5. Bellen
Om te bellen of om gebeld te worden, dient de handset aangemeld te zijn op een systeem. Het symbool wordt weer-
gegeven in het display (zie hoofdstuk 10.1).
Druk de toets in, vervolgens zal het - symbool in het display knipperen totdat de verbinding tot stand is gekomen.
Kies een nummer.
Nummer ingeven voor het bellen: Geef het te kiezen nummer in. Druk de toets in, vervolgens zal het - symbool in
het display knipperen totdat de verbinding tot stand is gekomen.
Telefoonboek: Druk de > toets in (toets Telefoonboek) om toegang te krijgen tot het telefoonboek. Zoek het nummer op
met de toetsen > of < of middels het indrukken van de beginletter van de naam met behulp van de toetsen 1 –9 (zie hoof-
dstuk 8.2) Druk de toets in, vervolgens zal het - symbool in het display knipperen totdat de verbinding tot stand is
gekomen.
8
9
Nummerherhaling / Nummerweergave (CLIP) geheugen
Druk de < - toets in om deze functie te kunnen gebruiken.
Zoek het nummer op met > of <, herhalingsnummers worden gekenmerkt met NR.HERHALEN, CLIP-nummers worden
aangeduid met het nummer en de naam van de desbetreffende persoon.
Druk de toets in, vervolgens zal het - symbool in het display knipperen totdat de verbinding tot stand is gekomen.
Gebruik van de handset in home-dect systemen: (niet van toepassing op tiptel dect-z systemen)
Intern bellen: Druk de INT-toets in, vervolgens zal het -symbool in het display knipperen. Geef het nummer in van een
andere handset, het -symbool zal knipperen totdat de verbinding tot stand is gekomen.
Intern nummer ingeven voor bellen: (niet van toepassing op tiptel dect-z systemen)
Geef het nummer in van een andere handset op het basisstation.
Druk de INT-toets in, vervolgens zal het -symbool in het display knipperen totdat de verbinding tot stand is gekomen.
Kirk Z-3040 hånds. NL 1403-9700 11/03/03 15:56 Page 5