> Voer op de regel SSID met behulp van het virtuele toetsenbord de naam van uw
netwerk in.
5.2.2.3 Code van het netwerk
> Roep de optie Code op en voer met behulp van het virtuele toetsenbord de
code in waarvan uw netwerk gebruikt maakt.
> Kies vervolgens de optie Aansluiten om verbinding met het WLAN-netwerk te
maken.
5.2.3 TCP/IP - instellingen
> Roep de optie TCP/IP - instellingen op om de IP-modus uit te kiezen en evt.
het IP-adres, subnetmasker, de gateway en DNS-server in te voeren en de
netwerkverbinding te testen.
5.2.3.1 IP-modus
> Selecteer op deze regel in welke IP-modus (statisch, DHCP-cliënt of DHCP-
server) het apparaat gebruikt moet worden.
Deze instellingen staan voor de volgende functies:
Statisch Bij deze instelling is de DHCP-functie uitgeschakeld. Dat betekent
dat het IP-adres, subnetmasker, de gateway, DNS-server 1 en DNS-
server 2 handmatig aan de bestaande voorwaarden van uw netwerk
moeten worden aangepast. Om het netwerk handmatig in te stellen,
wordt zoals beschreven in de paragrafen 5.2.3.2 - 5.2.3.5 te werk
gegaan.
DHCP-cliënt Als de televisie via een router op uw PC is aangesloten, moet deze
instelling worden gekozen. Het televisietoestel krijgt alleen het
IP-adres en subnetmasker van de aangesloten router toegewezen als
bij de router de DHCP-functie is geactiveerd.
DHCP-server Kies deze instelling als de televisie direct of via een netwerkswitch op
uw PC is aangesloten. De televisie verleent automatisch een IP-adres
aan de aangesloten PC. Het IP-adres en subnetmasker kunnen
handmatig worden geconfigureerd zoals beschreven in de paragrafen
5.2.3.2 - 5.2.3.5.
Let erop dat de noodzaak om afzonderlijke waarden in te voeren afhankelijk is van de
configuratie van uw netwerk.
32