596893
214
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/215
Next page
G1
Handleiding
1
Belangrijke informatie voordat u aan de slag gaat
De batterij wordt niet opgeladen geleverd.
Verwijder de batterij niet wanneer de telefoon wordt opgeladen.
De garantie vervalt als u de behuizing van de telefoon opent of aanpast.
Privacybeperkingen
In bepaalde landen bent u verplicht aan uw gesprekspartner te melden dat u het
gesprek wilt opnemen. Houd u altijd aan de geldende wetten en regels van een
land als u gebruikmaakt van de opnamefunctie van uw telefoon.
Handelsmerken
Copyright © 2008 HTC Corporation. Alle rechten voorbehouden.
HTC, the HTC logo, HTC Innovation, ExtUSB, and HTC Care are trademarks
and/or service marks of HTC Corporation.
Bluetooth en het Bluetooth-logo zijn handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc.
Java, J2ME en alle andere op Java gebaseerde merken zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde
Staten en andere landen.
Google is een gedeponeerd handelsmerk en Google Maps is een handelsmerk
van Google, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
YouTube is een handelsmerk van Google, Inc.
Belangrijke informatie voordat u aan de slag gaat
2
Gelicentieerd door QUALCOMM Incorporated onder een of meer van de
volgende patenten:
4,901,307 5,490,165 5,056,109 5,504,773 5,101,501 5,778,338
5,506,865 5,109,390 5,511,073 5,228,054 5,535,239 5,710,784
5,267,261 5,544,196 5,267,262 5,568,483 5,337,338 5,659,569
5,600,754 5,414,796 5,657,420 5,416,797
Alle overige bedrijfs-, product- of servicenamen die in dit document worden
genoemd, zijn handelsmerken, gedeponeerde handelsmerken of servicemerken
van hun respectieve eigenaars.
T-Mobile is niet aansprakelijk voor technische of redactionele fouten of
weglatingen of voor incidentele of gevolgschade die voortvloeit uit het gebruik
van het materiaal. The information is provided “as is” without warranty of any kind
and is subject to change without notice. T-Mobile behoudt zich tevens het recht
voor de inhoud van dit document op elk gewenst moment te wijzigen zonder
voorafgaande kennisgeving.
Niets in dit document mag worden gereproduceerd of overgebracht in welke
vorm of op welke wijze dan ook, elektronisch of mechanisch, waaronder middels
fotokopiëren, opnemen of opslaan in een gegevens-opzoeksysteem of vertalen
naar een andere taal, in welke vorm dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van T-Mobile.
Beperkte aansprakelijkheid
Voor zover maximaal is toegestaan door toepasselijke wetgeving kunnen de
fabrikant of diens leveranciers in geen geval door de gebruiker of een derde partij
aansprakelijk worden gesteld voor enige indirecte, speciale of incidentele schade,
gevolgschade of schadevergoeding van welke aard dan ook, door contract of een
onrechtmatige daad. Hieronder is inbegrepen, maar niet beperkt tot letsel, verlies
van inkomsten, verlies van goodwill, verlies van zakelijke kansen, gegevensverlies
en/of winstverlies, op enige manier voortvloeiend uit of verband houdend met,
of het leveren of al dan niet nakomen van verplichtingen, of het gebruik van de
weersinformatie, - gegevens of -documentatie, ongeacht of dit te voorzien was.
Belangrijke informatie voordat u aan de slag gaat
3
Informatie betreffende voorzorgsmaatregelen
voor gezondheid en veiligheid
Neem bij gebruik van dit product de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht
om wettelijke aansprakelijkheid en mogelijke schadevergoedingen te voorkomen.
Bewaar alle instructies voor veilig gebruik van het product en houd u nauwkeurig
hieraan. Neem alle waarschuwingen in de gebruiksinstructies bij dit product in acht.
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om het risico op lichamelijk
letsel, elektrische schokken, brand en schade aan de apparatuur te beperken.
Elektrische veiligheid
Dit product is uitsluitend bedoeld voor gebruik met voeding van de batterij of
meegeleverde voedingsbron. Ander gebruik kan gevaarlijk zijn en maakt de
goedkeuring die aan het product is verleend, ongeldig.
Veiligheidsmaatregelen voor correcte aarding
Waarschuwing: Sluit het apparaat aan op een correct geaard stopcontact om
elektrische schokken aan de telefoon te voorkomen.
Dit product wordt geleverd met een USB-kabel voor aansluiting op een desktop-
of notebookcomputer. Controleer of uw computer correct is geaard voordat u het
product aansluit op de computer. De desktop- of notebookcomputer is voorzien
van een netsnoer met een aardegeleider en een aardestekker. Deze stekker
moet in een daarvoor geschikt stopcontact worden gestoken dat correct is
geïnstalleerd overeenkomstig de geldende richtlijnen.
Voorzorgsmaatregelen voor de voedingsbron
Gebruik een geschikte externe voedingsbron
Het product mag alleen worden gebruikt met het type voedingsbron dat wordt
vermeld op het label met het elektrische voltage. Als u niet zeker weet welk type
voedingsbron moet worden gebruikt, raadpleegt u de erkende serviceprovider
of het lokale energiebedrijf. Voor een product dat werkt op batterijen of andere
bronnen, raadpleegt u de gebruiksinstructies die bij het product zijn geleverd.
Belangrijke informatie voordat u aan de slag gaat
4
Dit product is uitsluitend bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbron (nen):
Netstroomadapter
Phihong, model PSAA05K-050
Phihong, model PSAA05E-050
Wees voorzichtig met batterijen
Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Bij onjuist gebruik van de batterij
kunnen brand en brandwonden ontstaan. Probeer de batterij niet te openen
of te repareren. U mag een batterij niet demonteren, in elkaar drukken,
doorboren, in vuur of water gooien of blootstellen aan temperaturen die hoger
zijn dan 60 °C.
!
Waarschuwing: ontploffingsgevaar bij onjuiste
plaatsing van de batterij. Om het risico van brand
en brandwonden zoveel mogelijk te beperken, mag
u de batterij niet demonteren, in elkaar drukken,
doorboren, kortsluiten, in vuur of water gooien
of blootstellen aan temperaturen van meer dan
60 °C. Alleen vervangen door voorgeschreven
batterijen. Gebruikte batterijen afvoeren volgens
lokale voorschriften of volgens de bij het product
geleverde handleiding.
Opmerking: dit product is uitsluitend bedoeld voor gebruik met de volgende
batterij(en):
HTC, model DREA160
Voorzorgsmaatregelen
Houd de batterij of de telefoon droog en uit de buurt van water of een andere
vloeistof, aangezien hierdoor kortsluiting kan optreden.
Houd metalen voorwerpen uit de buurt van de batterij en polen. Bij aanraking
kan namelijk kortsluiting optreden tijdens het gebruik van de telefoon.
Belangrijke informatie voordat u aan de slag gaat
5
Maak geen gebruik van een batterij die beschadigd lijkt, vervormd of verkleurd
is, of een batterij met roestvlekken, die oververhit is of een vreemde geur afgeeft.
Houd de batterij altijd uit de buurt van baby's en kleine kinderen om
inslikkingsgevaar te voorkomen. Roep direct de hulp van een dokter in als de
batterij is ingeslikt.
Als de batterij lekt:
Voorkom dat het zuur uit de batterij in aanraking komt met huid of kleding. Als
dat wel het geval is, moet u de huid of kleding met veel water schoonspoelen
en de hulp van een dokter inroepen.
Voorkom dat het zuur uit de batterij in aanraking komt met de ogen. Als dat
wel het geval is, wrijf dan NIET in de ogen maar spoel de ogen schoon met
water en roep de hulp van een dokter in.
Neem extra voorzorgsmaatregelen om een lekkende batterij uit de buurt
van open vuur te houden, aangezien er dan sprake is van ontstekings- of
ontploffingsgevaar.
Veiligheidsmaatregelen voor direct zonlicht
Stel dit product niet bloot aan overmatig vocht en extreme temperaturen. Laat
dit product of de batterij niet achter in een voertuig of op plaatsen waar de
temperatuur hoger kan worden dan 60°C, zoals het dashboard van een auto,
een vensterbank of achter glas dat is blootgesteld aan direct zonlicht of sterk
ultraviolet licht gedurende langere perioden. Dit kan het product beschadigen,
de batterij oververhitten of risico inhouden voor het voertuig.
Voorkomen van gehoorbeschadiging
Waarschuwing: permanente gehoorbeschadiging kan
ontstaan bij gebruik van oor- of hoofdtelefoons door
langdurig luisteren met een hoog volume.
Belangrijke informatie voordat u aan de slag gaat
6
Opmerking: voor Frankrijk zijn hoofdtelefoons en oortelefoons (hieronder
vermeld) voor deze telefoon getest om te voldoen aan de Sound Pressure
Level-vereisten (Niveau van Geluidsdruk) die zijn vastgelegd in de normen
NF EN 50332-1:2000 en/of NF EN 50332-2:2003 zoals vereist door het
Franse Artikel L. 5232-1.
Oortelefoon, geproduceerd door Cotron, model HS S200.
Veiligheid in vliegtuigen
Wegens mogelijke storing van het navigatiesysteem en communicatienetwerk
van een vliegtuig, is het gebruik van de telefoonfunctie van dit product aan boord
van een vliegtuig in de meeste landen verboden. Als u dit product aan boord van
een vliegtuig wilt gebruiken, vergeet dan niet uw telefoon uit te schakelen door de
Vliegtuigmodus te activeren.
Omgevingsbeperkingen
Gebruik dit product niet in benzinestations, brandstofopslagplaatsen, chemische
fabrieken en op locaties met explosieven, of in een mogelijk explosieve
omgeving, zoals installaties voor het tanken van brandstoffen, het benedendek
van schepen, faciliteiten voor het transport of de opslag van brandstoffen of
chemische stoffen, en gebieden waar de lucht chemische stoffen of deeltjes
bevat, zoals korreltjes, stof of metaalpoeder. Houd er rekening mee dat vonken in
dergelijke gebieden een explosie of brand kunnen veroorzaken, wat lichamelijk
letsel of zelfs de dood tot gevolg kan hebben.
Explosiegevaar
In gebieden met explosieve stoffen of brandbaar materiaal moet het product worden
uitgeschakeld en moet de gebruiker alle aanwijzingen en instructies opvolgen.
Vonken kunnen in dergelijke gebieden een explosie of brand veroorzaken, wat
lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg kan hebben. Gebruikers wordt
geadviseerd de apparatuur niet te gebruiken bij garages of benzinestations.
Bovendien moeten gebruikers zich houden aan de regels die gelden voor het
gebruik van radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of
op locaties waar explosieven worden gebruikt. Gebieden met explosiegevaar
worden meestal duidelijk aangegeven, maar niet altijd. Dit zijn onder andere
Belangrijke informatie voordat u aan de slag gaat
7
benzinestations, het benedendek van schepen, faciliteiten voor het transport
of de opslag van brandstoffen of chemische stoffen, en gebieden waar de lucht
chemische stoffen of deeltjes bevat, zoals korreltjes, stof of metaalpoeder.
Verkeersveiligheid
Remember, it’s illegal to use your phone while you’re driving, unless you have
a suitable handsfree kit.
Veiligheidsmaatregelen voor radiofrequentiesignalen
Gebruik de telefoon niet bij metalen structuren (zoals het stalen frame van een
gebouw).
Gebruik de telefoon niet in de buurt van sterke elektromagnetische bronnen,
zoals magnetrons, luidsprekers, tv en radio.
Gebruik alleen de originele accessoires die door de fabrikant zijn goedgekeurd
of accessoires die geen metaal bevatten.
Het gebruik van niet-originele accessoires vormt mogelijk een schending van
uw plaatselijke richtlijnen voor RF-blootstelling en moet worden voorkomen.
Storing van medische apparatuur
Deze telefoon kan tot gevolg hebben dat medische apparatuur niet juist werkt.
In de meeste ziekenhuizen en medische instellingen is het gebruik van deze
telefoon verboden.
Als u een ander persoonlijk medisch apparaat gebruikt, neemt u contact op
met de fabrikant van de telefoon om te bepalen of dit voldoende is beschermd
tegen externe radiofrequentiesignalen. Uw huisarts kan u mogelijk helpen bij het
verkrijgen van deze informatie.
Schakel de telefoon UIT in gezondheidsinstellingen wanneer dit in
de desbetreffende gebieden wordt aangegeven. Ziekenhuizen of
gezondheidsinstellingen maken mogelijk gebruik van apparatuur die
gevoelig is voor externe radiofrequentiestraling.
Belangrijke informatie voordat u aan de slag gaat
8
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze telefoons kunnen storen met gehoorapparaten.
Bij een dergelijke storing kunt u T-Mobile raadplegen of contact opnemen met
de klantenservice om alternatieven te bespreken.
Niet-ioniserende straling
Deze telefoon is voorzien van een ingebouwde antenne. Deze telefoon mag alleen
worden gebruikt onder de aanbevolen normale omstandigheden om problemen als
gevolg van straling en storing te voorkomen. Net als bij andere mobiele apparatuur
met een radiozender, wordt gebruikers aangeraden geen enkel deel van het lichaam
te dicht bij de antenne te houden tijdens het gebruik van het apparaat voor een juiste
werking van het apparaat en de veiligheid van het personeel.
Gebruik alleen de bijgeleverde, ingebouwde antenne. Het gebruik van
niet-goedgekeurde of aangepaste antennes kan van invloed zijn op de
gesprekskwaliteit en beschadiging van de telefoon, afnemende prestaties en
het overschrijden van SAR-niveaus tot gevolg hebben. Het is tevens mogelijk
dat hierdoor niet meer wordt voldaan aan de lokale wetgeving in uw land.
Om een optimale werking te
garanderen en ervoor te zorgen dat
de blootstelling van de gebruiker
aan radiofrequentiesignalen de
toelaatbare waarden niet overschrijdt,
mag deze telefoon alleen worden
gebruikt onder de aanbevolen normale
omstandigheden. Het aanraken van
de antenne kan van invloed zijn op
de gesprekskwaliteit en tot gevolg
hebben dat het apparaat meer
energie verbruikt dan noodzakelijk.
Als u het oppervlak van de antenne
niet aanraakt wanneer de telefoon IN
GEBRUIK is, werkt de antenne beter
en gaat de batterij langer mee.
Locatie van
antenne
Belangrijke informatie voordat u aan de slag gaat
9
Algemene voorzorgsmaatregelen
Zorg dat u geen overmatige druk uitoefent op de telefoon
Oefen geen overmatige druk uit op het scherm en het apparaat om schade te
voorkomen. Zorg dat het apparaat zich niet in uw zak bevindt wanneer u gaat
zitten. Het wordt aanbevolen het apparaat in een beschermhoes te bewaren en
alleen de stift van het apparaat of uw vinger te gebruiken voor bediening van
het aanraakscherm. Gebarsten schermen als gevolg van onjuiste bediening
worden niet gedekt door de garantie.
De telefoon wordt warm na langdurig gebruik
Wanneer u de telefoon langdurig gebruikt, bijvoorbeeld wanneer u een gesprek
voert, de batterij oplaadt of op het web surft, kan de telefoon warm worden.
In de meeste gevallen is dit normaal en dit moet daarom niet als een probleem
met uw telefoon worden beschouwd.
Volg de instructies op de telefoon
Voer zelf geen onderhoud uit aan het product, tenzij dit wordt beschreven in de
gebruikers- of onderhoudsdocumentatie. Het onderhoud aan onderdelen van
de telefoon moet worden uitgevoerd door een erkende onderhoudsmonteur of
serviceprovider.
Onderhoud van beschadigde producten
Haal in de volgende gevallen de stekker van het product uit het stopcontact
en laat het onderhoud uitvoeren door een erkende onderhoudsmonteur of
serviceprovider:
Er is vloeistof gemorst of er is een object in het product gevallen.
Het product is blootgesteld aan regen of water.
Het product is gevallen of beschadigd.
Het product is duidelijk oververhit.
Het product werkt niet normaal wanneer u de gebruiksinstructies volgt.
Vermijd warme plaatsen
Het product mag niet bij warmtebronnen worden geplaatst, zoals radiators,
warme ventilatieroosters, kachels of andere producten (waaronder versterkers)
die warmte produceren.
Belangrijke informatie voordat u aan de slag gaat
10
Vermijd vochtige plaatsen
Gebruik het product nooit op een vochtige locatie.
Gebruik de telefoon niet na een sterke temperatuursverandering.
Wanneer u de telefoon verplaatst tussen omgevingen met een sterk
verschillende temperatuur/vochtigheid, kan er condensvorming op of in de
telefoon optreden. Om schade aan de telefoon te voorkomen, moet u wachten
tot het vocht is verdampt voordat u de telefoon weer in gebruik neemt.
Opmerking: wanneer u de telefoon vanuit een koude omgeving naar een warmere
omgeving of vanuit een warme omgeving naar een koudere omgeving verplaatst,
moet u de telefoon laten acclimatiseren voordat u de telefoon inschakelt.
Duw geen voorwerpen in het product.
Duw nooit objecten in sleuven of andere openingen in het product. Sleuven en
openingen zijn bedoeld voor de ventilatie. Deze openingen moeten niet worden
geblokkeerd of bedekt.
Bevestigingsaccessoires
Gebruik het product niet op een onstabiele tafel, kar, standaard, statief of steun.
Het bevestigen van het product moet worden uitgevoerd volgens de instructies
van de fabrikant en met behulp van bevestigingsaccessoires die worden
aanbevolen door de fabrikant.
Voorkom instabiele plaatsing
Plaats het product niet op een instabiel oppervlak.
Gebruik het product met goedgekeurde materialen
This product should be used only with personal computers and options
identified as suitable for use with your equipment.
Het volume aanpassen
Zet het volume zachter voordat u een hoofdtelefoon of andere
geluidsapparatuur aansluit.
Reinigen
Haal de stekker van het product uit het stopcontact voordat u het reinigt.
Gebruik geen vloeibare schoonmaakmiddelen of schoonmaakmiddelen in een
spuitbus. Gebruik een vochtige doek voor het reinigen, maar gebruik NOOIT
water om het LCD-scherm te reinigen.
11
Inhoud
Contents Hoofdstuk 1 Aan de slag ........................................................15
1.1 Beschrijving van de T-Mobile G1 en de bijbehorende accessoires .............. 15
1.2 De SIM-kaart, batterij en geheugenkaart installeren .......................................
19
1.3
De batterij opladen ............................................................................................... 24
1.4
Telefoonregelaars ................................................................................................. 25
1.5
Navigeren op de telefoon .................................................................................... 26
1.6
Aan de slag ............................................................................................................ 28
1.7
Beginscherm.......................................................................................................... 31
1.8
Statuspictogrammen en meldingen ................................................................... 37
1.9
Toepassingen ........................................................................................................ 41
1.10
Instellingen .......................................................................................................... 43
1.11
Het volume aanpassen ...................................................................................... 44
1.12
De telefoon als USB-schijf gebruiken .............................................................. 46
Hoofdstuk 2 Telefoonfuncties gebruiken ................................47
2.1 De telefoon gebruiken .......................................................................................... 47
2.2 Een oproep plaatsen ............................................................................................ 47
12
2.3 Een oproep beantwoorden .................................................................................. 50
2.4 Een gesprek beëindigen ...................................................................................... 51
2.5 Speciale gespreksfuncties .................................................................................. 52
2.6 Het gespreklog ...................................................................................................... 54
2.7 Belinstellingen aanpassen................................................................................... 56
2.8 Bluetooth-hoofdtelefoons en carkits .................................................................. 57
2.9 De telefoonfunctie in- en uitschakelen .............................................................. 57
Hoofdstuk 3 Tekst invoeren ...................................................59
3.1 Het toetsenbord..................................................................................................... 59
3.2
Snelkoppelingen voor toepassingen maken ...................................................................62
3.3 Tekstinstellingen aanpassen ............................................................................... 63
Hoofdstuk 4 Gegevens synchroniseren ..................................65
4.1 Synchronisatie ....................................................................................................... 65
4.2 Synchronisatie van toepassingen beheren ...............................................................65
4.3 Synchronisatie stoppen........................................................................................ 67
Hoofdstuk 5 Werken met Contacten en Agenda ......................69
5.1 Contacten ............................................................................................................... 69
5.2 Agenda ................................................................................................................... 80
13
Hoofdstuk 6 Berichten uitwisselen .........................................91
6.1 SMS- en MMS-berichten ...................................................................................... 91
6.2 Soorten e-mailaccounts .....................................................................................10
1
6.3 Google Mail .......................................................................................................... 10
1
6.4 Externe e-mailaccounts ...................................................................................... 10
9
6.5 Berichten ..............................................................................................................
112
Hoofdstuk 7 Verbinding maken ............................................ 121
7.1 Manieren om verbinding te maken met internet ............................................ 121
7.2 web’n’walk ........................................................................................................... 124
7.3 De browser ........................................................................................................... 125
7.4 Bluetooth .............................................................................................................. 136
Hoofdstuk 8 Navigeren met Kaarten .....................................141
Hoofdstuk 9 Werken met multimedia ................................... 153
9.1 Foto’s maken ....................................................................................................... 153
9.2 De toepassing Pictures (Afbeeldingen) ........................................................... 15
6
9.3 YouTube
.............................................................................................................. 164
9.4
Werken met de toepassing Music (Muziek) ........................................................... 167
Hoofdstuk 10 De T-Mobile G1 beheren .................................175
10.1 Basisinstellingen wijzigen ............................................................................... 175
14
10.2 De T-Mobile G1 beveiligen ..............................................................................178
10.3 Geheugen beheren .......................................................................................... 18
1
10.4 De T-Mobile G1 opnieuw instellen .................................................................18
2
10.5
Software-updates .............................................................................................. 183
10.6 Tips voor energiebesparing ............................................................................18
4
Hoofdstuk 11 Andere toepassingen .....................................187
11.1 Android markt ................................................................................................... 187
11.2
Alarm Clock (Alarmklok) ..................................................................................191
11.3
Calculator (Rekenmachine) ............................................................................ 193
Hoofdstuk 12 Garantieverklaring .........................................195
Bijlage ........................................................................... 199
A.1 Specificaties ........................................................................................................ 199
A.2 Wettelijke kennisgevingen ................................................................................ 201
Index ........................................................................... 209
15
1.1 Beschrijving van de T-Mobile G1 en de
bijbehorende accessoires
Bovenzijde
Schuifje van achterklep
Zie “De achterklep verwijderen
verderop in dit hoofdstuk.
Onderzijde
Aansluiting voor pc/hoofdtelefoon
Trek het klepje open om de meegeleverde USB-
kabel aan te sluiten en bestanden over te dragen
of sluit de netstroomadapter aan om de batterij
op te laden. U kunt ook de meegeleverde USB-
stereohoofdtelefoon aansluiten om handsfree te
bellen of naar muziek en video's te luisteren.
Microfoon
Hoofdstuk 1 Aan de slag
Aan de slag
16
Linkerzijde Rechterzijde
Volume omhoog
Druk hierop om het
bel- of mediavolume
te verhogen.
Volume omlaag
Druk hierop om het
bel- of mediavolume
te verlagen.
Geheugenkaartsleuf
Open het
sleufklepje om een
geheugenkaart te
installeren. Zie voor
meer informatie
“Geheugenkaart”
in dit hoofdstuk.
Knop VASTLEGGEN
Druk hierop om
de camera te
openen. Druk in het
cameraprogramma
deze knop half in
om de autofocus te
activeren. Druk de
knop volledig in om
de foto te nemen.
Zie hoofdstuk 9 voor
meer informatie.
Aan de slag
17
Voorzijde
Meldings-LED
Zie “Telefoonregelaars”
in dit hoofdstuk voor meer
informatie.
Aanraakscherm
BEGIN
Zie “Telefoonregelaars”
in dit hoofdstuk voor
meer informatie.
GESPREK STOPPEN/
AAN-UIT
Zie “Telefoonregelaars”
in dit hoofdstuk voor
meer informatie.
TERUG
Zie “Telefoonregelaars”
in dit hoofdstuk voor meer
informatie.
TRACKBALL
Zie “Telefoonregelaars”
in dit hoofdstuk voor
meer informatie.
GESPREK
Zie “Telefoonregelaars”
in dit hoofdstuk voor meer
informatie.
MENU
Zie “Telefoonregelaars”
in dit hoofdstuk voor meer
informatie.
Luidspreker
Hiermee kunt u naar een
telefoongesprek luisteren.
Toetsenbord
Zie hoofdstuk 3 voor
meer informatie.
Aan de slag
18
Achterzijde
Achterklep
Zie “De achterklep verwijderen
in dit hoofdstuk.
3,2 megapixel camera
Zie “Foto's maken” in hoofdstuk
9 voor meer informatie.
Luidspreker
Inhoud van doos
De productverpakking bevat de volgende items en accessoires:
T-Mobile G1
USB-kabel
Netstroomadapter
Stereohoofdtelefoon met kabel
Batterij
Geheugenkaart
Schermbeveiliging
Handleiding Aan de slag
Veiligheidsinformatie en
wettelijke kennisgevingen
Aan de slag
19
1.2 De SIM-kaart, batterij en geheugenkaart
installeren
U moet de telefoon altijd uitschakelen voordat u de SIM-kaart, batterij en
geheugenkaart installeert of vervangt. U moet ook de achterklep verwijderen
voordat u de SIM-kaart en batterij kunt installeren.
De achterklep verwijderen
1.
Zorg dat de telefoon is uitgeschakeld.
2. Houd de telefoon opzij zodat de knoppen zich rechts bevinden.
3. Schuif het scherm omhoog zodat het toetsenbord en het schuifje van de
achterklep toegankelijk zijn.
4. Duw voorzichtig met uw vinger het schuifje omlaag totdat de achterklap
loskomt van de telefoon.
Schuifje van
achterklep
4
3
5.
Trek de achterklep los en leg deze apart.
Aan de slag
20
SIM-kaart
De SIM-kaart bevat uw telefoonnummer, servicegegevens en het geheugen voor
het telefoonboek en berichten. De T-Mobile G1 ondersteunt SIM-kaarten van
zowel 1,8 V als 3 V.
Opmerking
Sommige oudere SIM-kaarten werken mogelijk niet met de
T-Mobile G1. In dat geval moet u contact opnemen met T-Mobile
om een vervangende SIM-kaart te verkrijgen. Voor deze service
kunnen kosten in rekening worden gebracht.
De SIM-kaart installeren
Zorg dat de telefoon is
uitgeschakeld.
Plaats de SIM-kaart in de
SIM-kaartsleuf met de gouden
contactpunten omlaag gericht
en het afgeschuinde hoekje
naar buiten uit de sleuf.
Schuif de SIM-kaart volledig in
de sleuf.
1.
2.
3.
Afgeschuind
hoekje
De SIM-kaart verwijderen
Verwijder de achterklep en
de batterij indien deze zijn
geïnstalleerd.
Zoek de groef onder de SIM-
kaartsleuf en druk vervolgens
de SIM-kaart naar buiten met
uw vinger.
1.
2.
Groef
Aan de slag
21
Batterij
De T-Mobile G1 wordt geleverd met een oplaadbare lithium-ionbatterij en is ontworpen
voor gebruik van uitsluitend door de fabrikant goedgekeurde originele batterijen
en accessoires. De prestaties van een batterij zijn afhankelijk van een groot aantal
factoren, zoals de netwerkconfiguratie, de signaalsterkte, de omgevingstemperatuur
waarin u de T-Mobile G1 gebruikt, de functies en/of instellingen die u selecteert
en gebruikt, onderdelen die op de verbindingspoorten zijn aangesloten en uw
gebruikspatronen voor spraak, gegevens en andere programmas.
Geschatte levensduur van de batterij (schattingen op basis van tests van de
telefoonfabrikant):
Spreektijd: maximaal 350 uur voor WCDMA
maximaal
406 uur voor GSM
Stand-bytijd: maximaal 402 uur voor WCDMA
maximaal
319 uur voor GSM
Opmerking
De levensduur van de batterij is afhankelijk van netwerk en
telefoongebruik.
!
U kunt als volgt het risico op brand of brandwonden verkleinen:
Probeer de batterij niet te openen, uit elkaar te halen of te
repareren.
De batterij niet beschadigen, niet doorboren, geen
kortsluiting veroorzaken via de externe contactpunten en
niet in water of vuur gooien.
De batterij niet blootstellen aan temperaturen boven 60
o
C.
Vervang de batterij alleen door een batterij die voor dit
product is bedoeld.
Neem bij het recyclen of weggooien van een gebruikte
batterij de plaatselijke voorschriften in acht.
Aan de slag
22
De batterij installeren
Plaats de koperen contactpunten
van de batterij tegen de
batterijpolen binnen de
batterijhouder.
Plaats eerst de batterijkant met
het contactpunt. Duw de batterij
dan voorzichtig in de houder.
Plaats de batterijklep terug.
1.
2.
3.
Contactpunten
van batterij
De batterij verwijderen
Zorg dat de telefoon is
uitgeschakeld.
Verwijder de achterklep.
De rechterbovenkant van de
batterij heeft een uitstekende
greep. Til de batterij bij de
greep omhoog om de batterij
te verwijderen.
1.
2.
3.
Batterij
greep
Geheugenkaart
U moet de meegeleverde microSD
-kaart in het apparaat installeren om uw
afbeeldingen, muziek en toepassingen op te slaan.
Opmerking U moet de microSD-kaart installeren voordat u het programma
Camera kunt gebruiken. Zie “De toepassing Afbeeldingen”
en “Werken met de toepassing Muziek” in hoofdstuk 9 voor
informatie over het kopiëren van afbeeldingen en muziek naar
de geheugenkaart.
Aan de slag
23
De geheugenkaart installeren
Zorg dat de telefoon is uitgeschakeld.
2.
Houd de telefoon opzij zodat de knoppen zich rechts bevinden.
3. Schuif het scherm omhoog en zoek het klepje van de geheugenkaartsleuf aan
de kant van de besturingsknoppen.
4. Trek voorzichtig het klepje van de geheugenkaartsleuf open.
5. Plaats de microSD-kaart in de sleuf met de gouden contactpunten omlaag gericht.
3
4
5
Klepje van
geheugenkaartsleuf
6. Plaats het klepje van de geheugenkaartsleuf terug.
Opmerking
Zorg bij het terugplaatsen van het sleufklepje dat beide
uiteinden van het klepje goed in de sleuf zijn bevestigd.
De telefoon herkent de geheugenkaart niet wanneer het
sleufklepje niet goed is teruggeplaatst.
De geheugenkaart verwijderen
Zorg dat de telefoon is uitgeschakeld.
Schuif het scherm omhoog en open het klepje van de geheugenkaartsleuf.
Druk op de microSD-kaart om deze uit de sleuf te verwijderen en plaats het
klepje van de geheugenkaartsleuf terug.
Opmerking
Zie “De geheugenkaart verwijderen terwijl de telefoon is ingeschakeld”
verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie hierover.
1.
1.
2.
3.
Aan de slag
24
1.3 De batterij opladen
Nieuwe batterijen worden gedeeltelijk opgeladen geleverd. U wordt aangeraden
de batterij op te laden en te plaatsen voordat u de T-Mobile G1 gebruikt.
Sommige batterijen werken het beste nadat ze een aantal keren volledig zijn
opgeladen/ontladen.
De batterij opladen
Trek het klepje van de pc-aansluiting onder aan de telefoon open.
Sluit de USB-kabel van de lichtnetadapter aan op de pc-aansluiting.
1
2
3. Sluit de lichtnetadapter aan op een stopcontact om de batterij op te laden.
Opmerking
U moet alleen de meegeleverde lichtnetadapter en USB-kabel
gebruiken om de batterij van de T-Mobile G1 op te laden.
Het apparaat wordt opgeladen als de meldings-LED ononderbroken oranje
brandt. Wanneer de batterij wordt opgeladen terwijl de telefoon is ingeschakeld,
wordt een oplaadpictogram ( ) in de statusbalk van het beginscherm
weergegeven. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, geeft de meldings-LED
een ononderbroken groen licht weer en wordt een pictogram van een volle
batterij ( ) weergegeven in de statusbalk van het beginscherm.
Zie “Statuspictogrammen en meldingen” in dit hoofdstuk voor meer informatie over
de meldings-LED.
1.
2.
Aan de slag
25
!
U mag de batterij niet verwijderen wanneer u de T-Mobile G1
oplaadt via de netstroomadapter of auto-adapter.
Uit veiligheidsoverwegingen stopt de batterij bij oververhitting
met opladen.
1.4 Telefoonregelaars
Besturingsknoppen
Druk op de besturingsknoppen op de telefoon om de volgende functies uit te voeren:
Knop Functie
BEGIN ( )
U kunt in elk programma op deze knop drukken als u wilt teruggaan
naar het beginscherm.
Houd deze knop ingedrukt om het scherm met recente toepassingen
weer te geven.
MENU
Druk hierop om een lijst acties te openen die u kunt uitvoeren in het
huidige scherm of dialoogvenster.
TERUG ( )
Druk hierop om terug te gaan naar het vorige scherm of om een
dialoogvenster of menu te sluiten.
Houd deze knop ingedrukt om terug te gaan naar het hoofdscherm van
de huidige toepassing.
GESPREK
( )
Druk op deze knop om het tabblad Call log (Gespreklog) te openen
met alle recente gesprekken.
Wanneer een contactpersoon, nummer van een contactpersoon of
telefoonnummer op het scherm is gemarkeerd, kunt u op deze knop
drukken om de contactpersoon of het telefoonnummer te bellen.
Gebruik tijdens een gesprek deze knop om een ander gesprek toe te voegen.
Als u naar een andere toepassing bent genavigeerd tijdens een gesprek,
drukt u op deze knop om het huidige gesprek op het scherm weer te geven.
Aan de slag
26
GESPREK
STOPPEN/
AAN-UIT ( )
Gebruik tijdens een gesprek deze knop om het gesprek te beëindigen.
Wanneer geen gesprek wordt gevoerd, houdt u deze knop ingedrukt
om het menu Telefoonopties te openen waarmee u het scherm kunt
vergrendelen of uitschakelen, of de telefoon in de stille modus kunt zetten.
Knop
VASTLEGGEN
Druk op deze knop om de camera te openen. Zie hoofdstuk 9 voor meer
informatie.
1.5 Navigeren op de telefoon
U kunt op verschillende manieren navigeren in het beginscherm, de menu’s en
programmaschermen van de telefoon.
Vingerbesturing
Een snelle en eenvoudige manier om te communiceren met het beginscherm
en de gehele interface van de T-Mobile G1 is door met uw vinger te schuiven.
U kunt de volgende handelingen, oftewel vingerbewegingen, uitvoeren om te
communiceren met de T-Mobile G1:
Aanraken of tikken
Wanneer u items op het scherm selecteert, bijvoorbeeld het tabblad Applications
(Toepassingen), pictogrammen voor programma’s en instellingen, en grote
schermknoppen, tikt u eenvoudig met uw vinger op het betreffende item. U moet
enige druk uitoefenen met uw vinger wanneer u op een item op het scherm tikt.
Wanneer u op een item tikt, moet u het licht en snel aanraken met uw vinger. Voor
schermen met kleinere items kunt u een item nauwkeuriger selecteren door er
met uw vingertop op te tikken.
Vegen
Dit wil zeggen dat u uw vinger verticaal of horizontaal over het scherm sleept.
U kunt in de volgende gevallen een veegbeweging toepassen:
De uitgebreide beginschermen openen
Veeg horizontaal met uw vinger om de uitgebreide beginschermen te openen.
Zie “Beginscherm” in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Aan de slag
27
Schuiven
Als u omhoog of omlaag wilt schuiven in een lijst of pagina, schuift u met uw
vinger omhoog of omlaag op het scherm. Wanneer u meerdere korte, snelle
veeggebaren gebruikt, wordt het schuiven versneld. Tik met uw vinger om het
schuiven te stoppen.
Schuiven
Wanneer u over het aanraakscherm schuift, sleept u ook met uw vinger, maar u
moet enige druk uitoefenen met uw vinger voordat u begint met slepen. Til tijdens
het slepen uw vinger niet van het scherm totdat de gewenste locatie is bereikt.
Aantikken
Het aantikken van het scherm lijkt op vegen, maar u moet met een lichtere,
snellere beweging vegen. Deze vingerbeweging heeft altijd een verticale richting,
bijvoorbeeld wanneer u de lijst met contactpersonen aantikt.
De TRACKBALL
U kunt de TRACKBALL gebruiken om items op het scherm te selecteren of markeren.
Rol de TRACKBALL omhoog, omlaag, naar
links of rechts om door selecteerbare items
in het scherm te navigeren. Druk op de
TRACKBALL om een gemarkeerd item of
actie te selecteren.
Houd de TRACKBALL ingedrukt om het
optiemenu van het geselecteerde item
(indien van toepassing) te openen.
Druk op een webpagina twee maal op de TRACKBALL om de modus voor
schalen en schuiven in te schakelen. Zie “Verkenner” in hoofdstuk 7 voor meer
informatie over schalen en schuiven.
Als u tekst op het scherm wilt markeren, kopiëren, knippen of plakken, gebruikt
u de TRACKBALL in combinatie met toetsen van het toetsenbord. Zie voor meer
informatie "Het toetsenbord" in hoofdstuk 3.
Aan de slag
28
1.6 Aan de slag
Nadat u de SIM-kaart en de batterij hebt geïnstalleerd, kunt u de T-Mobile G1
inschakelen en gebruiken.
De T-Mobile G1 in- en uitschakelen
Het apparaat inschakelen
Druk op de knop GESPREK STOPPEN/AAN-UIT.
Opmerking
Wanneer u de T-Mobile de eerste keer inschakelt, wordt u
mogelijk gevraagd een Google-account in te stellen. Zie hoofdstuk
“De T-Mobile G1 de eerste keer instellen” in dit hoofdstuk voor
meer informatie over het instellen van uw telefoon.
Het apparaat uitschakelen
Houd de knop GESPREK STOPPEN/AAN-UIT enkele seconden ingedrukt.
Wanneer het menu Phone options (Telefoonopties) wordt weergegeven,
tikt u op Power off (Uitschakelen).
Tik op OK wanneer u wordt gevraagd om de telefoon uit te schakelen.
Uw pincode invoeren
Wanneer uw SIM-kaart vooraf is ingesteld met een pincode, wordt gevraagd om
de pincode in te voeren voordat u kunt doorgaan. Voer de pincode van de SIM-
kaart in en tik op OK.
Zie “De T-Mobile G1 beveiligen” in hoofdstuk 10 voor meer informatie over het
in- en uitschakelen van de pincode van de SIM-kaart.
Opmerking
Als u de pincode drie keer verkeerd hebt ingevoerd, wordt de SIM-kaart
geblokkeerd. Als dat gebeurt, kunt u de kaart deblokkeren met de PUK-
code (PIN Unblocking Key) die u van T-Mobile hebt gekregen.
1.
2.
3.
Aan de slag
29
De T-Mobile G1 de eerste keer instellen
Wanneer u de telefoon de eerste keer inschakelt, wordt gevraagd een Google
Mail-account in te stellen. Tik op het scherm van de T-Mobile G1 om te beginnen.
Opmerking
Zorg dat de telefoon een actieve gegevensverbinding (3G/GPRS) heeft
voordat u een Google Mail-account maakt. Zie “Statuspictogrammen
en meldingen” in dit hoofdstuk om te zien of uw telefoon een actieve
gegevensverbinding heeft.
Een Google Mail-account maken
Lees de instellingsinstructies in het scherm en tik op Next (Volgende).
2. Tik op Create (Maken).
Tip
Als u al een Google Mail-account
hebt, tikt u op Sign in (Aanmelden)
en opent u het toetsenbord. Voer uw
gebruikersnaam en wachtwoord in en
tik vervolgens op Sign in (Aanmelden).
Als u zich aanmeldt met een bestaande
Google Mail-account, worden uw
e-mailberichten, contactpersonen en
gebeurtenissen in de agenda automatisch
gesynchroniseerd met uw telefoon.
3.
Open het toetsenbord en voer uw
gebruikersnaam en wachtwoord voor de Google
Mail-account in en tik op Next (Volgende).
De telefoon maakt verbinding met de Google-server om te controleren of de
ingevoerde gebruikersnaam beschikbaar is. Als de ingevoerde gebruikersnaam
al wordt gebruikt, wordt gevraagd een andere gebruikersnaam in te voeren of te
selecteren in een lijst met beschikbare gebruikersnamen.
1.
Aan de slag
30
4.
Voer het wachtwoord voor uw Google Mail-account in en bevestig het wachtwoord.
Tip Raadpleeg de indicator links van het wachtwoordveld om te zien of het
wachtwoord te kort (minder dan 8 tekens), zwak, redelijk, goed of sterk is.
5.
Selecteer een beveiligingsvraag en voer vervolgens het antwoord op de
geselecteerde beveiligingsvraag in.
6.
Tik op Create (Maken).
7.
Wanneer het scherm Gebruiksvoorwaarden van Google wordt weergegeven,
tikt u op I agree, Next (Ik ga akkoord, Volgende).
8.
Voer de tekens in die worden weergegeven op het scherm en tik op Next
(Volgende).
9.
Wanneer de Google Mail-account is gemaakt, sluit u het toetsenbord en tikt
u op Finish setup (Instellen voltooien). Het beginscherm wordt weergegeven.
Het scherm uitschakelen wanneer het niet wordt gebruikt
Druk kort op de knop GESPREK STOPPEN/AAN-UIT om het scherm tijdelijk uit te
schakelen. Wanneer u het scherm uitschakelt, verbruikt de T-Mobile G1 minder
energie dan normaal om de levensduur van de batterij te verlengen.
Het scherm van de T-Mobile G1 wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u
de telefoon een bepaalde tijd niet gebruikt. U ontvangt nog steeds berichten en
gesprekken wanneer het scherm van de T-Mobile G1 is uitgeschakeld. Wanneer
u nogmaals op een van de besturingsknoppen of inkomende oproepen drukt,
wordt het scherm van de T-Mobile G1 ingeschakeld.
Opmerking
Als u een schermontgrendelpatroon hebt ingesteld, wordt
gevraagd het patroon op het scherm te tekenen voordat het
scherm wordt ontgrendeld.
Zie “Weergave-instellingen” in hoofdstuk 10 voor meer
informatie over het aanpassen van de tijd voordat het scherm
wordt uitgeschakeld.
Aan de slag
31
1.7 Beginscherm
Het beginscherm bestaat eigenlijk uit drie schermen in één, en vormt het
beginpunt voor het gebruik van toepassingen op de telefoon. U kunt de
beginschermen aanpassen om de door u gewenste programmapictogrammen,
snelkoppelingen en widgets weer te geven.
Meldingen.
Houd dit gebied
aangetikt om de
datum weer te geven.
Signaalsterkte
Batterijstatus
Hoofdbeginscherm
Verbindingsstatus
Tik op een pictogram
om de bijbehorende
toepassing te openen.
Tabblad Applications
(Toepassingen). Tik hierop
om het tabblad Applications
(Toepassingen) te openen en
een toepassing te selecteren.
(Zie “Toepassingen” in
dit hoofdstuk voor meer
informatie.)
Tijd
Tik hierop om de
web’n’walk-site
in Verkenner te
openen.
Tip U kunt in elk programma op de knop BEGIN drukken als u wilt teruggaan
naar het hoofdbeginscherm.
Uitgebreide beginschermen
Naast het normale beginscherm kunt u met uw vinger naar links of rechts schuiven om
de uitgebreide beginschermen weer te geven. U kunt ook programmapictogrammen,
snelkoppelingen en widgets in de uitgebreide beginschermen plaatsen.
Aan de slag
32
Uitgebreid beginscherm: linkerkant Uitgebreid beginscherm: rechterkant
De beginschermen aanpassen
Een pictogram, snelkoppeling of widget toevoegen
Druk op BEGIN om terug te gaan naar het beginscherm.
Houd het scherm aangetikt om het menu Add to Home (Toevoegen aan Begin)
te openen en tik vervolgens op:
Application (Toepassing) om een lijst weer te geven met programma’s
die op uw telefoon zijn geïnstalleerd. Tik op een programma om het
bijbehorende pictogram toe te voegen aan het beginscherm.
Shortcut (Snelkoppeling) om een snelkoppeling toe te voegen naar
opgeslagen informatie, zoals een afspeellijst, een webbladwijzer of een map.
Zie “Mappen maken en beheren” in dit gedeelte voor meer informatie over
het maken van mappen.
Widget om een klok, fotolijst of de zoekbalk van Google toe te voegen.
Wallpaper (Achtergrond) om een nieuwe achtergrond voor het beginscherm
te selecteren.
Het programmapictogram, de snelkoppeling of de widget wordt op het scherm
weergegeven.
1.
2.
Aan de slag
33
Tip Als u snel een snelkoppeling voor een toepassing wilt toevoegen aan
de beginschermen, tikt u op het tabblad Applications (Toepassingen),
houdt u een toepassingspictogram aangetikt en laat u deze los.
Een pictogram, snelkoppeling of widget verwijderen
1.
Houd het item op het scherm aangetikt om de move mode (verplaatsmodus)
in te schakelen.
Opmerking
Wanneer de move mode (verplaatsmodus) is ingeschakeld,
wordt het item vergroot en gaat de telefoon trillen. Het tabblad
Application (Toepassingen) wordt gewijzigd in het tabblad
Trash (Prullenmand) ( ).
2.
Houd het item aangetikt, sleep het naar het tabblad Trash (Prullenmand)
en laat vervolgens het scherm los. Zowel het item als het tabblad Trash
(Prullenmand) worden rood om aan te geven dat het item kan worden verwijderd.
Een pictogram, snelkoppeling of widget verplaatsen
1.
Houd het item op het scherm aangetikt om de move mode (verplaatsmodus)
in te schakelen.
Aan de slag
34
2. Houd het item aangetikt en sleep het naar de gewenste positie op het scherm.
Opmerking
U kunt een item alleen verplaatsen binnen het huidige scherm.
De achtergrond van het beginscherm wijzigen
U kunt de achtergrond van uw telefoon wijzigen in een afbeelding die u hebt
gekocht, die u hebt opgeslagen op de microSD-kaart of uit de achtergrondgalerie
die vooraf op de telefoon is geïnstalleerd.
Voer een van de volgende handelingen uit in het beginscherm:
Druk op MENU en selecteer Wallpaper (Achtergrond).
Houd het beginscherm aangetikt om het menu Add to Home (Toevoegen
aan Begin) te openen en tik op Wallpaper (Achtergrond).
2.
Kies uit Pictures (Afbeeldingen) of Wallpaper gallery (Achtergrondgalerie).
Opmerking
Als u Wallpaper gallery (Achtergrondgalerie) hebt
geselecteerd, selecteert u de afbeelding die u wilt gebruiken
als achtergrond en tikt u op Set wallpaper (Achtergrond
instellen). Als u Pictures (Afbeeldingen)
hebt geselecteerd,
wordt de toepassing Afbeeldingen geopend. Volg de volgende
stap om door te gaan.
Als dit de eerste keer is dat u afbeeldingen op de geheugenkaart
bekijkt, kan het enige tijd duren voordat de afbeeldingen zijn geladen.
3. Tik met uw vinger op het scherm of rol de TRACKBALL omhoog of omlaag
om de afbeelding te vinden die u wilt gebruiken en tik vervolgens op een
afbeelding om deze te selecteren.
4.
Het bijsnijdvak wordt weergegeven. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u het formaat van het bijsnijdvak wilt aanpassen, houdt u de rand van
het bijsnijdvak aangetikt. Wanneer de pijlen voor het bijsnijdvak worden
weergegeven, sleept u met uw vinger naar binnen of buiten om het formaat
van het bijsnijdvak te wijzigen.
1.
Aan de slag
35
Als u het bijsnijdvak wilt verplaatsen naar een ander gebied in de afbeelding,
houdt u een punt binnen het bijsnijdvak aangetikt en sleept u met uw vinger
naar de gewenste positie.
Bijsnijdvak
Tik hierop om
de afbeelding
op te slaan als
achtergrond voor
het beginscherm.
Tik hierop om
alle wijzigingen
te annuleren.
Pijl voor
bijsnijdvak
Houd een punt
binnen het bijsnijdvak
aangetikt en sleep
naar een ander
gedeelte van de
afbeelding.
5. Tik op Save (Opslaan) om de nieuwe achtergrond toe te passen.
De schermweergave wijzigen
Schuif het toetsenbord open om de schermweergave te wijzigen in Liggend.
Opmerking Wanneer u Pictures (Afbeeldingen) of de browser gebruikt, kunt u
de schermweergave handmatig instellen, ongeacht of het toetsenbord
is geopend. Zie hoofdstuk 7 en hoofdstuk 9 voor meer informatie.
Aan de slag
36
Een recent gebruikte toepassing openen
Houd de knop BEGIN ingedrukt om het venster
met recent gebruikte toepassingen te openen.
Het venster geeft de laatste zes toepassingen
weer die u hebt gebruikt nadat u de telefoon
hebt ingeschakeld.
Tik op een pictogram in het venster om de
bijbehorende toepassing te openen.
1.
2.
Mappen maken en beheren
U kunt mappen in het beginscherm maken waarin u programmapictogrammen of
snelkoppelingen kunt opslaan.
Een map maken en items toevoegen
1.
Voer een van de volgende handelingen uit in het beginscherm:
Druk op MENU en tik vervolgens op Add (Toevoegen) > Shortcut
(Snelkoppeling) > Folder (Map).
Houd het scherm aangetikt om het menu Add to Home (Toevoegen aan Begin)
te openen en selecteer Shortcuts (Snelkoppelingen) > Folder (Map).
Er wordt een nieuwe map weergegeven op het scherm.
2.
Als u een item wilt toevoegen aan de map, houdt u een pictogram van een
toepassing of snelkoppeling aangetikt om de verplaatsmodus in te schakelen
en sleept u het item naar de map.
3. Tik op de map om deze te openen. Wanneer de map is geopend, tikt u op de
titelbalk van de map om deze te sluiten.
Opmerking
U kunt een map op dezelfde manier verwijderen als een snelkoppeling
of widget. Zie “Een pictogram, snelkoppeling of widget verwijderen”
eerder in dit hoofdstuk.
De naam van een map wijzigen
1.
Open het toetsenbord.
2. Tik op een map om deze te openen en houd de titelbalk van de map aangetikt
om het dialoogvenster Rename folder (Mapnaam wijzigen) te openen.
3. Voer de nieuwe naam voor de map in en tik op OK.
Aan de slag
37
1.8 Statuspictogrammen en meldingen
Boven aan het telefoonscherm wordt de statusbalk weergegeven. Aan de
linkerkant van de statusbalk bevinden zich pictogrammen die melding geven van
een nieuw bericht, een aanstaande afspraak, een gemiste oproep, en meer.
Aan de rechterkant van de statusbalk worden de verbindingstatus, alarminstelling,
volumestatus, tijd, en meer weergegeven.
Tip Wanneer de statusbalk vol is, tikt u op om verborgen pictogrammen/
meldingen weer te geven.
Hier volgen enkele statuspictogrammen die op de T-Mobile G1 kunnen worden
weergegeven.
Pictogrammen die hier worden weergegeven
Nieuw e-mailbericht
Meer (niet-weergegeven) meldingen
Nieuwe SMS/MMS Actief gesprek
Probleem met bezorging
van SMS/MMS
Gemiste oproep
Nieuw expresbericht Oproep in de wachtstand
Nieuwe voicemail Oproep doorschakelen aan
Aankomende gebeurtenis Oriëntatie vereist voor kompas
Nummer wordt afgespeeld Gegevens worden geüpload
Probleem met aanmelden/
synchronisatie
Gegevens worden gedownload
Geheugenkaart is vol Inhoud is gedownload
Verbonden via USB
Aan de slag
38
Pictogrammen die hier worden weergegeven
GPRS verbonden Roaming
GPRS in gebruik Geen signaal
EDGE verbonden Geen SIM-kaart
EDGE in gebruik Trilstand
3G aangesloten Geluid uitgeschakeld
3G in gebruik Geluid is gedempt
Verbonden met een
Wi-Fi-netwerk
Batterij moet worden
opgeladen
Wi-Fi ingeschakeld, maar niet
verbonden met een draadloos
netwerk
Batterij is bijna leeg
Bluetooth is ingeschakeld
Batterij is helemaal
opgeladen
Verbonden met een ander
Bluetooth-apparaat
Batterij wordt opgeladen
Vliegtuigmodus GPS is ingeschakeld
Alarm is ingesteld GPS is verbonden
Signaalsterkte Luidspreker aan
Gegevens worden
gesynchroniseerd
Aan de slag
39
Meldingen lezen
Met een melding wordt de ontvangst van een nieuw bericht, gebeurtenissen in
de agenda, ingestelde alarmen en huidige activiteiten weergegeven, bijvoorbeeld
wanneer het doorschakelen van oproepen is ingeschakeld, of de huidige
gespreksstatus. U kunt het meldingenvenster ook openen om de operator
van het draadloze netwerk te controleren, of om het bericht, de herinnering of
gebeurtenismelding te openen.
Het meldingenvenster openen
Wanneer het pictogram van de nieuwe melding in de statusbalk wordt
weergegeven, houdt u het meldingengebied van de statusbalk aangetikt en
schuift u met uw vinger naar beneden om het meldingenvenster te openen.
Houd deze balk
aangetikt en schuif
naar boven om het
meldingenvenster
te sluiten.
Tik hierop om alle
meldingen te wissen.
Naam van aanbieder
Tik op een melding
om de bijbehorende
toepassing te openen.
Tip U kunt het meldingenvenster ook openen in het beginscherm door op
MENU te drukken en vervolgens op Notifications (Meldingen) te tikken.
Als u het meldingenvenster wilt sluiten, houdt u de onderste balk van het venster
aangetikt en schuift u met uw vinger omhoog op het scherm. U kunt ook op
BACK (TERUG) drukken om het venster te sluiten.
Aan de slag
40
Meldings-LED
De meldings-LED in de rechterhoek van de luidspreker biedt informatie over de
telefoonstatus of huidige meldingen.
LED-status Betekenis
Ononderbroken
groen
Batterij is volledig opgeladen (terwijl de telefoon is aangesloten op de
lichtnetadapter).
Ononderbroken
rood
Batterij wordt opgeladen.
Knipperend rood
Batterij is bijna leeg.
Knipperend groen
Er is een nieuwe melding.
Opmerking De meldingen worden weergegeven in volgorde van prioriteit.
Dit betekent bijvoorbeeld dat wanneer uw telefoon wordt aangesloten
op een lichtnetadapter, de LED ononderbroken rood brandt en niet
schakelt naar een knipperend groen licht, zelfs als er een nieuwe
melding is.
Aan de slag
41
1.9 Toepassingen
Het tabblad Toepassingen openen
Het tabblad Applications (Toepassingen) bevat alle geïnstalleerde toepassingen op
de T-Mobile G1.
Als u het tabblad Applications (Toepassingen) wilt openen,
drukt u op BEGIN en tikt u op .
Tip
Voor het eenvoudig openen van toepassingen kunt u snelkoppelingen
maken voor veelgebruikte toepassingen in de beginschermen of in
mappen die u hebt gemaakt. Zie “De beginschermen aanpassen”
eerder in dit hoofdstuk.
De volgende toepassingen zijn vooraf geïnstalleerd op de T-Mobile G1.
Pictogram Beschrijving
Alarm Clock (Alarmklok) U kunt zoveel alarmen instellen als u wilt. Stel een
alarm in voor een afspraak, voor een gebeurtenis, en meer. Zie “Alarmklok” in
hoofdstuk 11.
Browser (Verkenner) Hiermee kunt u op web- en WAP-sites surfen en nieuwe
programma’s en bestanden van internet downloaden. Zie “Verkenner” in
hoofdstuk 7.
Calculator (Rekenmachine) Hiermee kunt u eenvoudige en geavanceerde
berekeningen uitvoeren, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Zie “Rekenmachinein hoofdstuk 11.
Calendar (Agenda) Hiermee kunt u gebeurtenissen en afspraken bijhouden.
Zie hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Camera U kunt foto's nemen met de ingebouwde camera van de T-Mobile
G1. Zie hoofdstuk 9 voor meer informatie.
Contacts (Contacten) Makkelijk contact houden met vrienden en collega’s.
Zie hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Dialer (Kiezer) Hiermee kunt u bellen, oproepen aannemen, schakelen tussen
gesprekken en telefonisch vergaderen. Zie hoofdstuk 2 voor meer informatie.
Aan de slag
42
Pictogram Beschrijving
Email (E-mail) U kunt e-mailaccounts instellen en openen met de wizard
E-mailinstellingen. Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie.
Google Mail (Gmail) U kunt e-mail van uw Google Mail-account instellen,
openen en synchroniseren. Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie.
IM U kunt makkelijk chatten met familie en vrienden via Google Talk.
Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie.
Maps (Kaarten) Uw huidige locatie weergeven, zoeken naar interessante
plekken en adressen, een routebeschrijving opvragen, en meer.
Zie hoofdstuk 8 voor meer informatie.
Market (Markt) Neem een kijkje op de Android markt waar u toepassingen en
spellen kunt downloaden naar uw telefoon. Zie hoofdstuk 11 voor meer informatie.
Messaging (Berichten) Hiermee kunt u SMS- en MMS-berichten verzenden
en ontvangen met uw telefoon. Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie.
Music (Muziek) Hiermee kunt u geluidsbestanden afspelen, afspeellijsten maken,
en meer.
Zie hoofdstuk 9 voor meer informatie.
Pictures (Afbeeldingen) Hiermee kunt u afbeeldingen op de geheugenkaart
weergeven, ordenen en sorteren. Zie hoofdstuk 9 voor meer informatie.
Settings (Instellingen) U kunt de instellingen en configuratie van uw telefoon
aanpassen. Zie voor meer informatie "Instellingen" in dit hoofdstuk.
web’n’walk Hiermee opent u de browser en gaat u rechtstreeks naar de
website T-Mobile Favourites. Zie hoofdstuk 7 voor meer informatie.
YouTube™ U kunt zoeken naar geüploade video's in YouTube en deze
bekijken op de T-Mobile G1. Zie hoofdstuk 9 voor meer informatie.
Het tabblad Toepassingen verbergen
Tik op .
Aan de slag
43
1.10 Instellingen
In dit scherm kunt u telefooninstellingen beheren en aanpassen. U kunt het
scherm Instellingen als volgt openen:
Druk op BEGIN > MENU, en tik op Settings (Instellingen).
Tik in het beginscherm op Applications (Toepassingen) en tik op Settings
(Instellingen).
Instellingen op uw telefoon
Wireless controls
(Draadloze bediening)
U kunt de draadloze verbindingen van uw telefoon, zoals
Wi-Fi en Bluetooth, configureren, de vliegtuigmodus
inschakelen of opties instellen voor roaming, netwerken,
en meer. Zie hoofdstuk 7 voor meer informatie.
Call settings
(Belinstellingen)
U kunt gespreksservices instellen, zoals voicemail, het
doorschakelen van oproepen, gesprek in wachtstand en
nummerweergave. Zie hoofdstuk 2 voor meer informatie.
Sound & display
(Geluiden & weergave)
Hiermee kunt u beltonen voor oproepen en meldingen
instellen, of de helderheid en time-out van het scherm
aanpassen. Zie hoofdstuk 10 voor meer informatie.
Data synchronization
(Gegevenssynchronisatie)
Hiermee kunt u selecteren welke toepassingen u wilt synchroniseren.
U kunt ook automatische synchronisatie van Google Mail, Agenda
of Contacten instellen. Zie hoofdstuk 4 voor meer informatie.
Security & location
(Beveiliging & locatie)
U kunt het draadloze netwerk of de GPS selecteren
om uw huidige locatie te bepalen. U kunt ook het
schermontgrendelpatroon instellen en de SIM-kaartblokkering
inschakelen. Zie hoofdstuk 8 en 10 voor meer informatie.
Applications
(Toepassingen)
U kunt toepassingen en de installatie van nieuwe programma's
beheren, of sneltoetsen instellen voor het starten van
toepassingen. Zie hoofdstuk 3 voor meer informatie.
SD card & phone
storage (Sd-kaart &
telefoongeheugen)
Controleer de beschikbare geheugenkaart en het interne
telefoongeheugen. U kunt ook de telefoon herstellen naar de
fabrieksinstellingen. Zie hoofdstuk 10 voor meer informatie.
Aan de slag
44
Date & time
(Datum & Tijd)
U kunt de datum, tijd, tijdzone en notatie voor de datum en tijd
instellen. Zie hoofdstuk 10 voor meer informatie.
Text (Taal & Tekst)
U kunt tekstinstellingen configureren zodat u sneller en nauwkeuriger
tekst kunt invoeren. Zie hoofdstuk 3 voor meer informatie.
About phone
(Info over telefoon)
U kunt de telefoonstatus bekijken, zoals het netwerktype,
de signaalsterkte, het batterijniveau en de netwerknaam.
U kunt dit menu ook openen om de juridische informatie
en softwareversie van uw telefoon te bekijken.
1.11 Het volume aanpassen
Wanneer u het belvolume aanpast, wordt het volume van het belsignaal
aangepast. Het aanpassen van het mediavolume heeft invloed op het volume
van geluidsmeldingen en de weergave van muziek en video. Het belvolume en
mediavolume kunnen afzonderlijk worden aangepast.
Het belvolume aanpassen
Vanuit het beginscherm of scherm van een toepassing (behalve tijdens een
gesprek of het afspelen van muziek/video):
1.
Druk op de knoppen voor volume omhoog/omlaag aan de zijkant van de telefoon
om het belvolume op het gewenste niveau in te stellen. Het venster Ringer
volume (Belvolume) met de volumeniveaus wordt op het scherm weergegeven.
2.
Wanneer het laagste volumeniveau voor de beltoon is ingesteld, kunt u één
keer op de knop voor volume omlaag drukken om de trilstand in te stellen.
De telefoon trilt en het pictogram voor de trilmodus ( ) wordt in de
statusbalk weergegeven.
3. Druk in de trilstand één keer op de knop voor volume omlaag om de telefoon te
dempen. Het pictogram voor dempen ( ) wordt in de statusbalk weergegeven.
Tip
Als u de telefoon snel wilt dempen, houdt u GESPREK STOPPEN/AAN-UIT
ingedrukt en tikt u op Silent mode (Stille modus) in het optiemenu.
Aan de slag
45
U kunt het volume ook aanpassen in het scherm Settings (Instellingen).
1. Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Tik op Sound & display (Geluiden & weergave) > Ringer volume (Belvolume).
3. Wanneer het venster Ringer volume (Belvolume) wordt weergegeven,
schuift u de schuifregelaar naar links (om het volume te verlagen) of naar rechts
(om het volume te verhogen).
4. Tik op OK om het venster te sluiten.
Tip
U kunt het volume ook verhogen of verlagen tijdens een gesprek.
Zie hoofdstuk 2 voor meer informatie over het aanpassen van het volume
tijdens een gesprek.
Het mediavolume aanpassen
Druk tijdens het afspelen van muziek of video op de knoppen voor volume omhoog/
omlaag aan de zijkant van de telefoon om het mediavolume op het gewenste niveau
in te stellen. Het venster Music/video volume (Muziek/videovolume) met het
volumeniveau wordt op het scherm weergegeven.
U kunt het mediavolume ook aanpassen in het scherm Settings (Instellingen).
1. Druk op HOME (BEGIN) > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Tik op Sound & display (Geluiden & weergave) > Media volume
(Mediavolume).
3. Wanneer het venster Media volume (Mediavolume) wordt weergegeven,
schuift u de schuifregelaar naar links (om het volume te verlagen) of naar
rechts (om het volume te verhogen).
4. Tik op OK om het venster te sluiten.
Aan de slag
46
1.12 De telefoon als USB-schijf gebruiken
U kunt de geheugenkaart als een USB-flash-schijf instellen zodat u makkelijk muziek,
video’s en afbeeldingen van uw computer naar de geheugenkaart van uw telefoon
kunt overzetten.
De geheugenkaart van de telefoon als een USB-flash-schijf gebruiken
1. Sluit het apparaat aan op uw computer met de USB-kabel.
2. Wanneer het pictogram van de USB-verbinding ( ) in de statusbalk wordt
weergegeven, houdt u de statusbalk aangetikt en schuift u met uw vinger naar
beneden om het meldingenvenster te openen.
3. Tik op USB connected (USB verbonden) en tik vervolgens op
Mount (Koppelen).
4. Navigeer op uw computer naar de USB-schijf en open deze.
5.
Kopieer of verplaats uw bestanden naar de juiste map.
6.
Verbreek wanneer u klaar bent de verbinding tussen het apparaat en de computer.
Opmerking De telefoon herkent de geheugenkaart niet wanneer deze wordt
gebruikt als USB-schijf. Vergeet niet de verbinding tussen het
apparaat en de computer te verbreken wanneer u klaar bent met
het verplaatsen of kopiëren van bestanden.
De geheugenkaart verwijderen terwijl de telefoon is ingeschakeld
Ga als volgt te werk als u de geheugenkaart wilt verwijderen terwijl de telefoon is
ingeschakeld.
1. Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Schuif omlaag in het scherm en tik op SD card and phone storage
(Sd-kaart en telefoonopslag).
3. Tik op de optie Unmount/eject SD card (Sd-kaart ontkoppelen/uitwerpen).
4. Verwijder de geheugenkaart volgens de instructies eerder in dit hoofdstuk.
47
2.1 De telefoon gebruiken
U kunt de T-Mobile G1 gebruiken om oproepen te plaatsen, gesprekken te
ontvangen en volgen, en SMS/MMS-berichten te verzenden.
De Kiezer openen
Voer een van de volgende handelingen uit om de Kiezer te openen:
Tik in het beginscherm op Dialer (Kiezer) (indien beschikbaar)
Tik in het beginscherm op Applications (Toepassingen) en tik op
Dialer (Kiezer).
Druk in een toepassingsscherm op de
gespreksknop ( ) en tik op het tabblad
Dialer (Kiezer).
Gespreksknop
2.2 Een oproep plaatsen
U kunt het tabblad Dialer (Kiezer), Call log (Gespreklog), Contacts (Contacten)
of Favorite (Favoriet) gebruiken om een oproep te plaatsen.
Hoofdstuk 2 Telefoonfuncties gebruiken
Telefoonfuncties gebruiken
48
Een oproep plaatsen vanuit het tabblad Kiezer
1. Tik op de toetsen van de kiezer om het
telefoonnummer in te voeren.
Als u een verkeerd nummer hebt gekozen,
tikt u op om afzonderlijke cijfers stuk
voor stuk te wissen. Als u het volledige
nummer wilt wissen, houdt u aangetikt.
2.
Druk op de gespreksknop om de oproep te
plaatsen.
Tip
Druk tijdens een gesprek op de
knoppen voor volume omhoog/
omlaag aan de linkerkant van de
T-Mobile G1 om het gespreksvolume
aan te passen.
Een oproep plaatsen vanuit het tabblad Gespreklog
Druk in een toepassingsscherm op de gespreksknop en tik op het tabblad Call
log (Gespreklog).
Tik op een gemiste oproep, gekozen nummer of ontvangen gesprek om terug
te bellen.
Opmerking Zie “Gespreklog” in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Een oproep plaatsen vanuit het scherm Contacts (Contacten)
Druk in een toepassingsscherm op de gespreksknop en tik op het tabblad
Contacts (Contacten).
Ga hiervoor op een van de volgende manieren te werk:
Tik op een contactpersoon om het scherm met contactgegevens te openen
en tik vervolgens onder het gedeelte Dial number (Nummer bellen) op een
telefoonnummer dat u wilt bellen.
Houd de contactpersoon die u wilt bellen, aangetikt en tik in het optiemenu
op Call Mobile (Mobiel bellen), Call Work (Werk bellen) of Call Home
(Thuis bellen) om de oproep te plaatsen.
1.
2.
1.
2.
Telefoonfuncties gebruiken
49
Opmerking Zie “Contacten” in hoofdstuk 5 voor meer informatie over het maken
van contactpersonen.
Een oproep plaatsen vanuit het tabblad Favorites (Favorieten)
Het tabblad Favorites (Favorieten) bevat al uw favoriete contactpersonen. Zie
“Contacten” in hoofdstuk 5 voor meer informatie over het maken van favoriete
contactpersonen.
Druk in een toepassingsscherm op de gespreksknop en tik op het tabblad Favorites
(Favorieten). De lijst met uw favoriete contactpersonen wordt weergegeven.
Ga hiervoor op een van de volgende manieren te werk:
Tik op een contactpersoon om het scherm met contactgegevens te openen
en tik vervolgens onder het gedeelte Dial number (Nummer bellen) op een
telefoonnummer dat u wilt bellen.
Houd de contactpersoon die u wilt bellen, aangetikt en tik in het optiemenu
op Call Mobile (Mobiel bellen), Call Work (Werk bellen) of Call Home
(Thuis bellen) om de oproep te plaatsen.
Een alarmnummer bellen
Voer op het tabblad Dialer (Kiezer) het internationale alarmnummer voor uw land
in en druk op de gespreksknop van de T-Mobile G1.
Tip
De SIM-kaart kan aanvullende alarmnummers bevatten. Neem contact op
met T-Mobile voor meer informatie.
Een internationale oproep plaatsen
1. Houd de cijfertoets 0 in het scherm Dialer (Kiezer) aangetikt totdat het
plusteken (+) wordt weergegeven. Het plusteken vervangt het internationale
kengetal van het land waarnaar u belt.
2. Voer het volledige telefoonnummer in dat u wilt kiezen en druk op de
gespreksknop op de T-Mobile G1. Het volledige telefoonnummer omvat het
landnummer, het netnummer (zonder voorloopnul, indien van toepassing) en
het telefoonnummer.
1.
2.
Telefoonfuncties gebruiken
50
Uw voicemail bellen
De cijfertoets 1 is doorgaans gereserveerd om uw voicemail te bellen. Houd deze
toets aangetikt op het toetsenblok van het scherm Dialer (Kiezer) om uw voicemail
te bellen en berichten op te halen.
Opmerking Als u niet uw voicemail hebt ingesteld, wordt het foutbericht
Missing voicemail number (Ontbrekend voicemailnummer)
weergegeven op het scherm wanneer u de cijfertoets 1 aangetikt
houdt. Zie “Belinstellingen” in dit hoofdstuk voor informatie over
het instellen van uw voicemailnummer.
2.3 Een oproep beantwoorden
Wanneer u een oproep ontvangt, wordt via nummerweergave het pictogram,
de naam en het telefoonnummer van de beller op het scherm weergegeven
wanneer de beller is opgeslagen in uw contactpersonen.
Telefoonfuncties gebruiken
51
Een inkomend gesprek beantwoorden of negeren
Als u de oproep wilt beantwoorden, drukt u op de gespreksknop ( ).
Als u de oproep wilt negeren en de oproep naar uw voicemail wilt doorsturen,
drukt u op de knop GESPREK STOPPEN/AAN-UIT ( ).
De luidspreker in- of uitschakelen
Druk tijdens een gesprek op MENU en tik vervolgens op Speaker (Luidspreker)
om de luidspreker in of uit te schakelen. Het pictogram van de luidspreker
( )
wordt in de statusbalk weergegeven wanneer de luidspreker is ingeschakeld.
!
Houd de T-Mobile G1 niet te dicht tegen uw oor wanneer de
luidspreker is ingeschakeld. Zo voorkomt u beschadiging van
uw gehoor.
De microfoon dempen tijdens een gesprek
Druk op MENU en tik vervolgens op Mute (Dempen) om de luidspreker in of uit
te schakelen. Wanneer de microfoon is uitgeschakeld, verschijnt het pictogram
voor dempen
( )
in de statusbalk.
2.4 Een gesprek beëindigen
U kunt tijdens een actief gesprek het volgende doen om het gesprek te
beëindigen:
Druk op de knop GESPREK STOPPEN/AAN-UIT.
Druk op MENU en tik vervolgens op End call (Gesprek stoppen).
Telefoonfuncties gebruiken
52
2.5 Speciale gespreksfuncties
Meerdere gesprekken beheren
De T-Mobile G1 geeft een melding wanneer u nog een inkomende oproep hebt
en biedt de keuze om de oproep te negeren of te accepteren. Als u al in gesprek
bent en de nieuwe oproep accepteert, hebt u de keuze om tussen de twee bellers
te schakelen.
Druk op de gespreksknop ( ) om de tweede oproep aan te nemen en de
eerste in de wachtstand te zetten. U kunt ook op MENU drukken en vervolgens
op de knop Hold call in progress & answer (Actueel gesprek in wachtstand &
beantwoorden) tikken.
Als u het tweede gesprek wilt bindigen en terug wilt keren naar het eerste gesprek,
drukt u op de knop GESPREK STOPPEN/AAN-UIT ( ) op de T-Mobile G1.
Als u het eerste gesprek wilt beëindigen en de inkomende oproep wilt aannemen,
tikt u op de knop End call in progress & answer (Actueel gesprek beëindigen &
beantwoorden).
Als u wilt schakelen tussen twee gesprekken, drukt u op MENU en tikt u op
Swap calls (Gesprekken wisselen).
Een telefonische vergadering instellen
U kunt een telefonische vergadering instellen met maximaal zes deelnemers,
waaronder uzelf.
OpmerkingenNiet alle serviceproviders ondersteunen telefonisch vergaderen.
Neem contact op met T-Mobile voor meer informatie.
U kunt ook een extra beller in de wachtstand zetten tijdens een
telefonische vergadering, ongeacht het aantal deelnemers.
1.
Kies het nummer van de eerste deelnemer van de telefonische vergadering.
Zie voor meer informatie “Een oproep plaatsen” in dit hoofdstuk.
Telefoonfuncties gebruiken
53
2. Wanneer u verbinding hebt met de eerste deelnemer, drukt u op de
gespreksknop of op MENU en tikt u vervolgens op Add call (Gesprek
toevoegen) om de kiezer te openen.
3. Voer het nummer van de tweede deelnemer in en druk op de gespreksknop.
Het eerste gesprek wordt automatisch in de wachtstand gezet.
4. Wanneer u verbinding hebt met de tweede deelnemer, drukt u op MENU en tikt
u op Merge calls (Oproepen samenvoegen) om de telefonische vergadering
te starten.
5. Herhaal stap 2 tot en met 4 om meer deelnemers toe te voegen. U kunt
maximaal zes deelnemers toevoegen aan de telefonische vergadering.
6. Als u de telefonische vergadering wilt beheren, drukt u op MENU en tikt u op
Manage conference (Vergadering beheren).
Tik hierop om
een beller uit de
vergadering te
verwijderen.
Tik hierop om terug te gaan
naar de overige bellers
Tik hierop om rechtstreeks
met een van de deelnemers
te praten en de overige
deelnemers in de wachtstand
te zetten.Ga terug naar de
vergadering door op MENU te
drukken en op Merge Calls
(Oproepen samenvoegen)
te tikken.
7. Als u de telefonische vergadering wilt beëindigen en de verbinding met alle
bellers wilt verbreken, drukt u op de beëindigingsknop.
Telefoonfuncties gebruiken
54
2.6 Het gespreklog
In het gespreklog worden alle gemiste oproepen ( ), gekozen nummers ( )
en ontvangen oproepen ( ) weergegeven.
Het tabblad Call log (Gespreklog) openen en gebruiken
Druk in een toepassingsscherm op de gespreksknop en tik op het tabblad Call
log (Gespreklog).
Voer een van de volgende handelingen uit:
Tik in de lijst op de naam die of het nummer dat u wilt bellen.
Houd een naam of nummer in de lijst aangetikt om het optiemenu weer te
geven waarmee u de contactpersoon kunt bellen, contactgegevens kunt
bekijken (indien opgeslagen in de lijst met contactpersonen), het nummer
kunt bewerken voordat u terugbelt, en meer.
Tik hierop
om de
contactpersoon
te bellen.
Houd
aangetikt om
het optiemenu
te openen.
Opmerking Indien beschikbaar, wordt de online status van de contactpersoon
weergegeven op het tabblad Call log (Gespreklog).
Zie “Contactpersonen” in hoofdstuk 5 voor meer informatie.
1.
2.
Telefoonfuncties gebruiken
55
Een nieuw telefoonnummer toevoegen aan Contacten na een gesprek
Als het nummer van de persoon die heeft gebeld, niet in de lijst Contacts
(Contacten) staat, kunt u dit nummer opslaan nadat u hebt opgehangen.
Druk in een toepassingsscherm op de gespreksknop ( ) en tik op het
tabblad Call log (Gespreklog).
Houd de ontvangen oproep die u wilt toevoegen aan de lijst met contactpersonen,
aangetikt en tik op Add to contacts (Toevoegen aan contacten).
Wanneer het scherm Contacten wordt weergegeven, tikt u op Create new
contact (Nieuwe contact maken). Het nummer van de ontvangen oproep
wordt automatisch toegevoegd aan het telefoonveld Mobile (Mobiel).
Voer de contactgegevens in.
Schuif omlaag en tik op Save (Opslaan).
Een gemiste oproep bekijken
Wanneer u een oproep mist, wordt het pictogram voor gemiste oproepen in
de statusbalk weergegeven. Voer een van de volgende handelingen uit om te
controleren wie de beller is:
Houd het meldingengebied van de statusbalk aangetikt en schuif met uw vinger
naar beneden om het meldingenvenster te openen. Het nummer en/of de
contactpersoonnaam van de gemiste oproep wordt weergegeven.
Tip
Als u meerdere meldingen hebt, schuift u omlaag in het meldingenvenster
om de volgende melding te zien.
Druk in een toepassingsscherm op de gespreksknop ( ) en tik op het
tabblad Call log (Gespreklog). Een gemiste oproep wordt aangegeven door
het pictogram voor gemiste oproepen ( ).
1.
2.
3.
4.
5.
Telefoonfuncties gebruiken
56
Het gespreklog wissen
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u invoer uit het gespreklog wilt verwijderen, houdt u de invoer aangetikt en
tikt u op Remove from Call log (Verwijderen uit gespreklog).
Als u het gehele gespreklog wilt wissen, drukt u op MENU en tikt u op Clear
call log (Gespreklog wissen).
2.7 Belinstellingen aanpassen
U kunt de belinstellingen op uw telefoon aanpassen, zoals het voicemailnummer
en gespreksservices die beschikbaar zijn via uw draadloze-serviceaanbieder.
Als u het menu met belinstellingen wilt openen, drukt u op BEGIN > MENU en tikt
u op Settings (Instellingen) > Call settings (Belinstellingen).
Opties Beschrijving
Fixed Dialing
Numbers
(Vaste nummers)
Met vaste nummers kunt u uitgaande oproepen beperken tot
een vaste set nummers. Als u deze functie wilt inschakelen,
moet u de SIM PIN2-code van uw telefoon weten. U kunt de
PIN2-code verkrijgen via uw draadloze-serviceaanbieder,
wanneer deze functie wordt ondersteund.
Voicemail
Stel een voicemailnummer dat niet wordt gelezen van de
SIM-kaart
Call forwarding
(Oproep
doorschakelen)
U kunt selecteren hoe oproepen worden afgehandeld als de
lijn bezet is, bij niet-beantwoorde oproepen of als het nummer
niet bereikbaar is. U kunt ook alle inkomende oproepen laten
doorschakelen.
Additional call
settings (Aanvullende
instellingen)
U kunt de nummerweergave en wachtstand in- of uitschakelen.
Operator selection
(Aanbiederkeuze)
U kunt handmatig scannen naar de operator van een draadloos
netwerk en deze selecteren of de netwerkselectie instellen op
Automatic (Automatisch).
Telefoonfuncties gebruiken
57
2.8 Bluetooth-hoofdtelefoons en carkits
U kunt oproepen plaatsen en/of ontvangen met een handsfree Bluetooth-
hoofdtelefoon of handsfree carkit.
1. Controleer of Bluetooth is ingeschakeld op de T-Mobile G1 en of het apparaat
zichtbaar is voor andere Bluetooth-apparaten. Zie “Bluetooth” in hoofdstuk 7 voor
meer informatie over het inschakelen van Bluetooth en de zichtbare modus.
2.
Verbind de Bluetooth-hoofdtelefoon of de carkit via Bluetooth met de T-Mobile
G1. Raadpleeg voor instructies de handleiding bij de Bluetooth-hoofdtelefoon
of de carkit.
3.
Als dit de eerste keer is dat u de Bluetooth-hoofdtelefoon of carkit koppelt met
de T-Mobile G1, voert u het wachtwoord van de Bluetooth-hoofdtelefoon of
carkit in op de T-Mobile G1.
U kunt nu de hoofdtelefoon of carkit gebruiken om oproepen te plaatsen en/of
ontvangen.
2.9 De telefoonfunctie in- en uitschakelen
In veel landen bent u wettelijk verplicht uw telefoon uit te schakelen aan boord
van een vliegtuig. Een manier om de telefoonfunctie uit te schakelen, is door de T-
Mobile G1 te schakelen naar de
Vliegtuigmodus. Wanneer u de vliegtuigmodus
inschakelt, worden alle draadloze radio's van de T-Mobile G1 uitgeschakeld,
inclusief de telefoonfunctie, Bluetooth en Wi-Fi.
De vliegtuigmodus in- en uitschakelen
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen) > Wireless controls
(Draadloze bediening).
2.
Schakel het selectievakje Airplane mode (Vliegtuigmodus) in om de
vliegtuigmodus in of uit te schakelen. Wanneer de vliegtuigmodus is ingeschakeld,
wordt het bijbehorende pictogram ( ) in de statusbalk weergegeven.
Tip
Wanneer u de vliegtuigmodus uitschakelt, wordt de telefoonfunctie weer
ingeschakeld en wordt ook Bluetooth weer ingeschakeld.
Telefoonfuncties gebruiken
58
59
3.1 Het toetsenbord
Wanneer u een toepassing start of een veld selecteert waarin tekst of cijfers
moeten worden ingevoerd, kunt u het QWERTY-toetsenbord gebruiken
om informatie in te voeren. Het toetsenbord komt overeen met een
standaardtoetsenbord op uw computer.
Het toetsenbord openen
Houd de telefoon opzij zodat de knoppen zich rechts bevinden.
Duw het scherm omhoog zodat het toetsenbord toegankelijk is.
Opmerking Het scherm wordt automatisch gewijzigd in Liggend wanneer het
toetsenbord wordt geopend (behalve in de browser en Afbeeldingen,
waar u de schermweergave handmatig kunt instellen).
1.
2.
Hoofdstuk 3 Tekst invoeren
Tekst invoeren
60
Het toetsenbord gebruiken
Met het toetsenbord kunt u het volgende doen:
Gewenste handeling Procedure
Kleine letters en cijfers invoeren Druk op de toetsen met uw duimen of vingers.
Alleen maar hoofdletters
invoeren
Druk twee maal op SHIFT ( ). Druk nog een keer op
als u weer kleine letters wilt gebruiken.
Eén hoofdletter invoeren
Druk op en druk vervolgens op de gewenste toets.
Het symbool of leesteken
invoeren dat in de
rechterbovenhoek van een
lettertoets staat
Druk op ALT ( ) en druk vervolgens op de gewenste
toets.
Het symbool of leesteken
invoeren dat in de
rechterbovenhoek van een
numerieke toets staat
Druk op en druk vervolgens op de gewenste toets.
Een speciaal teken invoeren
Druk op + SPATIEBALK ( ) om het
venster met speciale tekens te openen. Gebruik de
TRACKBALL om het speciale teken te selecteren en
druk vervolgens op de TRACKBALL om het speciale
teken in te voegen in de tekst.
Tekst invoeren
61
Gewenste handeling Procedure
Een apenstaartje (@) invoegen
Druk op
Druk op + 2.
Het teken naar links verwijderen
Druk op DEL ( ).
Het teken naar rechts
verwijderen
Druk op +
De gehele regel met tekst
verwijderen
Druk op +
De cursor naar het begin of eind
van de regel verplaatsen
Druk op en rol de TRACKBALL naar links of rechts
Een tabteken maken
Druk op + q
Tekst markeren (selecteren)
Druk op + en rol de TRACKBALL
Tekst knippen Wanneer de tekst is gemarkeerd (geselecteerd),
drukt u op + x
Markeer de tekst, houd de TRACKBALL ingedrukt en
tik op Cut (Knippen) in het menu.
Tekst kopiëren naar het
klembord
Wanneer de tekst is gemarkeerd (geselecteerd),
drukt u op + c
Markeer de tekst, houd de TRACKBALL ingedrukt en
tik op Copy (Kopiëren) in het menu.
Gekopieerde tekst plakken Wanneer de tekst is gemarkeerd (geselecteerd),
drukt u op + v
Markeer de tekst, houd de TRACKBALL ingedrukt en
tik op Paste (Plakken) in het menu.
Wijziging ongedaan maken
Druk op + z
Alle tekst in een veld selecteren
Druk op + a
Markeer de tekst, houd de TRACKBALL ingedrukt en
tik op Select (Alles selecteren) in het menu.
Tekst invoeren
62
Speciale toetsen
Zoeken ( )
Druk op de toets Zoeken, links van de toets , om de zoekbalk te openen.
Voer in de zoekbalk de informatie in waarop u wilt zoeken en druk nogmaals
op of tik op Search (Zoeken).
Menu ( )
Behalve de knop MENU kunt u ook op de toets Menu drukken, links van de
Z-toets, om het menu voor elk scherm te openen. Op die manier kunt u met een
geopend toetsenbord het menu openen met uw linkerhand (door op de toets
Menu te drukken) en een menu-optie selecteren met uw rechterhand (rol en druk
op de TRACKBALL).
3.2
Snelkoppelingen voor toepassingen maken
U kunt sneltoetsen instellen waarmee u afzonderlijke toepassingen kunt openen
in combinatie met de toets Zoeken. Als de snelkoppeling naar de toepassing
Browser (Verkenner) bijvoorbeeld “b” is, kunt u in elk programmascherm op de
telefoon op Search + b (Zoeken + b) drukken om de toepassing Browser te openen.
Een sneltoets toewijzen
Druk op BEGIN en vervolgens op MENU.
Tik op Settings (Instellingen), schuif omlaag en tik op Applications
(Toepassingen) > Quick launch (Snel starten).
Opmerking
Het snelstartscherm is alfabetisch geordend (a tot z) en vervolgens
cijfermatig (1 tot 9). Aan sommige toepassingen is standaard
reeds een snelkoppeling toegewezen, zoals de “b” voor Verkenner
(Browser in het Engels). U kunt deze standaardsnelkoppelingen
wijzigen of vervangen.
1.
2.
Tekst invoeren
63
3. Tik op een letter die of nummer dat nog niet is toegewezen. Er wordt een lijst
met alle geïnstalleerde telefoontoepassingen weergegeven.
4. Tik op de toepassing die u wilt toewijzen aan het nummer of de letter van de
snelkoppeling.
Een sneltoets vervangen
Druk op BEGIN en vervolgens op MENU.
Tik op Settings (Instellingen), schuif omlaag en tik op Applications
(Toepassingen) > Quick launch (Snel starten).
3.
Tik op de snelkoppeling voor de toepassing die u wilt vervangen en selecteer
de nieuwe toepassing waaraan u de sneltoets wilt toewijzen.
3.3 Tekstinstellingen aanpassen
U kunt sommige tekstinstellingen wijzigen zodat u sneller en nauwkeuriger tekst
kunt invoeren.
Tekstinstellingen aanpassen
Druk op BEGIN en vervolgens op MENU.
Tik op Settings (Instellingen), schuif omlaag en tik op Text (Taal & tekst).
Schakel de volgende opties naar wens in of uit:
Auto-replace (Automatisch vervangen). Schakel deze functie in als u
woorden die vaak verkeerd worden gespeld, automatisch wilt corrigeren.
De functie voor automatische vervanging is echter geen spellingcontrole.
Auto-cap (Automatische hoofdletters). Wanneer deze functie is
ingeschakeld, krijgt de eerste letter in een tekstveld of na een punt (.),
vraagteken(?) of uitroepteken (!) automatisch een hoofdletter.
Auto-punctuate (Automatische leestekens). Wanneer deze functie is
ingeschakeld, wordt automatisch een punt (.) ingevoegd wanneer u twee
spaties na elkaar typt.
Opmerking
Alle tekstinstellingen zijn standaard ingeschakeld.
1.
2.
1.
2.
3.
Tekst invoeren
64
65
4.1 Synchronisatie
Met sommige Google-toepassingen op uw telefoon (Google Mail, Agenda
en Contacten) hebt u toegang tot dezelfde persoonlijke gegevens die u kunt
toevoegen, bekijken en bewerken op uw computer via Google Mail. Dit betekent
dat wanneer u gegevens in een van deze webtoepassingen toevoegt, wijzigt of
verwijdert, de bijgewerkte gegevens ook op de telefoon worden weergegeven,
en omgekeerd. Als u de telefoon verliest of als deze beschadigd raakt, blijven uw
persoonlijke gegevens intact en worden deze in dezelfde staat weergegeven op
een vervangende telefoon.
Dit wordt “mirroring” van informatie genoemd en wordt mogelijk gemaakt via
een draadloze gegevenssynchronisatie. Gegevenssynchronisatie wordt op de
achtergrond uitgevoerd zodat u hier weinig van merkt. Wanneer het pictogram
voor gegevenssynchronisatie ( ) in de statusbalk wordt weergegeven, worden
uw gegevens gesynchroniseerd.
Aangezien het draadloos verzenden van grote hoeveelheden gegevens tijd en
een behoorlijke bandbreedte in beslag neemt, kunt u enkele instellingen op de
telefoon aanpassen om gegevenssynchronisatie te beheren.
4.2 Synchronisatie van toepassingen beheren
Synchronisatie voor toepassingen beheren
Druk op BEGIN en vervolgens op MENU.
Tik op Settings (Instellingen) > Data synchronization (Gegevenssynchronisatie).
1.
2.
Hoofdstuk 4 Gegevens synchroniseren
Gegevens synchroniseren
66
Opmerking De persoonlijke gegevens in Google Mail, Agenda en Contacten
worden standaard gesynchroniseerd wanneer u een wijziging
maakt of een nieuw bericht ontvangt.
Datum en tijd
van laatste
synchronisatie
Tik hierop om de toepassing
op te nemen in of uit te
sluiten van automatische
synchronisatie.
De pijlen cirkelen rechtsom
wanneer gegevens worden
gesynchroniseerd.
Probleem met
gegevenssynchronisatie.
Controleer de
gegevensverbinding en
probeer het nogmaals.
3. Pas de volgende synchronisatieopties en toepassingen naar wens aan:
Auto-sync (Autosynchronisatie). Wanneer deze functie is ingeschakeld,
worden Google Mail, Calendar (Agenda) en Contacts (Contacten)
automatisch gesynchroniseerd wanneer u wijzigingen maakt of nieuwe
berichten ontvangt. Wanneer de functie is uitgeschakeld, wordt de
informatie niet automatisch gesynchroniseerd.
Tip Wanneer Auto-sync (Autosynchronisatie) is uitgeschakeld, kunt u de
synchronisatie van afzonderlijke toepassingen, zoals Google Mail
of Calendar (Agenda), handmatig starten door het betreffende
selectievakje in te schakelen of door op de knop MENU te drukken
en op Sync now (Nu synchroniseren) te tikken.
Gegevens synchroniseren
67
Google Mail. Schakel het selectievakje uit om de toepassing uit te sluiten
van automatische synchronisatie of tik op het item om de synchronisatie
te starten. U kunt de synchronisatie ook beheren door te selecteren welk
Google Mail-label u wilt synchoniseren. Zie “Labels selecteren voor
synchronisatie” in hoofdstuk 6 voor meer informatie.
Calendar (Agenda). Schakel het selectievakje uit om de toepassing
uit te sluiten van automatische synchronisatie of tik op het item om de
synchronisatie te starten.
Contacts (Contacten). Schakel het selectievakje uit om de toepassing
uit te sluiten van automatische synchronisatie of tik op het item om de
synchronisatie te starten.
4.3 Synchronisatie stoppen
Druk tijdens de synchronisatie op MENU en selecteer Cancel sync
(Synchroniseren annuleren) om de synchronisatie te stoppen.
Gegevens synchroniseren
68
69
5.1 Contacten
U kunt contactpersonen bekijken en maken die kunnen worden gesynchroniseerd
met Google Mail-contactpersonen.
De lijst met uw contactpersonen bekijken
Druk op BEGIN en tik op Contacts (Contacten).
Druk op de gespreksknop en tik op het tabblad Contacts (Contacten).
Op het tabblad Contacts (Contactpersonen) worden de namen van uw
contactpersonen weergegeven, het hoofdnummer in de contactgegevens en
hun online status (als u bent aangemeld bij Google Talk en de contactpersoon
in uw vriendenlijst staat).
Tik hierop om
het scherm met
contactgegevens
te openen.
Houd
aangetikt
om het
optiemenu
te openen.
Online status
Beschikbaar
Niet-actief
Bezet
Offline
Hoofdstuk 5 Werken met Contacten en Agenda
Werken met Contacten en Agenda
70
Nieuwe contactpersonen toevoegen
Een nieuwe contactpersoon toevoegen op de T-Mobile G1
1.
Druk op BEGIN en tik op Contacts (Contacten). De lijst met contactpersonen
wordt weergegeven.
2. Druk op MENU en tik op New contact (Nieuw contact).
3. Open het toetsenbord en voer alle informatie in die u wilt opslaan voor de
contactpersoon. Gebruik de TRACKBALL om tussen de velden te bewegen.
Tik hierop om
het label (Thuis,
Werk, enzovoort)
te vervangen of
aan te passen.
Tik hierop om
de informatie te
verwijderen.
Tik hierop om een
pictogram voor
nummerweergave
toe te voegen.
Schuif omlaag om aanvullende
contactgegevens of instellingen
in te voeren.
Tik hierop om
een beltoon te
selecteren voor de
contactpersoon.
Tik hierop om alle
gesprekken van deze
contactpersoon naar
de voicemail te laten
gaan.
Tik hierop om
contactgegevens
op te slaan.
Tik hierop om een andere mobiel
telefoonnummer, e-mailadres,
schermnaam voor expresberichten,
en meer toe te voegen.
Werken met Contacten en Agenda
71
Opmerking Zie Contactgegevens aanpassen” in dit hoofdstuk als u een pictogram
voor nummerweergave wilt toevoegen, een beltoon wilt toewijzen of
meer informatie wilt toevoegen aan uw contactpersoon.
4.
Als u een standaardlabel wilt wijzigen, bijvoorbeeld Home (Thuis) in Work
(Werk), tikt u op de labelnaam, tikt u op een ander label of maakt u een
aangepast label via het labelmenu.
5. Schuif omlaag.
6. Als u wilt dat alle oproepen van deze contactpersoon rechtstreeks naar de
voicemail gaan, schakelt u het selectievakje Send calls directly to voicemail
(Gesprekken direct naar voicemail sturen) in.
7. Wanneer u klaar bent, tikt u op Save (Opslaan) of drukt u op MENU en tikt u
op Save (Opslaan) om de contactpersoon op te slaan.
Tip E-mailadressen worden automatisch aan uw lijst met contactpersonen
toegevoegd wanneer u de optie Reply (Beantwoorden), Reply to all
(Allen beantwoorden) of Forward (Doorsturen) gebruikt om berichten te
verzenden naar adressen die niet eerder in Contacten zijn opgeslagen.
Contactpersonen van de SIM-kaart toevoegen
U kunt contactpersonen die zijn opgeslagen op uw SIM-kaart, toevoegen aan de
lijst met contactpersonen op de telefoon.
Werken met Contacten en Agenda
72
Druk op BEGIN en tik op Contacts
(Contacten). De lijst met contactpersonen
wordt weergegeven.
Druk op MENU en tik op Settings
(Instellingen) > Import contacts
(Importeren van sim-kaart). Wacht tot de
inhoud van de SIM-kaart is geladen.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u een contactpersoon wilt importeren,
selecteert u de contactpersoon in de lijst
met de TRACKBALL. Druk op MENU en
tik vervolgens op Import (Importeren).
Als u alle contactpersonen wilt importeren,
drukt u op MENU en tikt u op Import all
(Alles importeren).
1.
2.
3.
Contactgegevens bewerken
U kunt altijd wijzigingen aanbrengen in de gegevens die u hebt opgeslagen voor
een contactpersoon.
Houd in de lijst met contactpersonen de contactpersoon aangetikt van wie
u informatie wilt bewerken. Het optiemenu wordt geopend.
Tik op Edit contact (Contact bewerken). Het scherm Contact bewerken wordt
weergegeven.
Bewerk de contactgegevens en selecteer Save (Opslaan). Als u de wijzigingen
in de contactgegevens wilt annuleren, selecteert u Discard changes
(Wijzigingen negeren).
Opmerking
Wanneer u de gegevens van een contactpersoon hebt bewerkt, wordt
de contactpersoon automatisch deel van de groep My Contacts
(Mijn contacten). Zie “Een groep selecteren voor weergave” in dit
hoofdstuk voor meer informatie over My Contacts (Mijn contacten).
1.
2.
3.
Werken met Contacten en Agenda
73
Gegevens van een contactpersoon aanpassen
Wanneer u een nieuwe contactpersoon maakt of bewerkt, kunt u een pictogram
voor nummerweergave toevoegen, een aangepaste beltoon toewijzen of extra
informatie voor de contactpersoon opslaan, zoals postadres, IM-account en
aanvullende telefoonnummers.
Opmerking
Kopieer een foto van uw contactpersoon naar de geheugenkaart
voordat u een pictogram voor nummerweergave toevoegt. Zie “De
toepassing Afbeeldingen” in hoofdstuk 9 voor meer informatie over
het kopiëren van afbeeldingen naar uw geheugenkaart.
1.
Tik in het scherm Nieuw contact of Contact bewerken op de knop Add icon
(Pictogram toevoegen). De toepassing Afbeeldingen wordt geopend met
uw albums.
2. Navigeer naar de foto van de contactpersoon met behulp van de TRACKBALL
en tik op de foto.
3. Het bijsnijdvak wordt weergegeven. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u het formaat van het bijsnijdvak wilt aanpassen, houdt u de rand van
het bijsnijdvak aangetikt. Wanneer de pijlen voor het bijsnijdvak worden
weergegeven, sleept u met uw vinger naar binnen of buiten om het formaat
van het bijsnijdvak te wijzigen.
Als u het bijsnijdvak wilt verplaatsen naar een ander gebied in de afbeelding,
houdt u een punt binnen het bijsnijdvak aangetikt en sleept u met uw vinger
naar de gewenste positie.
4. Tik op Save (Opslaan). De foto wordt aan uw contactpersoon gekoppeld.
Opmerking
Deze foto wordt weergegeven op het scherm wanneer u wordt
gebeld door de contactpersoon. Als u geen pictogram voor
nummerweergave toevoegt, wordt het standaardpictogram
( ) gebruikt.
5. Tik op het veld Ringtone (Beltoon) en selecteer een beltoon in de lijst.
6. De beltoon wordt kort afgespeeld. Als u een beltoon wilt toewijzen aan de
contactpersoon, tikt u op OK.
Werken met Contacten en Agenda
74
7. Tik op More info (Meer
informatie) om het venster Select
label (Label selecteren) te openen
en een ander telefoonnummer,
e-mailadres, IM-account, postadres
en meer toe te voegen.
Tip
U kunt het nieuwe label
bewerken in het scherm
New contact (Nieum contact).
8. Wanneer u klaar bent, schuift u
omlaag en tikt u op Save (Opslaan)
of drukt
u op MENU en tikt u op
Save (Opslaan).
Tik hierop om
aanvullende
contactgegevens
weer te geven en
te selecteren
Tips Als u wordt gebeld door een persoon die nog niet in de lijst met
contactpersonen staat en u wilt het telefoonnummer van deze persoon
opslaan, houdt u het telefoonnummer aangetikt in het Call log
(Gespreklog) en tikt u vervolgens op Save to Contacts (Opslaan in
Contacten) in het menu.
Als u een telefoonnummer in een bericht wilt opslaan, opent u het
bericht en tikt u op de onderstreepte telefoonnummers. Selecteer het
telefoonnummer dat u wilt opslaan, druk op MENU en tik op Add to
contacts (Toevoegen aan contacten).
Een contactpersoon toevoegen aan het tabblad Favorites (Favorieten)
U kunt het tabblad Favorites (Favorieten) gebruiken om uw lijst met contactpersonen
te filteren.
Houd in de lijst met contactpersonen een contactpersoon aangetikt om het
optiemenu te openen.
Tik op Add to Favorites (Toevoegen aan Favorieten).
De contactpersoon wordt toegevoegd aan de lijst met contactpersonen op het
tabblad Favorites (Favorieten). Er wordt ook een gekleurde ster weergegeven
met de naam van de contactpersoon in het scherm met contactgegevens.
1.
2.
Werken met Contacten en Agenda
75
Weergeven, ordenen en zoeken
Bladeren in de contactpersonenlijst
U kunt eenvoudig bladeren in de contactpersonenlijst met behulp van vingerbewegingen.
Als u langzaam omlaag wilt schuiven in de lijst met contactpersonen,
sleept u met uw vinger omhoog. Als u omhoog wilt schuiven in de lijst met
contactpersonen, sleept u met uw vinger omlaag.
Tik met uw vinger omhoog op het aanraakscherm als u automatisch omlaag
wilt bladeren in de lijst. Als u automatisch omhoog wilt bladeren, tikt u met uw
vinger omlaag. Tik op het scherm om het schuiven te stoppen.
Een groep selecteren voor weergave
U kunt uw contactpersonen eenvoudiger beheren door een bepaalde groep te
selecteren, bijvoorbeeld contactpersonen met een telefoonnummer, die in de lijst
met contactpersonen moeten worden weergegeven.
1.
Druk op BEGIN en tik op Contacts (Contacten). De lijst met contactpersonen
wordt weergegeven.
2. Druk op MENU en tik op Display group (Groep weergeven).
3. Selecteer de groep die u wilt weergeven in de lijst met contactpersonen.
U kunt de volgende opties selecteren:
All contacts (Alle contacten). Alle contactpersonen weergeven die u hebt
gemaakt op en automatisch hebt toegevoegd aan uw telefoon.
Contacts with phone numbers (Contacten met telefoonnummers).
Alleen contactpersonen weergeven met een telefoonnummer.
My Contacts (Mijn contacten). Dit is een speciale groep contactpersonen
die standaard wordt weergegeven in de lijst met contactpersonen. Hierin
staan de contactpersonen waarmee u regelmatig contact hebt. Als u een
gewone contactpersoon wilt verplaatsen naar de groep Mijn contacten op de
telefoon, kunt u de gegevens van die contactpersoon bewerken.
Zie “Contactgegevens bewerken” eerder in dit hoofdstuk.
Werken met Contacten en Agenda
76
4. Tik op OK.
Opmerking
Alle e-mailadressen waarnaar u berichten hebt verzonden, worden
automatisch toegevoegd aan de groep Suggested Contacts
(Suggesties contacten). U kunt op elk moment contactpersonen
van Suggested Contacts (Suggesties contacten) naar My Contacts
(Mijn contacten) verplaatsen via de Google Mail-webclient op uw pc.
U kunt ook aanvullende groepen met contactpersonen maken in de
Google Mail-webclient.
Een contactpersoon op de T-Mobile G1 zoeken
Er zijn verschillende manieren om een contactpersoon te zoeken wanneer de lijst
lang is.
U kunt door uw contactpersonen bladeren door met de TRACKBALL te
rollen of door met uw vinger omhoog of omlaag te schuiven. Met snelle
veegbewegingen wordt het schuiven versneld. Tik op het scherm om het
schuiven te stoppen.
U kunt ook snel contactpersonen
zoeken via de tab voor snel schuiven.
Wanneer u met uw vinger schuift,
wordt de tab voor snel schuiven
rechts weergegeven op de schuifbalk.
Tik op de tab en sleep deze omhoog
of omlaag om snel door het alfabet
te schuiven. Haal uw vinger van het
scherm wanneer u de eerste letter ziet
van de naam die u zoekt. U gaat naar
het gedeelte met die letter in de lijst
met namen.
Tab voor snel
schuiven
Werken met Contacten en Agenda
77
Tip
Als u snel een contactpersoon wilt zoeken in het beginscherm, opent u het
toetsenbord en typt u de eerste letters van de naam van de contactpersoon.
De lijst met contactpersonen wordt weergegeven en geeft gevonden
overeenkomsten voor de contactpersoonnaam die u hebt ingevoerd.
Communicatie met contactpersonen
U kunt in de lijst met contactpersonen snel
een tekstbericht sturen of bellen naar het
standaardnummer van contactpersonen dat
onder hun naam wordt weergegeven.
Als u echter alle informatie wilt bekijken die is
opgeslagen voor een contactpersoon, of als u
op een andere manier contact wilt maken met
de betreffende contactpersoon, opent u het
scherm met contactgegevens.
Tik op de naam van de contactpersoon in de
lijst met contactpersonen om het scherm met
contactgegevens te openen.
Scherm met contactgegevens
Een contactpersoon bellen
Voer een van de volgende handelingen uit:
Gebruik in de lijst met contactpersonen de TRACKBALL om de contactpersoon
te selecteren die u wilt bellen en druk vervolgens op de gespreksknop.
Het hoofdnummer van de contactpersoon (het eerste telefoonnummer in het
scherm met contactgegevens) wordt gebeld.
Als u een ander nummer voor de contactpersoon wilt bellen, tikt u op de naam
van de contactpersoon om het scherm met contactgegevens te openen en tikt
u op een telefoonnummer onder Dial number (Nummer bellen) om dit nummer
te bellen.
Werken met Contacten en Agenda
78
Een SMS- of MMS-bericht verzenden naar een contactpersoon
Voer een van de volgende handelingen uit:
Houd in de lijst met contactpersonen de naam van de contactpersoon
aangetikt om het optiemenu te openen en tik op Send SMS/MMS (SMS/MMS
verzenden). Er wordt een scherm geopend waarin u het nieuwe bericht kunt
opstellen. Open het toetsenbord om het bericht in te voeren en tik op Send
(Verzenden) of druk op .
Tik op de contactpersoon in de lijst om het scherm met contactgegevens te
openen en tik op een telefoonnummer onder Send SMS/MMS (SMS/MMS
verzenden). Er wordt een scherm geopend waarin u het nieuwe bericht kunt
opstellen. Open het toetsenbord om het bericht in te voeren en tik op Send
(Verzenden) of druk op .
Opmerkingen Als u een SMS- of MMS-bericht wilt verzenden naar een
contactpersoon, moet u een mobiel telefoonnummer hebben
opgegeven in de contactgegevens van deze contactpersoon.
Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie over het opstellen en
verzenden van SMS- of MMS-berichten.
Een e-mailbericht verzenden naar een contactpersoon
Tik in de lijst met contactpersonen op de contactpersoon naar wie u een e-mail
wilt verzenden.
Tik in het scherm met contactgegevens op een e-mailadres onder Send email
(E-mail verzenden). Als u externe e-mailaccounts op uw telefoon gebruikt,
tikt u op de account die u wilt gebruiken voor het verzenden.
Er wordt een scherm geopend waarin u het nieuwe bericht kunt opstellen.
Voer het bericht in, druk op en tik op Send (Verzenden); of druk op
om het e-mailbericht te verzenden.
Opmerkingen Als u een e-mailbericht naar een contactpersoon wilt verzenden,
moet u een e-mailadres hebben opgegeven in de contactgegevens
van deze contactpersoon.
Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie over het opstellen en
verzenden van e-mailberichten.
1.
2.
3.
Werken met Contacten en Agenda
79
Een expresbericht verzenden naar een contactpersoon
Zorg dat u bent aangemeld bij Google Talk. Zie “Berichten” in hoofdstuk 6 voor
meer informatie.
Tik in de lijst met contactpersonen op de contactpersoon naar wie u een
expresbericht wilt verzenden. U kunt controleren of de contactpersoon
beschikbaar is ( ) via de pictogrammen voor online status.
Tik in het scherm met contactgegevens op een IM-account onder Send instant
message (Bericht verzenden).
4.
De chatsessie wordt gestart. Als de contactpersoon niet beschikbaar is, wordt
een bericht in het chatscherm weergegeven waarin wordt gemeld dat de
contactpersoon offline is.
Opmerking
Als u een expresbericht naar een contactpersoon wilt verzenden,
moet u een schermnaam voor expresberichten hebben
opgegeven in de contactgegevens van deze contactpersoon.
Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie over expresberichten.
Het adres van een contactpersoon in kaart brengen
1.
Tik in de lijst met contactpersonen op de contactpersoon die u in kaart wilt
brengen.
2.
Schuif in het scherm met contactgegevens
omlaag naar Map address (Kaartadres) en tik
op het postadres
of fysiek adres dat u in kaart
wilt brengen.
3. De toepassing Kaarten wordt geopend en
het adres wordt weergegeven. Druk op
om aanvullende opties te bekijken.
Opmerking Als u een adres van een contactpersoon in kaart wilt brengen,
moet u een postadres of fysiek adres hebben opgegeven in de
contactgegevens van deze contactpersoon. Zie hoofdstuk 8 voor
informatie over de toepassing Kaarten.
1.
2.
3.
Werken met Contacten en Agenda
80
Sneltoetsen in Contacten
Scherm met contactpersonenlijst
Een nieuwe contactpersoon maken
Druk op + n
Contactgegevens weergeven
Druk op
De contactpersoon bellen
Druk op
Naar begin/eind van
contactpersonenlijst gaan
Druk op en rol de TRACKBALL
omhoog/omlaag
Scherm met contactgegevens
Contactgegevens bewerken
Druk op + e
5.2 Agenda
Gebruik Calendar (Agenda) als u gebeurtenissen, zoals vergaderingen en
andere afspraken, wilt maken. Als u verschillende agenda's hebt gemaakt in de
webclient van Google Mail of Google Agenda, kunt u in deze toepassing al uw
agenda's en gebeurtenissen bekijken. Gebeurtenissen hebben een kleurcode
zodat u weet welke agenda u gebruikt.
Opmerking De agenda op uw telefoon wordt gesynchroniseerd met de
gebeurtenissen in Google Mail of Google Agenda op het web. Zie
hoofdstuk 4 voor meer informatie over de synchronisatie met Agenda.
Agenda openen
Druk op BEGIN en tik op het tabblad Applications (Toepassingen).
Tik op Calendar (Agenda). Agenda wordt geopend in de weergave Agenda.
1.
2.
Werken met Contacten en Agenda
81
Tik hierop om
gebeurtenisdetails te
bekijken en herinneringen
in te stellen.
De balken met kleurcode
geven aan welke agenda
wordt gebruikt.
Herinneringstijd voor gebeurtenis
Geeft aan dat de gebeurtenis
herhaaldelijk voorkomt.
Schuif omhoog of rol de
TRACKBALL omlaag om
meer gebeurtenissen te
bekijken.
Als u Google Agenda wilt bekijken in de dag-, week- of maandweergave, drukt
u op MENU en tikt u op Day (Dagweergave), Week (Weekweergave) of Month
(Maandweergave).
Als u een nieuwe gebeurtenis wilt maken, drukt u op MENU en tikt u op New
event (Nieuwe gebeurtenis). Zie “Gebeurtenissen maken” in dit hoofdstuk
voor meer informatie.
Als u een gebeurtenis wilt bewerken, tikt u op de gebeurtenis om de
details weer te geven, vervolgens drukt u op MENU en tikt u op Edit event
(Gebeurtenis bewerken). Zie “Een gebeurtenis bewerken” in dit hoofdstuk.
Als u een gebeurtenis wilt annuleren, tikt u op de gebeurtenis in de agenda,
drukt u op MENU en tikt u op Delete event (Gebeurtenis verwijderen).
U kunt in elke agendaweergave op MENU drukken en op Today (Vandaag)
tikken om naar de agenda van vandaag te gaan.
Werken met Contacten en Agenda
82
Gebeurtenissen maken
Een gebeurtenis maken
1.
Druk in een willekeurige agendaweergave op MENU en tik op New event
(Nieuwe gebeurtenis) om het scherm met gebeurtenisdetails weer te geven.
2.
Open het toetsenbord en voer een naam in voor de gebeurtenis.
3.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als de gebeurtenis binnen een bepaalde
periode plaatsvindt, stelt u de begin- en
einddatum en begin- en eindtijd in bij
From (Van) en To (Aan).
Als het een speciale gelegenheid betreft,
zoals een verjaardag of een activiteit die
de hele dag duurt, selecteert u de datum
bij From (Van) en To (Aan) en schakelt
u vervolgens All Day (De hele dag) in.
4. Geef de locatie en beschrijving van de gebeurtenis op en geef aan of de
gebeurtenis herhaaldelijk voorkomt (terugkerend is). Selecteer de agenda
waarin u de gebeurtenis wilt opslaan (als u meerdere agenda's hebt).
5. Druk op en tik op Show extra options (Extra opties weergeven) om uw
online status in te stellen wanneer de gebeurtenis plaatsvindt en op te geven
of de gebeurtenis privé of openbaar is.
6. Druk op en tik vervolgens op Add reminder (Herinnering toevoegen) om
een herinnering voor een gebeurtenis in te stellen.
7. Wanneer u klaar bent, tikt u op Save (Opslaan).
Tip Als u snel een gebeurtenis wilt maken in Day (dag) of Week
(weekweergave), houdt u een leeg tijdvak aangetikt en tikt u op
New event (Nieuwe gebeurtenis). Er wordt een nieuw scherm met
gebeurtenisdetails weergegeven. Het geselecteerde tijdvak wordt
automatisch weergegeven in het tijdsveld From (Van).
Werken met Contacten en Agenda
83
Een gebeurtenis bewerken
U moet een gebeurtenis hebben gemaakt waarvoor u schrijfbevoegdheden hebt,
voordat u de gebeurtenis kunt bewerken.
1.
Gebruik in een willekeurige agendaweergave de TRACKBALL om naar de
gebeurtenis te navigeren.
2. Wanneer de gebeurtenis is geselecteerd, tikt u erop of drukt u op de
TRACKBALL om de gebeurtenisdetails weer te geven.
3.
Druk op en tik op Edit event (Gebeurtenis bewerken).
Opmerkingen
Als Edit event (Gebeurtenis bewerken) niet wordt
weergegeven bij de opties, kunt u geen wijzigingen
aanbrengen in de geselecteerde gebeurtenis.
Als de gebeurtenis herhaaldelijk voorkomt, wordt gevraagd
welke gebeurtenissen u wilt wijzigen. U kunt alleen de huidige
gebeurtenis bewerken, alle gebeurtenissen in de reeks, of de
huidige gebeurtenis en alle toekomstige gebeurtenissen.
4.
Als u de gebeurtenis naar wens hebt aangepast, tikt u op Save (Opslaan).
Gebeurtenissen bekijken
Behalve in de agendaweergave kunt u gebeurtenissen ook bekijken in de dag-,
week- of maandweergave.
In de dagweergave
Druk in Agenda op MENU en tik op Day (Dagweergave). De dagagenda wordt
weergegeven.
Werken met Contacten en Agenda
84
De dagen worden verdeeld in horizontale tijdvakken (rijen). Gebeurtenissen worden
als venster weergegeven over het tijdsvak dat ze in beslag nemen. Gebeurtenissen
die een hele dag duren, worden boven aan de dagweergave weergegeven.
Tik hierop om gebeurtenisdetails
te bekijken/bewerken en
herinneringen in te stellen.
De balk met kleurcode geeft aan
welke agenda wordt gebruikt.
Snelweergave
Als u snel gebeurtenisdetails wilt bekijken, markeert u de gebeurtenis met de
TRACKBALL. Er wordt een detailscherm voor snelweergave geopend in het
onderste gedeelte van het scherm.
Als u een gebeurtenis wilt bewerken, tikt u op de gebeurtenis om het scherm met
gebeurtenisdetails te openen. Druk op MENU en tik op Edit event (Gebeurtenis
bewerken) om de gebeurtenis te openen zodat u deze kunt bewerken.
Rol de TRACKBALL omhoog of omlaag of schuif met uw vinger omhoog of
omlaag op het scherm om tussen tijdvakken van de huidige dag te navigeren.
Rol de TRACKBALL naar links of rechts of schuif met uw vinger naar links of
rechts op het scherm om naar de vorige of volgende dag te navigeren.
Druk op MENU en tik op Go to today (Ga naar vandaag) om naar de agenda
van vandaag te springen.
Werken met Contacten en Agenda
85
In de weekweergave
Druk in Agenda op MENU en tik op Week (Weekweergave). De weekagenda
wordt weergegeven.
Dagen worden in de weekweergave verticaal weergegeven. Tijdvakken worden
horizontaal in rijen gedefinieerd en gebeurtenissen worden als blokken
weergegeven.
Tik hierop om
gebeurtenisdetails te
bekijken/bewerken en
herinneringen in te stellen.
Snelweergave
Als u aanvullende gebeurtenisdetails wilt bekijken, markeert u een gebeurtenis
met de TRACKBALL. Er wordt een detailscherm voor snelweergave geopend in
het onderste gedeelte van het scherm.
Rol de TRACKBALL omhoog of omlaag of schuif met uw vinger omhoog of
omlaag op het scherm om tussen tijdvakken van de huidige week te navigeren.
Rol de TRACKBALL naar links of rechts of schuif met uw vinger naar links of
rechts op het scherm om naar de vorige of volgende week te navigeren.
Werken met Contacten en Agenda
86
In de maandweergave
Dagen worden in een maandraster weergegeven. Gebeurtenissen worden als
groene horizontale balken gemarkeerd. De lengte van de balk komt overeen met
de geschatte tijdsduur van de gebeurtenis.
Tik op een dag om Agenda te openen in Day (dagweergave).
Rol de TRACKBALL omhoog of omlaag of schuif met uw vinger omhoog of
omlaag op het scherm om naar de vorige of volgende maand te navigeren.
Tik hierop om de
gebeurtenissen in
Day (dagweergave)
te bekijken.
Selecteren welke agenda u wilt gebruiken
Als u meerdere agenda’s hebt gemaakt in de webclient van Google Mail of
Google Agenda (bijvoorbeeld Zakelijk, Persoonlijk of Gezin), kunt u meerdere
agenda’s selecteren waarvan u gebeurtenissen wilt weergeven in Agenda.
Selecteren welke agenda u wilt gebruiken
Druk in een willekeurige agendaweergave op MENU en tik op More (Meer) >
My calendars (Mijn agenda’s).
1.
Werken met Contacten en Agenda
87
Al uw agenda’s worden in een lijst weergegeven. Selecteer de agenda’s die
u wilt weergeven op de telefoon of schakel het selectievakje van een agenda
uit als u deze niet meer wilt weergeven in Agenda.
Het scherm View event (Gebeurtenis bekijken)
U kunt in het scherm View event (Gebeurtenis bekijken) de gegevens van een
gebeurtenis bekijken, gebeurtenisherinneringen opnieuw instellen of toevoegen
of de gebeurtenis bewerken. U kunt het scherm View event (Gebeurtenis
bekijken) op een van de volgende manieren openen:
Markeer in de dag- of weekweergave een gebeurtenis om het pop-upvenster
voor snelweergave te openen. Tik op het venster voor snelweergave om het
scherm View event (Gebeurtenis bekijken) te openen.
Tik in de agendaweergave op een gebeurtenis om het scherm View event
(Gebeurtenis bekijken) te openen.
Selecteer in de maandweergave de dag van de gebeurtenis om naar de
agenda- of dagweergave te gaan en volg vervolgens de bovenstaande
instructies.
Tik op de
gebeurtenis
om het pop-
upvenster voor
snelweergave
te openen.
Tik hierop om
het scherm
View event
(Gebeurtenis
bekijken) te
openen.
2.
Werken met Contacten en Agenda
88
U kunt het scherm View event (Gebeurtenis bekijken) het volgende doen:
Tik op het vak Reminders (Herinneringen) om de herinneringstijd te wijzigen.
Tik op om de herinnering te verwijderen. Tik anders op MENU en tik op
Add reminder (Herinnering toevoegen) om een andere gebeurtenisherinnering
toe te voegen. U kunt maximaal vijf gebeurtenisherinneringen toevoegen.
Druk op MENU en tik naar wens op Edit event (Gebeurtenis bewerken) of
Delete event (Gebeurtenis verwijderen).
Gebeurtenisherinneringen
Als u ten minste een herinnering hebt ingesteld voor een gebeurtenis, wordt
het pictogram voor een aankomende gebeurtenis weergegeven in het
meldingengebied van de statusbalk.
De herinnering bekijken, negeren of een sluimertijd instellen
1.
Tik op de statusbalk en schuif met uw vinger omlaag over het scherm om het
meldingenvenster te openen.
2. Tik op de naam van de aankomende gebeurtenis.
Opmerking
Als er nog meer herinneringen
in behandeling zijn, worden
deze ook in dit scherm
weergegeven.
3.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Tik op Snooze all (Alles uitstellen) om de
gebeurtenisherinnering vijf minuten uit te
stellen.
Tik op Dismiss all (Alles negeren) om alle
gebeurtenisherinneringen te negeren.
Druk op BACK (TERUG) om de
herinneringen in behandeling te houden in
het meldingengebied van de statusbalk.
Werken met Contacten en Agenda
89
Instellingen in Agenda wijzigen
U kunt afgewezen gebeurtenissen verbergen of gebeurtenisherinneringen
aanpassen aan uw voorkeuren.
Instellingen in Agenda openen
1.
Druk in een willekeurige agendaweergave op MENU en tik op More (Meer) >
Settings (Instellingen).
2.
U kunt op de volgende opties tikken om deze te selecteren:
Hide declined events (Afgewezen gebeurtenissen verbergen). Schakel
dit selectievakje in als u alle gebeurtenissen die u hebt afgewezen, wilt
verbergen in alle agendaweergaven.
Set alerts & notifications (Alarmsignalen & meldingen). Selecteer deze
optie als u het type gebeurtenisherinnering wilt instellen. U kunt kiezen
uit een Alert (alarmsignaal), Status bar notification (melding in de
statusbalk) of de optie Off (uitschakelen).
Set ringtone (Beltoon instellen). Selecteer deze optie als u het beltoonmenu
wilt openen en een beltoon wilt selecteren voor alle meldingen van een nieuwe
gebeurtenis. De beltoon wordt kort afgespeeld wanneer u deze selecteert.
Vibrate (Trillen). Schakel dit selectievakje in als u wilt dat de telefoon trilt bij
een gebeurtenismelding.
Set default reminder (Standaardherinnering instellen). Tik op deze
optie als u het menu met standaardherinneringen wilt openen en een
geavanceerde herinneringstijd wilt instellen voor alle gebeurtenissen
in de agenda. De standaardherinneringstijd wordt in het scherm Event
details (Gebeurtenisdetails) weergegeven wanneer u een nieuwe
gebeurtenis maakt.
Werken met Contacten en Agenda
90
Sneltoetsen in Agenda
In elke agendaweergave
Een nieuwe gebeurtenis maken Druk op + n
Naar de agenda van vandaag gaan Druk op + t
Schakelen naar de agendaweergave Druk op + a
Schakelen naar de dagweergave Druk op + d
Schakelen naar de weekweergave Druk op + w
Schakelen naar de maandweergave Druk op + m
Naar de instellingen voor Agenda gaan Druk op + p
Gemarkeerde gebeurtenisdetails openen Druk op
Gemarkeerde gebeurtenisdetails bewerken Druk op + e
Gemarkeerde gebeurtenis verwijderen Druk op
Scherm View event (Gebeurtenis bekijken)
Een gebeurtenisherinnering toevoegen Druk op + r
Gebeurtenisdetails bewerken Druk op + e
De gebeurtenis verwijderen Druk op
Scherm Edit Event details (Gebeurtenisdetails bewerken)
Een gebeurtenisherinnering toevoegen Druk op + r
91
6.1 SMS- en MMS-berichten
Met de toepassing Messaging (Berichten) kunt u SMS- en MMS-berichten
verzenden naar andere mobiele telefoons.
U kunt SMS-berichten maken van maximaal 160 tekens. Als u meer tekens typt
nadat de grens is bereikt, wordt uw bericht als één bericht verzonden maar
gerekend als meer dan een bericht. Dit wordt een aaneengeschakeld bericht
genoemd.
MMS-berichten, ook wel multimediaberichten genoemd, kunnen tekst,
afbeeldingen, een opgenomen stem, een audiobestand of een diavoorstelling
bevatten.
Opmerking
De telefoon converteert een SMS-bericht automatisch naar een
MMS-bericht wanneer u een tweede ontvanger, een onderwerp
of bijlage toevoegt.
Berichten openen
Als u de toepassing Berichten wilt openen, drukt u op BEGIN, tikt u op het
tabblad Applications (Toepassingen) en tikt u op Messaging (Berichten).
De berichtenlijst wordt weergegeven.
Hoofdstuk 6 Berichten uitwisselen
Berichten uitwisselen
92
Tik hierop om een nieuw
SMS- of MMS-bericht te
maken.
Tik hierop om het
SMS- of MMS-bericht
te openen en bekijken.
Bezorgingsstatus
van bericht.
Als de berichtenlijst
lang is, kunt u het
scherm omhoog
schuiven om meer
berichten te bekijken
of de TRACKBALL
omlaag rollen.
Een SMS-bericht maken en verzenden
1. Tik in de berichtenlijst op New message (Nieuw bericht). Er wordt een
scherm geopend waarin u het bericht kunt typen.
2. Open het toetsenbord en voer het mobiele telefoonnummer van de ontvanger
van het bericht in het veld To (Aan) in. Wanneer u het telefoonnummer invoert,
worden overeenkomende contactpersonen op het scherm weergegeven.
Tik op een ontvanger of voer het gehele nummer van de ontvanger in.
Opmerking
Als u een e-mailadres in het veld To (Aan) invoert, wordt het bericht
automatisch geconverteerd naar een MMS-bericht. Zie “Een MMS-
bericht maken en verzenden” in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Berichten uitwisselen
93
Voer hier het mobiele
telefoonnummer in.
Voer hier uw bericht in.
Tik hierop om automatisch het
mobiele telefoonnummer van de
contactpersoon in te voeren.
Tik hierop om het bericht
te verzenden.
3. Rol de TRACKBALL omlaag om het tekstvak te selecteren en begin met het
schrijven van uw bericht.
Opmerking
Wanneer u tekst invoert, geeft het tekstvak aan hoeveel tekens
u al hebt ingevoerd. SMS-berichten kunnen maximaal 160 tekens
bevatten. Wanneer u deze grens overschrijdt, wordt in feite een
nieuw bericht gemaakt. Alle berichten worden echter automatisch
samengevoegd tot één bericht bij ontvangst.
4.
Wanneer u klaar bent, tikt u op Send (Verzenden) of drukt u op om het
SMS-bericht te verzenden. De voortgang van het verzenden wordt rechts van
het bericht aangegeven.
Opmerking
Als u een ontvangstrapport wilt ontvangen zodat u weet wanneer
een SMS-bericht is ontvangen, drukt u in de berichtenlijst op
en tikt u op Settings (Instellingen). Schakel onder SMS
settings (SMS-instellingen) het selectievakje Delivery reports
(Bezorgingsrapporten) in.
Berichten uitwisselen
94
Een MMS-bericht maken en verzenden
1. Tik in de berichtenlijst op New message (Nieuw bericht). Er wordt een
scherm geopend waarin u het bericht kunt typen.
2. Open het toetsenbord en voer het mobiele telefoonnummer of e-mailadres van de
ontvanger van het bericht in het veld To (Aan) in. Wanneer u het telefoonnummer
of e-mailadres invoert, worden overeenkomende contactpersonen op het scherm
weergegeven. Tik op een ontvanger of voer het gehele telefoonnummer of
e-mailadres van de ontvanger in.
3. Druk op en tik op Add subject (Onderwerp toevoegen). Voer een
onderwerp voor het bericht in met behulp van het toetsenbord.
4. Rol de TRACKBALL omlaag om het tekstvak te selecteren en voer uw bericht in.
Wanneer u typt, kunt u zien hoeveel tekens of berichten u hebt ingevoerd.
5. Druk op en tik op Attach (Bijvoegen). Selecteer in het optievenster een van
de volgende bestandsbijlagen:
Pictures (Afbeeldingen). Als u op
deze optie tikt, wordt de toepassing
Afbeeldingen geopend. Tik op een
afbeelding in het album om deze
aan uw bericht te koppelen.
Camera. Tik op deze optie om de
toepassing Camera te openen en
een foto te maken. Nadat u een
foto hebt gemaakt, tikt u op Select
this picture (Dit beeld selecteren)
om de foto aan het bericht te
koppelen.
Audio. Tik hierop om het venster Select audio (Audio selecteren) te openen.
Tik op een audiobestand om het te selecteren en tik op OK om het bestand
aan het bericht te koppelen.
Berichten uitwisselen
95
Record audio (Audio opnemen).
Tik hierop om een opname te
koppelen. Wanneer u op deze
optie tikt, wordt het opnamevenster
geopend. Tik op om uw
bericht op te nemen en tik op
om de opname te stoppen.
Als u de opname wilt beluisteren,
tikt u op . Tik op Use
this recording (Gebruik deze
opname) om de opname aan het
bericht te koppelen.
Slideshow (Diavoorstelling). Tik
hierop om het venster voor het
bewerken van diavoorstellingen
te openen. Tik op Add slide
(Dia toevoegen) om een nieuwe
diavoorstelling te maken en tik op
de zojuist gemaakte diavoorstelling
(bijvoorbeeld Slide 1 (Dia 1)). Tik
in het diascherm op Add picture
(Afbeelding toevoegen) en
selecteer de afbeelding die u wilt
toevoegen aan de diavoorstelling.
Wanneer u klaar bent, tikt u op Done
(Gereed) om de diavoorstelling aan
het bericht te koppelen.
Tip Als u een berichtbijlage wilt verwijderen of vervangen, tikt u op de knop
Remove (Verwijderen) of Replace (Vervangen) naast de bijlage.
Berichten uitwisselen
96
6. Wanneer u klaar bent, tikt u op Send (Verzenden) of drukt u op om het
MMS-bericht te verzenden. De voortgang van het verzenden wordt rechts van
het bericht in de berichtenlijst aangegeven.
Opmerking Als u een ontvangstrapport wilt ontvangen zodat u weet wanneer
een MMS-bericht is ontvangen, drukt u in de berichtenlijst op en
tikt u op Settings (Instellingen). Schakel onder MMS-instellingen
het selectievakje Delivery reports (Bezorgingsrapporten) in.
Een bericht als concept opslaan
Wanneer u een SMS- of MMS-bericht maakt, kunt u op de knop TERUG ( )
drukken om uw bericht automatisch als concept op te slaan. Als u wilt verdergaan
met het opstellen van het bericht, tikt u in de berichtenlijst op het conceptbericht
en tikt u op View (Weergeven). Ga verder met het aanpassen van het bericht en
tik op Send (Verzenden) of druk op om het bericht te verzenden.
SMS- en MMS-berichtenreeksen beheren
Afhankelijk van de meldingsinstellingen speelt
de telefoon een beltoon af of geeft het bericht
kort weer in de statusbalk wanneer u een nieuw
SMS- of MMS-bericht ontvangt.
Er wordt ook een pictogram voor een
nieuw bericht ( ) weergegeven in het
meldingengebied van de statusbalk om het
nieuwe SMS- of MMS-bericht te melden.
SMS- en MMS-berichten die u verzendt naar en ontvangt van een contactpersoon
(of nummer) worden gegroepeerd in een conversatie of berichtenreeks. U kunt
in een SMS- of MMS-berichtenreeks zien welke berichten u hebt uitgewisseld
met de contactpersoon op het scherm (net als bij een chatprogramma).
Berichtenreeksen worden weergegeven in volgorde van ontvangst, met het
laatste bericht bovenaan.
Berichten uitwisselen
97
Het bericht openen
Houd het meldingengebied van de statusbalk aangetikt en schuif omlaag om
het meldingenvenster te openen. Tik op het nieuwe bericht om het te bekijken.
Tik in de berichtenlijst op een SMS- of MMS-berichtenreeks om deze te openen.
Als u wilt teruggaan naar de berichtenlijst vanuit een SMS- of MMS-berichtenreeks,
drukt u op en tikt u op All threads (Alle berichtreeksen).
Een SMS- of MMS-bericht in een reeks beantwoorden
1.
Tik in de berichtenlijst op een SMS- of MMS-berichtenreeks om deze te openen.
2. Navigeer naar het tekstvak onder aan het scherm, voer het antwoord in en tik
op Send (Verzenden) of druk op .
Voer hier uw
antwoord in.
Tik hierop om het bericht te openen.
Tik hierop om
uw antwoord
te verzenden.
Tip Als u een SMS-bericht wilt beantwoorden met een MMS-bericht, drukt
u op en tikt u op Add subject (Onderwerp toevoegen) of Attach
(Bijvoegen). Het bericht wordt automatisch geconverteerd naar een
MMS-bericht.
Een SMS- of MMS-berichtenreeks verwijderen
1.
Tik in de berichtenlijst op de SMS- of MMS-berichtenreeks die u wilt verwijderen.
Berichten uitwisselen
98
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u de gehele reeks wilt verwijderen, drukt u op en tikt u op Delete
thread (Reeks verwijderen). Wanneer wordt gevraagd of u de gehele reeks
wilt verwijderen, tikt u op OK.
Als u een bericht in een reeks wilt verwijderen, houdt u het bericht aangetikt
dat u wilt verwijderen en tikt u op Delete message (Bericht verwijderen) in
het optiemenu en tikt u op OK.
3.
Als u alle berichtenreeksen wilt verwijderen, drukt u op TERUG om terug te gaan
naar de berichtenlijst, drukt u op en tikt u op Delete threads (Alle reeksen
verwijderen).
MMS-berichten weergeven
1.
Tik in de berichtenlijst op een MMS-berichtenreeks om deze te openen.
2.
Tik op Play (Afspelen) om de MMS te bekijken.
Opmerkingen
Wanneer Auto-retrieve (Automatisch ophalen) is
uitgeschakeld in de MMS-instellingen, wordt alleen de
berichtkop gedownload. Als u het gehele bericht wilt
downloaden, tikt u op Download (Downloaden).
Wanneer het bericht is gedownload, tikt u op Play (Afspelen)
om het bericht te bekijken. Zie “Instellingen voor SMS- en MMS-
berichten aanpassen” later in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Als u zich zorgen maakt over de grootte van de
gegevensdownloads, controleert u de grootte van een
MMS-bericht voordat u het downloadt.
Werken met berichtenlijsten en berichtenreeksen
U hebt de volgende mogelijkheden in de berichtenlijst of in een berichtenreeks:
Links in messages
(Koppelingen in
berichten)
Als een bericht een koppeling naar een webpagina bevat, tikt
u op de koppeling om de browser te openen en de webpagina
te bekijken. Als het bericht een telefoonnummer bevat dat u wilt
opslaan in uw contactpersonen, tikt u op het telefoonnummer om
het tabblad Dialer (Kiezer) te openen, drukt u op en tikt u op
Add to contacts (Toevoegen aan contacten)
Berichten uitwisselen
99
Delivery problems
(Bezorgings-
problemen)
Er is een bezorgingsprobleem opgetreden wanneer een bericht
dat u hebt verzonden, met dit pictogram wordt weergegeven.
Houd het bericht aangetikt en tik op View (Weergeven) om het
bericht te bewerken, opnieuw te verzenden of te verwijderen.
Undelivered
messages
(Onafgeleverde
berichten)
Als u minstens één onafgeleverd bericht hebt, kunt u in de
berichtenlijst op drukken en op Undelivered messages
(Onafgeleverde berichten) tikken om alle onafgeleverde
berichten te bekijken.
View message
details
(Berichtdetails
weergeven)
U kunt de details van een bepaald bericht bekijken. Houd in de
berichtenreeks het bericht aangetikt om het optiemenu te openen
en tik op View message details (Berichtdetails weergeven).
View message
delivery report
(Bezorgings-
rapport
van bericht
weergeven)
Als een bericht een bezorgingsrapport bevat (hiervoor moet u Delivery
report (Bezorgingsrapport) hebben ingeschakeld in de SMS/MMS-
instellingen), kunt u dit rapport lezen in de berichtenreeks. Houd in de
berichtenreeks het bericht met het bezorgingsrapportpictogram ( )
aangetikt en tik op View report (Bezorgingsrapport weergeven) in het
optiemenu. Zie het volgende gedeelte voor meer informatie over het
ontvangen van bezorgingsrapporten.
Instellingen voor SMS- en MMS-berichten aanpassen
Als u instellingen voor SMS- en MMS-berichten wilt aanpassen, drukt u in de
berichtenlijst op en tikt u op Settings (Instellingen). U kunt de volgende
opties instellen:
SMS Settings (Sms-Instellingen)
Delivery report
(Bezorgings-
rapporten)
Selecteer deze optie als u een rapport wilt ontvangen over de
bezorgingsstatus van uw SMS-bericht.
Manage SIM card
messages (Berichten
op de SIM-kaart
beheren)
Selecteer deze instelling om berichten op uw SIM-kaart te bekijken,
te verwijderen of te kopiëren naar het telefoongeheugen.
Berichten uitwisselen
100
MMS Settings (MMS-Instellingen)
Delivery report
(Bezorgings-
rapporten)
Selecteer deze optie als u een rapport wilt ontvangen over de
bezorgingsstatus van uw MMS-bericht.
Read reports
(Leesrapporten)
Selecteer deze optie als u een rapport wilt ontvangen of elke
ontvanger het bericht heeft gelezen of zonder te lezen heeft
verwijderd.
Auto-retrieve
(Automatisch
ophalen)
Selecteer deze optie als u alle MMS-berichten automatisch wilt
ophalen (zowel de berichtkop als het bericht zelf worden naar
uw telefoon gedownload). Als u dit selectievakje uitschakelt,
worden alleen de berichtkoppen opgehaald en weergegeven in
de berichtenlijst. U kunt het volledige bericht ophalen door op
de knop Download (Downloaden) in de berichtkop te tikken.
Wanneer het bericht is gedownload, tikt u op Play (Afspelen)
om het bericht te bekijken.
Roamingauto-
retrieve (Roaming
automatisch ophalen)
Als u de berichtkoppen wilt downloaden tijdens roaming,
schakelt u deze optie uit. Als u dit selectievakje inschakelt,
worden de MMS-berichten ook gedownload tijdens roaming.
Notification settings (Meldingsinstellingen)
Notifications
(Meldingen)
Selecteer deze optie als u een melding (voor SMS- of MMS-
berichten) in de statusbalk wilt ontvangen wanneer u een nieuw
bericht ontvangt.
Select ringtone
(Beltoon selecteren)
Als u wilt dat de telefoon een beltoon afspeelt wanneer u een
nieuw bericht ontvangt, tikt u op deze optie en selecteert
u een beltoon speciaal voor nieuwe SMS- en MMS-berichten.
De beltoon wordt kort afgespeeld wanneer u deze selecteert.
Vibrate (Trillen)
Selecteer deze optie als u wilt dat de telefoon trilt wanneer u een
nieuw bericht ontvangt.
Berichten uitwisselen
101
6.2 Soorten e-mailaccounts
U kunt de volgende soorten e-mailaccounts instellen op uw telefoon:
Google Mail
Externe POP3- of IMAP-e-mailaccounts, zoals Yahoo!
®
Mail, AOL, en meer.
6.3 Google Mail
Google Mail groepeert elk bericht dat u verzendt met alle reacties die u ontvangt.
Deze conversatielijst wordt steeds langer wanneer een nieuw antwoord wordt
verzonden, zodat u steeds de berichten in context kunt zien. Dergelijke conversaties
worden ook wel berichtenreeksen genoemd. Bij een nieuw bericht of een wijziging
in het onderwerp van een huidig bericht wordt een nieuwe reeks gestart.
Google Mail openen
Druk op BEGIN, tik op het tabblad Applications (Toepassingen) en tik op
Google Mail. Het postvak IN met ontvangen berichten wordt weergegeven. Het
postvak IN is de standaardweergave van Google Mail. Alle e-mailberichten die op
uw telefoon worden ontvangen, worden naar het postvak IN bezorgd.
Schuiven door de berichtenlijst:
Schuif met uw vinger omhoog/
omlaag op het scherm.
Rol de TRACKBALL omhoog/
omlaag.
Ongelezen
berichten worden
vet weergegeven
Labels worden in een
gekleurde rechthoek
weergegeven, links van
de datum waarop u het
label hebt toegevoegd.
Zie “Labels toewijzen aan
e-mailberichten” in dit
hoofdstuk.
Bericht met een ster.
Zie “Labels met een
ster toewijzen aan
e-mailberichten”
in dit hoofdstuk.
Label (map) en
aantal ongelezen
e-mailberichten
Berichten uitwisselen
102
E-mailberichten maken en verzenden
Een e-mailbericht maken en verzenden
Druk in de lijst met berichten op MENU en tik op Compose (Opstellen).
Open het toetsenbord en voer de ontvangers van het bericht in door een
naam of e-mailadres in het veld To (Aan) te typen. Wanneer u het
e-mailadres invoert, worden overeenkomende contactpersonen op het scherm
weergegeven. Selecteer de ontvanger of voer het gehele adres in.
U kunt zoveel berichtontvangers toevoegen als u wilt.
Opmerking
Als u een CC (kopie, carbon copy) of een BCC (blinde kopie, blind
carbon copy) van het e-mailbericht naar andere ontvangers wilt
verzenden, drukt u op en tikt u op Add Cc/Bcc (CC/BCC
toevoegen). Voer de ontvangers van het bericht in de velden CC
en/of BCC in.
3.
Voer een onderwerp in en stel het bericht op.
4.
Als u een afbeeldingsbijlage wilt toevoegen, drukt u op en tikt u op Attach
(Bijvoegen). Selecteer de afbeelding die u wilt koppelen en tik op OK. Als u de
bijlage wilt verwijderen, tikt u op naast de bestandsnaam.
Voer hier uw bericht in.
Tik hierop om
de bijlage te
verwijderen.
Ontvanger van bericht
Onderwerp van bericht
Bijlage
5. Tik op Send (Verzenden) of druk op en tik op Send (Verzenden).
Opmerking
Tik op Save as draft (Opslaan als concept) of druk op de knop TERUG
om het bericht op te slaan als concept. Als u uw conceptberichten wilt
bekijken, drukt u in de berichtenlijst in het postvak IN op en tikt u op
View labels (Labels weergeven) > Drafts (Concepten).
1.
2.
Berichten uitwisselen
103
Een handtekening toevoegen aan berichten
U kunt een handtekening toevoegen aan elk e-mailbericht dat u verzendt.
Druk in de lijst met berichten op en tik op Settings (Instellingen).
Tik op Signature (Handtekening).
Voer uw handtekening in het tekstvak in en tik op OK.
Een e-mailbericht beantwoorden of doorsturen
Markeer of open een bericht en schuif omlaag naar het einde van de
conversatie.
Berichtopties. Tik hierop
als u het bericht wilt
beantwoorden (afzender
of alle ontvangers) of
doorsturen.
Reeksopties. Tik hierop als
u de gehele berichtenreeks
wilt archiveren, verwijderen
of een label wilt toewijzen.
2. Tik op Reply (Beantwoorden), Reply to all (Allen beantwoorden) of Forward
(Doorsturen).
Opmerking
Controleer of u de optie voor beantwoorden of doorsturen
correct hebt geselecteerd voordat u doorgaat.
3.
Voer uw antwoordbericht in en tik op Send (Verzenden).
1.
2.
3.
1.
Berichten uitwisselen
104
E-mailberichten lezen en ontvangen
Afhankelijk van de meldingsinstellingen speelt de telefoon een beltoon af of geeft
het bericht kort weer in de statusbalk wanneer u een nieuw e-mailbericht ontvangt.
Er wordt ook een pictogram voor een nieuw e-mailbericht ( ) weergegeven in
het meldingengebied van de statusbalk om het nieuwe e-mailbericht te melden.
Zie “Nieuwe e-mailmeldingen instellen” later in dit hoofdstuk voor meer informatie
over instellingen voor e-mailmeldingen.
Het e-mailbericht openen
Voer een van de volgende handelingen uit:
Houd het meldingengebied van de statusbalk aangetikt en schuif omlaag om het
meldingenvenster te openen. Tik op het nieuwe e-mailbericht om het te bekijken.
Tik in het postvak IN van Google Mail op een conversatie om deze te openen.
Berichten openen of samenvouwen
Wanneer u een conversatie opent om deze te lezen, wordt het onderwerp in een
vak boven aan het scherm weergegeven en wordt het nieuwste bericht onder aan
de reeks weergegeven.
Alle gelezen berichten zijn samengevouwen.
Als u alle koppen van gelezen berichten wilt
uitvouwen, tikt u op de kop X read messages
(X gelezen berichten).
Wanneer de gelezen berichten
zijn uitgevouwen, worden
hun afzonderlijke koppen
weergegeven.
Tik op de kop om de
berichttekst te openen
of samen te vouwen.
Tik op een kop
om het bericht te
openen of samen
te vouwen.
Onderwerp
van bericht
Berichten uitwisselen
105
Een conversatie als spam, gelezen of ongelezen markeren
Houd in de berichtenlijst de conversatie aangetikt om het optiemenu te openen.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Tik op Report spam (Spam melden).
Tik naar wens op Mark read (Markeren als gelezen) of Mark unread
(Markeren als ongelezen). Ongelezen berichten worden vet weergegeven.
Een conversatie archiveren
Houd in de berichtenlijst de conversatie aangetikt en tik op Archive (Archief) om
het optiemenu te openen.
Tip Als u uw gearchiveerde berichten wilt bekijken, drukt u in de berichtenlijst
in het postvak IN op en tikt u op View labels (Labels weergeven) >
All mails (Alle mail).
Labels toewijzen aan e-mailberichten
U kunt uw e-mailberichten ordenen door uw berichtenreeksen of afzonderlijke
berichten een label te geven. U kunt de lijst met conversaties ook filteren en
alleen conversaties weergeven met een specifiek label. U kunt zoveel labels
maken als u wilt en zoveel labels toepassen op een conversatie als u wilt.
Labels met een ster toewijzen aan e-mailberichten
Een ster ( ) is een speciaal systeemlabel. U kunt sterren gebruiken om belangrijke
conversaties te markeren. Andere systeemlabels zijn Inbox (Postvak IN), Sent
(Verzonden), Outbox (Postvak UIT), Drafts (Concepten) en All Mail (Alle mail).
U kunt een ster toewijzen aan een gehele conversatie of aan een afzonderlijk bericht
binnen een conversatie.
Voer een van de volgende handelingen uit in een berichtenlijst:
Houd een conversatie aangetikt en tik op Add star (Ster toevoegen). Als
de berichtenreeks al een ster heeft en u deze wilt verwijderen, houdt u de
conversatie aangetikt en tikt u op Remove star (Ster verwijderen).
1.
2.
Berichten uitwisselen
106
Tik op een conversatie om deze te openen en te lezen. Tik op de berichtkop
om het bericht uit te vouwen en tik op de ster om een label toe te voegen aan
het bericht. Tik nogmaals op de ster als u het sterlabel wilt verwijderen.
Een conversatielabel wijzigen of verwijderen
Houd in de berichtenlijst een conversatie aangetikt en selecteer Change labels
(Labels veranderen) in het menu.
Het menu Labels wordt weergegeven. Labels die al zijn toegepast, worden
met een gemarkeerd; nog niet toegepaste labels worden met een
gemarkeerd.
Tik op het label om het toe te passen op of te verwijderen uit de conversatie en
tik op OK om terug te gaan naar de berichtenlijst.
Conversaties filteren op label
Druk in de lijst met berichten op en tik op View labels (Labels weergeven).
Tik op het label van de conversaties die u wilt weergeven. De berichtenlijst wordt
gefilterd om alleen de berichten te tonen met het label dat u hebt geselecteerd.
Opmerking
U kunt ook selecteren welke conversaties u wilt weergeven
in de mappen Sent (Verzonden), Outbox (Postvak UIT),
Drafts (Concepten) en All Mail (Alle mail).
3.
Druk op TERUG om terug te gaan naar het postvak IN.
Labels selecteren voor synchronisatie
U kunt kiezen welke berichten worden gesynchroniseerd op basis van de labels die
u aan de berichten hebt toegewezen. Door het aantal e-mailberichten te beperken
dat regelmatig wordt gesynchroniseerd, houdt u het netwerkgegevensverkeer
binnen de perken.
Druk in een lijst met berichten op en tik op Settings (Instellingen).
1.
2.
3.
1.
2.
1.
Berichten uitwisselen
107
Tik op Labels om het labelscherm te openen. Behalve de labels die u hebt
gemaakt, worden ook alle systeemlabels (Inbox (Postvak IN), Starred (Met
ster), Chats, Sent (Verzonden), Spam en Trash (Prullenbak)) weergegeven.
Tik op een label om door de volgende synchronisatieopties te gaan: Sync recent
(Recente synchroniseren), Sync all (Alles synchroniseren) of Never (Nooit)
(er wordt geen synchronisatieoptie weergegeven).
Opmerking Zie “Synchronisatie van toepassingen beheren” in hoofdstuk
4 voor meer informatie over het in- of uitschakelen van de
synchronisatie van het postvak IN.
E-mailberichten zoeken
U kunt naar een specifiek e-mailbericht zoeken op afzender, woord in het
onderwerp of label.
Druk in een lijst met berichten op en tik op Search (Zoeken).
Voer het zoekwoord in het vak in en tik op Search (Zoeken).
Nieuwe e-mailmeldingen instellen
U kunt een melding ontvangen wanneer u een nieuw e-mailbericht ontvangt:
Druk in een lijst met berichten op en tik op Settings (Instellingen).
Voer een van de volgende handelingen uit:
Schakel het selectievakje Email notifications (E-mailmeldingen) in als u een
melding in de statusbalk wilt weergeven wanneer u een nieuw bericht ontvangt.
Tik op Select ringtone (Beltoon selecteren) als u wilt dat de telefoon een
beltoon afspeelt wanneer u een nieuw e-mailbericht ontvangt. Selecteer in het
beltoonmenu een beltoon speciaal voor nieuwe e-mailberichten. De beltoon
wordt kort afgespeeld wanneer u deze selecteert. Als u geen beltoon wilt laten
afspelen wanneer u een nieuw e-mailbericht ontvangt, selecteert u Silent (Stil).
Schakel het selectievakje Vibrate (Trillen) in als u wilt dat de telefoon trilt
wanneer u een nieuw e-mailbericht ontvangt.
2.
3.
1.
2.
1.
2.
Berichten uitwisselen
108
Sneltoetsen in Google Mail
Lijst met berichten
De berichtenlijst vernieuwen
Druk op +u
Een nieuw bericht opstellen
Druk op + c
Conversatie openen om te lezen
Druk op
Conversatie archiveren
Druk op + y
Naar begin van lijst gaan
Druk op en rol de TRACKBALL omhoog
Naar eind van lijst gaan
Druk op en rol de TRACKBALL omlaag
Pagina omlaag
Druk op
Pagina omhoog
Druk op +
Scherm voor lezen bericht/conversatie
Laatste bericht in conversatie
beantwoorden
Druk op + r
Laatste bericht in conversatie aan allen
beantwoorden
Druk op + a
Laatste bericht in conversatie doorsturen
Druk op + f
Conversatie archiveren
Druk op + y
Berichten uitwisselen
109
6.4 Externe e-mailaccounts
Met behulp van de e-mailwizard van uw telefoon kunt u berichten verzenden
en ontvangen van maximaal vijf (5) externe POP3- of IMAP-e-mailaccounts van
populaire webproviders zoals Yahoo!
®
Mail Plus, AOL, en meer.
Een externe e-mailaccount toevoegen
Druk op BEGIN, tik op het tabblad Applications (Toepassingen) en selecteer
Email (E-mail). Het scherm voor het instellen van de e-mailaccount wordt
weergegeven.
Tik op Next (Volgende).
Open het toetsenbord om uw e-mailadres en wachtwoord in te voeren.
Opmerkingen Als u deze e-mailaccount wilt gebruiken voor alle uitgaande
e-mail, selecteert u de optie Send email from this account by
default (E-mail standaard vanaf dit account verzenden).
Als u instellingen voor de e-mailaccount, zoals de e-mailserver,
het protocol, enzovoort handmatig wilt invoeren, tikt u op
Manual setup (Handmatig instellen).
4.
Tik op Next (Volgende). De wizard stelt uw externe e-mailaccount automatisch in.
5. Wanneer de accountinstellingen zijn gecontroleerd, tikt u op Finish (Voltooien)
om het postvak IN van de e-mailaccount weer te geven.
Opmerking
Als u meer accounts wilt toevoegen, gaat u terug naar het
scherm voor het instellen van de e-mailaccount, drukt u op
MENU en tikt u op Add account (Account toevoegen).
6. Druk in het postvak IN van de account op en tik op Refresh (Vernieuwen)
om het postvak IN bij te werken.
1.
2.
3.
Berichten uitwisselen
110
E-mailberichten van uw externe e-mailaccount beheren
Een e-mailbericht opstellen en verzenden
1.
Druk in het postvak IN op en tik op Compose (Opstellen).
2. Open het toetsenbord en voer de ontvangers van het bericht in door een naam
of e-mailadres in het veld To (Aan) te typen. Wanneer u het e-mailadres invoert,
worden overeenkomende contactpersonen op het scherm weergegeven.
Selecteer de ontvanger of voer het gehele adres in. U kunt zoveel
berichtontvangers toevoegen als u wilt.
3. Voer het onderwerp en de berichttekst in.
4. Tik op Send (Verzenden).
Opmerking
Tik op Save as draft (Opslaan als concept) of druk op de knop
TERUG om het bericht op te slaan als concept.
Berichten sorteren
1.
Druk in het postvak IN op en tik op Sort messages (Berichten sorteren)
om het sorteermenu te openen.
2. Selecteer een van de volgende sorteeropties:
Date (Datum) (oplopend). Hiermee worden uw e-mailberichten gesorteerd
op de datum waarop ze zijn ontvangen.
Subject (Onderwerp). Hiermee worden uw e-mailberichten op onderwerp
en in alfabetische volgorde gesorteerd.
Sender (Afzender). Hiermee worden uw e-mailberichten op afzender en in
alfabetische volgorde gesorteerd.
Een bericht verwijderen
1.
Tik in het postvak IN op een bericht om het te openen en te lezen.
2. Gebruik uw vinger of de TRACKBALL om omlaag te schuiven naar het eind
van het bericht en tik op Delete (Verwijderen). Uw bericht wordt verplaatst
naar de map Trash (Prullenbak).
3.
Nadat u een bericht naar de Prullenbak hebt verplaatst, wordt de map Prullenbak
weergegeven in het accountscherm. Als u de Prullenbak wilt legen, drukt u in het
accountscherm of de Prullenbak op MENU en tikt u op Empty Trash (Prullenbak
leegmaken).
Berichten uitwisselen
111
Een externe e-mailaccount bewerken of verwijderen
U kunt altijd een externe e-mailaccount op uw telefoon bewerken of verwijderen.
1.
Druk op BEGIN, tik op het tabblad Applications (Toepassingen) en selecteer
Email (E-mail). Het accountscherm wordt weergegeven.
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Houd de account aangetikt die u wilt verwijderen en tik op Remove account
(Account verwijderen). Wanneer hierom wordt gevraagd, tikt u op OK.
Houd de account aangetikt die u wilt bewerken en tik op Account settings
(Accountinstellingen). Zie het volgende gedeelte voor meer informatie.
Instellingen voor externe e-mailaccounts aanpassen
U kunt de instellingen voor uw externe e-mailaccounts aanpassen.
Druk op BEGIN, tik op het tabblad Applications (Toepassingen) en selecteer
Email (E-mail).
Houd een e-mailaccount aangetikt op het scherm en tik op Account settings
(Accountinstellingen). De accountinformatie wordt weergegeven en kan
worden bewerkt.
Pas de volgende instellingen naar voorkeur aan.
Check for new email
every (Frequentie
voor controleren van
e-mail)
Tik op het vervolgkeuzemenu om in te stellen hoe vaak u uw
externe e-mailaccount wilt controleren op nieuwe berichten.
Selecteer Don’t check automatically (Niet automatisch
controleren) als u uw e-mail handmatig wilt controleren door
op de knop Refresh (Vernieuwen) in het menu te tikken.
Send email from this
account by default
(E-mail standaard
vanaf dit account
verzenden)
Selecteer deze optie als u deze account elke keer wilt
gebruiken dat u een e-mail met uw telefoon verzendt.
1.
2.
3.
Berichten uitwisselen
112
Notify me when email
arrives (Melding bij
binnenkomst van
e-mail)
Selecteer deze optie als u wilt dat een pictogram voor een
nieuw bericht ( ) wordt weergegeven in de statusbalk
wanneer u een nieuw e-mailbericht ontvangt in het Postvak
IN van uw externe account.
Incoming server
settings (Inkomende
berichtinstellingen)
Tik hierop om de accountinstellingen van de inkomende
server te bewerken, zoals gebruikersnaam en wachtwoord,
POP3-server, poort, en meer.
Outgoing message
settings (Uitgaande
berichtinstellingen)
Tik hierop om de accountinstellingen van de uitgaande server
te bewerken, zoals SMTP-server, poort, beveiligingstype,
en meer.
Add another account
(Ander account
toevoegen)
Tik hierop om een nieuwe externe e-mailaccount toe te voegen.
U kunt tot vijf externe POP3- of IMAP-e-mailaccounts toevoegen.
4. Tik op Done (Gereed) om uw wijzigingen op te slaan.
6.5 Berichten
U kunt Google Talk gebruiken om expresberichten naar uw vrienden te
verzenden. Maak een Google Mail-account of meld u aan bij uw account wanneer
u de telefoon de eerste keer instelt. Druk op HOME (BEGIN), tik op het tabblad
Applications (Toepassingen) en tik op IM om Google Talk te openen. Het aantal
open chats wordt naast de accountnaam weergegeven. U kunt zoveel open
chats hebben als u wilt. Tik op uw Google Talk-account op het scherm om de
vriendenlijst weer te geven.
Berichten uitwisselen
113
Online status.
Beschikbaar
Niet-actief
Bezet
Offline
Open chats. Tik op
een tekstvak om
het chatscherm te
openen en te chatten
met uw vriend.
Vriendenlijst
Tik hierop om uw
foto te wijzigen
Tik hierop om uw
online status te wijzigen.
Tik hierop om uw
statusbericht te wijzigen.
Een nieuwe vriend toevoegen
U kunt een vriend toevoegen die in Contacten is opgeslagen of een nieuwe vriend
uitnodigen.
Opmerking
Als u wilt chatten met vrienden die Google Talk gebruiken, kunt
u vrienden uitnodigen met een bestaande Google Mail-account.
Druk in de vriendenlijst op MENU en tik op Add friend (Vriend toevoegen).1.
Berichten uitwisselen
114
Open het toetsenbord en voer de IM-account of het e-mailadres van de
contactpersoon in.
Opmerking
Wanneer u een vriend toevoegt met een IM-account die in de lijst
met contactpersonen is opgeslagen, worden overeenkomende
contactpersonen op het scherm weergegeven wanneer u de
informatie invoert. Zie “Contactpersonen” in hoofdstuk 5 voor
meer informatie over het toevoegen van IM-gegevens aan een
contactpersoon.
3.
Tik op Send invitation (Uitnodiging verzenden).
Uitnodigingen bekijken en accepteren
Druk in de vriendenlijst op MENU en tik op Invites (Uitnodigingen). U ziet alle
chatuitnodigingen die u hebt verzonden en ontvangen.
Tik op een uitnodiging die in behandeling is en tik op Accept (Accepteren) of
Decline (Weigeren).
Opmerking
Wanneer de persoon die u hebt uitgenodigd om te chatten de
uitnodiging accepteert, verdwijnt de uitnodiging uit de lijst.
Uw status wijzigen
U kunt uw online status wijzigen en uw statusberichten aanpassen.
Als u uw online status wilt wijzigen, tikt u op het statuspictogram naast uw naam
en selecteert u de gewenste status in het menu.
Als u uw statusbericht wilt aanpassen, tikt u op het tekstvak rechts van het
statuspictogram, voert u uw statusbericht in en drukt u op .
Vrienden beheren
Vrienden worden primair gesorteerd op online status: actieve chats, online,
bezet of offline. Binnen de statusgroepering worden ze vervolgens geordend
in alfabetische volgorde.
2.
1.
2.
Berichten uitwisselen
115
Standaard worden alleen de vrienden met wie u het vaakst communiceert (de
meest populaire vrienden) in de vriendenlijst weergegeven. Als u alle vrienden
wilt weergeven, drukt u op MENU en tikt u op All friends (Alle vrienden). Als u
alleen de meest populaire vrienden wilt weergeven, drukt u op MENU en tikt u op
Most popular (Meest bekeken).
Een vriend in de lijst zoeken
Voer in de vriendenlijst de naam van uw vriend in. De lijst wordt gefilterd en bevat
alleen vrienden met de naam die u hebt ingevoerd.
Een vriend blokkeren
U kunt een vriend blokkeren zodat deze u geen berichten kan sturen. Wanneer
een vriend wordt geblokkeerd, wordt deze tevens uit uw vriendenlijst verwijderd.
Houd in de berichtenlijst de naam van de vriend aangetikt om het optiemenu
te openen.
Tik op Block friend (Vriend blokkeren). De vriend wordt verwijderd uit de
vriendenlijst en toegevoegd aan de lijst met geblokkeerde vrienden.
Opmerking
Als u de blokkering van een vriend wilt opheffen, drukt u in de
vriendenlijst op MENU en tikt u op Blocked (Geblokkeerd).
Tik op de naam van de vriend waarvan u de blokkering wilt
opheffen en tik op OK.
Een vriend vastpinnen
U kunt een vriend “vastpinnen” zodat u zeker weet dat de vriend altijd wordt
weergegeven in de lijst met meest populaire vrienden.
Houd in de berichtenlijst de naam van de vriend aangetikt om het optiemenu
te openen.
1.
2.
1.
Berichten uitwisselen
116
Tik op Pin friend (Vriend vastpinnen).
Opmerking
Als u het vastpinnen van een vriend ongedaan wilt maken, houdt
u de betreffende vriend aangetikt en tikt u op Unpin friend (Vriend
loshalen) in het menu.
Een vriend in de lijst met meest populaire vrienden weergeven
Houd in de berichtenlijst de naam van de vriend aangetikt om het optiemenu
te openen.
Tik op Show friend (Vriend weergeven).
Opmerking
Als u niet wilt dat een vriend wordt weergegeven in de lijst met meest
populaire vrienden, houdt u de naam van de vriend aangetikt en tikt
u op Hide friend (Vriend verbergen) in het menu.
Indicatoren voor mobiele telefoon
Bekijk in de vriendenlijst het pictogram dat het meest rechts van de naam van
uw vriend wordt weergegeven. Dit pictogram ( ) geeft aan dat de vriend zich
heeft aangemeld via een Android-telefoon en dit pictogram ( ) geeft aan dat de
vriend zich heeft aangemeld via een mobiele telefoon.
Wanneer geen pictogram wordt weergegeven, betekent dit dat de vriend zich de
laatste keer heeft aangemeld via een computer.
U kunt ook instellen dat in de vriendenlijst van anderen wordt weergegeven welk
type mobiele apparaat u gebruikt. Ga hiervoor als volgt te werk:
Druk in de vriendenlijst op MENU en tik op More (Meer) > Settings (Instellingen).
Selecteer de optie Mobile indicator (Mobile indicator) en druk op TERUG.
Het indicatorpictogram voor mobiele telefoons wordt naast uw naam
weergegeven in de vriendenlijst van anderen zodat ze weten welk type
mobiele apparaat u gebruikt. Raadpleeg de indicatorpictogrammen die
hierboven worden beschreven.
2.
1.
2.
1.
2.
Berichten uitwisselen
117
Chatten met vrienden
Als u een chat wilt starten, tikt u op een vriend in de vriendenlijst of markeert u de
vriend via de TRACKBALL en drukt u op . Het chatscherm wordt geopend.
Tik hierop om uw bericht te verzenden.Voer hier uw bericht in.
Tijdstempel
Chatscherm
2. Typ het bericht in met behulp van het toetsenbord.
3. Als u een smiley wilt invoegen, drukt u op MENU en tikt u op Insert smiley
(Smiley invoegen). Tik op een smiley om deze in te voegen in het bericht.
4. Wanneer u klaar bent, tikt u op Send (Verzenden) of drukt u op .
Opmerking Er wordt een tijdstempel weergegeven in het chatvenster na elke
minuut van inactiviteit.
Actieve chats bekijken
Vrienden met wie u actief chat, worden aangegeven in de vriendenlijst. Tik op
een actieve chat om het chatscherm te openen. Zie “Chatten met vrienden” in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
1.
Berichten uitwisselen
118
Schakelen tussen actieve chats
Als u meerdere actieve chats hebt, kunt u
tussen de chats schakelen door op MENU te
drukken en op Switch chats (Chats wisselen)
te tikken in een chatscherm of de vriendenlijst.
Tik in het paneel dat wordt geopend op de
chat waaraan u wilt deelnemen.
Tik hierop om het chatten te
schakelen naar deze vriend.
Een chat sluiten
Voer een van de volgende handelingen uit:
Houd in de vriendenlijst de naam van een vriend met een actieve chat aangetikt
om het optiemenu te openen en tik op End chat (Chat beëindigen).
Druk binnen een chatscherm op en tik op Close chat (Chat sluiten).
Een groepchat starten
U kunt meerdere vrienden uitnodigen voor een chat vanuit het scherm van een
bestaande chat.
Druk in het chatscherm op en tik op Add friend to chat (Vriend toevoegen
aan chat).
Tik op de extra vriend die u wilt uitnodigen.
Wanneer de extra vriend deelneemt aan de chat, wordt een melding van een
groepchat weergegeven in het chatscherm die alle deelnemers kunnen zien.
Een groepchat sluiten
Als u de groepchat wilt sluiten, drukt u op en tikt u op Close chat (Chat sluiten).
U gaat terug naar uw vriendenlijst.
Afmelden
Druk in de vriendenlijst op en tik op More (Meer) > Sign out (Afmelden).
1.
2.
Berichten uitwisselen
119
IM-instellingen aanpassen
De melding voor nieuwe expresberichten instellen
U kunt instellen dat het apparaat een geluid afspeelt, trilt of een melding
weergeeft in de statusbalk wanneer u een nieuw expresbericht ontvangt.
Druk in de vriendenlijst op MENU en tik op More (Meer) > Settings (Instellingen).
Voer een van de volgende handelingen uit:
Schakel het selectievakje IM notifications (IM-meldingen) in als u een
melding ( ) in de statusbalk wilt weergeven wanneer u een nieuw
expresbericht ontvangt.
Tik op Select ringtone (Beltoon selecteren) als u wilt dat de telefoon een
beltoon afspeelt wanneer u een nieuw expresbericht ontvangt. Selecteer
de gewenste beltoon in het menu met beltonen. De beltoon wordt kort
afgespeeld wanneer u deze selecteert. Als u geen beltoon wilt laten afspelen
wanneer u een nieuw expresbericht ontvangt, selecteert u Silent (Stil).
Schakel het selectievakje Vibrate (Trillen) in als u wilt dat de telefoon trilt
wanneer u een nieuw bericht ontvangt.
Automatisch aanmelden
U kunt automatisch aanmelden bij uw Google Talk-account wanneer u de
telefoon inschakelt.
Druk in de vriendenlijst op MENU en tik op More (Meer) > Settings (Instellingen).
Schakel het selectievakje Automatically sign in (Automatisch aanmelden) in.
Druk op TERUG om de instelling op te slaan.
1.
2.
1.
2.
3.
Berichten uitwisselen
120
121
Hoofdstuk 7 Verbinding maken
7.1 Manieren om verbinding te maken met
internet
Dankzij de netwerkmogelijkheden van de T-Mobile G1 hebt u toegang tot internet
via een van de volgende verbindingen.
GPRS, 3G of EDGE
Wi-Fi
GPRS/3G
De GPRS/3G-instellingen zijn al geconfigureerd op de T-Mobile G1 en de
telefoon is dus geschikt voor het gebruik van de GPRS/3G-services van T-Mobile.
Opmerking
U kunt de GPRS/3G-instellingen van T-Mobile niet wijzigen.
Wi-Fi
Wi-Fi biedt draadloze internetverbinding over afstanden tot 100 meter. Als u Wi-Fi
wilt gebruiken op de T-Mobile G1, moet u toegang hebben tot een draadloos
toegangspunt of ‘hotspot’.
Opmerking
De beschikbaarheid en het bereik van Wi-Fi-signalen zijn afhankelijk
van het aantal, de infrastructuur en andere objecten waar het signaal
doorheen gaat.
Verbinding maken
122
Wi-Fi inschakelen
1.
Druk in het beginscherm op MENU en tik op Settings (Instellingen) > Wireless
controls (Draadloze bediening).
2. Schakel het selectievakje Wi-Fi in om Wi-Fi in te schakelen. De telefoon scant
naar beschikbare draadloze netwerken.
Opmerking Schakel het selectievakje Wi-Fi uit als u Wi-Fi wilt uitschakelen.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
Nadat Wi-Fi is ingeschakeld, scant de T-Mobile G1 naar beschikbare draadloze
netwerken in uw gebied.
1.
Tik in het scherm Draadloze bediening op Wi-Fi settings (Wifi-instellingen).
De namen en beveiligingsinstellingen (Open of WEP) van de gedetecteerde
draadloze netwerken worden onder de Wi-Fi-netwerken weergegeven. Tik op
het gewenste draadloze netwerk om verbinding te maken.
Opmerking
Wanneer u een open (niet-beveiligd) netwerk selecteert, wordt
u automatisch verbonden met het netwerk. U hoeft stap 2 niet
uit te voeren.
2. Voer de WEP-beveiligingssleutel in en tik vervolgens op Connect (Verbinden).
De volgende keer dat u de T-Mobile G1 gebruikt om draadloze netwerken
te detecteren, wordt niet meer gevraagd de netwerksleutel in te voeren voor
beveiligde draadloze netwerken waarmee u eerder verbinding hebt gemaakt
(tenzij u de T-Mobile G1 herstelt naar de fabrieksinstellingen waardoor alle
aangepaste instellingen op de telefoon worden gewist).
Opmerking
Wi-Fi-netwerken maken gebruik van zelfdetectie, wat betekent dat
er geen aanvullende stappen nodig zijn voor de T-Mobile G1 om
verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk. Voor bepaalde gesloten
draadloze netwerken kan het nodig zijn een gebruikersnaam en
wachtwoord op te geven.
Verbinding maken
123
De status van draadloze netwerken controleren
U kunt de huidige status van de draadloze verbinding controleren in de volgende
schermen van de T-Mobile G1:
Statusbalk
Wanneer uw telefoon verbinding heeft met een draadloos netwerk, wordt het
Wi-Fi-pictogram ( ) weergegeven in de statusbalk en ziet u de signaalsterkte
(aantal balken).
Wi-Fi-netwerken
Tik in het scherm Draadloze bediening op
Wi-Fi settings (Wifi-instellingen) en tik op
het draadloos netwerk waarmee de telefoon
momenteel verbinding heeft.
De naam, status, snelheid, signaalsterkte,
beveiliging en IP-configuratie van het
draadloze netwerk worden weergegeven.
Opmerking
Als u de instellingen van het
draadloze netwerk van de
telefoon wilt verwijderen, tikt u op
Forget (Vergeten). U moet in dat
geval de instellingen nogmaals
invoeren wanneer u verbinding
maakt met dit draadloze netwerk.
Verbinding maken met een ander draadloos netwerk
Tik in het scherm Draadloze bediening op Wi-Fi settings (Wifi-instellingen). De
namen en beveiligingsinstellingen van de beschikbare draadloze netwerken
worden onder de Wi-Fi-netwerken weergegeven. Tik op een ander draadloos
netwerk om verbinding te maken.
Verbinding maken
124
Tip Als u handmatig wilt scannen naar beschikbare draadloze netwerken, drukt
u in het scherm Wifi-instellingen op MENU en tikt u op Scan (Scannen).
Opmerking
Als het draadloze netwerk waarmee u verbinding wilt maken niet
in de lijst staat, schuift u omlaag en tikt u op Add a Wi-Fi network
(Wifi-netwerk toevoegen).
Voer de instellingen van het draadloze
netwerk in en tik op Save (Opslaan).
7.2 web’n’walk
Tik in het beginscherm op web’n’walk om rechtstreeks naar de website van
T-Mobile te gaan. Deze site kunt u gebruiken als uitgangspunt voor het surfen
op internet.
Opmerking Zie het volgende gedeelte voor meer informatie over het gebruik
van de browser.
Verbinding maken
125
7.3 De browser
Open de browser om te surfen op het web.
Opmerking
U moet een actieve gegevensverbinding (3G, GPRS) of draadloze
(Wi-Fi) netwerkverbinding hebben voor toegang tot internet.
De browser openen
Tik in het beginscherm op Browser (Verkenner). De browser Verkenner wordt
geopend met de startpagina van Google.
Werken met de browser
Open het toetsenbord in het
browserscherm en druk op om
naar een andere webpagina te gaan,
informatie te zoeken, een bladwijzer
toe te wijzen aan de pagina, naar
een andere geopende webpagina te
gaan, en meer.
Naar een webpagina gaan
Druk op en tik op Go to URL (Ga naar url).
Voer het adres van de webpagina in met het toetsenbord. Wanneer u het adres
invoert, worden overeenkomende adressen van webpagina's op het scherm
weergegeven. Tik op een adres om direct naar de webpagina te gaan of voer
het gehele webadres in.
Tik op Go (Ga naar) of druk op .
Tip
U kunt ook het adres van de webpagina direct in het browserscherm
invoeren. Zorg dat de cursor of het selectieteken zich niet in een tekstvak
op de webpagina bevindt en voer het adres van de webpagina in.
1.
2.
3.
Browser-menu
Verbinding maken
126
Informatie zoeken
Druk op en tik op Search (Zoeken).
Open het toetsenbord en voer de informatie in waarnaar u wilt zoeken.
Tik op Search (Zoeken) of druk op .
Een bladwijzer toewijzen aan de pagina die u bekijkt
Druk op en tik op Bookmarks (Bladwijzers).
Tik op New bookmark (Nieuwe bladwijzer).
Voer een naam in voor de pagina met de bladwijzer en tik op OK.
Tips
U kunt ook een bladwijzer toewijzen aan een koppeling binnen een
webpagina. Als u een bladwijzer wilt toewijzen aan een koppeling,
markeert u de koppeling met de TRACKBALL en houdt u de
TRACKBALL ingedrukt. Tik vervolgens op Bookmark link (Bladwijzer
van koppeling maken). Voer een naam in voor de koppeling met de
bladwijzer en tik op OK.
Zie “Bladwijzers beheren” verderop in dit hoofdstuk voor meer
informatie over bladwijzers.
Meerdere webpagina’s openen en bekijken
U kunt meerdere webpagina’s geopend houden door meerdere weergavevensters
te gebruiken. U kunt maximaal acht webpaginavensters tegelijk openen.
Druk in een webpaginavenster op en tik op Go to URL (Ga naar url).
Voer het adres van de nieuwe website in en tik op Go (Ga naar) of druk op
. De website die u momenteel bekijkt, wordt geminimaliseerd en de
nieuwe website wordt geopend.
Herhaal stap 1 en 2 als u meer webpagina's wilt openen.
Als u alle geopende webpagina's wilt weergeven, drukt u op en tikt u op
Window (Venster).
1.
2.
3.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
4.
Verbinding maken
127
Tik hierop om een
nieuwe webpagina
te openen.
Tik hierop om
de webpagina
te sluiten.
Tik hierop om de
webpagina in de
modus Volledig
scherm te bekijken.
Tip Wanneer u verschillende webpagina's hebt geopend, kunt u omhoog
schuiven in het scherm met de webpaginavensters of de TRACKBALL
omlaag rollen om meer vensters te bekijken.
5. Druk op TERUG om terug te gaan naar de vorige webpagina die u hebt bekeken.
Uw startpagina instellen
U kunt de startpagina instellen zodat de browser wordt geopend met uw favoriete
webpagina wanneer u de browser start.
Ga naar de webpagina die u wilt instellen als startpagina.
Druk op en tik op More (Meer) > Settings (Instellingen).
Het instellingenscherm wordt geopend.
Schuif omlaag en tik op Set home page (Startpagina instellen).
Opmerking
Als u een andere webpagina wilt instellen als startpagina,
vervangt u het adres van de webpagina in het dialoogvenster.
4.
Tik op OK.
Tip
Druk in een webpagina op + om naar uw startpagina te gaan.
1.
2.
3.
Verbinding maken
128
Webpagina’s weergeven
U kunt tijdens het bekijken van een webpagina gebruikmaken van de volgende
mogelijkheden om te zoomen en te navigeren.
In- en uitzoomen op een webpagina
Raak het scherm aan om de tab met zoomregelfuncties te openen.
Tip
U kunt de zoomregelfuncties ook openen door op te drukken en te
tikken op More (Meer) > Zoom (In-/uitzoomen).
Tik hierop om uit te zoomen
op de pagina.
Tab met zoomregelfuncties
Tik hierop om in te zoomen
op de pagina.
Navigeren op een webpagina
U kunt in elke gewenste richting met de TRACKBALL rollen of met uw vinger op
het scherm schuiven om te navigeren naar andere gedeelten van de webpagina.
U kunt ook de functie voor schalen en schuiven gebruiken. Schalen en schuiven
gebruiken:
Tik dubbel op het scherm of druk twee maal op de TRACKBALL om het
vergrootvenster te openen. De webpagina wordt uitgezoomd om op het
scherm te passen.
1.
Verbinding maken
129
Houd het vergrootvenster aangetikt en sleep het naar het gedeelte van de
pagina dat u beter wilt bekijken.
U kunt ook de TRACKBALL rollen om naar het vergrootvenster te gaan.
3.
Haal uw vinger van het scherm of druk op de TRACKBALL om de weergave
te vergroten.
Vergrootvenster
Webpagina’s openen in de weergavestand Liggend
U kunt instellen dat het scherm in de weergavestand Liggend blijft wanneer
u webpagina's bekijkt, zelfs wanneer u het toetsenbord sluit.
Druk terwijl het scherm in de weergavestand Staand staat op MENU en tik op
More (Meer) > Flip orientation (Ligging kantelen). De schermweergave wordt
ingesteld op Liggend.
Koppelingen, de geschiedenis en downloads beheren
Koppelingen in webpagina’s
U kunt door de koppelingen op een pagina navigeren met de TRACKBALL.
Wanneer u een koppeling markeert, wordt deze door een oranje vak omgeven.
Als u naar een koppeling wilt gaan, markeert u deze met de TRACKBALL.
Als u de koppeling wilt openen, drukt u op de TRACKBALL of tikt u op de
koppeling met uw vinger.
2.
Verbinding maken
130
De koppeling is
geselecteerd
De koppeling is
niet geselecteerd
Koppeling Handelingen
Adres webpagina
(URL)
Tik op de koppeling om de webpagina te openen.
Houd de koppeling aangetikt om het optiemenu te openen.
Hiermee kunt u de koppeling openen, een bladwijzer toewijzen,
kopiëren naar het klembord of delen via e-mail.
Telefoonnummers
Tik op een telefoonnummer om de Kiezer te openen en het
nummer te bellen of op te slaan in uw lijst met contactpersonen.
E-mailadressen
Tik op een e-mailadres om een e-mailbericht te verzenden.
Er wordt een scherm geopend waarin u het e-mailbericht kunt
schrijven. Het e-mailadres is al toegevoegd in het veld To (Aan).
U kunt het bericht schrijven en verzenden.
Houd het e-mailadres aangetikt om het optiemenu te openen
en tik op Copy (Kopiëren) om het e-mailadres naar het
klembord te kopiëren. U kunt het e-mailadres later plakken
wanneer u een nieuwe contactpersoon maakt of een nieuw
e-mailbericht verzendt.
Tip Wanneer koppelingen te klein zijn om er direct op het scherm op te
tikken, kunt u ze met de TRACKBALL markeren en vervolgens op de
TRACKBALL drukken om de koppeling te openen of de TRACKBALL
ingedrukt houden om een koppelingsoptie te selecteren.
Verbinding maken
131
Browsergeschiedenis
Het geschiedenisscherm geeft de laatste 250 websites weer die u hebt bezocht.
Een webpagina openen via de webbrowsergeschiedenis
Voer een van de volgende handelingen uit:
Druk in het browserscherm op en tik op More (Meer) > History
(Geschiedenis).
Druk op MENU + h.
2.
Tik op een website in de lijst om naar die site te gaan.
Webtoepassingen downloaden
Voordat u webtoepassingen kunt downloaden, moet u eerst de downloadoptie
inschakelen in de telefooninstellingen.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
Schuif omlaag en tik op Applications (Toepassingen).
Schakel het selectievakje Unknown sources (Onbekende oorsprong) in.
Wanneer het aandachtsvenster wordt geopend, tikt u op OK.
U kunt nu telefoontoepassingen downloaden via het web.
Opmerking
Alle gedownloade toepassingen worden opgeslagen op de
geheugenkaart. Voordat u een webtoepassing downloadt,
moet u zorgen dat u een geheugenkaart in de telefoon hebt
geïnstalleerd. Zie hoofdstuk 1 voor meer informatie.
Waarschuwing!
Toepassingen die u via het web downloadt, kunnen van
onbekende bronnen zijn. Download alleen toepassingen van
vertrouwde bronnen, zoals de Android markt, om uw telefoon
en persoonlijke gegevens te beschermen. Zie voor meer
informatie “Android markt” in hoofdstuk 11.
1.
1.
2.
3.
4.
Verbinding maken
132
Downloads bekijken
Als u de toepassingen wilt bekijken die u hebt gedownload, opent u de browser,
drukt u op en tikt u vervolgens op More (Meer) > Downloads . Het scherm
Downloadgeschiedenis bevat de lijst met downloads. Als u niets hebt gedownload,
worden geen downloads weergegeven in dit scherm.
Bladwijzers beheren
U kunt zoveel bladwijzers opslaan als u wilt op de telefoon. U kunt uw bladwijzers
in de browser beheren.
Een bladwijzer toewijzen aan een webpagina
Druk in een webpaginavenster op
en tik op Bookmarks (Bladwijzers). Het
bladwijzerscherm wordt geopend.
Tik op New bookmark (Nieuwe bladwijzer).
Voer de Name (Naam) en Location (Locatie)
(URL) van de bladwijzer in het dialoogvenster
in en tik op OK.
1.
2.
3.
De URL van een bladwijzer verzenden
Druk in de browser op en tik op Bookmarks (Bladwijzers).
Houd de bladwijzer die u wilt verzenden aangetikt.
Wanneer het optiemenu wordt geopend, tikt u op Share link (Koppeling delen).
Het scherm voor het schrijven van e-mailberichten wordt geopend en bevat het
adres van de webpagina als bericht.
Tip
Als u de URL van de bladwijzer wilt kopiëren en later in een andere
toepassing wilt plakken, tikt u op Copy link URL (Url van koppeling
kopiëren) in het optiemenu.
4. Voer de ontvangers en een onderwerp in en stel het bericht op.
5. Tik op Send (Verzenden) of druk op .
1.
2.
3.
Verbinding maken
133
Een bladwijzer openen
Druk in de browser op en tik op Bookmarks (Bladwijzers).
Voer een van de volgende handelingen uit:
Tik op de bladwijzer die u wilt openen.
Houd de bladwijzer aangetikt die u wilt openen en tik op Open (Openen) of
Open in new window (Openen in nieuw venster) in het optiemenu.
Bladwijzers bewerken
Druk in de browser op en tik op Bookmarks (Bladwijzers).
Houd de bladwijzer die u wilt bewerken aangetikt.
Tik op Edit bookmark (Bladwijzer bewerken) in het optiemenu. Het
dialoogvenster voor het bewerken van bladwijzers wordt weergegeven.
Voer uw wijzigingen in en tik op OK.
Bladwijzers verwijderen
Druk in de browser op en tik op Bookmarks (Bladwijzers).
2.
Houd de bladwijzer aangetikt die u wilt verwijderen en tik op Delete bookmark
(Bladwijzer verwijderen) in het optiemenu. Wanneer om bevestiging wordt
gevraagd, tikt u op OK.
Browserinstellingen aanpassen
Druk in het browserscherm op en tik op More (Meer) > Settings (Instellingen)
om de browservoorkeuren in te stellen.
Page content settings (Instellingen voor pagina-inhoud)
Text size
(Tekengrootte)
Tik hierop om het menu Tekengrootte te openen waarmee
u de tekst kunt instellen op Tiny, Small, Normal (standaard),
Large of Huge.
De geselecteerde tekengrootte is alleen van toepassing op
tekst van webpagina's die u met de browser bekijkt.
1.
2.
1.
2.
3.
4.
1.
Verbinding maken
134
Block pop-up windows
(Pop-upvensters
blokkeren)
Selecteer deze optie als u wilt dat de browser alle
pop-upvensters blokkeert.
Load images
(Afbeeldingen laden)
Selecteer deze optie als u afbeeldingen op webpagina’s wilt
laden. Schakel deze optie uit als u pagina’s sneller wilt laden.
Auto-fit pages
(Pagina’s automatisch
passend maken)
Selecteer deze optie als u webpagina’s zo wilt opmaken dat ze
op het telefoonscherm passen.
Enable JavaScript
(JavaScript
inschakelen)
Selecteer deze optie om JavaScript in te schakelen op
webpagina’s. Sommige webpagina’s werken mogelijk niet
correct wanneer JavaScript is uitgeschakeld.
Open in background
(Openen op
achtergrond)
Selecteer deze optie als u koppelingen in een nieuwe pagina
of in een nieuw venster op de achtergrond wilt openen.
Set home page
(Startpagina instellen)
Uw huidige startpagina wordt weergegeven. Als u uw
startpagina wilt wijzigen, tikt u op deze optie, voert u het adres
van de webpagina van de nieuwe startpagina in en tikt u op OK.
Privacy settings (Privacy-instellingen)
Clear cache
(Cache leegmaken)
Hiermee wordt alle pagina-inhoud in de cache verwijderd.
Clear history
(Geschiedenis wissen)
Hiermee wordt de navigatiegeschiedenis van de browser gewist.
Accept cookies
(Cookies accepteren)
Selecteer deze optie als u wilt dat de browser cookies opslaat.
Sommige websites werken mogelijk niet correct wanneer cookies
zijn uitgeschakeld.
Clear all cookie data
(Alle cookie-gegevens
wissen)
Hiermee worden alle cookies van de browser gewist.
Verbinding maken
135
Remember form data
(Formuliergegevens
onthouden)
Selecteer deze optie als u wilt dat de browser tekst onthoudt
die u in formulieren hebt ingevoerd zodat u dezelfde tekst later
kunt selecteren en niet meer opnieuw hoeft in te voeren.
Clear form data
(Formuliergegevens
wissen)
Hiermee worden alle opgeslagen formuliergegevens gewist.
Security settings (Beveiligingsinstellingen)
Remember passwords
(Wachtwoorden onthouden)
Schakel dit selectievakje in als u de gebruikersnamen en
wachtwoorden voor verschillende websites wilt opslaan.
Clear passwords
(Wachtwoorden wissen)
Hiermee worden alle opgeslagen namen en
wachtwoorden gewist.
Show security warnings
(Beveiligingswaarschuwingen
weergeven)
Selecteer deze optie als u een waarschuwing wilt laten
weergeven wanneer u een niet-beveiligde website opent.
Advanced settings (Geavanceerde instellingen)
Enable Gears
(Gears inschakelen)
Selecteer deze optie als u Gears wilt inschakelen.
Gears is een open-sourceproject waarmee de
functionaliteit van de browser wordt uitgebreid.
Gears settings
(Gears-instellingen)
Tik hierop om het scherm met Gears-instellingen
te openen.
Reset to default
(Standaardwaarden)
Tik hierop om alle browsergegevens te wissen
en alle browserinstellingen te herstellen naar de
standaardwaarden. Uw startpagina wordt niet
gewijzigd.
Verbinding maken
136
Sneltoetsen in de browser
Browserscherm
Naar een nieuwe webpagina gaan
Druk op + l
Pagina's met een bladwijzer openen
Druk op + b
Webpaginavensters openen
Druk op + t
Browsergeschiedenis weergeven
Druk op + h
Pagina vernieuwen of stoppen
Druk op + r
Teruggaan naar vorige pagina
Druk op + j
Vooruitgaan naar volgende pagina
Druk op + k
Naar de startpagina gaan
Druk op +
Inzoomen
Druk op + i
Uitzoomen
Druk op + o
Pagina omlaag
Druk op
Pagina omhoog
Druk op +
7.4 Bluetooth
Bluetooth is een technologie voor draadloze communicatie over kleine afstanden.
Via apparaten met Bluetooth-functies kunnen gegevens worden uitgewisseld
binnen een afstand van ongeveer acht meter zonder dat een fysieke verbinding is
vereist. U kunt de telefoon verbinden met een handsfree Bluetooth-hoofdtelefoon
of -carkit zodat u deze apparaten kunt gebruiken om gesprekken te verzenden
en/of te ontvangen.
Verbinding maken
137
Bluetooth werkt op de T-Mobile G1 in drie verschillende modi:
On (Aan). Bluetooth is ingeschakeld. De T-Mobile G1 kan andere Bluetooth-
apparaten herkennen, maar niet andersom.
Discoverable (Visible) (Zichtbaar). Bluetooth is ingeschakeld en alle andere
Bluetooth-apparaten kunnen de T-Mobile G1 detecteren.
Off (Uit). Bluetooth is uitgeschakeld. In deze modus kunt u geen gegevens
verzenden of ontvangen met Bluetooth.
Opmerkingen
Bluetooth is standaard uitgeschakeld. Als u Bluetooth
inschakelt en vervolgens de T-Mobile G1 uitschakelt, wordt
Bluetooth ook uitgeschakeld. Wanneer u de T-Mobile G1 weer
inschakelt, wordt Bluetooth automatisch ingeschakeld.
Schakel Bluetooth uit om energie te besparen of wanneer het
gebruik van een draadloze telefoon verboden is, zoals aan
boord van vliegtuigen en in ziekenhuizen.
Bluetooth inschakelen en uw telefoon zichtbaar maken
Druk op BEGIN > MENU en tik op Instellingen.
Tik op Wireless controls (Draadloze bediening) en schakel vervolgens het
selectievakje Bluetooth in om Bluetooth in te schakelen. Wanneer Bluetooth is
ingeschakeld, wordt het Bluetooth-pictogram ( ) weergegeven in de statusbalk.
Zichtbaarheid via Bluetooth is standaard uitgeschakeld. Tik op Bluetooth
settings (Bluetooth-instellingen) en schakel het selectievakje Discoverable
(Zichtbaar) in om de telefoon zichtbaar te maken voor andere Bluetooth-
apparaten. De telefoon is maximaal 2 minuten zichtbaar.
Opmerking
Schakel het selectievakje Discoverable (Zichtbaar) uit als u niet
wilt dat de telefoon zichtbaar is voor andere Bluetooth-apparaten.
1.
2.
3.
Verbinding maken
138
De apparaatnaam van de telefoon wijzigen
De apparaatnaam identificeert uw telefoon in een Bluetooth-netwerk.
Zorg dat u Bluetooth hebt ingeschakeld.
Tik in het scherm Wireless controls (Draadloze bediening) op Bluetooth
settings (Bluetooth-instellingen) > Device name (Apparaatnaam).
Voer de naam voor uw telefoon in het dialoogvenster in en tik op OK.
De nieuwe apparaatnaam wordt in het scherm Bluetooth-instellingen
weergegeven.
Koppelen en verbinden met een handsfree Bluetooth-hoofdtelefoon of -carkit
Voordat u een handsfree Bluetooth-hoofdtelefoon of -carkit kunt gebruiken,
moet u deze eerst koppelen met uw telefoon.
Opmerking
U hoeft twee apparaten slechts eenmaal te koppelen. Nadat
de koppeling tot stand is gebracht, kunnen de apparaten het
partnerverband herkennen en gegevens uitwisselen zonder dat
de code opnieuw moet worden ingevoerd.
Zorg dat u Bluetooth hebt ingeschakeld. Zie “Bluetooth inschakelen en uw
telefoon zichtbaar maken” eerder in dit hoofdstuk.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
Tik op Wireless controls (Draadloze bediening) > Bluetooth settings
(Bluetooth-instellingen). Uw telefoon begint met scannen naar Bluetooth-
apparaten die binnen bereik zijn. Alle gedetecteerde apparaten worden onder
het gedeelte met Bluetooth-apparaten weergegeven.
4.
Tik op de handsfree hoofdtelefoon of carkit in de lijst om de koppeling te starten.
Tip
Als het apparaat niet in de lijst wordt weergegeven, drukt u op en
tikt u op Scan for devices (Scannen naar toestellen) om opnieuw te
scannen.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
Verbinding maken
139
5. Wanneer hierom wordt gevraagd, voert
u de code voor de handsfree hoofdtelefoon
of carkit in en tikt u op OK. Raadpleeg de
documentatie bij het apparaat als u de
code niet weet.
6. De status van koppelen en verbinden wordt onder de handsfree hoofdtelefoon
of carkit in de lijst met Bluetooth-apparaten weergegeven. Wanneer de andere
handsfree Bluetooth-hoofdtelefoon of -carkit verbinding heeft gemaakt met uw
telefoon, wordt het pictogram voor Bluetooth-verbinding ( ) in de statusbalk
weergegeven. U kunt de handsfree Bluetooth-hoofdtelefoon
of -carkit gebruiken om gesprekken te verzenden en/of te ontvangen.
Opmerking Als u met een andere hoofdtelefoon koppelt terwijl u al verbinding hebt
met een hoofdtelefoon, blijft de verbinding met de eerste hoofdtelefoon
behouden. Als u de verbinding naar de tweede hoofdtelefoon wilt
schakelen, moet u deze hoofdtelefoon nogmaals handmatig selecteren
in de lijst met Bluetooth-apparaten na het koppelen.
De koppeling met een handsfree Bluetooth-hoofdtelefoon of -carkit verbreken
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
Tik op Wireless controls (Draadloze bediening) > Bluetooth settings
(Bluetooth-instellingen).
Schuif naar het gedeelte Bluetooth-apparaten en houd de verbonden handsfree
hoofdtelefoon of carkit aangetikt.
4.
Tik op Disconnect (Verbinding verbreken).
Opmerking
Als u op Unpair (Koppeling verbreken) tikt, wist de telefoon alle
koppelingsinformatie voor het apparaat. U moet in dat geval de code
opnieuw invoeren wanneer u verbinding maakt met het apparaat.
1.
2.
3.
Verbinding maken
140
141
Met Kaarten kunt u uw huidige locatie bepalen, realtime verkeerssituaties bekijken
(afhankelijk van de beschikbaarheid) en een gedetailleerde routebeschrijving
naar uw gewenste bestemming opvragen. Deze voorziening biedt tevens een
zoekfunctie waarmee u interessante plekken of een adres kunt zoeken op een
vector-, satelliet- of stratenkaart.
Opmerkingen U moet een actieve gegevensverbinding (3G, GPRS) of draadloze
(Wi-Fi) netwerkverbinding hebben om Kaarten te gebruiken.
De toepassing Kaarten beslaat niet elk land of elke stad.
Locatiebron inschakelen
Voordat u Kaarten opent om uw locatie of interessante plekken te zoeken,
moet u Location source (Locatiebron) inschakelen.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
Tik op Security & location (Beveiliging & locatie).
Selecteer onder het gedeelte Instellingen van Mijn locatie Wireless networks
(Draadloze netwerken), GPS satellites (Gps-satellieten) of beide.
Opmerking
Als u GPS satellites (Gps-satellieten) selecteert, kunt u interessante
plekken zoeken op straatniveau. Hiervoor is echter wel een
onbelemmerd bereik en meer batterijvermogen nodig.
1.
2.
3.
Hoofdstuk 8 Navigeren met Kaarten
Navigeren met Kaarten
142
Kaarten openen
Druk op BEGIN en tik op Maps (Kaarten); of
Druk op BEGIN en tik op het tabblad Applications (Toepassingen) en tik op
Maps (Kaarten).
Uw locatie zoeken
Druk in het hoofdscherm van Kaarten op MENU en tik op My Location (Mijn
locatie). Uw locatie wordt op de kaart weergegeven als een knipperende
blauwe stip.
Uw huidige
locatie.
Zoeken naar een interessante plek
Druk in het hoofdscherm van Kaarten op MENU en tik op Search (Zoeken).
Open het toetsenbord en voer in het zoekvak de plek in die u wilt zoeken.
U kunt een adres, stad of type bedrijf of stichting invoeren (bijvoorbeeld musea
in amsterdam).
1.
2.
Navigeren met Kaarten
143
Voer hier de
plek in die
u wilt zoeken.
Tik hierop om te
zoeken naar de
plek die u hebt
ingevoerd.
Tip Wanneer u informatie invoert, wordt een vervolgkeuzemenu weergegeven
met alle plekken die u hebt gezocht of bekeken. U kunt ook op een adres
in het menu tikken om de locatie op de kaart weer te geven.
3.
Tik op Search (Zoeken). De zoekresultaten worden weergegeven.
4. Tik op een interessante plek om de locatie op de kaart weer te geven.
Tik hierop om de locatie
van de vorige of volgende
plek in het scherm
met zoekresultaten te
bekijken.
Tik hierop om
de zoekactie te
bewerken of te
zoeken naar een
nieuwe plek.
Tik hierop om de
locatie van de plek
op de kaart weer
te geven.
Tik hierop om locatiegegevens te bekijken.
Tik hierop om
terug te gaan naar
het scherm met
zoekresultaten.
Navigeren met Kaarten
144
Tip U kunt ook de TRACKBALL links of rechts rollen om de locatie van de
vorige of volgende plek in de lijst met zoekresultaten weer te geven.
Het vorige resultaat dat in kaart is gebracht, wordt ook weergegeven.
5.
Tik op het bijschrift bij de plek op de kaart om de locatiegegevens te openen.
Naast de locatiegegevens kunt u in dit scherm het volgende doen:
Tik op Zoom in to address (Inzoomen op adres) om in te zoomen op de
locatie van de interessante plek op de kaart.
Tik op het [telefoonnummer] om de Dialer (Kiezer) te openen en te bellen
naar de geselecteerde interessante plek.
Tik op Directions to this address (Routebeschrijving naar dit adres) of
Directions from this address (Routebeschrijving vanaf dit adres) om een
routebeschrijving op te vragen naar de interessante plek vanaf uw huidige
locatie, of omgekeerd.
Tik op Add as contact (Toevoegen als contact) om het scherm Nieuw
contact te openen en de interessante plek toe te voegen aan de lijst met
contactpersonen.
Tik op het [adres van webpagina] om de browser te openen en aanvullende
informatie te bekijken over de interessante plek die u hebt geselecteerd.
Navigeren met Kaarten
145
Kaarten bekijken
U kunt tijdens het bekijken van een kaart gebruikmaken van de volgende
mogelijkheden om te zoomen en te navigeren.
Inzoomen op een kaart
Voer een van de volgende handelingen uit:
Raak het scherm aan om de tab met zoomregelfuncties te openen. Tik op
om in te zoomen of op om uit te zoomen. Elke keer dat u tikt, zoomt u verder
in of uit op de kaart.
Tip
U kunt de zoomregelfuncties ook openen door op te drukken en op
More (Meer) > Zoom (In-/uitzoomen) te tikken of op + z te drukken.
Tik hierop om uit te
zoomen op de kaart.
Tab met zoomregelfuncties
Tik hierop om in te
zoomen op de kaart.
Navigeren op een kaart
Rol de TRACKBALL of schuif met uw vinger in de gewenste richting op het
scherm om andere gedeelten van de kaart te bekijken.
Navigeren met Kaarten
146
De kaartmodus wijzigen
Wanneer u een kaart bekijkt, kunt u naar de gewenste kaartmodus schakelen.
Druk op en tik op Map mode (Kaartmodus). Selecteer Map (Kaart), Satellite
(Satelliet), Traffic (Verkeer) of Street View (Straatweergave).
Kaartmodus Satellietmodus
Verkeersmodus
Straatweergavemodus
Map mode
(Kaartmodus)
Dit is de standaardweergave waarin een kaart wordt
weergegeven,
met namen van de straten, rivieren, meren,
bergen, parken en grenzen.
Satellite mode
(Satellietmodus)
Kaarten maakt gebruik van dezelfde satellietgegevens als
Google Earth. Satellietafbeeldingen zijn niet realtime. Google
Earth verkrijgt de best mogelijke beelden, waarvan de meeste
ongeveer één tot drie jaar oud zijn.
Navigeren met Kaarten
147
Traffic mode
(Verkeersmodus)
(Alleen beschikbaar
in geselecteerde
gebieden)
In deze modus ziet u realtime verkeerssituaties die op de
straten worden weergegeven als gekleurde lijnen. Elke kleur
geeft aan hoe snel het verkeer zich beweegt.
Groen: Sneller dan 80 km/uur
Geel: 40 tot 80 km/uur
Rood: Langzamer dan 40 km/uur
Grijs: Snelheid niet beschikbaar
Street View mode
(Straatweergavemodus)
(Alleen beschikbaar in
geselecteerde gebieden)
Deze modus biedt een locatieweergave op straatniveau.
De straatweergave is beschikbaar voor straten die een blauwe
contour hebben. Zie “Locaties op straatniveau weergeven”
in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Locaties op straatniveau weergeven
In de modus Street View (Straatweergave) kunt u de locatie op straatniveau
bekijken en de weergave aanpassen zodat u de gehele omgeving van die
locatie kunt bekijken. Er wordt ook een kompas weergegeven die de weergave
automatisch aanpast wanneer u het telefoonscherm pant, kantelt of draait.
Opmerkingen
De straatweergave is alleen beschikbaar voor geselecteerde
locaties.
De beelden voor de straatweergave zijn niet realtime,
maar worden verzameld door voertuigen die op openbare
wegen rijden en zijn uitgerust met een geavanceerde
beeldverwerkingstechnologie. Het beeldmateriaal bestaat uit
een combinatie van gegevens die eigendom zijn van Google
en gegevens die zijn verkregen van partners.
Wanneer u een kaart bekijkt, kunt u inzoomen op de straat die u wilt bekijken.
Zie “Inzoomen op een kaart” eerder in dit hoofdstuk.
Druk op , tik op Map mode (Kaartmodus) en selecteer vervolgens Street
View (Straatweergave) in het menu.
1.
2.
Navigeren met Kaarten
148
Tik op een straat met blauwe contour.
Kaarten zoekt naar de dichtstbijzijnde beschikbare straatweergave. Wanneer
deze is gevonden, wordt een bijschrift weergegeven met het adres en een
miniatuur van de straatweergave.
Tik hierop om de
straatweergave te
bekijken.
Kaartmarkering.
Houd deze aangetikt
om naar een
andere locatie in
de straatweergave
te gaan.
Straat met
blauwe contour
Opmerking Als u de locatie wilt wijzigen, houdt u de kaartmarkering aangetikt
totdat deze wijzigt in dit pictogram ( ). Sleep het pictogram naar
de straat die u wilt bekijken en laat vervolgens het scherm los.
4.
Tik op het bijschrift om de straatweergave van de locatie te bekijken.
5. U kunt het volgende doen in de straatweergave:
Als u de omgeving van de locatie wilt bekijken, schuift u met uw vinger
op het scherm of rolt u de TRACKBALL in de gewenste richting.
Tik op het scherm om het adres van de locatie en de weergaverichting
te bekijken.
Tik op de pijltoetsen op het scherm om de volgende of vorige straatweergave
van de straat te bekijken.
Als u wilt in- of uitzoomen op de afbeelding, tikt u op het scherm om de tab
met zoomregelfuncties te openen. Tik op om in te zoomen of op om
uit te zoomen.
3.
Navigeren met Kaarten
149
Huidige locatie en
weergaverichting
Tab met zoomregelfuncties
Tik hierop om de
vorige of volgende
straatweergave van
de straat te bekijken.
Druk op om de volgende opties weer te geven:
Step forward
(Stap vooruit)
Hiermee geeft u de volgende straatweergave in dezelfde
straat weer.
Step backward
(Stap terug)
Hiermee geeft u de vorige straatweergave in dezelfde straat
weer.
Zoom
(In-/uitzoomen)
Tik hierop om de tab met zoomregelfuncties te openen.
Go to map
(Ga naar kaart)
Hiermee wordt de weergave geschakeld naar de kaartmodus.
Report image
(Afbeelding
rapporteren)
U kunt de afbeelding rapporteren aan Google Maps. U wordt
dan gevraagd een beschrijving van het probleem te geven.
Compass mode
(kompasmodus)
Tik hierop om de Compass mode (kompasmodus) in of uit
te schakelen. Wanneer de kompasmodus is ingeschakeld,
kunt u de telefoon kantelen, pannen of draaien om de
omgeving van de geselecteerde locatie te bekijken.
Kaartgeschiedenis bekijken
Als u een lijst wilt bekijken van plekken die u hebt gezocht of bekeken, drukt u
op en tikt u op More (Meer) > History (Geschiedenis) in elke kaartmodus
(behalve de straatweergave), of drukt u op + h. Op het scherm worden alle
recente zoekopdrachten, bekeken locaties en routebeschrijvingen weergegeven.
Tik op een locatie om deze weer te geven op de kaart.
Navigeren met Kaarten
150
Routebeschrijvingen
U kunt met Kaarten een gedetailleerde routebeschrijving naar uw bestemming
opvragen.
Druk in elke kaartmodus (behalve de straatweergave) op en tik op Directions
(Richtingen).
Voer in het eerste tekstvak het startpunt in en voer in het tweede tekstvak de
bestemming in.
Tik hierop om het
beginpunt en de
bestemming om
te wisselen.
Beginpunt
Tik hierop om een
routebeschrijving
op te vragen.
Bestemming
Tik hierop om het
locatiebronmenu
te openen.
Tips In plaats van een adres in te voeren, kunt u ook op ( ) tikken om het
locatiebronmenu te openen, waar u een adres kunt selecteren uit de
volgende bronnen:
My current location (Mijn huidige locatie). Hiervoor moet GPS zijn
ingeschakeld. Zie “Locatiebron inschakelen” eerder in dit hoofdstuk.
Contacts (Contacten). Hiermee wordt een lijst met contactpersonen
geopend die u hebt opgeslagen met een fysiek adres.
History (Geschiedenis). Hiermee wordt een lijst met plekken geopend
die u hebt gezocht of bekeken.
3.
Tik op Route.
U kunt kiezen om de routebeschrijving in een lijst weer te geven of tikken op
Show map (Kaart weergeven) om dezelfde routebeschrijving op de kaart weer
te geven.
1.
2.
Navigeren met Kaarten
151
Tik hierop om de
routebeschrijving
op een kaart weer
te geven.
Tik hierop om uw
route te wijzigen
Tik hierop om de
locatie op de kaart
weer te geven.
Informatie over
volgende afslag
Afstand en tijd tot bestemming.
Tik hierop om de
volgende of vorige
afslag op de kaart
weer te geven.
Tik hierop om de
routebeschrijving in
een lijst weer te geven.
Tik hierop om de
volgende of vorige
afslag op de kaart
weer te geven.
Volgende afslag
4. Wanneer u klaar bent met het bekijken of volgen van de routebeschrijving,
drukt u op en tikt u op Clear map (Kaart wissen). Uw bestemming wordt
automatisch in de geschiedenis van Kaarten opgeslagen.
Sneltoetsen in Kaarten
Scherm Kaarten
Routebeschrijving opvragen
Druk op + d
Kaartmodus selecteren
Druk op + m
Navigeren met Kaarten
152
Geschiedenis van Kaarten
weergeven
Druk op + h
Mijn locatie weergeven
Druk op + 0 (nul)
De tab met zoomregelfuncties
openen
Druk op + z
Inzoomen op de kaart
Druk op + i
Uitzoomen op de kaart
Druk op + o
Naar begin/eind van lijst gaan
Druk op en rol de TRACKBALL
omhoog of omlaag
Scherm met zoekresultaten
Zoekresultaten wissen
Druk op + q
Vorige resultaat weergeven
Druk op + j
Volgende resultaat weergeven
Druk op + k
Scherm met routebeschrijving
Vorige routepunt weergeven
Druk op + j
Volgende routepunt weergeven
Druk op + k
Routebeschrijving annuleren
Druk op + q
153
9.1 Fotos maken
U kunt de camera gebruiken om foto's te maken en te delen. De telefoon wordt
geleverd met een camera van 3,2 megapixel met autofocus, waarmee resoluties
tot 2048 x 1536 kunnen worden vastgelegd.
Voordat u begint
U moet een microSD
-kaart installeren voordat u de camera kunt gebruiken.
Alle foto's die u op uw telefoon vastlegt of bekijkt, worden op de geheugenkaart
opgeslagen. Zie hoofdstuk 1 voor meer informatie over het installeren van een
geheugenkaart op de telefoon.
Het camerascherm openen
Voer een van de volgende handelingen uit:
Druk op BEGIN en druk op de vastlegknop
aan de rechterkant van de telefoon.
Druk op BEGIN, tik op het tabblad
Applications (Toepassingen) en tik
op Camera.
De camera wordt geopend in de vastlegmodus
en het scherm wordt automatisch geschakeld
naar de weergavestand Liggend.
Knop
VASTLEGGEN
De camera sluiten
Druk in het camerascherm op BEGIN of TERUG.
Hoofdstuk 9 Werken met multimedia
Werken met multimedia
154
Een foto nemen
1.
Geef uw onderwerp binnen het
telefoonscherm weer.
2. Druk de vastlegknop half in om
de autofocus te activeren. De
autofocusindicator wordt in de
rechterbovenhoek van het scherm
weergegeven om aan te geven dat
het onderwerp is scherpgesteld.
3. Druk de vastlegknop volledig in om
de foto te nemen.
Autofocusindicator
Scherm na vastleggen
Nadat u de foto hebt vastgelegd, wordt een scherm weergegeven waarin u de
foto kunt opslaan, toewijzen, verzenden of verwijderen. Tik hiervoor op een knop
onder in het scherm.
Pictogrammen in scherm na het vastleggen
Knop Functie
Save (Opslaan)
De foto opslaan op de
geheugenkaart.
Set as
(Instellen als)
De foto toewijzen
als pictogram voor
nummerweergave van
een geselecteerde
contactpersoon of als
achtergrond voor uw
beginscherm.
Share (Delen)
De foto verzenden via
e-mail.
Delete
(Verwijderen)
De vastgelegde
foto verwijderen en
teruggaan naar het live
camerascherm.
Werken met multimedia
155
Opmerkingen Wanneer u Save (Opslaan), Set as (Instellen als) of Share
(Delen) selecteert, wordt de foto automatisch opgeslagen op de
geheugenkaart. Gebruik de toepassing Afbeeldingen om
uw foto’s te bewerken.
Foto’s die u met uw telefoon maakt, krijgen een naam die de
datum en tijd bevat. Zo betekent 2008-8-30 14:21:50 dat de
foto op 30 augustus 2008 om 14:21 uur is gemaakt.
Camera-instellingen aanpassen
Druk in het camerascherm op MENU en tik op Settings (Instellingen). Pas de
volgende opties naar voorkeur aan.
Store location in pictures
(Locatie in foto’s opslaan)
Selecteer deze optie als u de locatiegegevens
(lengte- en breedtegraad) wilt opslaan in de
metagegevens van de foto, zodat u weet waar de
foto is genomen. Sommige toepassingen, zoals
Picasa-webalbums, kunnen gebruikmaken van deze
informatie om uw foto’s op een kaart weer te geven.
Prompt after capture
(Melding na opname)
Selecteer deze optie als u wilt dat het scherm na
vastleggen altijd wordt weergegeven nadat u een
foto hebt genomen.
Werken met multimedia
156
9.2 De toepassing Pictures (Afbeeldingen)
Met de toepassing Pictures kunt u de foto’s bekijken die u hebt vastgelegd
en opgeslagen op de geheugenkaart van de telefoon. U kunt hiermee ook
foto’s bewerken, diavoorstellingen maken, afbeeldingen aan contactpersonen
toevoegen, en meer.
Foto’s naar een geheugenkaart kopiëren
1.
Sluit het apparaat aan op uw computer met de USB-kabel.
2. Wanneer het pictogram van de USB-verbinding ( ) in de statusbalk wordt
weergegeven, houdt u de statusbalk aangetikt en schuift u met uw vinger naar
beneden om het meldingenvenster te openen.
3.
Tik op USB connected (USB verbonden) en tik vervolgens op Mount (Koppelen).
4. Navigeer op uw computer naar de USB-schijf en open deze.
5. Maak een map aan op het bovenste niveau van de geheugenkaart. Geef de map
de naamAfbeeldingen” of een andere beschrijvende naam en open de map.
6. Kopieer uw bestanden naar deze map.
Tip
U kunt ook mappen maken en gebruiken als fotoalbums om uw foto’s te
ordenen binnen de map Afbeeldingen.
7.
Koppel de USB-synchronisatiekabel los van uw telefoon en computer wanneer
u klaar bent.
Pictures openen
Voer een van de volgende handelingen uit:
Druk op BEGIN, tik op het tabblad Applications (Toepassingen) en tik op
Pictures (Afbeeldingen).
Druk in het camerascherm op en tik op Pictures (Afbeeldingen).
Opmerking
Wanneer u Pictures opent in de cameramodus, worden alle
foto’s afzonderlijk weergegeven zonder enige onderverdeling
in albums.
Werken met multimedia
157
Als u foto’s in mappen hebt opgeslagen op de geheugenkaart, worden deze
mappen in Pictures weergegeven als afzonderlijke albums. Het album links
bovenaan bevat alle foto's in al uw albums.
Tik hierop om de
foto’s in het album
te bekijken
Dit album bevat
alle foto’s van
alle albums.
Opmerking Afhankelijk van het aantal foto’s dat u hebt opgeslagen op de
geheugenkaart, kan het enkele minuten duren voordat alle foto’s in
het telefoonscherm zijn geladen.
Foto’s bekijken
Tik in het scherm Pictures (Afbeeldingen) op een album om de foto’s ervan
te bekijken. De afzonderlijke foto’s worden in een raster weergegeven in
miniatuurformaat.
Opmerking
Als er geen album is, kunt u met uw vinger omhoog of omlaag op
het scherm schuiven om door de afzonderlijke fotos te bladeren.
2.
Tik op een miniatuur om deze in de modus Volledig scherm te bekijken.
U kunt ook de miniatuur aangetikt houden en op View (Weergeven) tikken
in het optiemenu.
1.
Werken met multimedia
158
Tip U kunt kiezen om kleine of grote miniaturen weer te geven of uw album
sorteren om de grootste foto het eerst of laatst weer te geven. Druk
in het hoofdscherm van Afbeeldingen op MENU en tik op Settings
(Instellingen). Tik onder het gedeelte met algemene instellingen op
Picture size (Afbeeldinggrootte) of Picture sort (Afbeelding sorteren)
en pas de instelling naar wens aan.
De schermweergave wijzigen in Pictures
Als u foto’s wilt weergeven in de liggende of staande stand ongeacht of het
toetsenbord is geopend, drukt u op MENU en tikt u op Flip orientation (Ligging
kantelen). De foto’s worden altijd in de geselecteerde stand geopend, tenzij
u deze instelling wijzigt.
Navigeren naar foto’s in een album of afbeeldingenlijst
Voer een van de volgende handelingen uit wanneer u foto's in de modus Volledig
scherm bekijkt:
Rol de TRACKBALL naar links om de vorige foto te bekijken en rol deze naar
rechts om de volgende foto in het album of de afbeeldingenlijst te bekijken.
Tik op de linkerzijde van het scherm om de vorige foto te bekijken en tik op
de rechterzijde van het scherm om de volgende foto te bekijken.
Tik op het scherm om de schuifpijlen weer te geven. Tik op ( ) om de
vorige foto te bekijken of tik op ( ) om de volgende foto te bekijken.
Werken met multimedia
159
Tik hierop om de
vorige foto in het
album te bekijken.
Tab met
zoomregelfuncties
In- of uitzoomen op een foto
Tik op het scherm terwijl u een foto bekijkt om de tab met zoomregelfuncties te
openen. Tik op om in te zoomen of op om uit te zoomen op de foto. U kunt
deze knoppen ook aangetikt houden om geleidelijk in of uit te zoomen op de foto.
Uw foto’s bewerken
Gebruik de toepassing Pictures (Afbeeldingen) om foto’s te roteren, bij te snijden,
te verwijderen of details te bekijken.
Tip
U kunt een foto bewerken, delen en toewijzen wanneer deze in de
modus Volledig scherm of als miniatuur wordt weergegeven. Houd in de
miniatuurweergave de foto aangetikt om het optiemenu weer te geven
met alle bewerkingsopties.
Tik hierop om de
volgende foto in het
album te bekijken.
Werken met multimedia
160
De foto bijsnijden
Open een foto in de modus Volledig scherm, druk op MENU en tik op More
(Meer) > Crop (Bijsnijden). Het bijsnijdvak wordt weergegeven.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u het formaat van het bijsnijdvak wilt aanpassen, houdt u de rand van
het bijsnijdvak aangetikt. Wanneer de pijlen voor het bijsnijdvak worden
weergegeven, sleept u met uw vinger naar binnen of buiten om het formaat
van het bijsnijdvak te wijzigen.
Als u het bijsnijdvak wilt verplaatsen naar een ander gebied in de foto,
houdt u een punt binnen het bijsnijdvak aangetikt en sleept u met uw vinger
naar de gewenste positie.
Bijsnijdvak
Tik hierop om de
foto op te slaan.
Tik hierop om
alle wijzigingen
te annuleren.
Pijl voor bijsnijdvak
Houd een punt
binnen het
bijsnijdvak aangetikt
en sleep naar een
ander gedeelte van
de foto.
3. Tik op Save (Opslaan) om de wijzigingen toe te passen op de foto.
Opmerking
De bijgesneden foto wordt als kopie opgeslagen op de
geheugenkaart. De oorspronkelijke foto wordt niet gewijzigd.
1.
2.
Werken met multimedia
161
De foto draaien
Open een foto in de modus Volledig scherm, druk op MENU en tik op Rotate
(Draaien).
Tik in het rotatievenster op Rotate left (Links draaien) of Rotate right (Rechts
draaien).
Details van een foto weergeven
Open een foto in de modus Volledig scherm, druk op MENU en tik op More (Meer) >
Details.
Het venster met fotodetails wordt geopend met de titel, resolutie, bestandsgrootte
en datum waarop de foto is genomen.
Een foto verwijderen
Open een foto in de modus Volledig scherm, druk op MENU en tik op Delete
(Verwijderen) of druk op + d. Tik in het bevestigingsscherm op OK.
Opmerking
Als u niet elke keer een bevestigingsscherm wilt weergeven
wanneer u een foto verwijdert, gaat u terug naar het hoofdscherm
van Afbeeldingen, drukt u op MENU en tikt u op Settings
(Instellingen). Schakel het selectievakje Confirm deletions
(Verwijderingen bevestigen) uit.
Een foto verzenden
U kunt een foto verzenden met uw favoriete e-mailaccount.
1.
Open een foto in de modus Volledig scherm, druk op MENU en tik op Share (Delen).
Opmerking Als u andere externe e-mailaccounts gebruikt naast de
e-mailaccount bij Google, wordt gevraagd welke e-mailaccount
u wilt gebruiken voor het verzenden van de foto. Tik op de
account die u wilt gebruiken.
Er wordt een nieuw berichtenscherm geopend waarin de foto automatisch als
bijlage is opgenomen.
1.
2.
Werken met multimedia
162
2. Open het toetsenbord en voer de ontvangers van het bericht in door een
naam of e-mailadres in het veld To (Aan) te typen. Wanneer u het e-mailadres
invoert, worden overeenkomende contactpersonen op het scherm
weergegeven. Selecteer de ontvanger of voer het gehele adres in. U kunt
zoveel berichtontvangers toevoegen als u wilt.
3. Voer het onderwerp en de berichttekst in.
4. Tik op Send (Verzenden).
Een foto instellen als achtergrond of pictogram voor nummerweergave
U kunt een foto instellen als achtergrond voor uw beginscherm of toewijzen aan
een contactpersoon als pictogram voor nummerweergave.
Een foto instellen als achtergrond voor het beginscherm
Open een foto in de modus Volledig scherm, druk op MENU en tik op
More (Meer) > Set as (Instellen als) > Wallpaper (Achtergrond).
2.
Als de foto moet worden bijgesneden, wordt het bijsnijdvak weergegeven.
Zie “De foto bijsnijden” eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Opmerking
De achtergrond wordt direct toegepast op het beginscherm.
Een foto toewijzen als pictogram voor nummerweergave
Open een foto in de modus Volledig scherm, druk op MENU en tik op
Set as (Instellen als) > Contact icon (Contactpictogram). De lijst met
contactpersonen wordt geopend.
Tik op de contactpersoon aan wie u de foto wilt toewijzen.
3.
Als de foto moet worden bijgesneden, wordt het bijsnijdvak weergegeven.
Zie “De foto bijsnijden” eerder in dit hoofdstuk voor meer informatie.
De foto wordt weergegeven in het scherm met contactgegevens en in
meldingen van inkomende oproepen.
Foto’s bekijken als diavoorstelling
U kunt uw foto’s als een diavoorstelling bekijken. Wanneer een diavoorstelling
wordt afgespeeld, worden alle foto’s in het geselecteerde album opgenomen.
1.
1.
2.
Werken met multimedia
163
Foto’s bekijken als diavoorstelling
1.
Open een foto in de modus Volledig scherm, druk op MENU en tik op
Slideshow (Diavoorstelling). De diavoorstelling wordt gestart.
Opmerking
De statusbalk wordt verborgen wanneer de diavoorstelling
wordt afgespeeld.
2. Als u de diavoorstelling wilt stoppen, drukt u op TERUG, tikt u op het scherm
of drukt u op de TRACKBALL.
3. Als u de diavoorstelling wilt hervatten, drukt u op MENU en tikt u op Slideshow
(Diavoorstelling). Als u de diavoorstelling hebt gestopt, wordt deze hervat
met de laatste foto die u hebt bekeken.
Instellingen voor de diavoorstelling aanpassen
U kunt de instellingen voor de diavoorstelling aanpassen naar uw eigen voorkeuren.
1.
Druk in het hoofdscherm van Afbeeldingen op MENU en tik op Settings
(Instellingen).
2. U kunt de volgende opties aanpassen onder het gedeelte met instellingen
voor de diavoorstelling.
Slideshow interval
(Diashowinterval)
Selecteer hoe lang elke dia wordt afgespeeld: 2 seconden,
3 seconden of 4 seconden.
Slideshow transition
(Diashowovergang)
Selecteer de overgang die u tussen elke dia wilt gebruiken:
Fade in & out, Slide left - right, Slide up - down of Random
selection.
Repeat slideshow
(Diavoorstelling
herhalen)
Selecteer deze optie als u de diavoorstelling continu wilt
herhalen totdat u deze handmatig stopt.
Shuffle slides
(Willekeurige
volgorde)
Selecteer deze optie als u de foto’s in willekeurige volgorde in
de diavoorstelling wilt afspelen.
Werken met multimedia
164
Pictures sluiten
Druk in het hoofdscherm van Pictures op BEGIN of TERUG om de toepassing te
sluiten.
Opmerking
Wanneer u Pictures vanuit de cameratoepassing hebt geopend, gaat
u terug naar het live camerascherm wanneer u op TERUG drukt.
9.3 YouTube
YouTube
is een gratis online videostreamingservice waarmee u video's kunt
bekijken die zijn geüpload door YouTube-leden. U hoeft geen YouTube-account
te hebben om video’s te kunnen zoeken en bekijken. Als u echter gebruik wilt
maken van alle functies van YouTube (zoals de opties van “Mijn account”), moet u
een YouTube-account op uw computer maken en zich aanmelden op die account
vanaf uw telefoon.
Opmerking
U moet een actieve gegevensverbinding (3G, GPRS) of draadloze
(Wi-Fi) netwerkverbinding hebben voor toegang tot YouTube.
YouTube openen
Druk op BEGIN, tik op
het tabblad Applications
(Toepassingen) en tik op
YouTube.
Het hoofdscherm van YouTube
wordt weergegeven met
de video’s gegroepeerd in
categorieën, zoals Featured
(Aanbevolen), Most popular
(Meest populair), Most viewed
(Meest bekeken), Top rated
(Hoogst beoordeeld), en meer.
Videocategorieën
Aanbevolen
video’s. Schuif
naar rechts om
meer aanbevolen
video’s te
bekijken.
Werken met multimedia
165
Video’s bekijken
Tik in het hoofdscherm van YouTube op een videocategorie.
Tik op een video in de categorie om deze af te spelen. Wanneer het
toetsenbord is geopend, kunt u ook de video markeren met de TRACKBALL en
dan op drukken om de video af te spelen.
Opmerking
De schermweergave wordt automatisch gewijzigd in Liggend
wanneer u een video afspeelt.
3. Tik tijdens het bekijken van een video op het onderste gedeelte van het
scherm om de afspeelknoppen weer te geven.
Tik hierop om te schakelen tussen het
afspelen en pauzeren van de video.
Sleep om vooruit of
achteruit in de video te gaan.
Voortgangsbalk
Verstreken tijd
Totale afspeeltijd
Houd deze knop
aangetikt om de video
vooruit te spoelen.
Houd deze knop
aangetikt om de video
achteruit te spoelen.
4. Druk tijdens het bekijken van een video op TERUG om te stoppen en terug te
gaan naar de videolijst.
Zoeken naar video’s
Open in het hoofdscherm van YouTube het toetsenbord en druk op .
Voer een zoekwoord in en tik op Search (Zoeken).
Het aantal zoekresultaten wordt onder de statusbalk weergegeven. Schuif door
de resultaten en tik op een video om deze te bekijken.
1.
2.
1.
2.
3.
Werken met multimedia
166
Tip Als u de zoekgeschiedenis wilt wissen, drukt u op en tikt u op Settings
(Instellingen). Tik op Clear search history (Zoekgeschiedenis wissen)
en tik op OK.
Video’s filteren op tijd
U kunt de videolijst filteren op de tijd waarop de video op YouTube werd geplaatst.
Druk in een willekeurige videocategorie (behalve in de zoekresultaten) op en
tik op Time categories (Tijdcategorieën). Kies uit: Today (Vandaag), This week
(Deze week), This month (Deze maand) en All time (Altijd).
Nadat u een keuze hebt gemaakt, wordt de lijst gefilterd en bevat deze alleen
video's die zijn geplaatst tijdens de gekozen tijdsperiode.
Videodetails weergeven
Als u de videodetails en een lijst met gerelateerde video's wilt bekijken, markeert
u een video in een lijst met de TRACKBALL, houdt u de video aangetikt en tikt u op
Details. Het scherm met videodetails wordt weergegeven met opmerkingen van
de auteur, videolengte, datum waarop de video is geplaatst, en meer. Er wordt ook
een lijst met gerelateerde video's onder aan het scherm weergegeven.
Opmerkingen bekijken
Tijdens het afspelen van een video of het bekijken van een video in een lijst,
kunt u de opmerkingen zien die door kijkers van de video zijn geplaatst.
Houd een video in een lijst aangetikt en tik op Comments (Opmerkingen)
in het optiemenu.
Druk tijdens het afspelen van een video op en tik op Comments
(Opmerkingen).
Video’s delen
U kunt een video delen door de videokoppeling naar uw contactpersonen te
verzenden.
Werken met multimedia
167
Voer een van de volgende handelingen uit:
Houd tijdens het bekijken van video's in een lijst de video aangetikt en tik op
Share (Delen) in het optiemenu.
Druk tijdens het afspelen van een video op en tik op Share (Delen).
Opmerking
Als u andere externe e-mailaccounts gebruikt naast de e-
mailaccount bij Google, wordt gevraagd welke e-mailaccount
u wilt gebruiken voor het verzenden van de videokoppeling.
Tik op de account die u wilt gebruiken.
Er wordt een nieuw bericht weergegeven waaraan de videokoppeling
automatisch is toegevoegd.
3.
Open het toetsenbord en voer de ontvangers van het bericht in door een naam
of e-mailadres in het veld To (Aan) te typen. Wanneer u informatie invoert,
worden overeenkomende contactpersonen op het scherm weergegeven.
Selecteer de ontvanger of voer het gehele adres in. U kunt zoveel
berichtontvangers toevoegen als u wilt.
4. Voer het onderwerp van het bericht in en tik op Send (Verzenden).
9.4 Werken met de toepassing Music (Muziek)
U kunt met de toepassing Music digitale geluidsbestanden afspelen
vanaf de geheugenkaart van de telefoon. Uw telefoon kan de volgende
muziekbestandsindelingen afspelen:
MP3
M4A (iTunes AAC)
AMR
WMA (8)
MIDI
WAV
1.
Werken met multimedia
168
Muziek kopiëren naar de geheugenkaart
In de toepassing Music worden alleen geluidsbestanden afgespeeld die op
een geheugenkaart zijn opgeslagen. U moet de geluidsbestanden naar een
geheugenkaart kopiëren voordat u Music opent.
1.
Sluit het apparaat aan op uw computer met de USB-kabel.
2. Wanneer het pictogram van de USB-verbinding ( ) in de statusbalk wordt
weergegeven, houdt u de statusbalk aangetikt en schuift u met uw vinger naar
beneden om het meldingenvenster te openen.
3.
Tik op USB connected (USB verbonden) en tik vervolgens op Mount (Koppelen).
4. Navigeer op uw computer naar de USB-schijf en open deze.
5. Kopieer geluidsbestanden naar deze map. Zie de lijst met ondersteunde
muziekindelingen eerder in dit hoofdstuk.
6. Wanneer u klaar bent, sluit u het venster van de USB-schijf en ontkoppelt u de
schijf zoals gebruikelijk is in het besturingssysteem van de computer.
Tip
U kunt ook mappen maken en gebruiken om uw geluidsbestanden te
ordenen binnen de map Muziek.
7.
Koppel de USB-synchronisatiekabel los van uw telefoon en computer wanneer
u klaar bent.
Music openen
Druk op BEGIN en tik op het tabblad Applications (Toepassingen) en tik op
Music (Muziek). Het scherm met de muziekbibliotheek wordt weergegeven.
Muziekbibliotheek
Uw muziek is geordend in vier categorieën: Artists (Artiesten), Albums, Songs
(Nummers) en Playlists (Afspeellijsten). Tik op een categorie om de lijsten ervan
weer te geven.
Werken met multimedia
169
Binnen een categorie kunt u op het scherm tikken om naar de muziek te
navigeren die u wilt afspelen. Als u bijvoorbeeld op Artists (Artiesten) tikt,
ziet u een lijst met artiesten in alfabetische volgorde. Als u op een artiest tikt,
wordt een lijst geopend met de albums van die artiest. Als u een album selecteert,
worden de nummers van dat album weergegeven.
Muziekbalk. Geeft aan dat
momenteel een muziekbestand
wordt afgespeeld. Tik hierop om
het afspeelscherm te openen.
Tik op een muziekcategorie om
het muziekbestand te openen dat
u wilt afspelen.
Muziek afspelen
Houd op elk niveau van de muziekbibliotheek een categorie (nummer, artiest,
album of afspeellijst) aangetikt om het optiemenu te openen en tik op Play
(Afspelen). Het afspeelscherm wordt geopend.
Opmerking
Druk op de volumeknoppen om het afspeelvolume aan te passen.
Werken met multimedia
170
Afspeelscherm
Tik hierop en sleep om
naar een fragment van
het nummer te gaan.
Albumafbeeldingen
Muziekinformatie
Tik hierop om de modus voor willekeurig
afspelen in of uit te schakelen. (Deze
modus is uitgeschakeld wanneer het
pictogram grijs is.)
Tik hierop om te schakelen tussen de
verschillende herhaalmethoden: Repeat
all songs (Alle nummers herhalen)
(
), Repeat current song (Huidig nummer
herhalen)
( ) of
Don’t repeat (Niet herhalen) ( ).
Totale afspeeltijd
Tik hierop om het nummer
te pauzeren of het afspelen
te hervatten.
Houd dit aangetikt om het
nummer snel vooruit te spoelen.
Tik hier eenmaal op om naar
het volgende nummer van het
album te gaan.
Verstreken tijd
Tik hierop om de huidige afspeellijst
weer te geven.
Houd dit aangetikt
om de muziek terug
te spoelen.
Tik hier eenmaal op
om naar het begin van
het nummer te gaan.
Tik hier tweemaal
op om naar het vorige
nummer van het
album te gaan.
Voortgangsbalk
Tip U kunt in de muziekbibliotheek of het afspeelscherm alle nummers in
uw bibliotheek afspelen in willekeurige volgorde. Druk op MENU en tik
vervolgens op Party shuffle (Feestvolgorde). Het eerste willekeurig
geselecteerde nummer wordt afgespeeld. Als u de functie Feestvolgorde
wilt uitschakelen, drukt u op MENU en tikt u op Party shuffle off
(Feestvolgorde uit).
Werken met multimedia
171
Werken met afspeellijsten
U kunt afspeellijsten gebruiken om uw muziekbestanden te ordenen. U kunt
zoveel afspeellijsten maken als u wilt op de telefoon.
Opmerking De afspeellijst Recently added (Recent toegevoegd) is een
systeemafspeellijst die u niet kunt verwijderen of hernoemen.
Een afspeellijst maken
Tik op een categorie in het scherm van de muziekbibliotheek.
Gebruik in de lijst die wordt weergegeven de TRACKBALL om te navigeren
naar de artiesten, albums of nummers die u wilt toevoegen aan de afspeellijst.
Houd de artiest, het album of het nummer aangetikt en tik op Add to playlist
(Toevoegen aan speellijst) in het optiemenu.
Tik in het venster Add to playlist (Toevoegen aan speellijst) op New (Nieuw).
Tip
Tik op de naam van de afspeellijst in de lijst als u een artiest, album of
nummer wilt toevoegen aan een bestaande afspeellijst.
5.
Open het toetsenbord en voer de naam van de nieuwe afspeellijst in.
6. Tik op Save (Opslaan). De artiest, het album of het nummer wordt automatisch
toegevoegd aan de nieuwe afspeellijst.
Afspeellijsten beheren
Ga naar het scherm van de muziekbibliotheek en tik op Playlists (Afspeellijst).
Voer een van de volgende handelingen uit:
Tik op de naam van de afspeellijst als u de nummers in de lijst wilt afspelen.
Als u een afspeellijst wilt verwijderen, houdt u de afspeellijst aangetikt en tikt
u op Delete (Verwijderen) in het optiemenu.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
Werken met multimedia
172
Als u de nummers opnieuw wilt rangschikken of een nummer uit de
afspeellijst wilt verwijderen, houdt u de afspeellijst aangetikt en tikt u op
Edit (Bewerken) in het optiemenu. Houd het symbool aangetikt voor
het nummer dat u wilt verplaatsen en sleep het naar de gewenste positie.
Als u een nummer wilt verwijderen, houdt u het nummer aangetikt en
tikt u op Remove from playlist (Verwijderen uit afspeellijst).
Als u de naam een afspeellijst wilt wijzigen, houdt u de afspeellijst aangetikt en
tikt u op Rename (Naam wijzigen) in het optiemenu. Open het toetsenbord,
voer de nieuwe naam voor de afspeellijst in en tik op Save (Opslaan).
Een afspeellijst importeren
U kunt afspeellijsten op uw computer maken en ze vervolgens opslaan op de
geheugenkaart. Muziek ondersteunt de volgende indelingen voor afspeellijsten:
M3U, WPL en PLS.
Open op uw computer een tekstbestand dat
u kunt bewerken.
Voer op afzonderlijke regels de namen in van
de muziekbestanden die u wilt opnemen in de
afspeellijst.
1.
2.
Opmerkingen De namen die u invoert in het bestand, moeten gelijk zijn aan
de namen die worden weergegeven als u de inhoud van de
geheugenkaart op uw computer bekijkt, niet de namen die in
de lijst met nummers op uw telefoon worden weergegeven.
De telefoon geeft een vereenvoudigde versie van de namen
weer die de tracknummers of bestandsextensies (bijvoorbeeld
.mp3) niet bevatten.
3.
Sla het afspeellijstbestand op met .m3u als bestandsextensie (bijvoorbeeld
MijnMuziek.m3u).
Werken met multimedia
173
4. Kopieer het afspeellijstbestand naar de geheugenkaart. Zie de instructies in het
gedeelte “Muziek naar een geheugenkaart kopiëren” eerder in dit hoofdstuk.
Opmerking
Het wordt aanbevolen een map Afspeellijst te maken in de map
Muziek op de geheugenkaart waarin u alle afspeellijstbestanden
kunt opslaan.
Een nummer instellen als beltoon
U kunt elk gewenst nummer gebruiken als beltoon voor uw telefoon:
1.
Navigeer in de muziekbibliotheek naar een nummer dat u wilt gebruiken als
beltoon.
2. Houd het nummer aangetikt en tik op Use as phone ringtone (Gebruiken
als telefoonbeltoon) in het optiemenu. Het nummer wordt ingesteld als
standaardbeltoon voor inkomende oproepen.
Opmerking Als u wilt controleren of het geselecteerde nummer is toegevoegd
als beltoon, drukt u op BEGIN en tikt u op Settings (Instellingen) >
Sound & display (Geluid en weergave) > Phone ringtone
(Telefoonbeltoon). Het nummer wordt als optie weergegeven.
Muziek verwijderen op de geheugenkaart
U kunt muziekbestanden op de geheugenkaart verwijderen.
Tik op Artists (Artiesten), Album of Songs (Nummers) in het scherm van de
muziekbibliotheek.
Tik op het scherm om de artiest, het album of het nummer te bekijken die of
dat u wilt verwijderen.
Houd het item aangetikt en tik op Delete (Verwijderen) in het optiemenu.
Wanneer hierom wordt gevraagd, tikt u op OK.
1.
2.
3.
4.
Werken met multimedia
174
Sneltoetsen in Music
In muzieklijsten
Gemarkeerde muziek afspelen Druk op
Gemarkeerde muziek verwijderen Druk op
Scherm met afspeellijsten
Gemarkeerde muziek afspelen Druk op
Verwijderen uit afspeellijst Druk op
175
10.1 Basisinstellingen wijzigen
Datum, tijdzone en tijd instellen
Uw telefoon gebruikt standaard automatisch de datum, tijdzone en tijd van het
netwerk. Voer de volgende stappen uit om deze instellingen aan te passen.
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Schuif omlaag en tik op Date & time (Datum & Tijd).
3. Schakel het selectievakje Automatic (Automatisch) uit.
4. Tik op Set date (Datum instellen). Tik in het venster Change date (Datum
wijzigen) op of om de datum, maand en jaar aan te passen en tik op
Set (Instellen) als u klaar bent.
5. Tik op Set time zone (Tijdzone selecteren) en selecteer de tijdzone in de lijst.
Schuif omlaag in de lijst om meer tijdzones weer te geven.
6. Tik op Set time (Tijd instellen). Tik in het tijdvenster op of om de
uren en minuten aan te passen en tik op AM om dit te wijzigen in PM, of
omgekeerd. Tik op Set (Instellen) als u klaar bent.
7. Tik op Use 24-hour format (24-uurs indeling gebruiken) om te schakelen
tussen een 12-uurs of 24-uurs indeling.
8.
Tik op Date format (Datumindeling selecteren) om te selecteren hoe u datums
wilt weergeven op de telefoon. De geselecteerde datumnotatie wordt ook
toegepast op de datumweergave in Alarmklok.
Opmerking Zie “Alarmklok” in hoofdstuk 11 voor meer informatie over het
instellen van een alarm.
Hoofdstuk 10 De T-Mobile G1 beheren
De T-Mobile G1 beheren
176
Weergave-instellingen
De helderheid van het scherm aanpassen
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Tik op Sound & display (Geluiden & weergave), schuif omlaag en tik op
Brightness (Helderheid).
3. Sleep de schuifregelaar naar links om de schermhelderheid te verlagen of
naar rechts om deze te verhogen.
4. Tik op OK.
Tijdsduur aanpassen voordat het scherm wordt uitgeschakeld
Na een bepaalde tijd van inactiviteit wordt het telefoonscherm uitgeschakeld om
de levensduur van de batterij te verlengen. U kunt instellen na hoeveel tijd het
scherm wordt uitgeschakeld.
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Tik op Sound & display (Geluiden & weergave).
3. Schuif omlaag en tik op Screen timeout (Schermtime-out).
4. Selecteer de tijd voordat het scherm wordt uitgeschakeld en tik op OK.
Tip Als u het scherm snel wilt uitschakelen, drukt u op de knop GESPREK
STOPPEN/AAN-UIT.
Het scherm ingeschakeld houden terwijl de telefoon wordt opgeladen
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Tik op Applications (Toepassingen) > Development (Ontwikkeling).
3. Schakel het selectievakje Stay awake (Geactiveerd houden) uit.
Instellingen voor beltonen
De beltoon wijzigen
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
De T-Mobile G1 beheren
177
2. Tik op Sound & display (Geluiden & weergave) > Phone ringtone
(Telefoonbeltoon).
3. Tik op de beltoon die u wilt gebruiken en tik op OK. De beltoon wordt kort
afgespeeld wanneer u deze selecteert.
Tip
U kunt *.wav, *.mid, *.mp3, *.wma, of andere typen geluidsbestanden
gebruiken die u van internet hebt gedownload of vanaf uw pc hebt
gekopieerd. Raadpleeg ‘Specificaties’ in de bijlage voor een volledige
lijst van ondersteunde audiobestandsindelingen voor beltonen.
Druktoetsen inschakelen
U kunt instellen dat de telefoon een beltoon afspeelt wanneer u het scherm aanraakt.
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Tik op Sound & display (Geluiden & weergave) en schuif omlaag.
3. Selecteer de optie Audible touch tones (Hoorbare touchtonen).
De meldingsbeltoon wijzigen
U kunt selecteren welke beltoon wordt afgespeeld wanneer uw telefoon een
nieuwe melding ontvangt.
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Tik op Sound & display (Geluiden & weergave) > Notification ringtone
(Meldingsbeltonen).
3. Selecteer uw gewenste meldingsbeltoon in de lijst.
Telefoonservices
De T-Mobile G1 kan direct worden verbonden met het netwerk voor mobiele
telefonie en biedt de mogelijkheid instellingen van verschillende telefoonservices op
te vragen en te wijzigen. Voorbeelden van telefoonservices zijn het doorschakelen
van oproepen, nummerweergave en voicemail. Neem contact op met T-Mobile voor
informatie over de telefoonservices die beschikbaar zijn voor de T-Mobile G1.
De T-Mobile G1 beheren
178
Instellingen van telefoonservices opvragen en wijzigen
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Tik op Call settings (Belinstellingen).
Opmerking Zie “Belinstellingen aanpassen” in hoofdstuk 2 voor meer informatie
over instellingen voor telefoonservices.
Gegevensroaming inschakelen
Met gegevensroaming kunt u verbinding maken met de netwerken van T-Mobile-
partners voor toegang tot dataservices wanneer u buiten het bereik van het
T-Mobile-netwerk bent.
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Tik op Wireless controls (Draadloze regelaars) > Mobile networks (Mobiele
netwerken).
3. Selecteer de optie Data roaming (Gegevensroaming).
Opmerking De toegang tot dataservices tijdens het roaming kan extra
kosten met zich meebrengen. Informeer naar de tarieven voor
gegevensroaming bij uw plaatselijke T-Mobile-winkel.
10.2 De T-Mobile G1 beveiligen
De SIM-kaart beveiligen met een pincode
U kunt de SIM-kaart beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik door een pincode
in te stellen.
De pincode voor de SIM-kaart activeren
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
De T-Mobile G1 beheren
179
2. Tik op Security & location (Beveiliging & locatie), schuif omlaag en tik op
Set up SIM card lock (Sim-kaartblokkering instellen).
3. Selecteer de optie Lock SIM card (Sim-kaart blokkeren).
4. Voer de standaardpincode voor de SIM-kaart in met het toetsenbord en tik
op OK.
5. U kunt de pincode op elk gewenst moment wijzigen door op Change PIN
code (Pincode veranderen) te tikken.
Tip Noodoproepen kunnen altijd worden uitgevoerd, zonder dat een pincode
is vereist.
De telefoon beveiligen met schermblokkering
U kunt uw gegevens beter beschermen door het scherm te blokkeren en/of een
schermontgrendelpatroon in te schakelen dat moet worden ingevoerd wanneer
de T-Mobile G1 wordt ingeschakeld of uit de slaapstand komt.
Het scherm blokkeren
Druk op de knop GESPREK STOPPEN/AAN-UIT. U kunt de besturingsknoppen en
het scherm blokkeren om te voorkomen dat de telefoon wordt bediend doordat
deze per ongeluk wordt aangeraakt of op de knoppen wordt gedrukt.
Opmerking Als u de blokkering van het scherm wilt opheffen, drukt u op MENU.
Het schermontgrendelpatroon maken en inschakelen
U kunt de beveiliging van uw telefoon verbeteren door een schermontgrendelpatroon
in te stellen. Wanneer het patroon is gemaakt en ingeschakeld, moet u het juiste
schermontgrendelpatroon op het scherm tekenen om de telefoonknoppen en het
aanraakscherm te ontgrendelen.
De T-Mobile G1 beheren
180
1. Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Tik op Security & location (Beveiliging & locatie) > Set unlock pattern
(Vrijgavepatroon instellen).
3. Verbind minstens vier punten in een verticale,
horizontale en/of diagonale richting en til uw
vinger van het scherm wanneer u klaar bent.
Opmerking
U moet met uw vinger over
het scherm schuiven om het
patroon te maken en niet op
afzonderlijke punten tikken.
4.
De telefoon legt het patroon vast. Tik op
Continue (Doorgaan).
5. Wanneer hierom wordt gevraagd, tekent
u nogmaals het schermontgrendelpatroon
en tikt u op Confirm (Bevestigen).
6. Selecteer de optie Require gesture (Gebaar
vereisen) om het schermontgrendelpatroon
in te schakelen.
Tip Schakel het selectievakje Use visible pattern (Zichtbaar patroon gebruiken)
uit wanneer u geen schermontgrendelpatroon wilt weergeven om het scherm
te ontgrendelen.
Opmerking
Als u het schermontgrendelpatroon wilt wijzigen, drukt u op BEGIN >
MENU en tikt u op Settings (Instellingen) > Security & location
(Beveiliging en locatie) > Change unlock pattern (Gebaar voor
vrijgave veranderen).
De T-Mobile G1 beheren
181
10.3 Geheugen beheren
Beschikbaar telefoongeheugen controleren
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Schuif omlaag in het scherm en tik op SD card & phone storage (Sd-kaart &
telefoongeheugen). Het beschikbare telefoongeheugen wordt onder het
gedeelte Intern telefoongeheugen weergegeven.
Beschikbare ruimte op geheugenkaart controleren
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Schuif omlaag in het scherm en tik op SD card & phone storage (Sd-kaart &
telefoongeheugen). De totale en beschikbare ruimte op de geheugenkaart
worden onder het gedeelte SD card (Sd-kaart) weergegeven.
Telefoongeheugen vrijmaken
Als de T-Mobile G1 weinig geheugen beschikbaar heeft, kunt u het volgende doen:
Verplaats bestanden en e-mailbijlagen naar de geheugenkaart.
Verwijder in de browser alle tijdelijke internetbestanden en wis de
browsergeschiedenis. Zie “De browser” in hoofdstuk 7 voor meer informatie.
Verwijder gedownloade programma’s die u niet meer gebruikt. Zie voor
meer informatie “Android markt” in hoofdstuk 11.
Stel de T-Mobile G1 opnieuw in. Zie het volgende gedeelte voor meer informatie.
De T-Mobile G1 beheren
182
10.4 De T-Mobile G1 opnieuw instellen
Normaal opnieuw instellen
Mogelijk moet u de T-Mobile G1 af en toe opnieuw instellen. Als het apparaat
normaal (of elektronisch) opnieuw wordt ingesteld, wordt het actieve
programmageheugen volledig gewist en worden alle actieve programma’s
afgesloten. Dit kan nuttig zijn wanneer uw T-Mobile G1 trager werkt dan normaal
of wanneer een programma niet goed functioneert. Als het apparaat normaal
opnieuw wordt ingesteld terwijl programma’s actief zijn, gaan niet-opgeslagen
gegevens verloren.
Het apparaat opnieuw instellen
1.
Verwijder de achterklep.
2. Verwijder de batterij enkele seconden.
3. Plaats de batterij en de achterklep terug en schakel de telefoon in.
Opmerking Zie hoofdstuk 1 voor meer informatie over het verwijderen en
vervangen van de achterklep en de batterij.
Volledig opnieuw instellen
U kunt het apparaat ook niet-elektronisch opnieuw instellen (wordt ook
wel volledig opnieuw instellen, of harde reset, genoemd). Doe dit alleen
als een systeemprobleem niet kan worden opgelost met normaal opnieuw
instellen. Nadat de T-Mobile G1 volledig opnieuw is ingesteld, zijn alle
standaardinstellingen hersteld zoals ze waren toen u het apparaat kocht en voor
het eerst inschakelde. Alle programma's die u hebt geïnstalleerd, gegevens
die u hebt ingevoerd en instellingen die u hebt aangepast op de T-Mobile G1,
gaan verloren. Alleen het besturingssysteem en andere vooraf geïnstalleerde
programma’s blijven aanwezig.
De T-Mobile G1 beheren
183
!
De T-Mobile G1 wordt hersteld naar de standaardinstellingen.
Zorg dat er een back-up is gemaakt van alle extra geïnstalleerde
programma’s en/of gebruikersgegevens voordat het apparaat
volledig opnieuw wordt ingesteld.
Het apparaat volledig opnieuw instellen
1.
Druk op BEGIN > MENU en tik op Settings (Instellingen).
2. Schuif omlaag in het scherm en tik op SD card & phone storage (Sd-kaart &
telefoongeheugen).
3. Tik onder het gedeelte Intern telefoongeheugenop Factory data reset
(Fabrieksgegevens herstellen).
4. Tik op Reset phone (Telefoon opnieuw instellen) wanneer hierom wordt
gevraagd. De telefoon wordt opnieuw ingesteld en het beginscherm wordt
weergegeven.
10.5 Software-updates
Google brengt mogelijk van tijd tot tijd nieuwe of bijgewerkte versies uit van
de software die uw telefoon gebruikt. Wanneer dit het geval is, stuurt Google
draadloze updates naar uw telefoon zodat deze automatisch de nieuwe
software downloadt. U hoeft zelf niets te doen om de nieuwe software op te
halen; uw telefoon maakt automatisch verbinding met internet om de updates
te downloaden.
De T-Mobile G1 beheren
184
Binnen het Verenigd Koninkrijk worden geen kosten in rekening gebracht wanneer
u verbinding maakt met internet om deze draadloze updates te downloaden.
Wanneer u zich in het buitenland bevindt, worden de draadloze updates uitgesteld
totdat u terugkeert en verbinding maakt met een netwerk in het Verenigd Koninkrijk.
Hierdoor wordt voorkomen dat u hoge kosten moet betalen voor gegevensroaming,
aangezien de grootte van deze updates kan oplopen tot 64 MB.
10.6 Tips voor energiebesparing
De levensduur van de batterij is afhankelijk van het type batterij, het netwerk
waarmee u verbinding maakt en de manier waarop u de T-Mobile G1 gebruikt.
U kunt het volgende proberen om de levensduur van de batterij te verlengen:
Wanneer u geen 3G-diensten nodig hebt, stelt u de telefoon in om verbinding te
maken met een 2G-netwerk van T-Mobile. Druk hiervoor op BEGIN > MENU,
tik op Settings (Instellingen) > Wireless controls (Draadloze bediening) >
Mobile networks (Mobiele netwerken) en selecteer de optie Prefer 2G networks
(Alleen 2G-netwerken gebruiken).
Wanneer u de T-Mobile G1 niet gebruikt, drukt u op GESPREK STOPPEN/
AAN-UIT om het scherm uit te schakelen.
Selecteer een kortere tijd voordat het telefoonscherm wordt uitgeschakeld.
Zie “Weergave-instellingen” eerder in dit hoofdstuk.
Verlaag de helderheid van het scherm. Zie “Weergave-instellingen” eerder in dit
hoofdstuk.
Gebruik waar mogelijk de lichtnetadapter om de T-Mobile G1 aan te sluiten op
een externe voedingsbron.
Schakel Bluetooth uit wanneer u deze functie niet gebruikt. Maak de T-Mobile G1
alleen zichtbaar voor andere apparaten wanneer u een Bluetooth-verbinding tot
stand probeert te brengen. Zie hoofdstuk 7 voor meer informatie over Bluetooth.
De T-Mobile G1 beheren
185
Schakel Wi-Fi uit wanneer u deze functie niet gebruikt. Zie hoofdstuk 7 voor
meer informatie over Wi-Fi.
Schakel de telefoonverbinding met GPS-satellieten uit wanneer deze niet wordt
gebruikt. Druk hiervoor op BEGIN > MENU, tik op Settings (Instellingen) >
Security & location (Beveiliging & locatie) en schakel de optie GPS satellites
(Gps-satellieten) uit. Zie “Kaarten” in hoofdstuk 8 voor meer informatie.
Verlaag het volume.
Beëindig programma's of functies die veel energie verbruiken, zoals de camera,
wanneer u ze niet gebruikt.
De T-Mobile G1 beheren
186
187
11.1 Android markt
Met Android markt hebt u direct toegang tot leuke spelletjes en handige
toepassingen die u op uw telefoon kunt downloaden en installeren.
De Android markt openen
Druk op BEGIN en tik op het tabblad Applications (Toepassingen) en tik op
Market (Markt).
Wanneer u de Android markt de eerste keer opent, wordt het scherm
Gebruiksvoorwaarden weergegeven. Tik op Accept (Accepteren) om
door te gaan.
Tip
Druk voor meer informatie over Android markt op MENU en tik op Help.
De webpagina van Android markt wordt geopend.
Items bekijken die u wilt installeren
De Android markt bevat aanbevolen items en itemcategorieën zoals Games
(Spelletjes) en Applications (Toepassingen). Tik op een aanbevolen item om
het detailscherm te bekijken of op een categorie om door de inhoud te bladeren.
U kunt binnen elke categorie items weergeven op het tabblad Popular (Populair)
of New (Nieuw).
1.
2.
Hoofdstuk 11 Andere toepassingen
Andere toepassingen
188
Een item downloaden en installeren
Navigeer naar het item dat u wilt downloaden en tik erop. Het scherm met
itemdetails wordt weergegeven.
Tik hierop om een
categorie te openen en
meer items te bekijken.
Tik hierop om uw
downloads te bekijken
en openen.
Tik hierop om het
scherm met itemdetails
te openen.
Tik hierop om te zoeken
in Android markt.
Tik hierop om het item te
downloaden en installeren.
2. Tik op Install (Installeren).
Tip
Als u het item niet meer wilt downloaden, tikt u op Cancel download
(Download annuleren).
3. Nadat het item op uw telefoon is gedownload en geïnstalleerd, wordt het
pictogram voor het downloaden van inhoud ( ) weergegeven in het
meldingengebied van de statusbalk.
4. Tik op My downloads (Mijn downloads) in het hoofdscherm van Android
markt, tik op het geïnstalleerde item in de lijst en tik op Open (Openen).
Tip
Het geïnstalleerde item wordt ook weergegeven op het tabblad
Applications (Toepassingen).
1.
Andere toepassingen
189
Geïnstalleerde items beheren
Gedownloade en geïnstalleerde items bekijken
Druk in het hoofdscherm van Android markt op My downloads (Mijn downloads)
of druk op MENU en tik op My downloads (Mijn downloads). Er wordt een lijst
met alle gedownloade en geïnstalleerde items weergegeven.
Een geïnstalleerd item verwijderen
Tik in het scherm Mijn downloads op het item dat u wilt verwijderen en tik op
Uninstall (Verwijderen).
Wanneer hierom wordt gevraagd, tikt u op OK om het item van uw telefoon te
verwijderen.
Selecteer de reden dat u het item wilt verwijderen en tik op OK.
Feedback verzenden
U kunt een opmerking schrijven over een item of het beoordelen. U kunt ook
een item markeren als u het aanstootgevend of ongeschikt vindt. Wanneer
u een item markeert, wordt een bericht verzonden naar de Android markt voor
een vervolgactie.
Opmerking
U moet een item beoordelen voordat u er een opmerking over kunt
plaatsen.
Een gedownload item beoordelen
Tik in het scherm Mijn downloads op het item dat
u wilt beoordelen en tik op Rate it!
Tik op het aantal sterren waarmee u het item wilt
beoordelen en tik op OK.
1.
2.
3.
1.
2.
Andere toepassingen
190
Een opmerking over een gedownload item plaatsen
Nadat u een item hebt beoordeeld, wordt de optie Post a comment
(Opmerking plaatsen) weergegeven onder My rating (Classificatie) in het
scherm met itemdetails. Tik op deze optie om door te gaan.
Open het toetsenbord en voer uw opmerkingen in het tekstvak in.
Tik op OK wanneer u klaar bent.
Een opmerking of beoordeling verwijderen
U kunt elke opmerking of beoordeling voor een gedownload item verwijderen.
Tik in het scherm Mijn downloads op het item dat u wilt wijzigen.
Druk op MENU en tik op More (Meer) > Clear my review (Mijn recentie
wissen). Uw beoordeling en/of opmerkingen worden verwijderd.
Een item markeren
Tik in het scherm Mijn downloads op het item dat u wilt markeren.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u een item hebt beoordeeld, drukt u op MENU en tikt u op More (Meer) >
Flag content (Gegevens markeren).
Als u het item nog niet hebt beoordeeld, drukt u op MENU en tikt u op
Flag content (Gegevens markeren).
3. Selecteer de reden dat u het item aanstootgevend vindt en tik op Submit
(Verzenden).
Opmerking
Als u Other objection (Andere klacht) hebt geselecteerd,
wordt gevraagd uw bezwaar tegen het item toe te lichten.
1.
2.
3.
1.
2.
1.
2.
Andere toepassingen
191
11.2 Alarm Clock (Alarmklok)
U kunt in Alarm Clock zoveel alarmen instellen als u wilt.
Alarm Clock openen
Druk op BEGIN, tik op het tabblad Applications (Toepassingen) en tik op Alarm
Clock (Alarmklok).
Wanneer u Alarm Clock opent, zijn standaard drie alarmen ingesteld die u kunt
aanpassen. Alle drie alarmen zijn standaard uitgeschakeld.
Een alarm instellen
Tik op een standaardalarm.
Schakel het selectievakje Alarm in om het alarm in te schakelen.
Tik hierop om de
alarminstellingen
aan te passen.
Resterende
tijd voordat het
alarm afgaat.
3. Tik op Time (Tijd) om de alarmtijd in te stellen. Pas de tijd aan door op of
te tikken. Tik op AM om dit te wijzigen in PM of omgekeerd en tik vervolgens op
Set (Instellen).
1.
2.
Andere toepassingen
192
Opmerking Het resterende aantal uren en minuten voordat het alarm afgaat,
wordt ter informatie kort weergegeven op het scherm.
4. Tik op Ringtone (Beltoon) en selecteer de alarmbeltoon. De beltoon wordt
kort afgespeeld wanneer u deze selecteert.
5. Tik op Vibrate (Trillen) als u de telefoon wilt laten trillen wanneer het alarm
afgaat.
6. Tik op Repeat (Herhalen), selecteer de dagen waarop u het alarm wilt laten
herhalen en tik op OK. Standaard is het alarm ingesteld om Never (Nooit) te
herhalen, wat betekent dat het alarm slechts één keer zal afgaan.
7. Als u meer dan drie alarmen wilt instellen, drukt u op TERUG om terug te
gaan naar het hoofdscherm van Alarm Clock, drukt u op MENU en tikt u op
Add alarm (Alarm toevoegen).
Wanneer het alarm afgaat, ontvangt u een melding met de opties Snooze (Uitstellen)
(10 minuten) of
Dismiss (Negeren).
De klokweergave wijzigen
U kunt wijzigen hoe de klok wordt weergegeven in het scherm Alarm Clock
(Alarmklok):
Tik in het scherm Alarm Clock (Alarmklok) op de klok om het klokselectiescherm
te openen. De beschikbare klokken worden onder aan het scherm weergegeven.
Schuif met uw vinger naar links of rechts boven de klokweergaven om ze te
bekijken.
Tik op de gewenste klokweergave.
Opmerking Als u de klokweergave wilt verbergen, drukt u in het scherm Alarm
Clock (Alarmklok) op MENU en tikt u op Hide clock (Klok verbergen).
Datum en tijdsweergave wijzigen
Zie “Datum en tijd” in hoofdstuk 10 voor het wijzigen van de tijdsnotatie in alarmen.
1.
2.
3.
Andere toepassingen
193
11.3 Calculator (Rekenmachine)
Met de Calculator kunt u eenvoudige en geavanceerde wiskundige berekeningen
uitvoeren.
Calculator openen
Druk op BEGIN en tik op het tabblad Applications (Toepassingen) en tik op Calculator
(Rekenmachine). Calculator wordt standaard met het basispaneel geopend.
Panelen in Calculator
U kunt in het basispaneel cijfers invoeren en eenvoudige berekeningen uitvoeren,
zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. In het geavanceerde
paneel kunt u geavanceerde operatoren of scheidingstekens invoegen, zoals
sinus, cosinus, tangens, vierkantswortel, haakjes, en meer.
Als u wilt schakelen tussen panelen in Calculator, drukt u op MENU en tikt
u op Advanced panel (Geavanceerd paneel) of Basic panel (Basispaneel).
Wanneer u een geavanceerde operator hebt geselecteerd, schakelt het paneel
weer terug naar de basismodus waar de operator wordt weergegeven.
Basispaneel
Geavanceerd paneel
Tik hierop om de
ingevoerde cijfers
of operatoren te
wissen.
Toets waarop
is getikt.
Andere toepassingen
194
Als u cijfers of operatoren wilt invoeren, tikt u op de overeenkomende toets
op het toetsenblok. De toets knippert rood wanneer u erop tikt. Controleer of
de toets rood knippert voordat u het volgende cijfer invoert of de bewerking
voltooit.
Als u cijfers stuk voor stuk wilt verwijderen, tikt u op CLEAR (WISSEN).
Als u alle cijfers tegelijk wilt verwijderen, houdt u CLEAR (WISSEN) aangetikt.
Als u het scherm wilt wissen en een nieuwe berekening wilt starten, houdt
u CLEAR (WISSEN) aangetikt, of drukt u op .
Bewerkingsgeschiedenis
Als u door alle bewerkingen wilt bladeren, rolt u de TRACKBALL omhoog
of omlaag.
Als u de bewerkingsgeschiedenis wilt wissen, drukt u op MENU en tikt u op
Clear history (Geschiedenis wissen).
195
Deze Garantieverklaring heeft betrekking op de T-Mobile G1 van T-Mobile,
inclusief oplader, hoofdtelefoonset, accu en USB-kabel (’Product’). T-Mobile
Netherlands BV garandeert hierbij dat het Product bij de oorspronkelijke
aankoop vrij is van defecten in materiaal en uitvoering, in overeenstemming met
de hieronder gestelde voorwaarden en bepalingen:
1. Deze geldt voor de eindgebruiker die het Product koopt (’Klant’) voor eigen
gebruik. Deze Beperkte garantie vormt een beperking of uitsluiting van enigerlei
rechten van de Klant, waaronder rechten ten aanzien van de verkoper/dealer van
het Product.
2. Dit Product wordt gegarandeerd voor wat betreft zijn functionaliteit indien het
wordt gebruikt op het mobiele netwerk van T-Mobile in Nederland, in combinatie
met een SIM (Subscriber Identity Module) die is geleverd door T-Mobile
Netherlands.
3. Deze garantie geldt gedurende vierentwintig (24) maanden vanaf de datum van
de oorspronkelijke aankoop (’Garantieperiode’) en is uitsluitend van toepassing
op de oorspronkelijke koper. Teneinde aanspraak te kunnen maken op garantie
dient de Klant de oorspronkelijke aankoopbon te kunnen voorleggen. De Klant
kan daartoe contact opnemen met T-Mobile Klantenservice via 0800 - 7111 of
met T-Mobile Zakelijk Klantenservice via 0800 - 7112.
4. Gedurende de Garantieperiode zal T-Mobile een defect Product repareren
of vervangen, zulks naar keuze van T-Mobile. De reparatie of vervanging zal
worden uitgevoerd door T-Mobile of een geautoriseerde serviceorganisatie,
Hoofdstuk 12 Garantieverklaring
Garantieverklaring
196
nadat T-Mobile heeft gecontroleerd of het Product onder de garantieservice valt.
Reparatie of vervanging kan ook betekenen het ter beschikking stellen van een
functioneel gezien gelijkwaardig product. T-Mobile zal het gerepareerde Product
of een vervangend Product in goed werkende staat retourneren aan de Klant.
5. Als T-Mobile het Product repareert of vervangt, dan is het gerepareerde of
vervangen Product gegarandeerd gedurende de resterende garantieperiode van
het oorspronkelijke Product of gedurende drie (3) maanden vanaf de
datum van reparatie, afhankelijk van welk van de twee het langst is. Deze
verlengde garantie heeft uitsluitend betrekking op het gerepareerde deel van het
Product.
6. Voordat u een Product inlevert voor service, dient u zeker te stellen dat u
een back-up heeft gemaakt van alle gegevens en dat u alle vertrouwelijke,
bedrijfseigen of persoonlijke informatie hebt verwijderd. T-Mobile is niet
verantwoordelijk voor schade aan of verlies van enigerlei programma’s, gegevens
of verwisselbare opslagmedia.
7. Deze Beperkte garantie geldt niet voor achteruitgang van de prestaties als
gevolg van gewone slijtage. Deze Beperkte garantie geldt verder niet als:
a) het defect is veroorzaakt door het feit dat het Product onderhevig is geweest
aan: gebruik dat niet in overeenstemming was met de gebruikershandleiding,
ruw gebruik, vochtigheid, damp of extreme warmte of weersomstandigheden
of een snelle verandering van bedoelde omstandigheden, corrosie, oxidatie,
niet-geautoriseerde aanpassingen of verbindingen, niet-geautoriseerde opening
of reparatie, reparatie met gebruik van niet-geautoriseerde reserveonderdelen,
misbruik, onjuiste installatie, een ongeluk, natuurkrachten, gemorst voedsel of
gemorste vloeistof, de invloed van chemische producten of andere acties die
buiten de redelijke controle van T-Mobile vallen (inclusief maar niet beperkt
tot defecten in verbruiksartikelen, zoals accu’s die alleen al door hun aard een
Garantieverklaring
197
beperkte levensduur hebben, en het afbreken van of schade aan antennes), tenzij
het bedoelde defect een direct gevolg is van defecten in materialen of uitvoering.
b) het serienummer, de datumcode van het accessoire of het IMEInummer van
het Product is verwijderd, gewist, onleesbaar gemaakt of gewijzigd is, of niet te
lezen is.
c) het defect veroorzaakt is door het feit dat het Product is gebruikt in combinatie
met of aangesloten op een accessoire dat niet is geleverd door T-Mobile of op
een andere wijze is gebruikt dan waarvoor het bedoeld is.
8. T-Mobile biedt geen andere garantie dan de Garantie als beschreven in
deze Garantieverklaring. In geen geval is T-Mobile aansprakelijk voor enigerlei
indirecte schade of gevolgschade van welke aard dan ook, inclusief maar niet
beperkt tot omzetderving of commerciële verliezen, tot de volledige mate waarin
deze schade op juridische gronden kan worden afgewezen.
Niets in deze beperkte garantie is bedoeld als uitsluiting of beperking van
T-Mobile’s aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit grove nalatigheid of
opzet van de zijde van T-Mobile.
Garantieverklaring
198
199
A.1 Specificaties
Processor
Qualcomm
®
MSM7201A
528 MHz
Besturingssysteem
Android
Geheugen
ROM: 256 MB
RAM: 192 MB
Afmetingen (lxbxd)
117,7 mm x 55,7 mm x 17,1 mm
Gewicht
158 g (met batterij)
Scherm
TFT/LCD-aanraakscherm van 3,17 inch met HVGA-resolutie
(320 x 480)
Netwerk
HSPA/WCDMA:
2100 MHz
Verbindingssnelheden maximaal 7,2 Mbps
(HSPA, down-link) en 2 Mbps (HSUPA, up-link)
Quad-band GSM/GPRS/EDGE:
850/900/1800/1900 MHz
(Bandfrequentie, beschikbaarheid van HSUPA en
gegevenssnelheid zijn afhankelijk van de aanbieder)
Apparaatbediening
Trackball met Enter-knop
Toetsenbord
Uitschuifbaar QWERTY-toetsenbord met 5 rijen
GPS
GPS-navigatiefunctie met Google Maps
Bijlage
Bijlage
200
Connectiviteit
Bluetooth
®
2.0 met Enhanced Data Rate
Wi-Fi
®
: IEEE 802.1111b/g
HTC ExtUSB
(11-pins mini-USB 2.0- en audio-aansluiting in één)
Camera
3,2 megapixel kleurencamera met autofocus
Audio
Ingebouwde microfoon en luidspreker
Beltoonindelingen
AAC, AAC+, AMR-NB, MIDI, MP3, WMA, WAV
40 polyfone en standaardbeltonen in MIDI-indeling 0 en 1
(SMF)/SP MIDI
Batterij
Oplaadbare lithium-ionbatterij
Capaciteit: 1150 mAh
Spreektijd: maximaal 350 minuten voor WCDMA
maximaal 406 minuten voor GSM
Stand-by: maximaal 402 uur voor WCDMA
maximaal 319 uur voor GSM
(Schattingen op basis van tests van de telefoonfabrikant)
Uitbreidingssleuf
microSD
-geheugenkaart (compatibel met SD 2.0)
Netstroomadapter
Spanningsbereik/frequentie: 100 - 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Gelijkstroomuitvoer: 5 V en 1 A
Speciale functies
Digitaal kompas, bewegingssensor
Opmerking: specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Bijlage
201
A.2 Wettelijke kennisgevingen
Wettelijke identificatienummers
Met het oog op wettelijke identificatiedoeleinden is aan het product het
modelnummer DREA110 toegewezen.
Gebruik voor een betrouwbare en veilige werking van de DREA110 alleen de
accessoires die hieronder worden vermeld.
Aan de batterij is het modelnummer DREA160 toegewezen.
Opmerking Dit product moet worden gebruikt met een gecertificeerde
energiebron van klasse 2 met 5 volt gelijkstroom en 1 Amp als
maximale voedingsbron.
Kennisgeving van de Europese Unie
Producten met de CE-aanduiding voldoen aan de R&TTE-richtlijn (99/5/EC), de
EMC-richtlijn (204/108/EEC) en de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC) die zijn
uitgevaardigd door de Commissie van de Europese Gemeenschap.
Naleving van deze richtlijnen houdt in dat wordt voldaan aan de volgende Europese
normen (tussen haakjes staan de overeenkomstige internationale normen).
EN 60950-1 (IEC 60950-1)
Beveiliging van IT-apparatuur.
ETSI EN 300.328
Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumzaken (ERM); Breedband
transmissiesystemen; Datatransmissie-apparatuur werkend in de 2,4 GHz ISM-
band die gebruik maakt van breedband modulatietechnieken.
EN 300 440-2 V1.1.2
Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumzaken (ERM); Apparatuur
t.b.v. korteafstandcommunicatie; Radioapparatuur voor gebruik in het
frequentiegebied van 1 GHz tot 40 GHz, deel 2: Geharmoniseerde EN onder
artikel 3.2 van de R & TTE-richtlijn.
Bijlage
202
EN 301 489-24
Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumzaken (ERM);
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) standaard voor radioapparatuur
en -services, deel 24: Specifieke voorwaarden voor IMT-2000 CDMA Direct
Spread (UTRA) voor mobiele en draagbare (UE) radio- en hulpapparatuur.
ETSI EN 301 511
Wereldwijd systeem voor mobiele communicatie (GSM); geharmoniseerde
standaard voor mobiele apparatuur in de GSM 900 en DCS 1800
frequentiebanden ter afdekking van de essentiële voorwaarden onder artikel
3.2 van de R&TTE-richtlijn (1995/5/EC).
ETSI EN 301 489-1
Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumzaken (ERM);
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) standaard voor radioapparatuur
en -services, deel 1: algemene technische vereisten.
ETSI EN 301 489-7
Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumzaken (ERM);
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) standaard voor radioapparatuur
en -services, deel 7: specifieke voorwaarden voor mobiele en draagbare
radio- en hulpapparatuur voor digitale mobiele radiotelecommunicatiesystemen
(GSM en DCS).
ETSI EN 301 489-17
Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumzaken (ERM);
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) standaard voor radioapparatuur
en -services, deel 17: Specifieke voorwaarden voor
breedbandverzendsystemen met 2,4 GHz.
Bijlage
203
ETSI EN 301 908-1 & -2
Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumzaken (ERM);
Basisstations (BS) en gebruikersapparatuur (UE) voor IMT-2000 derde
generatie mobiele netwerken, deel 1: geharmoniseerde EN voor IMT-2000,
inleiding en algemene vereisten met essentiële vereisten van artikel 3.2 van
de R&TTE-richtlijn.
EN 50360 / 50361
Productstandaard waarin wordt aangegeven dat mobiele telefoons
voldoen aan de basisbeperkingen met betrekking tot de blootstelling aan
elektromagnetische velden (300 MHz - 3 GHz).
Deze apparatuur kan worden gebruikt in:
AT BE BG CH CY CZ DE DK
EE ES FI FR GB GR HU IE
IT IS LI LT LU LV MT NL
NO PL PT RO SE SI SK TR
Veiligheidsmaatregelen voor radiofrequentiesignalen
Gebruik alleen de originele accessoires die door de fabrikant zijn goedgekeurd of
accessoires die geen metaal bevatten.
Het gebruik van niet-originele accessoires vormt mogelijk een schending van uw
plaatselijke richtlijnen voor RF-blootstelling en moet worden voorkomen.
Bijlage
204
Blootstelling aan radiofrequentiesignalen (RF)
Dit apparaat bevat een radiozender en -ontvanger. De kracht van de straling ligt
ver onder de internationale limieten voor blootstelling aan radiofrequentie. Deze
limieten maken deel uit van veelomvattende richtlijnen voor toegestane niveaus
van radiofrequentiestraling voor de bevolking. De richtlijnen zijn gebaseerd op
veiligheidsnormen die zijn ingesteld door internationale normeringsinstanties:
American National Standards Institute (ANSI) IEEE. C95.1-1992
National Council on Radiation Protection and Measurement (NCRP).
Rapport 86. 1986
International Commission on Non-Ionising Radiation Protection (ICNIRP) 1996
Ministerie van Volksgezondheid (Canada), veiligheidscode 6. Bij het
vaststellen van de standaarden is rekening gehouden met een aanzienlijke
veiligheidsmarge voor de veiligheid van alle personen, ongeacht leeftijd en
gezondheid.
Voor de blootstellingsstandaard voor draadloze mobiele telefoons wordt de
maateenheid SAR (Specific Absorption Rate) gebruikt. De standaard bevat
een aanzienlijke veiligheidsmarge voor extra veiligheid en vanwege mogelijke
verschillen in gebruik.
Net als bij andere mobiele apparatuur met een radiozender, wordt gebruikers
aangeraden geen enkel deel van het lichaam te dicht bij de antenne te houden
tijdens het gebruik van het apparaat voor een juiste werking van het apparaat en
de veiligheid van het personeel.
Uw telefoon is voorzien van een ingebouwde antenne. Gebruik alleen de
bijgeleverde, ingebouwde antenne. Het gebruik van niet-goedgekeurde
of aangepaste antennes kan van invloed zijn op de gesprekskwaliteit en
beschadiging van de telefoon, afnemende prestaties en het overschrijden van
SAR-niveaus tot gevolg hebben. Het is tevens mogelijk dat hierdoor niet meer
wordt voldaan aan de lokale wetgeving in uw land.
Bijlage
205
Om een optimale werking te garanderen en ervoor te zorgen dat de blootstelling
van de gebruiker aan radiofrequentiestraling de toelaatbare waarden niet
overschrijdt, mag deze telefoon alleen worden gebruikt onder de aanbevolen
normale omstandigheden. Het wordt afgeraden het oppervlak rond de antenne
aan te raken of vast te houden tijdens het plaatsen of ontvangen van een gesprek.
Het aanraken van de antenne kan van invloed zijn op de gesprekskwaliteit en tot
gevolg hebben dat het apparaat meer energie verbruikt dan noodzakelijk. Als u
het oppervlak van de antenne niet aanraakt wanneer de telefoon IN GEBRUIK is,
werkt de antenne beter en gaat de batterij langer mee.
Bij metingen waarbij het apparaat op het lichaam wordt gedragen, is getest met
veelvoorkomende handelingen waarbij de telefoon op het lichaam wordt gedragen
met de achterzijde van de telefoon op een afstand van 1,5 cm van het lichaam.
SAR-informatie
0,619 W/Kg@10g (hoofd)
1,91 W/Kg@10g (lichaam)
Veiligheidsinformatie van Telecommunications &
Internet Association (TIA)
Pacemakers
Op basis van de aanbevelingen van de Health Industry Manufacturers Association
moet de afstand tussen een draadloze telefoon en een pacemaker minimaal
15 cm bedragen om mogelijke storing met de pacemaker te voorkomen. Deze
aanbevelingen komen overeen met onafhankelijk onderzoek en aanbevelingen
van Wireless Technology Research. Personen met pacemakers:
Moeten de telefoon ALTIJD minimaal 15 cm van de pacemaker verwijderd
houden wanneer de telefoon is ingeschakeld.
Mogen de telefoon niet in een borstzak dragen.
Bijlage
206
Moeten het oor gebruiken dat het verste van de pacemaker is verwijderd om
mogelijke storing te voorkomen. Schakel de telefoon onmiddellijk UIT als u
vermoedt dat er sprake is van storing op de pacemaker.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze telefoons kunnen storen met gehoorapparaten.
Bij een dergelijke storing kunt u T-Mobile raadplegen of contact opnemen met
de klantenservice om alternatieven te bespreken.
Andere medische apparaten
Als u een ander persoonlijk medisch apparaat gebruikt, neemt u contact op
met de fabrikant van het apparaat om te bepalen of dit voldoende is beschermd
tegen externe radiofrequentiestraling. Uw huisarts kan u mogelijk helpen bij het
verkrijgen van deze informatie.
Schakel de telefoon UIT in gezondheidsinstellingen wanneer dit in
de desbetreffende gebieden wordt aangegeven. Ziekenhuizen of
gezondheidsinstellingen maken mogelijk gebruik van apparatuur die
gevoelig is voor externe radiofrequentiestraling.
WEEE-kennisgeving
De WEEE-richtlijn (Waste Electrical and Electronic Equipment), die als Europese
wet van kracht werd op 13 februari 2003, heeft geresulteerd in een belangrijke
verandering in de behandeling van elektrische apparatuur aan het einde van hun
gebruikscyclus.
Het doel van deze richtlijn is ten eerste het voorkomen van elektrische apparatuur
in het afval en bovendien het bevorderen van hergebruik, recycling en andere
vormen van herstel van dergelijk afval teneinde de hoeveelheid afval te beperken.
Bijlage
207
Het WEEE-logo (zie links) op een product of op de verpakking geeft aan dat
dit product niet samen met het huishoudelijk afval mag worden afgevoerd of
weggegooid. U dient al uw oude elektronische of elektrische apparatuur af te
voeren via speciale verzamelpunten voor de recycling van dergelijk gevaarlijk
afval. Afzonderlijke inzameling en correcte behandeling van oude elektronische
en elektrische apparatuur helpt ons natuurlijke bronnen in stand te houden.
Bovendien waarborgt de correcte recycling van oude elektronische en elektrische
apparatuur de veiligheid en gezondheid van de mens en zijn omgeving.
Voor meer informatie over afvalverwerking en recycling van elektronische en
elektrische apparaten en over inzamelpunten neemt u contact op met het
gemeentehuis, de afvalverwerkingsinstantie, de winkel waar u het apparaat hebt
gekocht of de fabrikant van het apparaat.
RoHS-naleving
Dit product voldoet aan richtlijn 2002/95/EC van het Europese parlement en
de Raad van 27 januari 2003 aangaande de beperking van het gebruik van
bepaalde milieugevaarlijke stoffen in elektronische apparatuur (RoHS) en de
aanpassingen van die richtlijn.
Bijlage
208
209
Index

2G-netwerk ........................................................ 184
3G ....................................................................... 121
A
Achtergrond
- aanpassen .................................................... 32
- wijzigen.......................................................... 34
Achterklep
- verwijderen ................................................... 19
Afbeeldingen
- afbeeldingen weergeven ......................... 157
- bijsnijden .................................................... 160
- diavoorstelling weergeven ...................... 162
- foto’s bewerken ......................................... 159
- foto toewijzen aan een
contactpersoon ......................................... 162
- in- of uitzoomen op een foto ................... 159
- info .............................................................. 156
- navigeren naar foto’s ................................ 158
- openen ....................................................... 156
- op het tabblad Applications
(Toepassingen) ............................................. 42
- roteren ........................................................ 161
- verwijderen ................................................ 161
- verzenden via e-mail................................. 161
Afspeellijsten
- beheren ...................................................... 171
- importeren ................................................. 172
- info .............................................................. 171
- maken ......................................................... 171
Agenda ................................................................. 80
- op het tabblad Applications
(Toepassingen) ............................................. 41
Alarm Clock (Alarmklok) ................................. 191
Alarmnummer ...................................................... 49
Alarmsignaal
- een alarm instellen ................................... 191
Android Market
- geïnstalleerde items beheren ................. 189
Android markt
- een item downloaden en installeren ..... 188
- een item markeren ................................... 190
- een opmerking plaatsen ......................... 190
- feedback verzenden ................................ 189
- openen ....................................................... 187
Apparaat in- en uitschakelen............................. 28
Applications (Toepassingen)
- tabblad openen ............................................ 41
- tabblad sluiten .............................................. 42
B
Basisinstellingen .............................................. 175
Batterij
- batterij-informatie ......................................... 19
- batterij opladen ............................................ 24
Index
210
- energie besparen...................................... 184
- installeren...................................................... 22
- verwijderen ................................................... 22
Beginscherm
- info ................................................................. 31
Belinstellingen
- instellingen aanpassen ............................... 56
Beltoon ............................................................... 173
- nummer instellen als beltoon ................. 173
- wijzigen....................................................... 176
Berichtconcept .................................................... 96
Berichten .............................................................. 91
- info ................................................................. 91
- openen .......................................................... 91
- op het tabblad Applications
(Toepassingen) ............................................. 42
Berichtenlijst en -reeksen .................................. 98
Berichtenreek
- info ................................................................. 96
Berichtenreeksen
- openen .......................................................... 97
- verwijderen ................................................... 97
Berichthandtekening ....................................... 103
Besturingssysteem........................................... 195
Beveiligingsinstellingen .................................. 135
Bladwijzers
- beheren ...................................................... 132
- bewerken ................................................... 133
- bladwijzer instellen voor webpagina ..... 132
-
de URL van een bladwijzer verzenden
...... 132
- openen ....................................................... 133
- verwijderen ................................................ 133
Bluetooth
- info .............................................................. 136
- koppeling verbreken ................................ 139
- modi ............................................................ 137
- zichtbaar..................................................... 137
Browser .............................................................. 125
- de instellingen wijzigen ........................... 133
- openen ....................................................... 125
- op het tabblad Applications
(Toepassingen) .......................................... 125
Browsergeschiedenis ...................................... 131
C
Calculator (Rekenmachine)
- basispaneel ............................................... 193
- bewerkingsgeschiedenis ........................ 194
- geavanceerd paneel................................. 193
- op het tabblad Applications
(Toepassingen) ............................................. 41
Camera
- info .............................................................. 153
- instellingen aanpassen ............................ 155
- op het tabblad Applications
(Toepassingen) ............................................. 41
- scherm na vastleggen .............................. 154
Index
211
Chat
- afmelden .................................................... 118
- een chat starten ........................................ 117
- een groepchat sluiten .............................. 118
- een groepchat starten .............................. 118
- schakelen tussen chats ........................... 118
- sluiten ......................................................... 118
Contacten
- info ................................................................. 69
- op het tabblad Applications
(Toepassingen) ............................................. 41
Contactpersoon zoeken
- op telefoon .................................................... 76
D
Datum ................................................................. 175
De telefoon verbinden
- met internet ................................................ 121
Diavoorstelling
- diavoorstelling weergeven ...................... 162
- instellingen aanpassen ............................ 163
Downloads ........................................................ 129
Druktoetsen ....................................................... 177
E
E-mail
- op het tabblad Applications
(Toepassingen) ............................................. 42
- synchroniseren ............................................. 65
E-mailberichten
- antwoorden of doorsturen....................... 103
- archiveren .................................................. 105
- label ............................................................ 105
- maken en verzenden ............................... 102
- markeren .................................................... 105
- meldingen instellen .................................. 107
- ontvangen en lezen .................................. 104
- openen ....................................................... 104
- zoeken ........................................................ 107
EDGE .................................................................. 121
Een oproep plaatsen
- vanaf het tabblad Contacts
(Contactpersonen) ....................................... 48
- vanaf het tabblad Dialer (Kiezer) ............... 48
-
vanaf het tabblad Favorites (Favorieten)
...... 49
- vanaf het tabblad met gesprekslog .......... 48
Externe e-mailaccounts .......................... 101, 109
- e-mailberichten opstellen en
verzenden ................................................... 110
- een account verwijderen ......................... 111
- een bericht verwijderen ........................... 110
- instellingen aanpassen ............................ 111
- sorteren ...................................................... 110
- toevoegen .................................................. 109
G
Garantieverklaring ........................................... 195
Google Mail
Index
212
- nieuwe account maken .............................. 29
Gebeurtenissen
- herinneringen ............................................... 88
Gegevensroaming ........................................... 178
Geheugen................................................. 181, 195
Gespreklog
- info ................................................................. 54
Google Mail ....................................................... 101
-
e-mailberichten maken en verzenden
....... 102
- openen ....................................................... 101
Google Talk
- afmelden .................................................... 118
- automatisch aanmelden .......................... 119
- de instellingen wijzigen ........................... 119
- een vriend toevoegen .............................. 113
- indicatoren voor mobiele telefoon ......... 116
- uitnodigingen bekijken en
accepteren ................................................. 114
- uw status wijzigen ..................................... 114
- vriendenlijst................................................ 114
GPRS .................................................................. 121
GPS .................................................................... 195
GPS-satellieten ................................................. 141
I
IM ........................................................................ 112
- info .............................................................. 112
- op het tabblad Applications
(Toepassingen) ............................................. 42
Indicatoren voor mobiele telefoon ................ 116
Instellingen
- op het tabblad Applications
(Toepassingen) ............................................. 42
- op uw telefoon .............................................. 43
Instellingen voor beltonen .............................. 176
Instellingen voor pagina-inhoud .................... 133
Internationale oproep ......................................... 49
Internet
- verbindingstypen ...................................... 121
K
Kaarten
- in- of uitzoomen......................................... 145
- info .............................................................. 141
- locatiebron ................................................. 141
- navigeren ................................................... 145
- openen ....................................................... 142
- op het tabblad Applications
(Toepassingen) ............................................. 42
- routebeschrijving opvragen .................... 150
- uw locatie zoeken ..................................... 142
- weergeven ................................................. 145
- zoeken ........................................................ 142
Kaartgeschiedenis ........................................... 149
Kaartmarkering ................................................ 148
Kaartmodus....................................................... 146
- Kaartmodus ............................................... 146
- Satellietmodus .......................................... 146
- Straatweergave ......................................... 147
- Verkeersmodus ......................................... 147
Index
213
Koppelingen...................................................... 129
L
Labels
- filteren op label ......................................... 106
- selecteren voor synchronisatie ............... 106
- ster .............................................................. 105
- wijzigen of verwijderen ............................ 106
Locatiebron ....................................................... 141
Locatiegegevens .............................................. 155
Luidspreker .......................................................... 51
M
Markt
- op het tabblad Applications
(Toepassingen) ............................................. 42
Meldingsbeltoon .............................................. 177
MMS
- beantwoorden .............................................. 97
- instellingen ................................................ 100
- maken en verzenden .................................. 94
- weergeven .................................................... 98
MMS-instellingen ............................................. 100
MMS berichten
- info ................................................................. 91
Multimedia ........................................................ 153
Muziek
- afspeellijsten .............................................. 171
- afspeelscherm ........................................... 170
- instellen als beltoon ................................. 173
- muziek afspelen ........................................ 169
- muziekbibliotheek .................................... 168
- muziek kopiëren naar de
geheugenkaart .......................................... 168
- ondersteunde bestandsindelingen ....... 167
- openen ....................................................... 168
Muziekbibliotheek ........................................... 168
N
Netstroomadapter ............................................ 196
Netwerk.............................................................. 195
O
Opnieuw instellen
- normaal opnieuw instellen ...................... 182
- volledig opnieuw instellen ....................... 182
P
Pincode ........................................................ 28, 178
Privacy-instellingen .......................................... 134
Processor ........................................................... 195
R
Roaming ............................................................ 178
S
Schermblokkering ........................................... 179
Scherm na vastleggen ..................................... 154
Schermontgrendelpatroon ............................. 179
SIM-kaart
- installeren...................................................... 19
Index
214
- pincode ...................................................... 178
- verwijderen ............................................ 20, 23
SMS
- beantwoorden .............................................. 97
- instellingen ................................................... 99
- maken en verzenden .................................. 92
Sms-instellingen .................................................. 99
Software-updates ............................................. 183
Specificaties ...................................................... 195
Spraakoproep
- gesprek beëindigen .................................... 51
- info ................................................................. 47
- oproep beantwoorden ................................ 50
Startpagina ........................................................ 127
Statuspictogrammen .......................................... 37
Straatweergave ................................................. 147
T
Telefonische vergadering .................................. 52
Telefoon ................................................................ 47
Telefoonfunctie in- en uitschakelen ................. 57
Telefoonservices .............................................. 177
Tijd ...................................................................... 175
Tijdzone ............................................................. 175
V
Veiligheidsinformatie ............................................ 3
Verlichting
- helderheid aanpassen ............................. 176
Video’s ............................................................... 165
Vliegtuigmodus ................................................... 57
Voicemail .............................................................. 50
Vriendenlijst ...................................................... 114
- vastpinnen.................................................. 115
- zoeken ........................................................ 115
W
web’n’walk............................................................ 42
- openen ....................................................... 124
Webgeschiedenis ............................................ 129
Webpagina
- bladwijzer ................................................... 126
- in- of uitzoomen......................................... 128
- informatie zoeken ..................................... 126
- meerdere pagina’s bekijken ................... 126
- naar een webpagina gaan ...................... 125
- uw startpagina instellen .......................... 127
Webpagina’s
- weergeven ................................................. 128
Webtoepassingen ............................................ 131
Weergave-instellingen ..................................... 176
Wettelijke kennisgevingen ............................. 197
Wi-Fi .................................................................... 121
Y
YouTube ................................................................ 42
- info .............................................................. 164
- openen ....................................................... 164
- video’s delen ............................................. 166
- video’s filteren ........................................... 166
- video’s zoeken .......................................... 165
214


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for T-Mobile G1 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of T-Mobile G1 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 14,01 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of T-Mobile G1

T-Mobile G1 User Manual - English - 113 pages

T-Mobile G1 User Manual - German - 156 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info