133
*2-KANAALSZENDER -
De zender functioneert met een kanaal voor de interne sensor en een voor de externe
sonde.
Zodra de zender door het weerstation is herkend geeft Kanaal 1 van het weerstation de door
de interne sensor gemeten temperatuurdata weer terwijl kanaal 2 de door de sonde
gemeten temperatuur weergeeft.
Als de sonde wordt afgesloten geeft het "sondekanaal" van het weerstation (kanaal 2) "---"
weer, maar de data van de interne sensor worden nog steeds op kanaal 1 weergegeven.
Na initialisatie kan de sonde op de buitenzender worden aangesloten. Het is niet nodig
beide toestellen opnieuw op te starten in het geval de sonde moet worden afgesloten of
weer terug aangesloten. Zodra de sonde is aangesloten registreert het weerstation deze
automatisch en geeft vervolgens de temperatuurdata op kanaal 2 weer.
OPSTARTEN:
Bij gebruik van één zender:
1. Plaats eerst de batterijen in de zender (zie “Plaatsen en vervangen van batterijen
in de temperatuurzender”).
2. Binnen 30 seconden na het opstarten van de zender de batterijen in het weerstation
plaatsen (zie “Plaatsen en vervangen van batterijen in het weerstation”