17
Telefoneren
1. Toets R indrukken.
2. Toets
< resp. > indrukken om de
functie "doorverbinden te selecte-
ren.
3. Toets
r indrukken.
4. De gewenste aansluiting kiezen.
Het gesprek wordt in de wacht gezet. De ver-
binding naar de aankloppende gesprekspart-
ner wordt geactiveerd.
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
U hoort een kiestoon. Een nieuwe verbinding
wordt opgebouwd.
De aankloppende gesprekspartner wordt
doorverbonden. U bent weer met uw eerste
gesprekspartner verbonden.
Gesprek doorverbinden (vervolg)
U voert een gesprek en wilt een tweede inkomend gesprek aannemen en doorverbinden:
Gesprek parkeren
(Dienst dient door uw provider te worden vrijgeschakeld)
U voert een telefoongesprek met een externe gesprekspartner en wilt uw gesprek voor korte tijd
parkeren,
- om het gesprek op een ander toestel met dezelfde ISDN-aansluiting verder te voeren.
- om het toestel op een andere ISDN-wandcontactdoos echter wel op dezelfde aansluiting te
gebruiken.
Met deze functie heeft u de mogelijkheid om een bestaande verbinding in de centrale te in- resp.
uit te parkeren. Voor een onderscheid tussen verschillende geparkeerde verbindingen kunt u
een getal van twee cijfers invoeren.
Inparkeren:
1. Toets < resp. > indrukken om de
functie "Parkeren te selecteren.
2. Toets
r indrukken.
3. Voer het parkeernummer in en
bevestig dit met toets
r .
Uitparkeren (de hoorn ligt op het toestel):
1. Toets < resp. > indrukken om de
functie "Uitparkeren te selecteren.
2. Toets
r indrukken.
3. Voer het parkeernummer in en be-
vestig dit met toets r .
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
Het verzoek tot invoeren van een tweecijferig
parkeernummer verschijnt.
De verbinding is geparkeerd.
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
Het verzoek tot invoeren van een tweecijferig
parkeernummer van de gewenste verbinding
verschijnt.
De verbinding wordt uitgeparkeerd. U kunt nu
doorgaan met het gesprek.