6160
CASA - Radiografisch weerstation
╟
CASA - Radiografisch weerstation
╟
5.3 Weergavescherm
•
Druk op de ALARM/SET toets om in de normaalmodus de alarmtijd op te
vragen.
5.4 Achtergrondverlichting
•
Druk op de SNOOZE/LIGHT toets en de achtergrondverlichting gaat
gedurende 5 seconden aan.
6. Weerverwachtingssymbolen (Fig. 3)
•
Het radiografische weerstation gebruikt 4 verschillende weersymbolen
(zonnig, halfbewolkt, bewolkt, regen).
•
Het weerbericht via de symboolweergave heeft betrekking op een peri-
ode van 12 – 24 uur en geeft alleen een weertrend aan. Is het bijvoor-
beeld momenteel bewolkt en wordt er regen aangegeven, duidt dit
niet op een verkeerd functioneren van het apparaat, maar geeft dit
aan, dat de luchtdruk gedaald is en u een weersverslechtering moet ver-
wachten, waarbij het echter niet per se om regen hoeft te gaan. De pre-
cisie is ongeveer 70 tot 75%.
•
Het zonnetje wordt ook 's nachts als symbool weergegeven als er sprake
is van een kraakheldere nacht.
7. Temperatuur en luchtvochtigheid
7.1 Maximum- en minimumwaarden
•
Druk op de MEM/- toets.
•
MAX verschijnt op het display.
•
De maximale temperatuur en de luchtvochtigheid voor binnen en bui-
ten sinds de laatste terugstelling worden aangetoond.
•
Druk nog eens op de MEM/- toets.
•
MIN verschijnt op het display.
•
De minimale temperatuur en luchtvochtigheid voor binnen en buiten
sinds de laatste terugstelling worden aangetoond.
•
Druk nog eens op de MEM/- toets om het display met de actuele waar-
den te verkrijgen.
•
Het apparaat verlaat automatisch de MAX/MIN modus, als de MEM/-
toets niet wordt ingedrukt.
•
Houdt de MEM/- toets ingedrukt, wanneer op het display de maxi-
mum- en minimumwaarden getoond worden, om de maximum- en
minimumwaarden waarden naar de huidige waarden terug te zetten.
5.1.1 Instelling van de tijdzone
•
In de instelmodus kunt u een correctie van de tijdzone (+23/-23) maken.
•
Instellen van een correctie voor de tijdzone is vereist wanneer het DCF-
signaal wel kan worden ontvangen, maar de tijdzone van de DCF tijd
afwijkt (bijvoorbeeld, +1 = één uur later).
•
Druk op de CH/+ of de MEM/- toets.
•
Bevestig met de DISPLAY/SET toets.
5.2 Wektijdinstelling
•
Houd de ALARM/SET toets ingedrukt in de normaal-modus.
•
12:00 (standaardinstelling) en AL of de ingestelde wektijd verschijnen
op het display.
•
De uuraanduiding knippert.
•
Stel het uur met de CH/+ of MEM/- toets in.
•
Het alarmsymbool verschijnt op het display.
•
Bevestig de instelling met de ALARM/SET toets en stel op dezelfde
manier de minuten in.
•
Druk nog eens op de ALARM/SET toets.
•
Het alarmsymbool en de actuele tijd verschijnen op het display.
•
Wanneer de ingestelde wektijd bereikt is, begint de wekker te rinkelen.
•
Het alarmsymbool knippert.
•
Druk op de ALARM/SET toets om het alarm uit te schakelen.
•
Als het alarm niet wordt onderbroken, zal de stijgende alarmtoon zich
na twee minuten automatisch uitschakelen en activeert zich vanzelf
weer op dezelfde wektijd.
•
Wanneer het weksignaal klingelt, drukt men op de SNOOZE/LIGHT toets
om de snooze functie te activeren.
•
Indien de snooze-functie geactiveerd is, knippert het alarmsymbool op
het display.
•
Het weksignaal wordt voor 5 minuten onderbroken.
•
Druk op de ALARM/SET toets in de normaalmodus, om in de alarm func-
tie te komen.
•
Druk nog eens op de ALARM/SET toets, om de alarm en de snooze func-
tie uit te schakelen.
•
Het alarmsymbool verdwijnt van het display.
TFA_No. 35.1135_Anleitung 20.11.2014 15:09 Uhr Seite 31