21
2. Druk op de knop [-] of [+] om door de verschillende geheugenvensters te bladeren
en de in het geheugen opgeslagen gegevens te bekijken:
a) Druk één maal op de knop [-] om de opgeslagen geheugenpunten (max. 20)
één voor één te bekijken. De opgeslagen hoogtemetergegevens worden
chronologisch weergegeven, beginnend vanaf het meest recente
geheugenpunt (bijv. P18, P17, P16, etc.); van elk punt wordt ook
weergegeven wanneer het is vastgelegd (datum en tijd).
b) Druk één maal op de knop [+] om de in het geheugen vastgelegde
logboekgegevens te bekijken. Deze gegevens worden in zes verschillende
vensters weergegeven:
Venster 1 toont op welk moment (datum en tijd) het bijhouden van het logboek is
gestart. In het display wordt de aanduiding 'LOG bEG' weergegeven.
Venster 2 toont de maximumhoogte die tijdens het bijhouden van het logboek is
bereikt en de datum en tijd waarop deze hoogte werd bereikt.
Venster 3 toont de minimumhoogte die tijdens het bijhouden van het logboek is
bereikt en de datum en tijd waarop deze hoogte werd bereikt.
Venster 4 toont op welk moment (datum en tijd) het bijhouden van de historie is
gestart. De historie is de totale stijging en daling van alle opgeslagen
logboekbestanden. Dit kan worden worden gebruikt om de stijging of daling over een
langere periode bij te houden. Een nieuwe historie begint op het moment dat de
bestaande historie wordt gewist.
Venster 5 toont de maximumhoogte die ooit tijdens het bijhouden van een logboek is
bereikt en de datum en tijd waarop deze hoogte werd bereikt.
Venster 6 toont de totale stijging en totale daling sinds het wissen van de vorige
historie.