481909
175
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/192
Next page
MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN
Kopieerhandleiding
©2010 TOSHIBA TEC CORPORATION
Alle rechten voorbehouden Volgens de copyrightwet mag deze handleiding niet worden gereproduceerd, in welke vorm dan ook,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TTEC. Er wordt echter aangenomen dat er geen patentverplichting bestaat
met betrekking tot het gebruik van de hierin opgenomen informatie.
VOORWOORD 1
VOORWOORD
Gebruik van deze handleiding
Hartelijk dank voor de aanschaf van het multifunctionele digitale systeem of multifunctionele digitale kleurensysteem van
TOSHIBA. Deze handleiding beschrijft het gebruik van de kopieerfuncties van dit multifunctionele systeem. Lees deze
handleiding vóór gebruik van dit multifunctionele systeem.
Symbolen in deze handleiding
In deze handleiding worden enkele belangrijke items met het onderstaande symbool aangeduid. Lees deze items vóór
gebruik van dit multifunctionele systeem.
Afwijkend van het bovenstaande, geeft deze handleiding met de volgende pictogrammen ook informatie, die nuttig en
handig kan zijn bij de bediening van dit multifunctionele systeem:
Beschrijving van de richting van het origineel/kopieerpapier
A4-, B5- of LT-kopieerpapier of originelen kunnen zowel in een staande als een liggende richting worden geplaatst. In
deze handleiding is een "-R" aan het papierformaat toegevoegd wanneer dit papierformaat of origineel in een liggende
richting wordt geplaatst.
bijv.) Formaat origineel A4 op de glasplaat voor originelen
Kopieerpapier of originelen met A3-, B4-, LD- of LG-formaat kunnen alleen in een liggende richting worden geplaatst,
daarom krijgen deze formaten geen toevoeging "-R".
Displays
y Displays in deze handleiding kunnen afwijken van de werkelijke displays, afhankelijk van de gebruiksomgeving van
het multifunctionele systeem zoals de installatiestatus van opties.
y In deze gebruikershandleiding worden schermen met gebruik van de papierformaten A/B weergegeven. Gebruikt u het
papierformaat LT, dan kan de weergave of de volgorde van de toetsen verschillen van die van uw eigen apparaat.
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, tenzij deze wordt vermeden, kan leiden
tot de dood, zware verwondingen of ernstige beschadiging of brand in het
multifunctionele systeem of de omgeving.
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, tenzij deze wordt vermeden, kan leiden
tot lichte of matige verwondingen, lichte beschadiging van het multifunctionele
systeem of de omgeving of verlies van gegevens.
Wijst op informatie waar u bij het bedienen van het multifunctionele systeem op moet
letten.
Hierna volgt handige informatie die van pas kan komen wanneer u het
multifunctionele systeem bedient.
Pagina's met onderwerpen die gerelateerd zijn aan uw huidige werkzaamheden.
Bekijk deze pagina's naar behoefte.
Geplaatst in de staande richting: A4 Geplaatst in de liggende richting: A4-R
2 VOORWOORD
Handelsmerken
De bedrijfs- en productnamen die in deze handleiding worden genoemd, zijn de handelsmerken van de betreffende
ondernemingen.
Inhoud 3
Inhoud
VOORWOORD........................................................................................................................... 1
Hoofdstuk 1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
Basismenu voor de kopieerfuncties....................................................................................... 8
Kopieerpapier aanbrengen .................................................................................................... 11
Geschikt kopieerpapier........................................................................................................ 11
Kopieerpapier in papierladen aanbrengen .......................................................................... 12
Papierformaat vastleggen.................................................................................................... 16
Instelling papiersoort ........................................................................................................... 17
Papier in het extra grote papierinvoermagazijn (optie) plaatsen ......................................... 19
Hoofdstuk 2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Voorbereidende werkzaamheden ......................................................................................... 22
Opslag van kleurenkopieën................................................................................................. 22
Functie ter voorkoming van vervalsing................................................................................ 22
Originelen plaatsen ................................................................................................................ 23
Aanvaardbare originelen ..................................................................................................... 23
Originelen op de glasplaat voor originelen .......................................................................... 24
Boeken ................................................................................................................................ 25
Gebruik van het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (Automatisch
documentinvoersysteem, optie)........................................................................................... 26
Kopiëren .................................................................................................................................. 29
Basiskopieerprocedure........................................................................................................ 29
Volgend origineel tijdens het kopiëren scannen.................................................................. 32
Kopiëren onderbreken en andere afdrukken maken ........................................................... 33
Proefkopie ........................................................................................................................... 34
Uitvoerbak selecteren.......................................................................................................... 36
Kopiëren met handinvoer ...................................................................................................... 37
Kopiëren met handinvoer .................................................................................................... 37
Kopiëren met handinvoer op standaard papierformaat ....................................................... 38
Kopiëren met handinvoer op niet-standaard papierformaat ................................................ 43
Hoofdstuk 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Vóór gebruik KOPIEERFUNCTIES ........................................................................................ 48
Standaard instellingen......................................................................................................... 48
Ingestelde functies bevestigen ............................................................................................ 48
Ingestelde functies annuleren.............................................................................................. 49
Beperkingen met betrekking tot combinaties van functies .................................................. 49
Papierselectie ......................................................................................................................... 50
Automatische papierselectie (APS)..................................................................................... 50
Gewenste papier handmatig selecteren.............................................................................. 51
Originelen met verschillende formaten in één keer kopiëren .............................................. 52
Selecteren van kleurinstellingen........................................................................................... 54
INSTELLING Modus voor originelen..................................................................................... 55
Belichtingsaanpassing .......................................................................................................... 56
Vergroten en verkleinen.........................................................................................................57
Automatische zoomselectie (AMS)...................................................................................... 57
4 Inhoud
Zowel het origineelformaat als het kopieerpapierformaat afzonderlijk specificeren ............ 58
De reproductiefactor handmatig specificeren...................................................................... 60
Foto-originelen met de optimale reproductiefactor voor kopieerpapierformaat kopiëren
(FOTOZOOM) ..................................................................................................................... 62
Selecteren van Afwerkfunctie ............................................................................................... 65
Afwerkfuncties en als optie leverbare afwerkapparaten...................................................... 65
Sorteren/Groep-stand.......................................................................................................... 67
Stand roteren en sorteren.................................................................................................... 69
Stand nieten en sorteren ..................................................................................................... 70
Tijdschrift sorteren / RUGHECHTEN................................................................................... 72
Perforatie-modus................................................................................................................. 75
Handmatig nieten ................................................................................................................76
Dubbelzijdig kopiëren ............................................................................................................ 77
Enkelzijdige afdruk maken................................................................................................... 78
Dubbelzijdige afdruk maken ................................................................................................ 79
Dubbelzijdige afdrukken van een boek maken.................................................................... 80
Functie kopiëren & opslaan uitvoeren ................................................................................. 83
Instelling gedeelde map....................................................................................................... 85
Hoofdstuk 4 BEWERKEN-FUNCTIES
Weergave BEWERKEN-menu................................................................................................ 88
VERPL. BEELD ....................................................................................................................... 89
Creëren van marge boven/onder of marge rechts/links ...................................................... 89
Inbindruimte creëren............................................................................................................91
WIS RAND ............................................................................................................................... 93
Midden van boek wissen ....................................................................................................... 94
Dubbele pagina....................................................................................................................... 96
2IN1/4IN1 ................................................................................................................................. 98
Tijdschrift sorteren............................................................................................................... 101
Beeld BEWERKEN................................................................................................................ 103
Trimming / Maskeren......................................................................................................... 103
Spiegelbeeld / Negatief/positief-omkering......................................................................... 106
XY zoom ................................................................................................................................ 107
Kaftblad ................................................................................................................................. 109
Invoegvel ............................................................................................................................... 112
Tijdafdruk .............................................................................................................................. 115
Paginanummer...................................................................................................................... 116
Taakopbouw.......................................................................................................................... 118
Afdrukrichting....................................................................................................................... 121
Boek - kalender..................................................................................................................... 123
Automatisch documentinvoersysteem -> enkelvoudige invoer ...................................... 124
Volledige afdruk.................................................................................................................... 126
Afdrukherhaling.................................................................................................................... 127
Geen lege pagina.................................................................................................................. 129
WIS BUITENZIJDE ................................................................................................................ 131
Inhoud 5
Hoofdstuk 5BEELD AANPASSEN
Weergave Menu BEELD ....................................................................................................... 134
Gebruik van de beeldcorrectiefuncties .............................................................................. 135
Kleurbalans (YMCK-instelling)........................................................................................... 135
RGB-aanpassing ............................................................................................................... 137
Aanpassing d.m.v. één druk.............................................................................................. 138
Achtergrondaanpassing..................................................................................................... 139
Scherpte ............................................................................................................................ 140
Tweekleurenkopie ............................................................................................................. 141
Eenkleurenkopie................................................................................................................ 146
Tint .................................................................................................................................... 147
Verzadiging ....................................................................................................................... 148
Hoofdstuk 6TEMPLATES
Templates.............................................................................................................................. 150
Weergave templatemenu .................................................................................................. 150
Gebruik van “Praktische templates" .................................................................................. 151
Templates vastleggen .......................................................................................................... 153
Templates in de openbare templategroep vastleggen ...................................................... 153
Aanmaken van een nieuwe persoonlijke groep................................................................. 156
Templates in een persoonlijke groep vastleggen .............................................................. 157
Templates oproepen ............................................................................................................ 159
Gegevens wijzigen ............................................................................................................... 162
Gegevens van persoonlijke groep wijzigen ....................................................................... 162
Templategegevens wijzigen .............................................................................................. 163
Groepen of templates wissen.............................................................................................. 165
Persoonlijke groepen wissen............................................................................................. 165
Templates wissen.............................................................................................................. 167
Hoofdstuk 7TAAKSTATUS BEVESTIGEN
Bevestiging afdruktaakstatus ............................................................................................. 170
Taken in uitvoering of in de wachtrij bevestigen................................................................ 170
Taakgeschiedenis bevestigen ........................................................................................... 174
Papierladen bevestigen..................................................................................................... 175
Hoeveelheid resterende toner bevestigen......................................................................... 176
Hoofdstuk 8 OVERIGE INFORMATIE
Continue kopieersnelheid.................................................................................................... 178
Combinatiematrix kopieerfunctie........................................................................................ 181
Combinatiematrix 1/2......................................................................................................... 181
Combinatiematrix 2/2......................................................................................................... 182
Combinatiematrix beeldcorrectiefunctie............................................................................ 183
Combinatiematrix 1/2......................................................................................................... 183
Combinatiematrix 2/2......................................................................................................... 184
TREFWOORDENREGISTER ............................................................................................................................... 185
6 Inhoud
1.VÓÓR GEBRUIK VAN HET
MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet weten voordat u dit multifunctionele systeem gebruikt, zoals de samenstelling van het
standaardmenu voor de kopieerfuncties en de wijze waarop het kopieerpapier wordt geplaatst.
Basismenu voor de kopieerfuncties....................................................................................... 8
Kopieerpapier aanbrengen.................................................................................................... 11
Geschikt kopieerpapier.........................................................................................................................................11
Kopieerpapier in papierladen aanbrengen ...........................................................................................................12
Papierformaat vastleggen ....................................................................................................................................16
Instelling papiersoort ............................................................................................................................................17
Papier in het extra grote papierinvoermagazijn (optie) plaatsen ..........................................................................19
1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
8 Basismenu voor de kopieerfuncties
Basismenu voor de kopieerfuncties
Enkele seconden na het inschakelen van de stroomvoorziening verschijnt het standaardmenu voor de kopieerfuncties op
het aanraakpaneel.Het standaardmenu toont de volgende informatie:
1. Meldingsgebied voor berichten
Hier verschijnt een korte beschrijving van de functies of de huidige status van dit multifunctionele systeem in de vorm
van een melding.
2. Meldingsgebied copierstatus ( P.10)
Hier verschijnt het formaat, de papiersoort of het resterende aantal vellen in elke lade.
3. Indextabbladen (BASIS, BEWERKEN, BEELD) ( P.87, P.133)
Deze zijn voor het selecteren van de menu's "STANDAARD", "BEWERKEN" and "BEELD".
4. Meldingsgebied voor waarschuwingsmeldingen
Hier worden waarschuwingsmeldingen, bijv. meldingen dat de tonercartridges of de tonerafvalbak aan vervanging toe
zijn, weergegeven.
5. [APS] toets (automatische papierselectie) ( P.50)
Deze dient voor de overschakeling op automatische papierselectie.
6. [Zoom] toets ( P.57)
Deze dient voor de wijziging van de reproductiefactor van afdrukken.
7. [
2-ZIJDIG] toets ( P.77)
Deze dient voor het selecteren van enkelzijdig/dubbelzijdig kopiëren (bijv. 1 -> dubbelzijdig, 2 -> dubbelzijdig).
8. [FINISHING] toets ( P.65)
Deze dient voor het selecteren van een SORTER-stand.
Bij gebruik van de gebruikersbeheerfunctie en de afdelingsbeheerfunctie
Wanneer dit multifunctionele systeem wordt beheerd door middel van de gebruikersbeheerfunctie en de afdelingsbeheerfunctie,
verschijnt hier het voor elke gebruiker of afdeling beschikbare aantal afdrukken ca. 5 seconden na gebruikersverificatie.
Het weergegeven aantal beschikbare afdrukken is het kleinste aantal van of gebruiker ( ) of afdeling ( ).
y Het aantal beschikbare kleurenkopieën wordt niet weergegeven wanneer een gebruiker heeft ingelogd die geen
kleurkopieerrechten heeft.
y De weergave kan afhankelijk van de beheersstatus van het multifunctionele systeem afwijken.
y Raadpleeg voor bijzonderheden met betrekking tot de gebruikersbeheerfunctie of de afdelingsbeheerfunctie uw
systeembeheerder.
4
3
1
2
1920 18 17
14
15
16
13
12
9 115 876 10
1.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
Basismenu voor de kopieerfuncties 9
1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
9. [ORIGINAL MODE] toets ( P.55)
Deze dient voor het selecteren van een modus voor originelen.
10. Datum en tijd
11. [TAAKSTATUS] toets ( P.170)
Deze toets is voor het bevestigen van de verwerkingsstatus van kopieer-, fax-, scan- of afdruktaken, en ook voor het
bekijken van de geschiedenis van de resultaten ervan.
12. [PROEF COPY] toets ( P.34)
Deze dient voor het maken van een proefkopie ter controle van een afdruk voordat een groot aantal afdrukken wordt
gemaakt.
13. Toetsen voor de belichtingsaanpassing ( P.56 )
Deze dienen voor de aanpassing van het belichtingsniveau van afdrukken.
14. Toetsen voor kleurinstelling ( P.54)
Deze dienen voor het selecteren van kleurinstellingen.
15. Aantal kopiesets
16. Aantal resterende kopiesets
17. Helptoets
Deze toets is voor het weergeven van de uitleg bij elke functie of de toetsen op het aanraakpaneel.
18. [TEMPLATE] toets ( P.149)
Deze dient voor de sjabloonfunctie.
19. [INSTELLING] toets ( P.48)
Deze dient voor de controle van de momenteel ingestelde functies.
20. [OPSLAG] toets ( P.83)
Deze dient voor de opslagfunctie.
1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
10 Basismenu voor de kopieerfuncties
Meldingsgebied copierstatus
Het meldingsgebied voor de copierstatus geeft de volgende informatie:
1. Weergave kopieopvangbak ( P.36)
Deze toont de bak waarheen de afdrukken worden afgevoerd.
2. [UITVOERLADE] toets ( P.36)
Deze dient voor het selecteren van de kopieopvangbakken (uitvoer).
3. Papierladetoetsen ( P. 5 1 )
Deze hebben betrekking op het formaat, het resterende aantal vellen in elke lade en de ingestelde papiersoort voor de
papierlade. Wanneer u een bepaalde papierlade wilt gebruiken, drukt u op de betreffende toets.
De hoeveelheid papier die nog in elke lade zit, wordt als volgt weergegeven. Gebruik het als een globale indicatie
aangezien de detectie van het resterende papier kan afwijken afhankelijk van de papiersoort.
* 100 vel door TOSHIBA aanbevolen normaal papier(bij benadering)
4. [HAND INVOER] toets ( P.37)
Wanneer deze toets wordt ingedrukt terwijl papier in de handinvoerbak wordt geplaatst, wordt deze als het
papiermagazijn ingesteld.
5. Papiersoort in de handinvoerbak ( P.37)
Hier geeft een pictogram de papiersoort in de handinvoerbak aan.
Resterend papier Weergave
Meer dan 10 mm (0.40") (bij
benadering)
*
1 vel - minder dan 10 mm (0.40")
(bij benadering)
*
Papier op
2
1
3
5
4
1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
Kopieerpapier aanbrengen 11
Kopieerpapier aanbrengen
Geschikt kopieerpapier
Het volgende papier kan worden geplaatst en gebruikt voor het kopiëren.
De waarden zijn alleen van toepassing als door Toshibaaanbevolen papier wordt gebruikt. Voor het aanbevolen papier zie
de Snelstartgids.
y Plaats geen papier van verschillend formaat of van verschillende soort in dezelfde papierlade.
y Zorg ervoor dat de papierstapel niet hoger is dan de lijn op de geleidingen.
*1 Gebruik de handinvoerbak wanneer u een afdruk wilt maken op de achterzijde van gekopieerd DIKTE1, DIKTE2 of DIKTE3 papier.
*2 De bovenste kopieopvangbak van de finisher (MJ-1101, optie), bak 1 van de finisher voor rughechten (MJ-1030, optie), bak van de zwevende
finisher (MJ-1031, optie) en kopieopvangbak van het multifunctionele systeem zijn beschikbaar voor de papieruitvoer.
*3 Bij het dubbelzijdig kopiëren op DIKTE 4 kunnen strepen op de voorzijde van de afdrukken ontstaan. Deze strepen kunnen duidelijk aanwezig
zijn wanneer het gekopieerde beeld donker is of wanneer het belichtingsniveau van de gehele afdruk gelijkmatig is.
*4 Dubbelzijdig kopiëren is niet beschikbaar.
*5 Wilt u op de etiketten kopiëren, selecteer dan “DIKTE2” als papiersoort..
*6 Dubbelzijdig kopiëren is alleen beschikbaar wanneer watervast papier wordt gebruikt dat hiervoor geschikt is.
Toevoermaga
zijn
Papiersoort Maximale invoercapaciteit Formaat
Papierladen
incl. de
papierlademodu
ul
(optie)
*1
Normaal papier,
GERECYCLED
PAPIER
(64 - 105 g/m
2
)
(17 - 28 lb. Bond)
600 vel (64 g/m
2
) (17 lb.
Bond)
550 vel (80 g/m
2
) (20 lb.
Bond)
500 vel (81 - 105 g/m
2
) (21 -
28 lb. Bond)
A/B-formaat:
A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, FOLIO
LT-formaat:
LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP, 13"LG, 8.5"SQ
K-formaat:
8K, 16K, 16K-R
DIKTE 1
(- 163 g/m
2
)
(- 90 lb. Index)
300 vel
DIKTE 2
(- 209 g/m
2
)
(- 110 lb. Index)
250 vel
DIKTE 3
(- 256 g/m
2
)
(- 140 lb. Index )
200 vel
Extra groot
papierinvoerma
gazijn
(optioneel)
Normaal papier,
gerecycled papier
(64 - 105 g/m
2
)
(17 - 28 lb. Bond)
3000 vel (64 g/m
2
) (17 lb.
Bond)
2500 vel (80 g/m
2
) (20 lb.
Bond)
2000 vel (81 - 105 g/m
2
) (21 -
28 lb. Bond)
A4, LT
Handinvoerbak Normaal papier,
gerecycled papier
(64 - 105 g/m
2
)
(17 - 28 lb. Bond)
100 vel (64 - 80 g/m
2
) (17 - 20
lb. Bond)
80 vel (81 - 105 g/m
2
) (21 - 28
lb. Bond)
A/B-formaat:
A3, A4, A4-R, A5-R, A-6R, B4, B5, B5-R, FOLIO, 305 mm x
457 mm
*7, *11
, 320 mm x 450 mm
*8, *9, *11
, 320 mm x 460
mm
*8, *10, *11
LT-formaat:
LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP, 13"LG, 8.5"SQ, 12" x 18"
*7,
*11
K-formaat:
8K, 16K, 16K-R
Afwijkend formaat:
Lengte: 100 - 297 mm (3.9" - 11.7"),
Breedte: 148 - 432 mm (5.8" - 17")
DIKTE 1
(- 163 g/m
2
)
(- 90 lb. Index)
40 vel
DIKTE 2
(- 209 g/m
2
)
(- 110 lb. Index)
30 vel
DIKTE 3
(- 256 g/m
2
)
(- 140 lb. Index )
30 vel
DIKTE 4
*2, *3, *4
(- 280 g/m
2
)
(- 100 lb. Cover)
30 vel
*4
Etiketten
*4, *5 *4, *5
Watervast papier
*6
(- 230 g/m
2
)
30 vel
*6
Overhead sheets
30 vel
*4
A4, LT
1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
12 Kopieerpapier aanbrengen
*7 Wanneer een optioneel sorteermechanisme is geïnstalleerd, is de kopieopvangbak van het multifunctionele systeem niet beschikbaar voor
papieruitvoer. De bovenste kopieopvangbak van de finisher MJ-1101 en bak 1 van de finisher voor rughechten MJ-1030 zijn beschikbaar voor
papieruitvoer.
*8 Let op dat zwarte strepen op de rand van de afdrukken kunnen voorkomen.
*9 Als een optioneel sorteermechanisme is geïnstalleerd, dan zijn de bovenste kopieopvangbak van de finisher MJ-1101, bak 1 van de finisher
voor rughechten MJ-1030 en de kopieopvangbak van het multifunctionele systeem beschikbaar voor papieruitvoer.
*10 Als een optioneel sorteermechanisme is geïnstalleerd, dan is de kopieopvangbak van het multifunctionele systeem niet beschikbaar voor
papieruitvoer, maar de bovenste kopieopvangbak van de finisher MJ-1101 en bak 1 van de finisher voor rughechten MJ-1030 zijn wel
beschikbaar.
*11 Verwijder, wanneer er papier wordt uitgevoerd, vel voor vel uit de bak van de zwevende finisher MJ-1031 (optie), anders kan het uit de bak
vallen.
y “LT-formaat” is het standaardformaat alleen voor gebruik in Noord-Amerika.
y “K-formaat” is een Chinees standaardformaat.
y Afkortingen voor papierformaten: LT: Letter, LD: Ledger, LG: Legal, ST: Statement, COMP: Computer, SQ: Square
Ongeschikt kopieerpapier
Gebruik geen van de onderstaande papiersoorten. Dit kan een papierstoring veroorzaken.
y Vochtig papier
y Gevouwen papier
y Gekruld of gekreukt papier
y Papier met een extreem glad of ruw oppervlak
Gebruik geen van de onderstaande papiersoorten. Dit kan een defect in het multifunctionele systeem veroorzaken.
y Papier waarvan het oppervlak een speciale behandeling heeft ondergaan
y Papier dat al een keer is gebruikt in andere copiers of printers
Aanwijzingen voor de opslag van kopieerpapier
Zorg bij de opslag van kopieerpapier voor het volgende:
y Verpak het papier in de originele verpakking om het stofvrij te houden.
y Vermijd direct zonlicht.
y Bewaar het papier in een vochtvrije ruimte.
y Bewaar kopieerpapier op een vlakke ondergrond om te voorkomen dat het papier vouwt of buigt.
Kopieerpapier in papierladen aanbrengen
Volg de onderstaande werkwijze voor het aanbrengen van papier in een papierlade. Voor het geschikte kopieerpapier zie:
P.11 “Geschikt kopieerpapier”
1
Schakel de stroomvoorziening van het multifunctionele systeem in.
2
Trek een papierlade voorzichtig uit totdat deze niet
verder gaat.
1.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
Kopieerpapier aanbrengen 13
1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
3
Duw het onderste gedeelte van de eindgeleiding in
pijlrichting om deze te verwijderen en installeer deze
dan weer op de plaats van het gewenste
papierformaat.
Het papierformaat wordt aangegeven op de binnenzijde van de
ladebodem.
4
Druk op het met een pijl aangeduide deel
(rechterzijde) van de papiergeleiders om deze te
ontgrendelen.
5
Terwijl de groene hendel van de papiergeleider in
pijlrichting wordt vastgehouden, stelt u de
papiergeleider op het gewenste papierformaat in.
y Het papierformaat wordt aangegeven op de binnenzijde van de
ladebodem.
y Verstel de zijgeleiders met twee handen.
6
Leg het papier in de lade.
1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
14 Kopieerpapier aanbrengen
y Maxiaal 600 vellen (64 g/m
2
) (17 lb. Bond) kunnen in een papierlade worden geplaatst. Zorg ervoor dat
de papierstapel niet hoger is dan de lijn aan de binnenzijde van de papiergeleiders.
P.11 “Geschikt kopieerpapier”
y Waaier en schud het papier goed voordat u het in een papierlade plaatst omdat de vellen anders vóór
het invoeren mogelijk niet van elkaar worden gescheiden. Pas op dat u zich hierbij niet in uw vingers
snijdt.
y Plaats het papier met de kopieerzijde naar boven gekeerd. De kopieerzijde staat eventueel aangegeven
op de verpakking.
10
Duw de papierlade voorzichtig en recht in het multifunctionele systeem tot deze niet
verder kan.
Pas op dat uw vingers niet bekneld raken als de papierlade in het multifunctionele systeem wordt
geschoven.
Hierdoor kunt u letsel oplopen.
7
Stel de papiergeleiders in.
Zorg ervoor dat er een ruimte ("A" in de afbeelding rechts) van 0,5 mm
(1,0 mm of minder in totaal)
*1
overblijft tussen het papier en de
papiergeleider voor normaal papier. Indien de ruimte onvoldoende is,
kan het papier hierdoor vastlopen.
*1 Voor dik papier moet de ruimte 0,5 mm tot 1,0 mm zijn (1,0 mm tot 2,0 mm in
totaal).
8
Druk het met een pijl aangeduide gedeelte
(linkerzijde) in ter vergrendeling van de
papiergeleider.
9
Wijzig de papierformaatindicator zo nodig.
A
1.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
Kopieerpapier aanbrengen 15
1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
11
Onderstaand menu verschijnt. Als het papierformaat of de papiersoort afwijkt van het
tevoren in de papierlade gebruikte formaat, druk dan op [JA] op het aanraakscherm.
Als ze hetzelfde zijn, druk dan op [NEE].
y "Het kan zijn dat bovenstaand menu - afhankelijk van de instelling van het multifunctionele systeem - niet
verschijnt. Zie in dat geval de volgende pagina's om de instelling van het papierformaat en de papiersoort te
wijzigen:
P.16 “Papierformaat vastleggen”
P.17 “Instelling papiersoort”
y Raadpleeg voor de wijziging van de instelling voor de weergave van dit menu uw systeembeheerder.
Wanneer u op [NO] drukt, wordt de procedure beëindigd.
12
Selecteer het papierformaat en de papiersoort van het in de papierlade geplaatste
papier op het aanraakscherm.
1) Selecteer het papierformaat.
2) Selecteer de papiersoort indien nodig ( P.17).
3) Druk op [OK].
1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
16 Kopieerpapier aanbrengen
Papierformaat vastleggen
Wanneer u voor het eerst papier plaatst of het papier door een ander formaat vervangt, dient u het formaat in dit
multifunctionele systeem vast te leggen.
2
Druk op het tabblad [GEBRUIKER] op het aanraakpaneel om het instellingenmenu op te
roepen en druk vervolgens op [PAPIERLADE].
3
Selecteer het papierformaat op het aanraakpaneel.
1) Selecteer een papierlade waarin het papier is geplaatst.
2) Selecteer het papierformaat.
4
Druk op de [USER FUNCTIONS] of [COPY] toets op het bedieningspaneel.
Het menu keert terug naar het standaardmenu.
1
Druk op de [USER FUNCTIONS] toets op het
bedieningspaneel.
1.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
Kopieerpapier aanbrengen 17
1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
Instelling papiersoort
Wanneer u speciaal papier anders dan normaal papier of een soort dat niet voor normaal kopiëren wordt gebruikt plaatst,
dient u de dikte en het kenmerk op het multifunctionele systeem in te stellen.
y De dikte en het kenmerk kunnen tegelijkertijd worden ingesteld.
y Als "DIK 1, 2 of 3" of een ander kenmerk dan "GEEN" voor een papierlade is ingesteld, dan wordt het papier in
deze papierlade niet voor de APS-functie gebruikt.
y Als een ander kenmerk dan "GEEN" voor een papierlade is ingesteld, dan is de functie Automatische
omschakeling van papiermagazijn (toevoer van papier van hetzelfde formaat vanuit een andere papierlade, zelfs al
is de opgegeven papierlade van waaruit papier wordt toegevoerd leeg) voor het papier in deze papierlade
uitgeschakeld.
Zie de Handleiding voor MFP-beheer voor het instellen van Automatische omschakeling van papiermagazijn.
y De ingestelde papiersoort wordt met een pictogram aangegeven in het meldingsgebied voor de copierstatus.
P.10 “Meldingsgebied copierstatus”
De volgende papiersoorten zijn geschikt:
DIKTE
KENMERK
*1 Het verzenden en ontvangen van faxberichten is alleen beschikbaar als de fax-unit (optie) is geïnstalleerd.
*2 Wanneer lijsten worden afgedrukt, wordt de papierinstelling “FAX” gebruikt. Voor het afdrukken van lijsten zie de Handleiding voor MFP-
beheer.
Toets Omschrijving Pictogram
NORMAAL
Normaal papier: 64 - 105 g/m
2
(17 - 28 lb. Bond)
DIKTE 1 - 3 Dik papier
DIKTE 1: 106 - 163 g/m
2
(29 lb. Bond - 90 lb. Index)
DIKTE 2: 164 - 209 g/m
2
(91 lb. Index - 110 lb. Index)
DIKTE 3: 210 - 256 g/m
2
(111 lb. Index - 140 lb. Index)
, ,
GERECYCLE
D PAPIER
GERECYCLED PAPIER
Toets Omschrijving Pictogram
GEEN Geen kenmerk aangegeven
INVOEGEN Losse vellen gebruikt in de stand invoegen speciaal tussenlegvel
P.112 “Invoegvel”
Maximaal 2 soorten vellen (invoegvel 1en 2) kunnen worden ingesteld. Voor het
instellen van invoegvel 1 en 2, selecteer de papierlade voor invoegvel 1 en druk op
[INVOEGEN] en selecteer daarna een papierlade voor invoegvel 2 en druk op
[INVOEGEN].
,
KAFT- Losse vellen gebruikt in de stand buitenblad
P.109 “Kaftblad”
SPECIAAL Gekleurd papier of papier met watermerk etc.
FAX
*1, *2
Faxpapier
1
Druk op de toets [USER FUNCTIONS] op het
bedieningspaneel.
1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
18 Kopieerpapier aanbrengen
2
Druk op het tabblad [GEBRUIKER] op het aanraakpaneel om het instellingenmenu op te
roepen en druk vervolgens op [PAPIERLADE].
3
Druk op [PAPIERSOORT].
4
Selecteer de papiersoort.
1) Selecteer een papierlade waarin het papier is geplaatst.
2) Selecteer de papiersoort.
5
Druk op de [USER FUNCTIONS] of [COPY] toets op het bedieningspaneel.
Het menu keert terug naar het standaardmenu.
Ingestelde papiersoort annuleren
Druk op de papierlade-toets in het menu in stap 4 en druk vervolgens op de papiersoort waarvan de instelling moet
worden geannuleerd.
Als zowel INVOEGVEL 1 als INVOEGVEL 2 zijn ingesteld en u annuleert alleen de instelling van INVOEGVEL
1, dan wordt de instelling voor INVOEGVEL 2 automatisch de instelling voor INVOEGVEL 1.
1.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
Kopieerpapier aanbrengen 19
1 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
Papier in het extra grote papierinvoermagazijn (optie) plaatsen
y Het papier in de rechterbak wordt het eerst gebruikt. Als het op raakt, wordt het papier in de linkerbak
automatisch naar de rechterbak verplaatst en ingevoerd.
y Maximaal 3000 vellen (64 g/m
2
) (17 lb. Bond) kunnen in de 2 bakken worden geplaatst. De papierstapel
mag echter niet hoger zijn dan de lijn aan de binnenzijde van de papiergeleiders.
P.11 “Geschikt kopieerpapier”
y De kopieerzijde staat eventueel aangegeven op de verpakking.
y Pas op dat u zich niet in uw vingers snijdt bij het waaieren.
y Zorg er bij het plaatsen van het papier voor dat de middelste hendel niet geopend is (Zie het etiket in het
extra grote papierinvoermagazijn).
3
Duw de papierlade van het extra grote papierinvoermagazijn voorzichtig recht in het
multifunctionele systeem.
Wanneer de papierlade volledig is ingeschoven, wordt de rechterbak in de papierinvoerpositie omhooggezet.
Pas op dat uw vingers niet bekneld raken als de papierlade in het multifunctionele systeem wordt
geschoven.
Hierdoor kunt u letsel oplopen.
4
Wijzig de papiersoort indien nodig.
P.17 “Instelling papiersoort”
1
Trek de papierlade van het extra grote
papierinvoermagazijn voorzichtig uit tot deze niet
verder kan.
2
Plaats 2 stapels papier in de betreffende rechter- en
linkerbak.
Waaier en schud het papier goed voordat u het in de papierlade
plaatst. Plaats het papier met de kopieerzijde naar boven gekeerd.
Plaats een papierstapel in de rechterbak (aangeduid met "A" in de
afbeelding) met de zijkant tegen de rechterhoek van de bak en plaats
de andere papierstapel in de linkerbak (aangeduid met "B" in de
afbeelding) met de zijkant tegen de linkerhoek van de bak. Het papier
kan correct worden geplaatst door het in kleine stapeltjes te verdelen
en afwisselend in de twee bakken op te stapelen.
A
B
2.HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
In dit hoofdstuk worden de basiskopieerprocedures toegelicht.
Voorbereidende werkzaamheden ......................................................................................... 22
Opslag van kleurenkopieën..................................................................................................................................22
Functie ter voorkoming van vervalsing.................................................................................................................22
Originelen plaatsen................................................................................................................ 23
Aanvaardbare originelen ......................................................................................................................................23
Originelen op de glasplaat voor originelen ...........................................................................................................24
Boeken .................................................................................................................................................................25
Gebruik van het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (Automatisch
documentinvoersysteem, optie) ...........................................................................................................................26
Kopiëren.................................................................................................................................. 29
Basiskopieerprocedure.........................................................................................................................................29
Volgend origineel tijdens het kopiëren scannen ...................................................................................................32
Kopiëren onderbreken en andere afdrukken maken ............................................................................................33
Proefkopie ............................................................................................................................................................34
Uitvoerbak selecteren...........................................................................................................................................36
Kopiëren met handinvoer......................................................................................................37
Kopiëren met handinvoer .....................................................................................................................................37
Kopiëren met handinvoer op standaard papierformaat ........................................................................................38
Kopiëren met handinvoer op niet-standaard papierformaat .................................................................................43
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
22 Voorbereidende werkzaamheden
Voorbereidende werkzaamheden
Opslag van kleurenkopieën
Bij de opslag van kleurenkopieën dient op het volgende te worden gelet:
y Vermijd een plaats met blootstelling aan licht. De kleuren kunnen verbleken wanneer afdrukken langdurig aan licht
worden blootgesteld.
y Wanneer afdrukken langdurig tussen plastic vellen van chloorethyleen worden bewaard, kan de toner oplossen en aan
het plastic blijven plakken. Gebruik voor langdurige opslag hoezen van polyethyleen.
y Wanneer een kleurenkopie wordt gevouwen, kan de toner op het gevouwen gedeelte loslaten. Vouw kleurenkopieën
niet wanneer deze worden opgeslagen.
y Toner op afdrukken kan oplossen wanneer deze in contact komt met niet geheel droge oplosmiddelen of inkt. Houd
afdrukken uit de buurt ervan.
y Wanneer afdrukken in een omgeving met extreem hoge temperaturen zoals in de buurt van een warmingstoestel
worden bewaard, kan de toner oplossen. Bewaar deze bij kamertemperatuur en voorkom extreme
temperatuurschommelingen.
Functie ter voorkoming van vervalsing
Dit multifunctionele systeem is uitgerust met een functie ter voorkoming van vervalsing. Beheer dit multifunctionele
systeem met volledige controle op het kopiëren of scannen van verboden originelen met behulp van dit multifunctionele
systeem.
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Originelen plaatsen 23
Originelen plaatsen
Aanvaardbare originelen
Wanneer het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) wordt gebruikt, kunnen dubbelzijdige
originelen automatisch vel voor vel worden gescand. Wanneer de glasplaat voor originelen wordt gebruikt, kunnen
originelen zoals overhead sheets, calqueerpapier, boekjes of 3-D voorwerpen worden gescand die niet op het
automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting kunnen worden geplaatst, alsmede ook normaal papier.
y Automatische formaatbepaling werkt niet correct wanneer originelen van A/B-formaat worden gebruikt in
multifunctionele systemen voor Noord-Amerika. Deze functie werkt niet correct wanneer originelen van LT-formaat
worden gebruikt in multifunctionele systemen anders dan voor Noord-Amerika.
y Automatische formaatbepaling werkt niet correct wanneer papier van K-formaat wordt gebruikt voor het kopiëren
(K-formaat is een standaard papierformaat in China).
y Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit.
y Plaats originelen van ST-formaat of A5-formaat in liggende richting wanneer het automatische
documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) wordt gebruikt.
Maximum aantal vellen per scanopdracht
Er kunnen maximaal 1000 vellen per afdruktaak worden gescand of totdat het geïntegreerde geheugen vol is. Wanneer
het aantal gescande vellen de bovengenoemde grens heeft overschreden, stopt het multifunctionele systeem met
scannen en de onderstaande melding verschijnt.
Indien u de tot dusverre gescande data wilt afdrukken, druk op [JA]. Indien u deze wilt wissen, druk op [NEE].
Plaats Maximum formaat Papiergewicht
Geschikte formaten voor
automatische formaatbepaling*
Glasplaat voor originelen
Lengte: 297 mm
Breedte: 432 mm
Anders dan Noord-Amerika: A3,
A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R
Noord-Amerika: LD, LG, LT, LT-R,
ST-R
Automatisch
documentinvoersysteem
met omkeerinrichting
(optie)
Enkelzijdige originelen: 35 -
157 g/m
2
(9.3 - 41.8 lb.)
Dubbelzijdige originelen: 50 -
157 g/m
2
(13.3 - 41.8 lb.)
Anders dan Noord-Amerika: A3,
A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R,
FOLIO
Noord-Amerika: LD, LG, LT, LT-R,
ST-R, COMP
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
24 Originelen plaatsen
Originelen op de glasplaat voor originelen
De glasplaat voor originelen kan worden gebruikt voor originelen zoals overhead transparanten of calqueerpapier
alsmede normale papiervellen die niet op het automatische documentinvoersysteem (optie) kunnen worden geplaatst.
Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit.
Door het breken van de glasplaat kunt u letsel oplopen.
1
Til de afdekklep (optie) of het automatische documentinvoersysteem met
omkeerinrichting (optie) op.
Til het geheel 60° of meer op zodat het formaat van het origineel correct kan worden gedetecteerd.
3
Sluit de afdekklep (optie) of het automatische documentinvoersysteem met
omkeerinrichting (optie) voorzichtig.
2
Leg het origineel op de glasplaat met de te kopiëren
zijde naar beneden tegen de linkerbovenhoek aan.
Kopiëren van zeer transparante originelen
Bij het kopiëren van zeer transparante originelen zoals overhead
transparanten of calqueerpapier dient er een leeg vel met hetzelfde
formaat als het origineel of groter op te worden gelegd.
2.HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Originelen plaatsen 25
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Boeken
U kunt boeken op de glasplaat voor originelen plaatsen.
Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit.
Door het breken van de glasplaat kunt u letsel oplopen.
1
Til de afdekklep (optie) of het automatische documentinvoersysteem met
omkeerinrichting (optie) op.
3
Sluit de afdekklep (optie) of het automatische documentinvoersysteem met
omkeerinrichting (optie) voorzichtig.
y Sluit de afdekklep (optie) of het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) niet met
kracht wanneer het origineel erg dik is. Er ontstaat geen kopieerprobleem, zelfs niet wanneer de klep niet
volledig is gesloten.
y Kijk niet rechtstreeks op de glasplaat voor originelen omdat tijdens het kopiëren een fel licht naar buiten kan
komen.
2
Zoek de gewenste pagina in het origineel en leg deze
met de te kopiëren zijde naar beneden op de
glasplaat. Leg het origineel tegen de linkerbovenhoek
op de glasplaat.
Wanneer u dubbelzijdige afdrukken maakt in standen zoals boek met
dubbelzijdig kopiëren of kopiëren met twee paginascheidingsfunctie,
dient u het midden van het origineel tegen de gele lijn van de glasplaat
voor originelen te plaatsen.
P.80 “Dubbelzijdige afdrukken van een boek maken”
P.96 “Dubbele pagina”
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
26 Originelen plaatsen
Gebruik van het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting
(Automatisch documentinvoersysteem, optie)
Aanwijzingen
Gebruik geen originelen zoals onder punt 1 tot 8 aangegeven omdat dergelijke originelen papierfouten of beschadiging
van het multifunctionele systeem kunnen veroorzaken.
1. Bijzonder gekreukelde, gevouwen of omgekrulde originelen
2. Originelen met carbonpapier
3. Originelen met plakband, met opgeplakte teksten of geknipte originelen
4. Originelen met paperclips of nietjes
5. Originelen met gaten of scheuren
6. Vochtige originelen
7. Overhead sheets of calqueerpapier
8. Gecoat papier (gecoat met was etc.)
Gebruik originelen zoals aangegeven onder punt 9 en 10 met extra aandacht.
9. Originelen die niet met de vingers kunnen worden verschoven of originelen met speciaal behandeld oppervlak (de
vellen van dergelijke originelen mogen niet van elkaar worden gescheiden)
10. Gevouwen of gekrulde originelen (deze moeten voor gebruik worden gladgestreken)
Wanneer zwarte strepen verschijnen
Indien het scangebied of het geleidingsgebied vuil is, kunnen afdrukproblemen zoals zwarte strepen op de afdrukken
voorkomen. Het wekelijks reinigen van deze gebieden wordt aanbevolen. Voor reiniging zie de Snelstartgids.
132
5
6
78
4
9
10
2.HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Originelen plaatsen 27
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Continue invoer
De invoer is standaard op "continue invoer" ingesteld. Zodra u de originelen hebt ingesteld en daarna op de [START] toets
drukt, worden ze continu pagina voor pagina gescand. Dit is handig wanneer u meerdere originelen in één keer wil
kopiëren.
1
Leg alle originelen netjes tegen de aanleglijst.
Rangschik de originelen in de volgorde waarin u deze wilt kopiëren. Het bovenste origineel zal als eerste worden
gekopieerd.
Bij te veel in één keer te scannen originelen moet u deze in een aantal sets verdelen alvorens te gaan kopiëren. Plaats
de eerste set originelen en druk vervolgens op [VERVOLG] op het aanraakpaneel terwijl deze set wordt gescand.
Plaats na het scannen de volgende set originelen en druk op de [START] toets op het bedieningspaneel.
2
Plaats de originelen met de af te drukken zijde naar
boven en pas de papiergeleiders aan de lengte van
het origineel aan.
y Ongeacht het formaat zijn originelen geschikt tot 100 vellen (35
tot 80 g/m
2
of 16 mm in hoogte.
y Voor originelen met verschillende formaten zie:
P.52 “Originelen met verschillende formaten in één keer
kopiëren”
Voor lange originelen
Trek de opvang voor originelen naar buiten zodat de gescande
originelen niet vallen.
Na gebruik van de opvang originelen deze iets oplichten en erin
schuiven.
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
28 Originelen plaatsen
Enkelvoudige invoer
Als de invoer is ingesteld op "enkelvoudige invoer" wordt een origineel automatisch ingevoerd wanneer het op het
automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) wordt gelegd. Dit is handig wanneer u slechts 1 vel
wilt kopiëren.
P.124 “Automatisch documentinvoersysteem -> enkelvoudige invoer”
3
Ga bij een volgend origineel op dezelfde wijze te werk.
Het origineel wordt naar binnen getrokken ongeacht of op [JA] wordt gedrukt.
4
Nadat alle originelen naar binnen zijn getrokken, drukt u op [VOLTOOID].
Zelfs wanneer u niet op [VOLTOOID] drukt, start de kopieerfunctie als de huidige bewerking wordt geannuleerd
door middel van de automatische wis-functie.
P.49 “Alle gewijzigde instellingen annuleren”
1
Pas de papiergeleiders aan de lengte van het origineel
aan.
2
Plaats het origineel met de af te drukken zijde naar
boven en recht tegen de papiergeleiders.
Het origineel wordt automatisch naar binnen getrokken en vervolgens
wordt het menu van stap 3 op het aanraakpaneel weergegeven.
Laat het origineel los wanneer het naar binnen wordt getrokken.
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren 29
Kopiëren
Basiskopieerprocedure
Maak afdrukken zoals hieronder beschreven.
1
Zorg voor papier in de papierlade(n).
Voor de geschikte papiersoorten en -formaten alsmede het plaatsen ervan zie:
P.11 “Geschikt kopieerpapier”
P.12 “Kopieerpapier in papierladen aanbrengen”
P.19 “Papier in het extra grote papierinvoermagazijn (optie) plaatsen”
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
Voor de papiersoorten en -formaten alsmede het plaatsen ervan zie:
P.23 “Aanvaardbare originelen
P.26 “Gebruik van het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (Automatisch
documentinvoersysteem, optie)”
P.24 “Originelen op de glasplaat voor originelen”
P.25 “Boeken”
3
Toets het gewenste aantal afdrukken in wanneer u meer dan één afdruk wilt maken.
Druk op de [CLEAR] toets op het bedieningspaneel om het ingetoetste aantal te annuleren.
4
Selecteer de kopieerinstellingen naar behoefte.
P.47 “BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES”
P.87 “BEWERKEN-FUNCTIES”
P.133 “BEELD AANPASSEN”
OR
2
534
1
RADF
(
optie
)
Glasplaat voor
originelen
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
30 Kopiëren
5
Druk op de [START] toets op het bedieningspaneel.
Het kopiëren begint. De afdrukken worden uitgevoerd met de gekopieerde zijde naar beneden.
Wees voorzichtig omdat het papieruitvoerbereik en het papier zelf na het kopiëren heet zijn.
Het onderstaande menu kan verschijnen wanneer speciale programma's worden gebruikt.
Dit menu verschijnt als enkelvoudige invoer is ingesteld voor het documentinvoersysteem of bij functies waarbij het
origineel op de glasplaat wordt gelegd en de gescande gegevens tijdelijk in het geheugen worden opgeslagen,
zoals kopiëren en sorteren of enkelzijdig naar dubbelzijdig kopiëren. Ga als volgt te werk wanneer dit menu
verschijnt.
6
Leg het volgende origineel op de glasplaat en druk vervolgens op de [START] toets op
het bedieningspaneel.
Het scannen begint.
7
Druk op [VOLTOOID] op het aanraakpaneel nadat alle originelen zijn gescand.
Het kopiëren begint.
Wanneer de papierlade tijdens het kopiëren leeg raakt, kan vanuit een andere papierlade papier worden
ingevoerd als dat papier hetzelfde formaat en dezelfde richting heeft, zonder dat het kopiëren wordt
onderbroken. Wanneer geen dergelijk papier aanwezig is, wordt het kopiëren onderbroken en “Papier bijvullen”
verschijnt op het aanraakpaneel. In dit geval papier in de papierlade bijvullen.
2.HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren 31
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren stoppen en opnieuw starten
2
Druk op [Geheugen wissen] op het aanraakpaneel om het kopiëren te beëindigen. Druk
op de [START] toets op het bedieningspaneel om het kopiëren opnieuw te starten.
Wanneer u op [Geheugen wissen] drukt, worden de gescande gegevens gewist en een eventuele afdruktaak in de
wachtrij wordt uitgevoerd.
Zelfs wanneer u niet op [Geheugen wissen] drukt, worden de gescande gegevens gewist door middel van de
automatische wis-functie.
1
Druk op de [STOP] toets op het bedieningspaneel.
Het kopiëren of scannen wordt onderbroken.
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
32 Kopiëren
Volgend origineel tijdens het kopiëren scannen
Zelfs tijdens het uitvoeren van de kopieerfunctie of terwijl "BEDRIJFSKLAAR (OPWARMFASE)" op het display wordt
weergegeven, kan het volgende origineel worden gescand (automatische start). Er kunnen maximaal 10 taken in het
geheugen worden opgeslagen.
1
Plaats het origineel resp. de originelen.
2
Stel het aantal afdruksets en de kopieerinstellingen naar wens in.
De nieuwe taak wordt gestart overeenkomstig de tevoren geselecteerde kopieerinstellingen tenzij andere
instellingen worden gekozen.
3
Druk op de [START] toets op het bedieningspaneel.
y Maximaal 10 taken kunnen in het geheugen worden
opgeslagen. Wanneer de originelen voor de 11e taak worden
geplaatst en de [START] toets wordt ingedrukt, verschijnt
“Automatische start” op het aanraakscherm. De 11e scantaak
wordt gestart wanneer ruimte in de wachtrij hiervoor
beschikbaar komt als de voorgaande taken worden uitgevoerd.
y Maximaal 1000 vellen (originelen van A4-formaat en LT-
formaat) kunnen per kopieeropdracht worden gescand of totdat
het geïntegreerde geheugen vol is.
Automatische taken bevestigen
Taken in de wachtrij kunnen op het aanraakpaneel worden bevestigd of indien nodig worden geannuleerd. Voor meer
informatie zie:
P.170 “Bevestiging afdruktaakstatus”
Actieve scantaken annuleren
Druk op de [STOP] toets op het bedieningspaneel om een taak te annuleren
terwijl originelen worden gescand.
Wanneer u op [Geheugenopslag wissen] op het aanraakpaneel of de
[FUNCTION CLEAR] toets op het bedieningspaneel drukt terwijl het
scannen onderbroken is, wordt het scannen beëindigd. (In dit geval worden
de gegevens die zijn gescand voordat de taak wordt onderbroken,
gekopieerd.) Druk op de [START] toets om het scannen opnieuw te starten.
Druk op de [STOP] toets om de 11e automatische taak te annuleren.
2.HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren 33
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren onderbreken en andere afdrukken maken
U kunt de huidige afdruktaak onderbreken voor het maken van andere afdrukken (kopiëren met onderbreking). Wanneer
de onderbroken taak weer wordt gestart, hoeven de kopieerinstellingen niet opnieuw te worden geselecteerd omdat deze
in het geheugen van het multifunctionele systeem zijn opgeslagen.
y De volgende functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met "kopiëren met onderbreking":
kopiëren met buitenbladen, kopiëren met speciaal tussenlegvel, taakopbouw, opslaan via e-Filing, kopiëren en
opslaan
y Tijdens "kopiëren met onderbreking" kan de functie niet worden gewijzigd door het indrukken van de [e-FILING],
[SCAN], [PRINT] of [FAX] toets op het bedieningspaneel.
2
Vervang het origineel door een ander.
3
Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de
[START] toets op het bedieningspaneel.
4
Druk opnieuw op de [INTERRUPT] toets nadat de functie "kopiëren met onderbreking"
is beëindigd.
"Gereed om taak 1 af te maken" verschijnt en de onderbroken taak wordt hervat.
Zelfs wanneer u niet op de [INTERRUPT] toets drukt, wordt een onderbroken kopieertaak hervat als de huidige
status door middel van de automatische wis-functie na een bepaalde tijd wordt geannuleerd.
1
Druk op de[INTERRUPT] toets op het
bedieningspaneel.
"Taak onderbroken taak 1 opgeslagen" verschijnt en het lampje van de
[INTERRUPT] toets gaat branden.
Als het origineel wordt gescand, verschijnt de bovenstaande
melding na voltooiing van het scannen.
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
34 Kopiëren
Proefkopie
Wanneer u een groot aantal afdrukken gaat maken, kunt u controleren of deze precies aan uw wensen voldoen door eerst
één pagina te kopiëren (proefkopie). Dan kunt u de standen of instellingen wijzigen (bijv. het aantal kopiesets,
kopieopvangbak, paginanummer, tijdafdruk, sorteren/nieten, perforeren) na controle van de proefkopie.
Indien u instellingen wilt wijzigen zoals de reproductiefactor, de densiteit, de modus voor originelen of enkel/
dubbelzijdig kopiëren, moet u de proefkopie eerst voltooien. Wijzig deze instellingen en scan het origineel opnieuw.
1
Vul de papierlade(n) met papier.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Selecteer het aantal kopiesets en de kopieerinstellingen.
4
Druk op [PROEFKOPIE] op het aanraakpaneel.
"PROEFKOPIE is ingesteld Druk op START-toets om te kopiëren" verschijnt gedurende ca. 2 seconden.
Indien [NIET SORTEREN NIET NIETEN] of [GROEP] is geselecteerd als afwerkfunctie, wordt deze
automatisch in [SORTEREN] gewijzigd.
5
Druk op de [START] toets op het bedieningspaneel.
Het scannen begint. 1 set afdrukken wordt afgedrukt.
2.HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren 35
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
6
Wijzig het aantal kopiesets en kopieerinstellingen naar behoefte na controle van de
proefkopie.
Standen of instellingen zoals aantal kopiesets, de kopieopvangbak, paginanummer, tijdafdruk, sorteren/nieten en
perforeren kunnen worden gewijzigd.
Indien u instellingen wilt wijzigen zoals de reproductiefactor, de densiteit, de modus voor originelen of enkel/
dubbelzijdig kopiëren, moet u de proefkopie eerst voltooien. Wijzig deze instellingen en scan het origineel
opnieuw. Druk op [Geheugenopslag wissen] op het aanraakpaneel of op de [FUNCTION CLEAR] toets op het
bedieningspaneel om de proefkopie te voltooien.
7
Druk op de [START] toets op het bedieningspaneel.
Indien het aantal afdrukken in de bovenstaande stap 6 niet is gewijzigd, wordt één afdruk minder dan tevoren is
ingesteld afgedrukt omdat er al een als proefkopie is gemaakt. (Als het aantal afdrukken echter is ingesteld op 1,
wordt nog een set afdrukken afgezien van de proefkopie gemaakt.)
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
36 Kopiëren
Uitvoerbak selecteren
U kunt de uitvoerbak selecteren indien de finisher (optie) is geïnstalleerd.
y De beschikbare uitvoerbak kan onderhevig zijn aan beperkingen, afhankelijk van kopieerinstellingen en
papierformaten.
y "De uitvoerbakselectie is standaard op automatische selectie ingesteld.
De uitvoerbak wijzigen
De momenteel geselecteerde uitvoerbak wordt weergegeven in het meldingsgebied voor de status van het systeem. Druk
voor het wijzigen van de uitvoerbak op [UITVOERBAK]. De weergave verandert telkens wanneer u hierop drukt cyclisch,
van uitvoerbak van het multifunctionele systeem, die van de finisher (optie) tot automatische selectie.
Huidige uitvoerbak
Weergave autom. selectie
uitvoerbak
Toets [UITVOERLADE]
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren met handinvoer 37
Kopiëren met handinvoer
Kopiëren met handinvoer
Bij het maken van afdrukken op Overhead sheets, etiketten, papier met dikte 4 of niet-standaard formaat papier, leg
kopieerpapier in de handinvoerbak. Kopiëren met handinvoer is ook raadzaam voor het kopiëren op standaard
papierformaat dat niet in een van de papierladen aanwezig is.
Wanneer u het papierformaat selecteert, kunt u verschillende functies gebruiken zoals de automatische papierselectie
(APS) of de automatische zoomselectie (AMS). Voor meer informatie zie:
P.181 “Combinatiematrix kopieerfunctie”
De werkwijze voor het kopiëren met handinvoer verschilt afhankelijk van het te gebruiken papierformaat. Zie
onderstaande tabel voor de werkwijze bij elk formaat.
y Kopiëren met handinvoer wordt beëindigd als de handinvoerbak tijdens het kopiëren leeg raakt, zelfs wanneer
papier van hetzelfde formaat in een van de papierladen aanwezig is. Het kopiëren wordt hervat als de
handinvoerbak is bijgevuld.
y Als het kopiëren met handinvoer is beëindigd, knippert het lampje in de [FUNCTION CLEAR] toets op het
bedieningspaneel. Druk op deze toets om van de functie kopiëren met handinvoer over te schakelen op normaal
kopiëren met behulp van de papierladen.
(Zelfs wanneer u niet op de [FUNCTION CLEAR] toets drukt, wordt kopiëren met handinvoer overgeschakeld op
normaal kopiëren met behulp van de papierladen als de huidige status wordt geannuleerd door middel van de
automatische wis-functie nadat een bepaalde tijdsduur is verstreken.)
Open de handinvoerbak voor kopiëren met handinvoer.
Als het papier groot is, trek de papierhouder uit.
Papierformaat Werkwijze
Standaard-
formaat
Anders dan Noord-Amerika:
A3, A4, B4, B5
Noord-Amerika: LD, LT, LG,
ST-R
P.38 “Kopiëren op A3-, A4-, B4- en B5-formaat (op multifunctioneel systeem
anders dan voor Noord-Amerika) / LD-, LT-, LG- en ST-R-formaat (op
multifunctioneel systeem voor Noord-Amerika)”
Anders dan bovenstaande P.41 “Kopiëren op andere dan bovenstaande standaard papierformaten”
Overige (niet-standaardformaten) P.43 “Kopiëren met handinvoer op niet-standaard papierformaat”
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
38 Kopiëren met handinvoer
Kopiëren met handinvoer op standaard papierformaat
Kopiëren op A3-, A4-, B4- en B5-formaat (op multifunctioneel systeem
anders dan voor Noord-Amerika) / LD-, LT-, LG- en ST-R-formaat (op
multifunctioneel systeem voor Noord-Amerika)
1
Plaats het origineel resp. de originelen.
y De papierstapel mag niet hoger zijn dan de aanduiding op de papiergeleiders.
y Wanneer meer dan één vel wordt gebruikt, de vellen goed waaieren voordat deze in de handinvoerbak
worden gelegd. Pas op dat u zich hierbij niet in uw vingers snijdt.
y Duw het papier niet in de invoeropening van de handinvoer. Dit kan een papierstoring veroorzaken.
3
Druk op de toets van hetzelfde formaat als het papier dat in de handinvoerbak is
geplaatst.
Het papierformaat is nu ingesteld.
Als het papierformaat niet in deze stap wordt geselecteerd, kan het kopiëren worden vertraagd.
2
Leg papier met de kopieerzijde naar beneden in de
handinvoerbak Pas daarna de papiergeleiders aan de
lengte van het papier aan terwijl een tab wordt
vastgehouden.
Wanneer het papier is geplaatst, verschijnt het menu voor het kopiëren
met handinvoer.
2.HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren met handinvoer 39
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
4
Druk op [PAPIERSOORT] op het aanraakpaneel als de papiersoort in de handinvoerbak
anders is dan normaal papier.
5
Selecteer de papiersoort en druk vervolgens op [OK].
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
40 Kopiëren met handinvoer
y Indien u een verkeerde papiersoort selecteert, kunnen papierstoringen of aanzienlijke afdrukproblemen
ontstaan.
y Wanneer u een papiersoort selecteert, kunt u deze bevestigen door middel van pictogrammen zoals
weergegeven in het onderstaande meldingsgebied voor de copierstatus.
"ACHTERZIJDE"
Wanneer dubbelzijdige afdrukken op speciale papiersoorten zoals DIKTE 4 worden gemaakt waarbij automatisch
dubbelzijdig kopiëren niet mogelijk is, dient een papiersoort voor één zijde te worden geselecteerd en een afdruk te
worden gemaakt waarna "(ACHTERZIJDE)" van dezelfde papiersoort voor de andere zijde wordt gekozen.
Voorbeeld: Bij het maken van een dubbelzijdige afdruk op papier van DIKTE 4
y Automatisch dubbelzijdig kopiëren kan worden toegepast op normaal papier, gerecycled papier, DIKTE 1,
DIKTE 2, DIKTE 3, DIKTE 4 en SPECIAAL.
y "Dubbelzijdig kopiëren kan niet worden toegepast op overhead transparanten (OHP-folie).
6
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Bij het kopiëren van overhead sheets dienen de gekopieerde sheets één voor één te worden verwijderd nadat
deze in de kopieopvangbak zijn uitgevoerd. Indien de overhead sheets zich opstapelen, kunnen deze gaan
krullen en zijn dan niet meer geschikt voor gebruik.
Papiersoort Pictogram Papiersoort Pictogram
NORMAAL OVERHEAD SHEET
DIKTE 1
GERECYCLED PAPIER
DIKTE 1 (ACHTERZIJDE)
DIKTE 2 SPECIAAL 1
DIKTE 2 (ACHTERZIJDE) SPECIAAL 1 (ACHTERZIJDE)
DIKTE 3 SPECIAAL 2
DIKTE 3 (ACHTERZIJDE) SPECIAAL 2 (ACHTERZIJDE)
DIKTE 4
DIKTE 4 (ACHTERZIJDE)
1. Leg papier in de handinvoerbak.
2. Selecteer "DIKTE 4" voor de papiersoort en start het kopiëren.
3. Leg het in stap 2) gekopieerde papier weer in de handinvoerbak met de kopieerzijde naar boven
gekeerd.
4. Selecteer "DIKTE 4 (ACHTERZIJDE)" en start het kopiëren.
2.HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren met handinvoer 41
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren op andere dan bovenstaande standaard papierformaten
1
Plaats het origineel resp. de originelen en het papier zoals beschreven in stap 1 en 2 in
“Kopiëren op A3-, A4-, B4- en B5-formaat (op multifunctioneel systeem anders dan
voor Noord-Amerika) / LD-, LT-, LG- en ST-R-formaat (op multifunctioneel systeem voor
Noord-Amerika)” ( P.38)
2
Druk op [INSTELLING FORMAAT] op het aanraakpaneel.
3
Druk op de toets van hetzelfde formaat als het papier dat in de handinvoerbak is
geplaatst.
4
Druk op [ANDERS] onder KOPIËREN.
Het papierformaat is nu ingesteld.
Als het papierformaat niet in deze stap wordt geselecteerd, kan het kopiëren worden vertraagd.
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
42 Kopiëren met handinvoer
5
Druk op [PAPIERSOORT] als het papier in de handinvoerbak geen normaal papier is.
6
Druk op de toets van dezelfde papiersoort als van het papier in de handinvoerbak. Druk
daarna op [OK].
y Indien u een verkeerde papiersoort selecteert, kunnen papierstoringen of aanzienlijke afdrukproblemen
ontstaan.
y Wanneer u een papiersoort selecteert, kunt u deze bevestigen door middel van de pictogrammen zoals
weergegeven in het meldingsgebied voor de copierstatus. Voor meer informatie zie:
Tabel in stap 5 in “Kopiëren op A3-, A4-, B4- en B5-formaat (op multifunctioneel systeem anders dan voor
Noord-Amerika) / LD-, LT-, LG- en ST-R-formaat (op multifunctioneel systeem voor Noord-Amerika)”(
P. 3 8)
7
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
2.HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren met handinvoer 43
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren met handinvoer op niet-standaard papierformaat
1
Leg het origineel op de glasplaat.
y De papierstapel mag niet hoger zijn dan een aanduiding op de papiergeleiders.
y Wanneer meer dan één vel wordt gebruikt, de vellen goed waaieren voordat deze in de handinvoerbak
worden gelegd. Pas op dat u zich hierbij niet in uw vingers snijdt.
y Duw het papier niet in de invoeropening van de handinvoer. Dit kan een papierstoring veroorzaken.
3
Druk op [AANGP PAPIER] op het aanraakpaneel.
U kunt niet-standaard papierformaten gebruiken zoals aan de rechterzijde
weergegeven.
2
Leg papier met de kopieerzijde naar beneden in de
handinvoerbak Pas daarna de papiergeleiders aan de
lengte van het papier aan terwijl een tab wordt
vastgehouden.
Wanneer het papier is geplaatst, verschijnt het menu voor het kopiëren
met handinvoer.
100
-
297 mm
(
3.9"
-
11.7"
)
148
-
432 mm
(
5.8"
-
17"
)
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
44 Kopiëren met handinvoer
4
Toets de afmeting in.
1) Druk op [Lengte] en toets de waarde in (100 mm tot 297 mm).
2) Druk op [Breedte] en toets de waarde in (148 mm tot 432 mm).
3) Druk op [OK].
Om de eerder opgeslagen afmetingsgegevens op te vragen, druk op de betreffende toets [GEHEUGEN 1] tot
[GEHEUGEN 4] en druk vervolgens op [OK].
Voor het opslaan in het geheugen van afmetingsgegevens zie:
P.45 “Niet-standaardformaat in het geheugen opslaan”
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Lengte en breedte worden aangeduid zoals aan de rechterzijde
weergegeven:
Breedte
Lengte
2.HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren met handinvoer 45
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Niet-standaardformaat in het geheugen opslaan
1
Ga te werk zoals beschreven in stap 1 tot 3 in “Kopiëren met handinvoer op niet-
standaard papierformaat”( P.43).
2
Sla afmetingen in het geheugen op.
1) Selecteer een gewenst geheugennummer.
2) Druk op [Lengte] en toets de waarde in (100 mm tot 297 mm).
3) Druk op [Breedte] en toets de waarde in (148 mm tot 432 mm).
4) Druk op [OPSLAAN].
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste kopieerfuncties zoals wijziging van de reproductiefactor, instelling van de
sorteerstanden en uitvoering van dubbelzijdig kopiëren.
Vóór gebruik KOPIEERFUNCTIES........................................................................................ 48
Standaard instellingen ..........................................................................................................................................48
Ingestelde functies bevestigen .............................................................................................................................48
Ingestelde functies annuleren ..............................................................................................................................49
Beperkingen met betrekking tot combinaties van functies ...................................................................................49
Papierselectie ......................................................................................................................... 50
Automatische papierselectie (APS)......................................................................................................................50
Gewenste papier handmatig selecteren...............................................................................................................51
Originelen met verschillende formaten in één keer kopiëren ...............................................................................52
Selecteren van kleurinstellingen .......................................................................................... 54
INSTELLING Modus voor originelen .................................................................................... 55
Belichtingsaanpassing ..........................................................................................................56
Vergroten en verkleinen.........................................................................................................57
Automatische zoomselectie (AMS) ......................................................................................................................57
Zowel het origineelformaat als het kopieerpapierformaat afzonderlijk specificeren .............................................58
De reproductiefactor handmatig specificeren.......................................................................................................60
Foto-originelen met de optimale reproductiefactor voor kopieerpapierformaat kopiëren (FOTOZOOM).............62
Selecteren van Afwerkfunctie ............................................................................................... 65
Afwerkfuncties en als optie leverbare afwerkapparaten .......................................................................................65
Sorteren/Groep-stand...........................................................................................................................................67
Stand roteren en sorteren.....................................................................................................................................69
Stand nieten en sorteren ......................................................................................................................................70
Tijdschrift sorteren / RUGHECHTEN....................................................................................................................72
Perforatie-modus..................................................................................................................................................75
Handmatig nieten .................................................................................................................................................76
Dubbelzijdig kopiëren............................................................................................................77
Enkelzijdige afdruk maken ...................................................................................................................................78
Dubbelzijdige afdruk maken .................................................................................................................................79
Dubbelzijdige afdrukken van een boek maken.....................................................................................................80
Functie kopiëren & opslaan uitvoeren .................................................................................83
Instelling gedeelde map .......................................................................................................................................85
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
48 Vóór gebruik KOPIEERFUNCTIES
Vóór gebruik KOPIEERFUNCTIES
Standaard instellingen
Wanneer het multifunctionele systeem wordt ingeschakeld, zijn de "standaardinstellingen" van toepassing, d.w.z. de
instellingen zijn nog niet gewijzigd. Anderzijds wordt weer naar de standaardinstelling van het multifunctionele systeem
teruggekeerd als de energiebesparingsstand wordt geannuleerd of de [FUNCTION CLEAR] toets op het
bedieningspaneel wordt ingedrukt. De standaardinstellingen voor de belangrijkste kopieerfuncties bij de installatie worden
onderstaand weergegeven.
De standaardinstellingen kunnen worden gewijzigd. Voor meer informatie zie de Handleiding voor MFP-beheer.
Ingestelde functies bevestigen
Als u op [INSTELLING] drukt op het aanraakscherm, verschijnt onderstaand menu. In dit menu kunt u de momenteel
ingestelde functies bekijken.
Onderdeel Standaardinstelling
Reproductiefactor 100%
Aantal afdrukken 1
Papierselectie Automatische papierselectie (APS)
Enkelzijdig/dubbelzijdig Enkelzijdig origineel -> enkelzijdige afdruk
Belichtingsaanpassing Handmatige aanpassing
Kleurinstelling KLEUR
Modus voor originelen TEKST/FOTO
Afwerkfunctie Gebruik van de glasplaat voor originelen:
NIET SORTEREN NIET NIETEN
Gebruik van het automatische documentinvoersysteem met
omkeerinrichting (optie):
SORTEREN
Invoer bij gebruik van het automatische documentinvoersysteem
met omkeerinrichting (optie)
Continue invoer
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Vóór gebruik KOPIEERFUNCTIES 49
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Ingestelde functies annuleren
Wanneer u een van de instellingen van het BEWERKEN-menu wilt annuleren, drukt u op de toets van de gewenste
functie.
P.87 “BEWERKEN-FUNCTIES”
Wanneer u een van de instellingen van het BEELD-menu wilt annuleren, moet u de instelwaarde in het instellingenmenu
van de gewenste functie resetten. Wanneer u echter de instelling door één druk op de toets of de
eenkleurenkopieerfunctie wilt annuleren, drukt u op de betreffende toets.
P.133 “BEELD AANPASSEN”
Alle gewijzigde instellingen annuleren
Wanneer u op de FUNCTION CLEAR] toets op het bedieningspaneel drukt, worden alle functiewijzigingen geannuleerd.
Zelfs al drukt u niet op de [FUNCTIE WISSEN] toets, dan worden de wijzigingen toch geannuleerd als het multifunctionele
systeem 45 seconden niet in gebruik is geweest ( standaardinstelling). Voor het wijzigen van deze tijd zie Handleiding
voor MFP-beheer.
Beperkingen met betrekking tot combinaties van functies
Meerdere functies kunnen samen worden gebruikt. Een aantal functies kunnen echter niet samen met andere worden
gebruikt. Voor meer informatie zie:
P.181 “Combinatiematrix kopieerfunctie”
P.183 “Combinatiematrix beeldcorrectiefunctie”
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
50 Papierselectie
Papierselectie
Automatische papierselectie (APS)
Het multifunctionele systeem bepaalt het formaat van het origineel en selecteert automatisch hetzelfde formaat
kopieerpapier. Deze functie heet automatische papierselectie (APS).
y Voor de origineelformaten die kunnen worden bepaald zie:
P.23 “Aanvaardbare originelen
y Sommige origineelformaten kunnen niet met deze functie worden bepaald. Selecteer het gewenste formaat in dat
geval handmatig.
P.51 “Gewenste papier handmatig selecteren”
1
Vul de papierlade(n) met papier.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [APS] op het aanraakpaneel.
De papierselectiemodus is nu ingesteld op automatische papierselectie.
y De papierselectiemodus is standaard ingesteld op automatische papierselectie.
y Zelfs wanneer de richting van het in de geselecteerde papierlade geplaatste papier afwijkt van die van het
origineel, draait het multifunctionele systeem de data van het origineel 90° zodat afdrukken worden
gemaakt zolang de formaten hetzelfde zijn. (Dit is alleen van toepassing op A4-, B5- of LT-papier.)
Bijvoorbeeld wanneer een A4-origineel in staande richting wordt geplaatst en A4-R-papier in de papierlade
ligt, worden de data van het A4-origineel gedraaid en correct op A4-R-papier gekopieerd.
Volg de aanwijzingen op wanneer "Wijzig richting van origineel" of "WIJZIG PAPIERLADE TER CORRECTIE
VAN PAPIERFORMAAT" verschijnt.
4
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Papierselectie 51
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Gewenste papier handmatig selecteren
U dient het papier zelf te selecteren als de volgende originelen worden gekopieerd waarvan de formaten niet correct
kunnen worden bepaald:
y Zeer transparante originelen (bijv. overhead sheets, calqueerpapier)
y Geheel donkere originelen of originelen met donkere randen
y Originelen met niet-standaard formaat (bijv. kranten, tijdschriften)
Wanneer er in geen van de papierladen papier van het gewenste formaat zit, leg het dan in een papierlade of in de
handinvoerbak.
P.12 “Kopieerpapier in papierladen aanbrengen”
P.37 “Kopiëren met handinvoer”
1
Vul de papierlade(n) met papier.
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op de toets voor de papierlade met het gewenste papierformaat.
4
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
52 Papierselectie
Originelen met verschillende formaten in één keer kopiëren
U kunt een set originelen met verschillende formaten met behulp van het automatische documentinvoersysteem met
omkeerinrichting (optie) kopiëren.
De volgende origineelformaten kunnen worden gecombineerd:
Noord-Amerika: LD, LG, LT, LT-R, COMP
Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, A4-R, B4, B5, FOLIO
1
Vul de papierlade(n) met papier.
De handinvoerbak kan niet worden gebruikt. Gebruik papierladen.
2
Stel de papiergeleiders op het breedste origineel in en leg de originelen tegen de
zijgeleiding aan de voorzijde.
Wanneer originelen met verschillende breedtes worden gekopieerd, wordt het gekopieerde beeld van het
kleinste origineel mogelijk verdraaid omdat het niet tegen de papiergeleider aan de achterzijde ligt.
3
Druk op [ZOOM] op het aanraakpaneel.
Als originelen dezelfde breedte hebben
Als originelen niet dezelfde breedte hebben
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Papierselectie 53
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
4
Druk op [GEMENGDE ORIG. FORMATEN].
5
Druk op [AMS] om afdrukken te maken op papier van één formaat. Om afdrukken te
maken op papier van hetzelfde formaat als de originelen drukt u op [SLUITEN] zodat
het menu terugkeert naar het basismenu en druk vervolgens op [APS].
Als [AMS] wordt geselecteerd:
y Bij de automatische zoomselectie kunnen beelden niet worden vergroot van A4 (staande richting), B5
(staande richting) of LT (staande richting) naar A3 (liggende richting), B4 (liggende richting), LD (liggende
richting) of LG (liggende richting). Plaats A4-, B5- of LT-originelen in dit geval in liggende richting.
y Voordat u de automatische papierselectie gebruikt, dienen alle papierformaten overeenkomstig de
origineelformaten in de papierladen te zijn geplaatst.
6
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Indien de melding "Wijzig richting van origineel" tijdens het scannen verschijnt, verwijder het origineel dan uit
het automatische documentinvoersysteem (optie) en wijzig de richting ervan dienovereenkomstig.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
54 Selecteren van kleurinstellingen
Selecteren van kleurinstellingen
U kunt de kleurinstellingen selecteren. Er zijn 3 kleurinstellingen zoals hieronder weergegeven.
KLEUR: Alle originelen worden in kleur gekopieerd (standaard).
ZWART: Alle originelen worden zwart-wit gekopieerd.
AUTO KLEUR: Het multifunctionele systeem bepaalt automatisch elk type kleur op originelen. Gekleurde originelen
worden in kleur en zwart-wit originelen worden zwart-wit gekopieerd.
Kleurinstellingen selecteren
Druk op een van de toetsen [KLEUR], [ZWART] of [AUTO KLEUR] op het aanraakpaneel.
Indien u [AUTO KLEUR] selecteert, worden sommige originelen zoals in onderstaande gevallen mogelijk niet exact
gekopieerd zoals deze eruitzien. Selecteer [KLEUR] of [ZWART].
y Wanneer gekleurde originelen in zwart worden gekopieerd
Voorbeeld:
- Originelen waarvan het gekleurde gebied extreem klein is
- Originelen die geheel zwart zijn
- Originelen waarvan de kleuren licht zijn
y Wanneer zwarte originelen in kleur worden gekopieerd
Voorbeeld:
- Geelachtige originelen
- Originelen met een gekleurde achtergrond
De gevoeligheid voor de bepaling of het in de functie auto kleur gescande beeld gekleurd of zwart is, kan worden
gewijzigd. Voor meer informatie zie de Handleiding voor MFP-beheer.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
INSTELLING Modus voor originelen 55
INSTELLING Modus voor originelen
U kunt afdrukken met de optimale afdrukkwaliteit maken door de volgende modi voor uw origineel te selecteren. De
instelbare modus voor originelen verschilt afhankelijk van de kleurinstelling zoals weergegeven in de onderstaande tabel.
Selecteer eerst de kleurinstelling en daarna de modus voor originelen.
TEKST/FOTO is standaard ingesteld. De standaardinstelling kan bij elke kleurinstelling worden gewijzigd. Voor meer
informatie zie de Handleiding voor MFP-beheer.
1
Druk op [ORIGIN. MODE] op het aanraakpaneel.
2
Selecteer de modus voor originelen.
De selecteerbare modi voor originelen zijn afhankelijk van de actuele kleurinstellingen.
Voorbeeld: Wanneer de kleurinstelling is LANDKAART
Modus voor
originelen
Omschrijving
Kleurinstelling
KLEUR ZWART
AUTO
KLEUR
TEKST/FOTO Originelen met zowel tekst als foto's JA JA JA
TEKST Originelen met alleen tekst (of tekst en lijntekeningen) JA JA JA
AFBEELDING Originelen met foto's (bijv. magazine, brochure) JA JA
FOTO
Originelen met algemene foto's op fotopapier JA
Originelen met foto's JA
KAART Originelen met scherpe illustraties of tekst JA
BEELD
SMOOTHING
(EGALISATIE)
Originelen met tekst en foto's gemengd (vooral
originelen waarvoor hogere reproduceerbaarheid op
foto's wordt vereist)
—JA—
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
56 Belichtingsaanpassing
Belichtingsaanpassing
Het multifunctionele systeem bepaalt het belichtingsniveau van originelen en past het belichtingsniveau van het
gekopieerde beeld automatisch voor een optimaal resultaat aan. Ook kunt u het handmatig aan het gewenste niveau
aanpassen.
Automatisch instellen (automatische belichtingsaanpassing)
Druk op [AUTO] op het aanraakpaneel.
De standaardinstelling van de automatische belichtingsaanpassing is afhankelijk van de kleurinstellingen als volgt:
KLEUR of AUTO KLEUR: UIT
ZWART: AAN
Handmatig instellen
Druk op of voor het selecteren van het gewenste belichtingsniveau.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Vergroten en verkleinen 57
Vergroten en verkleinen
U kunt de reproductiefactor van gekopieerde beelden als volgt wijzigen:
Automatische zoomselectie (AMS):
Specificeer vooraf het formaat van het kopieerpapier dat wordt gebruikt. Het multifunctionele systeem bepaalt het
origineelformaat en selecteert automatisch de optimale reproductiefactor voor het formaat van het kopieerpapier.
Zowel origineelformaat als kopieerpapierformaat afzonderlijk specificeren:
Specificeer vooraf zowel het origineelformaat als het kopieerpapierformaat afzonderlijk. Overeenkomstig de
gespecificeerde formaten wordt de optimale reproductiefactor automatisch geselecteerd. Deze wordt gebruikt als de
automatische zoomselectie niet beschikbaar is, zoals bij het kopiëren van overhead sheets.
De reproductiefactor handmatig specificeren:
U kunt de gewenste reproductiefactor selecteren door het indrukken van [ZOOM] of door één druk op de zoom-toetsen op
het aanraakpaneel.
Foto-originelen met de optimale reproductiefactor voor kopieerpapierformaat kopiëren (FOTOZOOM)
U kunt foto-originelen kopiëren met de reproductiefactor die optimaal geschikt is voor het kopieerpapierformaat.
Het beschikbare bereik voor de reproductiefactor verschilt afhankelijk van de plaatsing van het origineel op de
glasplaat of op het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie).
Glasplaat voor originelen: 25 tot 400%
Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting: 25 tot 200%
Automatische zoomselectie (AMS)
Specificeer vooraf het kopieerpapierformaat zodat het multifunctionele systeem het origineelformaat bepaalt en
automatisch de optimale reproductiefactor voor het kopieerpapierformaat selecteert.
Deze functie is beschikbaar bij het volgende formaat van de originelen:
Noord-Amerika: LD, LG, LT, LT-R, ST-R en COMP (COMP is alleen beschikbaar als het automatische
documentinvoersysteem met omkeerinrichting wordt gebruikt.)
Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, FOLIO (FOLIO is alleen beschikbaar als het automatische
documentinvoersysteem met omkeerinrichting wordt gebruikt.)
Deze functie werkt niet goed bij de onderstaande originelen. Kies andere functies bij het kopiëren ervan.
y Zeer transparante originelen (bijv. overhead sheets, calqueerpapier)
y Geheel donkere originelen of originelen met donkere randen
y Originelen met niet-standaard formaat (bijv. kranten, tijdschriften)
1
Vul de papierlade(n) met papier.
2
Druk op [ZOOM] op het aanraakpaneel.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
58 Vergroten en verkleinen
3
Selecteer het gewenste papierformaat en druk vervolgens op [AMS].
y Indien u een ander papierformaat wilt selecteren dan hieronder aangegeven, moet u het formaat als
"ANDERS" vastleggen. Zodra u dit formaat heeft vastgelegd, wordt het telkens geactiveerd wanneer u op
[ANDER] op het aanraakpaneel drukt.
Noord-Amerika: LD, LG, LT, ST
Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, B4, B5
Voor de werkwijze bij het vastleggen zie:
P.59 “Papierformaten onder "ANDERS" formaat vastleggen”
y Papierformaten kunnen ook worden vastgelegd door het indrukken van de toets voor de gewenste
papierlade in het meldingsgebied voor de copierstatus in het standaardmenu.
4
Plaats het origineel resp. de originelen.
Als het origineel op de glasplaat wordt gelegd, wordt de reproductiefactor ingesteld. Als het origineel op het
automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) wordt geplaatst, wordt de reproductiefactor
ingesteld bij het scannen van het origineel.
Indien "Wijzig richting van origineel" verschijnt, wijzig deze dienovereenkomstig.
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Zowel het origineelformaat als het kopieerpapierformaat afzonderlijk
specificeren
1
Vul de papierlade(n) met papier.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Vergroten en verkleinen 59
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
3
Druk op [ZOOM] op het aanraakpaneel.
4
Selecteer de gewenste formaten voor origineel en kopieerpapier.
y Indien u een ander papierformaat wilt selecteren dan hieronder aangegeven, moet u het formaat als
"ANDERS" vastleggen. Zodra u dit formaat heeft vastgelegd, wordt het telkens geactiveerd wanneer u op
[ANDERS] op het aanraakpaneel drukt.
Noord-Amerika: LD, LG, LT, ST
Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, B4, B5
Voor de werkwijze bij het vastleggen zie:
P.59 “Papierformaten onder "ANDERS" formaat vastleggen”
y Papierformaten kunnen ook worden vastgelegd door het indrukken van de toets voor de gewenste
papierlade in het meldingsgebied voor de copierstatus in het standaardmenu.
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Papierformaten onder "ANDERS" formaat vastleggen
Indien u een formaat wilt selecteren anders dan onderstaand voor origineel en kopieerpapier aangegeven, moet u het
formaat op de volgende wijze als "ANDERS" formaat vastleggen. Zodra u dit formaat heeft vastgelegd, wordt het telkens
geactiveerd wanneer u op [ANDERS] op het aanraakpaneel drukt.
Noord-Amerika: LD, LG, LT, ST
Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, B4, B5
U kunt alleen standaard formaten onder [ANDERS] vastleggen en geen niet-standaard formaten.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
60 Vergroten en verkleinen
1
Druk op [INSTELLING FORMAAT] op het aanraakpaneel.
2
Selecteer het gewenste formaat.
Het geselecteerde formaat wordt als een "ANDERS" formaat vastgelegd.
De reproductiefactor handmatig specificeren
1
Vul de papierlade(n) met papier.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [ZOOM] op het aanraakpaneel.
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Vergroten en verkleinen 61
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
4
Druk op de onderstaand weergegeven toetsen voor het selecteren van de gewenste
reproductiefactor.
[ Omhoog] en [ Omlaag] toetsen
De reproductiefactor verandert telkens 1% wanneer een van de toetsen wordt ingedrukt. Wanneer een van
beide ingedrukt wordt gehouden, wordt de factor automatisch verhoogd resp. verlaagd.
Zoom-tiptoetsen
Kies de gewenste factor: [400%], [200%], [100%], [50%] of [25%].
Wanneer het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) wordt gebruikt, is de
maximaal beschikbare factor 200%.
5
Selecteer het gewenste formaat.
y Indien u een ander papierformaat wilt selecteren dan hieronder aangegeven, moet u het formaat als
"ANDERS" vastleggen. Zodra u dit formaat heeft vastgelegd, wordt het telkens geactiveerd wanneer u op
[ANDERS] op het aanraakpaneel drukt.
Noord-Amerika: LD, LG, LT, ST
Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, B4, B5
Voor de werkwijze bij het vastleggen zie:
P.59 “Papierformaten onder "ANDERS" formaat vastleggen”
y Papierformaten kunnen ook worden vastgelegd door het indrukken van de toets voor de gewenste
papierlade in het meldingsgebied voor de copierstatus in het standaardmenu.
6
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
62 Vergroten en verkleinen
Foto-originelen met de optimale reproductiefactor voor kopieerpapierformaat
kopiëren (FOTOZOOM)
1
Vul de papierlade(n) met papier.
2
Leg het origineel in liggende richting op de glasplaat.
3
Druk op [ZOOM] op het aanraakpaneel.
4
Druk op [FOTOZOOM].
5
Selecteer het origineelformaat.
Als het formaat van het origineel afwijkt van de onderstaand aangegeven formaten, toets de afmetingen van
het origineel handmatig in.
Noord-Amerika: 3" x 5", 4" x 6", 5" x 7" of 8" x 10"
Anders dan Noord-Amerika: 9 x 13 cm, 10 x 15 cm, 13 x 18 cm of 20 x 30 cm
P.63 “Andere formaten voor foto-originelen instellen”
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Vergroten en verkleinen 63
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
6
Selecteer het gewenste kopieerpapierformaat en druk vervolgens op [OK].
Indien u een formaat wilt selecteren anders dan onderstaand aangegeven, moet u het formaat als "ANDERS"
formaat vastleggen. Leg het in dit geval in liggende richting vast. Zodra u dit formaat heeft vastgelegd, wordt
het telkens geactiveerd wanneer u op [ANDER] op het aanraakpaneel drukt.
Noord-Amerika: LD, LG, LT, ST
Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, B4, B5
Voor de werkwijze bij het vastleggen zie:
P.59 “Papierformaten onder "ANDERS" formaat vastleggen”
7
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Als "NIET SORTEREN NIET NIETEN" wordt geselecteerd als sorteerstand, begint het scannen van het origineel.
Als een andere sorteerstand wordt geselecteerd, ga als volgt te werk.
8
Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op de [START] toets.
Het scannen van het volgende origineel begint.
Ook kunt u beginnen te scannen door op [JA] te drukken op het aanraakscherm en vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel. Bij meer dan één origineel dient deze stap te worden herhaald totdat het scannen van
alle originelen is voltooid.
9
Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, druk op [VOLTOOID] op het
aanraakpaneel.
Het kopiëren begint.
Andere formaten voor foto-originelen instellen
1
Druk op [GEBRUIKER] op het aanraakpaneel.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
64 Vergroten en verkleinen
2
Toets het formaat van het origineel in.
1) Druk op [X] op het aanraakpaneel en toets de breedte ervan in een bereik van 10 tot 434 mm in.
2) Druk op [Y] op het aanraakpaneel en toets de lengte ervan in een bereik van 10 tot 300 mm in.
3) Druk op [OK] op het aanraakpaneel.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Selecteren van Afwerkfunctie 65
Selecteren van Afwerkfunctie
Afwerkfuncties en als optie leverbare afwerkapparaten
Zie onderstaande tabel voor elke afwerkfunctie.
De beschikbare afwerkfuncties verschillen afhankelijk van de als optie geïnstalleerde afwerkapparaten (finisher en
perforatie-unit). De volgende afwerkapparaten zijn voor dit multifunctionele systeem beschikbaar:
Finisher
y Finisher MJ-1101
y Finisher voor rughechten MJ-1030
y Zwevende finisher MJ-1031
Perforatie-unit
y Perforatie-unit MJ-6101 (voor de finisher MJ-1101)
y Perforatie-unit MJ-6004 (voor de finisher voor rughechten MJ-1030)
Controleer de afwerkfuncties die bij elk afwerkapparaat worden geactiveerd.
Afwerkfunctie Omschrijving
Niet sorteren niet nieten Afdrukken worden zonder te sorteren of te nieten uitgevoerd.
Sorteren ( P.67) Afdrukken worden in dezelfde paginavolgorde als de originelen set voor set uitgevoerd.
Groep ( P.67) Afdrukken worden per pagina gegroepeerd uitgevoerd.
Roteren en sorteren ( P.69) Afdrukken worden set voor set afwisselend in een andere richting uitgevoerd.
Nieten en sorteren ( P.70) Afdrukken worden in de hoek ervan geniet uitgevoerd.
Tijdschrift sorteren ( P.72) Afdrukken worden in paginavolgorde voor boek uitgevoerd.
Rughechten ( P.72) Afdrukken worden in paginavolgorde voor boek, in het midden gevouwen en geniet
uitgevoerd.
Tijdschrift sorteren & rughechten
( P.72)
Tijdschrift sorteren en rughechten worden gecombineerd.
Perforatie ( P.75) Afdrukken worden aan de zijkant geperforeerd uitgevoerd.
Handmatig nieten ( P.76) Afdrukken worden handmatig geniet.
Apparaten
Afwerkfunctie
Sorteren/
groeperen
Roteren en
sorteren
Nieten en
sorteren
Tijdschrift
sorteren
Tijdschrift
sorteren &
rughechten
Rughechten Perforatie
Handmatig
nieten
MJ-1030 &
MJ-6004
JA JA JA JA JA JA JA
MJ-1030 JA JA JA JA JA JA
MJ-1031 JA JA JA JA
MJ-1101 &
MJ-6101
JA JA JA JA JA JA
MJ-1101 JA JA JA JA JA
Geen apparaat JA JA JA
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
66 Selecteren van Afwerkfunctie
Naam van elk onderdeel van de finisher (optie)
MJ-1101
1. Bovenste kopieopvangbak
2. Onderste kopieopvangbak
3. Secundaire bak
4. Deksel voorzijde
5. Perforatie-unit MJ-6101
6. Bedieningseenheid voor nieten
MJ-1030
1. Bak 1
2. Secundaire bak
3. Bak 2
4. Bak voor rughechten
5. Deksel voorzijde
6. Perforatie-unit MJ-6004
7. Deksel bovenzijde
MJ-1031
1. Bak
2. Secundaire bak
3. Deksel (nietjesmagazijn)
1
6
3
2
5
4
7
2
2
1
3
6
5
4
2
1
3
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Selecteren van Afwerkfunctie 67
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Sorteren/Groep-stand
Wanneer u meer dan één set afdrukken maakt, kunnen deze in dezelfde paginavolgorde als die van de originelen worden
uitgevoerd. Deze modus heet de sorter-stand. Afdrukken kunnen ook per pagina gegroepeerd worden uitgevoerd. Deze
modus heet de group-stand.
Sorter-stand
Groep-stand
Bij het gebruik van papier van groot formaat zoals A3, B4, LD en LG, trekt u vooraf de secundaire bak uit zodat het
kopieerpapier niet valt en netjes wordt gesorteerd.
1
Vul de papierlade(n) met papier.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
Wanneer u originelen op het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) plaatst,
verandert de weergave van de toets voor sorter-stand in "SORT".
3
Druk op [FINISHING] op het aanraakpaneel.
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
3
2
2
1
1
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
68 Selecteren van Afwerkfunctie
4
Druk op [SORTEREN] of [GROEP].
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Selecteren van Afwerkfunctie 69
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Stand roteren en sorteren
Wanneer u meer dan één set afdrukken maakt, kan elke set bovenop een andere set afwisselend in staande en liggende
richting worden uitgevoerd. Deze modus heet roteren en sorteren. Gebruik 2 papierladen en 2 stapels papier van
hetzelfde formaat. Leg één stapel papier in staande richting in de ene papierlade en de andere stapel in liggende richting
in de andere lade voordat met kopiëren wordt begonnen.
y A4-, B5- en LT-papier in de papierlade of de handinvoerbak kan worden gebruikt.
y De stand roteren en sorteren is niet beschikbaar als automatische papierselectie wordt geselecteerd.
1
Vul de papierlade(n) met papier.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [FINISHING] op het aanraakpaneel.
4
Druk op [ROTEREN EN SORTEREN].
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
70 Selecteren van Afwerkfunctie
Stand nieten en sorteren
Wanneer meer dan één set afdrukken wordt gemaakt, kan het gekopieerde papier automatisch set voor set geniet
worden. Deze modus heet nieten en sorteren. Wanneer de finisher MJ-1101 (optie) of de finisher voor rughechten MJ-
1030 (optie) wordt gebruikt, kunt u uit 3 verschillende posities voor de nietjes kiezen.
Voorbeeld: Wanneer [VOORZIJDE NIETEN] wordt geselecteerd
y Speciaal papier zoals overhead sheets of etiketten is niet van toepassing.
y Afdrukken van verschillende formaten kunnen niet worden geniet. (Als de lengte van de afdrukken hetzelfde is,
kunnen deze worden geniet.)
1
Vul de papierlade(n) met papier.
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [FINISHING] op het aanraakpaneel.
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Selecteren van Afwerkfunctie 71
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
4
Selecteer de gewenste positie van de nietjes: [VOOR NIETEN], [DUBBEL NIETEN] of
[NIETEN ACHTER].
Alleen [VOOR NIETEN] kan worden geselecteerd als de zwevende finisher MJ-1031 (optie) is geïnstalleerd.
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Wanneer het aantal vellen het maximale aantal mogelijke vellen voor nieten overschrijdt, schakelt het
multifunctionele systeem automatisch over op de SORTER-stand.
Maximaal aantal mogelijke vellen voor nieten
Het maximale aantal mogelijke vellen voor nieten is verschillend afhankelijk van het geïnstalleerde afwerkapparaat, het
papierformaat of het papiergewicht.
Finisher MJ-1101
Finisher voor rughechten MJ-1030 / zwevende finisher MJ-1031
y 2 Kaftbladen kunnen aan papier worden toegevoegd waarvan het gewicht 64 tot 256 g/m
2
is (17 lb. Bond tot 140
lb. Index). In dit geval is het aantal mogelijke vellen inclusief 2 kaftbladen.
y Voor het maximale aantal vellen dat in de bak kan worden geplaatst zie Snelstartgids.
Papierformaat
Papiergewicht
64 - 80 g/m
2
(17 - 20 lb. Bond)
81 - 90 g/m
2
(21 - 24 lb. Bond)
91 - 105 g/m
2
(25 - 28 lb. Bond)
A4, B5, LT 50 vel 30 vel 30 vel
A3, A4-R, B4, FOLIO, LD,
LG, LT-R, COMP
30 vel 15 vel 15 vel
Papierformaat
Papiergewicht
64 - 80 g/m
2
(17 - 20 lb. Bond)
81 - 90 g/m
2
(21 - 24 lb. Bond)
91 - 105 g/m
2
(25 - 28 lb. Bond)
A4, B5, LT 50 vel 26 vel 24 vel
A3, A4-R, B4, FOLIO, LD,
LG, LT-R, COMP
30 vel 15 vel 15 vel
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
72 Selecteren van Afwerkfunctie
Tijdschrift sorteren / RUGHECHTEN
U kunt meer dan één origineel kopiëren en de afdrukken tot een boekje samenvoegen. Deze modus heet Brochure
sorteren. U kunt het gekopieerde boekje laten vouwen en in het midden nieten. Deze modus heet rughechten.
Tijdschrift sorteren
Tijdschrift sorteren & rughechten
Rughechten
Eisen met betrekking tot rughechten
*1 Neem bij verschillende papiergewichten de waarde van het hoogste gewicht.
*2 1 Kaftblad (64 tot 256 g/m
2
(17 lb. Bond tot 140 lb. Index)) kan worden toegevoegd. In dit geval is het aantal vellen per set inclusief het
kaftblad.
De modus tijdschrift sorteren kan ook in het BEWERKEN-menu worden geselecteerd. Indien u deze in het BEWERKEN-
menu selecteert, kunt u de inbindruimte instellen. Voor meer informatie zie:
P.101 “Tijdschrift sorteren”
Papierformaat
Papiergewicht
*1
Maximaal aantal vellen
voor rughechten
*2
Maximaal aantal sets in bak voor
rughechten
A3, A4-R, B4,
LD, LT-R, LG
64 - 80 g/m
2
(17 - 20 lb. Bond)
15 vel
11 - 15 vel / 10 sets
6 - 10 vel / 20 sets
Minder dan 5 vel / 25 sets
81 - 105 g/m
2
(21 - 28 lb. Bond)
10 vel
6 - 10 vel / 15 sets (5 sets indien kaftbladen
worden toegevoegd)
Minder dan 5 vel / 25 sets (5 sets indien
kaftbladen worden toegevoegd)
Wanneer staande originelen zoals aan de rechterzijde weergegeven in
liggende richting in de modus tijdschrift sorteren of tijdschrift sorteren &
rughechten worden geplaatst, moet de functie afdrukrichting in het
BEWERKEN-menu worden geactiveerd. Anders worden de originelen
niet in de juiste paginavolgorde gekopieerd.
P.121 “Afdrukrichting”
112
94
76
12
3
2
1
76
12
3
2
1
58
310
112
76
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Selecteren van Afwerkfunctie 73
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
1
Plaats papier in de papierlade(n).
Speciaal papier zoals overhead sheets of etiketten is niet van toepassing.
2
Selecteer het gewenste papierformaat.
De volgende formaten zijn mogelijk:
MAGAZINE SORT:A3, A4-R, A5-R, B4, B5-R, LD, LT-R, LG, ST-R
Tijdschrift sorteren & rughechten, rughechten: A3, A4-R, B4, LD, LT-R, LG
4
Plaats het origineel resp. de originelen.
Plaats de originelen op het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) zoals afgebeeld op
de vorige pagina.
Plaats de originelen in de onderstaande volgorde op de glasplaat:
Tijdschrift sorteren, tijdschrift sorteren & rughechten: plaats de eerste pagina van het origineel als eerste.
Rughechten: bijvoorbeeld als het totale aantal pagina's 12 is, plaats pagina 1 en 12 tezamen en dan pagina 2
en 11, dan pagina 10 en 3, dan pagina 4 en 9, dan pagina 8 en 5, dan pagina 6 en 7.
5
Druk op [FINISHING] op het aanraakpaneel.
3
Voor het hechten van papier van groot formaat zoals
A3, B4, LD en LG moet u de opvang van de bak voor
rughechten optillen.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
74 Selecteren van Afwerkfunctie
6
Selecteer de gewenste modus: [BROCHURE], [BROCHURE & RUGHECHTEN] of
[RUGHECHTEN].
[BROCHURE & RUGHECHTEN] en [RUGHECHTEN] kunnen alleen worden geselecteerd als de finisher voor
rughechten (optie) is geïnstalleerd.
7
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Selecteren van Afwerkfunctie 75
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Perforatie-modus
Afdrukken kunnen worden geperforeerd als de perforatie-unit (optie) op de finisher is geïnstalleerd.
y Papierformaten A3, A4, A4-R, B4, B5, B5-R, FOLIO, LD, LG, LT, LT-R, ST-R en COMP alsmede papiergewichten
van 64 tot 256 g/m
2
(17 lb. Bond tot 140 lb. Index) zijn hiervoor geschikt.
y Speciaal papier zoals overhead sheets of etiketten is niet van toepassing.
1
Plaats papier in de papierlade(n).
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [FINISHING] op het aanraakpaneel.
4
Druk op [PERFOREREN].
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
76 Selecteren van Afwerkfunctie
Handmatig nieten
U kunt afdrukken handmatig nieten zonder kopieerfunctie. Dit is handig wanneer u vóór het kopiëren vergeten bent de
modus nieten en sorteren in te stellen of wanneer u originelen wilt nieten. (Alleen mogelijk met de finisher MJ-1101)
Maximaal aantal vellen voor handmatig nieten
Gebruik de toetsen op de bedieningseenheid voor nieten van de finisher (optie) voor handmatig nieten.
1
Druk op de niet-toets op de bedieningseenheid voor nieten.
De sluiteenheid van de papieruitvoer wordt geopend en het multifunctionele systeem schakelt over op handmatig
nieten.
2
Druk op de toets voor de positie van de nietjes (voorzijde of achterzijde).
4
Laat het papier los en druk vervolgens op de niet-toets.
Het nieten begint. Als de symbolen voor de positie van de nietjes beginnen te knipperen, is het nieten voltooid.
Verwijder daarna het geniete papier.
Houd uw handen uit de buurt van het papier wanneer er wordt geniet.
Handmatig nieten beëindigen
Verwijder het geniete papier uit de onderste kopieopvangbak en druk vervolgens op de niet-toets. De sluiteenheid
van de papieruitvoer wordt gesloten. Dit betekent dat het handmatige nieten is beëindigd. Wanneer de functie
gedurende ca. 15 seconden niet wordt geactiveerd, wordt het handmatige nieten automatisch beëindigd.
Papierformaat
Papiergewicht
64 - 80 g/m
2
(17 - 20 lb. Bond)
81 - 90 g/m
2
(21 - 24 lb. Bond)
91 - 105 g/m
2
(25 - 28 lb. Bond)
A4, B5, LT 50 vel 30 vel 30 vel
A3, A4-R, B4, FOLIO, LD,
LG, LT-R, COMP
30 vel 15 vel 15 vel
3
Plaats papier in de onderste kopieopvangbak van de
finisher (optie).
Waaier en schud het papier goed. Plaats het met de te kopiëren zijde
naar beneden.
Wanneer in de hoek aan de voorzijde wordt geniet, moet het papier
tegen de aanleglijst aan de voorzijde worden geplaatst. Wanneer aan
de achterzijde wordt geniet, moet het papier tegen de aanleglijst aan
de achterzijde worden geplaatst.
Het symbool voor het nieten gaat branden als het papier op de
juiste wijze is geplaatst. Als dit niet het geval is, dient het papier
goed te worden geplaatst.
Toets / LED voor
positie nietjes
Toets / LED
voor nieten
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Dubbelzijdig kopiëren 77
Dubbelzijdig kopiëren
U kunt een enkelzijdig origineel naar een dubbelzijdige afdruk kopiëren en omgekeerd of een dubbelzijdig origineel naar
een dubbelzijdige afdruk. Dit is handig wanneer u op de hoeveelheid papier wilt besparen of wanneer u een boek in de
juiste paginavolgorde wilt kopiëren.
Enkelzijdig origineel -> enkelzijdige afdruk ( P.78)
Dubbelzijdig origineel -> enkelzijdige afdruk ( P.78)
Enkelzijdig origineel -> dubbelzijdige afdruk ( P.79)
Dubbelzijdig origineel -> dubbelzijdige afdruk ( P.79)
Boek -> dubbelzijdige afdruk ( P.8 0 )
Gebruik normaal papier, gerecycled papier, DIKTE 1, DIKTE 2, DIKTE 3, DIKTE 4, speciaal papier 1 of speciaal papier
2 voor dubbelzijdig kopiëren.
-12- -15-
-13-
-13-
-12-
-13-
-15-
-13-
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
78 Dubbelzijdig kopiëren
Enkelzijdige afdruk maken
Bij het kopiëren van dubbelzijdige staande originelen die maar aan één zijde van het papier naar links/rechts zijn
geopend, moet de functie afdrukrichting in het BEWERKEN-menu worden gebruikt zodat alle afdrukken in juiste
richting worden uitgevoerd.
P.121 “Afdrukrichting”
1
Plaats papier in de papierlade(n).
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [2-ZIJDIG] op het aanraakpaneel.
4
Selecteer de gewenste modus.
[1->1 ENKELZIJDIG]: Enkelzijdig origineel naar enkelzijdige kopie
[2->1 DUBBELZ. NAAR 2 ENKELZ.]: Dubbelzijdig origineel naar enkelzijdige kopie
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Geen instelling“AFDRUKRICHTING” instellen
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Dubbelzijdig kopiëren 79
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Dubbelzijdige afdruk maken
Wanneer enkelzijdige staande originelen in liggende richting zijn geplaatst en op beide zijden van het papier worden
gekopieerd, zijn de afdrukken meestal in naar boven/beneden geopende richting. U kunt afdrukken maken in naar
links/rechts geopende richting met behulp van de functie afdrukrichting.
P.121 “Afdrukrichting”
1
Plaats papier in de papierlade(n).
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [2-ZIJDIG] op het aanraakpaneel.
4
Selecteer de gewenste modus.
[1 -> 2 Twee-zijdig]: Enkelzijdig origineel naar dubbelzijdige kopie
[2 -> 2 Twee-zijdig]: Dubbelzijdig origineel naar dubbelzijdige kopie
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Plaats het origineel op de glasplaat zoals beschreven in stap 6 en 7 in P.29 “Basiskopieerprocedure”.
Geen instelling“AFDRUKRICHTING” instellen
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
80 Dubbelzijdig kopiëren
Dubbelzijdige afdrukken van een boek maken
U kunt dubbelzijdige afdrukken maken van boeken of catalogi in de juiste paginavolgorde.
A4-, B5- en LT-formaat is mogelijk.
1
Plaats papier in de papierlade(n).
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Druk op [2-ZIJDIG] op het aanraakpaneel.
3
Druk op [BOEK -> 2] op het aanraakpaneel.
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Dubbelzijdig kopiëren 81
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
4
Selecteer de boekkopieerfunctie.
Voorbeeld: Wanneer pagina 2 t/m 6 van een boek geopend naar links moeten worden gekopieerd, selecteer
[LINKS -> LINKS].
5
Druk op de toets voor de papierlade met het gewenste papierformaat.
Alleen A4-, B5- en LT-formaat is mogelijk.
6
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen.
Als voor de afdruk een inbindruimte nodig is, selecteer de functie boekinbindruimte in het BEWERKEN-menu.
P.91 “Inbindruimte creëren”
7
Leg het origineel op de glasplaat.
Plaats het origineel met de onderzijde naar u toe gekeerd en leg het
midden ervan op de gele lijn onder de glasplaat.
23 67
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
82 Dubbelzijdig kopiëren
Plaats geen zware voorwerpen (4 kg (9 lb.) of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen
kracht op uit.
Door het breken van de glasplaat kunt u letsel oplopen.
8
Druk op de [START] toets op het bedieningspaneel. Leg de volgende op de glasplaat
voor originelen zodra de pagina's zijn gescand.
Herhaal deze stap totdat alle gewenste pagina's zijn gescand. Als de laatste pagina een enkele pagina is, druk op
[KOPIE LAATSTE PAG.] op het aanraakpaneel en druk vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel
om het scannen te starten. De gescande pagina's worden gekopieerd.
9
Als alle pagina's zijn gescand, druk op [VOLTOOID].
De gescande pagina's worden gekopieerd.
Zelfs wanneer u niet op [VOLTOOID] drukt, wordt het kopiëren door middel van de automatische wis-functie.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Functie kopiëren & opslaan uitvoeren 83
Functie kopiëren & opslaan uitvoeren
Met de functie kopiëren & opslaan kunt u de gekopieerde gegevens in de gedeelde map van de harde schijf van het
multifunctionele systeem of de betreffende pc in een netwerk opslaan. De gegevens kunnen als PDF-, TIFF- of XPS-
bestand worden opgeslagen.
y De gegevens worden als zwarte afbeeldingen opgeslagen (resolutie: alleen 600 dpi). De door middel van deze
functie opgeslagen gegevens zijn geschikt om af te drukken, maar niet om als afbeelding in uw pc te importeren.
Voor een optimale afdrukkwaliteit voor het importeren is het raadzaam voor het opslaan van de gegevens de
functie scannen naar bestand van dit multifunctionele systeem te gebruiken.
y De netwerkbeheerder dient vooraf instellingen voor de functie kopiëren & opslaan te realiseren. Voor meer
informatie zie de Handleiding voor TopAccess.
y Het is raadzaam een reservekopie van de opgeslagen gegevens in de gedeelde map op te slaan.
U kunt gegevens opslaan in een e-Filing-box door middel van de e-Filing-functie. Voor meer informatie zie de
Handleiding voor elektronische archivering.
1
Plaats het origineel resp. de originelen.
2
Druk op [OPSLAG] op het aanraakpaneel.
3
Druk op [OPSLAAN ALS BESTAND] op het aanraakpaneel.
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
84 Functie kopiëren & opslaan uitvoeren
4
Druk zo nodig op de toets voor de invoer van informatie met betrekking tot de
gegevens die moeten worden opgeslagen. Druk daarna op [OK].
DOC.NAAM: Druk hierop voor de weergave van het bedieningspaneel op het scherm. Toets daarna de doc.naam
met maximaal 45 letters in.
MFP LOKAAL: Druk hierop om de gegevens in de gedeelde map van het multifunctionele systeem op te slaan.
EXTERN 1, EXTERN 2: Druk op een van de twee om de gegevens op te slaan in de gedeelde map van een pc die
via een netwerk met het multifunctionele systeem is verbonden.
y U kunt er maximaal 2 selecteren uit [MFP LOKAAL], [EXTERN 1] en [EXTERN1 2]. U kunt het
geselecteerde item annuleren door opnieuw op dezelfde toets te drukken.
y Als een gebruiker die gemachtigd is de instelling van [EXTERN 1] en [EXTERN 2] te wijzigen een van de
toetsen heeft ingedrukt, verschijnt het menu voor het opgeven van een index. In dit geval zie voor het
opgeven van de index:
P.85 “Instelling gedeelde map”
PDF / TIFF / XPS: Dit zijn de bestandsformaten waarin de gegevens worden opgeslagen. Selecteer een daarvan.
MEERVOUDIG / ENKELVOUDIG: Deze dienen om aan te geven of de gegevens in een bestand van een of meer
pagina's worden opgeslagen. Wanneer “MEERVOUDIG” wordt geselecteerd, worden alle gescande gegevens
als één bestand opgeslagen. Wanneer “ENKELVOUDIG” wordt geselecteerd, wordt een map aangemaakt en
elke pagina van de gescande gegevens wordt als afzonderlijk bestand in de map opgeslagen.
5
Druk op de [START] toets op het bedieningspaneel.
Wanneer het origineel op het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) wordt geplaatst,
start het kopiëren en opslaan gelijktijdig.
Wanneer het origineel op de glasplaat wordt gelegd, dient als volgt te werk te worden gegaan.
6
Leg het volgende origineel op de glasplaat en druk vervolgens op de [START] toets op
het bedieningspaneel.
Herhaal deze stap totdat het scannen van alle originelen is voltooid.
7
Als alle originelen zijn gescand, drukt u op [GEREED] op het aanraakpaneel.
Het kopiëren en opslaan begint.
3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Functie kopiëren & opslaan uitvoeren 85
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Instelling gedeelde map
Wanneer een gebruiker die gemachtigd is een gedeelde map te wijzigen op [EXTERN 1] of [EXTERN 2] heeft gedrukt,
verschijnt het menu voor het opgeven van een index.
De instellingsitems verschillen afhankelijk van het te gebruiken bestandsoverdrachtsprotocol. FTP, SMB, NetWare IPX/
SPX en NetWare TCP/IP kunnen als bestandsoverdrachtsprotocol worden geselecteerd.
FTP
Door het indrukken van een van de onderstaande toetsen verschijnt het bedieningspaneel op het scherm. Voer in met de
toetsen op het aanraakpaneel of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Na beëindiging van de invoer druk op
[OK].
SERVERNAAM: Druk hierop voor de invoer van het IP-adres van de FTP-server. Bijvoorbeeld bij de overdracht van de
gegevens naar een FTP-map ftp://10.10.70.101/user01/scan/ toets in: “10.10.70.101”.
NETWERKPAD: Druk hierop voor de invoer van een netwerkpad voor een FTP-map waarin de gegevens moeten worden
opgeslagen. Bijvoorbeeld bij de overdracht van de gegevens naar een FTP-map ftp://10.10.70.101/user01/scan/ voer
in “user01\scan”.
INLOGGEN MET GEBRUIKERSNAAM: Druk hierop voor de invoer van de gebruikersnaam voor het inloggen op de FTP-
server. Voer zoals vereist in.
WACHTWOORD: Druk hierop voor de invoer van een wachtwoord voor het inloggen op de FTP-server. Voer zoals vereist
in.
COMMANDOPOORT: Druk hierop voor de invoer van een commandopoortnummer voor de uitvoering van commando's.
Normaal gesproken wordt in dit veld “-” ingevoerd en dat wil zeggen dat een door de beheerder ingesteld
poortnummer wordt gebruikt. Wijzig dit alleen indien u een ander poortnummer wilt gebruiken.
SMB
Door het indrukken van een van de onderstaande toetsen verschijnt het bedieningspaneel op het scherm. Voer in met de
toetsen op het aanraakpaneel of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Na beëindiging van de invoer druk op
[OK].
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
86 Functie kopiëren & opslaan uitvoeren
NETWERKPAD: Druk hierop voor de invoer van een netwerkpad voor de map waarin de gegevens moeten worden
opgeslagen.
INLOGGEN MET GEBRUIKERSNAAM: Druk hierop voor de invoer van een gebruikersnaam voor de toegang tot de
netwerkmap. Voer zoals vereist in.
WACHTWOORD: Druk hierop voor de invoer van een wachtwoord voor de toegang tot de netwerkmap. Voer zoals vereist
in.
Indien u [SMB] heeft geselecteerd, zijn de instellingen voor [SERVERNAAM] en [COMMANDOPOORT] niet nodig.
NetWare IPX/SPX / NetWare TCP/IP
Door het indrukken van een van de onderstaande toetsen verschijnt het bedieningspaneel op het scherm. Voer in met de
toetsen op het aanraakpaneel of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Na beëindiging van de invoer druk op
[OK].
SERVERNAAM: Wanneer u [NetWare IPX] heeft geselecteerd, voer de servernaam van NetWare-server of Tree/Context
(indien NDS bruikbaar is) in. Wanneer u [NetWare IP] heeft geselecteerd, voer het IP-adres van NetWare-server in.
NETWERKPAD: Druk hierop voor de invoer van een netwerkpad voor een NetWare-servermap waarin de gegevens
moeten worden opgeslagen. Bijvoorbeeld bij de overdracht van de gegevens naar een map “sys\scan” van NetWare-
server voer in “\sys\scan”.
INLOGGEN MET GEBRUIKERSNAAM: Druk hierop voor de invoer van een gebruikersnaam voor het inloggen op de
NetWare-server. Voer zoals vereist in.
WACHTWOORD: Druk hierop voor de invoer van een wachtwoord voor het inloggen op de NetWare-server. Voer zoals
vereist in.
4.BEWERKEN-FUNCTIES
Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van de verschillende kopieerfuncties in het BEWERKEN-menu.
Weergave BEWERKEN-menu................................................................................................ 88
VERPL. BEELD ....................................................................................................................... 89
Creëren van marge boven/onder of marge rechts/links .......................................................................................89
Inbindruimte creëren ............................................................................................................................................91
WIS RAND ............................................................................................................................... 93
Midden van boek wissen ....................................................................................................... 94
Dubbele pagina....................................................................................................................... 96
2IN1/4IN1 .................................................................................................................................98
Tijdschrift sorteren............................................................................................................... 101
Beeld BEWERKEN................................................................................................................ 103
Trimming / Maskeren..........................................................................................................................................103
Spiegelbeeld / Negatief/positief-omkering ..........................................................................................................106
XY zoom ................................................................................................................................ 107
Kaftblad ................................................................................................................................. 109
Invoegvel............................................................................................................................... 112
Tijdafdruk.............................................................................................................................. 115
Paginanummer ..................................................................................................................... 116
Taakopbouw.......................................................................................................................... 118
Afdrukrichting....................................................................................................................... 121
Boek - kalender..................................................................................................................... 123
Automatisch documentinvoersysteem -> enkelvoudige invoer ...................................... 124
Volledige afdruk.................................................................................................................... 126
Afdrukherhaling.................................................................................................................... 127
Geen lege pagina.................................................................................................................. 129
WIS BUITENZIJDE................................................................................................................131
4 BEWERKEN-FUNCTIES
88 Weergave BEWERKEN-menu
Weergave BEWERKEN-menu
U kunt het BEWERKEN-menu oproepen door het indrukken van het tabblad [EDIT] op het aanraakpaneel wanneer u de
verschillende editing-functies wilt gebruiken.
Het BEWERKEN-menu omvat 2 pagina's. Om tussen de pagina's te schakelen druk op of .
4 BEWERKEN-FUNCTIES
VERPL. BEELD 89
VERPL. BEELD
U kunt een inbindruimte creëren door een beeld naar de rechter-, linker-, boven- of onderzijde van het kopieerpapier te
verschuiven. Deze functie heet “beeld schuiven”. Dit is handig wanneer u een stapel papier na het kopiëren wilt perforeren
of nieten. Met deze functie kunt u eenvoudig een inbindruimte creëren wanneer u een boek op beide zijden van het papier
kopieert.
U kunt een inbindruimte overeenkomstig de onderstaande combinaties als volgt creëren:
y Marge boven/onder en marge links/rechts
y Marge boven/onder en inbindruimte
Creëren van marge boven/onder of marge rechts/links
1
Vul de papierlade(n) met papier.
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [BEELD VERPL.] in het BEWERKEN-menu.
4
Selecteer het type inbindruimte.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
90 VERPL. BEELD
5
Stel de breedte van de inbindruimte in.
1) Druk op [MARGE VOORZIJDE] en stel de breedte van de inbindruimte aan de voorzijde in met behulp van
[ 2 mm] en [ 100 mm].
2) Druk op [MARGE ACHTERZ.] en stel de breedte van de inbindruimte aan de achterzijde in met behulp van
[ 2 mm] en [ 100 mm].
3) Druk op [OK].
Let op dat bij dubbelzijdig kopiëren een inbindruimte rechts/links aan de tegenoverliggende zijde op de
achterzijde van het papier wordt gecreëerd . (Bijvoorbeeld wanneer een inbindruimte aan de rechterkant op de
voorzijde van het papier wordt gecreëerd, gebeurt dit aan de linkerkant op de achterzijde.)
6
Druk op [OK].
7
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
4.BEWERKEN-FUNCTIES
VERPL. BEELD 91
4 BEWERKEN-FUNCTIES
Inbindruimte creëren
U kunt eenvoudig een inbindruimte creëren bij het kopiëren van een boek op beide zijden van het papier.
P.80 “Dubbelzijdige afdrukken van een boek maken”
1
Druk op [BEELD VERPL.] in het BEWERKEN-menu.
2
Druk op [BOEK].
3
Stel de breedte van de inbindruimte in.
1) Druk op [ 2 mm] of [ 30 mm].
2) Druk op [OK].
4 BEWERKEN-FUNCTIES
92 VERPL. BEELD
4
Druk op [OK].
Selecteer ook “Boek -> dubbelzijdige afdruk".
P.80 “Dubbelzijdige afdrukken van een boek maken”
4 BEWERKEN-FUNCTIES
WIS RAND 93
WIS RAND
U kunt de rand van een gekopieerd beeld wit maken wanneer een schaduwachtig donker gedeelte erop verschijnt. Deze
functie heet “rand wissen”. Dit is handig wanneer u het gekopieerde beeld netjes en schoon wilt maken als de rand van
het origineel vuil of gescheurd is.
Alleen originelen met standaardformaat zijn te gebruiken.
1
Vul de papierlade(n) met papier.
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [BLANKE RAND] in het BEWERKEN-menu.
4
Stel de breedte van het te wissen gedeelte in.
1) Druk op [ 2 mm] of [ 50 mm].
2) Druk op [OK].
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
94 Midden van boek wissen
Midden van boek wissen
U kunt het midden van het gekopieerde beeld wit maken wanneer een schaduwachtig gedeelte erop verschijnt. Deze
functie heet “midden van boek wissen”. Dit is handig bij het kopiëren van boeken.
1
Vul de papierlade(n) met papier.
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Selecteer de papierlade voor het gewenste papierformaat.
3
Druk op [BOEK MIDD. BLANK] in het BEWERKEN-menu.
Boekmidden wissen instellen
Geen instelling
4.BEWERKEN-FUNCTIES
Midden van boek wissen 95
4 BEWERKEN-FUNCTIES
4
Stel de breedte van het te wissen gedeelte in.
1) Druk op [ 2 mm] of [ 50 mm].
2) Druk op [OK].
Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen
kracht op uit.
Door het breken van de glasplaat kunt u letsel oplopen.
6
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
5
Leg het origineel op de glasplaat.
Plaats het origineel met de onderzijde naar u toe gekeerd en leg het
midden ervan op de gele lijn onder de glasplaat.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
96 Dubbele pagina
Dubbele pagina
U kunt de 2 tegenoverliggende pagina's van een boek of 2 originelen naast elkaar op 2 aparte vellen of op beide zijden
van 1 vel papier kopiëren. Deze functie heet “dubbele pagina”. U hoeft het origineel op de glasplaat niet te verschuiven.
Alleen A4-, B5- en LT-formaat is mogelijk.
1
Vul de papierlade(n) met papier.
2
Druk op [TWEE PAG.] in het BEWERKEN-menu.
3
Druk op [1-ZIJDE] of [2-ZIJDE].
1-ZIJDIG: De 2 tegenoverliggende pagina's van het origineel op 1 zijde van 2 aparte vellen papier kopiëren
2-ZIJDIG: De 2 tegenoverliggende pagina's van het origineel op 2 zijden van 1 vel papier kopiëren
4
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen.
U kunt ook “beeld schuiven” selecteren.
P.89 “Creëren van marge boven/onder of marge rechts/links”
-12- -13- -12-
-13-
4.BEWERKEN-FUNCTIES
Dubbele pagina 97
4 BEWERKEN-FUNCTIES
5
Druk op het tabblad [Basis] voor de weergave van het standaardmenu en selecteer
vervolgens A4, B5 of LT als kopieerpapierformaat.
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen
kracht op uit.
Door het breken van de glasplaat kunt u letsel oplopen.
7
Druk op de [START] toets op het bedieningspaneel. Wanneer het scannen van de
geopende pagina's is voltooid, open de volgende pagina's en plaats deze.
Herhaal deze procedure totdat alle gewenste pagina's zijn gescand. Als de laatste pagina een enkele pagina is,
druk op [KOPIE LAATSTE PAG.] op het aanraakpaneel en druk vervolgens op de [START] toets op het
bedieningspaneel om het scannen te starten. De gescande pagina's worden gekopieerd.
8
Als alle pagina's zijn gescand, druk op [GEREED].
De gescande pagina's worden gekopieerd.
6
Open de gewenste pagina en leg deze op de glasplaat
voor originelen.
Plaats het origineel met de onderzijde naar u toe gekeerd en leg het
midden ervan op de gele lijn onder de glasplaat.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
98 2IN1/4IN1
2IN1/4IN1
U kunt 2 of 4 originelen op 1 vel papier kopiëren door deze te verkleinen. Deze functie heet “2 IN 1” of “4 IN 1”. Bij het
gebruik van deze functie in combinatie met dubbelzijdig kopiëren kunt u in totaal 8 afdrukken op 1 vel papier maken.
De onderstaande afbeeldingen tonen hoe u de afdrukken kunt rangschikken.
2 IN 1
4 IN 1
2 IN 1 & dubbelzijdig kopiëren (a: Zijde 1, b: Zijde 2)
4 IN 1 & dubbelzijdig kopiëren (a: Zijde 1, b: Zijde 2)
a
a
b
b
a
b
4.BEWERKEN-FUNCTIES
2IN1/4IN1 99
4 BEWERKEN-FUNCTIES
1
Vul de papierlade(n) met papier.
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
Als u een papierformaat selecteert dat afwijkt van dat van het origineel, druk dan op [ZOOM] in het basismenu.
Selecteer daarna het gewenste papierformaat en druk op [AMS] in het onderstaande menu.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [2IN1 / 4IN1] in het BEWERKEN-menu.
4
Voer instelling 2IN1 / 4IN1 uit.
AANTAL PAGINA'S PER VEL: Als u 2 originelen op 1 pagina wilt kopiëren, selecteer dan [2IN1]. Wanneer u 4
afdrukken op 1 pagina wilt kopiëren, selecteer [4 IN 1].
DUBBELZIJDIG: Selecteer [1->1 ENKELZIJDIG], [1-> 2 Twee-zijdig], [2-> 2 Twee-zijdig] of [2->1 SPLIT].
Druk op [OK] nadat u alle benodigde items heeft geselecteerd.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
100 2IN1/4IN1
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) zijn geplaatst, start het
scannen en kopiëren. Als deze op de glasplaat voor originelen zijn geplaatst, voer stap 6 en 7 uit.
6
Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op de [START] toets op het
bedieningspaneel.
Het scannen van het volgende origineel begint. Het scannen begint ook wanner u op [JA] op het aanraakpaneel en
vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel drukt. Bij meer dan één origineel dient deze stap te
worden herhaald totdat het scannen van alle originelen is voltooid.
7
Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, druk op [VOLTOOID] op het
aanraakpaneel.
Het kopiëren begint.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
Tijdschrift sorteren 101
Tijdschrift sorteren
U kunt meer dan één origineel kopiëren in boekpaginavolgorde. Deze modus heet tijdschrift sorteren. Deze functie kan
worden gecombineerd met het vouwen en nieten van de afdrukken in het midden. Deze modus heet tijdschrift sorteren &
rughechten.
Tijdschrift sorteren
Tijdschrift sorteren & rughechten
Tijdschrift sorteren kan ook in het standaardmenu worden geselecteerd. Voor meer informatie zie:
P.72 “Tijdschrift sorteren / RUGHECHTEN”
1
Vul de papierlade(n) met papier.
De volgende formaten zijn mogelijk:
MAGAZINE SORT: A3, A4-R, A5-R, B4, B5-R, LD, LG, LT-R, ST-R
Tijdschrift sorteren & rughechten: A3, A4-R, B4, LD, LG, LT-R
2
Selecteer het papierformaat.
Papierlade: P.50 “Automatische papierselectie (APS)”
Handinvoerbak: P.37 “Kopiëren met handinvoer”
3
Plaats het origineel resp. de originelen.
Wanneer staande originelen zoals aan de rechterzijde
weergegeven in liggende richting in de modus tijdschrift sorteren of
tijdschrift sorteren & rughechten worden geplaatst, moet de functie
afdrukrichting in het BEWERKEN-menu worden geactiveerd.
Anders worden de originelen niet in de juiste paginavolgorde
gekopieerd.
P.121 “Afdrukrichting”
12
3
2
1
112
94
76
76
12
3
2
1
4 BEWERKEN-FUNCTIES
102 Tijdschrift sorteren
4
Druk op [BROCHURE] in het BEWERKEN-menu.
5
Stel de functie rughechten en de inbindruimte naar behoefte in.
1) Bij de instelling van rughechten druk op [NIETEN AAN]. Anders druk op [NIETEN UIT].
2) Druk op [ 2 mm] of [ 30 mm] voor de instelling van de breedte van de inbindruimte.
3) Druk op [OK].
Voor het maximale aantal mogelijke vellen voor rughechten zie:
P.72 “Tijdschrift sorteren / RUGHECHTEN”
6
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
Beeld BEWERKEN 103
Beeld BEWERKEN
U kunt de verschillende onderstaand weergegeven editing-functies voor de gescande beelden selecteren.
Trimming: U kunt een bepaald gebied van een origineel selecteren en alleen dit kopiëren.
Masking: U kunt een bepaald gebied van een origineel maskeren en alleen het ongemaskeerde gebied kopiëren.
Spiegelbeeld: U kunt een origineel in spiegelbeeld afdrukken.
Negatief/positief-omkering: U kunt het licht en donker van een beeld omkeren.
Trimming / Maskeren
U kunt het gewenste gebied van een origineel selecteren en alleen dit kopiëren (trimming). U kunt het gewenste gebied
van een origineel ook maskeren en alleen het ongemaskeerde gedeelte kopiëren (maskeren). Bij beide functies kunt u
maximaal 4 gebieden van 1 origineel selecteren. Het geselecteerde gebied moet zich in een rechthoek bevinden.
y Alleen originelen met standaardformaat zijn te gebruiken.
y Let op dat het complete beeld van het geselecteerde gebied mogelijk niet wordt gekopieerd indien u geen correct
formaat voor origineel en kopieerpapier heeft gekozen.
1
Vul de papierlade(n) met papier.
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Druk op [BEWERKEN] in het BEWERKEN-menu.
Trimming Maskeren
4 BEWERKEN-FUNCTIES
104 Beeld BEWERKEN
3
Druk op [TRIM] of [MASK].
Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen
kracht op uit.
Door het breken van de glasplaat kunt u letsel oplopen.
4
Leg het origineel met de af te drukken zijde naar
boven op de glasplaat.
Plaats het met de onderzijde naar u toe gekeerd. Plaats de
linkerbovenhoek op die van de glasplaat zodat het origineel tegen de
aanleglijst ligt.
5
Lees de volgende 4 waarden af om het gebied met
behulp van de schaalverdelingen aan de linker- en
bovenzijde van de glasplaat voor originelen aan te
geven.
X1: Van de linkerbovenzijde tot de linkerrand van het
geselecteerde gebied
X2: Van de linkerbovenzijde tot de rechterrand van het
geselecteerde gebied
Y1: Van de linkerbovenzijde tot de bovenste rand van het
geselecteerde gebied
Y2: Van de linkerbovenzijde tot de onderste rand van het
geselecteerde gebied
Let op dat de markeringen van de aanleglijsten een onderlinge afstand
van 2 mm hebben.
4.BEWERKEN-FUNCTIES
Beeld BEWERKEN 105
4 BEWERKEN-FUNCTIES
6
Toets de afgelezen waarden in.
1) Druk op [X1], [X2], [Y1] en [Y2] en toets vervolgens de bijbehorende afgelezen waarden in.
2) U kunt maximaal 4 gebieden op 1 pagina aangeven. Als u meer dan één gebied wilt aangeven, druk dan op
of om van gebied te wisselen en toets vervolgens de bijbehorende waarden in.
3) Druk op [OK] nadat u alle gebieden heeft aangegeven.
8
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
7
Leg het origineel weer op de glasplaat met de af te
drukken zijde naar beneden.
Plaats het met de onderzijde naar u toe gekeerd. Leg de
linkerbovenhoek ervan op die van de glasplaat.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
106 Beeld BEWERKEN
Spiegelbeeld / Negatief/positief-omkering
U kunt een beeld zoals een spiegel (spiegelbeeld) omkeren of u kunt licht en donker van een beeld omkeren (negatief/
positief-omkering).
Negatief/positief-omkering is alleen mogelijk als ZWART of KLEUR is geselecteerd als kleurinstelling.
1
Vul de papierlade(n) met papier.
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [BEWERKEN] in het BEWERKEN-menu.
4
Druk op [SPIEGEL] of [NEG/POS].
5
Selecteer indien nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]
toets op het bedieningspaneel.
Spiegelbeeld
Negatief/positief-omkering
4 BEWERKEN-FUNCTIES
XY zoom 107
XY zoom
U kunt de reproductiefactor zowel in verticale als in horizontale richting afzonderlijk wijzigen. Deze functie heet “XY zoom”.
De reproductiefactor kan worden ingesteld van 25 tot 400%. In de volgende gevallen is dit bereik echter 25 tot 200%.
y Wanneer de kleurinstelling KLEUR of AUTO KLEUR is
y Wanneer de modus voor originelen BEELD SMOOTHING (EGALISATIE) is
y Wanneer de kleurinstelling ZWART en de modus voor originelen FOTO is
y Wanneer TWEEKLEURENKOPIE is geselecteerd
y Wanneer EENKLEURENKOPIE is geselecteerd
y Wanneer het origineel op het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) is geplaatst
1
Vul de papierlade(n) met papier.
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [XY ZOOM] in het BEWERKEN-menu.
100%
100%
200%
200%
4 BEWERKEN-FUNCTIES
108 XY zoom
4
Stel de reproductiefactor zowel in verticale als in horizontale richting in.
1) Druk op [X] en vervolgens op [ 25%] of [ 400%] voor horizontale richting.
2) Druk op [Y] en vervolgens op [ 25%] of [ 400%] voor verticale richting.
3) Druk op [OK].
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
Kaftblad 109
Kaftblad
U kunt een speciale papiersoort zoals gekleurd papier voor het voorblad of het achterblad gebruiken. Deze functie heet
“kaftblad”. De modus kaftblad heeft de volgende 4 functies:
LEEG VOORBLAD: Voegt een leeg vel als voorblad toe.
GEKOPIEERD VOORBLAD: Voegt een gekopieerd vel als voorblad toe.
BEIDE BLANK: Voegt 2 lege vellen als voorblad en achterblad toe.
GEKOPIEERD VOORBLAD LEEG ACHTERBLAD: Voegt een gekopieerd vel als voorblad en een leeg vel als
achterblad toe.
1
Plaats het papier voor de kaftbladen.
Plaats het papier in de handinvoerbak of in een papierlade die tevoren voor kaftbladen is ingesteld. Het papier voor
de kaftbladen moet in een ander papiermagazijn dan voor normaal papier worden gelegd.
y Bij het plaatsen van papier in een papierlade voor kaftbladen moet “KAFTBLAD” als papiersoort alsmede
papierformaat en -dikte worden ingesteld.
P.17 “Instelling papiersoort”
y Bij het plaatsen van papier in de handinvoerbak moet papierformaat en -dikte worden ingesteld.
P.37 “Kopiëren met handinvoer”
y Plaats het papier voor kaftbladen van hetzelfde formaat als normaal papier in dezelfde richting.
2
Plaats het normale papier in de papierlade(n).
3
Plaats het origineel resp. de originelen.
Bij het plaatsen ervan op de glasplaat voor originelen moet dit vanaf de eerste pagina gebeuren.
3
2
1
REPORT
2003
3
2
1
REPORT
2003
3
2
1
3
2
1
REPORT
2003
REPORT
2003
4 BEWERKEN-FUNCTIES
110 Kaftblad
4
Druk op [VOORBLAD] in het BEWERKEN-menu.
5
Selecteer de gewenste modus voor kaftblad.
Wanneer [GEKOPIEERD VOORBLAD] of [GEKOPIEERD VOORBLAD LEEG ACHTERBLAD] en [1->2
DUBBELZIJDIG] (dubbelzijdig kopiëren) gelijktijdig worden geselecteerd, is het voorblad een enkelzijdige
afdruk.
6
Druk op het tabblad [BASIS] voor de weergave van het basismenu. Selecteer
vervolgens een papierlade waarin normaal papier is geplaatst (niet die voor de
kaftbladen).
U moet vooraf normaal papier van hetzelfde formaat en met dezelfde richting als voor de kaftbladen plaatsen.
4.BEWERKEN-FUNCTIES
Kaftblad 111
4 BEWERKEN-FUNCTIES
7
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) zijn geplaatst, begint
het scannen en kopiëren.
Voer na het plaatsen op de glasplaat voor originelen stap 8 en 9 uit.
8
Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op de [START] toets op het
bedieningspaneel.
Het scannen van het volgende origineel begint. Het scannen begint ook wanner u op [JA] op het aanraakpaneel en
vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel drukt. Herhaal deze procedure totdat het scannen van
alle originelen is voltooid.
9
Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, druk op [VOLTOOID] op het
aanraakpaneel.
Het kopiëren begint.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
112 Invoegvel
Invoegvel
U kunt een speciale papiersoort zoals gekleurd papier bij de gewenste pagina invoegen. Deze functie heet “invoegvel”. U
kunt maximaal 2 soorten vellen voor in totaal 50 pagina's invoegen. De stand invoegen speciaal tussenlegvel heeft de
volgende 2 functies:
GEKOPIEERD: Voegt een gekopieerd vel in plaats van de aangegeven pagina in.
BLANK: Voegt een leeg vel vóór de aangegeven pagina in.
1
Plaats vellen voor invoegvel.
Plaats deze in de handinvoerbak of in een papierlade die tevoren voor invoegvellen is ingesteld. Het papier voor de
invoegvellen moet in een ander papiermagazijn dan voor normaal papier worden gelegd
y Bij het plaatsen van papier in een papierlade voor invoegvel moet “INVOEGVEL 1” of “INVOEGVEL 2” als
papiersoort alsmede papierformaat en -dikte worden ingesteld.
P.17 “Instelling papiersoort”
y Bij het plaatsen van papier in de handinvoerbak moet papierformaat en -dikte worden ingesteld.
P.37 “Kopiëren met handinvoer”
y Plaats het papier voor invoegvellen van hetzelfde formaat als normaal papier in dezelfde richting.
2
Plaats het normale papier in de papierlade(n).
3
Plaats het origineel resp. de originelen.
Bij het plaatsen ervan op de glasplaat voor originelen moet dit vanaf de eerste pagina gebeuren.
4
Druk op [TUSSENLEG VELLEN] in het BEWERKEN-menu.
REPORT
2003
1
2
3
4
4
REPORT
2003
2
3
1
3
2
1
4.BEWERKEN-FUNCTIES
Invoegvel 113
4 BEWERKEN-FUNCTIES
5
Druk op [KOPIE] of [BLANK].
6
Selecteer de pagina waarbij het invoegvel wordt ingevoegd.
1) Selecteer soort invoegvel ([Tussenleg Lade 1] of [Tussenleg Lade 2]).
2) Toets paginanummers (1 tot 1000) in waar de invoegvellen zullen worden ingevoegd en druk vervolgens op
[SET]. Herhaal stap 1) en 2) indien u invoegvellen bij meer dan één pagina invoegt.
3) Druk op [OK] nadat u de paginanummers heeft ingetoets.
y Indien u [GEKOPIEERD] in stap 5 heeft geselecteerd, wordt de betreffende pagina vervangen door een
gekopieerd invoegvel. Indien u [BLANK] heeft geselecteerd, wordt een leeg invoegvel vóór de betreffende
pagina ingevoegd.
y Maximaal 50 pagina's kunnen in totaal voor [INVOEGLADE 1] en [INVOEGLADE 2] worden geselecteerd.
7
Druk op het tabblad [BASIS] voor de weergave van het basismenu. Selecteer
vervolgens een papierlade waarin normaal papier is geplaatst (niet die voor vellen
invoegen).
U moet vooraf normaal papier van hetzelfde formaat en met dezelfde richting als voor de invoegvellen plaatsen.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
114 Invoegvel
8
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) zijn geplaatst, begint
het scannen en kopiëren.
Voer na het plaatsen op de glasplaat voor originelen stap 9 en 10 uit.
9
Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op de [START] toets op het
bedieningspaneel.
Het scannen van het volgende origineel begint. Het scannen begint ook wanner u op [JA] op het aanraakpaneel en
vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel drukt. Herhaal deze procedure totdat het scannen van
alle originelen is voltooid.
10
Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, druk op [VOLTOOID] op het
aanraakpaneel.
Het kopiëren begint.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
Tijdafdruk 115
Tijdafdruk
U kunt de datum en de tijd op het kopieerpapier afdrukken.
1
Vul de papierlade(n) met papier.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [Tijd Stempel] in het BEWERKEN-menu.
4
Selecteer de richting en de plaats van de tijdafdruk.
1) Selecteer de richting ([Korte zijde] of [Lange zijde]).
2) Selecteer de plaats ([BOVEN] of [ONDER]).
3) Druk op [OK].
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
MM.DD.YYYY 14:54
MM.DD.YYYY 14:54
Onderaan op een
staande afdruk
Bovenaan op een
liggende afdruk
4 BEWERKEN-FUNCTIES
116 Paginanummer
Paginanummer
U kunt een paginanummer op het kopieerpapier afdrukken.
1
Vul de papierlade(n) met papier.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [PAGINANUMMER] in het BEWERKEN-menu.
4
Selecteer de richting en de plaats van een paginanummer.
1) Selecteer de richting ([Korte zijde] of [Lange zijde]).
2) Selecteer de plaats ([TOP LINKS],[TOP MIDDEN], enz.).
3) Als u de pagina waarop de nummering moet beginnen wilt opgeven, druk dan en ga naar stap 5. Druk
anders op [OK] en ga naar stap 6.
3
2
1
3
2
1
Middenonder op een
staande afdruk
Rechtsboven op een
liggende afdruk
4.BEWERKEN-FUNCTIES
Paginanummer 117
4 BEWERKEN-FUNCTIES
5
Geef de pagina op waarop de nummering moet beginnen.
1) Toets het paginanummer in.
2) Druk op [OK].
6
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
118 Taakopbouw
Taakopbouw
U kunt meerdere stapels originelen waarvan de instellingen verschillend zijn, scannen en daarna in één keer kopiëren of
opslaan. Deze functie heet “taakopbouw”. Bijvoorbeeld tekstfragmenten (in de TEKST-stand) en foto's in tijdschriften (in
de FOTO-stand) in A3-formaat en foto's in A4-formaat kunnen met de optimale instelling voor elk origineel worden
gescand en in één keer worden gekopieerd.
y Er kunnen maximaal 1000 pagina's originelen in één keer worden gekopieerd. Er is geen beperking met betrekking
tot het aantal taken.
y Sommige instellingen zijn niet beschikbaar voor taakopbouw en sommige instellingen voor de eerste taak worden
op alle andere taken toegepast. Raadpleeg de onderstaande tabel voordat taakopbouw wordt ingesteld.
1
Druk op [JOB OPBOUW] in het BEWERKEN-menu.
Instellingen niet beschikbaar
Instellingen van toepassing op
alle taken
Instellingen voor elke taak te
wijzigen
Automatische papierselectie
BOEK -> 2 (boek -> dubbelzijdige
afdruk)
Tweekleurenkopie
Bewerken
XY zoom
KAFTBLAD
INVOEGVEL
Tijdschrift sorteren
Tijdschrift sorteren & rughechten
2IN1/4IN1
Volledige afdruk
Afdrukherhaling
e-Filing / opslaan
Originelen met verschillende
formaten
Kopieerpapierformaat
Afwerkfunctie
Fotozoom
Beeld schuiven
Midden van boek wissen
Tijdafdruk
Paginanummer
Afdrukrichting
Boek - kalender
Geen lege pagina
Reproductiefactor
Automatische zoomselectie
(standaardinstelling voor
taakopbouw)
Origineelformaat
Modus voor originelen
Kleurinstelling
Kopieerinstellingen enkelzijdig/
dubbelzijdig anders dan boek ->
dubbelzijdige afdruk (1->1
ENKELZJDIG, 2->1 DUBBELZ.
NAAR 2 ENKELZ. 1->2
DUBBELZIJDIG, 2->2
DUBBELZIJDIG)
Achtergrondaanpassing
Scherpte
Rand wissen
Dubbele pagina
Documentinvoersysteem
(invoermodus)
WIS BUITENZIJDE
4.BEWERKEN-FUNCTIES
Taakopbouw 119
4 BEWERKEN-FUNCTIES
2
Druk op [OK].
Taakopbouw is nu ingesteld en de onderstaande melding verschijnt.
3
Plaats de eerste stapel originelen en selecteer daarna de instellingen.
y Denk eraan dat bij het plaatsen van het origineel op de glasplaat 1 pagina overeenkomt met 1 taak.
y Bij het plaatsen van originelen met verschillende formaten op het automatische documentinvoersysteem
met omkeerinrichting (optie) zie:
P.52 “Originelen met verschillende formaten in één keer kopiëren”
y Indien u een bepaalde papierlade wilt gebruiken, moet u deze selecteren.
y Druk op [INSTELLINGEN] op het aanraakpaneel ter bevestiging van de actuele instellingen.
y Indien u de instellingen wilt wijzigen, drukt op de [FUNCTION CLEAR] toets op het bedieningspaneel en
herhaalt u de procedure vanaf stap 1.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
120 Taakopbouw
4
Druk op de [START] toets op het bedieningspaneel.
Het scannen begint. Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, verschijnt de onderstaande melding.
5
Plaats de volgende stapel originelen en selecteer daarna de instellingen.
Herhaal stap 4 en 5 totdat alle gewenste pagina's zijn gescand.
Indien u geen instelling wijzigt, zijn de instellingen voor de laatste taak van toepassing.
6
Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, wijzigt u zo nodig het aantal
kopieset. Druk vervolgens op [JOB FINISH] op het aanraakpaneel.
Het kopiëren begint. Als een opslagfunctie is ingesteld, wordt deze ook uitgevoerd.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
Afdrukrichting 121
Afdrukrichting
Wanneer u enkelzijdige staande originelen naar dubbelzijdige afdruk kopieert terwijl deze in liggende richting worden
geplaatst, zijn de gekopieerde pagina's normaal gesproken “naar boven geopend”. Met deze functie kan dit worden
gewijzigd in “naar links geopend”. Deze functie heet “afdrukrichting”.
Wanneer u dubbelzijdige “naar links geopende” staande originelen naar enkelzijdige afdruk kopieert, worden de
gekopieerde pagina's normaal gesproken afwisselend in een andere richting uitgevoerd. Met deze functie kunnen alle
pagina's in dezelfde richting worden uitgevoerd.
Enkelzijdig staand origineel (in liggende richting geplaatst) -> dubbelzijdige afdruk
Dubbelzijdig “naar links geopend” staand origineel -> enkelzijdige afdruk
1
Vul de papierlade(n) met papier.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Stel dubbelzijdig kopiëren in.
P.77 “Dubbelzijdig kopiëren”
4
Druk op [BLD. RICHTING] in het BEWERKEN-menu.
Geen instelling“AFDRUKRICHTING” instellen
Geen instelling“AFDRUKRICHTING” instellen
4 BEWERKEN-FUNCTIES
122 Afdrukrichting
5
Druk op [OK].
Afdrukrichting is nu ingesteld.
6
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
Boek - kalender 123
Boek - kalender
Met betrekking tot de richting van originelen of gekopieerde beelden wordt “naar links geopend” “boek” en “naar boven
geopend” “kalender" genoemd. Met deze functie kunt u dubbelzijdige originelen naar dubbelzijdige afdruk kopiëren
waarbij alleen de achterzijde van de gekopieerde pagina 180° wordt gedraaid zodat u “boek” originelen naar “kalender”
kunt kopiëren en omgekeerd.
1
Plaats papier in de papierlade(n).
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [BOEK <->KALENDER] in het BEWERKEN-menu.
4
Druk op [OK].
Boek - kalender is nu ingesteld.
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
124 Automatisch documentinvoersysteem -> enkelvoudige invoer
Automatisch documentinvoersysteem -> enkelvoudige invoer
U kunt de invoermodus bij gebruik van het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) van
“automatisch documentinvoersysteem” naar “enkelvoudige invoer” omschakelen. De papierinvoermodus heeft de
volgende 2 functies:
Automatisch documentinvoersysteem (continue invoer): Continue invoer van originelen bij het indrukken van de
[START] toets op het bedieningspaneel terwijl originelen op het automatische documentinvoersysteem met
omkeerinrichting (optie) worden geplaatst. Dit is handig bij het maken van meerdere afdrukken in één keer
(standaardinstelling).
Enkelvoudige invoer: Originelen worden automatisch één voor één ingevoerd. Dit is handig wanneer u meestal maar
één origineel heeft.
Wanneer de enkelvoudige invoer is ingesteld, plaatst u de vellen één voor één. Wanneer u meer dan één origineel
plaatst, wordt het gekopieerde beeld mogelijk verdraaid of de originelen lopen vast.
1
Plaats papier in de papierlade(n).
2
Druk op [Automatisch documentinvoersysteem(ADF) -> enkelvoudige invoer (SADF)]
in het BEWERKEN-menu.
3
Druk op [OK].
De invoermodus is nu op “enkelvoudige invoer” ingesteld.
4
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen.
4.BEWERKEN-FUNCTIES
Automatisch documentinvoersysteem -> enkelvoudige invoer 125
4 BEWERKEN-FUNCTIES
5
Plaats het origineel resp. de originelen vel voor vel op het automatische
documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie).
Het origineel wordt automatisch in het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie)
getrokken en het onderstaande menu verschijnt.
Herhaal stap 5 voor het volgende origineel. Het geplaatste origineel wordt automatisch in het automatische
documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) getrokken, zelfs wanneer u niet op [JA] op het
aanraakpaneel drukt.
6
Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, drukt u op [GEREED].
Zelfs wanneer u niet op [GEREED] drukt, start de kopieerfunctie als de huidige bewerking wordt geannuleerd
door middel van de automatische wis-functie.
P.49 “Ingestelde functies annuleren”
4 BEWERKEN-FUNCTIES
126 Volledige afdruk
Volledige afdruk
U kunt een origineel volledig kopiëren inclusief eventuele kleine letters aan de rand ervan. Deze functie heet “volledige
afdruk”. Met deze functie wordt het origineel gekopieerd met een reproductiefactor die is gereduceerd met ca. 1 tot 5%.
1
Plaats papier in de papierlade(n).
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [ZOOM] op het aanraakpaneel.
4
Selecteer de formaten voor origineel en kopieerpapier.
1) Selecteer het origineelformaat.
2) Selecteer het papierformaat.
3) Druk op [SLUITEN].
Het menu keert terug naar het standaardmenu.
5
Druk op [VOLL. BEELD] in het BEWERKEN-menu.
6
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
Afdrukherhaling 127
Afdrukherhaling
U kunt een bepaald gebied van een origineel meerdere keren kopiëren overeenkomstig het ingestelde aantal. Deze
functie heet “afdrukherhaling”.
y U kunt het kopiëren maximaal 8 keer herhalen.
y Alleen originelen met standaardformaat zijn te gebruiken.
Bij het vastleggen van deze functie in een sjabloon dient [UIT] of “AUTOMATISCHE START” te worden geselecteerd.
Indien [AAN] is geselecteerd, worden mogelijk verkeerde afdrukken gemaakt omdat het origineelformaat niet wordt
bepaald.
P.149 “TEMPLATES”
1
Plaats papier in de papierlade(n).
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Druk op [BEELDHERH.] in het BEWERKEN-menu.
3
Leg het origineel met de af te drukken zijde naar
boven op de glasplaat.
Plaats het met de onderzijde naar u toe gekeerd. Plaats de
linkerbovenhoek op die van de glasplaat zodat het origineel tegen de
aanleglijst ligt.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
128 Afdrukherhaling
Plaats geen zware voorwerpen (4 kg (9 lb.) of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen
kracht op uit.
Door het breken van de glasplaat kunt u letsel oplopen.
5
Toets de afgelezen waarden in en geef het aantal herhalingen aan.
1) Druk op [X1], [X2], [Y1] en [Y2] en toets vervolgens de bijbehorende afgelezen waarde in.
2) Wijzig het aantal afdrukherhalingen door het indrukken van [ 2] of [ 8].
3) Druk op [OK].
y Het geselecteerde gebied wordt vanaf de rechterbovenhoek in verticale richting gekopieerd.
y Als de herhaalde afdruk buiten het papierformaat komt te liggen, wordt dit gedeelte niet gekopieerd.
7
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
4
Lees de volgende 4 waarden af om het gebied met
behulp van de schaalverdelingen aan de linker- en
bovenzijde van de glasplaat voor originelen aan te
geven.
X1: Van de linkerbovenzijde tot de linkerrand van het
geselecteerde gebied
X2: Van de linkerbovenzijde tot de rechterrand van het
geselecteerde gebied
Y1: Van de linkerbovenzijde tot de bovenste rand van het
geselecteerde gebied
Y2: Van de linkerbovenzijde tot de onderste rand van het
geselecteerde gebied
Let op dat de markeringen van de aanleglijst een onderlinge afstand
van 2 mm hebben.
6
Leg het origineel weer op de glasplaat met de af te
drukken zijde naar beneden.
Plaats het met de onderzijde naar u toe gekeerd. Leg de
linkerbovenhoek ervan op die van de glasplaat.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
Geen lege pagina 129
Geen lege pagina
U kunt lege vellen van de gescande originelen verwijderen voordat het kopiëren begint. Deze functie heet “geen lege
pagina”.
y Deze functie detecteert lege vellen van de onderstaande originelen mogelijk niet op de juiste wijze:
- Halftoon-originelen
- Originelen met bijna lege vellen (bijv. lege pagina's met alleen paginanummers)
y Wanneer u dubbelzijdige originelen inclusief lege vellen naar dubbelzijdige afdruk kopieert terwijl deze functie is
geactiveerd, komen de voor- en achterzijden van de originelen en de afdrukken niet overeen.
De gevoeligheid voor de bepaling van lege pagina's kan worden gewijzigd. Voor meer informatie zie de Handleiding
voor MFP-beheer.
1
Plaats papier in de papierlade(n).
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [GEEN LEGE PAG.] in het BEWERKEN-menu.
4
Druk op [OK].
Geen lege pagina is nu ingesteld.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
130 Geen lege pagina
5
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Het scannen en kopiëren begint. Er verschijnt een melding met het aantal lege vellen gedurende ca. 5 seconden.
4 BEWERKEN-FUNCTIES
WIS BUITENZIJDE 131
WIS BUITENZIJDE
U kunt een schaduwachtig donker gedeelte aan de buitenzijde van het gekopieerde beeld wit maken; dit wordt
veroorzaakt door de tussenruimte tussen de glasplaat voor originelen en de witte plaat. Deze functie heet “buitenkant
wissen”. Dit is handig wanneer u dikke originelen zoals boekjes op de glasplaat voor originelen plaatst.
y Deze functie wordt gedeactiveerd wanneer u originelen op het automatische documentinvoersysteem met
omkeerinrichting (optie) plaatst of wanneer u deze op de glasplaat legt terwijl het automatische
documentinvoersysteem met omkeerinrichting of de afdekklep (optie) volledig gesloten is.
y Als deze functie wordt geactiveerd, wordt de automatische belichtingsaanpassing gedeactiveerd. Stel het
belichtingsniveau handmatig in.
y Originelen met een uitzonderlijke vorm aan de buitenzijde (bijv. een origineel met uitgesneden delen aan de rand)
worden mogelijk niet correct afgedrukt omdat deze functie de overgang tussen het origineel en delen die niet tot
het origineel behoren niet detecteert.
1
Plaats papier in de papierlade(n).
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Selecteer de papierlade voor het gewenste papierformaat.
3
Druk op [WIS RANDEN] in het BEWERKEN-menu.
Geen instellingBuitenkant wissen instellen
4 BEWERKEN-FUNCTIES
132 WIS BUITENZIJDE
4
Stel “buitenkant wissen” in.
1) Stel de breedte van de rand rondom het origineel naar wens in door op of te drukken.
Wanneer u naar de zijde instelt, wordt het gebied dat als niet tot het origineel behorend moet worden
gedetecteerd verbreed.
Wanneer u naar de zijde instelt, wordt het gebied dat als niet tot het origineel behorend moet worden
gedetecteerd versmald.
2) Druk op [OK].
Plaats geen zware voorwerpen (4 kg (9 lb.) of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen
kracht op uit.
Door het breken van de glasplaat kunt u letsel oplopen.
6
Selecteer indien nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]
toets op het bedieningspaneel.
5
Leg het origineel op de glasplaat.
y Bij het plaatsen van het origineel dient de afdekklep (optie) of
het automatische documentinvoersysteem met
omkeerinrichting (optie) volledig te worden geopend. Wanneer
dit niet gebeurt, wordt de overgang tussen het origineel en
gebieden die er niet toe behoren mogelijk niet correct
gedetecteerd.
y Kijk niet rechtstreeks op de glasplaat voor originelen tijdens het
afdrukken aangezien fel licht kan worden uitgestraald.
5.BEELD AANPASSEN
Dit hoofdstuk beschrijft de beeldcorrectiefuncties waarmee de totale kleurbalans van het gekopieerde beeld kan worden
gewijzigd, een origineel in een bepaalde kleur kan worden afgedrukt enz.
Weergave Menu BEELD....................................................................................................... 134
Gebruik van de beeldcorrectiefuncties..............................................................................135
Kleurbalans (YMCK-instelling) ...........................................................................................................................135
RGB-aanpassing ................................................................................................................................................137
Aanpassing d.m.v. één druk ...............................................................................................................................138
Achtergrondaanpassing......................................................................................................................................139
Scherpte .............................................................................................................................................................140
Tweekleurenkopie ..............................................................................................................................................141
Eenkleurenkopie.................................................................................................................................................146
Tint......................................................................................................................................................................147
Verzadiging.........................................................................................................................................................148
5 BEELD AANPASSEN
134 Weergave Menu BEELD
Weergave Menu BEELD
U kunt het menu BEELD oproepen door het indrukken van het[BEELD] tabblad op het aanraakpaneel wanneer u de
verschillende beeldcorrectiefuncties wilt gebruiken.
5 BEELD AANPASSEN
Gebruik van de beeldcorrectiefuncties 135
Gebruik van de beeldcorrectiefuncties
Kleurbalans (YMCK-instelling)
Deze functie dient voor de afstelling van de totale kleurbalans van het gekopieerde beeld door de intensiteit van de
kleuren geel, magenta, cyaan en zwart (YELLOW (Y), MAGENTA (M), CYAN (C) en BLACK (K)) te wijzigen. Deze functie
is beschikbaar in de modus Kleur en Auto kleur.
1
Druk op [KLEURBALANS] in het BEELD-menu.
2
Druk op of van elke kleur om de gewenste kleurbalans te verkrijgen.
Na voltooiing van de kleurbalansinstelling druk op [OK]. Hiermee wordt de instelling beëindigd.
Als u de afzonderlijke kleurbalans van elk densiteitgebied wilt wijzigen, druk dan op [DETAIL] en ga naar de
volgende stap.
GEEL
(
Y
)
MAGENTA
(
M
)
CYAAN
(
C
)
ZWART
(
B
)
5 BEELD AANPASSEN
136 Gebruik van de beeldcorrectiefuncties
3
Druk op of van de kleur van elk densiteitsgebied om de gewenste kleurbalans te
verkrijgen.
Bijvoorbeeld wanneer u het gebied met hoge densiteit van magenta (M) naar de zijde instelt, wordt de kleur
magenta in het betreffende gebied met hoge densiteit donkerder.
Na voltooiing van de instelling druk op [OK].
Kleurbalansinstelling annuleren
y Schuif de indicator van de kleur waarvan u de instelling wilt annuleren naar het midden en druk vervolgens op [OK].
y Wanneer u de instelling van alle kleuren wilt annuleren, drukt u op [RESET] en daarna op [OK].
5.BEELD AANPASSEN
Gebruik van de beeldcorrectiefuncties 137
5 BEELD AANPASSEN
RGB-aanpassing
Deze functie dient voor de afstelling van de totale kleurbalans van het gekopieerde beeld door de intensiteit van ROOD
(R), GROEN (G) en BLAUW (B) te wijzigen. Deze functie is beschikbaar in de modus kleur en auto kleur.
1
Druk op [RGB-AFSTELLING] in het BEELD-menu.
2
Druk op of van de kleur om de gewenste kleurbalans te verkrijgen en druk
vervolgens op [OK].
RGB-aanpassing annuleren
y Schuif de indicator van de kleur waarvan u de instelling wilt annuleren naar het midden en druk vervolgens op [OK].
y Wanneer u de instelling van alle kleuren wilt annuleren, drukt u op [RESET] en daarna op [OK].
ROOD
(
R
)
GROEN
(
G
)
BLAUW
(
B
)
5 BEELD AANPASSEN
138 Gebruik van de beeldcorrectiefuncties
Aanpassing d.m.v. één druk
Deze functie dient voor de instelling van de afdrukkwaliteit die reeds in het multifunctionele systeem is opgeslagen. U kunt
de afdrukkwaliteit “WARM”, “KOEL”, “LEVENDIG”, “HELDER” of “MARKANT” kiezen. Deze functie is alleen beschikbaar
in de modus kleur.
Instelling [MARKANT]
Meerdere kleuren van een marker op het origineel kunnen duidelijk zichtbaar worden afgedrukt; de kleurtint kan echter
afwijken van het origineel afhankelijk van de kleur van de marker.
1
Druk op [SNEL KEUZE INSTELLING] in het BEELD-menu.
2
Selecteer de afdrukkwaliteit.
Aanpassing d.m.v. één druk annuleren
Druk op [AANPASSING DMV ÉÉN DRUK] in het BEELD-menu.
WARM KOEL LEVENDIG WISSEN
5.BEELD AANPASSEN
Gebruik van de beeldcorrectiefuncties 139
5 BEELD AANPASSEN
Achtergrondaanpassing
Deze functie dient voor de aanpassing van de densiteit van de achtergrond van het origineel. Hiermee wordt voorkomen
dat de achterzijde van een dubbelzijdig origineel op de voorzijde ervan zichtbaar wordt.
Deze functie kan niet samen met de automatische belichtingsaanpassing worden gebruikt.
P.56 “Belichtingsaanpassing”
1
Druk op [ACHTERGRONDA INSTELLING] in het BEELD-menu.
2
Druk op [LICHT] of [DONKER] voor de aanpassing van de densiteit en druk vervolgens
op [OK].
Achtergrondaanpassing annuleren
y Schuif de indicator naar het midden en druk vervolgens op [OK].
y Druk op [RESET] en daarna op [OK].
Vóór Achter
Niet aangepast
Aangepast voor
een lichtere
achtergrond
5 BEELD AANPASSEN
140 Gebruik van de beeldcorrectiefuncties
Scherpte
Deze functie dient voor het verscherpen of vervagen van de contouren van het beeld.
1
Druk op [SCHERPTE] in het BEELD-menu.
2
Druk op [ZACHT] of [SCHERPTE] voor de aanpassing van de scherpte en druk
vervolgens op [OK].
Wanneer het scherpteniveau naar de [ZACHT] zijde wordt ingesteld, worden de gevlamde randen op de
afgedrukte foto's enz. verzacht. Bij de instelling naar de [SCHERPTE] zijde worden de letters en dunne lijnen
scherper.
Scherpte-instelling annuleren
y Schuif de indicator naar het midden en druk vervolgens op [OK].
y Druk op [RESET] en daarna op [OK].
5.BEELD AANPASSEN
Gebruik van de beeldcorrectiefuncties 141
5 BEELD AANPASSEN
Tweekleurenkopie
Deze functie dient voor het afdrukken van een gekleurd origineel in 2 specifieke kleuren. De functie tweekleurenkopie
heeft 2 standen:
TWEE KLEUREN SELECTEERBAAR: Het zwarte gedeelte en de delen anders dan zwart op het origineel worden in 2
specifieke kleuren afgedrukt.
ROOD & ZWART: Het rode gedeelte op het origineel wordt in rood en de delen anders dan rood worden zwart-wit
afgedrukt.
De kleur op sommige originelen wordt mogelijk niet correct gereproduceerd. Kopieer in dit geval in de modus kleur.
Twee kleuren selecteerbaar
1
Druk op [TWEEKLEURENKOPIE] in het BEELD-menu.
“WIJZIG ZWART IN”: BLAUW
“TWEEDE KLEUR”: MAGENTA
5 BEELD AANPASSEN
142 Gebruik van de beeldcorrectiefuncties
2
Druk op [TWEE KLEUR KEUZE].
3
Selecteer een kleur voor de delen op het origineel anders dan zwart.
1) Druk op [TWEEDE KLEUR].
2) Selecteer de gewenste kleur.
4
Selecteer een kleur voor het zwarte gedeelte op het origineel.
1) Druk op [WIJZIG ZWART IN].
2) Selecteer de gewenste kleur.
Druk na het selecteren van de kleur op [OK]. Hiermee wordt de instelling beëindigd.
Voor de aanpassing van de kleurbalans druk op [AANPASSEN] en ga verder met de volgende stap.
y Als de twee gespecificeerde kleuren een combinatie zijn van zwart en een kleur anders dan zwart, wordt de
kleurbalansinstelling geactiveerd. Als geen van beide kleuren zwart is of wanneer beide zwart zijn, wordt
deze aanpassing gedeactiveerd.
y De kleurbalans van een kleur anders dan zwart kan worden aangepast.
5.BEELD AANPASSEN
Gebruik van de beeldcorrectiefuncties 143
5 BEELD AANPASSEN
5
Druk op of van de kleur om de gewenste kleurbalans te verkrijgen.
Na voltooiing van de instelling druk op [OK]. Hiermee wordt de instelling beëindigd.
Wanneer u de afzonderlijke kleurbalans van elk densiteitsgebied wilt wijzigen, drukt u op [DETAIL] en ga naar de
volgende stap.
6
Druk op of van de kleur van elk densiteitsgebied om de gewenste kleurbalans te
verkrijgen.
Bijvoorbeeld wanneer u het gebied met hoge densiteit van magenta (M) naar de zijde instelt, wordt de kleur
magenta in het betreffende gebied met hoge densiteit donkerder.
Na voltooiing van de instelling druk op [OK].
Kleurbalansinstelling annuleren
y Schuif de indicator van de kleur waarvan u de instelling wilt annuleren naar het midden en druk vervolgens op [OK].
y Wanneer u de instelling van alle kleuren wilt annuleren, drukt u op [RESET] en daarna op [OK].
5 BEELD AANPASSEN
144 Gebruik van de beeldcorrectiefuncties
ROOD & ZWART
1
Druk op [TWEEKLEURENKOPIE] in het BEELD-menu.
2
Druk op [ROOD & ZWART].
3
Voor de instelling van de rode kleur of het rode en zwarte gebied druk op [INSTELLEN].
Wilt u de kleur niet aanpassen, druk dan op [OK].
Als de rode kleur of het rode en zwarte gebied niet wordt aangepast, is hiermee de instelling beëindigd.
Wilt u die aanpassen, ga dan naar de volgende stap.
5.BEELD AANPASSEN
Gebruik van de beeldcorrectiefuncties 145
5 BEELD AANPASSEN
4
Pas de rode kleur of het rode en zwarte gebied aan.
Rood in het orgineel
Druk op of van geel of magenta voor de aanpassing van de rode kleurbalans.
Instellen bereik
Druk op of voor de aanpassing van het rode en zwarte gebied. Wanneer u het rode gebied groter
instelt, wordt het in rood af te drukken gebied groter. Wanneer u het zwarte gebied groter instelt, wordt het in
zwart af te drukken gebied groter.
Na voltooiing van de instelling druk op [OK]. Hiermee wordt de instelling beëindigd.
Wanneer u de kleurbalans van geel en magenta van elk densiteitsgebied wilt aanpassen, drukt u op [DETAIL] ga
dan naar de volgende stap.
5
Druk op of op elk densiteitsgebied om de gewenste kleurbalans te verkrijgen.
Bijvoorbeeld wanneer u het gebied met hoge densiteit van magenta (M) naar de zijde instelt, wordt de kleur
magenta in het betreffende gebied met hoge densiteit donkerder.
Na voltooiing van de instelling druk op [OK].
Kleurbalansinstelling annuleren
y Schuif de indicator van de kleur waarvan u de instelling wilt annuleren naar het midden en druk vervolgens op [OK].
y Wanneer u de instelling van alle kleuren wilt annuleren, drukt u op [RESET] en daarna op [OK].
5 BEELD AANPASSEN
146 Gebruik van de beeldcorrectiefuncties
Eenkleurenkopie
Deze functie dient voor het maken van afdrukken in één kleur behalve zwart.
1
Druk op [MONO KLEUR] in het BEELD-menu.
2
Druk op de betreffende toets voor de gewenste kleur.
Eenkleurenkopie annuleren
Druk op [EENKLEURENKOPIE] in het BEELD-menu.
BLAUW
5.BEELD AANPASSEN
Gebruik van de beeldcorrectiefuncties 147
5 BEELD AANPASSEN
Tint
Deze functie dient voor de aanpassing van de tint van de basiskleur. Deze functie is beschikbaar in de modus kleur en
auto kleur.
1
Druk op [HEU] in het BEELD-menu.
2
Stel de tint in.
1) Stel de tint van het gehele beeld in door het indrukken van of , in veld A.
2) Stel de tint van elke basiskleur in door het indrukken van of , in veld B.
3) Druk op [OK].
Tintaanpassing annuleren
y Schuif de indicator van de kleur waarvan u de instelling wilt annuleren naar het midden en druk vervolgens op [OK].
y Wanneer u de instelling van alle kleuren wilt annuleren, drukt u op [RESET] en daarna op [OK].
B
5 BEELD AANPASSEN
148 Gebruik van de beeldcorrectiefuncties
Verzadiging
Deze functie dient voor de instelling van de kleurverzadiging van het gehele beeld. Deze functie is beschikbaar in de
modus kleur en auto kleur.
1
Druk op [SATURATION] in het BEELD-menu.
2
Druk op of voor de instelling van de verzadiging en druk vervolgens op [OK].
Instelling van verzadiging annuleren
y Schuif de indicator naar het midden en druk vervolgens op [OK].
y Druk op [RESET] en daarna op [OK].
6.TEMPLATES
Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van templates.
Templates.............................................................................................................................. 150
Weergave templatemenu ...................................................................................................................................150
Gebruik van “Praktische templates" ...................................................................................................................151
Templates vastleggen.......................................................................................................... 153
Templates in de openbare templategroep vastleggen........................................................................................153
Aanmaken van een nieuwe persoonlijke groep..................................................................................................156
Templates in een persoonlijke groep vastleggen ...............................................................................................157
Templates oproepen ............................................................................................................159
Gegevens wijzigen ...............................................................................................................162
Gegevens van persoonlijke groep wijzigen ........................................................................................................162
Templategegevens wijzigen ...............................................................................................................................163
Groepen of templates wissen ............................................................................................. 165
Persoonlijke groepen wissen..............................................................................................................................165
Templates wissen ...............................................................................................................................................167
6 TEMPLATES
150 Templates
Templates
U kunt een template aanmaken met meerdere functies die vaak worden gebruikt zodat deze desgewenst kan worden
opgevraagd en u niet telkens ingewikkelde instellingen hoeft uit te voeren. Templates kunnen worden gebruikt voor het
kopiëren, het scannen en het versturen van een fax-bericht.
Fax-functies zijn alleen beschikbaar als de fax-unit (optie) is geïnstalleerd.
Weergave templatemenu
U kunt het templatemenu activeren door het indrukken van [TEMPLATE] op het aanraakpaneel wanneer u templates wilt
vastleggen of oproepen.
2008.5.5
1
2008.5.5
1
2008.5.5
1
2008.5.5
1
Draaien_Afdruk
Tijd_Pagina
=++
6.TEMPLATES
Templates 151
6 TEMPLATES
Gebruik van “Praktische templates"
Dit multifunctionele systeem beschikt over 12 standaardtemplates, die direct kunnen worden gebruikt. Deze zijn
vastgelegd onder groepsnummer 001 “Praktische templates”. Voor het oproepen ervan zie:
P.159 “Templates oproepen”
Templates met kopieerfuncties
Templates met scanfuncties
Toets
Functie
*1
Origineelformaat: dubbelzijdige kleine originelen, zoals visitekaartjes
Papierformaat: A4 (multifunctioneel systeem voor het A/B-formaat), LT (multifunctioneel systeem voor
het LT-formaat) 2IN1 / 4IN1: 2IN
(Plaats het origineel op de glasplaat voor originelen alvorens de template op te roepen aangezien de
automatische start in deze template wordt ingeschakeld. Druk na het scannen van de voorzijde en
daarna de achterzijde van het dubbelzijdige origineel op [GEREED] om het kopieerproces te starten.)
Kleurinstelling: AUTO KLEUR
2 IN 1 / 4 IN 1: 2 IN 1
Enkelzijdig/dubbelzijdig: 1 -> 1 ENKELZIJDIG
Kleurinstelling: AUTO KLEUR
Papierselectie: automatische papierselectie
Origineelformaat: verschillende formaten
TWEE/EENKLEURENKOPIE: TWEE KLEUREN (ZWART & ROOD)
Toets
Functie
*1
Origineel: enkelzijdig
Kleurinstelling: KLEUR
Modus voor originelen: TEKST
Opslagmethode: opgeslagen in de gedeelde map van dit multifunctionele systeem als een PDF-
bestand (multi) met hoge compressie
Origineel: dubbelzijdig
Kleurinstelling: KLEUR
Modus voor originelen: TEKST
Opslagmethode: opgeslagen in de gedeelde map van dit multifunctionele systeem als een PDF-
bestand (multi) met hoge compressie
Origineel: enkelzijdig
Kleurinstelling: ZWART
Modus voor originelen: TEKST/FOTO
Resolutie: 400 dpi
Opslagmethode: opgeslagen in de gedeelde map van dit multifunctionele systeem als een PDF-
bestand (multi)
Origineel: enkelzijdig
Kleurinstelling: AUTO KLEUR
Modus voor originelen: TEKST
Resolutie: 300 dpi
Opslagmethode: opgeslagen in de e-Filing-box (openbare box)
6 TEMPLATES
152 Templates
Templates met e-Filing-functies
*1 Voor functies anders dan hier vermeld is de standaardinstelling ervan van toepassing.
Toets
Functie
*1
Kleurinstelling: AUTO KLEUR
Modus voor originelen: TEKST/FOTO
Enkelzijdig/dubbelzijdig: 1 -> 1 ENKELZIJDIG
Opslagmethode: opgeslagen in de e-Filing-box
Geen afdrukfunctie
Kleurinstelling: AUTO KLEUR
Modus voor originelen: TEKST/FOTO
Enkelzijdig/dubbelzijdig: 2 -> 1 DUBBELZ. NAAR 2 ENKELZ.
Opslagmethode: opgeslagen in de e-Filing-box
Geen afdrukfunctie
Kleurinstelling: AUTO KLEUR
Modus voor originelen: TEKST/FOTO
Enkelzijdig/dubbelzijdig: 1 -> 2 DUBBELZIJDIG
Opslagmethode: opgeslagen in de e-Filing-box (openbare box)
Afdrukfunctie uitgevoerd
Kleurinstelling: AUTO KLEUR
Modus voor originelen: TEKST/FOTO
Enkelzijdig/dubbelzijdig: 1 -> 1 ENKELZIJDIG
Editing-functies: dubbele pagina
Opslagmethode: opgeslagen in de e-Filing-box
Geen afdrukfunctie
(De dubbele-paginafunctie is alleen voor A4-, LT- en B5-formaat beschikbaar.)
6 TEMPLATES
Templates vastleggen 153
Templates vastleggen
Templates moeten worden vastgelegd in de “openbare templategroep” of in de “persoonlijke groepen”. U kunt een
wachtwoord instellen om het gebruik van vastgelegde templates te beperken.
Openbare templategroep:
Dit is de standaardinstelling. Templates in deze groep kunnen door iedereen worden gebruikt. Het is handig meerdere
combinaties van functies die vaak in het gehele kantoor of in een afdeling worden gebruikt vast te leggen. Maximaal 60
templates kunnen in de openbare groep worden vastgelegd. Het Admin-wachtwoord (beheerder) is vereist voor het
vastleggen, wissen of wijzigen van templates in de openbare templategroep.
Persoonlijke groep:
U kunt maximaal 200 persoonlijke groepen aanmaken. Dit is handig voor elke afdeling, sectie of gebruiker. Maximaal 60
templates kunnen per groep worden vastgelegd. U kunt een wachtwoord instellen om het gebruik van de vastgelegde
templates te beperken. “Praktische templates” zijn standaard vastgelegd onder groep 001.
Templates in de openbare templategroep vastleggen
1
Stel alle benodigde functies in.
Voorbeeld: editing-functie – beeld schuiven, reproductiefactor – 90%, aantal kopieset –10
2
Druk op [TEMPLATE] op het aanraakpaneel.
Het templatemenu verschijnt.
3
Selecteer de openbare templategroep.
1) Druk op het tabblad [REGISTRATIE].
2) Druk op [OPENBARE SJABLOON GROEP].
3) Druk op [OPENEN].
6 TEMPLATES
154 Templates vastleggen
4
Druk op [WACHTWOORD].
Het bedieningspaneel verschijnt op het scherm.
5
Geef het Admin-wachtwoord op met behulp van het toetsenbord op het scherm of de
numerieke toetsen. Druk daarna op [OK].
Wanneer het verkeerde Admin-wachtwoord 3 keer achtereenvolgens wordt ingevoerd, wordt het
multifunctionele systeem gedurende ca. 30 seconden geblokkeerd. Wacht in dit geval totdat het wordt
gedeblokkeerd en toets het juiste wachtwoord in.
6
Selecteer een template.
1) Druk op een lege toets.
2) Druk op [BEWAREN].
Tussen menu's schakelen
Druk op of .
6.TEMPLATES
Templates vastleggen 155
6 TEMPLATES
7
Voer de benodigde gegevens over de template in.
NAAM 1 & 2: Toets de naam van de template in. NAAM 1 verschijnt boven de templatetoets en NAAM 2 verschijnt
eronder. Voer ten minste een ervan in. Wanneer u op een van beide drukt, verschijnt het bedieningspaneel op
het scherm. Toets maximaal 11 letters in.
De onderstaande tekens kunnen niet worden gebruikt.
; : / \ " = | * < > ? + [ ] , .
Gebruikersnaam: Toets zo nodig de naam van de template-eigenaar in. Wanneer u erop drukt, verschijnt het
bedieningspaneel op het scherm. Toets maximaal 30 letters in.
WACHTWOORD: Toets dit in wanneer u via het wachtwoord de template wilt oproepen. Wanneer u erop drukt,
verschijnt het bedieningspaneel op het scherm. Toets in zoals onderstaand beschreven.
1) Druk op [WACHTWOORD] en toets een wachtwoord van 5 letters in.
De ingetoetste letters verschijnen als sterretjes (*).
2) Druk op [TYP WACHTW OPNW] en toets het wachtwoord opnieuw in.
3) Druk op [OK].
Druk op de [CLEAR] toets op het bedieningspaneel om de ingetoetste letter te wissen.
AUTOMATISCHE START: Druk op [AAN] wanneer u de uitvoering van de ingestelde functies onmiddellijk na het
indrukken van een toets voor de betreffende template wilt starten. Druk op [UIT] wanneer u pas wilt starten bij
het indrukken van de [START] toets op het bedieningspaneel.
6 TEMPLATES
156 Templates vastleggen
Zelfs wanneer de automatische startfunctie is ingeschakeld, moet u in de volgende gevallen de
gebruikersnaam en het wachtwoord opgeven voor het oproepen van de template. Informeer bij uw beheerder
voor meer informatie over de gebruikersverificatie voor Scannen naar e-mailbericht en de
gebruikersbeheerfunctie..
y Als de gebruikersverificatie voor Scannen naar e-mailbericht is ingeschakeld en de gebruikersbeheerfunctie
is uitgeschakeld
y Als zowel de gebruikersverificatie voor Scannen naar e-mailbericht als de gebruikersbeheerfunctie zijn
ingeschakeld, maar de gebruikersnamen en wachtwoorden verschillend zijn
Na het invoeren van alle benodigde items drukt u op [OPSLAAN].
De template is nu vastgelegd en er wordt teruggekeerd naar het menu dat net vóór het vastleggen werd
weergegeven.
Aanmaken van een nieuwe persoonlijke groep
1
Druk op [TEMPLATE] op het aanraakpaneel.
Het templatemenu verschijnt.
2
Selecteer een groep.
1) Druk op het tabblad [REGISTRATIE].
2) Druk op een lege toets.
3) Druk op [OPEN].
Tussen menu's schakelen
y Druk op of .
y Toets het groepsnummer in (3 cijfers).
6.TEMPLATES
Templates vastleggen 157
6 TEMPLATES
3
Voer de benodigde gegevens over de groep in..
NAAM: Toets de naam van de groep in. Wanneer u erop drukt, verschijnt het bedieningspaneel op het scherm.
Toets maximaal 20 letters in. Zorg ervoor dat deze wordt ingevoerd.
Gebruikersnaam: Toets zo nodig de naam van de groeps-eigenaar in. Wanneer u erop drukt, verschijnt het
bedieningspaneel op het scherm. Toets maximaal 30 letters in.
WACHTWOORD: Toets dit in wanneer u via het wachtwoord de groep wilt bekijken of templates in de groep wilt
vastleggen. Wanneer u erop drukt, verschijnt het bedieningspaneel op het scherm. Toets in zoals onderstaand
beschreven.
1) Druk op [WACHTWOORD] en toets een wachtwoord van 5 letters in.
De ingetoetste letters verschijnen als sterretjes (*).
2) Druk op [TYP WACHTW OPNW] en toets het wachtwoord opnieuw in.
3) Druk op [OK].
Druk op de [CLEAR] toets op het bedieningspaneel om een ingetoetste letter te wissen.
Na het invoeren van alle benodigde items drukt u op [OK].
De nieuwe groep is nu vastgelegd en het menu voor het vastleggen van templates verschijnt.
4
Druk op de [FUNCTION CLEAR] toets op het bedieningspaneel.
Het menu keert terug naar het standaardmenu.
Templates in een persoonlijke groep vastleggen
1
Stel alle benodigde functies in.
Voorbeeld: editing-functie – beeld schuiven, reproductiefactor – 90%, aantal kopieset –10
6 TEMPLATES
158 Templates vastleggen
2
Druk op [TEMPLATE] op het aanraakpaneel.
Het templatemenu verschijnt.
3
Selecteer de gewenste groep.
1) Druk op het tabblad [REGISTRATIE].
2) Druk op de toets van de gewenste groep.
3) Druk op [OPEN].
Tussen menu's schakelen
y Druk op of .
y Toets het groepsnummer in (3 cijfers).
4
Toets het wachtwoord voor de geselecteerde groep in. (Als geen wachtwoord is
ingesteld, gaat u verder met stap 5.)
1) Toets het wachtwoord in.
2) Druk op [OK].
5
Leg een template zoals beschreven in stap 6 en 7 vast P.153 “Templates in de
openbare templategroep vastleggen”.
6 TEMPLATES
Templates oproepen 159
Templates oproepen
Wanneer u een template oproept, worden de daarin ingestelde functies automatisch geactiveerd. Als de automatische
startfunctie is ingeschakeld, start het multifunctionele systeem de uitvoering van elke functie automatisch wanneer u de
toets voor de betreffende template indrukt.
1
Vul de papierlade(n) met papier.
2
Plaats het origineel resp. de originelen.
3
Druk op [TEMPLATE] op het aanraakpaneel.
Het templatemenu verschijnt.
4
Druk op de toets voor de groep waarin de gewenste template is vastgelegd.
Tussen menu's schakelen
y Druk op of .
y Toets het groepsnummer in (3 cijfers).
6 TEMPLATES
160 Templates oproepen
5
Toets het wachtwoord in wanneer u de persoonlijke groep heeft geselecteerd. (Als geen
wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 6.)
1) Toets het wachtwoord in.
2) Druk op [OK].
6
Druk op de toets van de gewenste template.
Tussen menu's schakelen
Druk op of .
Templates met ingeschakelde automatische startfunctie kunnen worden aangeduid met . Als deze markering
wordt weergegeven, kunt u erop drukken om de uitvoering van de in de template ingestelde functies onmiddellijk te
starten.
7
Toets het wachtwoord voor de geselecteerde template in. (Als geen wachtwoord is
ingesteld, gaat u verder met stap 8.)
1) Toets het wachtwoord in.
2) Druk op [OK].
6.TEMPLATES
Templates oproepen 161
6 TEMPLATES
8
Controleer of “BIJWERKEN template (SJABLOON) instelling” wordt weergegeven op
het aanraakpaneel.
De melding wordt ca. 3 seconden weergegeven.
9
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
6 TEMPLATES
162 Gegevens wijzigen
Gegevens wijzigen
U kunt de gegevens wijzigen van reeds vastgelegde templates of persoonlijke groepen zoals templatenaam,
gebruikersnaam, wachtwoord en instelling van de automatische startfunctie.
De gegevens van de openbare templategroep kunnen worden gewijzigd vanuit het TopAccess-menu, maar niet via het
bedieningspaneel. Voor de wijziging ervan vanuit het TopAccess-menu zie de Handleiding voor TopAccess.
Gegevens van persoonlijke groep wijzigen
1
Selecteer de gewenste groep in het templatemenu.
1) Druk op het tabblad [REGISTRATIE].
2) Druk op de toets van de gewenste groep.
3) Druk op [BEWERKEN].
Tussen menu's schakelen
y Druk op of .
y Toets het groepsnummer in (3 cijfers).
2
Toets het wachtwoord voor de geselecteerde groep in. (Als geen wachtwoord is
ingesteld, gaat u verder met stap 3.)
1) Toets het wachtwoord in.
2) Druk op [OK].
3
Wijzig de gegevens zoals beschreven in stap 3 in P.156 “Aanmaken van een nieuwe
persoonlijke groep”.
4
Druk op de [FUNCTION CLEAR] toets op het bedieningspaneel.
Het menu keert terug naar het standaardmenu.
6.TEMPLATES
Gegevens wijzigen 163
6 TEMPLATES
Templategegevens wijzigen
1
Selecteer in het templatemenu de groep waarin de gewenste template is vastgelegd.
1) Druk op het tabblad [REGISTRATIE].
2) Druk op de toets van de gewenste groep.
3) Druk op [OPEN].
Tussen menu's schakelen
y Druk op of .
y Toets het groepsnummer in (3 cijfers).
2
Toets het wachtwoord als volgt in en druk vervolgens op [OK].
Als de openbare templategroep is geselecteerd: druk op [WACHTWOORD] en toets het Admin-wachtwoord (6
tot 10 tekens) in door middel van de toetsen op het aanraakpaneel of de numerieke toetsen op het
bedieningspaneel.
Als een persoonlijke groep is geselecteerd: toets een voor de geselecteerde groep ingesteld wachtwoord van 5
tekens in. Als geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 3.
Wanneer het verkeerde Admin-wachtwoord 3 keer achtereenvolgens wordt ingevoerd, wordt het
multifunctionele systeem gedurende ca. 30 seconden geblokkeerd. Wacht in dit geval totdat het wordt
gedeblokkeerd en toets het juiste wachtwoord in.
6 TEMPLATES
164 Gegevens wijzigen
3
Selecteer de gewenste template.
1) Druk op de toets van de betreffende template.
2) Druk op [BEWERKEN].
Tussen menu's schakelen
Druk op of .
4
Toets het wachtwoord voor de geselecteerde template in. (Als geen wachtwoord is
ingesteld, gaat u verder met stap 5.)
1) Toets het wachtwoord in.
2) Druk op [OK].
5
Wijzig de gegevens zoals beschreven in stap 7 in P.153 “Templates in de openbare
templategroep vastleggen”.
6 TEMPLATES
Groepen of templates wissen 165
Groepen of templates wissen
U kunt persoonlijke groepen of templates die niet meer worden gebruikt wissen. Als een persoonlijke groep wordt gewist,
gebeurt dit ook met alle templates in deze groep.
De openbare templategroep kan niet worden gewist.
Persoonlijke groepen wissen
1
Selecteer de gewenste persoonlijke groep in het templatemenu.
1) Druk op het tabblad [REGISTRATIE].
2) Druk op de toets van de gewenste groep.
3) Druk op [WISSEN].
Tussen menu's schakelen
y Druk op of .
y Toets het groepsnummer in (3 cijfers).
2
Toets het wachtwoord voor de geselecteerde groep in. (Als geen wachtwoord is
ingesteld, gaat u verder met stap 3.)
1) Toets het wachtwoord in.
2) Druk op [OK].
6 TEMPLATES
166 Groepen of templates wissen
3
Druk op [WISSEN].
De persoonlijke groep is nu gewist.
6.TEMPLATES
Groepen of templates wissen 167
6 TEMPLATES
Templates wissen
1
Selecteer in het templatemenu de groep waarin de gewenste template is vastgelegd.
1) Druk op het tabblad [REGISTRATIE].
2) Druk op de toets van de gewenste groep.
3) Druk op [OPEN].
Tussen menu's schakelen
y Druk op of .
y Toets het groepsnummer in (3 cijfers).
2
Toets het wachtwoord als volgt in en druk vervolgens op [OK].
Als de openbare templategroep is geselecteerd: druk op [WACHTWOORD] en toets het Admin-wachtwoord (6
tot 10 tekens) in door middel van de toetsen op het aanraakpaneel of de numerieke toetsen op het
bedieningspaneel.
Als een persoonlijke groep is geselecteerd: toets een voor de geselecteerde groep ingesteld wachtwoord van 5
tekens in. Als geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 3.
Wanneer het verkeerde Admin-wachtwoord 3 keer achtereenvolgens wordt ingevoerd, wordt het
multifunctionele systeem gedurende ca. 30 seconden geblokkeerd. Wacht in dit geval totdat het wordt
gedeblokkeerd en toets het juiste wachtwoord in.
6 TEMPLATES
168 Groepen of templates wissen
3
Selecteer de gewenste template.
1) Druk op de toets van de gewenste template.
2) Druk op [WISSEN].
Tussen menu's schakelen
y Druk op of .
y Toets het groepsnummer in (3 cijfers).
4
Toets het wachtwoord voor de geselecteerde template in. (Als geen wachtwoord is
ingesteld, gaat u verder met stap 5.)
1) Toets het wachtwoord in.
2) Druk op [OK].
5
Druk op [WISSEN].
De template is nu gewist.
7.TAAKSTATUS BEVESTIGEN
Dit hoofdstuk beschrijft de bevestiging van de verwerkingsstatus en de geschiedenis van de uitgevoerde
kopieeropdrachten alsmede de resterende hoeveelheid toner in de cartridges.
Bevestiging afdruktaakstatus ............................................................................................. 170
Taken in uitvoering of in de wachtrij bevestigen .................................................................................................170
Taakgeschiedenis bevestigen ............................................................................................................................174
Papierladen bevestigen......................................................................................................................................175
Hoeveelheid resterende toner bevestigen..........................................................................................................176
7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN
170 Bevestiging afdruktaakstatus
Bevestiging afdruktaakstatus
U kunt taken die in uitvoering zijn of zich in de wachtrij bevinden op het aanraakscherm bevestigen. U kunt taken in de
wachtrij ook annuleren, onderbreken of hervatten alsmede de volgorde ervan wijzigen. Het is bovendien mogelijk de
geschiedenis van uitgevoerde afdruktaken, de status van papierladen en de hoeveelheid resterende toner in de cartridges
te bevestigen.
Taken in uitvoering of in de wachtrij bevestigen
U kunt de taken die in uitvoering zijn of zich in de wachtrij bevinden op het aanraakscherm bevestigen.
Om deze te bekijken druk op [TAAKSTATUS] op het aanraakpaneel.
Als dit multifunctionele systeem wordt beheerd door middel van de gebruikersbeheerfunctie, dient u
gebruikersgegevens in te voeren zoals een gebruikersnaam of een wachtwoord in het gebruikersverificatie-menu.
De afdruktakenlijst verschijnt. (Druk op het tabblad [TAKEN] als een ander tabbladmenu wordt weergegeven.)
Kopieeropdrachten verschijnen in de afdruktakenlijst alsmede afdruktaken.
In de afdruktakenlijst kunt u de naam van de gebruiker die de taak heeft verzonden, de datum en de tijd van verzending,
het papierformaat, het aantal pagina's en kopiesets alsmede de verwerkingsstatus bevestigen. 5 taken verschijnen op 1
pagina van de afdruktakenlijst. Wanneer u op of op het aanraakpaneel drukt, gaat u naar het vorige of volgende
menu zodat u de maximaal 1000 taken kunt bekijken.
Druk op [SLUITEN] om de bevestiging te beëindigen. Er wordt teruggekeerd naar het menu dat werd weergegeven vóór
het drukken op [TAAKSTATUS].
7.TAAKSTATUS BEVESTIGEN
Bevestiging afdruktaakstatus 171
7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN
Taken annuleren
U kunt taken die niet meer hoeven te worden uitgevoerd annuleren.
1
Selecteer de gewenste taak in de afdruktakenlijst en druk vervolgens op [WISSEN].
2
Druk op [WISSEN].
De taak is nu geannuleerd.
7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN
172 Bevestiging afdruktaakstatus
Taken onderbreken
U kunt taken in de wachtrij onderbreken.
Alleen de 11e en de erop volgende taken (gerekend vanaf de taak in uitvoering) kunnen worden onderbroken.
Selecteer de gewenste taak in de afdruktakenlijst en druk vervolgens op [PAUZE].
De taak is nu onderbroken. De onderbroken taak wordt niet afgedrukt, zelfs niet wanneer die aan de beurt is. Het
afdrukken van de volgende taak begint.
Onderbroken taak hervatten
Selecteer de gewenste taak en druk vervolgens op [HERVAT].
7.TAAKSTATUS BEVESTIGEN
Bevestiging afdruktaakstatus 173
7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN
Taken verplaatsen
U kunt de volgorde van de taken in de wachtrij wijzigen door deze in de lijst te verplaatsen.
Alleen de 11e en de erop volgende taken (gerekend vanaf de taak in uitvoering) kunnen worden verplaatst. Deze
kunnen naar de 11e en de erop volgende posities worden verplaatst.
1
Selecteer de gewenste taak in de afdruktakenlijst en druk vervolgens op
[VERPLAATSEN].
2
Selecteer de positie waarheen u de taak wilt verplaatsen. (Deze wordt onder de
geselecteerde taak geplaatst.)
7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN
174 Bevestiging afdruktaakstatus
Taakgeschiedenis bevestigen
U kunt de geschiedenis van de uitgevoerde kopieeropdrachten op het aanraakpaneel bevestigen.
1
Druk op [TAAKSTATUS] op het aanraakpaneel.
2
Druk op het tabblad [LOG].
3
Druk op [PRINT].
Het afdruklogboek verschijnt. Kopieeropdrachten verschijnen in het afdruklogboek alsmede afdruktaken.
In het afdruklogboek kunt u de naam van de gebruiker die de taak heeft uitgevoerd, de datum en de tijd van
afdrukken, het papierformaat en het aantal pagina's of kopiesets bevestigen. 5 taken verschijnen op 1 pagina van
het afdruklogboek. Wanneer u op of op het aanraakpaneel drukt, gaat u naar het vorige of volgende menu
zodat u de maximaal 120 taken kunt bekijken.
Wanneer u de bevestiging beëindigt, drukt u op [RETURN] zodat het menu terugkeert naar dat in stap 3 en druk
vervolgens op [SLUITEN]. Er wordt teruggekeerd naar het menu dat werd weergegeven vóór het indrukken van
[TAAKSTATUS].
7.TAAKSTATUS BEVESTIGEN
Bevestiging afdruktaakstatus 175
7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN
Papierladen bevestigen
U kunt de instelling van papierformaat en -soort of het aantal resterende vellen in de papierladen bevestigen. Tijdens het
afdrukken kunt u bevestigen welke papierlade voor de papierinvoer zorgt.
1
Druk op [TAAKSTATUS] op het aanraakpaneel.
2
Druk op het tabblad [PAPIER].
Tijdens het afdrukken is de toets voor de papierlade waaruit papier wordt aangevoerd gemarkeerd.
Druk op [SLUITEN] om de bevestiging te beëindigen. Er wordt teruggekeerd naar het menu dat werd weergegeven
vóór het indrukken van [TAAKSTATUS].
Als het papier in de papierlade tijdens het afdrukken is opgeraakt, knippert [TAAKSTATUS] op het aanraakpaneel. Druk in
dit geval op [TAAKSTATUS] zodat het menu voor de weergave van de afdrukstatus verschijnt waarbij de toets voor de
papierlade waarin het papier is opgeraakt in dit menu knippert. Het afdrukken wordt hervat wanneer deze papierlade wordt
bijgevuld.
P.11 “Kopieerpapier aanbrengen”
7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN
176 Bevestiging afdruktaakstatus
Hoeveelheid resterende toner bevestigen
U kunt de hoeveelheid toner die nog ongeveer in de cartridge aanwezig is bevestigen.
1
Druk op [TAAKSTATUS] op het aanraakpaneel.
2
Druk op het tabblad [TONER].
Druk op [SLUITEN] om de bevestiging te beëindigen. Er wordt teruggekeerd naar het menu dat werd weergegeven
vóór het indrukken van [TAAKSTATUS].
8.OVERIGE INFORMATIE
Continue kopieersnelheid ................................................................................................... 178
Combinatiematrix kopieerfunctie .......................................................................................181
Combinatiematrix 1/2 .........................................................................................................................................181
Combinatiematrix 2/2 .........................................................................................................................................182
Combinatiematrix beeldcorrectiefunctie............................................................................ 183
Combinatiematrix 1/2 .........................................................................................................................................183
Combinatiematrix 2/2 .........................................................................................................................................184
8 OVERIGE INFORMATIE
178 Continue kopieersnelheid
Continue kopieersnelheid
Kopieersnelheden zijn afhankelijk van de wijze waarop originelen op de glasplaat worden geplaatst en enkelzijdige
afdrukken worden continu gemaakt met een reproductiefactor van 100% in de stand niet-sorteren (eenheid: vel/minuut).
e-STUDIO2020C
e-STUDIO2330C
Papierformaat
Toevoer-
magazijn
Papiersoort
NORMAAL/
GERECYCLE
D PAPIER
DIK1 DIK2 DIK3 DIK4
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
A4, A5-R, B5, LT, ST-R,
8.5"SQ
Papierlade
20 20 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5
Hand-
invoerbak
20 20 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5
A4-R, B5-R, LT-R Papierlade
17 17 13 13 13 13 13 13
Hand-
invoerbak
17 17 13 13 13 13 13 13 13 13
B4, FOLIO, LG, COMP,
13"LG
Papierlade
14 14 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5
Hand-
invoerbak
14 14 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5
A3, LD Papierlade
12 12 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5
Hand-
invoerbak
12 12 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5
305 mm x 457 mm,
320 mm x 450 mm
Papierlade
——————————
Hand-
invoerbak
111188888888
Papierformaat
Toevoer-
magazijn
Papiersoort
NORMAAL/
GERECYCLE
D PAPIER
DIK1 DIK2 DIK3 DIK4
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
A4, A5-R, B5, LT, ST-R,
8.5"SQ
Papierlade
28 23 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5
Hand-
invoerbak
28 23 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5
A4-R, B5-R, LT-R Papierlade
22 17 13 13 13 13 13 13
Hand-
invoerbak
22 17 13 13 13 13 13 13 13 13
B4, FOLIO, LG, COMP,
13"LG
Papierlade
19 14 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5
Hand-
invoerbak
19 14 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5
A3, LD Papierlade
16 12 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5
Hand-
invoerbak
16 12 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5
305 mm x 457 mm,
320 mm x 450 mm
Papierlade
——————————
Hand-
invoerbak
151188888888
8.OVERIGE INFORMATIE
Continue kopieersnelheid 179
8 OVERIGE INFORMATIE
e-STUDIO2820C
e-STUDIO3520C
Papierformaat
Toevoer-
magazijn
Papiersoort
NORMAAL/
GERECYCLED
PAPIER
DIK1 DIK2 DIK3 DIK4
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
A4, A5-R, B5, LT, ST-R,
8.5"SQ
Papierlade
28 28 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5
Hand-
invoerbak
28 28 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5
A4-R, B5-R, LT-R Papierlade
22 22 13 13 13 13 13 13
Hand-
invoerbak
22 22 13 13 13 13 13 13 13 13
B4, FOLIO, LG, COMP,
13"LG
Papierlade
19 19 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5
Hand-
invoerbak
19 19 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5
A3, LD Papierlade
16 16 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5
Hand-
invoerbak
16 16 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5
305 mm x 457 mm,
320 mm x 450 mm
Papierlade
———————
Hand-
invoerbak
151588888888
Papierformaat
Toevoer-
magazijn
Papiersoort
NORMAAL/
GERECYCLED
PAPIER
DIK1 DIK2 DIK3 DIK4
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
A4, A5-R, B5, LT, ST-R,
8.5"SQ
Papierlade
35 35 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5
Hand-
invoerbak
35 35 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5
A4-R, B5-R, LT-R Papierlade
26 26 13 13 13 13 13 13
Hand-
invoerbak
26 26 13 13 13 13 13 13 13 13
B4, FOLIO, LG, COMP,
13"LG
Papierlade
22 22 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5
Hand-
invoerbak
22 22 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5
A3, LD Papierlade
18 18 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5
Hand-
invoerbak
18 18 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5
305 mm x 457 mm,
320 mm x 450 mm
Papierlade
———————
Handinvoer
bak
17 17 8 8 8 8 8 8 8 8
8 OVERIGE INFORMATIE
180 Continue kopieersnelheid
e-STUDIO4520C
*1 KLEUR, TWEEKLEURENKOPIE, EENKLEURENKOPIE, BEELD SMOOTHING (EGALISATIE)
y De snelheid bij afdrukken met handinvoer wanneer het papierformaat is ingesteld, is zoals hierboven aangegeven.
y Door TOSHIBA aanbevolen papier wordt gebruikt voor de waarden van de bovenstaande specificaties.
y Deze specificaties variëren afhankelijk van de kopieercondities en de omgeving.
Papierformaat
Toevoer-
magazijn
Papiersoort
NORMAAL/
GERECYCLED
PAPIER
DIK1 DIK2 DIK3 DIK4
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
Z/W
Kleur
*1
A4, A5-R, B5, LT, ST-R,
8.5"SQ
Papierlade
45 45 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5
Hand-
invoerbak
45 45 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5 17.5
A4-R, B5-R, LT-R Papierlade
32 32 13 13 13 13 13 13
Hand-
invoerbak
32 32 13 13 13 13 13 13 13 13
B4, FOLIO, LG, COMP,
13"LG
Papierlade
26 26 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5
Hand-
invoerbak
26 26 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5 10.5
A3, LD Papierlade
22 22 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5
Hand-
invoerbak
22 22 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5 8.5
305 mm x 457 mm,
320 mm x 450 mm
Papierlade
—————————
Hand-
invoerbak
22 22 8 8 8 8 8 8 8 8
8 OVERIGE INFORMATIE
Combinatiematrix kopieerfunctie 181
Combinatiematrix kopieerfunctie
Combinatiematrix 1/2
Leeg Gekopieer
d
Gekopieer
d voorblad
Leeg
achterblad
Beide leeg Gekopieer
d voorblad
Leeg
voorblad
Neg/Pos Spiegel Mask Trim
*1 *1 Ja Ja *1 *1 Ja *1 Ja *4 *1 *1 *3 *3 *3 *3 *3 *3 Ja *1 *1 *1 *1
Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja *4 Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Ja Ja *3 *3 Ja Nee Nee *4 Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja *3 Ja Ja Ja Ja
1 - 1 enkelzijdig
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja *3 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
1 - 2dubbelzijdig
Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja *3 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja
2 - 1 dubbelz. Naar 2 enkelz.
Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja *3 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja
2 - 2 dubbelzijdig
Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja
Boek - 2
Ja Ja Ja Nee Nee Nee -- Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Niet sorteren / niet nieten
*3 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja *4 Ja Ja *3 *3 *3 *3 *3 *3 Ja Ja Ja Ja Ja
Sorteren
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja *4 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Groep
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja *4 Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja
Nieten en sorteren
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja *4 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Tijdschrift sorteren
Nee Nee Ja Ja Nee Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee
Tijdschrift sorteren en rughechten
Nee Nee Ja Ja Nee Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee
Perforeren
Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja *4 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Rughechten
Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Nee Ja *4 Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee
Roteren en sorteren
Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja *4 Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja
*3 *3 Ja Ja Nee Nee Ja Nee Ja *4 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Ja Ja Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee
Ja Ja Ja Ja Nee Nee -- Nee Ja *4 Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Nee Nee
Ja Ja Ja Ja Nee Nee -- Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
*3 *3 Ja Ja Nee Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Trim
Ja Ja Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee -- -- --
Mask
Ja Ja Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee -- --
Spiegel
Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee --
Neg/Pos
Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Leeg voorblad
*3 *3 Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja -- -- --
Gekopieerd voorblad
*3 *3 Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja -- --
Beide leeg
*3 *3 Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja --
Gekopieerd voorblad Leeg achterblad
*3 *3 Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja
Gekopieerd
*3 *3 Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja --
Leeg
*3 *3 Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja
*3 *3 Ja Ja Nee Nee Ja Nee Ja *4 Ja
*3 *3 Ja Ja Nee Nee Ja Nee Ja *4
*4 *4 Ja *4 Nee Nee Ja *4 *4
Ja Ja Ja Ja *3 Ja Ja Ja *1 Selectie papierformaat is vereist.
Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja *2 Selectie papierformaat is vereist voor [DUBBEL NIETEN] EN [ACHT].
Ja Ja Ja Ja -- Ja *3 De op een later tijdstip ingestelde functie is geldig.
*3 *3 Nee Ja Nee *4 De instelling kan niet worden gewijzigd vanaf de 2e taak erna.
Nee Nee Nee Ja *5 Inbindruimte is niet beschikbaar.
Ja Ja Ja
Ja Ja
Nee
Invoegveld
Invoegvel
Adruk via
handinvoe
r
Afdruk via handinvoer
Fotozoom
Taak-
opbouw
ADF ->
SADF
BewerkenAfdruk-
richting
Gemengde origineelformaten
Pagina-
nummer
Geen
blamco
pagina
Buitenkant
wissen
Afdruk-
herhaling
Kopiëren & opslaan
Opslag e-Filing
Taakopbouw
Volledige afdruk
Buitenkant wissen
Afdrukherhaling
Geen blanco pagina
ADF -> SADF
Boek <-> KALENDER
Afdrukrichting
Tijdafdruk
Paginanummer
XY zoom
Dubbele pagina
Kaftblad
Bewerken
Finishing
Dubbel-
zijdig
Midden van boek wissen
Beeld verplaatsen
Rand wissen
2IN1 / 4IN1
XY zoomKopiëren
en
opslaan
Volledige
afdruk
KaftbladTijdafdrukBoek <->
KALEN-
DER
8 OVERIGE INFORMATIE
182 Combinatiematrix kopieerfunctie
Combinatiematrix 2/2
1 - 1 enkelzijdig
1 - 2dubbelzijdig
2 - 1 dubbelz. Naar 2 enkelz.
2 - 2 dubbelzijdig
Boek - 2
Niet sorteren / niet nieten
Sorteren
Groep
Nieten en sorteren
Tijdschrift sorteren
Tijdschrift sorteren en rughechten
Perforeren
Rughechten
Roteren en sorteren
Trim
Mask
Spiegel
Neg/Pos
Leeg voorblad
Gekopieerd voorblad
Beide leeg
Gekopieerd voorblad Leeg achterblad
Gekopieerd
Leeg
Invoegvel
Afdruk via handinvoer
Fotozoom
Gemengde origineelformaten
Kopiëren & opslaan
Taakopbouw
Volledige afdruk
Buitenkant wissen
Afdrukherhaling
Geen blanco pagina
ADF -> SADF
Boek <-> KALENDER
Afdrukrichting
Tijdafdruk
Paginanummer
XY zoom
Dubbele pagina
Kaftblad
Bewerken
Finishing
Dubbel-
zijdig
Midden van boek wissen
Beeld verplaatsen
Rand wissen
2IN1 / 4IN1
Roteren
en
sorteren
Rughecht
en
Perforeren Tijdschrifty
sorteren &
rughechte
n
Tijdschrift
sorteren
Nieten en
sorteren
Groep Sorteren Niet
sorteren /
niet nieten
Boek - 2 2 - 2
dubbelzijdi
g
2- 1
dubbelzijdi
g naar
enkelzijdig
2 - 2
dubbelzijdi
g
1 - 1
enkelzijdig
*3 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *2 Ja Ja Ja *1 *1 Ja *1 Ja *1 *1
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee
*3 Nee Ja Ja Ja Nee *3 Ja *3 *3 Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja
*3 *3 Ja Ja Ja Ja *3 Ja *3 *3 Ja Ja Ja Ja *3 *3 *3 *3
*3 *3 Ja Ja Ja Ja *3 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja *3 *3 *3
*3 Nee Nee Ja Ja Ja *3 Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja *3 *3
*3 Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja *3
Nee Nee Nee Ja Ja Nee *3 Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja
Ja Ja Ja Ja Ja *3 *3 Ja *3 *3 *3 *3 *3
Ja Ja Ja Ja Ja *3 *3 Ja *3 *3 *3 *3
Ja Ja Ja Ja Ja *3 *3 Ja *3 *3 *3
Ja Ja Ja Ja Ja *3 *3 Ja *3 *3
Nee Nee Nee Ja Nee *3 *3 Nee *3
Nee Nee Nee Ja Nee *3 *3 Nee
Ja Ja Nee Ja Ja Nee Nee
Nee Nee Nee Ja Nee *3
Ja Nee Ja Ja Ja
Ja *5 Ja Ja
Ja Ja Nee
Nee Nee
Nee
*1 Selectie papierformaat is vereist.
*2 Selectie papierformaat is vereist voor [DUBBEL NIETEN] EN [ACHT].
*3 De op een later tijdstip ingestelde functie is geldig.
*4 De instelling kan niet worden gewijzigd vanaf de 2e taak erna.
*5 Inbindruimte is niet beschikbaar.
2IN1 /
4IN1
Finishing 2-sided Afdruk via
handinvoe
r
Beeld
verplaatse
n
Rand
wissen
Dubbele
pagina
Midden
van het
boek
wissen
Fotozoom Gemengd
e origineel-
formaten
8 OVERIGE INFORMATIE
Combinatiematrix beeldcorrectiefunctie 183
Combinatiematrix beeldcorrectiefunctie
Combinatiematrix 1/2
Markering Helder Levendig Koel Warm
Ja Ja Ja Ja Ja *1 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Kleur
Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Auto kleur
Ja Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja
Zwart
Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Tweekleurenkopie - Twee kleuren selecteerbaar
Nee Nee Nee Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Tweekleurenkopie - rood & zwart
Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Eenkleurenkopie
Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Tekst/foto
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Tekst
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Foto
Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Afbeelding
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Kaart
Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Beeld smoothing (egalisatie)
Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Ja Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Ja Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee
Warm
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Koel
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Levendig
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Helder
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Markering
Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Ja Ja Ja Ja Ja
Ja Ja Ja Ja
Nee Nee Nee
Nee Nee
Ja
*1 Alleen beschikbaar bij handinstelling
Tint
Kleurbalans
Kleur-
instelling
Densiteit handmatig/auto
Verzadiging
Instellen rood- & zwartbereik
Aanpassing
dmv van één
druk
Instellen Twee kleuren selecteerbaar
Scherpte
Achtergrondaanpassing
RGB-aanpassing
Modus voor
originelen
KleurbalansScherpte RGB
aanpassing
Aanpassing dmv één drukInstellen
Tweekleure
n
selecteerba
ar
Achtergrond-
aanpassing
Verzadiging Tint Instellen
rood-&
zwartbereik
8 OVERIGE INFORMATIE
184 Combinatiematrix beeldcorrectiefunctie
Combinatiematrix 2/2
Kleur
Auto kleur
Zwart
Tweekleurenkopie - Twee kleuren selecteerbaar
Tweekleurenkopie - rood & zwart
Eenkleurenkopie
Tekst/foto
Tekst
Foto
Afbeelding
Kaart
Beeld smoothing (egalisatie)
Warm
Koel
Levendig
Helder
Markering
Tint
Kleurbalans
Kleur-
instelling
Densiteit handmatig/auto
Verzadiging
Instellen rood- & zwartbereik
Aanpassing
dmv van één
druk
Instellen Twee kleuren selecteerbaar
Scherpte
Achtergrondaanpassing
RGB-aanpassing
Modus voor
originelen
Beeld
smoothing
(egalisatie)
Kaart Afbeelding Foto Tekst Tekst/foto Eenkleuren-
kopie
Tweekleure
n- kopie -
rood & zwart
Tweekleure
n- kopie -
Twee
kleuren
selecteerba
ar
Zwart Auto kleur Kleur
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee
Ja Nee Nee Ja Ja Ja Nee Nee Nee
Nee Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee
Nee Nee Ja Nee Ja Ja Nee
Nee Ja Ja Ja Ja Ja
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee
Nee Nee
Nee
*1 Alleen beschikbaar bij handinstelling
Color mode Densiteit
handmatig /
auto
Modus voor originelen
TREFWOORDENREGISTER 185
TREFWOORDENREGISTER
Numerics
2IN1/4IN1 ..................................................................98
A
A/B-formaat ...............................................................11
Aanbevolen papier .....................................................11
AANPASSING DMV ÉÉN DRUK ...............................138
Aanraakpaneel ............................................................8
Aantal afdrukken ............................................. 9, 29, 48
Aantal resterende kopiesets ..........................................9
ACHTERGRONDAANPASSING ................................139
ADF ........................................................................124
AFBEELDING ............................................................55
Afdelingsbeheerfunctie .................................................8
AFDRUKHERHALING ..............................................127
AFDRUKRICHTING .................................................121
Afwerkfunctie
Afwerkfunctie ......................................................48
groep .......................................................... 65, 67
handmatig nieten .......................................... 65, 76
niet sorteren niet nieten ........................................65
nieten en sorteren ......................................... 65, 70
perforatie ..................................................... 65, 75
roteren en sorteren ....................................... 65, 69
RUGHECHTEN ...................................................72
rughechten .........................................................65
Selecteren van ....................................................65
sorteren ....................................................... 65, 67
tijdschrift sorteren ......................................... 65, 72
tijdschrift sorteren & rughechten ..................... 65, 72
[AFWERKING] .............................................................8
AMS (automatische zoomselectie) ...............................57
[APS] ................................................................... 8, 50
APS (automatische papierselectie) ...............................50
AUTO KLEUR ...........................................................54
Automatisch documentinvoersysteem -> enkelvoudige invoer
124
Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting
aanwijzingen
.......................................................26
ongeschikte originelen .........................................26
automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting
aanwijzingen
.......................................................26
gebruik van het automatische documentinvoersysteem met
omkeerinrichting (optie) ...........................26
Automatische papierselectie (APS) ..............................50
Automatische start .....................................................32
Automatische wis-functie ..................................... 37, 49
Automatische zoomselectie (AMS) ...............................57
B
Basismenu ..................................................................8
Bedieningseenheid voor nieten ....................................76
BEELD SMOOTHING (EGALISATIE) ...........................55
Beeldcorrectiefuncties
AANPASSING DMV ÉÉN DRUK .........................138
ACHTERGRONDAANPASSING .........................139
Beeldcorrectiefuncties ........................................133
EENKLEURENKOPIE ........................................146
KLEURBALANS ................................................135
RGB-AANPASSING ...........................................137
SCHERPTE ......................................................140
TINT ................................................................147
TWEEKLEURENKOPIE .....................................141
Verzadiging .......................................................148
[BEELD] tabblad ................................................. 8, 134
Belichtingsaanpassing ......................................... 48, 56
Bevestigingsscherm .................................................. 48
BEWERKEN ........................................................... 103
maskeren ......................................................... 103
negatief/positief-omkering .................................. 106
spiegelbeeld ..................................................... 106
trimming .......................................................... 103
[BEWERKEN] tabblad ................................................. 8
BOEK - KALENDER ................................................ 123
C
Combinatiematrix beeldcorrectiefunctie ..................... 183
Combinatiematrix kopieerfunctie ............................... 181
Continue invoer ......................................................... 27
D
Dik papier ................................................................. 11
DUBBELE PAGINA ................................................... 96
[DUBBELZIJDIG] ........................................................ 8
Dubbelzijdig kopiëren
boek -> dubbelzijdige afdruk ................................ 77
dubbelzijdig origineel -> dubbelzijdige afdruk ......... 77
dubbelzijdig origineel -> enkelzijdige afdruk ........... 77
enkelzijdig origineel -> dubbelzijdige kopie ............ 77
enkelzijdig origineel -> enkelzijdige afdruk ............. 77
instelling enkelzijdig/dubbelzijdig .......................... 77
E
Editing-functies ......................................................... 87
2IN1/4IN1 .......................................................... 98
AFDRUKHERHALING ....................................... 127
AFDRUKRICHTING .......................................... 121
BEWERKEN .................................................... 103
BOEK - KALENDER .................................. 123, 124
DUBBELE PAGINA ............................................. 96
GEEN LEGE PAGINA ....................................... 129
INVOEGVEL .................................................... 112
KAFTBLAD ...................................................... 109
MIDDEN VAN BOEK WISSEN ............................. 94
PAGINANUMMER ............................................ 116
TAAKOPBOUW ................................................ 118
TIJDAFDRUK ................................................... 115
TIJDSCHRIFT SORTEREN ............................... 101
VERPL. BEELD .................................................. 89
VOLLEDIGE AFDRUK ...................................... 126
WIS BUITENZIJDE ........................................... 131
WIS RAND ......................................................... 93
XY ZOOM ........................................................ 107
EDIT-menu ............................................................... 88
EENKLEURENKOPIE ............................................. 146
Eindgeleiding ............................................................ 13
Enkelvoudige invoer .................................................. 28
Etiketten ............................................................. 11, 37
Extra groot papierinvoermagazijn .......................... 11, 19
F
Finisher
Finisher ............................................................. 65
Finisher voor rughechten ..................................... 65
naam van elk onderdeel ...................................... 66
Zwevende finisher ............................................... 65
FOTO ...................................................................... 55
Fotozoom ................................................................. 62
FTP ......................................................................... 85
[FUNCTION CLEAR] toets ............................. 37, 48, 49
G
Gebruikersbeheerfunctie .............................................. 8
186 TREFWOORDENREGISTER
Gedeelde map ...........................................................85
GEEN LEGE PAGINA ..............................................129
GERECYCLED PAPIER .............................................11
Glasplaat voor originelen ............................................24
GROEP ....................................................................67
Groep .......................................................................65
H
[HANDINVOER] .........................................................10
Handinvoerbak ....................................... 11, 37, 38, 43
Handmatig nieten ................................................ 65, 76
Helptoets ....................................................................9
Hoeveelheid resterende toner ....................................176
I
Ingestelde functies annuleren ......................................49
Instelling enkelzijdig/dubbelzijdig .................................48
Instelling papiersoort ..................................... 17, 39, 42
[INSTELLINGEN] .........................................................9
[INTERRUPT] toets ....................................................33
INVOEGVEL ...........................................................112
Invoer .......................................................................27
J
Jobgeschiedenis ......................................................174
[JOBSTATUS] .............................................................9
Jobstatus ................................................................170
Jobstatus-menu .......................................................170
K
KAART .....................................................................55
KAFTBLAD .............................................................109
Keurinstelling
AUTO KLEUR
.....................................................54
BEELD SMOOTHING (EGALISATIE) ....................55
KAART ...............................................................55
K-formaat ..................................................................11
KLEUR .....................................................................54
KLEURBALANS .......................................................135
Kleurinstelling
KLEUR ...............................................................54
kleurinstelling ............................................... 48, 54
ZWART ..............................................................54
KOPIEERFUNCTIES
Vóór gebruik van de kopieerfuncties ......................48
Kopieerfuncties
ingestelde functies annuleren ................................49
ingestelde functies bevestigen ..............................48
Kopiëren
aantal afdrukken ........................................... 29, 48
automatische start ...............................................32
basisprocedure ....................................................29
boeken ........................................................ 25, 80
continue kopieersnelheid ....................................178
Dubbelzijdig kopiëren ...........................................77
foto-originelen .....................................................62
Kopiëren .............................................................29
kopiëren & opslaan ..............................................83
Kopiëren met handinvoer ......................................37
niet-standaard papierformaat ................................43
onderbreking .......................................................33
opnieuw starten ...................................................31
originelen met verschillende formaten ....................52
proefkopie ...........................................................34
Reproductiefactor ................................................57
reproductiefactor .................................................48
stoppen ..............................................................31
Voorbereidende werkzaamheden ......................... 22
KOPIËREN & OPSLAAN ........................................... 83
Kopiëren met handinvoer
Kopiëren met handinvoer ..................................... 37
niet-standaard papierformaat ............................... 43
standaard papierformaat ...................................... 38
Kopiëren met onderbreking ........................................ 33
L
Laden ................................................................ 11, 12
Logboek ................................................................. 174
LT-formaat ............................................................... 11
M
Meldingsgebied copierstatus .................................. 8, 10
Meldingsgebied voor berichten ..................................... 8
Meldingsgebied voor waarschuwingsmeldingen .............. 8
menu BEELD .......................................................... 134
MIDDEN VAN BOEK WISSEN ................................... 94
[MODUS VOOR ORIGINELEN] .............................. 9, 55
Modus voor originelen
AFBEELDING
.................................................... 55
FOTO ................................................................ 55
modus voor originelen ................................... 48, 55
TEKST .............................................................. 55
TEKST/FOTO .................................................... 55
N
NetWare IPX/SPX ..................................................... 86
NetWare TCP/IP ....................................................... 86
Niet sorteren niet nieten ............................................. 65
Nieten en sorteren ............................................... 65, 70
Normaal papier ......................................................... 11
O
Openbare templategroep ......................................... 153
[OPSLAG] .................................................................. 9
Opslag van kleurenkopieën ........................................ 22
Opvang originelen ..................................................... 27
Originelen
gebruik van het automatische documentinvoersysteem met
omkeerinrichting (optie) .......................... 26
maximum aantal vellen per scanopdracht .............. 23
originelen op
Aanvaardbare originelen ...................................... 23
Plaatsen van ...................................................... 23
Overhead sheets ........................................... 11, 37, 40
P
PAGINANUMMER ................................................... 116
Papier
aanwijzingen voor de opslag van kopieerpapier
..... 12
Geen papier meer ............................................... 30
geschikt kopieerpapier ........................................ 11
instelling papierformaat ....................................... 17
instelling papiersoort ..................................... 39, 42
ongeschikt kopieerpapier ..................................... 12
papierformaat vastleggen .................................... 16
Plaatsen van ...................................................... 11
plaatsen van ................................................ 12, 19
resterende papier ............................................... 10
Papierformaat vastleggen .......................................... 16
Papierformaatindicator ............................................... 14
Papiergeleiders van de handinvoerbak .................. 38, 43
Papiergeleiders van de papierlade .............................. 13
Papiergeleiders van het automatische documentinvoersysteem
met omkeerinrichting ........................................ 27, 28
TREFWOORDENREGISTER 187
Papierhouder .............................................................37
Papierladen .............................................................175
Papierladetoetsen ......................................................10
Papierselectie ..................................................... 48, 50
Papiersoort in de handinvoerbak ..................................10
Perforatie ........................................................... 65, 75
Perforatie-unit ............................................................65
Persoonlijke groep
aanmaken .........................................................156
gegevens van persoonlijke groep wijzigen ............162
persoonlijke groep .............................................153
templates vastleggen .........................................157
wissen ..............................................................165
Praktische templates ................................................151
[PROEFKOPIE] ...........................................................9
Proefkopie .................................................................34
R
Reproductiefactor ................................................ 48, 57
RGB-AANPASSING .................................................137
Roteren en sorteren ............................................ 65, 69
RUGHECHTEN .................................................. 65, 72
S
SADF .....................................................................124
SCHERPTE .............................................................140
[SJABLOON] ...............................................................9
SMB .........................................................................85
Sorteren ............................................................. 65, 67
Standaard instellingen ................................................48
[STANDAARD] tabblad .................................................8
[START] toets ............................................................30
[STOP] toets ..............................................................31
T
TAAKOPBOUW .......................................................118
Taken
annuleren .........................................................171
bevestigen ........................................................170
onderbreken / hervatten .....................................172
verplaatsen .......................................................173
TEKST ......................................................................55
TEKST/FOTO ............................................................55
[TEMPLATE] ...........................................................150
Templatemenu .........................................................150
Templates
gegevens wijzigen .................................... 162, 163
oproepen ..........................................................159
praktische templates ..........................................151
templates ..........................................................150
vastleggen ............................................... 153, 157
wissen ..................................................... 165, 167
TIJDAFDRUK ..........................................................115
TIJDSCHRIFT SORTEREN ......................................101
Tijdschrift sorteren ............................................... 65, 72
Tijdschrift sorteren & rughechten .......................... 65, 72
TINT .......................................................................147
Toetsen voor de belichtingsaanpassing ..........................9
Toetsen voor kleurinstelling ...........................................9
TopAccess ..............................................................162
TWEEKLEURENKOPIE ............................................141
U
[UITVOERLADE] .......................................................10
Uitvoerbak selecteren .................................................36
[GEBR.FUNCTIE] toets ..............................................16
V
VERPL. BEELD ........................................................ 89
Verzadiging ............................................................ 148
VOLLEDIGE AFDRUK ............................................. 126
W
Watervast papier ....................................................... 11
Weergave kopieopvangbak ........................................ 10
WIS BUITENZIJDE ................................................. 131
WIS RAND ............................................................... 93
X
XY ZOOM .............................................................. 107
Y
YMCK-instelling ...................................................... 135
Z
Zijgeleidervergrendeling ............................................. 13
[ZOOM] ................................................................ 8, 57
ZWART .................................................................... 54
188 TREFWOORDENREGISTER
e-STUDIO2020C/2330C/2820C/3520C/4520C
2-17-2, HIGASHIGOTANDA, SHINAGAWA-KU, TOKYO, 141-8664, JAPAN
MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN
Kopieerhandleiding
©2010 TOSHIBA TEC CORPORATION alle rechten voorbehouden
Ver02 2010-02
175


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Toshiba e-STUDIO 2820c at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Toshiba e-STUDIO 2820c in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 16,36 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Toshiba e-STUDIO 2820c

Toshiba e-STUDIO 2820c Quick start guide - English - 78 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info