CIRKELZAAGMACHINE
TECHNISCHE SPECIFICATIES
INHOUD VAN DE VERPAKKING
De zaagmachine wordt geleverd met:
- Pijpsleutel 13 mm
- TCT Zaagblad Ø 180 mm
- Beschermkap
- Gebruiksaanwijzing
- Garantiekaart
De machine, losse onderdelen en toebehoren op tijdens
het transport ontstane beschadigingen controleren.
PRODUCT INFORMATIE
Fig.A
1. Handgreep
2. Typeplaatje
3. Aan/uit schakelaar
4. Knop voor instellen zaagdiepte
5. Netsnoer
6. Spouwmes
7. Beschermkap
8. Linkse bout
9. Zool
10. Borgring
11. Zaagblad
12. Parallel zaaggeleider
13. Knop voor instellen van de parallel geleider
14. Knop voor instellen van de zaaghoek
In deze handleiding komen de volgende pictogrammen
voor:
Wijst op risico's van verwondingen, levensgevaar-
lijke risico's en eventuele beschadiging van de
machine wanneer de aanwijzingen in deze handleiding niet in
acht worden genomen.
Geeft de aanwezigheid van elektrische spanning
aan.
Deze handleiding zorgvuldig doorlezen alvorens de
machine in bedrijf te nemen.
Maak u vertrouwd met de wijze van functioneren en van
bediening. Onderhoud de machine conform de aanwij-
zingen opdat deze steeds onberispelijk werkt. De hand-
leiding en de daarbij behorende documentatie moeten in
de buurt van de machine worden opgeborgen.
VEILIGHEIDS VOORSCHRIFTEN
Bij het gebruik van elektrische machines moet u
steeds de plaatselijke veiligheidsvoorschriften in
acht nemen met betrekking tot het risico van brand,
elektrische schokken en verwondingen. Afgezien van
de volgende adviezen, moet u ook de veiligheids-
voorschriften in het desbetreffende speciale
gedeelte doorlezen.
1. Houd uw werkomgeving in orde
Een wanordelijke werkomgeving kan leiden tot onge-
vallen.
2. Houd rekening met omgevingsinvloeden
Gebruik elektrische gereedschappen niet in een
vochtige of natte omgeving. Laat elektrische gereed-
schappen ook niet in de regen liggen. Zorg voor een
goede verlichting. Gebruik elektrische gereedschap-
pen niet in de buurt van brandbare vloeistoffen of gas-
sen.
3. Voorkom een elektrische schok
Vermijd lichaamscontact met geaarde voorwerpen
zoals buizen, radiatoren, kachels en/of koelkasten.
4. Houd kinderen uit de buurt
Laat u niet afleiden door andere personen, houd ze
uit de buurt van uw werk zodat ze niet op het snoer
kunnen gaan staan.
5. Berg het gereedschap veilig op
Bewaar gereedschappen na gebruik in een droge en
afgesloten ruimte, buiten het bereik van kinderen.
6. Overbelast het gereedschap niet
U werkt beter en veiliger wanneer u binnen het aan-
gegeven vermogensbereik blijft.
7. Gebruik het juiste gereedschap
Gebruik voor zware werkzaamheden geen te lichte
gereedschappen of voorzetapparatuur. Gebruik
gereedschappen niet voor werkzaamheden waar-
voor ze niet zijn bedoeld.
8. Draag geschikte werkkleding
Draag geen loshangende kleding of sieraden. Ze kun-