zie ook opstartmodus.
opstartmodus: een programma dat de computer opstart of opnieuw
opstart. Het programma laadt vanaf een opslagapparaat instructies
in het computergeheugen.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-11
L500/L505/L500D/L505D
P
PAL: PAL (Phase Alternating Line) is de meest verspreide beeld- en
uitzendstandaard in Europa.
pariteit: 1) de symmetrische verhouding tussen twee parameterwaarden
(gehele getallen) die allebei hetzij aan of uit, hetzij even of oneven,
hetzij 0 of 1 zijn. 2) In seriële communicatie: een foutdetectiebit dat
aan een groep databits wordt toegevoegd om de som van de bits
even of oneven te maken. De pariteit kan op Even, Odd (oneven) of
None (geen) worden ingesteld.
PCI: Peripheral Component Interconnect Een standaard 32-bits bus.
Péritel: Péritel is een systeem van 21-pins verbindingskabels en poorten
via welke beelden en kwalitatief hoogwaardig stereogeluid
(waaronder Dolby
®
Pro-Logic) van het ene naar het andere
AV-apparaat en vice versa kan worden overgebracht. Dit systeem
staat ook bekend onder de naam ‘SCART-connector’ en
‘Euro-connector’.
pictogram: een klein grafisch figuurtje op het scherm of in het paneel met
systeemlampjes. Een pictogram vertegenwoordigt in Windows een
object waarmee de gebruiker kan werken.
pixel: een beeldelement (afkorting van ‘picture element’). De kleinste punt
die op een beeldscherm kan worden weergegeven of op een printer
kan worden afgedrukt. Ook wel pel genoemd.
plug & play: een eigenschap van Windows waarmee het systeem
automatisch aangesloten externe apparaten kan herkennen en de
nodige configuratie op de computer verzorgt.
poort: de elektrische verbinding door middel waarvan de computer
gegevens van en naar apparaten of andere computers ontvangt en
verzendt.
Power Saver: een TOSHIBA-hulpprogramma waarmee u de parameters
voor diverse energiebesparingsfuncties kunt instellen.
programma: een reeks instructies die een computer kan uitvoeren om een
bepaald resultaat te bewerkstelligen. Zie ook toepassing.
prompt: een schermbericht dat aangeeft dat de computer wacht op
gegevensinvoer of een handeling van de kant van de gebruiker.
R
randapparaat: een apparaat, zoals een printer of joystick, dat is
aangesloten op de computer en wordt aangestuurd door de CPU
van de computer.
Random Access Memory (RAM): vluchtig geheugen dat kan worden
gelezen en beschreven. Vluchtig betekent hier dat informatie in
RAM verloren gaat wanneer u de computer uitschakelt. Dit type
geheugen wordt gebruikt voor het hoofdgeheugen van uw
computer. Zie ook geheugen. Vergelijk ROM.
Woordenlijst-12 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
Read Only Memory (ROM): niet-vluchtig geheugen dat kan worden
gelezen maar niet kan worden beschreven. Niet-vluchtig betekent
dat informatie in ROM bewaard blijft, ook als de computer niet wordt
gevoed. Dit type geheugen wordt gebruikt om de BIOS van uw
computer op te slaan. Dit zijn belangrijke instructies die de computer
leest tijdens het opstarten. Zie ook BIOS, geheugen. Vergelijk RAM.
resolutie: een eenheid van de scherpte van de beelden die door een
printer kunnen worden geproduceerd of op een scherm kunnen
worden weergegeven. Voor een printer wordt de resolutie uitgedrukt
in dots per inch (dpi). Voor een scherm wordt de resolutie uitgedrukt
in het aantal horizontaal en verticaal beschikbare pixels
RFI-afscherming (Radio Frequency Interference): een metalen
afscherming rond de printplaten van de printer of computer ter
voorkoming van radio- en tv-storing. Alle computerapparatuur
genereert hoogfrequente signalen. De FCC-voorschriften bepalen
hoeveel signalen een computerapparaat buiten de afscherming mag
doorlaten. Een apparaat van klasse A is geschikt voor
kantoorgebruik. Apparaten van klasse B zijn aan strengere
voorschriften onderworpen en zijn veilig voor gebruik in
woongebieden. Draagbare TOSHIBA-computers voldoen aan de
voorschriften voor klasse B.
RGB: rood, groen en blauw. Een RGB-apparaat gebruikt drie
invoersignalen die elk een elektronenkanon voor een van de
drie primaire kleuren (rood, groen en blauw) activeren.
Een RGB-apparaat wordt aangesloten op een RGB-poort.
Zie ook CRT.
RJ11: een modulaire telefoonaansluiting.
RJ45: een modulaire LAN-poort.
S
S/P DIF: een standaard van een digitale interface voor audio.
schijfopslag: het opslaan van gegevens op een magneetschijf.
Gegevens worden in concentrische sporen vastgelegd,
zoals op een grammofoonplaat.
schijfstation: een apparaat dat informatie van een schijf naar het
computergeheugen kopieert en vice versa. Hiertoe draait het
apparaat de schijf op hoge snelheid langs een lees-/schrijfkop.
schrijfbeveiliging: een methode om de gegevens op een diskette te
beschermen tegen abusievelijk wissen.
SCSI: Small Computer System Interface. Een industriestandaard voor de
aansluiting van verscheidene randapparaten.
SD/SDHC-geheugenkaart: Secure Digital-kaarten zijn flashgeheugenkaarten
die worden gebruikt in uiteenlopende digitale apparaten, zoals digitale
camera’s en PDA’s (Personal Digital Assistants).
SECAM L: SECAM (Sequential Color Memory) is een uitzendstandaard
die in Frankrijk wordt gebruikt.
SIO: Serial Input/Output. De elektronische methodologie die bij seriële
gegevensoverdracht wordt gebruikt.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-13
L500/L505/L500D/L505D
sneltoets: een toetscombinatie van een bepaalde toets met de
functietoets, FN, die kan worden gebruikt om systeemparameters,
zoals het luidsprekervolume, in te stellen.
softkey: toetscombinaties waarmee toetsen op het IBM-toetsenbord
worden geëmuleerd, een aantal configuratieopties worden
gewijzigd, programma’s worden gestaakt en de geïntegreerde
numerieke toetsen worden geactiveerd.
software: de reeks programma’s, procedures en bijbehorende
documentatie die bij het computersysteem horen. Heeft vooral
betrekking op de computerprogramma’s die de activiteiten van het
computersysteem regelen en besturen. Zie ook hardware.
standaardinstelling: de parameterwaarde die automatisch door het systeem
wordt geselecteerd als de gebruiker of het programma geen instructies
verschaffen. Ook wel een vooraf ingestelde waarde genoemd.
stopbit: een of meer bits van een byte die in asynchrone seriële
communicatie het verzonden teken volgen of codes groeperen.
stuurprogramma: een softwareprogramma dat een specifiek apparaat
bestuurt (vaak een randapparaat zoals een printer of muis) en dat
meestal deel uitmaakt van het besturingssysteem.
Stuurprogramma’s worden ook wel drivers genoemd.
synchroon: met een constant tijdsinterval tussen opeenvolgende bits,
tekens of gebeurtenissen.
systeemschijf: een diskette met besturingssysteembestanden die nodig
zijn voor het opstarten van de computer. Elke diskette kan worden
geformatteerd tot systeemschijf. Een systeemschijf wordt ook
wel ‘opstartbare schijf’ of ‘opstartschijf’ genoemd. Vergelijk
niet-systeemschijf.
T
teken: elke letter en elk cijfer, leesteken of symbool waarvan de computer
gebruikmaakt. Ook synoniem voor byte.
telefonie: de overdracht van spraak of geluiden tussen twee verafgelegen
punten met of zonder gebruik van kabels, met name via een telefoon.
terminal: een toetsenbord (zoals dat van een schrijfmachine) en een
CRT-beeldscherm die op de computer zijn aangesloten en waarmee
gegevens worden ingevoerd/weergegeven.
TFT-beeldscherm: LCD-scherm met een reeks vloeibare-kristallencellen.
Gebruikt actieve-matrixtechnologie met dunne-laagtransistors (TFT’s).
toepassing: een reeks programma’s die gezamenlijk voor een specifieke
taak worden gebruikt, zoals boekhouding, financiële planning,
spreadsheets, tekstverwerking en games.
toetsenbord: een invoerapparaat met schakelaars die worden geactiveerd
door het indrukken van toetsen met opschriften. Elke toetsaanslag
activeert een schakelaar die een specifieke code naar de computer
zendt. De code die via een toets wordt verzonden, vertegenwoordigt
het (ASCII-)teken dat op deze toets is aangegeven.
touchpad: een aanwijsapparaat dat in de polssteun van de
TOSHIBA-computer is geïntegreerd. Ook wel aanraakvlak genoemd.
Woordenlijst-14 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
U
uitschakelen: hiermee schakelt u een optie op de computer uit.
Zie ook inschakelen.
uitvoer: de resultaten van een computerbewerking. Deze term duidt
meestal op gegevens die 1) op papier zijn afgedrukt, 2) op een
beeldscherm worden weergegeven, 3) via de seriële poort of interne
modem worden verzonden of 4) op een magnetisch opslagmedium
zijn vastgelegd.
uitvoeren: een instructie interpreteren en ten uitvoer brengen.
USB: Universal Serial Bus. Via deze seriële interface kunt u communiceren
met verschillende apparaten die in een keten op één computerpoort
zijn aangesloten.
V
vaste schijf: een opslagapparaat bestaande uit een harde plaat of harde
platen die magnetisch gecodeerd kan worden met gegevens.
Vaste schijven bevatten veel meer informatie dan diskettes en
worden gebruikt voor het langdurig opslaan van programma’s en
gegevens. De primaire (of enige) vaste schijf in een computer is
gewoonlijk vast, maar sommige computers hebben secundaire
vaste schijven die verwisselbaar zijn. Standaard heeft de vaste
schijf de letter C.
vasteschijfstation (HDD): een elektromechanisch apparaat dat gegevens
van een vaste schijf leest en ernaar schrijft. Zie ook vaste schijf.
venster: een deel van het beeldscherm waarin een toepassing of
document wordt weergegeven. Vaak gebruikt als synoniem van
Microsoft Windows-venster.
verwijderen: het verwijderen van gegevens van een schijf of ander
opslagmedium. Synoniem met wissen.
VGA: Video Graphics Array. Een industriestandaard voor grafische
adapters die alle populaire software ondersteunen.
vluchtig geheugen: RAM (Random Access Memory) waarin informatie
bewaard blijft zolang de computer van stroom wordt voorzien.
W
wachtwoord: een unieke reeks tekens die ter identificatie van een
specifieke gebruiker dient. De computer biedt verschillende niveaus
van wachtwoordbeveiliging, zoals gebruiker, supervisor.
warme start: een computer opnieuw opstarten zonder deze uit te schakelen.
Wi-Fi
®
: een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance dat staat voor
Wireless Fidelity. Het is een andere term voor het
communicatieprotocol dat een Ethernet-verbinding toestaat
draadloze communicatiecomponenten te gebruiken.
wissen: zie verwijderen.
Gebruikershandleiding Index-1
L500/L505/L500D/L505D
Index
A
Aanwijsapparaat
touchpad, 2-7, 4-1
Accu
capaciteit controleren, 6-7
energiebesparingsmodus, 1-10
levensduur verlengen, 6-8
opladen, 6-5
problemen, 9-6
RTC-batterij, 1-6, 6-4
Accu-eenheid, 1-6, 2-5
extra, 8-7
vervangen, 6-9
Accu-oplader, 8-8
ASCII-tekens, 5-5
B
Beeldscherm, 2-6
automatisch uitschakelen, 1-9
controller, B-1
helderheid (verhogen), 5-4
helderheid (verlagen), 5-3
openen, 3-4
scharnier, 2-8
Behandeling van schijven, 4-15
CD's/DVD's, 4-15
Beveiligingsslot
bevestigen, 8-15
Bluetooth, 1-8, 4-29
Bluetooth-stack voor Windows van
Toshiba, 1-11
problemen, 9-20
Bridge-media
sleuf gebruiken, 8-2
Bridge-media-sleuf
lampje, 2-10
C
Cachegeheugen, 1-3
Computer schoonmaken, 4-33
Controlelijst van apparatuur, 1-1
D
DC IN-lampje, 2-10, 6-3
De computer opnieuw opstarten, 3-10
De computer verplaatsen, 4-34
De slaapstand inschakelen, 3-8
Documentatielijst, 1-2
Draadloos LAN, 1-8, 4-28
problemen, 9-20
Draadloze communicatie, 4-28
lampje, 4-30
E
Externe monitor, 1-6, 2-2, 8-11
problemen, 9-18
F
FN + 1 (TOSHIBA Hulpprogramma Zoom
(verkleinen)), 5-4
FN + 2 (TOSHIBA Hulpprogramma Zoom
(vergroten)), 5-4
FN + ESC (dempen), 5-3
FN + F1 (vergrendelen), 5-3
FN + F2 (energiebeheerschema), 5-3
FN + F3 (slaapstand), 5-3
FN + F4 (sluimerstand), 5-3
FN + F5 (uitvoer), 5-3
FN + F6 (helderheid verlagen), 5-3
Index-2 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
FN + F7 (helderheid verhogen), 5-4
FN + F8 (draadloos), 5-4
FN + F9 (touchpad), 5-4
FN + spatiebalk (zoomen), 5-4
Functieknoppen, 4-5
Functietoetsen, 5-2
G
Geheugen, 1-3
installeren, 8-5
uitbreiding, 1-14
geheugen
verwijderen, 8-7
Geluidssysteem, 1-7, 4-17
hoofdtelefoonaansluiting, 1-7, 2-3
luidsprekers (stereo), 2-7
microfoon, 2-8
microfoonaansluiting, 1-7, 2-3
H
HDMI, 8-12
Herstelschijfstation, 3-11, 3-13
Herstelschijven, 3-12, 3-14
HW Setup, 1-12
algemeen, 7-2
toegang, 7-1
I
Inschakelen
computer, 3-5
Instellingen voor beeldweergave op HDMI,
8-13
L
Lampjes
aan/uit, 2-10, 6-3
accu, 2-10, 6-2
DC IN, 2-10
vaste schijf/optisch station/eSATA,
2-10
LAN, 1-8, 4-31
kabeltypen, 4-32
poort, 2-2
problemen, 9-20
verbindingen maken, 4-32
verbindingen verbreken, 4-33
Luchtopeningen, 2-2, 2-5
M
Modem, 1-7, 4-25
aansluiten, 4-27
aansluiting, 2-4
menu met eigenschappen, 4-26
problemen, 9-19
regioselectie, 4-25
verwijderen, 4-27
MultiMediaCard
problemen, 9-12
N
Netadapter, 1-6
aansluiten, 3-2
gelijkstroombus (19 V), 2-4
optioneel, 1-14
P
Poorten, 1-6
externe monitor, 1-6
USB, 1-6
Problemen
Aanwijsapparaat, 9-12
Bluetooth, 9-20
controlelijst voor hardware en
systeem, 9-3
draadloos LAN, 9-20
externe monitor, 9-18
geluidssysteem, 9-17
HDMI-monitor, 9-21
het probleem analyseren, 9-2
intern beeldscherm, 9-8
LAN, 9-20
Memory Stick/Memory Stick PRO/
Memory Stick PRO Duo, 9-11
modem, 9-19
MultiMediaCard, 9-12
opstartprocedure van systeem, 9-4
SD/SDHC-geheugenkaart, miniSD/
microSD-kaart, 9-11
toetsenbord, 9-7
TOSHIBA-ondersteuning, 9-21
touchpad, 9-12
uitschakelen bij oververhitting, 9-5
USB-apparaat, 9-15
USB-diskettestation, 9-10
USB-muis, 9-14
Gebruikershandleiding Index-3
L500/L505/L500D/L505D
vaste schijf, 9-8
voeding, 9-4
wachtwoord, 9-7
wisselstroom, 9-5
zelftest, 9-4
Processor, 1-3
S
SD/SDHC-geheugenkaart, miniSD/
microSD-kaart
problemen, 9-11
Slaapstand, 1-10
instelling, 3-8
systeem automatisch, 1-9
Sleuf voor Bridge-media, 1-6, 2-1, 8-2
Sluimerstand, 1-10
Sneltoetsen, 1-9
dempen, 5-3
draadloos, 5-4
energieplan, 5-3
helderheid verhogen, 5-4
helderheid verlagen), 5-3
slaapstand, 5-3
sluimerstand, 5-3
TOSHIBA Hulpprogramma Zoom
(vergroten), 5-4
TOSHIBA Hulpprogramma Zoom
(verkleinen), 5-4
touchpad, 5-4
uitvoer, 5-3
vergrendelen, 5-3
zoomen, 5-4
Softkeys
toetsen emuleren op uitgebreid
toetsenbord, 5-2
Stroomvoorziening
afsluitmodus (opstartmodus), 3-6
beeldscherm uit-/inschakelen, 6-13
omstandigheden, 6-1
sluimerstand, 3-6
systeem automatisch uit, 6-13
T
Toetsenbord, 1-6, 5-1
FN-plaktoets, 5-5
functietoetsen F1...F12, 5-2
problemen, 9-7
sneltoetsen, 5-3
speciale Windows-toetsen, 5-5
toetsen emuleren op uitgebreid
toetsenbord, 5-2
typemachinetoetsen, 5-1
TOSHIBA Assist, 1-12
TOSHIBA ConfigFree, 1-12
TOSHIBA Disc Creator, 1-12, 4-11
TOSHIBA Hulpprogramma Zoom, 1-11
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma, 1-11
TOSHIBA-diefstalregistratie, F-2
TOSHIBA-ondersteuning, 9-21
Touchpad, 1-6
gebruiken, 4-1
U
Uitschakelen
computer, 3-6
USB-apparaat, 1-6
problemen, 9-15
USB-diskettestation, 8-8
gebruiken, 8-9
problemen, 9-10
V
Vasteschijf
automatisch uitschakelen, 1-9
Video-RAM, 1-4
W
Wachtwoord
gebruiker, 6-11
problemen, 9-7
stroom inschakelen, 1-9
Warmteverspreiding, 1-10
Webcam, 1-7
Index-4 Gebruikershandleiding
L500/L505/L500D/L505D
197


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Toshiba Satellite L500 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Toshiba Satellite L500 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 4,53 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info