SLIM-TOUCH – Radiografisch weerstation
╟
SLIM-TOUCH – Radiografisch weerstation
╟
46 47
• Druk nog eens op de MODE toets.
• A2 en de laatste ingestelde tweede wektijd verschijnen op het display.
• Voor activeren of deactiveren van het alarm drukt u op de ▼ of ▲ toets.
• Het alarmsymbool verschijnt of verdwijnt op het display.
• Wanneer de ingestelde wektijd is bereikt begint de wekker te rinkelen.
• Het desbetreffende alarmsymbool en alle bedieningstoetsen verschijnen op
de display.
• Druk op een willekeurige toets en het alarm zal stoppen.
• Als het alarm niet wordt beëindigt, zal de stijgende alarmtoon zich na een
paar minuten automatisch uitschakelen en activeert zich vanzelf weer op
dezelfde wektijd.
• Het alarmsymbool blijft op het display.
• Wanneer het weksignaal klingelt, drukt men op de SNOOZE toets om de
snooze functie te activeren.
• Indien de snooze functie geactiveerd is, knippert het alarmsymbool op het
display.
• Het weksignaal wordt voor 5 minuten onderbroken.
8.3 Weergavescherm
Raak de SNOOZE toets aan en de toetsen verschijnen op het display.
• Druk op de MODE toets en u kunt oproepen:
→ de weekdag
→ de datum
→ de eerste weektijd
→ de tweede wektijd
• Druk nog eens op de MODE toets om naar de normaal modus terug te
keren.
8.4 Schermverlichting
• Druk op de SNOOZE toets en de display-verlichting gaat gedurende 5 secon-
den branden.
8.5 Weerverwachtingssymbolen
• Het weerstation gebruikt 5 verschillende weersymbolen (zonnig, halfbe-
wolkt, bewolkt, regen, zware regen).
• De trendpijl toont u of de luchtdruk actueel stijgt, daalt of gelijk blijft.
9. Temperatuur en luchtvochtigheid
9.1 Maximum- en minimumwaarden
Raak de SNOOZE toets aan en de toetsen verschijnen op het display.
• Druk op de MEM toets.
• verschijnt op het display.
• De maximale temperatuur en de luchtvochtigheid voor binnen en buiten
sinds de laatste terugstelling worden aangetoond.
• Druk nog eens op de MEM toets.
• verschijnt op het display.
• De minimale temperatuur en luchtvochtigheid voor binnen en buiten sinds
de laatste terugstelling worden aangetoond.
• Druk nog eens op de MEM toets om het display met de actuele waarden te
verkrijgen.
• Het apparaat verlaat automatisch de MAX/MIN modus, als de MEM toets
niet wordt ingedrukt.
• Houd de MEM toets ingedrukt, wanneer op het display de maximum- en
minimumwaarde verschijnen, om de betreffende waarden naar de huidige
waarden terug te zetten.
10. Maanstand
• Het display toont u de actuele maanfasen:
A: Nieuwe maan B: Jonge maansikkel
C: Halve maan (eerste kwartier) D: Toenemende maan
E: Volle maan F: Afnemende maan
G: Halve maan (laatste kwartier) H: Afnemende sikkell
11. Buitenzender
• Na het plaatsen van de batterijen in de buitenzender begint de buitenzen-
der automatisch met de transmissie van de buitenwaarden op het kanaal 1.
• Met de RESET toets kunt u de buitenzender handmatig overdragen (bijv.
voor het testen of bij verlies van de buitenzender).
• Na de succesvolle inbedrijfstelling van de buitenzender sluist u het deksel
van de batterijen weer zorgvuldig.
• De buitenzender op het kanaal 1 is ook verantwoordelijk voor het DCF
radiosignaal, aangezien de DCF ontvangst op de buitenzender van kanaal 1
wordt gemaakt.
11.1 Extra buitenzenders
• Als u meerdere buitenzenders wilt aansluiten, kiest u na direct het plaatsen
van de batterijen met de CH toets in het batterijvak van de buitenzender,
voor elke buitenzender een ander kanaal (CH1, CH 2 of CH3). De ontvangst
van de nieuwe buitenzender vindt automatisch door het basisapparaat
plaats.
• De gemeten actuele buitenwaarden worden op het display van het basisap-
paraat weergegeven.
• Raak de SNOOZE toets aan en de toetsen verschijnen op het display.
• Druk op de CH toets.
• U kunt ook een automatische kanaalwissel instellen. Na het derde kanaal
verschijnt op het display bij hernieuwde bediening van de CH toets het cir-
cuit symbool voor automatische kanaalwisseling. Druk nog eenmaal op de
CH toets, om die automatische kanaalwisseling uit te schakelen en de eerste
buitenzender verschijnt permanent op het display.
12. Opstellen en bevestigen van het basisapparaat en de buitenzender
• Zoek een schaduwrijke en een tegen regen beschermde plaats uit voor de
buitenzender. (Direct zonlicht vervalst de meetwaarden en continue voch-
tigheid belast de elektronische componenten onnodig).
• Plaats het basisapparaat in de woonruimte. Vermijd de nabijheid van ande-
re elektrische apparaten (televisie, computer, radiografische telefoons) en
massieve metalen voorwerpen.
• Controleer of een overdracht van de meetwaarden van de buitenzender op
de gewenste opstellingsplaats naar het basisapparaat plaatsvindt (reikwijd-
te vrij veld ca. 60 meter). Massieve wanden, in het bijzonder met metalen
delen, kunnen de reikwijdte van de buitenzender aanzienlijk beperken.
• Zoek eventueel een nieuwe opstellingsplaats voor buitenzender en/of basis-
apparaat.
• Is de transmissie geslaagd, kunt u de buitenzender met schroeven aan de
muur bevestigen of op een effen oppervlakte plaatsen.
ABCDEFGH
TFA_No. 35.1128_Anleit_04_14 07.04.2014 10:20 Uhr Seite 24