81
Verklarende woordenlijst
Targa DIP Phone 450 / nld / A31008-M1713-R191-1-5419 / glossary.fm / 12.10.2006
provider). Hiermee worden oproepen
van VoIP eventueel naar het telefoon-
netwerk doorgestuurd.
Gateway-Provider
Zie SIP-provider.
Gebruikersidentificatie
Combinatie van naam/cijfers voor toe-
gang tot bijvoorbeelduw VoIP-account.
Globaal IP-adres
Zie IP-adres.
GSM
Global System for Mobile Communication
Oorspronkelijk Europese standaard
voor mobiele netwerken. Intussen kan
GSM als wereldwijde standaard wor-
den aangeduid. In de VS en Japan wor-
den nationale standaarden echter
steeds vaker ondersteund.
H
Headset
Combinatie van microfoon en hoofdte-
lefoon. Met een headset kunt u com-
fortabel handsfree telefoneren. Er zijn
headsets verkrijgbaar die per kabel op
een overeenkomstige handset kunnen
worden aangesloten.
HTTP-Proxy
Server waarmee de Netwerkgebruiker
hun internetverkeer regelen.
Hub
Verbindt in een Infrastructuurnet-
werk meerdere Netwerkgebruikers.
Alle gegevens die door een netwerkge-
bruiker naar de hub worden verzon-
den, worden doorgestuurd naar alle
netwerkgebruikers.
Zie ook:Gateway, Router.
I
IEEE
Institute of Electrical and Electronics Engineers
Internationale commissie voor stan-
daardisering in de elektronica en elek-
trotechniek, met name voor de stan-
daardisering van LAN-technologie,
overdrachtprotocollen, gegevensover-
drachtssnelheid en bekabeling.
Infrastructuurnetwerk
Netwerk met een centrale structuur:
Alle Netwerkgebruikers communice-
ren via een centrale Router.
Internet
Wereldwijd WAN. Voor de uitwisseling
van gegevens is een serie protocollen
gedefinieerd, die zijn samengevat
onder de naam TCP/IP.
Elke Netwerkgebruiker is via zijn IP-
adres te herkennen. De toewijzing van
de Domeinnaam naar IP-adressen
wordt gedaan door DNS.
Belangrijke diensten op internet zijn
het World Wide Web (WWW), e-mail,
bestandsoverdracht en forums.
Internet-provider
Biedt tegen vergoeding toegang tot
internet.
IP (Internet Protocol)
TCP/IP-protocol op Internet. IP is ver-
antwoordelijk voor de adressering van
gebruikers van een Netwerk aan de
hand van IP-adressen en brengt gege-
vens over van een verzender naar een
ontvanger. Daarbij legt IP de route van
de gegevenspakketten vast.
IP-adres
Uniek adres van een netwerkcompo-
nent binnen een netwerk op basis van
TCP/IP-protocollen (bijvoorbeeldLAN,
internet). Op Internet worden in plaats
van IP-adressen meestal domeinnamen
verstrekt. DNS wijst aan domeinnamen
het bijbehorende IP-adres toe.
Het IP-adres bestaat uit vier delen
(decimale getallen tussen 0 en 255) die
door een punt van elkaar zijn geschei-
den (bijvoorbeeld230.94.233.2).
Het IP-adres bestaat uit het netwer-
knummer en het nummer van de Net-
werkgebruiker (bijvoorbeeld tele-
foon). Afhankelijk van het Subnetmas-
ker bepalen de eerste een, twee of drie
delen het netwerknummer, en de rest
van het IP-adres de netwerkcompo-
nent. In een netwerk moet het netwer-