659033
25
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/27
Next page
Pag.1
NEDERLAND-NL
BELGIE-BE
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
Trimline assortiment
Trimline 100 DB Front ( 1136 )
Trimline 100 DB Tunnel ( 1135 )
Trimline 120 DB Front ( 1137 )
Trimline 120 DB Tunnel ( 1138 )
Trimline 140 DB Front ( 1139 )
Trimline 140 DB Tunnel ( 1149 )
Trimline 170 DB Front ( 1048 )
Pag.2
INHOUDSOPGAVE
1. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN Pag. 3
1.1 Algemeen voorschrift
2. PLAATSEN VAN HET TOESTEL Pag. 4
2.1 Aansluiting op de gasleiding
2.2 Voorbereiding en plaatsing
2.3 Installatie Gasregeling GV60.
2.4 Plaatsing van de keramische houtset
2.5 Plaatsing van de optionele Pebbleset
2.6 Plaatsing van de optionele Carrara / Basalt stenen
3. TECHNISCHE GEGEVENS GV60 Pag. 6
4. INSTRUCTIES VOOR MERTIK MAXITROL GV60 GASGELBLOK Pag. 7
5. GAS TECHNISCHE GEGEVENS Pag. 8
6. CONCENTRISCHE TRAJECTEN Pag. 10
7. CONCENTRISCH KANAALSYSTEEM Pag. 11
7.1 Componenten van het concentrisch kanaalsysteem
7.2 Opbouw concentrisch kanaalsysteem
7.3 Installatie voorschriften bestaande rookkanalen
7.4 Onderdelen
7.5 Montage
7.6 Reiniging en onderhoud.
8. STORINGSZOEKLIJST MERTIK GV60 Pag. 14
9. PROBLEMEN EN HUN MOGELIJKE OPLOSSINGEN Pag. 17
BIJLAGE 1 MAATTEKENINGEN
BIJLAGE 2 INBOUWVOORBEELDEN
BIJLAGE 3 VOORBEREIDINGEN EN INSTALLATIE
BIJLAGE 4 GV60 GEREED MAKEN VOOR INBOUW
BIJLAGE 5 PLAATSING HOUTSET
BIJLAGE 6 PLAATSING DIVERSE BRANDER VULLING
Voor België is deze instructie ook in Duitstalige uitvoering beschikbaar
Informeer bij uw producent.
Für Belgien ist diese Bedienungsanleitung auch in Deutscher Sprache erhältlich.
Informieren sie bei Ihren Produzent.
WIJZIGINGEN EN DRUKFOUTEN VOORBEHOUDEN.
(3/04022016)
Pag.3
1.1 Algemeen voorschrift
* De gashaard dient geplaatst, aangesloten en gecontroleerd te worden als een gesloten toestel
door een erkend installateur, volgens de nationale, regionale en lokale normen en voorschriften.
* Ook het afvoersysteem en de uitmondingen in gevel of dakvlak dienen te voldoen aan de geldende
normen en voorschriften.
* De temperatuur van de wanden en schappen in de omgeving van de zij en achterkant van het
toestel mag de omgevingstemperatuur met niet meer dan 80°C overstijgen.
* Het toestel is in combinatie met het concentrisch kanalensysteem THC CC Ø100/ Ø150 mm of
Ø130/ Ø200mm goedgekeurd volgens de Europese CE-norm voor gastoestellen, en mag daarom
uitsluitend met dit systeem worden toegepast.
* Het toestel dient door de installateur gecontroleerd te worden op lokale gasdistributie
(gas- type en gas- druk) zo als aangegeven op het typeplaatje.
* De instructie is alleen geldig als de desbetreffende landcode op het toestel is vermeld.
Is dit niet het geval dan is het noodzakelijk de gas technische gegevens van het desbetreffende land te
raadplegen en modificaties te overleggen met de fabrikant.
* Bij de eerste keer stoken zal er lucht in de gasleiding zitten. De gasleiding dient daarom eerst
ontlucht te worden.
* Steek de kachel volgens het bedieningsvoorschrift aan en controleer of het vlambeeld gelijkmatig is.
Na de eerste keer stoken dient u eventueel de aanslag op de glasruit, als gevolg van het uitmoffelen
van het toestel, te verwijderen met behulp van een glasreiniger voor kachels.
Afstand tot vuurvaste materialen:
* T.o.v. het front, zij- en bovenkant van het toestel zal een afstand van 1200 mm toegepast moeten
worden vanaf het toestel tot aan: gordijnen, bekledingen en weefsels, en of ander niet vuurvaste
materiaal tenzij anders vermeld in deze instructie.
Afstand tot niet vuurvaste materialen:
* Bij installatie van het toestel , zal een minimale afstand van 25 mm van de muur gehandhaafd
moeten worden tenzij ander vermeld in deze instructie.
De installatie mag uitsluitend door een bevoegd persoon uitgevoerd worden
LET OP
1. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING
Gaskachels worden heet als ze in bedrijf zijn. Na inbouw van het toestel wordt het glasoppervlak beschouwd
als actieve zone. Het glasoppervlak kan zeer heet worden.!
Opgelet! Dienovereenkomstig moet voorzichtigheid worden betracht en b.v. kinderen en
hulpbehoevenden uit de buurt van brandende kachels worden geweerd. Ook mogen kachels
niet op of tegen niet vuurvaste materialen worden geplaatst (gordijnen enz .).
Plaats het toestel nooit tegen of in een niet vuurvaste wand !
Constructie materiaal voor schouwen en mantels etc. of bij een inbouw situatie moeten van niet vuurvaste
materiaal gemaakt zijn. Dit geld tevens voor vloeren en plafonds. Gebruik nooit niet vuurvaste materialen
nabij het toestel met inachtneming van de bovengenoemde voorschriften.
Als u twijfelt, raadpleeg dan uw leverancier
LET OP
Pag.4
2.1 Aansluiting op de gasleiding
Afhankelijk van de opstelling kunt u bepalen waar de gasleiding komt te liggen. Let erop dat tijdens het
aansluiten de regelapparatuur niet wordt verdraaid en dat er geen overmatige spanningen optreden.
De bereikbaarheid van diverse koppelpunten dient bij de betreffende componenten gewaarborgd te zijn.
Controleer na het aansluiten de verbindingen op gasdichtheid. Gebruik in de toevoerleiding een 3/8“ gaskraan
met koppeling. Zorg er voor dat de gasleiding vrij van vuil of zand is, en dat gas en verbrandingsproducten
van de diverse onderdelen en functies juist werken. De gas aansluiting dient spanningsvrij te geschieden.
Dit ter voorkoming van beschadiging aan de gas regelapparatuur.
2.2 Voorbereiding en plaatsing (zie bijlage 3)
* Verwijder de verpakking en controleer het toestel op mogelijke beschadigingen.
* Let op ! Plaats het toestel op een stabiele ondergrond.
* Leg het toestel niet op de zij.
* Zet het toestel op de plaats van bestemming.
* Gebruik hiervoor de til ijzers die bij elk toestel meegeleverd zijn (1)
* De voorruit moet nu verwijderd worden om de toegevoegde onderdelen uit het toestel te kunnen halen.
* Verwijder de sierlijst aan de onderzijde, van de ruit.
* Draai de schroeven van de onderste en bovenste glas houder los (2).
* Door de meegeleverde zuignap(pen) in het midden op de glasruit te plaatsen is de ruit eenvoudig uit het
toestel te nemen door deze eerst voorzichtig naar boven te bewegen en daarna de onderkant van de ruit
heel voorzichtig en langzaam naar u toe te halen, om hierna de ruit vervolgens te plaatsen op een veilige
plek waar de ruit niet kan breken of beschadigen (3).
* Neem hierna de verpakte onderdelen uit het toestel en controleer deze op schade of breuk.
* Plaats het toestel in de door u bepaalde inbouw situatie (zie Bijlage 2 voorbeeld inbouw situatie).
Het toestel moet aan de achterkant direct aan de wand bevestigd worden ( bevestigings materiaal niet
meegeleverd) (4).
* De poten van het toestel kunnen hoger of lager gesteld worden voor de grove afstelling.
(Min 150 Max 455). (5)
* De stelpoten geven de mogelijkheid het toestel verfijnd af te stellen.
* Bouw de Gas Cassette in op de door u bepaalde inbouwsituatie nadat u de gasregelblok GV60 hebt
gemonteerd, zie 2.3.
De afstand van de besturingskast en het toestel wordt bepaald door de kabel lengten welke van de
besturingskast naar de waakvlambrander en het gas blok etc. Dat is Max. 1500 mm.
* Positioneer de meegeleverde uitblaas roosters op minimaal 50 cm onder het plafond op
de betreffende wand zie Bijlage 2 (voorbeeld inbouw situatie). Eventueel kan een verlaagd plafond van
vuurvaste materiaal binnenin het geheel uitkomst brengen bij een visueel belemmerend situatie.
2.3 Installatie Gasregeling GV60. (zie Bijlage 4)
De complete gasregeling is onder de gashaard gemonteerd. Het gasblok inclusief de branderautomaat
moet door de installateur in de gas cassette gemonteerd worden. Hieronder procedure stap voor stap:
* Nadat de glas ruit is weggenomen kunnen de onderdelen uit de gashaard worden gehaald ;
plaats de gehele gas haard voorzichtig op de achterkant (1). U kunt de houten pallet te gebruiken om
de gashaard te ondersteunen.
* Verwijder de 2 tie wraps (kabelbinders) die de leidingen en kabels etc bijeen houden (2).
* Verwijder de schroef van de gasklep beugel (3) zorgvuldig en verplaats het geheel naar de kant van de
gas haard vanwaar u de gas cassette kan opbouwen.
* Plaats de gasklep op de juiste positie op de achterzijde van het gas cassette.
* Monteer de Gasklep inclusief beugel binnenin de gas cassette , en zet deze vast met de 2 vleugel moeren
op de positie zoals aangegeven.
* Schuif de Branderautomaat inclusief de beugel in de gas cassette en zet deze eveneens vast zoals
aangegeven. (4,5,6)
* Plaats de volledige gas cassette in de omkasting van de gashaard. Houd de maximale afstand
tussen gashaard en gas cassette in de gaten door de beperkte lengte van thermokoppel etc (7).
* Zorg ervoor dat de buizen, ontstekingskabel en thermokoppel zonder trekspanning en scherpe bochten zijn
aangebracht, dit moet ten allen tijde worden vermeden. Zorg ervoor dat de bougiekabel vrij ligt van
metalen delen (8).
LET OP
Temperatuur uit de uitblaas roosters kan op meer dan 100°C uitkomen. Voorzichtigheid is daarom geboden.
LET OP
Voordat u het toestel plaatst is het aan te bevelen eerst Hoofdstuk 7 “Concentrisch kanaalsysteem”
2. PLAATSEN VAN HET TOESTEL
Pag.5
2.4 Plaatsing van de keramische houtset (zie Bijlage 5)
Werkwijze:
* Decoratieplaat en brander uit het toestel nemen.
* Beluchtingbeugel van beide branders schroeven.
* De beluchtingbeugels voor G20 met 2X Ø6 mm plaatsen.
* De beluchtingbeugels voor G20-25 met 2X Ø4.5 mm plaatsen.
* Schroeven terugplaatsen.
* Brander terugplaatsen.
* Nu kan ook (wanneer van toepassing) de Luchtgeleidingsplaat gemonteerd worden.
* Hierna decoratieplaat terugplaatsen.
* De branderdruk en de injector hoeven niet gewijzigd te worden.
* Meng de lava korrels en de zogeheten wokkels en verspreidt deze gelijkmatig over
De brander en de branderplaat zodat deze net bedekt zijn. Gloeivlokken kunnen
hier en daar neergelegd worden als decoratie.
* Plaats vervolgens de houtblokken in de juiste volgorde zoals aangegeven op Bijlage 5.
* Plaats de houtset zorgvuldig. Andere ligging kan ernstige invloed hebben het
vuurbeeld of slecht functioneren van het brandproces (roeten).
* Controleer voordat u de ruiten terug plaatst of er een restrictie plaat geplaatst moet
worden of niet. Zie hiervoor hoofdstuk 6 ”Concentrische Trajecten”
* Als er een restrictie voorgeschreven staat in uw situatie verwijder dan de keerplaat
door deze los te schroeven aan de voorzijde van de plaat daarna de plaat naar achteren
te schuiven en vervolgens uit te nemen. Monteer de restrictieplaat met de twee
meegeleverde schroeven en plaats de keerplaat terug. Zie bijlage 3 afbeelding 6 en 7
* Plaats nu de ruit terug in omgekeerde volgorde zoals is beschreven op 2.2 en bijlage 3.
2.5 Plaatsing van de optionele Pebbleset (zie Bijlage 6)
* Strooi vermiculite gelijkmatig over branderbed. Zorg ervoor dat de waakvlam vrij blijft.
* Leg een rij pebbles van middelgrote en grote afmeting aan de voorzijde op de branderplaat
* Vul van voor naar achteren het branderbed op met kleine en middelgrote pebbles.
Leg de pebbles op het branderbed zo dicht mogelijk tegen elkaar aan.
* Vul de achterzijde van de branderplaat met middelgrote en grote pebbles.
* Controleer voordat u de ruiten terug plaatst of er een restrictie plaat geplaatst moet
worden of niet. Zie hiervoor hoofdstuk 6 ”Concentrische Trajecten”
* Monteer de restrictieplaat als deze voorgeschreven is voor uw situatie met de
twee meegeleverde schroeven (zie bijlage 3 afb.6)
* Plaats nu de ruit terug in omgekeerde volgorde zoals is beschreven op 2.2 en bijlage 3.
LET OP
Sleuf rondom de brander moet vrijgehouden worden van gloei materiaal. Teveel geplaatst
gloeimateriaal kan het verbrandingsproces beïnvloeden. Overige materiaal kan bewaard worden.
LET OP
ZORG ER ALTIJD VOOR DAT DE WAAKVLAM VRIJ BLIJFT VAN WELK MATERIAAL DAN OOK !
OPMERKING: Bij het plaatsen van de houtset en de diverse gloeimaterialen dient men rekenschap
te houden met:
A: Geen gloeimateriaal in of op waakvlambrander.
B: Voorkom dat er keramisch materiaal op het koord van de ruitzitting terecht komt. Verwijder dit eventueel.
De ruit kan hierdoor beschadigd raken.
C: Sleuf rondom de brander moet vrijgehouden worden van gloei materiaal. Teveel geplaatste gloeimateriaal
kan het verbrandingsproces beïnvloeden. Overig materiaal kan bewaard worden
Voordat men de houtset plaatst moet bij een G25 20-25mBar (I2L /I2ELL) toestel de
beluchtingbeugels van de dubbele Brander vervangen worden. (Zie bijlage 3 afb.7)
Tevens en alleen bij verticale en indirecte trajecten zal een Luchtgeleidingsplaat toegepast
moeten worden. Zie hiervoor hoofdstuk 6 ”Concentrische Trajecten” en Bijlage 3 afb. 8 , 9 en 10
Pag.6
2.6 Plaatsing van de optionele Carrara / Basalt stenen (zie Bijlage 6)
* Strooi vermiculite gelijkmatig over branderbed. Zorg ervoor dat de waakvlam vrij blijft.
* Vul het branderbed netjes en gelijkmatig met de Carrara stenen.
* Controleer voordat u de ruit terug plaatst of er een restrictie plaat geplaatst moet worden of niet.
Zie hiervoor hoofdstuk 6 ”Concentrische trajecten”
* Als er een restrictie voorgeschreven staat voor uw situatie verwijder dan de keerplaat door deze los
te schroeven aan de voorzijde van de plaat daarna de plaat naar achteren te schuiven en vervolgens
uit te nemen. (zie bijlage 4)
Monteer nu de restrictieplaat met de twee meegeleverde schroeven en plaats de keerplaat terug.
* Plaats nu de ruit terug in omgekeerde volgorde zoals is beschreven in 2.2 en bijlage 3.
Gas blok type : Mertik GV60
Branderautomaat type : B6R R8U
Ontsteking : Afstand bediening en Piëzo ontsteking
Gas aansluiting : 3/8 “ (Uitwendig) A=Gas inlaat B=Gas uitlaat achterste brander
C=Gas uitlaat voorste brander D=Thermokoppel aansluiting
E=Waakvlambrander aansluiting
Toestel categorie : C11-C31-C91
Waakvlam : SIT 3 vlams
Verbrandingsgas afvoer en
Verbrandingsluchttoevoer : Concentrisch: Ø130/200mm
LET OP
ZORG ER ALTIJD VOOR DAT DE WAAKVLAM VRIJ BLIJFT VAN WELK MATERIAAL DAN OOK !
3. TECHNISCHE GEGEVENS GV60
B
C
A
E
D
Hoofd
gasregelknop
Thermokoppel
aansluiting
Stelschroef
Branderdruk
Piezo
connectie
Stelschroef
waakvlambrander
Hoofd afstellings
Gas inlaat
Gas uitlaat
Gas uitlaat
Gas inlaat
Inlaat druk
Uitlaat druk
Pag.7
Zie er op toe dat de aan het toestel toegevoerde brandstoffen schoon zijn en vrij zijn
van stofdeeltjes en vocht.
Voordat een gastoevoerleiding (nieuw of bestaand) wordt aangesloten aan de hoofdgasleiding bij
de gas meter en aan het gas regelblok van het toestel dient deze te zijn doorgeblazen met schone
en droge perslucht. Afgesneden koperleidingen maar ook de aluminium waakvlamleiding dienen
te worden ontbraamt en schoongeblazen alvorens deze aan te sluiten.
Warmte, vocht en stof vormen een bedreiging voor alle elektronica
Bescherm de elektronische (gas) besturing
totdat
alle bouw-, stuc- en schilderswerkzaamheden
zijn voltooid. Moeten onverhoopt nog dergelijke werkzaamheden worden verricht, bescherm
deze dan tegen indringend vuil en vocht met bijvoorbeeld plastic folie.
Plaats de batterijen, enkel
nadat alle
bedrading van ontvanger, gasregelblok en waakvlamset
is Verbonden. Voortijdige verbinding met de stroombron kan de elektronica beschadigen.
Voorkom dat de ontstekingskabel zich in de nabijheid van de antennedraad bevindt of
dat beiden elkaar kruisen. De hoge spanning die vrijkomt bij de ontsteking kan het gevoelige
ontvangercircuit van de antenne beschadigen. Het is mogelijk dat het toestel hierna verminderd of
geheel niet meer op commando’s van de handset reageert.
Verleng het bijgeleverde thermokoppel alleen met de originele verlengset.
(verkrijgbaar via uw leverancier)
Ongeoorloofde verlenging van het thermokoppel heeft spanningsvermindering tot gevolg, hierdoor
kan de magneetspoel niet worden geactiveerd.
Voorkom lekkage van de ontsteekvonk naar andere delen van de installatie dan de
ontsteekpen bij de waakvlam
Houd de ontsteekkabel vrij van romp of andere metalen onderdelen. Indien kabelverlenging wordt
toegepast, zie er op toe dat verbindingen extra worden geïsoleerd met siliconentule.
Voor automatische start via de handzender dienen de ontvanger en de bedieningsorganen
op het gasregelblok te zijn ingeschakeld
De ovale schijf op het gas regelblok dient op stand ON’ te zijn gedraaid. De I/0 schakelaar dient
op ‘I ’ te zijn afgesteld. De ontsteekkabel moet op het ontvangstkastje zijn aangesloten
bij het aansluitpunt ‘SPARK’.
De handzender bevat de thermostaatvoeler van het systeem
De handzender functioneert het best op 2 á 3 m afstand van het toestel. Hoewel de communicatie
via korte golf radiosignalen plaatsheeft, is het aan te bevelen de handzender in het ‘zicht’ van
het gastoestel te leggen, op een plaats waar de gebruiker een behaaglijke temperatuur wil beleven.
Leg de handzender
niet
in zonnestraling of op andere warme plaatsen. De thermostaat meet die
temperatuur en regelt de vlamhoogte van het gastoestel overeenkomstig
Verwijder batterijen enkel met het rode lintje welke onder de batterijen zit,
niet met
metalen
gereedschap
Het verwijderen van batterijen met een metalen voorwerp kan de elektronische besturing blijvend
beschadigen.
4. INSTRUCTIES VOOR MERTIK MAXITROL GV60
WAARSCHUWING
Elektronica raakt blijvend defect wanneer deze wordt blootgesteld aan temperaturen hoger dan 60°C.
Reguliere AA batterijen barsten open bij >54°C waarna de inhoud hiervan de onderliggende
elektronische schakelingen beschadigt. Batterijen hebben de langste levensduur bij <25°C. Bij >50°C
bedraagt deze levensduur nog ca. 23 weken, dit maakt het gebruik van de gashaard onnodig kostbaar.
Plaats gas regelblok en ontvanger enkel zoals voor gemonteerd in de fabriek.
Bedenk dat op een later tijdstip onderdelen eventueel vervangen moeten worden of reparaties worden
verricht. Het plaatsen van de besturing op een wijze afwijkend van de door ons voorgeschreven
methode kan dit bemoeilijken.
LET OP
Draai de contactonderbreker en de thermokoppelverbinding
niet
te vast op het gas regelblok!
Handvast plus een halve slag met een steeksleutel is ruimschoots voldoende. Te vast aandraaien vernielt
de aansluiting van de onderliggende magneet spoel dan wel de isolatie rond de aluminium contact pen in
de onderbreker. Hierdoor is het mogelijk dat de magneetspoel de gastoevoer naar de waakvlam niet
opent en het toestel niet functioneert.
Pag.8
GASTYPE G20/25 G30/31
DRUK 20//20-25 30//29-37//30-50
LAND
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
CATEGORIE I2H//I2E+//I2E-I2ELL//I2L I3B/P//I3+//I3P
PRIMAIRE LUCHT 2xø6mm/1Xø4mm 3xø16mm
VOORDRUK MBAR 20//20-25 30//29-37//30-50
BRANDERDRUK HIGH MBAR 14,4//17 15//14-18,5//15
BRANDERDRUK LOW MBAR 7,1//8,5 10,7//10,7-13,2//10,7
INSPUITER BORING Ø MM 2x2,0 2X1,4
WAAKVLAM INSPUITER CODE 51 30
KLEINSTAND BORING MM 1,8 1,3
BELASTING Hs KW 12,4//10,8 10,15//10,15-9,8//9,8
BELASTING Hi KW 11,1/9,7 9,3//9,3-9//8,2
VERBRUIK M³/h 1,18//1,19 0,29//0,34-0,37//0,34
NOM.VERMOGEN kW 9,3//8,1 7,6//7,6-7,35//7,35
1137 / 1138 (120/120 Tunnel)
GASTYPE G20/25 G30/31
DRUK 20//20-25 30//29-37//30-50
LAND
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
CATEGORIE I2H//I2E+//I2E-I2ELL//I2L I3B/P//I3+//I3P
PRIMAIRE LUCHT 2xø6,5mm/2xø4,5mm 3xø16mm
VOORDRUK MBAR 20//20-25 30//29-37//30-50
BRANDERDRUK HIGH MBAR 11//14 14//17-18//13,8
BRANDERDRUK LOW MBAR 9//11,3 10,4//10,5-13//10,5
INSPUITER BORING Ø MM 2xø2,2mm 2xø1,4mm
WAAKVLAM INSPUITER CODE 51 30
KLEINSTAND BORING MM 1,8 1,3
BELASTING Hs KW 12,6//11 10,6//10,6-10,5//9,5
BELASTING Hi KW 11,3/9,9 9,8//9,8-9,66//8,7
VERBRUIK M³/h 1,2//1,25 0,3//0,3-0,35//0,35
NOM.VERMOGEN kW 9,45//8,25 7,95//7,95-7,9//7,12
1135 / 1136 (100/100 Tunnel)
Alle toestellen NoX Klasse 5
AT I2H, I3B/P BE I2E+, I3+ DK I2H, I3B/P DE I2ELL, I3B/P
FI I2H, I3B/P FR I2E+, I3+ GR I2H, I3B/P GB I2H, I3+
IS I3B/P IE I2H, I3+ IT I2H, I3+ LU I2E, I3B/P
NL I2L, I3B/P NO I3B/P PT I2H, I3+ ES I2H, I3+
SE I2H, I3B/P CY I3B/P, I3+ EE I2H, I3B/P LT I2H, I3B/P
LV I2H, I3B/P MT I3B/P HU I2H, I3B/P PL I3B/P
SI I2H, I3B/P SK I2H TR I2H, I3B/P
5. GAS TECHNISCHE GEGEVENS
Pag.9
GASTYPE G20/G25 G30/31
DRUK 20//20-25 30//29-37//30-50
LAND
NL/NO/DK/ES/PT/DE/IE/GB/BE/FR/IT/AT/
LV/SI/SK/EE/HU/LT
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/LV/
SI/EE/HU/LT/PL/CY/MT/IT
CATEGORIE I2l/I2ELL/I2H/I2E/I2E+ I3B/P/I3+
PRIMAIRY AIR 2xø8.5/1xø7 3XØ16
VOORDRUK MBAR 20/20-25 Mbar 30/37 Mbar
BRANDERDRUK HIGH MBAR 11/13,7 26,2/33,6
BRANDERDRUK LOW MBAR 7,1/7,0 11,1/14,6
INSPUITER BORING Ø MM 2x2,5 2x1,45
INJ. PILOTBURNER CODE 51 30
KLEINSTAND BORING MM 2,20 1,80
BELASTING Hs KW 15,5/14,6 15,2/15
BELASTING Hi KW 14/13,1 13,9/13,8
VERBRUIK M³/h 1,48/1,62 0,43/0,55
NOM.VERMOGEN kW 12/11 11,7/11
1048 (170)
1139 / 1149 (140/140 tunnel)
GASTYPE G20/25 G30/31
DRUK 20//20-25 30//29-37//30-50
LAND
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
CATEGORIE I2H//I2E+//I2E-I2ELL//I2L I3B/P//I3+//I3P
PRIMAIRE LUCHT 2xø7,5mm/2xø4mm 3xø16mm
VOORDRUK MBAR 20//20-25 30//29-37//30-50
BRANDERDRUK HIGH MBAR 14,3//17,8 24,6//24,6-30,4//24,6
BRANDERDRUK LOW MBAR 13,2//16,6 11,8//11,8//14,4
INSPUITER BORING Ø MM 2xø2,3mm 2xø1,45
WAAKVLAM INSPUITER CODE 51 30
KLEINSTAND BORING MM 2,2 1,3
BELASTING Hs KW 16,1//14,3 14,3//14,3-14,2//13,1
BELASTING Hi KW 14,5/12,8 13,2//13,2-13//12
VERBRUIK M³/h 1,53//1,58 0,41//0,41-0,53//0,49
NOM.VERMOGEN kW 12/10,7 8,8//8,8//10,8
Alle toestellen NoX Klasse 5
AT I2H, I3B/P BE I2E+, I3+ DK I2H, I3B/P DE I2ELL, I3B/P
FI I2H, I3B/P FR I2E+, I3+ GR I2H, I3B/P GB I2H, I3+
IS I3B/P IE I2H, I3+ IT I2H, I3+ LU I2E, I3B/P
NL I2L, I3B/P NO I3B/P PT I2H, I3+ ES I2H, I3+
SE I2H, I3B/P CY I3B/P, I3+ EE I2H, I3B/P LT I2H, I3B/P
LV I2H, I3B/P MT I3B/P HU I2H, I3B/P PL I3B/P
SI I2H, I3B/P SK I2H TR I2H, I3B/P
Pag.10
Tabel concentrische trajecten
Traject
Afbeel-
ding
X totaal in
meter
Y totaal in
meter
Restrictie
min* max* min* max* 1048 t/m 1149
Indirecte geveluitmonding A-B 1 3 0 5.5 Geen
Dakdoorvoer zonder verslepingen C 2 12 vanaf 6 meter
Dakdoorvoer met versleping 45 graden** D 3 12 0 4 vanaf X totaal - Y > 6 meter
Dakdoorvoer met versleping 90 graden*** E 1 12 0 2 vanaf X + X1- Y > 6 meter
Bocht 45 graden: rekenlengte 1 meter
Bocht 90 graden: rekenlengte 2 meter
* lengte exclusief dak -of geveluitmondingen. Altijd startlengte 1 meter aanhouden!
** Verhouding verticaal : horizontaal X + X1 + X2 : Y ≥ 2 : 1
*** Verhouding verticaal : horizontaal X + X1 : Y ≥ 2 : 1
Restrictie bepalingen alle gassoorten
verticale trajecten
keerplaat restrictie
0-6 meter ja nee
6-12 meter ja 50 mm
horizontale trajecten maximaal 5.5 meter + geveldoorvoer
keerplaat restrictie
1m 90° gvl ja nee
1m 90° 5.5m gvl ja nee
6. CONCENTRISCHE TRAJECTEN
E
B
Y
X
C
D
X
Y
A
Pag.11
Het concentrisch kanaal systeem is samengesteld uit een binnenkanaal en een buitenkanaal.
Deze kanalen zijn concentrisch opgesteld; door het binnenkanaal worden de verbrandingsgassen
afgevoerd, tussen binnen en buiten kanaal wordt de verse verbrandingslucht toegevoerd.
7.1 Componenten van het concentrisch kanaalsysteem.
Met behulp van het concentrisch kanaalsysteem zijn verschillende aansluitingen mogelijk:
Door het dakvlak en door de gevel.
Het traject van dit systeem is op verschillende wijzen aan te leggen,
maar er zijn enkele belangrijke voorwaarden:
* Totale toegestane verticale kanaallengte niet langer dan 12 meter (som van kanaallengte en de
rekenlengtes voor de bochten).
* Bochten 90° hebben een rekenlengte van 2 meter horizontaal.
* Bochten 45° hebben een rekenlengte van 1 meter horizontaal.
* De uitmonding kan op elke willekeurige plaats in het dakvlak of gevel geschieden (aan en afvoer
in identiek drukgebied), maar moet voldoen aan de geldende voorschriften.
* Kanaal trajecten mogen niet geïsoleerd worden
7.2 Opbouw concentrisch kanaalsysteem CC
Indirecte gevel aansluiting .
* De uitmonding kan ook in een boven afvoer situatie in de gevel geschieden,houdt rekening met
hinder naar omgeving, volgens de nationale, regionale, lokale normen en voorschriften.
Let ook op dat de wind druk ook hier op de uitmonding niet te extreem is zoals een balkon,
plat dak, hoeken en in zeer smalle stegen etc., daar dit de prestaties van het toestel negatief kan
beïnvloeden.
* Verzorg een sparing in de gevel van rond 155 mm of 205 mm bij gebruik van Ø130-200 kanalen
(in een niet vuurvaste gevel extra ruimte van 50 mm. rondom de buitenbuis houden) en monteer de
geveldoorvoer met de muurplaat aan de binnenzijde van de wand. Aan de buitenzijde dient de
muurplaat van de geveldoorvoer voldoende tegen de muur te worden af gedicht; dit i.v.m. lekkage-
mogelijkheid van vocht c.q. rookgassen de woonruimte in.
* Indien noodzakelijk, dient het kanaal te worden omkokert. Ook als het kanaal langs niet vuurvaste
materialen gemonteerd gaat worden, dienen er voldoende brandwerende maatregelen te worden
genomen.
* Bepaal de positie van het toestel en de uitmonding en begin de opbouw van het kanaal met de
aansluiting op het toestel , let op de montagerichting en verbindt de elementen d.m.v. de klembanden
aan elkaar.
* Tussen bochten, of bij de aansluiting op het toestel , kan gebruik worden gemaakt van de paspijp.
Gebruik, indien noodzakelijk, muurbeugels ter ondersteuning van het kanaal.
Montage dakdoorvoering
* De uitmonding kan op een willekeurige plaats in het dakvlak geschieden (aan- en afvoer in identiek
druk gebied), en moet voldoen aan de geldende voorschriften.
* Voor een waterdichte doorvoering kan gebruik worden gemaakt van een dakplaat plat voor platdak,
of een dakplaat lood voor hellende pannendaken. Indien nodig kan er worden versleept m.b.v .diverse
bochten. De sparing in het dakbeschot dient 5 cm. rondom groter te zijn, dit i.v.m . voldoende
brandwerendheid.
* Er moet rekenschap gehouden worden met de bepaling ( Zie hiervoor de nationale, regionale,
lokale normen voorschriften) van de weerstand tegen branddoorslag tussen ruimten. Er dient een
omkokering van vuurvast materiaal (b.v . 12 mm. Promatect brandwerende plaat) te worden toegepast
op 25 mm vanaf het buiten kanaal.
* Bepaal de positie van het toestel en de uitmonding en begin de opbouw van het kanaal met de aan-
sluiting op het toestel (altijd eerst 1 meter verticaal), let op de montagerichting. Binnenkanaal moet
afwaterend gemonteerd worden. Verbindt de elementen d.m.v .de klembanden aan elkaar.
Zorg ervoor dat alle verbindingen goed gasdicht zijn.
* Tussen bochten, of bij de aansluiting op het toestel c.q. dakdoorvoer, kan gebruik worden gemaakt
van een paspijp. Gebruik op elke verdieping 2 muurbeugels ter ondersteuning van het kanaal
7. CONCENTRISCH KANAALSYSTEEM
LET OP
* Zorg ervoor dat de restrictieplaat juiste manier gemonteerd wordt zoals aangegeven in deze instructie.
* De juiste restrictieplaat zal het toestel, het meest optimale rendement, vlambeeld en verbranding geven.
* Montage van een foutief geplaatste restrictieplaat kan storingen aan het toestel veroorzaken.
Pag.12
7.3 Installatie voorschriften bestaande rookkanalen.
Voorschriften
Dit rookgasafvoersysteem valt onder de cat.: C91 en moet opgebouwd worden volgens de
nationale regelgeving en de voorschriften van de fabrikant, zoals aangegeven in de documentatie
en de installatievoorschriften.
Dit houd o.a. in dat de schoorsteen doorvoer niet kleiner mag zijn dan rond / vierkant 150 mm
doch niet groter dan 200 mm en niet geventileerd door roosters etc. Bij grotere schoorsteen
doorvoeren kan eventueel een flexibele slang van rond 150 mm toegepast worden in combinatie
met een flexibele slang rond 100 zoals hieronder omschreven. Andere situaties dient u te overleggen
met uw leverancier / fabrikant.
7.4 Onderdelen
Controleer alle onderdelen op eventuele beschadigingen voordat u met de montage begint.
Voor de ombouw van een gemetseld kanaal tot concentrisch kanaal, aansluitend op CC kanaal systeem,
heeft u de volgende onderdelen nodig:
1. Klemband 7. Schoorsteen montageplaat (renovatie pakket)
2. CC Passtuk 8. Klemband
3. Klemband 9. Dakdoorvoer
4. Montage plaat binnen
5. Schuifstuk (renovatie pakket)
6. Flexibele slang RVS. 316 L
7. enkelwandig rond 100 /107
OPMERKING: De renovatie / saneringsset bestaat uit de onderdelen 3, 4, 5, en 7
7.5 Montage
* Voer de flexibele slang (6) door het bestaande kanaal (8).
* Bevestig het schuifstuk (5) aan de onderzijde van de flexibele slang, en borg deze met twee parkers.
* Houdt de onderzijde van het schuifstuk (5) gelijk met de onderzijde van het kanaal of het plafond.
Kort de flexibele slang af op ca.100 mm boven de kop van de schoorsteen.
* Bevestig de montageplaat bovendaks (7) aan de flexibele slang, klem deze met een slangklem
RVS rond 90 tot 165, borg het geheel met een parker.
* Bevestig de montageplaat bovendaks (7) waterdicht op de kop van de schoorsteen m.b.v. siliconenkit
en RVS schroeven.
* Monteer de dakdoorvoer (9) en borg deze met de meegeleverde klemband (10)
* Na montage zal het schuifstuk (5) ca. 100 mm onder het kanaal of plafond uitsteken.
* Bevestig de montageplaat binnen (4) gasdicht tegen de onderzijde van het bouwkundige kanaal of
tegen de onderzijde van de betonnen vloer m.b.v. siliconenkit en schroeven.
* Plaats het toestel volgens de voorschriften van de toestelfabrikant
* Monteer minimaal 1 meter concentrisch kanaal type THC CC 100-150 (2), or 130-200 mm
met verloop 100-150.
* Verleng het concentrische kanaal met behulp van secties (2) tot minimaal 100 mm in het bouwkundige
kanaal. Draai tenslotte de klemband in de montageplaat binnen (3) handvast.
7.6 Reiniging en onderhoud.
Het toestel dient jaarlijks gereinigd en gecontroleerd te worden door uw dealer. Het Concentrisch Kanaal-
systeem CC systeem dient elke 2 jaar gereinigd te worden.
Controle op:
1 Dichtheid van het gas verbranding producten en verbrandingslucht toevoercircuit.
2 De juiste werking van het gas- regelblok en het ontsteken van de brander.
Pag.13
Pag.14
No ACTIE Mogelijk probleem/oorzaak Oplossing
1.
Optie: wandschakelaar
START: druk op ON knop>
wandschakelaar werkt.
NEE
Gebogen pinnen schakelaar, of
kabel breuk/defect.
Pinnen richten, wandschakelaar
of kabel vervangen.
1.
Handzender START: druk
op de knop voor startpro-
cedure. 2 korte piepjes
NEE
Handzender batterij slecht. Vervang batterij, 2x AAA 1.5V
Alkaline kwaliteit!
Ontvanger batterijen slecht. Vervang batterijen, 4x 1,5V AA
Alkaline kwaliteit!
Optionele netstroom adapter
werkt niet.
Controleer netstroom adapter.
Handzender/ ontvanger code
controleren.
Op nieuw code in leren.
OK
Zender/ontvanger zendbereik is
beperkt.
1. Antenne kabel verplaat-
sen, zie instructie.
2. Vervang ontvanger.
Optionele wandschakelaar/ be-
kabeling werkt niet goed.
Vervang wandschakelaar/ beka-
beling.
Zekering ontvanger defect
(alleen oudere versies).
Vervang ontvanger.
2.
Magneet unit in gasklep
wordt bekrachtigd
(hoorbare klik)
NEE
Geen piep
signaal
Magneet spoel gasklep werkt
niet.
Vervang gasregelklep volledig.
NEE
3 korte piep
signalen
Ontvanger batterijen slecht. Vervang batterijen, 4x 1,5V AA
Alkaline kwaliteit!
NEE
1 lang piep
signaal.
ON/OFF schakelaar op gasre-
gelklep in OFF positie
Schakelaar op ON zetten.
8 aderige kabel tussen ontvan-
ger en gasregelklep defect/
slecht contact.
Controleer kabel m.n. bij stek-
kerverbinding.
OK
Schakelaar kabel onderbroken. Controleer schakelaar kabel
Motor werkt niet goed. Vervang gasregelklep volledig.
Microswitch op gasregelklep
werkt niet goed.
Vervang gasregelklep volledig.
Thermokoppelonderbreker niet
goed aangesloten of aange-
draaid
Vervang thermokoppelonder-
breker
8. STORINGSZOEKLIJST MERTIK GV60
Pag.15
No ACTIE Mogelijk probleem/oorzaak Oplossing
3.
NEE
Ontstekingscomponenten functioneren
niet.
Controleer vonkkabel tussen ontvanger en
vonk pen op juiste verbinding.
Controleer afstand vonk pen en waakvlam
kop.
Controleer vonk pen op doorslag naar mas-
sa(breuk in keramiek)
Controleer vonkkabel op breuk
Continue vonken
Controleer of vonkkabel vrij ligt van meta-
len delen. Controleer of vonk t.p.v. verbin-
ding ontsteekkaars niet overspringt op
massa. Kort indien mogelijk kabel in. Even-
tueel extra isoleren met siliconen slang
o.i.d.)
Elke seconde een
vonk.
NEE
Ontsteking procedure stopt, geen waak-
vlam. Geen reactie meer bij gebruik af-
standbediening ( ontvanger reageert niet
meer).
Druk op RESET knop, zie instructie.
Maak massakabel tussen waakvlambrander
en gasregelklep.
Vonkkabel niet oprollen.
Kort ontsteekkabel in indien mogelijk.
NEE
Ontsteking procedure stopt, geen waak-
vlam. Wel reactie ontvanger bij gebruik
afstandbediening.
Vervang batterijen in ontvanger, 1,5V AA
Alkaline kwaliteit!
OK
4.
Waakvlam brandt.
NEE
TC SW kabel omgedraaid. Controleer steker aansluitingen op ontvan-
ger en onderbreker., zie fig 1.
Magneet spoel gasklep werkt niet. Vervang gasregelklep volledig.
Kortsluiting tussen onderbreker en SW
kabel
Controleer verbindingen onderbreker.
OK
Geen gas( magneetspoel valt uit na 30
sec. hoorbare piepsignalen)
Controleer gastoevoer naar gasregelklep.
5.
Vonken stopt na-
dat waakvlam
brandt
NEE
Kortsluiting tussen onderbreker en TC
kabel.
Controleer verbindingen bij onderbreker,
zie fig. 1
OK
Elektronische meetversterker defect. Vervang ontvanger.
Onderbreker
Ontvanger
Pag.16
No ACTIE Mogelijk pro-
bleem/oorzaak
Oplossing
6.
NEE
Weerstand in ther-
mokoppel circuit te
hoog.
Controleer kabels en verbindin-
gen in thermokoppel circuit.
Magneet spoel valt
uit(hoorbare klik)
Thermokoppel niet
warm genoeg.
Controleer of waakvlam goed op
thermokoppel staat, en stel zo
nodig waakvlam juist in.
Motor draait naar
hoofd branderstand en
waakvlam blijft bran-
den.
Lage thermokoppel-
spanning.
Controleer verbindingen en ver-
vang zo nodig thermokoppel.
Draai de verbindingen niet te
vast aan!
Kortsluiting door be-
schadigde thermo-
koppel tip.
Vervang thermokoppel, draai de
verbindingen niet te vast aan!
NEE
Ontstekings procedu-
re stopt. Geen reac-
tie meer bij gebruik
afstandbediening
( ontvanger reageert
niet meer).
Druk op RESET knop, zie in-
structie
Maak massakabel tussen waak-
vlambrander en gasregelklep.
OK
Vonkkabel niet oprollen
Kort ontsteekkabel in indien mo-
gelijk.
7.
Hoofdbrander gaat
aan.
NEE
Knop handmatige
bediening gasregel-
klep op MAN positie.
Knop naar ON positie draaien.
OK
8.
Hoofdbrander blijft
aan.
NEE
Teveel/te weinig
luchtstroming/trek
langs waakvlam,
waait uit of verstikt.
Controleer of restrictieplaat in
toestel juist is toegepast, zie
instructie. Slechte afvoersitua-
tie, controleer juistheid traject
en de verbindingen.
OK
9.
Magneetspoel valt uit,
terwijl motor draait.
3x Piep signaal
NEE
Ontvanger batterijen
slecht.
Vervang batterijen, 4x 1,5V AA
Alkaline kwaliteit!
Systeem kan worden
uitgeschakeld middels
afstandbediening
NEE
Systeem kan wor-
den uitgeschakeld
door ON/OFF
schakelaar
NEE
Kortsluiting tussen
TC en SW kabel.
Controleer verbindingen bij on-
derbreker.
JA
JA
OK OK
Vervang gasregelklep
Pag.17
SYMPTOOM TE ONDERNEMEN AKTIE
De waakvlam wil niet
Branden na herhaaldelijk ont-
steken.
1. Als u de kachel voor de eerste maal gaat aanmaken of na een servicebeurt, zit er lucht
in de leidingen. Het duurt een poosje vooraleer alle lucht uit de leidingen is gestroomd
en er gas komt dat kan ontstoken worden.
2. Kijk na of de gastoevoer naar het toestel toe wel degelijk open staat en dat er vol-
doende gasdruk naar het toestel toe is.
3. Zie na of er vonken zijn tussen de vonkelektrode en de waakvlam. Als er geen vonken
zijn:
a) Kijk na of de verbinding tussen de elektrode en de ontsteker niet gebroken is of
slecht gemaakt werd.
b) Kijk na of de vonk niet op een andere plaats kortsluit of overslaat.
De waakvlam blijft niet bran-
den na ontsteking.
1. Zie na of de waakvlam groot genoeg is om rond de thermokoppel te branden.
Als de vlam te klein is moet u de gastoevoerdruk nakijken. Als de hoogte van
de waakvlam niet bijgesteld kan worden, zou er een obstructie in de waakvlam
kunnen zitten.
2. Zie na of de thermokoppelonderbreker goed aan de gas klep zit aangesloten.
3. Kijk na of de gas klep niet stuk is.
4. Zie na of de restrictie plaat naar behoren wel of niet is geplaatst
De hoofdbrander dooft wan-
neer het toestel warm is.
1. Dit kan een normale werking van de thermostaat zijn.
Kijk na of de waakvlam de thermokoppel voldoende kan verwarmen. Als
de waakvlam te klein is dan moet u de gastoevoer of de waakvlamafstelling
nakijken.
2. Zie na of de restrictie plaat naar behoren wel of niet is geplaatst.
Roetafzetting op het glas. 1. Controleer of het lavasplit goed op de brander ligt.
2. Kijk of de waakvlam brander vrij gehouden is van brander vulling.
3. Kijk na of er geen verstopping is van de branderopeningen
4. Controleer de goede werking van de rookgasafvoer en of er niets de rookgasafvoer
verhindert of verstopt.
5. Kijk de leidingdruk na.
Scherpe blauwe vlammen die
loskomen van de brander of
een te wild brandende waak-
vlam.
1. Controleer of de restrictieplaat is toegepast.
Flauwe (verstikkende)
waakvlam.
1. Waakvlam branderdruk of kanaal traject nakijken
Hoofdbrander wil niet branden
nadat waakvlambrander
brand.
1 Zie na of de motorknop draait en of de batterijen niet leeg zijn.
2 Mogelijk defect van gas blok
3 Controleer of de waakvlam de brander goed ontsteekt
4. Kijk na dat de branderopening niet verstopt is.
9. PROBLEMEN EN HUN MOGELIJKE OPLOSSINGEN
WAARSCHUWING
Het oplossen van problemen met uw kachel, zowel gas technisch als elektrisch, moet steeds gebeuren door een
bevoegd technicus.
LET OP
Kijk a.u.b. eerst na of alle richtlijnen werden gevolgd alvorens u de eventuele problemen met het toestel gaat
trachten op te lossen.
Pag.18
Trimline DB 100Tunnel / 120Tunnel / 140Tunnel
Trimline DB 100Front / 120Front / 140Front
Trimline DB 170 Front
BIJLAGE 1 MAATTEKENINGEN
Pag.19
A
B
C
C
3
1
2
3A
BIJLAGE 2 INBOUWVOORBEELDEN
MAX 1500
Pag.20
BIJLAGE 3 VOORBEREIDINGEN EN INSTALLATIE
3
2
1
7
8
9
6 5 4
Luchtgeleidings
-
plaat
2X
10
Pag.21
BIJLAGE 4 GV60 GEREED MAKEN VOOR INBOUW
3
5
4
GAS CASSETTE
1
2
GAS BLOK
BRANDER
AUTOMAAT
Pag.22
8
7
6
Positie Waakvlam
brander onder
het toestel
Pag.23
3
4
5
1
1
1
2
2
2
2
TRIMLINE 100 DB
FRONT / TUNNEL
1
2
4
3
5
BIJLAGE 5 PLAATSING HOUTSET
Pag.24
TRIMLINE 120 DB
FRONT / TUNNEL
1
2
3
4
5
6
7
1
5
2
4
3
5
4
6
7
Pag.25
1
2
4
3
8
9
5
6
7
1
1
2
9 9
4
3
3
8
9
7
6
5
TRIMLINE 140 DB
FRONT / TUNNEL
Pag.26
TRIMLINE 170 DB
FRONT
1
3
5
4
10
7
8
9
6
2
10
10
1
1
9
9
2
5
5
6
3
4
8
7
Pag.27
Basalt / Carrara
Pebbles
BIJLAGE 6 PLAATSING DIVERSE BRANDERVULLING
Thermocet International B.V.
Laagerfseweg 31
3931 PC Woudenberg
www.thermocet.nl
25


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Thermocet Trimline 170 DB Front - 1048 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Thermocet Trimline 170 DB Front - 1048 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,67 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info