Servicehandleiding Silent 7300H
7
3) Werkomstandigheden van de uitwendige ventilator:
a) Als de compressor stopt, stopt ook de uitwendige ventilator.
b) Tijdens de verwarming voor het ontdooien van de condensator start de
compressor en staat de uitwendige ventilator stil.
c) Tijdens de beveiliging tegen oververhitting van de verdamper staat de
uitwendige ventilator stil.
4) Werkomstandigheden van de inwendige ventilator:
a) De werking van de inwendige ventilator kan op de volgende snelheden
ingesteld worden: hoog, gemiddeld, laag en automatisch.
b) b) Als de automatische snelheid ingesteld wordt werkt de inwendige
ventilator op basis van de volgende omstandigheden:
Tr≤Ts+4°C, ventilatie op hoge snelheid;
Tr≤Ts-2°C, ventilatie op gemiddelde snelheid;
Tr>Ts-2°C, ventilatie op lage snelheid.
5) Werkomstandigheden van de vierwegklep:
1. De vierwegklep gaat 2 seconden voordat de compressor op de
verwarmingsstand start open.
2. Tijdens het verwarmen voor het ontdooien van de condensator start de
compressor en gaat de vierwegklep dicht (de cyclus schakelt over van
verwarmen op koelen).
3. Tijdens het verwarmen is de vierwegklep open. Als de airconditioner uitgaat
gaat de vierwegklep dicht met een vertraging van 1 minuut.
4. Tijdens het verwarmen als de werkingsfunctie op koelen overgaat gaat de
vierwegklep dicht met een vertraging van 1 minuut.
6) Beveiliging tegen oververhitting op de verdamper:
Tp = Temperatuur van de sonde van de verdamper
1. Als Tp<56°C is zijn de compressor en de uitwendige ventilator in werking.
2. Als Tp≥56°C en Tip<62°C is, is de compressor in werking en staat de
uitwendige ventilator stil.
3. Als Tp≥62°C is, stoppen de compressor en de uitwendige ventilator; zij
starten weer als Tp≤42°C is.