96
BERGMEERDUIKEN
De omgevingsdruk op hoogte is lager dan die op zeeniveau. Als een duiker op
een hoogte van bijvoorbeeld 1500 meter boven zeeniveau aankomt is er een grotere
partiële stikstofdruk in zijn lichaam dan in de omgeving; hij heeft dus als het
ware reststikstof in zijn lichaam. Deze reststikstof verdwijnt uit zijn lichaam en
het evenwicht tussen de stikstofdruk binnen en buiten zijn lichaam zal zich na
een aantal dagen herstellen. Duik niet voordat uw lichaam de tijd heeft gehad om
zich aan te passen aan de veranderde omstandigheden. Een minimum periode
van 3 uur is aanbevolen.
Voordat in een bergmeer gedoken kan worden moet de Mosquito op het juiste
bergmeerprogramma (A1 of A2) gezet worden. De maximale partiële
stikstofdrukken in de verschillende compartimenten worden dan kleiner gemaakt,
aan de hand van de heersende omgevingsdruk op die hoogte.
Als gevolg hiervan worden de geen-decompressielimieten (nultijden) aanzienlijk
korter.
OPPERVLAKTE-INTERVALLEN
De Mosquito hanteert in de Air en EAN modus een minumum oppervlakte-interval
van 5 minuten. Als de oppervlakte-interval korter is dan 5 minuten zal de volgende
duik gezien worden als een vervolg van de eerste duik, waarbij de duiktijd verder
telt waar hij gebleven was. In de Free modus is de minimale oppervlakte-interval
2 seconden.