14
3. HOOGTEMETER MODUS [ALTI]
De eigenschappen van de hoogtemeter modus
• Toont: hoogte, hoogteverschil sinds begin tocht, tijd, klim- / daalsnelheid in m/uur
of ft/uur.
• Hoogtebereik: van -500 tot +9 000 m; van -1,600 tot 29,500 ft.
• Resolutie: door gebruiker instelbaar: 1 m/5 m; 3 ft/16 ft.
• Hoogtealarm tot 9 000 m; 29,500 ft.
• In de functie voor het meten van het hoogteverschil kan de hoogtemeter op nul
worden gezet zodat de verticale progressie vanaf het begin van de tocht kan
worden gemeten.
• Maximaal 20 door de gebruiker in te voeren hoogteposities kunnen in het
geheugen worden opgeslagen zodat deze later kunnen worden bekeken
(opgeslagen informatie: volgnummer van hoogtepositie, hoogte, datum en tijd).
Let op: De functie "Weerstation" wordt besproken in Hoofdstuk 5, BAROMETER
Modus.
LET OP! DE HOOGTE WORDT BEREKEND AAN DE HAND VAN LUCHTDRUKVEr-
SCHILLEN. DAAROM IS HET BELANGRIJK dat u regelmatig DE REFERENTIE-
HOOGTE instelt.
De hoogtemeter modus op het display:
Controleer de functiebalk. Als het driehoekige pijltje niet ALTI aanwijst, DRUK dan op
de [+] of [-] knop tot het driehoekige pijltje boven ALTI op de functiebalk staat.
Het display laat nu de volgende informatie zien:
• Veld 1 toont de klim- / daalsnelheid.
• Veld 2 toont de hoogte waarop u zich bevindt.