22
Ruststand
Elk toestel kan zodanig worden geprogrammeerd, dat de telefoon bij een oproep niet overgaat
(ruststand). Dit wordt met een code ingesteld op het toestel dat in de ruststand moet worden
gezet. Uitgaande gesprekken blijven mogelijk.
Ruststand inschakelen
Ruststand uitschakelen
1. Hoorn opnemen.
2. Voor de ruststand de code 78
kiezen.
3. Hoorn terugleggen op het toestel.
U hoort de kiestoon van de telefooncentrale.
Een snel onderbroken toon geeft de rust-
stand aan.
De telefoon staat nu voor inkomende
gesprekken (externe gesprekken, interne
gesprekken, personen oproep, deursig-
nalen) in de ruststand. De beller hoort een
vrijtoon.
1. Hoorn opnemen
2. De ruststand uitschakelen met
code 80 .
3. Hoorn terugleggen op het toestel.
U hoort het signaal van de telefooncentrale,
dat de ruststand aangeeft.
U hoort de kiestoon van de telefooncentrale.
Uw telefoon gaat nu opnieuw over bij een
oproep.