Ȝ De buizen aaneenschroeven m.b.v. de
bijgaande schroeven (fig. 6/pos. 3), de
plastic hulzen (fig. 6/pos. 4) en de
stervormige schroef (fig. 6/pos. 5).
Montage van de bovenste schuifbeugel
(zie fig. 7)
Ȝ Bovenste schuifbeugel (fig. 7) positioneren
zodat de gaten van de bovenste
schuifbeugel gelijk liggen met de gaten van
de onderste schuifbeugel.
Ȝ De buizen aaneenschroeven m.b.v. de
bijgaande schroeven (fig. 7/pos. 1), de
plastic hulzen (fig. 7/pos. 2) en de
stervormige schroef (fig. 7/pos. 3).
Ȝ Met de bijgaande kabelhouders (fig. 8) de
netkabel op de buizen van de
schuifbeugels vastmaken zodat het openen
en sluiten van de uitlaatklep verzekerd is
(fig. 9/pos. A).
Ȝ Let op! Let er goed op dat de uitlaatklep
steeds gemakkelijk kan worden geopend
en gesloten!
Afstellen van de steelhoogte (zie fig. 17)
Draai aan weerskanten van de verticuteerder
de stervormige schroef (fig. 17/pos. 1) met
enkele slagen los. Stel de gewenste hoogte
van de steel af.
Let op!
De steelhoogte mag tijdens het werken enkel
binnen de markering (fig. 17/pos. V) worden
afgesteld.
Haal de stervormige schroeven terug aan.
Let op!
Aan weerskanten moet dezelfde hellingshoek
worden afgesteld.
Montage van de opvangkorf (zie fig. 10-13)
Ȝ De beide stukken van het stangenstelsel
ineenschuiven (fig. 10).
Ȝ De opvangkorf over het metalen
stangenstelsel trekken (fig. 11).
Ȝ De rubberlassen over het metalen
stangenstelsel omslaan (fig. 12).
Ȝ Teneinde de opvangkorf op de
verticuteerder vast te haken heft u de
uitlaatklep (fig. 13/pos. 1) met een hand op
en pakt u de opvangzak met de andere
hand aan de handgreep vast om hem van
boven vast te haken (fig. 13).
Let op!
Bij het vasthaken van de opvangkorf moet de
motor afgezet zijn en mag de messenwals niet
draaien!
6. Afstellen van de
verticuteerdiepte (zie fig. 14)
De verticuteerdiepte wordt aan de beide
voorwielen afgesteld m.b.v. het
verstelmechanisme. Te dien einde trekt u er de
stelschroef uit en brengt u ze naar links of
rechts naar een van de standen = 0/ I / II / III.
Let op!
Aan weerskanten moet steeds dezelfde
verticuteerdiepte worden afgesteld!
0 = rij- / of transportstand
I = verticuteerdiepte 3 mm
II = verticuteerdiepte 7 mm
III = verticuteerdiepte 9 mm
7. Inbedrijfstelling
Sluit de aansluitkabel van de verticuteerder
aan op de stekker (fig. 15/pos. 1) en beveilig
de aansluitkabel d.m.v. de
kabelontlastingsklem (fig. 15/pos. 2).
Let op!
Om het ongewild aanzetten van de
verticuteerder te voorkomen, is de
schuifbeugel (fig. 16/pos. 1) voorzien van een
tweepuntsschakelaar (fig. 16/pos. 2) die moet
worden ingedrukt voordat de schakelhendel
(fig. 16/pos. 3) kan worden ingedrukt. Als u de
schakelhendel loslaat, wordt de verticuteerder
meteen uitgeschakeld.
Voer deze procedure meermaals uit om er
zeker van te zijn dat uw gereedschap correct
werkt. Voordat u een herstelling of
onderhoudswerkzaamheid op het toestel
verricht dient u er zich van te vergewissen dat
de messenwals niet draait en het toestel
31
NL