6.0. Opbouw
6.1. Installatie (fig. 1-3)
De machine wordt als volgt gemonteerd :
b Machinevoet (1) plaatsen
b Montageflens met kolom (2) op de machinevoet
(1) bevestigen d.m.v. drie schroeven (3) en
moerplaatjes.
b Boortafel (4) met boortafelhouder de kolom (2)
op schuiven (fig. 3). Zet de boortafel in de
gewenste stand vast m.b.v. de klemschroef (5).
b Boorkop (6) met v-snaarafdekking (7) en motor
(8) op de boorkolom plaatsen en bevestigen
d.m.v. de inbusschroeven (13).
b Drie hendels (9) aan het aanzethandkruis
schroeven.
Aanwijzing: Als bescherming tegen corrosie zijn alle
blanke onderdelen ingevet. Vóór u de boorhouder
(10) op de spil (11) plaatst moet u de beide
onderdelen helemaal van vet ontdoen m.b.v. een
milieuvriendelijk oplosmiddel opdat een optimale
krachtoverbrenging verzekerd is.
b Boorhouder op de spil plaatsen.
6.2. Opstellen van de machine (fig. 1)
Vóór de inbedrijfstelling moet de boormachine vast
en met haar hele oppervlak rustend op de werkplaat
van een vast staande werkbank worden gemonteerd.
Gebruik daarvoor de beide montageboorgaten (12)
in de onderplaat. Let erop dat de machine voor het
bedrijf en voor afstel- en
onderhoudswerkzaamheden vrij toegankelijk is.
Aanwijzing : De bevestigingsschroeven mogen enkel
hard worden aangehaald zodat de grondplaat niet
krom wordt getrokken of zich vervormd. Bij
bovenmatige belasting bestaat breukgevaar.
6.3. Klapbaar spaanscherm (fig. 4)
De drie schroeven (21) uitdraaien.
Transparante afdekking (23) de gleuf van het rode
montageraam (24) in schuiven en opnieuw fixeren
d.m.v. de schroeven (21).
De hoogte van de afdekking (23) is traploos
afstelbaar en wordt gefixeerd m.b.v. de beide
vleugelschroeven (22).
Om van boor te verwisselen kan het spaanscherm
(13) omhoog worden geklapt. Vóór het aanzetten
van de machine moet het spaanscherm (13) echter
terug in zijn uitgangspositie worden gebracht.
6.4. Vóór de inbedrijfstelling in acht nemen
Let er wel op dat de netspanning overeenkomt met
de gegevens vermeld op het kenplaatje. Sluit de
machine enkel aan op een stopcontact met een
behoorlijk geïnstalleerd aardingscontact.
De tafelboormachine is voorzien van een
nulspanningsuitschakelinrichting die de bediener
beschermt tegen onbedoelde herstart van de
machine na een wegvallen van de spanning. In dit
geval moet de machine opnieuw worden aangezet.
7.0. Bedrijf
Draag bij het werken met de
tafelboormachine een gepaste
nauwsluitende beschermende kleding.
Draag altijd een veiligheidsbril!
Draag bij lang haar altijd een haarnet
(of een pet)!
7.1. Algemeen (fig. 2)
Om de machine aan te zetten drukt u de groene
AAN-drukknop „I“ (18) in, de machine start. Om ze
uit te zetten drukt u de rode drukknop „O“ (19) in, het
toestel wordt uitgeschakeld. Let er goed op dat de
machine niet overbelast wordt. Als het motorgeluid
tijdens het boren daalt, wordt de motor te sterk
belast. Belast het toestel niet zodat de motor tot
stilstand komt.
De machine is voor kortstondig bedrijf geconcipieerd
(S2 30 min.). De machine mag maximaal 30 minuten
bij volle belasting worden gebruikt. Daarna moet de
machine worden uitgeschakeld tot de motorwikkeling
op kamertemperatuur is afgekoeld. Zodoende
voorkomt u het oververhitten van de motor.
7.2. Gereedschap inzetten (fig. 1)
Let er zeker op dat de netstekker uit het stopcontact
is getrokken vóór u van gereedschap verwisselt. In
de tandkransboorhouder (10) mogen enkel
cilindrische gereedschappen met een maximale
schachtdiameter van Ø 1,5 - 16 mm worden
gespannen. Enkel intact en scherp gereedschap
gebruiken. Geen gereedschappen gebruiken
waarvan de schacht beschadigd is of die anders op
één of ander manier vervormd of beschadigd zijn.
Gebruik alleen accessoires en hulpstukken die
vermeld staan in de gebruiksaanwijzing of die door
de fabrikant goedgekeurd zijn.
7.3. Gebruik van de boorhouder (fig. 1)
Uw tafelboormachine is voorzien van een getande
boorhouder (10). Om een boor in te zetten eerst het
spaanscherm (13) omhoogklappen, dan de boor
13
NL