NL
19
6. Vóór inbedrijfstelling (fig. 1-3)
6.1 Algemene aanwijzingen
Ȝ De machine moet worden opgesteld zodat ze
veilig staat, dwz. ze moet op een werkbank, een
universeel onderstel of dgl. worden
vastgeschroefd.
Ȝ Vóór inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen en
veiligheidsinrichtingen naar behoren zijn
gemonteerd.
Ȝ Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
Ȝ Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwerpen
letten zoals b.v. nagels of schroeven etc.
Ȝ Voordat u de aan-/uitschakelaar indrukt dient u
zich ervan te vergewissen dat het zaagblad
correct is gemonteerd en bewegelijke onderdelen
gemakkelijk bewegen.
Ȝ Controleer of de gegevens vermeld op het
kenplaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens de machine aan te
sluiten.
6.2 Ombouw van de combizaag
De zaag heeft twee werkstanden :
A: Tafelcirkelzaag (fig. 1)
B: Kap- en verstekzaag (fig. 2)
Het ombouwen van de combizaag dient
precies volgens de onderstaande
procedure stap voor stap te gebeuren,
anders kunnen componenten worden
beschadigd.
Let op ! Netstekker trekken voordat u de zaag
ombouwt !
In staat van levering bevindt zich de zaag in
bedrijfstoestand A (tafelcirkelzaag)
6.2.1 Ombouwen van de zaag op kapbedrijf
Ȝ Draai eerst de vastzetmoer (15) los.
Ȝ Zaagtafel (16) met één hand omhoog bewegen
en tegelijk met de andere hand de machinekop
aan de handgreep (2) omlaag duwen.
Het zaagblad (5) moet helemaal in de spleet van
de zaagtafel (16) verdwijnen.
Ȝ Vastzetmoer (15) opnieuw aanhalen.
Ȝ De vergrendelingsvork (24) heeft zich bijgevolg
omhoog verplaatst en heeft de borgbout (23)
vrijgemaakt.
Ȝ Machinekop met de handgreep (2) omlaagduwen
en borgbout (23) uittrekken. Daardoor wordt de
schakelaar (4) voor tafelbedrijf stroomloos
geschakeld en de schakelaar (3) voor kapbedrijf
wordt aan spanning gelegd.
Ȝ Let op ! Door de terughaalveer slaat de machine
vanzelf omhoog, dwz. de greep (2) niet loslaten,
maar machinekop langzaam en onder zachte
tegendruk omhoog bewegen.
Ȝ Onderste zaagbladafdekking (14) afnemen.
Ȝ De zaag is nu omgebouwd op kapbedrijf.
6.2.2 Ombouwen van de zaag op tafelbedrijf
Ȝ Machinekop verticaal en draaiplateau (8) op 0°
zetten.
Ȝ Vastzetschroeven (10) en spanschroef (22)
vastdraaien.
Ȝ Onderste zaagbladafdekking (14) op het
draaiplateau (8) zetten, daarbij moeten de beide
achterste voeten van de afdekking (14) vast
achter de aanslagrail (7) inklikken.
Ȝ Ontgrendelingsknop (1) indrukken en
machinekop met de handgreep (2) verlagen tot
de onderste zaagbladbescherming (14) het
zaagblad helemaal afdekt.
Ȝ Borgbout (23) inschuiven om de zaag in de
onderste stand te arrêteren; daardoor wordt de
netspanning weer omgeleid van schakelaar (3)
naar schakelaar (4).
Ȝ Vastzetmoer (15) losdraaien en zaagtafel (16) op
de gewenste snijdiepte verlagen.
Ȝ Vastzetmoer (15) opnieuw vastdraaien.
Ȝ Door het verlagen van de zaagtafel (16) wordt de
borgbout (23) door de vergrendelingsvork (24)
geblokkeerd zodat hij er niet uit kan worden
getrokken.
Ȝ De zaag is weer omgebouwd op tafelbedrijf.
7. Bediening
Na elke nieuwe afstelling is het aan te raden een
proefsnede uit te voeren om de afgestelde
afmetingen te controleren.
7.1 Gebruik als tafelcirkelzaag (fig. 1-9)
Zaag op tafelbedrijf afstellen (zie 6.2.2). Let op bij het
insnijden.
7.1.1 Aan-/uitschakelaar (fig. 4)
Ȝ De zaag kan worden aangezet door de groene
toets (a) in te drukken.
Wacht met het zagen tot het zaagblad (5) zijn
maximumtoerental heeft bereikt.
Ȝ De zaag wordt afgezet door de rode toets (b) in
te drukken.
7.1.2 Snijdiepte afstellen (fig. 2)
Ȝ Vastzetmoer (15) losdraaien en zaagtafel (16) op
de nodige snijdiepte afstellen. Het zaagblad (5)
moet nog enkele mm boven het te zagen goed
uitsteken.
Ȝ Vastzetmoer (15) opnieuw vastdraaien.