50
Oproepomleiding
1. Toets resp. indrukken om
"Instellingen” te selecteren.
2. Toets indrukken.
3. Toets resp. indrukken om
"Oproepdoorschakel.” te selecteren.
4. Toets indrukken.
5. Toets resp. indrukken om het
MSN te selecteren.
6. Toets indrukken.
7. Toets resp. indrukken.
8. Toets indrukken.
Bestemming invoeren:
9. Voer met behulp van de numerieke
cijfertoetsen het gewenste telefoon-
nummer in.
10.Toets indrukken.
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
In het display verschijnt "Afspraak”.
In het display verschijnt "Oproepdoorschakel.”.
In het display verschijnt "MSN 1” met de inge-
stelde doorschakeling.
Kies de gewenste MSN.
In het display verschijnt "opr. doorsch. activer-
en”.
Het display wisselt tussen de functies altijd,
bij bezet, vertraagd en uit:
altijd: elke oproep wordt direct naar het aan-
gegeven telefoonnummer omgeleid.
bij bezet: een oproep wordt alleen tijdens het
telefoneren omgeleid.
vertraagd: een oproep wordt omgeleid als de
oproep niet binnen 15 sec. wordt aangeno-
men.
uit: er is geen oproepomleiding ingesteld.
De cursor verschijnt in het display.
In het display verschijnt "bestemming inge-
ven”. (Alleen voor de functie Doorschakeling
altijd, bezet, vertraagd).
In het display verschijnt uw invoer.
De instelling wordt opgeslagen.
Oproepdoorschakeling