8992
8
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/64
Next page
Nederlands
Opmerking
Lees, voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, de betreffende opmerkin-
gen in deze handleiding, zelfs als u bekend bent met de bediening van elektronische
apparatuur. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats, zodat u deze later kunt
raadplegen. Als u dit apparaat verkoopt of aan een derde overhandigt, moet u hem of
haar ook deze handleiding verstrekken.
Microsoft
®
en Windows
®
zijn handelsmerken van Microsoft Corporation.
Alle andere handelsmerken zijn eigendom van de respectieve eigenaars.
Inhoud
1
Inhoud
Inleiding
 3
Belangrijke informatie met betrekking
tot de garantie
 4
Beveiliging
 5
EMC-richtlijnen en veiligheidsnormen  5
Opmerking voor de gebruiker  5
Laser (veiligheidswaarschuwing)  5
Aanvullende veiligheidsinstructies voor apparaten met
draadloos LAN  6
Beoogd gebruik  8
Milieuvriendelijk computer werkstation  8
Apparaten met lange levensduur  8
Batterijen  9
Oplaadbare batterijen  9
Energieverbruik  9
Geluidsemissie  10
Veiligheidsinstructies  10
1. Snel starten in vijf minuten
 12
1.1 Connectoren en poorten  12
1.2 Aansluiten en inschakelen  14
Voeding en monitor aansluiten  14
Toetsenbord en muis aansluiten  14
1.3 Windows voor de eerste maal starten  15
2. Geavanceerde configuratie en gebruik
 16
2.1 Grafische adapter  16
Uw monitor en grafische adapter configureren  16
Beelduitvoer naar een tv  17
2.2 Kaartlezer  20
Een geheugenkaart plaatsen  20
Gegevens naar de pc brengen en opslaan  21
2
Inhoud
Een geheugenkaart veilig verwijderen  22
2.3 Modem, Internet en netwerk  23
De modem aansluiten  23
Inbelnetwerk instellen  23
Het netwerk configureren  27
WLAN: een draadloos netwerk instellen  34
Op een bestaand WLAN, bijv. router aansluiten  35
Ad hoc: rechtstreeks twee WLAN-apparaten aansluiten  38
WLAN-verbindingen: alleen inschakelen als ze nodig zijn  43
2.4 USB en FireWire-apparaten aansluiten  44
USB-apparaten  44
FireWire-apparaten  45
3. Problemen oplossen, eerste hulp en FAQ
 46
3.1 Problemen oplossen  46
3.2 FAQ: veel gestelde vragen  49
3.3 Na de totale crash: Systeemherstel  50
Herstelpunten maken  51
Uw systeem herstellen met controlepunten  52
3.4 Het systeem herstellen met de software voor
systeemherstel  54
Activering, registratie en serienummer
 58
Woordenlijst
 60
Index
 62
Waarschuwing!
De meegeleverde cd-software kan verouderd zijn. U vindt de laatst
goedgekeurde stuurprogramma's op de EasyInstall cd/dvd of op de website
www.service.targa.co.uk.
Inleiding
Inleiding
Allereerst willen we u bedanken voor uw aanschaf van deze Targa-computer van
hoge kwaliteit.
Welkom bij de Targa PC-gebruikers. U hebt een computer aangeschaft met de
nieuwste technologie, waarmee u kunt surfen op het internet, uw gegevens
beheren, foto’s en video’s bewerken, brieven schrijven, spreadsheets maken en
nog veel meer nuttige taken uitvoeren.
Lees, voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, de betreffende op-
merkingen in deze handleiding, zelfs als u bekend bent met de bediening van
elektronische apparatuur. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats, zodat u
deze later kunt raadplegen. Als u dit apparaat verkoopt of aan een derde over-
handigt, moet u hem of haar ook deze handleiding verstrekken.
Waarschuwing!
De meegeleverde cd-software kan verouderd zijn. U vindt de laatst goed-
gekeurde stuurprogramma's op de EasyInstall cd/dvd of op de website
http://www.service.targa.co.uk.
Voordat u uw nieuwe product gaat gebruiken, moet u de Veiligheidsinstructies en
aanbevelingen over ergonomie lezen – het gaat om uw veiligheid en gezondheid.
Veel plezier met deze handleiding en natuurlijk met uw nieuwe Targa PC.
Uw Targa PC-team en Christoph Prevezanos
http://www.targa.de http://www.prevezanos.com
4
Belangrijke informatie met betrekking tot de garantie
Belangrijke informatie met betrekking tot de garantie
EMC-richtlijnen en veiligheidsnormen
5
Beveiliging
EMC-richtlijnen en veiligheidsnormen
Dit apparaat voldoet aan de normen EN 55022, EN 55024, EN 61000-3-2, EN 61000-3-3 en
EN 60950. De inbegrepen RF-apparaten, zoals muis, toetsenbord, afstandbediening en WLAN,
voldoen aan de R&TTE-richtlijn (1999/5/EG).
Wijzigingen in de apparatuur anders dan wijzigingen die worden aanbevolen door de fabrikant
kunnen ertoe leiden dat niet meer aan deze normen wordt voldaan. Om de elektromagneti-
sche compatibiliteit (EMC) van deze apparatuur te garanderen, dient u de instructies in deze
gebruikershandleiding te volgen.
Opmerking
U vindt de ondertekende CE-verklaring van Conformiteit op de website
www.service.targa.co.uk onder Targa Ultra AN64 4800+ DC/Manual.
Opmerking voor de gebruiker
Deze apparatuur is getest en functioneert volgens deze tests binnen de grenzen voor
interferentie-onderdrukking. Als u externe signaalkabels gebruikt, let dan op het volgende:
als u een signaalkabel van de fabrikant vervangt, dient u ervoor te zorgen dat de EMC-
richtlijnen worden opgevolgd. De afschermingseigenschappen van alle vervangen kabels
dienen op zijn minst equivalent te zijn met die van de oorspronkelijke kabels.
U mag alleen afgeschermde kabels gebruiken en alleen apparaten aansluiten die voldoen aan
de veiligheids- en EMC-normen van dit product.
Als u de hierboven vermelde punten niet naleeft, wordt niet meer aan die richtlijnen voldaan.
Laser (veiligheidswaarschuwing)
Dit apparaat bevat een lasersysteem en wordt beschouwd als een 'Klasse 1 Laserproduct'.
Raadpleeg de Bedieningsinstructies en lees deze grondig door voor instructies over de juiste
bediening. Bewaar deze instructies, zodat u ze later kunt raadplegen. Als u problemen
ondervindt met uw computer, neemt contact op met gekwalificeerd service- of onderhouds-
personeel. Om directe blootstelling aan de laserstraal te vermijden, mag u de kast van
optische stations, zoals het DVD-ROM-station of de DVD-brander, niet openen.
VOORZICHTIG! Laserstraling indien deksel wordt verwijderd!
Deze apparatuur kan onderdelen bevatten die vallen onder Laserklasse 1 tot Laserklasse 3B.
Als het paneel gesloten is, voldoet deze apparatuur aan de eisen voor Laserklasse 1.
Als u de apparatuur opent, kunt u worden blootgesteld aan laserapparaten tot Klasse 3B. De
optische stations bevatten dit soort laserstraling. Als u deze stations verwijdert of opent, dient
u de volgende richtlijnen te volgen:
6
Beveiliging
Kijk nooit in de laserstraal, zelfs niet met behulp van optische apparaten en hulpmiddelen.
Stel uzelf niet bloot aan de laserstraal.
Voorkom dat uw ogen of huid direct of indirect (weerspiegeling/weerkaatsing) worden
blootgesteld aan straling.
De geïnstalleerde optische stations bevatten geen onderdelen die door de gebruiker kunnen
worden onderhouden. Optische stations dienen uitsluitend te worden onderhouden en
gerepareerd door de fabrikant.
Aanvullende veiligheidsinstructies voor
apparaten met draadloos LAN
Uw computer bevat een draadloos LAN-apparaat. Daarom moet u deze veiligheidsinstructies
lezen en opvolgen wanneer u met uw computer werkt.
Schakel de draadloze adapter van uw computer uit in een ziekenhuis, een operatieruimte
of in de buurt van medische apparatuur! De RF-signalen kunnen de werking van medische
apparatuur verstoren.
Plaats de computer op ten minste 20 cm van een pacemaker aangezien de RF-signalen
de werking van de pacemaker kunnen verstoren.
De verzonden RF-signalen kunnen storing aan gehoorapparaten veroorzaken.
Plaats de computer niet met ingeschakelde draadloze adapter in de buurt van ontvlam-
bare gassen of in een ruimte met explosiegevaar, aangezien de verzonden RF-signalen
explosies of brand kunnen veroorzaken.
Het bereik van de RF-signalen hangt af van de omgeving.
Als u draadloze gegevens verzendt, kunnen deze gegevens worden ontvangen door
onbevoegde personen.
TARGA GmbH is niet aansprakelijk voor enige storing van RF- of tv-signalen die het gevolg is
van ongeoorloofde wijzigingen in dit apparaat. Bovendien aanvaardt TARGA geen aan-
sprakelijkheid voor het vervangen van kabels of apparaten die niet uitdrukkelijk zijn goed-
gekeurd door TARGA GmbH. De gebruiker is als enige verantwoordelijk en aansprakelijk voor
het oplossen van problemen met storing die wordt veroorzaakt door ongeoorloofde wijziging
van dit apparaat en voor het vervangen van apparaten.
CE-keurmerk voor apparaten met draadloos LAN
Dit apparaat voldoet aan richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 9 maart 1999 met betrekking tot radio- en telecommunicatie-
apparatuur en voldoet aan de eisen voor wederzijdse immuniteit en con-
formiteit.
Deze computer mag worden gebruikt in België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk,
Griekenland, Groot-Brittannië, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal,
Zweden, Zwitserland, Spanje, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.
Voor informatie over mogelijke beperkingen neemt u contact opnemen de betreffende instantie
van het land. Als uw land hier niet wordt vermeld, neem dan contact op met een andere regel-
gevingsinstantie om te achterhalen of u dit product in uw land mag gebruiken.
Aanvullende veiligheidsinstructies voor apparaten met draadloos LAN
7
België – www.bipt.be Nederland – www.opta.nl
Denemarken – www.tst.dk Oostenrijk – www.rtr.at
Duitsland – www.regtp.de Portugal – www.urt.gov.pt
Finland – www.fi cora.fi Zweden – www.pts.se
Frankrijk – www.art-telecom.fr Zwitserland – www.bakom.ch
Griekenland – www.eett.gr Spanje – www.cmt.es
Engeland – www.oftel.gov.uk IJsland – www.pta.is
Ierland – www.comreg.ie Liechtenstein – www.ak.li
Italië – www.agcom.it Noorwegen – www.npt.no
Luxemburg – www.etat.lu/ILT
Beperkingen
Frankrijk
Beperkte frequentieband. Alleen de kanalen 10 en 11 (2.457 MHz en 2.462 MHz) mogen in
Frankrijk worden gebruikt. Gebruik buitenshuis van dit apparaat is niet toegestaan.
Informatie: www.art-telecom.fr
Italië
Er is tevens een ministeriële licentie vereist voor gebruik binnenshuis. Neem contact op met de
leverancier voor de vereiste procedure.
Gebruik buitenshuis van dit apparaat is niet toegestaan.
Informatie: www.agcom.it
Nederland
Voor gebruik buitenshuis is een licentie vereist. Neem contact op met de leverancier voor de
vereiste procedure.
Informatie: www.opta.nl
RF-frequenties voor draadloze LAN-apparaten
Neem voor de meest recente informatie contact op met de betreffende instantie van uw land
(zoals www.opta.nl).
Frequenties
Volgens IEEE-norm 802.11b+g zijn draadloze LAN-adapters ontworpen voor gebruik op de
ISM- frequentieband (industrieel, wetenschappelijk, medisch) tussen 2,4 en 2,4835 GHz.
Aangezien elk van de 11 beschikbare kanalen een DSSS-bandbreedte (Direct Sequence
Spread Spectrum) van 22 MHz vereist, zijn er maximaal drie onafhankelijke kanalen beschik-
baar (bijvoorbeeld kanaal 3, 8 en 11). In de volgende tabel worden de kanalen vermeld die in
elk land mogen worden gebruikt:
Kanaal MHz Europa, R&TTE Frankrijk, R&TTE
1
2412
X
2 2417
X
3 2422
X
4 2427
X
5 2432
X
6 2437
X
8
Beveiliging
Kanaal MHz Europa, R&TTE Frankrijk, R&TTE
7 2442
X
8 2447
X
9 2452
X
10 2457
X X
11 2462
X X
Bepalingen – uitsluiting van aansprakelijkheid
Uitsluiting van aansprakelijkheid voor draadloze LAN-apparaten
Draadloze LAN-apparaten moeten worden geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met
de instructies in de gebruikersdocumentatie. Deze gebruikersdocumentatie maakt deel uit van
het productpakket. Wijzigingen in het apparaat die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de
fabrikant, kunnen de toestemming tot gebruik van het apparaat tenietdoen. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor storing in de ontvangst van radio- en tv-signalen die het gevolg is van
ongeoorloofde wijzigingen in het apparaat of van het vervangen of installeren van kabels en
accessoires die niet uitdrukkelijk worden aanbevolen door de fabrikant. Het is de volledige
verantwoordelijkheid van de gebruiker om problemen met storing die wordt veroorzaakt door
ongeoorloofde wijzigingen of het vervangen of installeren van onderdelen te verhelpen. De
fabrikant noch de gemachtigde verkopers of leveranciers zijn aansprakelijk voor enige schade
of overtreding van bestaande wetten die voortvloeit uit het schenden van deze bepalingen.
Beoogd gebruik
Deze computer is een elektronisch apparaat voor gegevensverwerking. Hij is alleen bedoeld
voor persoonlijk gebruik, niet voor industriële of commerciële doeleinden (hij is niet ontworpen
voor medische, levensreddende reddings- of levensondersteunende doeleinden). Bovendien
mag dit apparaat niet buitenshuis of in een tropisch klimaat worden gebruikt. Alleen aansluit-
kabels en externe apparaten die voldoen aan de veiligheidsnormen en de elektromagnetische
compatibiliteit en afscherming van dit apparaat mogen worden gebruikt. Dit apparaat voldoet
aan alle vereisten met betrekking tot CE-conformiteit, relevante normen en standaards. Elke
verandering aan de apparatuur, anders dan door de fabrikant aanbevolen veranderingen, kan
ertoe leiden dat niet meer aan deze richtlijnen wordt voldaan. Gebruik enkel accessoires die
worden aanbevolen door de fabrikant. Als u het apparaat niet in de Republiek Duitsland
gebruikt, moet u zich houden aan de voorschriften en wetten in het land van gebruik.
Milieuvriendelijk computer werkstation
De werkstation computer die u hebt gekocht is vervaardigd op basis van de nieuwste milieu-
vriendelijke richtlijnen. Hij valt op door zijn lange levensduur, uitbreidbaarheid, upgrade-
mogelijkheden, recyclebaarheid en mogelijkheid tot hergebruik.
Apparaten met lange levensduur
Deze werkstation computer is modulair samengesteld. Alle onderdelen kunnen gemakkelijk
worden vervangen of verwijderd.
Hij is zo ontworpen dat hij tenminste op de volgende manieren kan worden uitgebreid:
Upgrade naar een hogere processorprestatie
Aanvullende veiligheidsinstructies voor apparaten met draadloos LAN
9
Uitbreiding van het werkgeheugen (RAM) door geheugenmodules te vervangen of toe te
voegen
Installatie, vervanging, uitbreiding of aansluiten van massa-opslagapparaten
Upgrade van de grafische mogelijkheden
Vrije uitbreidingssleuven voor specifieke extra kaarten
Labelen van plastic onderdelen
In het huidige apparaat zijn alle belangrijke plastic onderdelen gelabeld volgens ISO 11469.
Hierdoor kunnen de gebruikte plastic onderdelen gemakkelijk worden gescheiden en her-
gebruikt.
Batterijen
Plaats de batterijen met de juiste polariteit en probeer de batterijen nooit opnieuw op te laden
en gooi ze in geen enkel geval in het vuur. Combineer geen verschillende soorten batterijen
(oude en nieuwe of koolstof en alkaline enz.). Verwijder de batterijen als het apparaat
gedurende lange tijd niet wordt gebruikt. Niet-bedoeld gebruik kan leiden tot explosies en
levensgevaar. Respecteer het milieu. Lege batterijen mogen niet bij het huishoudelijk
afval worden weggegooid. Ze moeten worden ingeleverd bij een verzamelpunt voor lege
batterijen.
Oplaadbare batterijen
Respecteer het milieu! Lege batterijen mogen niet bij het huishoudelijk afval worden
weggegooid. Ze moeten worden ingeleverd bij een verzamelpunt voor lege batterijen.
Energieverbruik
Deze werkstation computers zijn ontworpen en vervaardigd om energiebesparend te werken.
Het huidige niveau dat op het label wordt vermeld, verwijst naar de maximale stroom als alle
onderdelen zijn geïnstalleerd en de stroomvoorziening op het maximaal toegestane stroom-
niveau werkt.
De apparatuur kan tenminste vier weken van de netstroom worden losgekoppeld zonder dat
de functionaliteit wordt aangetast.
Afhankelijk van de diverse werkmodi voor een standaard werkstation, is het onderstaande
stroomverbruik gebruikelijk:
Maximaal stroomniveau
(maximale nominale lading voor
de stroomvoorziening)
Maximaal stroomverbruik in
inactieve modus
Energiebesparende
werkstand Slaapstand/
Stand-by (350 W)
<= 350 W < 30 W
< 15% van maximaal
stroomniveau
< 7,5 W
De apparatuur voldoet aan de specificaties voor minder dan 30 W stroomverbruik in Standby-
modus. De energiebesparende modus kan in de BIOS Setup worden geconfigureerd. Om dit
te doen, raadpleegt u de handleiding van uw moederbord.
10
Beveiliging
Het loskoppelen van de werkstation computer van de netstroom (door het netsnoer uit het
stopcontact te halen, of de Aan/Uit-schakelaar op de stroomvoorziening om te zetten) voor-
komt dat u energie verbruikt.
Het gebruikelijke stroomverbruik voor deze werkstation computer ligt tussen 100 en 150 W,
afhankelijk van de geïnstalleerde componenten en de werkmodus (bijv. toegang tot harde
schijven zoeken).
Geluidsemissie
Deze computer voldoet aan de richtlijnen voor geluidsemissie DIN 27779 met de volgende
waarden:
Werkmodus Geluidsniveau db(A)
Inactief < 48
Toegang harde schijf < 55
Veiligheidsinstructies
Stel de computer niet bloot aan extreme hitte (meer dan 35 °C) of kou (minder dan 10 °C).
Gebruik uw computer niet in een stoffige of vuile omgeving.
Stel uw pc niet bloot aan regen, water of andere vloeistoffen.
Installeer alle stroom- en gegevenssignaalkabels op een dergelijke wijze dat niemand er
over kan struikelen.
Wanneer u perifere apparaten verbindt, zorg er dan voor dat de kabels niet te kort zijn en
dat zij de connectoren niet mechanisch verbuigen.
De computer zal al uw gegevens opslaan op media met een magnetisch oppervlak. Houd
uw pc daarom uit de buurt van bronnen die magnetische en elektromagnetische velden
opwekken.
Blokkeer in geen geval de ventilatiegaten van de computer.
Installeer daarom de pc nooit in een rack, kabinet, rek, enzovoort. Zorg altijd voor een
goede luchtcirculatie door genoeg ruimte vrij te houden aan beide zijden en aan de
achterkant van het computersysteem.
Stopcontacten waarmee de apparatuur wordt verbonden, moeten zich naast de apparaten
bevinden en moeten gemakkelijk bereikbaar zijn.
Gebruik alleen het meegeleverde netsnoer om uw pc met een geaard veiligheidsstop-
contact te verbinden. Gebruik nooit adapterstekers of uitbreidingskabels die niet voldoen
aan de huidige veiligheidseisen in uw land en wijzig nooit zelf een netsnoer of een
elektrische installatie.
Als u de apparatuur van het lichtnet wilt loskoppelen, dient u de stekker uit het stopcontact
te halen.
Als u de verbinding met de netstroom onderbreekt, trek dan eerst de stekker uit het stop-
contact door aan de stekker te trekken en niet door aan de kabel te trekken.
Plaats geen drank naast het toetsenbord of op de computerkast.
Aanvullende veiligheidsinstructies voor apparaten met draadloos LAN
11
Plaats geen brandende voorwerpen (zoals kaarsen) op het apparaat.
Tijdens een onweersbui moet u het apparaat loskoppelen van de netvoeding door de
stekker uit het stopcontact te halen. Doe dit ook als u het apparaat gedurende langere tijd
niet gebruikt.
Open uw pc niet! Wijzigingen in de hardware en reparaties dienen uitgevoerd te worden
door gemachtigde technici of gemachtigd servicepersoneel.
In uw pc zit een lithiumbatterij. De vervanging van deze batterij dient uitgevoerd te worden
door gemachtigd servicepersoneel.
Waarschuwingen geluidsemissie
Zet het geluid op de luidsprekers niet te hard gedurende langere perioden. Anders
beschadigt u uw oren en stoort u mogelijk andere mensen.
Gebruik de luidsprekers niet onder gevaarlijke omstandigheden, bijvoorbeeld onderweg of
bij het bedienen van machines). Elke afleiding door geluid kan leiden tot ongelukken.
Zet het geluid op de hoofdtelefoon niet te hard, Anders beschadigt u uw oren en stoort u
mogelijk andere mensen.
Gebruik de hoofdtelefoon niet onder gevaarlijke omstandigheden, bijvoorbeeld onderweg
of bij het bedienen van machines.
Ondanks dat de hoofdtelefoon zodanig is ontworpen dat extern geluid kan binnendringen,
mag u het geluid nooit zo hard zetten dat u niet meer hoort wat er om u heen gebeurt.
Gebruik alleen de koptelefoon die is meegeleverd met uw apparaat. Het gebruik van een
koptelefoon met een andere impedantie kan schadelijke geluidsniveaus veroorzaken.
Sluit de koptelefoon alleen aan op de stekkeraansluiting voor de koptelefoon die als
zodanig is gemarkeerd op het voorpaneel van het apparaat.
Elektrische apparaten zijn niet bedoeld voor kinderen.
Laat kinderen niet zonder toezicht met elektrische apparaten spelen. Kinderen
zullen mogelijke risico's waarschijnlijk niet begrijpen.
Batterijen, oplaadbare batterijen en kleine onderdelen vormen een potentieel
verstikkingsgevaar. Houd batterijen buiten bereik van kinderen. Als batterijen
worden ingeslikt, dient u direct een arts te raadplegen.
Houd ook de verpakking uit de buurt van kinderen om het risico op verstikking
te voorkomen.
12
Snel starten in vijf minuten
1. Snel starten in vijf minuten
1.1 Connectoren en poorten
1 Voorkant
2 Quick Media-knop
3 Aan/Uit-knop
4 Dvd-romstation
5 Uitwerpknop dvd-rom *
6 Dvd/cd-brander
7 Uitwerpknop dvd/cd-brander *
8 Ruimte aan voorzijde voor 5 ¼ inch diskettestation
9 Voorpaneel (kaartlezer en aansluitingspoorten)
10 Ventilatiegaatjes
* Om het Dvd/cd-station te sluiten, drukt u voorzichtig
tegen de stationslade. Hij zal dan onmiddelijk worden
ingetrokken. U kunt hem eventueel ook sluiten via
software (bijv. Windows Explorer, Nero, etc.) of op de
uitwerkpknop drukken.
1 SD, SD-Mini, MMC, RS-MMC
2 CompactFlash / Microdrive-slot
3 Smart Media / xD-slot
4 Memory Stick / Pro-slot
5 S-Video in
6 Composietvideo in
7 Audio in (enkel voor AV)
8 Microfoon in
9 koptelefoon uit
10 eSATA-interface
11 FireWire-poort (4-pins 6-pins)
12 USB-poorten (4x)
Connectoren en poorten
13
1 Stroomaansluiting
2 Aan/uit-schakelaar
3 Beveiligingszegel
4 Productaanduiding en serienummer
5 PS/2-connectors
6 SPDIF digitale uitvoer/invoer (coaxiaal)
7 Parallelle interface
8 eSATA-interface
9 SPDIF digitale uitvoer/invoer (optisch)
10 USB-poorten(4x)
11 FireWire-poort (6-pins)
12 Netwerk / LAN / Ethernet-connector
13 Audioaansluitingen
14 Grijs - midden-/ subwooferluidsprekers
Zwart - luidsprekerconnector zijkant
Oranje - luidsprekerconnector achter
Rood - microfoonaansluiting
Groen - audio uit/luidsprekerconnector
alleen voorzijde (stereo luidspreker-
connector)
Blauw - audio in
14 Behuizingsvergrendeling
15 DVI/-I digitale monitor-connector
16 S-Video uit / adapterconnector voor YUV
(component) of Composiet
17 DVI/-I digitale monitor-connector
18 Tv-ingangssignaal – DVB-S
19 Tv-ingangssignaal – digitaal, analoog,
DVB-T
20 Antenne-ingang
21 RJ11-modemconnector
22 Seriële interface
14
Snel starten in vijf minuten
1.2 Aansluiten en inschakelen
Voeding en monitor aansluiten
1.
Verbind de pc met het stopcontact door de
meegeleverde stroomkabel met de overeen-
stemmende stroomingang te verbinden.
2.
Schakel de hoofdstroomschakelaar achterop uw
computer om, zodat het label 'I' is ingedrukt. Van nu
af aan kunt u de hoofdstroomschakelaar altijd inge-
schakeld laten, en de computer aan- en uitschakelen
met de stroomschakelaar vooraan op de pc.
3.
De grafische adapter heeft twee DVI-poorten. Als
u een vlak pc-scherm met een DVI-poort gebruikt,
kunt u het scherm rechtstreeks aan die poort ver-
binden. Deze digitale connector zorgt voor een beter
en stabieler beeld.
Als u een traditionele CRT of een vlak pc-scherm
zonder DVI-ondersteuning wilt gebruiken, moet u de
meegeleverde VGA-adapter gebruiken. Plaats deze
in de DVI-poort. Sluit vervolgens de VGA-monitorkabel aan op de adapter.
4.
Verbind de monitor aan het stopcontact en schakel hem in.
Toetsenbord en muis aansluiten
1.
Plaats eerst de batterijen of oplaadbare
batterijen in het toetsenbord (4) en de muis (4).
Open het batterijvakje (1) aan de onderzijde van
de muis en plaats de batterijen. Let op de aan-
gebrachte polariteittekens (+ of -).
2.
Open vervolgens het batterijvakje (1) aan de
onderzijde van het toetsenbord en plaats de
batterijen (3) in overeenstemming met de polari-
teittekens.
3.
Sluit de draadloze ontvanger aan op een USB-
poort op de pc. Hiervoor kunt u elke USB-poort
gebruiken, bijvoorbeeld een poort aan de achter-
zijde van het apparaat.
Windows voor de eerste maal starten
15
4.
Nu moeten de apparaten worden gesynchroniseerd. Zet de computer aan. Druk
op de configuratieknop van de draadloze ontvanger, zodat deze gaat zoeken naar
nieuwe apparaten. Druk nu binnen 15 seconden op de ID-knop (5) aan de onder-
zijde van het toetsenbord en aan de onderzijde van de muis.
Opmerking: de USB-kabel van de muis dient voor het opladen van de oplaadbare
batterijen in de muis.
1.3 Windows voor de eerste maal starten
Allereerst moet u het apparaat inschakelen via de stroomschakelaar. Windows
wordt automatisch geladen en het bureaublad wordt weergegeven. Hier kunt u
direct gaan werken. Als u uw computer voor het eerst gebruikt, is het opstartproces
echter anders. Voordat u de computer voor het eerst gebruikt, moet Windows
worden geconfigureerd en aangepast aan uw manier van werken.
1.
Dit is een eenvoudig proces dat in enkele minuten kan worden uitgevoerd. Er
verschijnt automatisch een configuratiewizard die u door de stappen van de confi-
guratie leidt. Volg de instructies op het scherm om alle stappen te voltooien.
2.
Aan het eind worden deze instellingen automatisch opgeslagen, zodat ze later
beschikbaar zijn. Daarom hoeft u dit proces slechts eenmaal uit te voeren tijdens de
eerste opstartprocedure.
3.
Nadat de eerste installatie is voltooid, moet u de computer opnieuw opstarten.
De meeste stations en componenten bevinden zich nog altijd in een soort slaap-
toestand. Nadat u de computer opnieuw hebt opgestart, worden alle hardware-
onderdelen ingeschakeld en laadt Windows de configuratie hiervan opnieuw.
4.
Klik hiervoor op het blauwe pictogram Start linksonder op het scherm. Het
Startmenu verschijnt. Klik vervolgens op het kleine pijltje naast het slotpictogram en
selecteer de optie door met de muis op Opnieuw opstarten te klikken. Windows
wordt afgesloten en na enkele seconden opnieuw opgestart.
De schermweergave optimaliseren
Nadat u Windows voor het eerst hebt gestart en geconfigureerd, worden de
standaardinstellingen voor het beeldscherm gebruikt. De beeldweergave is
mogelijk niet optimaal en de grafische adapter werkt mogelijk niet op de hoogste
kwaliteit. Dit is geen defect en u kunt dit verhelpen door de configuratie te
wijzigen. Als het bovenstaande het geval is, leest u op pagina 16 hoe u de
schermkwaliteit optimaliseert.
16
Geavanceerde configuratie en gebruik
2. Geavanceerde configuratie
en gebruik
2.1 Grafische adapter
Uw monitor en grafische adapter configureren
Met niet meer dan enkele instellingen kunt u de schermweergave optimaliseren.
Opmerking over illustraties
De afbeeldingen die hier voor de configuratie worden getoond, zijn enkel voor-
beelden. Alle functies, menu's en weergaven kunnen verschillen van hardware
tot hardware en van stuurprogramma tot stuurprogramma. De basisprocedure
blijft echter dezelfde.
1.
Open eerst het configuratievenster van het beeldscherm. Klik op Start/
Configuratiescherm om het Configuratiescherm te openen. Klik uit de groep
Vormgeving aan persoonlyke voorkeer aanpassen op de koppeling Beeld-
schermresolute.
2.
Het venster Beeldscherm-
instellingen verschijnt. Onderaan
vindt u de instelling Resolutie. Met
de muis kunt u de schuifknop naar
links of rechts verplaatsen om de
resolutie te verkleinen of te ver-
groten. Hoe ver u de schuifknop
verschuift hangt af van uw werk-
gewoonten en de mogelijkheden
van uw scherm en/of grafische
adapter.
3.
Met de optie Hoeveelheid
kleuren kunt u vervolgens de
kwaliteit en het aantal weerge-
geven kleuren instellen. Moderne
computers bieden hier slechts een
paar instellingen. De instelling Gemiddeld (16 bits) geeft uw scherm bijna foto-
kwaliteit. Die instelling is optimaal voor uw dagelijks werk en voor de meeste
toepassingen. Als u de optie Meeste (32 bits) gebruikt, mist u geen enkel kleuren-
detail.
Grafische adapter
17
Deze instelling wordt ook Ware kleuren genoemd, en biedt een fotorealistische
kleurenweergave. De grafische adapter zal alle kleuren berekenen die kunnen
worden weergegeven. Er is echter meer verwerking nodig voor deze instelling, wat
een kleine prestatievermindering zal veroorzaken bij veeleisende grafische
toepassingen. U moet deze instelling echter gebruiken voor fotobewerking.
4.
Als u een traditioneel CRT-schem gebruikt,
kan het beeld flikkeren. U kunt dit effect ver-
helpen door de juiste te gebruiken. Onthoud
dat dit alleen noodzakelijk is voor CRT-
schermen. Voor TFT of LCD-vlakke schermen
is deze configuratie niet nodig.
Klik hiervoor op de knop Geavanceerde in-
stellingen op een nieuw venster te openen.
Klik op het tabblad Beeldscherm bovenaan.
Hier kunt u de vernieuwingsfrequentie instellen.
Dit wordt in Windows de Vernieuwings-
frequentie genoemd.
Selecteer de hoogst mogelijke waarde voor een flikkervrij en comfortabel beeld.
Minstens 70 tot 85 Hertz wordt aanbevolen. Moderne schermen zullen zelfs nog
hogere waarden ondersteunen.
5.
Als u met alle instellingen klaar bent, klikt u op OK om te bevestigen. Windows
schakelt naar de nieuwe configuratie over om ze te testen. Als u tevreden bent met
de nieuwe instellingen, klikt u op Ja om ze te behouden. Als u niet tevreden bent,
laat u Windows automatisch binnen 15 seconden terugschakelen naar de oor-
spronkelijke instellingen. Dan kunt u de instellingen verbeteren en het weer
proberen.
Beelduitvoer naar een tv
Als u een tv-kanaal ontvangt of een dvd-film bekijkt, hebt u het computerscherm
niet nodig. Uw computer heeft ook een TV Out-poort om een normaal televisie-
toestel of een videoprojector aan te sluiten. Daardoor kunt u genieten van uw
thuisbioscoop met een groot formaat 16:9 tv of met een projector.
De meeste tv-toestellen en projectoren gebruiken normale videokabels (gele Euro-
Cinch) of S-Video-aansluitingen. U kunt elk van deze kabels gebruiken aangezien u
ze via een adapter op de grafische kaart kunt aansluiten. De beeldkwaliteit is echter
mogelijk hoger wanneer u een S-Video-kabel gebruikt. U zult het verschil vooral
merken bij videobronnen van hoge kwaliteit, zoals DVD-films.
18
Geavanceerde configuratie en gebruik
1.
U vindt de TV-Out poort op het achterpaneel van de computer tussen de twee
DVI/I-poorten. Verbind deze poort met de signaalinvoerpoort van uw tv of projector.
Als uw tv-toestel of projector een S-Video-ingang heeft, kunt u de kabel rechts-
treeks op de signaaluitvoer van uw computer aansluiten.
2.
Als u echter een Composiet of Component videoverbinding wilt gebruiken, moet
u eerst de overeenkomstige video-adapter op de uitgangspoort aansluiten. Voor
een Component-videoverbinding (YUV) gebruikt u de adapter met de blauwe, rode
en groene kabels.
Voor een Composiet (normale video)-verbinding gebruikt u de adapter met de
standaard Cinch-connector.
3.
U kunt echter ook een HDMI-signaal gebruiken. In dat geval moet u de DVI-
naar-HDMI adapter gebruiken. Sluit deze adapter aan op een DVI-poort. Sluit
vervolgens een HDMI-kabel aan op de adapter.
TV-uitvoer via S-Video-poort (midden).
Opmerking...
Dit menu toont alleen uitvoerapparatuur die juist zijn aangesloten op de grafi-
sche adapter via de video-adapter en die zijn ingeschakeld. Als u problemen
tegenkomt, dubbelklikt u op de kabelverbinding en selecteert u het video- of AV-
kanaal op uw tv-toestel. Normaal kunt u dit doen door op de 0, AV of een
vergelijkbare knop te drukken. Soms moet u de computer opnieuw opstarten
zodat de tv wordt gedetecteerd.
Als u een verbinding hebt gelegd tussen uw computer en uw tv-toestel moet u de
beelduitvoer onder Windows configureren. Voor deze instelling bevat uw computer
het programma CATALYST(R) Control Center . Het bevat een volledig configu-
ratiehulpprogramma voor de grafische adapter en de tv-uitgangspoort.
1.
U vindt dit programma in het Startmenu onder Start/Alle programma's/
Catalyst Control Center/Catalyst Control Center. Klik erop om het programma te
openen.
Grafische adapter
19
2.
Kies uit het hoofdvenster van
Catalyst Control Center Beeld-
schemen beheren.
Onder Hoofdbeeldscheem vindt
u uw computerscherm. Meteen
daaronder ziet u een grijs kader
onder Aangesloten beeld-
schermen die momenteel zijn
uitgeschakeld waarin alle
bekende beeldapparatuur wordt
getoond. Uw tv-toestel of pro-
jector wordt weergegeven met
een pictogram.
3.
Klik met de rechtermuisknop
op het tv-pictogram om het
geavanceerde menu te openen.
De optie Hoofdvenster vergroten: TV laat u het beeld op het tv-toestel zien. De
grafische adapter zal het beeld synchroniseren met het apparaat. Als u de optie
Hoofdvenster klonen: TV selecteert, wordt er een identiek beeld getoond op beide
apparaten.
Onderaan het venster kunt u indien nodig de resolutie, de kleurkwaliteit en de
vernieuwingssnelheid instellen.
4.
Kies vervolgens uit het hoofd-
menu van Catalyst Control Center
TV-eigenschappen 2. Hier kunt u
de scherminstellingen voor het
aangesloten tv-toestel of projector
aanpassen.
Onder Beeldkvaliteit kunt u het
flikkereffect in de hoeken mini-
maliseren, onder Avivo Color
kunt u de tint en verzadiging
aanpassen en onder Avivo Color
kunt u het tv-formaat instellen.
Voor deze instelling selecteert u
onder Land/Regio de optie
20
Geavanceerde configuratie en gebruik
Nederland en onder Signaalindeling selecteert u B/PAL. Als u een ander tv-
signaalsoort wilt gebruiken, kunt u dat hier instellen. Dit kan nodig zijn als u een dvd
wilt afspelen die is opgenomen in het Amerikaanse NTSC-formaat.
5.
Klik op OK om alle wijzigingen te bevestigen. U keert dan terug naar het
hoofdvenster van Catalyst Control Center . Nu kunt u het programma verlaten.
Problemen met dvd's met kopieerbeveiliging
De nieuwe copyright-wetten laten kopiëren van beschermde media zoals
muziek-cd's of film-dvd's niet toe, zelfs niet voor privé-gebruik! Elke video-
uitvoer naar een extern apparaat zoals een tv zou tegelijk kopiëren van een film
naar een videorecorder toelaten. Daarom is het mogelijk dat beschermde film-
dvd's (bijv. van Macrovision, enz.) ook de video-uitvoer van de grafische adapter
blokkeren, om te verhinderen dat de film ermee kan worden gekopieerd. U kunt
de film echter wel op uw tv bekijken. Sommige beveiligingen zijn zo streng dat u
de film alleen met interferentie of zelfs helemaal niet kunt zien. Dat is geen
defect van uw computer. Het is alleen meer een kopieerbeveiliging van de
fabrikant.
2.2 Kaartlezer
Een geheugenkaart plaatsen
De geheugenkaartlezer bevindt
zich achter een klepje aan de
voorzijde van uw computer. Druk
stevig aan de bovenzijde van het
klepmechanisme om het voor-
paneel te openen. U vindt hier
meerdere sleuven voor de ver-
schillende typen geheugen-
kaarten. Het uiterlijk en de plaats
van de verschillende kaartsleuven
kan per model verschillen. Afhankelijk van het model kaartlezer kunt u de volgende
soorten geheugenkaarten gebruiken:
1. Deze kaartsleuf ondersteunt SD-kaarten en MultiMedia-kaarten. Bovendien
kunt u RS-MMC en SD Mini-kaarten insteken met behulp van een optionele
adapter.
2. Deze kaartsleuf ondersteunt CompactFlash-kaarten en Microdrives. U kunt
alle Type I of Type II-kaarten plaatsen (CF I, CF II). Standaard flashgeheugen-
Kaartlezer
21
kaarten zijn gewoonlijk kaarten van Type I. Andere opslagmedia, zoals de
IBM/Hitachi Microdrive, passen de kenmerken van Type II toe. Ze zijn iets groter
en dikker maar kunnen nog steeds zonder problemen in deze sleuf worden
geplaatst.
3. Deze kaartsleuf ondersteunt SmartMedia-kaarten en xD Picture-kaarten. De
bredere kaartsleuf wordt gebruikt voor SmartMedia-kaarten, de smallere voor
xD Picture-kaarten.
4. Deze sleuf van de kaartlezer ondersteunt Sony Memory Stick. Hij is compatibel
met Memory Stick, Memory Stick Pro en Memory Stick Duo. Voor Memory Stick
Duo is een adapter vereist.
Dankzij het kenmerkende uiterlijk van de kaartlezer, de sleuven en de kaarten zelf,
zult u de verschillende soorten kaarten waarschijnlijk niet met elkaar verwarren.
Mechanisch passen ze uitsluitend in de juiste sleuf.
Opmerking
Spijtig genoeg respecteren niet alle fabrikanten van geheugenkaarten alle
vastgelegde standaarden. Daarom kan door het grote aantal fabrikanten een
algemene compatibiliteit met alle kaarten niet worden gegarandeerd.
Gegevens naar de pc brengen en opslaan
Windows behandelt kaartlezers niet als speciale apparaten, maar gewoon als een
normaal schijfstation. Daardoor moet u geen stuurprogramma's installeren of
configureren en hebt u geen speciale software nodig om er toegang toe te hebben.
1.
Zodra een pas ingevoerde kaart werd gedetecteerd, verschijnt een nieuw venster
met verschillende automatische functies. U kunt een van die standaardtaken kiezen
of uw gegevens handmatig kopiëren. Om gegevens handmatig te kopiëren, sluit u
het venster door te klikken op Annuleren.
2.
Vervolgens opent u Windows Verkenner via het menu Start. In het linkervenster
van de Verkenner ziet u het pictogram Computer. Hier staan alle geïnstalleerde
schijfstations in uw computer.
Klik op het pijltje voor het pictogram Computer om dit te openen. U ziet items voor
uw harde schijf, uw cd/dvd-station en een nieuw item Verwisselbare Schijf. Dit
vertegenwoordigt de sleuven van de kaartlezer. Ze verschijnen niet als afzonderlijke
apparaten maar als een 'verwisselbare schijf' zodra u een kaart plaatst.
22
Geavanceerde configuratie en gebruik
3.
U hebt toegang tot de ingevoerde geheugenkaarten zoals tot elke cd/dvd of
harde schijf. Let op dat de meeste digitale camera's submappen maken op de
opslagkaarten. Als u uw afbeeldingen wilt bekijken, moet u deze mappen eerst
openen. Dit is een normale procedure en zou geen problemen moeten opleveren.
Een geheugenkaart veilig verwijderen
Het USB-stuurprogramma van de kaartlezer maakt hot-swapping mogelijk. Dat
betekent dat u alle geheugenkaarten kunt invoeren en verwijderen terwijl de
computer werkt. Het is echter mogelijk dat een kopieeropdracht niet volledig werd
uitgevoerd, of dat er nog bestanden in de cache zitten. Dat kan soms leiden tot
gegevensverlies of beschadigde media. Om uw geheugenkaarten veilig en zonder
risico's te verwijderen, doet u het volgende:
1.
Schakel over naar Windows Verkenner. Als de Verkenner nog niet werd ge-
opend, start hem dan op.
2.
Selecteer in het linkervenster het verwisselbare station waar u iets wilt ver-
wijderen. Klik eenmaal met de rechtermuisknop. Er verschijnt een contextmenu.
Selecteer de opdracht Schijf uitwerpen
3.
Windows beëindigt de toegang tot het station en u kunt de kaart zonder risico
verwijderen.
Modem, Internet en netwerk
23
2.3 Modem, Internet en netwerk
De modem aansluiten
Voor u de interne modem kunt gebruiken, moet u de kabel aansluiten. Modems
gebruiken normale telefoonlijnen voor Internetaansluitingen. U hebt enkel een
standaard telefoonconnector nodig, en de modemkabel. De kabel wordt meege-
leverd met uw computer en kan direct worden geïnstalleerd.
1.
Pak de modemkabel uit.
2.
Sluit een uiteinde van de Westerse stekkerkabel in op de overeenkomstige poort
achterop uw pc. Die vindt u onderaan op de computerkast. De Westerse stekker
heeft een slotje dat lichtjes wegbuigt van de stekker. Dat slotje moet in lijn worden
gebracht met de overeenkomstige inkeping in de poort. Als de computer normaal
staat, moet het slotje naar beneden gericht zijn. De kabel klikt vast. Als u de
Westerse stekker wilt verwijderen, moet u het slotje voorzichtig indrukken om het te
ontsluiten. Daarna kunt u de kabel uittrekken.
3.
Het andere einde van de kabel moet in de telefoonconnector worden gestopt. In
sommige landen is een adapter nodig om de modem te verbinden. In dat geval
moet u de modemkabel eerst verbinden met de meegeleverde adapter, en dan pas
aan de telefoonconnector. Voer de modemkabel voorzichtig in door lichtjes te
drukken. Als de stekker niet past, hebt u waarschijnlijk de verkeerde poort gekozen,
of past uw poort niet bij de stekker.
4.
Eenmaal u de kabel met de computer en de telefoonconnector hebt verbonden,
bent u klaar met de fysieke installatie van de modem. Nu kunt u de modem op uw
computer configureren. Uw computer biedt Internettoegang aan via het inbelnet-
werk van Windows naar uw ISP (Internet Service Provider). De volgende paragraaf
legt gedetailleerd uit hoe dat werkt.
Inbelnetwerk instellen
Voor u met uw modem op het Internet kunt surfen, moet u een nieuwe inbelver-
binding instellen. De configuratie is eenvoudig omdat u alleen maar de toegangs-
gegevens in een venster hoeft in te voeren. Alle andere stappen worden auto-
matisch uitgevoerd zodat u in slechts een paar klikken online kunt zijn.
1.
Eerst moet u het netwerkconfigura-
tiescherm openen. Beweeg hiertoe de
muis naar het meldingengebied in de
rechteronderhoek op de taakbalk. Hier
vindt u een computerpictogram voor
24
Geavanceerde configuratie en gebruik
alle online verbindingen. Klik hier eenmaal op met de rechtermuisknop. Selecteer
Netwerkcentrum in het contextmenu dat verschijnt.
2.
Het Netwerkcentrum wordt geopend. Het hoofdgebied toont misschien al online
verbindingen, bijv. als u thuis een WLAN hebt en nu een modemverbinding wilt
installeren voor op reis. In het linkervenster vindt u extra taken die u kunt uitvoeren.
Selecteer hier de optie Verbinding of netwerk instellen.
3.
Er verschijnt een nieuw
venster. Dit vraagt u naar het
type verbinding. U kunt de
eerste optie Verbinding met
Internet maken selecteren,
maar u moet dan een onder-
scheid maken tussen WLAN,
DSL en modem (inbel-)verbin-
ding. U kunt echter beter Inbel-
verbinding instellen kiezen
waarmee de configuratie direct
wordt beëindigd.
4.
In deze stap moet u de verbindingsinformatie voor uw internetverbinding
invoeren. U moet Windows echter eerst wat informatie over uw locatie geven. Klik
hiervoor op de knop Inbelregels aan de rechterkant.
Modem, Internet en netwerk
25
Onder Vanuit welk land of welke regio belt u
nu? selecteert u Nederland. Daaronder moet
u het zonenummer of netnummer van de
locatie invoeren. Dat is belangrijk omdat
Windows moet weten of het prefix moet
worden gedraaid als u een verbinding legt.
Als uw modem is verbonden met een PBX,
voer dan in het veld netnummer het prefix in
om toegang met de buitenlijn te leggen. Nor-
maal is dat een nul (0). Als u een standaard
telefoonverbinding gebruikt, is dit niet
noodzakelijk!
Vermeld tenslotte het telefoonkiessysteem. De meeste landen gebruiken toon-
keuze. Dat stuurt korte pieptoontjes bij het kiezen. Pulskeuze (waarbij u pulstikken
hoort) wordt tegenwoordig nog zelden gebruikt.
Klik op OK om deze stap te beëindigen. Windows laat uw locaties nogmaals in de
lijst zien. Klik op OK om terug te keren naar het hoofdvenster.
5.
Voer ten slotte de gegevens voor deze verbinding in. Voer het telefoonnummer
van uw ISP (Internetprovider) in inclusief het keuzeprefix in het veld Welk nummer
moet u kiezen als u eerst een buitenlijn moet aanvragen. Uw provider zou u die
moeten hebben bezorgd toen u zich bij hem aansloot. Als uw provider een keuze-
prefix heeft, voert u deze in zonder scheidingstekens (streepjes of spaties).
Voer uw Gebruikersnaam en het overeenkomstige Wachtwoord in de overeen-
komstige velden hieronder in. Let op dat zowel de gebruikersnaam als het wacht-
26
Geavanceerde configuratie en gebruik
woord meestal hoofdlettergevoelig zijn. Voer de informatie precies zo in als u hem
van uw provider heeft ontvangen. Meestal is het wachtwoord verborgen, u kunt het
echter laten weergeven door de optie Tekens weergeven te gebruiken.
Het is aan te bevelen om het wachtwoord op te slaan met de optie Dit wachtwoord
onthouden. Hierdoor bent u later in staat het internet op te gaan met een enkele
klik. Als u deze optie niet inschakelt, moet u elke keer als u een internetverbinding
wilt maken het wachtwoord invoeren.
Voer een naam in voor de nieuwe verbinding onder Naam van verbinding. Dat is
technisch onbelangrijk. De naam dient enkel om deze verbinding te kunnen onder-
scheiden van eventueel andere in de toekomst ingestelde verbindingen. De naam
van uw provider is een goede keuze.
6.
Daaronder kunt u ook vermelden of andere gebruikers van deze computer
dezelfde verbinding mogen gebruiken. Als andere gezinsleden later inloggen,
kunnen ze uw Internetaccount gebruiken om een Internetverbinding te leggen. In
het algemeen is er één internetaansluiting per huis. In dit geval levert het geen
probleem op als deze optie is ingeschakeld. Onthoud echter dat in dit geval alle
gebruikers van uw computer het internet met slechts één muisklik op kunnen, wat
extra verbindingskosten met zich meebrengt.
7.
Wanneer u alle vereiste infor-
matie hebt ingevuld, hoeft u alleen
maar op de knop Verbinding
maken te klikken. Windows zal een
testverbinding maken. Dit kan even
duren. Zodra de test is voltooid,
verschijnt er een bijhorende bood-
schap. U kunt deze gewoon sluiten.
De installatie van uw internet-
verbinding is nu voltooid en u kunt
deze gaan gebruiken.
De gewenste modem selecteren.
Op uw computer is standaard slechts één modem geïnstalleerd. De Wizard
Nieuwe verbinding zal deze automatisch detecteren en voor internettoegang
gebruiken. Als u meerdere modems hebt geïnstalleerd (bijvoorbeeld via USB),
verschijnt een ander venster waar u de modem kunt kiezen die u voor deze
verbinding wilt gebruiken. In dat geval selecteert u het gewenste apparaat in de
lijst. Als u geen extra apparaten hebt geïnstalleerd, zal die vraag niet ver-
schijnen.
Modem, Internet en netwerk
27
8.
Als u de nieuwe inbelver-
binding wilt gebruiken om het
internet op te gaan, hoeft u
slechts een paar klikken met de
muis te doen. Klik op het picto-
gram Start in de linkerbeneden-
hoek zodat het menu Start wordt
getoond. Selecteer de optie
Verbinding maken uit de
rechterkolom.
Er verschijnt een nieuw venster
met alle beschikbare verbindin-
gen. Markeer de gewenste verbinding en klik op Verbinding maken. Of dubbelklik
op de verbinding.
9.
Terwijl u verbonden met het internet wordt er in het meldingengebied in de
rechteronderhoek van de taakbalk een computerpictogram met een wereldbol
weergegeven, zodat u altijd weet of u online bent. Het is aan te bevelen om dit
pictogram in de gaten te houden, omdat u misschien vergeet dat u online bent, wat
onnodige verbindingskosten met zich mee brengt.
Als u de verbinding met het internet wilt ver-
breken, klikt u met de rechtermuisknop op dit
computerpictogram om een contextmenu te
openen. Kies vervolgens de optie Verbinding
verbreken om de verbinding te verbreken. U
bent nu offline.
Het netwerk configureren
De gemakkelijkste manier om een netwerkverbinding in Windows te configureren is
door de overeenkomstige wizard te gebruiken. Deze zal de geïnstalleerde hardware
automatisch detecteren en uw netwerk binnen een paar stappen installeren. De
configuratie is noodzakelijk voor alle soorten netwerken. Nadat u de configuratie
eenmaal hebt uitgevoerd, is deze geldig voor alle toekomstige netwerk-upgrades.
Als u bijvoorbeeld een directe verbinding tussen twee computers hebt geïnstalleerd,
kunt u later gemakkelijk overstappen naar een groot netwerk met router. En als u
de Draadloos Lan-functionaliteit wilt toevoegen, levert dit geen problemen op.
28
Geavanceerde configuratie en gebruik
Twee computers rechtstreeks met elkaar verbinden
Als u een groot netwerk met veel computers wilt opzetten, is doorgaans een grote
hoeveelheid hardware nodig. Maar als u alleen maar twee computers met elkaar
wilt verbinden, hebt u enkel een zogenaamde crossover-kabel nodig. Verbind
die kabel gewoon met de netwerkpoort op beide computers. Door de speciale
signalen ervan verbindt de kabel de twee computers zonder dat een hub of een
router nodig is. Dat is echter alleen met dat speciale type kabel mogelijk.
De netwerkconfiguratie is in beide gevallen dezelfde. Het heeft geen belang of u
een 'echt' netwerk opstelt, of een crossover-kabel gebruikt. Die kabel zorgt
ervoor dat beide computers een echt netwerk 'zien'.
Uw computer heeft al een netwerkadapter. Om een netwerk te installeren hebben
alle andere computers ook een netwerkadapter nodig. Het is ook mogelijk dat u
alle computers met een hub of een router moet verbinden. De hub of router is een
soort distributietoestel waardoor de computers elkaar kunnen vinden en met elkaar
kunnen communiceren.
1.
U moet allereerst de namen controleren die zijn toegewezen aan de desktop-
computers en notebooks en aan de werkgroep. Deze gegevens maken de com-
puters zichtbaar voor andere apparatuur en zorgen ervoor dat u ze gemakkelijker
kunt benaderen. Klik daarvoor op Start/Configuratiescherm om het Configura-
tiescherm te openen. Kies de groep Systeem en onderhoud en vervolgens het
pictogram Systeem.
Er verschijnt een groot overzichtsvenster. In het gedeelte Instellungen voor
computernaam, domein en werkgroep klikt u op de koppeling Instellingen
wijzigen.
2.
Er verschijnt een nieuw venster. Klik op het tabblad Computernaam. De huidige
instellingen worden afgebeeld. Klik op de knop wijzigen om de namen te wijzigen.
U kunt een naam invoeren voor uw computer in het veld Computernaam. Dit is
beperkt tot 15 tekens en u mag geen spaties, speciale tekens of accenten ge-
bruiken.
Vervolgens moet u uw computers toewijzen aan een werkgroep. Het is aan te
bevelen dat alle computers tot dezelfde werkgroep behoren. Maar dit is alleen
Modem, Internet en netwerk
29
belangrijk in erg grote netwerken om ze te kunnen groeperen, bijv. per afdeling.
Normaal gesproken is dit niet vereist voor thuisnetwerken. U moet echter toch een
naam toewijzen.
Klik op OK om alle vensters te sluiten tot u weer op het Bureaublad bent.
3.
Als u uw desktopcomputer en notebook direct of via een hub of router hebt
verbonden, zal Windows deze verbinding automatisch detecteren en een standaard-
configuratie uitvoeren. Deze zal altijd werken, als tenminste Windows Vista™ op
alle computers is geïnstalleerd. Als een computer draait op Windows XP zal de
configuratie eveneens automatisch plaatsvinden. Dit is bijzonder handig voor
directe verbindingen.
U kunt de nieuwe verbinding gemakkelijk herkennen aan een
netwerkpictogram dat verschijnt in het meldingengebied in de
rechteronderhoek op de taakbalk. Beweeg de muisaanwijzer
naar het computer- of netwerkpictogram en klik erop. Er
verschijnt informatie over deze verbinding.
30
Geavanceerde configuratie en gebruik
4.
Klik vervolgens op de koppeling Netwerkcentrum. Hierdoor verschijnt het hoofd-
venster met alle beschikbare netwerken en verbindingen. Hier kunt u een diagram
van uw computer en het overeenkomstige netwerk zien. De weergave hangt af van
het type netwerk. Als u een router gebruikt, wordt de netwerknaam die op de router
is opgeslagen, weergegeven. De verbinding met de wereldbol houdt in dat er een
internetverbinding is via de router.
Als u uw computers direct via een kabel hebt verbonden, heeft Windows geen
informatie over het netwerk. In dit geval zal er een onbeveiligd netwerk ver-
schijnen. Normaal gesproken geeft dit geen probleem aan, omdat u het netwerk
normaal kunt bereiken.
5.
Vervolgens moet u het type netwerk aanpassen. Klik hiervoor met de rechter-
muisknop op Aanpassen rechts van de netwerknaam. Een nieuw venster verschijnt
en vraagt u naar het type netwerk. Selecteer de optie Privé. Dit laat Windows
weten dat u een privé, gesloten netwerk installeert.
Modem, Internet en netwerk
31
Toegang tot dit netwerk van
buitenaf is niet toegestaan en
Windows zal de gegevensuit-
wisseling met minder beperkin-
gen controleren.
Hierdoor krijgt u gemakkelijker
toegang tot uw computers.
De optie Openbaar heeft alleen
nut als u uw computer in een
groot bedrijfsnetwerk gebruikt of
als u een vaste lijnverbinding
met het internet gebruikt. Dit heeft geen zin voor een klein thuisnetwerk.
Klik op Volgende om naar het volgende venster te gaan waarin algemene infor-
matie wordt getoond. Klik op Sluiten om dit venster te sluiten en terug te gaan naar
het Netwerkcentrum.
6.
Om gegevens tussen de computers te kunnen uitwisselen, moet u eerst een
paar basisnetwerkfuncties inschakelen. Normaal gesproken doet Windows dit auto-
matisch zodra het netwerk als privé is gedefinieerd. Maar helaas zijn er gevallen
waarin dit niet gebeurt.
In Netwerkcentrum is er onderaan een gedeelte Delen en verkennen. Aan de
linkerkant ziet u de naam van iedere functie, met de pijl ernaast kunt u de overeen-
komstige configuratie openen.
32
Geavanceerde configuratie en gebruik
7.
Allereerst moet u de Netwerkdetectie openen door op de pijl te klikken. Het
overeenkomstige configuratie dialoogvenster verschijnt: Schakel de optie Netwerk-
detectie inschakelen in en pas de wijzigingen toe door op de knop Toepassen te
klikken. Hierdoor worden de computers in het netwerk zichtbaar en zijn ze niet
verborgen.
Open nu de optie Bestanden delen eronder. Open nu de optie Bestanden delen
inschakelen eronder. Hierdoor wordt Windows in staat gesteld bestanden en
mappen met andere netwerkgebruikers te delen. Er worden echter op dit moment
nog steeds geen gegevens gepubliceerd. De functionaliteit wordt alleen aange-
boden. Klik op Toepassen om de wijzigingen te bevestigen.
8.
Een bijzonder interessante functie wordt door de optie openbare mappen
delen aangeboden. Deze optie zal de map openbaar in het netwerk delen. Voor
Windows Vista™ is dit de belangrijkste netwerkmap. Het stelt alle computer- of
netwerkgebruikers in staat om direct bestanden uit te wisselen. Uw persoonlijke
gegevens worden privé opgeslagen in uw gebruikersmap. Alleen de gegevens die
expliciet zijn gekopieerd naar de map openbaar zijn voor andere gebruikers
toegankelijk.
De optie delen inschelen, zodat iederen met netwerktoegang bestanden kan
openen geeft alleen leesrechten voor deze map. Op deze manier kunnen ge-
bruikers bijvoorbeeld afbeeldingen bekijken of muziekbestanden afspelen, maar
kunnen ze deze niet wijzigen of verwijderen. De optie delen inschelen, zodat
iederen met netwerktoegang bestanden kan openen, wijzigen en maken geeft
volledige rechten voor deze map. Andere gebruikers kunnen de bestanden wijzigen
Modem, Internet en netwerk
33
en bewerken. Hierdoor kunt u bovendien bestanden van een andere computer naar
deze map kopiëren. Dit is erg belangrijk voor het uitwisselen van gegevens.
De optie Uitgeschakeld heeft alleen nut als u geen gegevens via het netwerk wilt
delen.
Klik op Toepassen om de wijzigingen te bevestigen.
9.
Als u een printer hebt aangesloten op één van uw desktopcomputers of note-
books kunt u deze delen door de optie Printers Delen te gebruiken. Hiermee
kunnen alle netwerkgebruikers op deze printer afdrukken als deze is verbonden met
een andere computer of zelfs als deze zich in een andere ruimte bevindt.
De optie Met wachtwoord beveiligd delen biedt verdere beveiliging. Hierdoor
wordt alleen toegang verleend tot de gedeelde netwerkprinter als er een gebruikers-
account is aangemaakt op de desktopcomputer of notebook waarop de printer is
aangesloten. Als u dus de map Openbaar wilt openen, vraagt Windows u naar uw
gebruikersnaam en wachtwoord. Zodra u op de juiste wijze bent aangemeld, krijgt u
toegang.
Met de optie Media delen kunt u afbeeldingen, muziek en videobestanden via het
netwerk delen. Dit is vooral interessant als u een Media Receiver hebt. Hiermee
kunt u dergelijke bestanden van het netwerk afhalen en ze op een tv-toestel
afspelen.
10.
Nadat u alle vereiste instellingen hebt gemaakt en bewaard, kunt u het venster
Netwerkcentrum sluiten. Uw netwerk is nu volledig geconfigureerd en kan worden
gebruikt.
34
Geavanceerde configuratie en gebruik
Open daarvoor Windows Verkenner. In het gedeelte Netwerk ziet u alle verbonden
computers en hun overeenkomstige gedeelde mappen. Hierdoor krijgt u ge-
makkelijk toegang tot deze mappen en printers.
WLAN: een draadloos netwerk instellen
Tegenwoordig kunt u pc's niet alleen met elkaar verbinden, maar ook met elk ander
soort apparaat, zoals mobiele telefoons, notebooks, pda's, enzovoort. Vroeger
werden alleen kabelverbindingen met hubs gebruikt, maar draadloze verbindingen
ontwikkelen zich snel. Een van de meest interessante technologieën is WLAN. Dat
betekent 'draadloos netwerk': de verbinding van verschillende computers en
apparaten zonder draden of kabels. De transmissie gebeurt met radiogolven. Met
die techniek hebt u heel nieuwe mogelijkheden. U hebt toegang tot de gegevens op
uw pc terwijl u in de tuin op uw notebook werkt, zonder rondslingerende kabels.
Opmerking over modelgebonden configuratie...
Sommige modellen krijgen de beschreven Wireless LAN adapter niet standaard
meegeleverd. Hij kan echter als optie worden geïnstalleerd.
Er bestaan voor veel apparaten WLAN-adapters. Het voordeel is dat de norm IEEE
802.11 breed ingang heeft gevonden voor toepassingen thuis. Dat betekent dat
zowat elk WLAN-apparaat met elk ander toestel kan communiceren dat die norm
ondersteunt. De apparaten communiceren via eenvoudige radiogolven, zodat de
communicatie bijna onafhankelijk is van de fabrikant en de gebruikte software.
Modem, Internet en netwerk
35
Veel Targa-computers hebben al standaard een WLAN-adapter volgens de norm
IEEE 80.211, en zijn daardoor geschikt voor draadloze communicatie. Gelieve het
informatieblad met de technische specificaties te raadplegen om te weten of uw
model de norm IEEE 80.211 al ondersteunt. Om het systeem als WLAN te kunnen
gebruiken, moet de andere computer op uw radiogolven kunnen reageren. Dat zou
geen echt probleem mogen zijn. Als u een andere pc of een notebook hebt, kunt u
een WLAN-adapter installeren en met enkele klikken een draadloze verbinding
instellen.
Als u alleen een verbinding tussen twee computers wilt leggen, is de procedure
erg snel en gemakkelijk dankzij de zogenaamde Ad-Hoc-verbinding. Zo'n soort
gegevensverbinding kunt u in enkele minuten tijd opstellen. Theoretisch kunt u ook
meer dan twee computers met de Ad-Hoc-methode verbinden. Die methode is
daarvoor echter niet bedoeld en ze zal grotere hoeveelheden gegevens en com-
plexere netwerkarchitectuur met moeite afwerken. Als u meerdere WLAN-com-
puters in een netwerk wilt opnemen, raden we u een Access Point of WLAN-router
aan. Die apparaten vormen een gemeenschappelijk knooppunt of distributie-
apparaat in het netwerk en beheren de gegevensstromen ervan. Daarom werkt een
Access Point of WLAN-router op dezelfde manier als een hub of router in een
kabelnetwerk. Alle WLAN-adapters zijn gewoonlijk met die apparaten compatibel.
Daardoor kunt u de computer zonder problemen met Access Point en/of WLAN-
routers in een bestaand draadloos netwerk integreren.
Als u een andere computer met een geïnstalleerde WLAN-adapter hebt, bent u
klaar voor de netwerkconfiguratie. U moet de overeenstemmende toegangs- en
netwerkinformatie aan uw computer melden, net zoals bij de procedure voor een
kabelnetwerk. Dat is niet moeilijk. U kunt het in enkele stappen uitvoeren.
Op een bestaand WLAN, bijv. router aansluiten
Als u uw Targa-computer wilt aansluiten op een bestaand WLAN, kunt u dit met
Windows Vista™ gemakkelijk doen.. Het is hiervoor nodig dat het netwerk al is
geconfigureerd, dat wil zeggen dat de RF-communicatie al werkt. Dit is bijvoorbeeld
het geval als u een WLAN-router gebruikt die zo is geïnstalleerd dat u deze vanuit
uw lokale netwerk kunt benaderen. In dit geval levert het geen probleem op om een
WLAN-verbinding te maken. Doe het volgende om de verbinding in te stellen:
1.
Zodra u de WLAN-adapter van uw computer aansluit, zal Windows gaan zoeken
naar eventuele bestaande draadloze verbindingen. Zodra een draadloos netwerk is
gedetecteerd, verschijnt er een pictogram in het meldingengebied in de rechter-
onderhoek op de taakbalk. Het kan even duren voordat Windows een nieuw net-
werk herkent. Dat is normaal. Beweeg de muisaanwijzer naar het computer- of
netwerkpictogram in het meldingengebied en klik erop.
36
Geavanceerde configuratie en gebruik
Er verschijnt een klein informatievenster, hier kunt u klikken
op de koppeling Verbinding met een netwerk maaken.
U kunt ook het Netwerkcentrum openen en de taak
Verbinding met een netwerk maaken selecteren.
2.
Dit opent het venster Verbinding met een netwerk
maaken met een lijst van alle beschikbare netwerken. Als uw netwerk niet auto-
matisch wordt gedetecteerd, klikt u op de knop Vernieuwen rechtsboven. Hierdoor
wordt er opnieuw naar beschikbare netwerken gezocht.
Het is mogelijk dat er meerdere
netwerken in de lijst staan. Dit is
vrij gebruikelijk in steden of
woongebieden. In dit geval ge-
bruiken uw buren ook een draad-
loos LAN. En dit feit herinnert
ons er al aan hoe cruciaal
beveiliging is als we het hebben
over draadloze netwerken.
Markeer uw gewenste draadloze
netwerk in de lijst. Klik vervol-
gens op de knop Verbinding
maken onderaan om verder te gaan.
3.
Elk draadloos netwerk heeft een naam of ID. De technische aanduiding hiervoor
is SSID. U heeft deze al toegewezen toen u uw router configureerde. Windows
Vista™ moet deze ID kennen voordat het een verbinding kan maken.
Veel routers zenden de ID niet
uit om de beveiliging van het
netwerk te verbeteren. Daarom
is in het begin het netwerk
naamloos of anoniem. In dit
geval zal Windows om het net-
werk-ID vragen. Voer de net-
werknaam in het veld in en klik
op Volgende om verder te gaan.
Als uw router de netwerknaam
(SSID) uitzendt, zal dit venster
niet verschijnen. Windows zal de
ID onmiddellijk zelf detecteren.
Modem, Internet en netwerk
37
4.
Omdat u uw netwerkverkeer waarschijnlijk hebt versleuteld met WEP of WPA,
vraagt Windows om de toegangsinformatie of de authenticatiesleutel. Het soort
encryptie en de sleutel die uw netwerk beschermen zijn afhankelijk van wat u bij het
installeren van de router hebt geconfigureerd. U kunt deze instellingen niet op deze
pagina kunnen wijzigen. Windows al het type encryptie (WEP of WPA) automatisch
detecteren. U hoeft alleen de authenticatiesleutel in te voeren.
Voer de authenticatiesleutel in
het overeenkomstige veld in.
Normaal gesproken zijn de
tekens verborgen en worden ze
vervangen door vervangings-
tekens. Maar als u een zeer
ingewikkelde sleutel invoert (ten
zeerste aanbevolen), gebruikt u
de optie Tekens weergeven om
deze weer te geven. Hierdoor
vermijdt u eventuele typefouten.
Klik op Verbinding maken om
de wijzigingen te bevestigen.
5.
Windows stuurt de ingevoerde sleutel naar het Access Point of router om uw
computer te laten authenticeren. Zodra de verbinding met succes is gemaakt,
verschijnt er een bijhorende boodschap in het hoofdvenster. Windows slaat de
toegangsinformatie van dit netwerk standaard op en zal de verbinding automatisch
maken zodra het netwerk wordt gedetecteerd.
38
Geavanceerde configuratie en gebruik
6.
U gaat terug naar het Netwerkcentrum. Hier ziet u uw netwerk samen met de
naam, of de router toegang tot het internet geeft en de RF-signaalsterkte. Nu kunt u
uw thuisnetwerk gaan gebruiken. Het werkt op dezelfde manier als alle andere
traditionele vaste netwerken.
Ad hoc: rechtstreeks twee WLAN-apparaten aansluiten
De procedure die in het vorige gedeelte werd beschreven is vooral geschikt als u
wilt dat uw computer automatisch toegang krijgt tot een bestaand netwerk. Uw
computer wordt daarom geïntegreerd in een netwerkstructuur die typerend is voor
een thuis- of bedrijfsnetwerk.
Dit is soms echter niet nodig of zelfs gewenst. Als u alleen snel gegevens wilt
uitwisselen met een andere desktopcomputer of notebook met ingeschakeld WLAN,
kunt u dit doen zonder dat u een router of netwerk nodig heeft. Dit is vooral nuttig
als u op reis bent, als u op locatie bij een klant bent, op een beurs of als u op be-
zoek bent bij een vriend die geen netwerk heeft geïnstalleerd. In dat geval kunnen
twee computers direct via WLAN met elkaar verbonden worden. Dit wordt een Ad-
Hoc-verbinding genoemd.
Voordat u de installatie kunt beginnen, moet u de WLAN-adapter in uw computer
steken en deze op de gebruikelijke wijze inschakelen. Natuurlijk moet u de WLAN-
functionaliteit op de andere computer ook inschakelen.
Hoewel beide computers in dezelfde categorie vallen als ze een Ad-Hoc-verbinding
gebruiken, hebben ze vanuit een technisch oogpunt een verschillende rol. Eén
computer zet de verbinding op en wacht op een ander apparaat om mee te
communiceren. Het tweede apparaat zal alleen gaan zoeken naar deze nieuwe
verbinding en zich aansluiten. Zodra de verbinding is gemaakt, hebben beide
desktopcomputers en/of notebooks dezelfde mogelijkheden.
Modem, Internet en netwerk
39
De verbinding op de eerste computer installeren
Eerst moet u één van beide computers zo instellen dat deze de verbinding maakt.
U kunt dit op willekeurig een van beide apparaten doen. Zodra de verbinding is
gemaakt, hebben beide computers dezelfde mogelijkheden. Doe het volgende:
1.
Eerst moet u het Net-
werkcentrum openen. Klik
daarvoor op Start/Configu-
ratiescherm om het Confi-
guratiescherm te openen.
Kies de groep Netwerk en
Internet en vervolgens de
optie Netwerkcentrum.
Kies uit het Netwerkcentrum
de taak Verbinding of net-
werk instellen aan de
linkerkant.
2.
Er verschijnt een nieuw venster
met verschillende opties voor het
aanmaken van een nieuwe net-
werkverbinding. Selecteer hier de
optie Draadloos ad-hocnetwerk
(computer-naar-computer)
instellen en klik op Volgende om
naar het volgende venster te gaan.
3.
Het volgende venster toont
algemene informatie over dit type
verbinding. Het herinnert u er ook
aan dat een computer niet gelijktijdig
met een router en met een Ad-Hoc
partnerapparaat verbonden kan zijn.
Alle andere WLAN-verbindingen
worden gesloten zolang de Ad-Hoc-
verbinding actief is.
Klik op Volgende om de volgende
stap uit te voeren.
40
Geavanceerde configuratie en gebruik
4.
Daarna verschijnt het configuratiescherm. Het verschilt niet veel van het WLAN-
netwerk via een router. Dit komt door het feit dat de WLAN-technologie altijd op
dezelfde manier werkt.
Eerst moet u een naam invoeren voor deze Ad-Hoc-verbinding in het veld Netwerk-
naam. Dit staat gelijk aan de SSID van een router. U kunt elke naam kiezen - het
beste is een korte en eenvoudige naam, omdat het technisch niet belangrijk is.
Onder Beveiligingstype geeft u aan of u wilt dat de verbinding open of versleuteld
is. U moet altijd de optie WEP selecteren. Er is geen reden om uw gegevens rond
te zenden zonder enige verdere bescherming. Iedereen zou toegang tot beide
computers kunnen krijgen en dus toegang kunnen krijgen tot hun harde schijven.
5.
Omdat u WEP-beveiliging hebt gekozen, moet u een Authenticatiesleutel of
een Wachtwoord om de verbinding te versleutelen. De volgende instellingen zijn
beschikbaar:
Een hoofdlettergevoelige sleutel van 5 tekens. U kunt cijfers en letters invoeren.
Een hoofdlettergevoelige sleutel van 13 tekens. U kunt cijfers en letters
invoeren.
Een tekensleutel van 10 hexadecimale tekens (niet hoofdlettergevoelig). U kunt
alleen de tekens 0-9 en A-F, bijv. A1B2C3D4E5 gebruiken.
Een tekensleutel van 26 hexadecimale tekens (niet hoofdlettergevoelig). U kunt
alleen de tekens 0-9 en A-F, bijv. A1B2C3D4E5 gebruiken.
Eigenlijk is dit niets anders dan de normale 64-bits of 128-bits WEP-encryptie. Het
enige verschil dat u een wachtwoord moet invoeren voor de eerste twee opties die
Windows in een code zal omzetten. Voor de laatste twee opties voert u zelf de
laatste code in.
Modem, Internet en netwerk
41
Om het instellen van de verbinding eenvoudig te houden, kiest u een van de twee
eerste opties. Voer een wachtwoord in met precies 5 of precies 13 tekens. Als u
met zeer gevoelige gegevens werkt of in een omgeving met veel WLAN-verkeer
(bijv. in uw bedrijf, op een beurs of in openbare gebouwen) bevelen we u aan de
betere encryptie van 13 tekens te gebruiken.
6.
Als u deze verbinding voor later gebruik moet bewaren, kunt u de instellingen
opslaan via de optie Dit netwerk opslaan. Hiermee kunt u direct op deze
verbinding klikken in Netwerkcentrum om deze te herstellen. Dit werkt echter alleen
als het andere apparaat beschikbaar is, anders moet u de verbinding op het tweede
apparaat opnieuw configureren.
7.
Klik op Volgende om deze
nieuwe verbinding te maken. Er
verschijnt een nieuw venster dat
het succesvol aanmaken van de
verbinding bevestigt. Nu kunt u
op Sluiten klikken om het proces
te verlaten.
De verbinding openen vanaf het tweede apparaat
De eerste computer is geïnstalleerd en wacht nu op zijn partner. Op dit moment
kunt u het tweede apparaat gemakkelijk toegang geven tot de aangeboden directe
verbinding. Het verschilt niet veel van een gewone WLAN-verbinding via een router.
1.
Het Netwerkcentrum wordt
geopend. U kunt dit openen
via het Configuratiescherm of
via het computer- of netwerk-
pictogram in de rechter onder-
hoek in de taakbalk.
Kies uit het Netwerkcentrum
de taak Verbinding met een
netwerk maken aan de
linkerkant.
42
Geavanceerde configuratie en gebruik
2.
Een nieuw venster verschijnt
waarin alle beschikbare draadloze
netwerken worden getoond. Hier
hoort u ook uw directe (Ad-Hoc)
verbinding te zien. De verbinding
wordt aangeduid met de naam
(SSID) die u hebt ingevoerd op de
eerste computer. Kies uw netwerk
uit de lijst en selecteer de knop
Verbinding maken.
3.
Windows zal automatisch detec-
teren dat dit een Ad-Hoc-verbinding
is en zal alle vereiste parameters
instellen. U hoeft nu alleen de
authenticatiesleutel of het wacht-
woord in te voeren die u voor het
eerste apparaat hebt vastgesteld.
Klik op de knop Verbinding maken
om de verbinding te maken.
4.
Het volgende venster bevestigt
dat de verbinding succesvol is ge-
maakt. Klik op Sluiten om het proces te voltooien.
Modem, Internet en netwerk
43
Uw Ad-Hoc-verbinding is nu volledig geconfigureerd en kan worden gebruikt. Hij
werkt op dezelfde manier als alle andere traditionele netwerken. In de Windows
Verkenner ziet u onder Netwerk alle verbonden computers en hun bijbehorende
gedeelde mappen. U kunt nu op uw gebruikelijke manier beginnen met gegevens
uit te wisselen via het netwerk.
WLAN-verbindingen: alleen inschakelen als ze nodig zijn
WLAN is erg handig en stelt mobiele gebruikers om overal online te werken. U moet
de WLAN-verbinding echter niet inschakelen als u deze niet hoeft te gebruiken. Er
zijn verschillende scenario's en situaties zoals de onderstaande:
Als u alleen een desktopcomputer of notebook hebt, hebt u geen netwerk nodig
voor uw dagelijkse werkzaamheden.
Als u al een vast netwerk thuis hebt, hebt u misschien geen draadloos netwerk
nodig of hebt u het alleen nodig als u niet op uw vaste werkplek werkt.
Het gebruik van de WLAN-adapter neemt meer stroom en vermindert de
levensduur van de batterij voor mobiele gebruikers.
Het is altijd goed om alle vormen van elektromagnetische straling te vermin-
deren.
Verder kan een ingeschakelde maar ongebruikte WLAN-adapter hackers en
niet-geautoriseerde mensen toegang bieden. Het ergste geval is dat de Ad-Hoc-
functie is ingeschakeld en op een partner wacht om een verbinding te maken.
Dit kan vooral gevaarlijk zijn als u op reis bent en op erg drukke locaties werkt.
Dit kan op een beurs of een vliegveld zijn. Maar dit risico kan ook een probleem
vormen voor alle desktop pc's, bijvoorbeeld als u middenin een grote stad woont.
Hier zijn veel WLAN-gebruikers in de buurt. Soms wordt de open verbinding door
iemand ontdekt.
Schakel daarom uw draadloze LAN-adapter uit als u deze niet gebruikt. U kunt dit
gemakkelijk handmatig of met slechts een paar keer klikken doen. Als u echter op
een bepaald moment een draadloze verbinding nodig hebt, kunt u ze met enkele
klikken ook weer inschakelen.
1.
Open op de gebruikelijke wijze het Netwerkcentrum. U kunt dit openen via het
Configuratiescherm of via het computer- of netwerkpictogram in de rechter onder-
hoek in de taakbalk.
2.
In Netwerkcentrum selecteert u de taak Netwerkverbindingen beheren aan
de linkerkant. Een nieuw venster verschijnt waarin alle beschikbare netwerk-
adapters worden getoond.
44
Geavanceerde configuratie en gebruik
3.
Markeer uw WLAN-verbinding
en klik er eenmaal met de rechter-
muisknop op. Selecteer Uit-
schakelen in het contextmenu dat
verschijnt.
De draadloze overdracht is nu
volledig gestopt. Uw draadloze
adapter is nog altijd aanwezig met
alle stuurprogramma's en in-
stellingen, maar hij verstuurt of
ontvangt geen gegevens meer.
Let op dat het niet mogelijk is om
de WLAN-adapter vanaf een computer op afstand weer in te schakelen. Dit kan
alleen lokaal op deze computer worden gedaan. Als u de WLAN op een later
moment weer wilt gebruiken, moet u enkel de stappen hierboven weer uitvoeren en
in het menu Inschakelen kiezen.
2.4 USB en FireWire-apparaten aansluiten
Opmerking over hardware-poorten
De poorten en connectoren op uw Targa-computermodel kunnen andere
functies en een ander design hebben!
USB-apparaten
De USB-poort is een standaard voor computers en randapparatuur geworden. Om
de maximum snelheid voor gegevensoverdracht te verkrijgen, heeft uw computer
een hedendaagse USB 2.0-poort. Alle compatibele apparaten zullen veel sneller
communiceren dan met de oudere normen USB 1.0 en USB 1.1. USB 2.0 is echter
volledig benedenwaarts compatibel met USB 1.0 en USB 1.1. Dat betekent dat u al
uw bestaande apparaten kunt blijven gebruiken, ook als ze enkel USB 1.0 of 1.1
ondersteunen. Er is geen speciale configuratie nodig, omdat de interface auto-
matisch alle verbonden apparaten detecteert en zich automatisch aanpast aan de
gepaste norm.
De USB-poort ondersteunt zowel Plug en Play als hot-swapping. Plug en Play
betekent dat de computer de apparaten automatisch detecteert en een universeel
stuurprogramma installeert. Voor bepaalde specifieke apparaten zoals printers en
scanners wordt aangeraden dat u het stuurprogramma gebruikt dat door de fabrikant
wordt geleverd. Dat stuurprogramma biedt gewoonlijk meer functies, doordat het
USB en FireWire-apparaten aansluiten
45
speciaal voor dat bijzondere apparaat werd ontwikkeld. Hot-swapping betekent dat
u nieuwe apparaten kunt aansluiten terwijl de computer draait. Windows zal het
apparaat onmiddellijk detecteren en aansluiten. Maar niet alle apparaten onder-
steunen die functie. Als de computer u vraagt om weer op te starten, moet u dat
doen.
Hierna worden enkele apparaten opgesomd die u met de USB-poort kunt aansluiten.
externe harde schijven
digitale fotocamera's
digitale videocamera's
Printers
scanners
modems (analoog/DSL)
ISDN (externe kaarten, PBX)
toetsenborden en muizen
en nog veel meer
FireWire-apparaten
Afhankelijk van het model en de accessoires ervan, heeft uw computer een FireWire-
poort. Veel apparaten noemen die poort ook 'IEEE 1394'. FireWire biedt zeer snelle
gegevenstransmissie en is vooral geschikt voor toepassingen die grote hoeveel-
heden gegevens versturen, zoals digitale foto- of digitale videocamera's. Als u
FireWire wilt gebruiken, moet u bij de aankoop van perifere apparaten letten op de
poorten die ze hebben.
De FireWire-poort biedt op een gelijkaardige manier als USB Plug en Play en hot-
swapping. Daardoor moet u de apparaten alleen maar aansluiten. Windows
detecteert ze automatisch en installeert het overeenkomstig stuurprogramma.
Sommige oudere FireWire-apparaten gebruiken die functie echter niet. In dat geval
moet u het apparaat aansluiten en Windows herstarten. Daarna detecteert Win-
dows het apparaat, en wordt het geconfigureerd.
Hierna volgen enkele voorbeelden van typische FireWire-apparaten.
digitale videocamera's, bijv. DVCam, Digital8
digitale fotocamera's van hoge kwaliteit
externe schijven, bijv. DLT voor reservekopieën van gegevens
en enkele andere
46
Problemen oplossen, eerste hulp en FAQ
3. Problemen oplossen, eerste hulp
en FAQ
Uw Targa-pc is een zorgvuldig getest computersysteem van hoge kwaliteit met de
jongste technologie. Problemen en defecten kunnen echter nooit helemaal worden
vermeden. Om u te helpen een volledig werkend systeem terug te krijgen, hebben
we hier gedetailleerde informatie verzameld aan de hand waarvan u de meest
voorkomende problemen kunt herkennen en oplossen. Als u een probleem hebt,
doe dan het volgende:
Lees de paragraaf 'Problemen oplossen' hierna.
Probeer de oplossing van uw probleem te vinden in het hoofdstuk 'FAQ', vanaf
pagina 74.
Opmerking
U vindt de meest recente FAQ op uw bureaublad onder Informatie van de
fabrikant en op internet. Ga naar www.service.targa.co.uk om de laatste FAQ
en stuurprogramma's te vinden.
Lees het overeenkomstige hoofdstuk in deze handleiding.
Gebruikt Windows Systeemherstel, vanaf pagina 50.
Als de computer niet kan opstarten of als er zich fouten voordoen tijdens het
opstartproces, gebruik dan de herstelsoftware op de EasyInstall cd/dvd, vanaf
pagina 82. Die software helpt u bij het herstellen van de opstart- en systeem-
bestanden van Windows, en om indien nodig de pc terug in te stellen op de
standaard fabrieksconfiguratie.
Bel onze hotline. Lees zorgvuldig de overeenkomstige instructies op pagina 88.
Als u met geen enkele van de bovenstaande raadgevingen het probleem kon
oplossen, kunt u onze on-site service gebruiken. Voor meer informatie, gelieve
de informatie vanaf pagina 88 te lezen.
3.1 Problemen oplossen
Als uw pc blijft hangen tijdens het draaien of opstarten, kan dat het gevolg zijn van
pas geïnstalleerde software. U kunt dit als volgt oplossen:
Houd de [F8]-toets ingedrukt nadat u de pc hebt ingeschakeld, en selecteer de
optie Veilige modus in het opstartmenu. Klik op Start/Alle programma's/
Bureau-accessoires/Systeemwerkset/Systeemherstel om de systeem-
Problemen oplossen
47
instellingen te herstellen van een tijdstip waarop het systeem wel werkte. Als dat
niet werkt, probeer dan ook alle andere herstelopties.
Verwijder de onlangs geïnstalleerde software via de optie Programma's wijzigen
of verwijderen van Software in Configuratiescherm (dit werkt ook in de veilige
modus).
Start de computer terwijl de Windows-CD zich in het station bevindt en houd
een lettertoets (bijvoorbeeld [H]) ingedrukt totdat Windows Setup wordt gestart.
Wacht totdat alle bestanden zijn geladen. Druk in het Windows Welkomst-
scherm op [Enter], bevestig de Gebruiksrechtovereenkomst door op [F8] te
drukken, en druk op [R] om een installatie te herstellen. (U moet alleen maar de
stuurprogramma's herinstalleren van de meegeleverde EasyInstall-dvd nadat
Windows werd hersteld.)
Neem contact op met fabrikanten van andere software.
Als u geen geluid hoort, zijn er verschillende mogelijke oorzaken voor het defect
aan de hardware of de software. Doe het volgende om deze oorzaken op te sporen:
Controleer de luidsprekers door ze aan te sluiten op de achterste en voorste
luidsprekeruitgangen.
Controleer de luidsprekers met een ander audio-uitvoerapparaat of sluit andere
luidsprekers (of oorluidsprekers) aan op uw computer.
Zorg dat het stuurprogramma van de geluidskaart is geïnstalleerd en dat u de
geluidskaart hebt geselecteerd als het standaardgeluidsapparaat. Daarvoor
opent u het Configuratiescherm en dubbelklikt u op Geluiden en audio-
apparaten. U klikt op het tabblad Audio en controleert of Realtek Audio als
standaard afspeelapparaat en opnameapparaat werd geselecteerd.
Klik op de knop Volume van het standaardafspeelapparaat en zorg dat er geen
vinkje staat voor een van de opties Dempen. Sleep alle volumeregelaars naar
een gemiddeld geluidsniveau.
Herinstalleer het stuurprogramma van de chipset met het geluidsstuurpro-
gramma van de EasyInstall-dvd.
Neem contact op met onze hotline.
Als u via een modem geen verbinding kunt krijgen met internet, zijn er verschillende
mogelijke oorzaken. Volg deze stappen om het probleem op te sporen:
Verwijder de modem door Apparaatbeheer te openen via Configuratiescherm/
Systeem/Hardware. Klik op het plusteken voor Modems, klik met de rechter-
muisknop op de modem en klik op Installatie ongedaan maken. De modem
wordt uit de lijst verwijderd. Nu kunt u hem automatisch herinstalleren door te
klikken op Actie/Zoeken naar gewijzigde apparaten.
48
Problemen oplossen, eerste hulp en FAQ
Voer ook een diagnose uit met het Apparaatbeheer. Dubbelklik op de modem,
open het tabblad Diagnostische gegevens, en klik op de knop Instellingen
opvragen. De lijst die verschijnt moet als eerste ingang Voltooid bevatten voor
een modem die goed werkt.
Probeer een andere modemkabel.
Controleer of de modemkabel correct is aangesloten op de modempoort.
Probeer een andere telefoonaansluiting (wat gemakkelijk is in het geval van een
notebook).
Probeer verbinding te maken met een andere provider om internettoegang te
krijgen.
Breng een testverbinding tot stand met een normaal telefoonnummer (zoals uw
mobiele telefoon) door te klikken op Start/Alle programma's/Bureau-
accessoires/Communicatie/HyperTerminal.
Geen beeld op een tv verbonden met mijn pc
U moet uw pc heropstarten om de tv te detecteren als een extra beeldscherm.
Als u het monitorbeeld via de TV Out-poort naar de tv stuurt, en de tv toont een
leeg scherm, doe dan het volgende:
Zorg ervoor dat u de tv goed hebt aangesloten, dat hij is ingeschakeld en dat u
het juiste kaneel hebt gekozen voor u de computer inschakelt.
Schakel de TV Out-poort in via de software. Deze procedure wordt verklaard op
pagina 17.
Als het beeld op de tv zwart-wit is, dan kan dat aan het tv-toestel liggen.
Wees er zeker van dat uw tv S-Video-signalen ondersteunt. Gelieve de docu-
mentatie van uw tv te lezen of contact op te nemen met de verkoper of de
fabrikant.
Als u een S-Video-kabel gebruikt, vervang hem dan door een gewone Composiet-
kabel (Euro-Cinch-aansluiting).
Gebruik de juiste S-Video-naar-Composiet-adapter in plaats van de normale
adapterstekker.
Test uw computer met een tv-toestel waarvan u zeker bent dat het S-Video
ondersteunt, bijv. in een winkel.
FAQ: veel gestelde vragen
49
3.2 FAQ: veel gestelde vragen
Waar kan ik reserveonderdelen en accessoires vinden?
Targa biedt een breed gamma reserveonderdelen en accessoires voor uw pc aan.
U kunt een gedetailleerde lijst en meer informatie op het Internet vinden op:
http://www.targa-online.com.
Informatie over stuurprogramma's, FAQ's en handleiding
Om te zorgen dat alle onderdelen van uw Targa-computer optimaal zijn ingesteld,
moet u regelmatig de nieuwste stuurprogramma's installeren. U kunt deze gratis
downloaden van de Targa Service-site op internet.
Daar vindt u ook meer FAQ's en deze handleiding als pdf-bestand voor Adobe
Acrobat Reader. Acrobat Reader biedt een comfortabele zoekfunctie. U gebruikt ze
via Bewerken/Zoeken, zodat u gemakkelijk de gewenste informatie en helpteksten
kunt vinden.
U vindt het Targa Service-portal op internet op:
http://www.service.targa.co.uk
Vervalt de garantie als het zegel wordt verwijderd?
Oplossing: U mag de computerkast openen, maar u verliest de garantie voor
ontbrekende onderdelen. D.w.z. nadat u het zegel hebt verwijderd, kunt u geen
ontbrekende onderdelen meer opeisen. Waarschuwing: Als oorspronkelijke
onderdelen tijdens de installatie van apparaten van derden worden beschadigd,
verliest u de garantie op de beschadigde onderdelen.
Waarom toont mijn computer een kleinere vaste schijf dan de werkelijke
grootte, bijvoorbeeld 466 Gb in plaats van de opgegeven 500 Gb?
Oplossing: dat komt door de verschillende eenheden die worden gebruikt om de
grootte te berekenen. De documenten van alle fabrikanten gebruiken eenheden op
basis van een tientallig stelsel. Daardoor komt 500 Gb overeen met 500 miljard
bytes (oftewel 500 met 9 nullen). De computer gebruikt echter eenheden op basis
van de factor 1024.
1 GByte is 1024 * 1024 * 1024 Byte = 1 073 741 824 Byte. Voor een computer is 1
Gb dus iets meer dan 1 miljard bytes. De conversie van het (decimale) 500 Gb luidt
dan: (500 miljard) gedeeld door (1.073.741.824) = ongeveer 466 GB op basis van
1.024 eenheden voor de computer.
50
Problemen oplossen, eerste hulp en FAQ
Hoe kan ik de optie Autorun van cd-rom's in Windows in- en uitschakelen?
Oplossing: Klik op Start/Uitvoeren en typ 'regedit'. Zoek naar de sleutel HKEY_
LOCAL_MACHINE\System\CurrentControlSet \Services\Cdrom en dan naar de
ingang Autorun. Dubbelklik op de ingang om de waarde te wijzigen:
1 = ingeschakeld 0 = uitgeschakeld
Nadat u die waarde hebt gewijzigd, moet u de computer opnieuw opstarten.
Algemene informatie over updates van BIOS en Firmware
Gelieve alleen de officiële BIOS- en firmware-versies te gebruiken die u op onze
Service-website (www.service.targa.co.uk) vindt.
Gebruik nooit BIOS- of firmware-versie van derden. Door het gebruik ervan kunt
u de garantie verliezen.
Wees er zeker van dat de update geschikt is voor uw model, en gebruik alleen
goedgekeurde BIOS- en firmware-updates.
Gelieve altijd het bestand readme.txt te lezen.
Hoe kan ik mijn BIOS bijwerken?
Oplossing: Zoek de goede servicepagina op http://www.service.targa.co.uk door
uw serienummer in te voeren of zoek het juiste model van uw Targa-pc. Open het
tabblad Downloads en download het zip-bestand met de laatste BIOS-versie. Pak
het zip-bestand uit en volg de instructies in het meegeleverde bestand Readme.txt.
3.3 Na de totale crash: Systeemherstel
Computers zijn erg dynamische toestellen. Spijtig genoeg kunnen er zich gemakkelijk
onverwachte situaties voordoen, of het systeem kan slecht reageren op een be-
paalde instelling. Daardoor kan Windows onstabiel worden of zelfs helemaal niet
meer werken. Voor zulke gevallen heeft Windows een hulpprogramma, genaamd
Systeemherstel.
Dat programma is een soort back-up-hulpprogramma voor de systeembestanden
van Windows. Het kopieert alle noodzakelijke configuratie- en installatiebestanden
op een moment dat er zich geen fouten voordoen. Als uw computer later problemen
heeft, kunt u de foutloze eerder opgeslagen toestand met enkele klikken herstellen.
Om een foutloze werking van uw computer te herstellen moet u de functie Systeem-
herstel gebruiken. Gelieve er rekening mee te houden dat die functie enkel de be-
langrijkste instellingen van Windows opslaat. Windows zelf en uw privé-gegevens
worden niet mee opgeslagen. Daarvan moet u dus een aparte reservekopie maken.
Na de totale crash: Systeemherstel
51
Herstelpunten maken
De functie Systeemherstel werkt automatisch en maakt af en toe herstelpunten voor
uw systeem. U kunt echter ook handmatig herstelpunten maken. Als iets faalt, kunt
u de laatste opgeslagen toestand gemakkelijk herstellen.
1.
Helaas moet u om handmatig herstelpunten te maken verder de menu's ingaan.
Klik daarvoor op Start/Configuratiescherm om het Configuratiescherm te openen.
Hier selecteert u de groep Systeem en onderhoud. Daarna kunt u het pictogram
Systeem openen.
Er wordt een venster met basisinformatie over uw systeem geopend. Aan de linker-
kant selecteert u de taak Geavanceerde systeeminstellingen.
2.
Er verschijnt een nieuw venster getiteld
Systeemeigenschappen. Klik op het
tabblad Systeembeveiliging. Hier kunt u
een handmatig herstelpunt maken.
52
Problemen oplossen, eerste hulp en FAQ
3.
Onderaan het venster klikt u op de knop
Maken. Er verschijnt een nieuw venster waarin u
om de naam voor dit herstelpunt wordt gevraagd.
Kies een beschrijving waardoor het herstelpunt
later gemakkelijk is te herkennen is, bijv.:
Volledige installatie of Vóór installatie pro-
gramma XYZ.
4.
Klik op de knop Manken om het her-
stelpunt aan te maken. Dit kan even duren.
Tenslotte wordt het voltooien van het
proces in een venster bevestigd. Klik op
OK om het venster te sluiten. Vervolgens
kunt u alle overige open vensters Con-
figuratiescherm sluiten. U hebt het proces
succesvol voltooid.
Uw systeem herstellen met controlepunten
Als u problemen hebt met Windows, kunt u op basis van de controlepunten een
vroegere toestand terugzetten en dus de normale werking van uw computer her-
stellen. Als u Windows nog kunt opstarten, start u het programma zoals gewoonlijk
via het menu Start. In sommige gevallen kan de herstelprocedure ook worden
gebruikt in de Veilige modus, bijv. als Windows niet zonder grote problemen kan
worden opgestart.
Het systeem herstellen naar de normale werktoestand
Als u problemen hebt met het opstarten van toepassingen met foutboodschappen
en andere problemen, zal in de meeste gevallen Windows nog steeds normaal
werken. U kunt dan het Systeemherstel in normale werkomstandigheden starten.
1.
Voer Systeemherstel uit door te
klikken op Start/Programma's/
Bureau-accessoires/Systeem-
werkset/Systeemherstel.
2.
Op de beginpagina selecteert u
het herstelpunt dat u wilt gebruiken
voor het systeemherstel. De optie
Aanbevolen herstelpunt zal
automatisch het meest recente
functionele herstelpunt selecteren.
Sommige informatie zoals de naam
en de datum worden ook getoond.
Na de totale crash: Systeemherstel
53
U kunt eventueel ook handmatig een herstelpunt selecteren (bijv. een aangepast
herstelpunt dat u eerder hebt aangemaakt). Selecteer hiervoor de optie Een ander
herstelpunt selecteren.
Klik op Volgende om de volgende stap uit te voeren.
3.
Als u besloten hebt een aange-
past herstelpunt te gebruiken, ver-
schijnt er een lijst met beschikbare
herstelpunten. Hier ziet u ook het
type herstelpunt. Handmatig,
Installatie of Systeem.
Markeer het gewenste herstelpunt
en klik op Volgende.
4.
Er verschijnt een venster dat u
waarschuwt dat u alle programma's
moet sluiten voor u de herstel-
procedure start. Verder ziet u
opnieuw alle gegevens voor dit
herstelpunt.
Let op dat u direct naar dit venster
gaat als u de optie Aanbevolen
herstelpunt in het eerste venster
hebt geselecteerd.
Als u op dit moment nog pro-
gramma's of bestanden open hebt staan, sluit u deze. Klik op Voltooien om het
proces te starten.
5.
Nadat u de herstelprocedure hebt opgestart,
zoekt Windows even toegang tot de harde schijf,
waarna het weer opstart en de huidige configu-
ratie aanpast. Ten slotte wordt het systeem-
herstel bevestigd en kunt u op OK klikken om het
te aanvaarden.
54
Problemen oplossen, eerste hulp en FAQ
Het systeem herstellen in Veilige modus
Als Windows een groot probleem heeft, waardoor het niet normaal kan opstarten,
moet u het proberen te starten in Veilige modus. Dat is een noodmodus die een
minimale maar bijna altijd stabiele Windows-configuratie inlaadt.
1.
Eerst moet u de computer handmatig herstarten. De BIOS Setup voert ver-
schillende testen uit en toont de overeenkomstige boodschappen.
Als dit is voltooid, zal uw computer Windows laden. Druk nu snel op de [F8]-toets, en
hou ze ingedrukt.
2.
Daardoor verschijnt een opstartmenu. Gebruik de cursortoetsen om Veilige
modus te selecteren, en druk op [Enter]. Dat moet u snel doen. Het menu bevat een
zichtbare teller die de normale modus na korte tijd opstart.
3.
Windows start nu op in de Veilige modus. Wees niet bang voor het rare uiterlijk
van het beeld op uw scherm. Uw computer laadt alleen de meest noodzakelijke
stuurprogramma's en onderdelen, waardoor het beeldscherm erg groot en onge-
woon gekleurd is. Dat is normaal.
4.
Start Systeemherstel net als in de Normale modus via het menu Start, en voer
de herstelprocedure uit. Het programma werkt net zoals hierboven beschreven.
Selecteer het gewenste herstelpunt en herstel het systeem. De computer zal
automatisch opnieuw opstarten nadat het proces is voltooid.
Daarna kunt u Windows op de normale manier starten of andere aanpassingen
uitvoeren.
3.4 Het systeem herstellen met de software
voor systeemherstel
Uw Targa-pc bevat volledig nieuwe herstelsoftware, waardoor u de pc geleidelijk
kunt herstellen naar een normale werktoestand. Het programma gebruikt ver-
schillende opties voor een verschillende mate van herstel.
Alleen opstartbestanden herstellen
Hierdoor wordt de opstartsector van de harde schijf hersteld.. Selecteer deze
optie als Windows niet is beschadigd maar als u het niet kunt opstarten vanaf de
harde schijf.
Systeembestanden herstellen
Met deze optie kunt u alle systeembestanden van uw computer en/of Windows
herstellen. Hierna is Windows geïnstalleerd op de standaard fabrieksconfigu-
ratie en kan opnieuw worden opgestart. Selecteer deze optie als Windows
Het systeem herstellen met de software voor systeemherstel
55
ernstig is beschadigd en de optie Alleen opstartbestanden herstellen niet
heeft geholpen.
Alle bestanden herstellen (laat gebruikersbestanden ongewijzigd)
Als geen van de vorige opties heeft geholpen, moet u het volledige systeem
herstellen.. Hierdoor wordt de configuratie van de computer en van Windows
teruggezet naar de standaardfabrieksinstelling. Uw persoonlijke gegevens
worden niet vernietigd of gewist.
Volledig herstel (alle bestanden worden verwijderd)
Helaas kan het soms nodig zijn om de oorspronkelijke fabrieksconfiguratie
volledig te herstellen. Deze optie is gelijk aan de configuratie toen u uw com-
puter kocht. Alle gegevens en instellingen gaan verloren. U moet eerst een van
de andere opties proberen om te zien of u Windows kunt opstarten en u een
back-up van alle persoonlijke bestanden op een cd of dvd kunt maken. Als u
niet eerst een back-up maakt, zullen al uw persoonlijke bestanden en gegevens
verloren gaan!
1.
Eerst moet u de computer herstarten. De gebruikelijke BIOS-systeembood-
schappen verschijnen. Nu moet u snel handelen. Zodra deze boodschappen ver-
dwijnen, drukt u op de toets [F9] op het toetsenbord. U gaat automatisch naar de
herstelsoftware.
2.
Eventueel kunt u dit proces ook uitvoeren met de Easy-Install dvd die werd
meegeleverd bij uw pc. Dit is alleen nodig als u per ongeluk de gehele harde schijf
hebt gewist of als u deze hebt vervangen door een andere harde schijf. In dit geval
is het niet mogelijk om de herstelsoftware te openen die op de hard disk was
opgeslagen.
Plaats hiervoor eerst de Easy-Install dvd in het station van de computer. Na de
BIOS-systeemboodschappen verschijnt het menu Boot. Kies hier stap 2. Herstel-
software starten.
3.
U gaat nu automatisch naar
de herstelsoftware. Een waar-
schuwingsboodschap over het
mogelijke verlies van gegevens
verschijnt. Klik op de knop
Programma uitvoeren.
56
Problemen oplossen, eerste hulp en FAQ
4.
In de volgende stap kunt u tussen de vier hiervoor vermelde opties kiezen.
Als u problemen hebt met het opstarten van Windows, probeer dan eerst de
optie Alleen opstartbestanden herstellen.
Als u problemen hebt met systeembestanden van Windows, die u niet kunt
oplossen door Systeemherstel van Windows uit te voeren (zoals beschreven op
pagina 50), probeer dan de tweede optie: Systeembestanden herstellen.
Als de computer na die procedures nog altijd niet start, probeer dan de derde
optie: Alle bestanden herstellen (laat gebruikersbestanden ongewijzigd).
De gebruikersbestanden worden behouden voor zover ze werden opgeslagen in
de vooraf gedefinieerde gebruikersmappen.
Alleen als ook die optie faalt, moet u de laatste kiezen: Volledig herstel (alle
bestanden worden verwijderd). Gelieve er rekening mee te houden dat die
laatste optie alle gegevens van uw pc zal verwijderen. Gebruik deze optie om de
fabrieksinstellingen voor de softwareconfiguratie terug te zetten.
Belangrijk!
Denk eraan dat de standaardconfiguratie van uw computer wordt hersteld als u
deze procedure start. Dan worden alle gegevens op uw vaste schijf gewist
(onder Windows is dat de C:-schijf). Als u dat niet wilt, verlaat dan de herstel-
software en maak eerst een back-up van uw persoonlijke gegevens (bijv. op
een cd of dvd) nadat u uw pc opnieuw hebt opgestart.
5.
Start de herstelprocedure door te klikken op de knop Starten.
6.
Klik in het volgende scherm op de knop OK om de waarschuwingsboodschap te
bevestigen.
Het systeem herstellen met de software voor systeemherstel
57
7.
De systeemherstelprocedure
start. Die procedure kan een tijdje
duren. U kunt de vorderingen van
de herstelprocedure in de voor-
uitgangsbalk zien.
Tijdens het herstel en afhankelijk
van het computersysteem en de
geselecteerde hersteloptie wordt
u misschien gevraagd om de
Hersteldisk te plaatsen.
Belangrijk!
Zet uw computer nooit uit terwijl het herstelproces aan de gang is. U mag het
herstelproces niet onderbreken!
8.
Nadat de herstelprocedure werd voltooid, klikt u op Computer opnieuw
opstarten om uw computer te herstarten.
58
Activatie, registratie en serienummer
Activering, registratie en serienummer
Algemeen
Alle meegeleverde programma's werden op uw computer vooraf geïnstalleerd en
zijn klaar voor gebruik. Als u echter een programma moet herinstalleren, gebruikt u
gewoonlijk een installatiewizard. Samen met uw persoonlijke gegevens (optie) moet
u een sleutel, serienummer en licentiecode of activeringscode invoeren. Die sleutel
maakt deel uit van de inhoud van uw computerpakket en kan zich op verschillende
plaatsen bevinden, bijvoorbeeld:
op de achterkant of bovenkant van de computer
op de cd/dvd gedrukt
op de voorkant/achterkant van de cd/dvd-verpakking
Software bestaat normaal uit een installatiemedium (cd, dvd, floppy), de licentie-
overeenkomst (in de handleiding of op het installatiemedium) en de installatie-
sleutel. Gelieve alle documenten, papieren, bewijzen of ontvangstbewijzen te
bewaren die met de pc werden meegeleverd. Ze kunnen belangrijke informatie
bevatten die u later nodig kunt hebben.
Licentieovereenkomst
Een softwarelicentieovereenkomst vermeldt uw gebruiksrechten op de software.
Dat behandelt enkele belangrijke verschillen tussen de klant-gebruiker en de
fabrikant. Terwijl de klant-gebruiker gewoonlijk denkt dat hij de software heeft
gekocht (de eigendom ervan heeft verworven), geeft de fabrikant aan de klant
alleen maar het recht om de software onder bepaalde omstandigheden te
'gebruiken'. Normaal mag de software alleen worden gebruikt samen met het
computersysteem dat u hebt gekocht. Het commerciële gebruik ervan kan ook
beperkt zijn. Bovendien mag de software niet worden gebruikt om machines te
controleren of om wapens te ontwikkelen of te fabriceren. Een ander aspect is de
beperkte aansprakelijkheid van de fabrikant.
Als u niet alle bepalingen van de licentieovereenkomst aanvaardt, mag u de soft-
ware niet gebruiken. Sommige bepalingen van de licentieovereenkomst kunnen niet
helemaal legaal zijn. In dat geval zijn de betrokken bepalingen ongeldig, waardoor
ze op u geen betrekking hebben.
De licentieovereenkomst kan het recht bevatten om de software terug te geven als
u het niet eens bent met de bepalingen. Gelieve er rekening mee te houden dat het
betekent dat u de goederen aan de fabrikant teruggeeft, en niet dat u recht hebt op
een terugbetaling van de verkoper. U moet contact opnemen met de software-
fabrikant om hem erover in te lichten dat u de software wilt teruggeven. Omdat uw
Activering, registratie en serienummer
59
computersysteem een product is met een prijs voor een totaalpakket, bestaan er
voor dit aanbod geen prijsbepalingen voor aparte terugbetalingen of terug-
betalingen van softwareonderdelen. Prijsvergelijkingen zijn onmogelijk en daardoor
zijn terugbetalingen onmogelijk.
Sleutels, codes en serienummers
Uw systeem heeft door sleutels, codes of serienummers een unieke identificatie.
Die verwijzen naar de verschillende componenten die met uw computer werden
meegeleverd, en die samen met alle andere informatie over het computersysteem
door de fabrikant worden bijgehouden.
De sleutels, codes en serienummers van softwareonderdelen maken deel uit van
een beveiligingssysteem om illegaal en ongecontroleerd kopiëren en publiceren van
de software van de fabrikant te verhinderen. Daarom zijn er verschillende labels en
zegels die de authenticiteit van uw product verifiëren en waardoor de koper van die
codes de authentieke software kan gebruiken.
Registratie en productactivering
Door uw software te registreren toont u dat u een licentie hebt, en dat u de licentie-
overeenkomst hebt aanvaard. Daardoor kan niemand anders uw licentie op
hetzelfde moment gebruiken. U bent niet verplicht om een product te registreren,
maar de meeste fabrikanten geven hun klanten de mogelijkheid om hun naam en
adres te registreren. Uw persoonlijke gegevens worden gewoonlijk gebruikt om u op
de hoogte te houden van de laatste product- en programmaversies.
Er is ook de productactivering. De productactivering werd door Microsoft geïntro-
duceerd en activeert de eerder beperkte functies van het product, zodat ze na de
activering volledig en ongelimiteerd kunnen worden gebruikt. Daardoor is het een
belangrijke stap verder dan registratie. De productactivering is een beveiligings-
mechanisme tegen softwarepiraterij. Het beschermt de consument ook tegen het
gebruik van illegale softwareproducten. Personen die illegale software gebruiken of
verspreiden schaden niet alleen zichzelf, maar ook de economie in het algemeen.
60
Woordenlijst
Woordenlijst
AGP (Accelerated Graphics Port)
Het meest gebruikte busslot voor grafische
adapters. Beschikbaar in vier snelheden: 1x
= 264 MB/s, 2x = 528 MB/s, 4x = 1 056 MB/s,
8x = 2 112 MB/s
BIOS (Basic Input/Output System)
Het Basic Input/Output Systeem is het
basisprogramma van elke computer. Het is
opgeslagen in een chip op het moederbord.
U kunt er de basisinstellingen mee
aanpassen, zoals de parameters voor de
harde schijf, de interface en opties voor
stroombesparing. De BIOS-instellingen
werden in de fabriek voor normaal gebruik
geoptimaliseerd. Omdat wijzigingen aan die
instellingen het systeem kunnen doen
crashen of slecht doen werken, moet u de
gebruikershandleiding lezen of een
computerexpert raadplegen.
CD-R
Een eenmaal beschrijfbare lege cd.
CD-RW
Een lege cd waarop meerdere keren met een
cd-brander kan worden geschreven
(ongeveer 1000x).
CPU (Central Processing Unit)
= Processor
De processor is het hart van elke computer.
Hij is op het moederbord op een socket
geïnstalleerd. CPU's en hun klokfrequentie
zijn de belangrijkste factor om de
verwerkingssnelheid van de computer te
bepalen.
De huidige processors met hun hoge
prestaties hebben een koelventilator nodig.
DDR-SDRAM (Double Data Rate-
SDRAM)
DDR-SDRAM is een zeer snel soort
geheugen dat twee keer zo snel gegevens
kan overbrengen als gewoon SDRAM.
DirectX
Multimedia-programma-interface ontwikkeld
door Microsoft. Programma's, vooral
computerspelletjes, kunnen er snel grafische,
audio- en netwerkfuncties mee uitvoeren en
spelletjeshardware mee aansturen zoals
joysticks of stuurwielen.
DSL (Digital Subscriber Line)
DSL om gegevens langs conventionele
telecommunicatiedraden (bijv. koperen
telefoondraden) aan hoge
overdrachtssnelheden te versturen. Een
DSL-verbinding is ongeveer tien keer sneller
dan ISDN. DSL heeft speciale modems
nodig.
DVD-ROM (Digital Versatile Disc)
Opvolger van de Compact Disc. DVD-Rom
heeft dezelfde afmetingen als een cd, en kan
alleen worden gelezen. Er bestaan
verschillende capaciteiten. 4,7 Gb (DVD-5,
enkelzijdig), 8,6 Gb (DVD-9, enkelzijdig,
dubbel gelaagd), 9,4 Gb (DVD-10,
dubbelzijdig, moet worden omgedraaid), 17
Gb (DVD-18, dubbelzijdig, dubbel gelaagd).
DVD-R
Een eenmaal beschrijfbare maar meerdere
(oneindig) keren leesbare dvd met een
capaciteit van 4,7 GB.
DVD-RW
DVD die meerdere keren (ongeveer 1000x)
kan worden beschreven en een oneindig
aantal keer kan worden gelezen, met een
capaciteit van 4,7 Gb.
Ethernet
Ethernet is de meest gebruikte
netwerkarchitectuur ter wereld. Het heeft een
maximum gegevensoverdrachtsnelheid van
10 of 100 MB/s om verschillende computers
met elkaar te verbinden.
Woordenlijst
61
Firewall
Een programma geïntegreerd in het commu-
nicatiepad dat onrechtmatige toegang tot de
pc van buitenaf verhindert. Normaal beveiligt
een firewall de Internetverbinding.
FireWire, iLink, IEEE-1394
IEEE-1394 is een industriestandaard voor
een seriële bus met snelle gegevensover-
dracht. FireWire werd vooral erg populair
voor toepassingen met digitale video. Door
de snelle gegevensoverdracht tot 400 MB/s
ervan is het een ideale keuze voor multi-
media.
ISDN (Integrated Services Digital
Network)
Digitaal draadnetwerk. Het belangrijkste
verschil met het analoge telefoonnetwerk is
dat ISDN digitale signalen verstuurt.
LAN (Local Area Network)
Gewone term voor lokaal netwerk. Normaal
is er geen openbare toegang mogelijk.
Mainboard (ook moederbord)
Het moederbord van de pc bevat de pro-
cessorsocket, chipsets, uitbreidingsslots,
geheugenbus en verschillende interfaces met
de buitenwereld.
Modem (Modulator/Demodulator)
Uw pc gebruikt de modem om in te bellen via
het normale analoge telefoonnetwerk om met
computers op afstand te communiceren,
waaronder computers die deel uitmaken van
het Internet.
Netwerk
Een netwerk is een groep computers die met
elkaar communiceren. Het Internet is het
grootste netwerk ter wereld.
PCI Bus (Peripheral Component
Interconnect)
De laatste technologie voor pc-uitbreidings-
kaarten met 32 bits busbreedte en 33 MHz
klokfrequentie. Het kan tot 132 MB/s ver-
sturen.
Plug en Play of PnP
Betekent 'inpluggen en spelen'. Computer-
technologie waarmee onderdelen zichzelf
automatisch configureren. Windows de-
tecteert uitbreidingskaarten (zoals netwerk-
kaarten of modems) automatisch en voert
alle noodzakelijke instellingen uit.
SPDIF
SPDIF is de afkorting voor 'Sony/Philips
Digitale Interface'. Het is een standaard
kabelaansluiting voor digitale audiogegevens
die werd gedefinieerd door Sony en Philips.
Met een SPDIF-kabel en -connector kunt u
muziekgegevens tussen twee audio-
apparaten overbrengen. Als het werd
meegeleverd, moet u de meegeleverde
SPDIF-kabel gebruiken.
USB (Universal Serial Bus)
De afkorting USB betekent 'Universele
Seriële Bus'. USB is een eenvoudige maar
ook universele interface voor bijna elk soort
apparaat, van muizen en toetsenborden, via
joysticks en gamepads, tot scanners,
modems, geheugenkaarten, digitale camera's
en MP3-spelers.
VGA-kabel/connector
VGA is de afkorting van Video Graphics
Adapter en wijst op de grafische kaart van uw
computer. Analoog worden ook alle com-
ponenten die nodig zijn voor de weergave
van het beeld VGA-componenten genoemd.
WHQL (Microsoft Windows Hardware
Quality Labs)
Een certificatiestandaard voor hardware
ingevoerd door Microsoft, dat verschillende
criteria test (compatibiliteit, configuratie, enz.)
in de vermelde labs.
Als het product aan de criteria voldoet, krijgt
het certificaat 'Microsoft WHQL goedgekeurd',
en is het dus goedgekeurd voor gebruik met
Windows. Alle Targa-pc's en -notebooks
voldoen aan die kwaliteitseisen.
WLAN – Wireless LAN
WLAN is de afkorting van Wireless LAN, wat
betekent 'draadloos netwerk'.
62
Index
Index
* xD Picture-kaart 
Aansluiten van een tv-toestel 
Accessoires 
Afbeeldingen overbrengen 
Automatisch detecteren
USB 
Back-up
Systeemherstel 
BIOS 
CD-ROM
Parkeerstand 
CompactFlash-kaarten 
Computer
Directe verbinding 
Naam 
WLAN 
Crossover-kabel 
Directe verbinding 
Draadloos
netwerk 
DVD-ROM
Parkeerstand 
Eerste configuratie 
Encryptie
WLAN 
FAQ 
FireWire
Hot-swappen 
IEEE 1394 
Plug en Play 
Firmware 
Gegevens overbrengen
Geheugenkaarten 
Geheugenkaarten
Verwijderen 
Grafische adapter
Resolutie 
Graphische adapter
TV-uitvoer 
Hardware
WLAN 
Hot-swappen
FireWire 
USB 
IEEE 1394  
Inbelnetwerk
Gebruikersnaam  
Wachtwoord  
Internet
Gebruikersnaam  
Wachtwoord  
Internettoegang  
Kaartlezer
Algemene informatie  
CF-kaarten  
Kaarten verwijderen  22
Microdrive  
MMC-kaarten  
Overbrengen  
RC-MMC  
SD Mini  
SD-kaarten  
SmartMedia  
xD Picture-kaart  
LAN
Draadloos  
Manueel  
Microdrive  
MMC-kaarten  
Modem
Gebruikersnaam  
Inbelnetwerk  
Installeren  
Internet  
Telefoonconnector  
Toegang configureren  
Wachtwoord  
Monitor
Resolutie  
Netwerk
Automatisch configureren  
Computernaam  
Configureren met de wizard  
Draadloos  
SSID  
Werkgroep  
WLAN, algemene informatie 
Patch-kabel  
Plug en Play
FireWire  
USB  
Problemen oplossen  
Index
63
Reserveonderdelen  
RF-netwerk  
RS-MMC  
Scherm
Resolutie  
SD Mini  
SD-kaarten  
Service 
SmartMedia  
SSID  
Stuurprogramma’s  
Systeemherstel
Algemene informatie  
Back-ups maken  
Basis  
Controlepunten  
Onder normale werkomstandigheden  
Uw systeem herstellen  
Veilige modus  
TCP/IP
Wizard  
Telefoonconnector  
TV toestel
Aansluiten  
Update
BIOS 50
Updates 
USB
1.0 
1.1 
Compatibiliteit 
Hot-swappen 
Oudere apparaten 
Plug en Play 
USB 2.0 
Verwijderbare media 
Verwijderen van geheugenkaarten 
Werkgroep 
Windows
Computernaam 
Eerste configuratie 
Werkgroep 
WLAN 
Algemene informatie 
Configureren 
SSID 
8


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Targa Ultra AN64 4800 DC at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Targa Ultra AN64 4800 DC in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,98 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info