Techneco Installateurshandleiding Elga hybride warmtepomp
Versie: 60527v16-4
20 Datum: 9-7-2019
Sommige CV-ketels hebben vorstbeveiliging in hun besturing opgenomen die de inwendige circulatiepomp continu aanstuurt. Controleer de
parameterlijst en instellingen van de CV-ketel en schakel deze functie uit. Als de ketel niet goed staat ingesteld, kan bijvoorbeeld de ketel
direct verwarmen in plaats van de Elga of kunnen er storingen ontstaan.
9.4 Koelbedrijf
Voor het gebruik van de functie koeling van de Elga dient het afgiftesysteem geschikt te zijn. Als de thermostaat koeling vraagt, zal de Elga
met de buitenunit naar een gewenste aanvoertemperatuur voor koeling regelen. Deze aanvoertemperatuur wordt bepaald d.m.v. van een
koellijn te zien in Figuur 9-1. De standaard koellijn is geschikt voor vloerkoeling. De minimale uittredetemperatuur voor koeling is 5°C. Als
deze wordt bereikt, zal de buitenunit worden uitgeschakeld totdat de gemeten uittredetemperatuur hoger is dan 10°C.
Koeling in de Elga kan op drie verschillende manieren worden ingezet. Ten eerste thermostatisch met een thermostaat die automatisch
koelen ondersteunt (zie hoofdstuk 6). Ten tweede met een thermostaat die niet geschikt is voor koeling (zie hoofdstuk 10.5). De derde
mogelijkheid is de Elga koelt in weersafhankelijk bedrijf (zie hoofdstuk 11.4). De koellijn in Figuur 9-1 is in de drie situaties hetzelfde.
De koellijn van de aanvoertemperatuur in Figuur 9-1 staat standaard ingesteld. Deze is te veranderen met P73 (minimale aanvoertempera-
tuur 15°C) en P74 in parameter menu beschreven in hoofdstuk 19.2. De hysterese van de koeling is hier ook aan te passen met de para-
meters P71 en P72.
Figuur 9-1
9.5 Buitentemperatuur onder buitentemperatuurgrens warmtepomp
Als de gemeten buitentemperatuur lager is dan de buitentemperatuurgrens voor de warmtepomp (standaard 4°C), zal de Elga-regeling
alleen de CV-ketel/stadsverwarming aansturen voor verwarming. De gewenste aanvoertemperatuur wordt dan berekend volgens de met de
dipswitches A1 en A3 ingestelde stooklijn. De buitentemperatuurgrens van 4°C is te verstellen via parameter P62 in de Honeywell thermo-
staat. Het geheel uitschakelen van deze begrenzing is mogelijk met behulp van dipswitch B8, zie hoofdstuk 7.3.
9.6 Nadraaitijden en pompschakelingen
Na koelbedrijf of ontdooien heeft de circulatiepomp van de Elga een nalooptijd van 5 minuten. Tijdens verwarmingsbedrijf is dat 30 seconden.
Als de circulatiepompen 24 uur niet zijn aangestuurd, zullen deze voor 30 seconden worden aangestuurd om vastzitten te voorkomen. Dit
geldt ook voor de eventueel extra aangesloten circulatiepomp op het pompcontact van de Elga.
9.7 Externe buitenvoeler
Bij sommige woningen staat de buitenunit in de zon. Als de ventilator van de buitenunit niet draait, kan er dan geen goede buitentemperatuur
worden gemeten. Omdat ook de aanvoertemperatuur van de CV-ketel wordt bepaald op basis van de buitentemperatuurmeting is een goede
buitentemperatuur nodig. Hiervoor kan een extra buitenvoeler worden aangesloten met een drie-aderige kabel. De buitenvoeler is verkrijg-
baar bij Techneco (TRB, artikelnummer 60069).
Na het plaatsen van de buitenvoeler dient deze geactiveerd te worden met dipswitch B1. Bij een externe buitenvoeler wordt de buitenvoeler
van de buitenunit alleen nog gebruikt voor het afschakelen van de warmtepomp onder de 4°C.