11 OBL905-00
NL Technische gegevens
Gewicht eenheid: ca. 17 kg
Max. toegestane belasting: 50 kg
Veiligheidsinstructies
1. Thule wijst elke verantwoordelijkheid voor persoonlijk letsel en/of schade aan eigendommen
en hieruit voortvloeiende vermogensschade die zijn veroorzaakt door foutieve montage of
foutief gebruik van de hand.
2. De fietsendrager moet volgens de instructies op een veilige wijze in elkaar gezet en
gemonteerd worden.
3. *) Verzeker u vooraf ervan dat de ondergrond waarop het fietsenrek gemonteerd wordt,
voldoende stevig is. Indien nodig versterken.
4. De fietsendrager of getransporteerde goederen mogen de achterlichten van het voertuig niet
afdekken.
5. De bestuurder van het voertuig is er als enige verantwoordelijk voor dat de fietsendrager
geen gebreken vertoont en goed is vastgezet.
6. Plaats altijd de grootste/zwaarste fiets het dichtst bij de wand, en daarna pas de
kleinere/lichtere fiets.
7. Laat tijdens het vervoer geen losse dingen op de fietsen zitten.
8. Bind de buitenste fiets met de bijgeleverde lange bindriem vast aan het frame van de
fietsendrager.
9. Controleer of riemen en andere bevestigingen stabiel vastzitten. Zet ze indien nodig opnieuw
vast.
10. Als de fietsendrager gemonteerd is, is de auto langer dan normaal. Door de fietsen kunnen de
breedte en de hoogte van de auto eveneens toenemen. Wees voorzichtig bij achteruitrijden.
11. Beschadigde of versleten onderdelen moeten onmiddellijk worden vervangen.
12. Wanneer het product is gemonteerd, kan het rijgedrag van de auto in bochten en bij remmen
veranderen.
13. U dient zich altijd aan de snelheidsbeperkingen en overige verkeersregels te houden.
14. De snelheid moet worden aangepast naargelang de omstandigheden en de lading tot een
veilig niveau.
15. *) Indien de lading meer dan 40cm uitsteekt voorbij de buitenste zijkanten van de
voertuigverlichting, moet de lading aan de zijkant voorzien worden van een vooruit gerichte
witte lamp, niet meer dan 40cm van het eind en niet meer dan 1.5m boven de rijbaan. Een
rode lamp moet zichtbaar zijn vanaf de achterzijde.
16. Bij voertuigen waarvan de eerste typegoedkeuring van na 01-10-1998 is, mag de gemonteerde
fietsendrager of de vervoerde lading niet het zicht op het derde remlicht van de auto
benemen (ISO). Het gebied waarbinnen zichtbaarheid van het remlicht is vereist, wordt
bepaald als volgt: zijwaarts: 10° links en rechts ten opzichte van de longitudinale as van het
voertuig; 10° verticaal opwaarts ten opzichte van de bovenzijde van de lamp, 5° verticaal
neerwaarts ten opzichte van de onderzijde van de lamp. Indien dit niet behaald wordt dient
een supplementair derde remlicht geïnstalleerd te worden.
17. Tandems mogen niet vervoerd worden.
18. Er mogen geen wijzigingen aan het product worden aangebracht.
19. Reinig de fietsendrager regelmatig met warm water, vooral tijdens/na verblijf aan de kust
(zout water) en in periodes wanneer strooizout op de wegen wordt gebruikt (winter).
20. Controleer regelmatig alle bevestigingen van de fietsendrager en fietsen: eerst na 50km en
daarna op reguliere basis.
21. Bewaar de instructies op een veilige plaats in de auto.