omhoog van het zaagblad als de zaagketting aan de
zaagbladneus per ongeluk een voorwerp raakt of in de
snede wordt ingeklemd) verkleint.
De handbeschermer beschermt ook uw linkerhand als
die van het voorste handvat afglijdt.
De kettingrem is een veiligheidsvoorziening die geacti-
veerd wordt als er druk op wordt uitgeoefend of als,
bij terugslag, de hand van de bediener de hendel raakt.
Als de kettingrem geactiveerd is, stopt de ketting
abrupt en de voeding naar de motor wordt onmiddel-
lijk onderbroken.
Het doel van de kettingrem is het verkleinen van het
risico van verwonding door terugslag. De kettingrem
beschermt echter niet tegen een onvoorzichtige
omgang met de kettingzaag.
De kettingrem is uitgeschakeld (de ketting kan bewe-
gen) als de remhendel teruggetrokken en vergrendeld
is. Dit is de normale werkpositie (Fig. 9A).
De kettingrem is ingeschakeld (de ketting kan niet
bewegen) als de rem in de voorste stand staat (Fig. 9B).
OPMERKING: De motor zal niet starten als de ket-
tingrem is ingeschakeld.
VOORZICHTIG: De kettingrem mag niet wor-
den gebruikt om de kettingzaag tijdens het zagen
te starten en te stoppen.
KETTINGREMTEST
Voordat u met uw zaag gaat werken, dient u de ket-
tingrem als volgt te testen:
A. Verzeker u ervan dat de kettingrem uitgeschakeld
is (Fig. 9A).
B. Zet de zaag op een stevige, vlakke, droge en scho-
ne ondergrond. Zorg dat de zaag geen voorwerpen
kan raken.
C. Steek de stekker in het stopcontact.
D. Pak het voorste handvat (niet de kettingremhen-
del/handbeschermer) met uw linkerhand vast. De
duim en vingers dienen het handvat te omsluiten.
E. Pak het achterste handvat met uw rechterhand
vast. De duim en vingers dienen het handvat te
omsluiten.
F. Druk met uw rechterduim op de VERGRENDE-
LING/UIT-knop. Druk de startschakelaar met uw
wijsvinger in. (Fig. 7D)
G. Als de motor loopt, activeert u de kettingrem door
met uw linkerhand tegen de hendel te stoten.
H. De ketting en de motor stoppen abrupt.
WAARSCHUWING: Stoppen de ketting en de
motor niet als u de kettingrem inschakelt, breng
uw zaag dan naar een geautoriseerde Toledo
dealer. Gebruik de zaag niet als de kettingrem niet goed
functioneert.
ALGEMENE ZAAGINSTRUCTIES
VELLEN
Vellen is de term voor het omzagen van een boom.
Kleine bomen met een diameter van 15-18 cm worden
meestal met een enkele zaagsnede omgezaagd. Bij gro-
tere bomen zijn valkerven nodig. Valkerven bepalen de
valrichting van de boom.
WAARSCHUWING: Zorg altijd voor een vrije
vluchtweg (A) voordat u begint te zagen. De
vluchtweg dient diagonaal weg van de verwachte
valrichting van de boom te lopen, zie Fig. 10.
VOORZICHTIG: Als u een boom op een hel-
lend vlak velt, moet de persoon met de ketting-
zaag boven de boom gaan staan omdat de boom
na het vellen naar verwachting de heuvel af rolt of glijdt.
BOMEN VELLEN
OPMERKING: De val-
richting (B) wordt bepaald
door de valkerf. Voordat
u de kerven maakt, moet
u kijken waar de grotere
takken groeien en naar
welke kant de boom
overhelt om de valrichting
van de boom te bepalen.
WAARSCHUWING: Zaag bomen niet om als
het hard of uit verschillende richtingen waait of
als eigendommen gevaar lopen. Vraag advies aan
een deskundige. Zaag een boom niet om als daardoor
bovengrondse nutskabels geraakt kunnen worden: neem
contact op met het nutsbedrijf.
ALGEMENE RICHTLIJNEN VOOR HET VELLEN
VAN BOMEN:
Normaal gesproken maakt
u voor het vellen twee
zaagsneden, de valkerf (C)
en de eigenlijke zaagsnede
(D). Maak eerst de boven-
ste valkerf (C) aan de val-
richtingskant (E) van de
boom. Zaag de onderste
zaagsnede niet te diep in de
stam. De valkerf (C) moet
diep genoeg zijn zodat er een stevig scharnierpunt, de
baard (F), ontstaat. De valkerf moet breed genoeg zijn om
de valrichting van de boom zo lang mogelijk aan te geven.
WAARSCHUWING: Loop nooit vóór een boom
met valkerven. Maak de eigenlijke zaagsnede (D)
aan de andere kant van de boom en ongeveer 3-
5 cm boven de rand van de valkerf (C) (Fig. 10B).
WAARSCHUWING: Gebruik de zaag niet
boven schouderhoogte, omdat de kettingzaag
dan moeilijk te hanteren is en ernstige verwon-
dingen kan veroorzaken. Zorg dat u stevig staat, zodat u
de kettingzaag goed onder controle hebt.
30 Toledo
VORSICHT: Lassen Sie die Schiene und die
Kette nie austrocknen. Der Betrieb der Säge in
TROCKENEM Zustand oder mit ZU WENIG ÖL
verringert die Wirksamkeit der Säge, verkürzt die
Lebensdauer der Kettensäge und verursacht schnelles
Abstumpfen der Kette und übermäßigen Verschleiß der
Schiene durch Überhitzung. Zu wenig Öl äußert sich in
Rauch oder Verfärbung der Schiene.
HINWEIS: Die Sägekette dehnt sich beim Betrieb, ins-
besondere wenn sie neu ist, so dass eine gelegentliche
Justierung erforderlich ist. Eine neue Kette erfordert
während der Einlaufzeit eine häufigere Justierung. Das
ist normal. Siehe den Abschnitt für Hinweise zur
Justierung der Sägekettenspannung.
VORSICHT: Eine lockere Kette kann während
des Sägens von der Schiene abspringen sowie die
Schiene und Kette abnutzen. Eine zu feste Kette
kann die Säge zerstören. In beiden Fällen, wenn die Kette also
zu locker oder zu fest ist, können schwere Verletzungen die
Folge sein.
KETTENBREMSE / HANDSCHUTZ
Alle Toledo Florin Kettensägen sind mit Kettenbremse /
Handschutz ausgerüstet, die eine laufende Kette binnen
Millisekunden stoppt, womit die Gefahr eines Rückstoßes
verringert wird, d. i. eine schnelle Aufwärtsbewegung der
Führungsschiene, die auftritt, wenn die Sägekette an der
Spitze der Schiene zufällig ein Objekt berührt oder sich in
einem Objekt verklemmt. Der Handschutz schützt auch
Ihre linke Hand in dem Fall, dass sie von dem vorderen
Griff abrutscht. Die Kettenbremse ist eine
Sicherheitsvorrichtung, die aktiviert ist, wenn Druck auf
den Schutz ausgeübt wird oder wenn, im Falle eines
Rückstoßes, die Hand des Bedieners den Hebel berührt.
Wenn die Kettenbremse aktiviert ist, stoppt die
Kettenbewegung abrupt und wird die Stromversorgung
zum Motor unverzüglich unterbrochen.
Zweck der Kettenbremse ist die Verminderung der
Gefahr von Verletzungen durch Rückstoß. Die
Kettenbremse bietet jedoch nicht hinreichend Schutz,
wenn die Säge sorglos bedient wird.
Die Kettenbremse ist außer Betrieb (Kette kann sich
bewegen), wenn die Bremse zurückgezogen und einge-
rastet ist. Dies ist die normale Betriebsstellung (Abb. 9A).
Die Kettenbremse ist eingeschaltet (Kette kann sich
nicht bewegen), wenn sie sich in der Vorwärtsstellung
befindet (Abb. 9B).
HINWEIS: Der Motor startet nicht, wenn die
Kettenbremse in der eingeschalteten Stellung ist.
VORSICHT: Die Kettenbremse sollte nicht zum
Starten und Stoppen der Säge während normalen
Betriebs verwendet werden.
TEST DER KETTENBREMSE
Bevor Sie mit Ihrer Säge arbeiten, sollten Sie die
Kettenbremse wie folgt testen:
A. Vergewissern Sie sich, dass die Kettenbremse
außer Betrieb ist (Abb. 9A).
B. Stellen Sie die Säge auf eine feste, ebene, trockene
und schuttfreie Fläche. Lassen Sie die Säge nicht mit
irgendwelchen Objekten in Berührung kommen.
C. Verbinden Sie das Gerät mit der Stromquelle.
D. Ergreifen Sie den vorderen Griff (nicht den
Kettenbremsenhebel / Handschutz) mit Ihrer lin-
ken Hand. Daumen und Finger müssen den Griff
umschließen.
E. Ergreifen Sie den hinteren Griff mit Ihrer rechten
Hand. Daumen und Finger müssen den Griff
umschließen.
F. Drücken Sie die EINRAST- / AUSTASTE mit Ihrem
rechten Daumen. Drücken Sie den Auslöser mit
Ihrem Zeigefinger. (Abb. 7D)
G. Während der Motor läuft, aktivieren Sie die
Kettenbremse, indem Sie Ihre linke Hand nach
vorne gegen den Hebel schieben.
H. Kette und Motor sollten sofort stoppen.
ACHTUNG! Wenn Kette und Motor nicht stop-
pen, obwohl die Kettenbremse eingeschaltet ist,
bringen Sie die Säge zu dem nächsten autorisier-
ten Toledo-Händler. Verwenden Sie die Säge nicht, wenn
die Kettenbremse nicht korrekt funktioniert.
ALLGEMEINE SÄGEHINWEISE
FÄLLEN
Beim Fällen werden Bäume durch Sägen zum Fallen
gebracht. Kleine Bäume bis zu einem Durchmesser
von 15-18 cm werden für gewöhnlich in einem einzi-
gen Arbeitsgang gefällt. Größere Bäume erfordern
Fallkerben. Fallkerben bestimmen die Richtung, in die
der Baum fallen wird.
ACHTUNG! Es sollte ein Rückzugsweg (A)
geplant und nötigenfalls freigeräumt werden,
bevor das Sägen beginnt. Der Rückzugsweg sollte
sich nach hinten und diagonal zum hinteren Teil der
erwarteten Fallinie erstrecken, wie in Abb. 10 illustriert.
VORSICHT: Beim Fällen eines Baumes auf
abschüssigem Gelände sollte sich der Bediener
der Kettensäge auf der oberen Seite des
Geländes befinden, da der Baum höchstwahrscheinlich
nach dem Fällen nach unten rollen oder rutschen wird.
FÄLLEN EINES BAUMES
HINWEIS: Die Fall-
richtung (B) bestimmt
sich durch die Fallkerbe.
Bevor Sie anfangen zu
sägen, berücksichtigen Sie
die Positionen der größe-
ren Äste und die natürli-
che Neigung des Baumes,
um zu ermitteln, wie der
Baum fallen wir.
Toledo 19
