59
Oproepdoorschakeling
7. Toets resp. indrukken.
8. Toets indrukken.
Bestemming invoeren:
9. Voer met behulp van de cijfertoetsen
het gewenste telefoonnummer in.
10. Toets indrukken.
Het display wisselt tussen de functies altijd,
bezet, vertraagd, telefoon gereed en uit:
altijd: elke oproep wordt direct naar het aan-
gegeven telefoonnummer doorgeschakeld.
bezet: een oproep wordt alleen tijdens het
telefoneren doorgeschakeld.
vertraagd: een oproep wordt doorgescha-
keld als de oproep niet binnen 30 sec. wordt
aangenomen.
uit: er is geen oproepdoorschakeling inge-
steld. De telefoonbeantwoorder is niet inge-
schakeld.
De cursor verschijnt in het display.
In het display verschijnt "bestemming
ingeven”. (Alleen voor de functie Oproep-
doorschakeling altijd, bezet, vertraagd).
In het display verschijnt uw invoer.
De instelling wordt opgeslagen.