20
Telefoneren
1. Toets indrukken.
2. Toets resp. indrukken om de
functie "Doorverbinden” te selecteren.
3. Toets indrukken.
4. De gewenste aansluiting kiezen.
Het actieve gesprek wordt in de wacht gezet.
De verbinding met de aankloppende ge-
sprekspartner wordt geactiveerd.
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
U hoort een kiestoon.
Een nieuwe verbinding wordt opgebouwd.
De aankloppende gesprekspartner wordt
doorverbonden. U bent weer met uw eerste
gesprekspartner verbonden.
Gesprek doorverbinden (vervolg)
U voert een gesprek en wilt een tweede inkomende oproep aannemen en doorverbinden:
Gesprek parkeren
(Dienst dient door uw netwerkleverancier te worden vrijgeschakeld)
U voert een telefoongesprek met een externe gesprekspartner en wilt uw gesprek voor korte tijd
parkeren,
- om het gesprek met een ander toestel op dezelfde ISDN-aansluiting verder te voeren.
- om het toestel op een andere ISDN-wandcontactdoos echter wel op dezelfde aansluiting
verder te voeren.
Met deze functie heeft u de mogelijkheid om een bestaande verbinding in de centrale in- resp.
uit te parkeren. Voor een onderscheid tussen verschillende geparkeerde verbindingen kunt u
een getal van twee cijfers invoeren.
Inparkeren:
1. Toets resp. indrukken om de
functie "Parkeren” te selecteren.
2. Toets indrukken.
3. Voer het parkeernummer in en
bevestig dit met toets .
Uitparkeren (de hoorn ligt op het toestel):
1. Toets resp. indrukken om de
functie "Uitparkeren” te selecteren.
2. Toets indrukken.
3. Voer het parkeernummer in en
bevestig dit met toets .
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
Het verzoek tot invoeren van een tweecijferig
parkeernummer verschijnt.
De verbinding is geparkeerd.
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
Het verzoek tot invoeren van het tweecijferige
parkeernummer van de gewenste verbinding
verschijnt.
De verbinding wordt uitgeparkeerd. U kunt nu
doorgaan met het gesprek.