5.0 SCHAKELVOORKEUR
5.1 Tijdelijke in-/uitschakeling
In automatisch bedrijf kan, door het indrukken van de toets C1, het
contact met de hand worden in- of uitgeschakeld. Deze instelling
wordt door het eerstvolgende schakelcommando opgeheven.
5.2 Permanente in-/uitschakeling
Gedurende automatisch bedrijf kan het contact permanent hand-
matig worden in- of uitgeschakeld. Hierbij moet eerst de toets m
ingedrukt worden gehouden. Daarna drukt men op toets C1. Op
het display wordt het symbool ● o weergegeven, wat perma-
nente inschakeling betekent.
Wanneer men opnieuw op de toets C1 drukt, terwijl nog steeds de
toets m ingedrukt wordt gehouden, duidt het display het symbool
● p aan voor de permanente uitschakeling.
Wanneer een permanente schakeling wordt opgeheven, dan ver-
dwijnt de punt naast o of p.
Hierbij moet de toets m ingedrukt worden gehouden waarna men
één of tweemaal op de toets C1 drukt.
Wanneer de permanente schakeling is opgeheven, stelt de scha-
kelklok de juiste schakeltoestand weer in.
72
Automaat
Automaat
C1 Permanente
inschakeling
C1 Permanente
uitschakeling
Automaat
4.5 Wissen van een schakeltijd
Met de toets Prog kunnen de opgeslagen schakeltijden gecontro-
leerd worden en, door gelijktijdig drukken op toetsen h + m, een
voor een gewist worden. Hierbij geldt dat alleen de aangegeven
schakeltijd wordt gewist.
4.6 Wissen van alle schakeltijden
LET OP: alle opgeslagen schakeltijden worden gewist.
De werkelijke tijd en de gekozen schakelregel blijven
behouden.
Wanneer in de programmeer- of controlemode de toetsen d + h +
m gelijktijdig worden ingedrukt, dan worden alle schakeltijden
gewist.
71
Automaat
Bijv.