MODUS PLUS – Radiografisch weerstation
╟
5150
MODUS PLUS – Radiografisch weerstation
╟
•
Druk nog eenmaal op de MODE/ENTER toets. De minuten beginnen te
knipperen en u kunt met de ▲/CH of ▼/UNIT toets de minuten instellen.
•
Bevestig elke instelling met de MODE/ENTER toets.
•
De alarmfunctie voor de eerste wektijd is geactiveerd.
•
Druk nog eenmaal op de MODE/ENTER toets.
•
2 voor de tweede wektijd knippert.
•
0:00 respectievelijk de laatste wektijd verschijnt op het display.
•
Stel eventueel op dezelfde manier de tweede wektijd in.
7.4 Activeren/deactiveren van de verschillende alarmfuncties
•
Om de desbetreffende alarmfunctie te activeren en te deactiveren moet
u de ALARM toets in de instelmodus indrukken.
•
In de normaal modus verschijnt of verdwijnt de desbetreffende symbool
, , + of geen alarmsymbool verschijnt op het display.
•
Wanneer de ingestelde wektijd is bereikt begint de wekker te rinkelen.
De achtergrondverlichting gaat kort aan.
•
Als het alarm niet wordt onderbroken, zal de stijgende alarm na twee
minuten automatisch uitschakelen en activeert zich vanzelf weer op
dezelfde wektijd.
•
Wanneer het weksignaal klingelt, drukt u op de SNOOZE toets om de
snooze functie te activeren.
•
De achtergrondverlichting gaat kort aan.
•
Het desbetreffende alarm symbool knippert.
•
Het weksignaal wordt voor 5 minuten onderbroken.
•
Indien de snooze-functie geactiveerd is, is een belangrijke operatie niet
mogelijk. U kunt alleen de achtergrondverlichting met de SNOOZE toets
kort activeren.
•
De snooze functie kunt u met de ALARM toets beëindigen.
7.5 Maximum- en minimumwaarden
•
Druk eenmaal op de MAX/MIN toets.
•
In het display verschijnen de maximum waarden voor binnen en buiten
.
•
Druk nog eens op de MAX/MIN toets.
•
In de display verschijnen de minimum waarden voor binnen en buiten .
•
Houdt u de MIN/MAX toets lang ingedrukt terwijl op het display de maxi-
mum- en minimumwaarde verschijnen, worden de waarden gewist.
•
De actuele waarden verschijnen op het display.
7.6 Weersymbolen
•
Het radiografisch weerstation gebruikt 5 verschillende weersymbolen:
•
Het weerbericht via de symboolweergave heeft betrekking op een perio-
de van 12 – 24 uur en geeft alleen een weertrend aan. Is het bijvoorbeeld
momenteel bewolkt en wordt er regen aangegeven, duidt dit niet op een
verkeerd functioneren van het apparaat, maar geeft dit aan, dat de
luchtdruk gedaald is en u een weersverslechtering moet verwachten,
waarbij het echter niet per se om regen hoeft te gaan. De precisie is
ongeveer 70 %.
•
Het zonnetje wordt ook 's nachts als symbool weergegeven als er sprake
is van een kraakheldere nacht.
7.7 Weergave van de temperatuur
•
Met de ▼/UNIT toets kunt u tussen de weergave van de temperatuur in
°C (graden Celsius) of °F (graden Fahrenheit) kiezen.
7.8 Trendpijl
•
De trendpijl toont u of de luchtdruk actueel stijgt of daalt of gelijk blijft.
7.9 Aanduiding van de maanfase
•
Het display toont u de actuele maanfasen:
A: Nieuwe maan B: Toenemende sikkel
C: Halve maan (eerste kwartier) D: Toenemende sikkel
E: Volle maan F: Afnemende sikkel
G: Halve maan (laatste kwartier) H: Afnemende sikkel
7.10 Schermverlichting
•
Druk op de SNOOZE toets. De achtergrondverlichting gaat voor 10 secon-
den aan.
7.11 Buitenzender
•
Na het inbedrijfstelling start de buitenzender automatisch met de over-
dracht van de buitenwaarden op kanaal 1.
•
Na de succesvolle inbedrijfstelling van de buitenzender schroeft u het
deksel van de batterijen weer zorgvuldig vast.
•
Werkt de buitenzender niet correct, herneem dan de ingebruikstelling
vanaf het begin. Vervang de batterijen.
7.12 Extra buitenzenders
•
Na het inzetten van de batterijen in de buitenzender start de buitenzen-
der automatisch met het overdragen van de buitenwaarden op kanaal 1.
zonnig half bewolkt bewolkt regen zware
regen
ABCDEFGH
TFA_No. 35.1122_Anl. 07.09.2012 14:18 Uhr Seite 26