77
AANWIJZINGEN VOOR VEILIGHEIDSMAATREGELEN
De elektrische veiligheid van het EB is alleen gegarandeerd als er een effectieve
aarding is uitgevoerd in overeenstemming met de huidige installatieregels voor
elektrische installaties.
Sanitaire leidingen en afsluiters moeten voldoen aan de parameters van het
waterleidingsnetwerk en beschikken over de nodige kwaliteitscertificaten.
Bij het installeren en bedienen van de EB is het niet toegestaan:
de voeding aansluiten als het EB niet met water is gevuld;
de beschermkap verwijderen wanneer de stroom is ingeschakeld;
EB gebruiken zonder aarding;
EVN opnemen in het waterleidingnetwerk met een druk van meer dan 0,7
MPa;
de EB met de watertoevoer verbinden zonder veiligheidsklep;
het water uit het EB laten lopen wanneer de stroom is ingeschakeld;
reserveonderdelen gebruiken die niet door de fabrikant zijn aanbevolen;
water uit de EB gebruiken om te koken;
water gebruiken dat mechanische onzuiverheden bevat (zand, kleine stenen),
wat kan leiden tot verstoring van de EB en de veiligheidsklep.
- de ontwerp- en installatiedimensies van de EB-beugels veranderen.
De omgevingstemperatuur waarin het EVN wordt gebruikt, moet tussen 3 ° C en
40 ° C zijn. Invriezen van water in het EVN bij negatieve temperaturen leidt tot
uitval van EB, hetgeen geen garantiegeval is.
Kinderen moeten worden aangestuurd om ervoor te zorgen dat ze niet
met het EB spelen. Het EB is niet bestemd voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met beperkte fysieke, tactiele of psychische
vermogens, evenals door personen die de EB niet kunnen gebruiken,
behalve wanneer het wordt gemonitord of geïnstrueerd door personen die
verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van de EB.
INSTALLATIE EN AANSLUITING
Alle installatie-, loodgieterij- en elektrische werkzaamheden moeten worden uitgevoerd
door gekwalificeerd personeel.
PLAATSING EN INSTALLATIE
De installatie van het EB wordt uitgevoerd in overeenstemming met de markering
op de behuizing en de volgende tabel: