6.1.7. Decompressieduiken
Wanneer de NO DEC TIME (nultijd) is gedaald tot nul, gaat uw duik over in een
decompressieduik. Dit betekent dat u bij terugkeer naar de oppervlakte een of meer
decompressiestops moet maken. De aanduiding NO DEC TIME in de display wordt
vervangen door de aanduiding ASC TIME (opstijgtijd) en er verschijnt een waarde
voor CEILING (decompressieplafond). Een pijl naar boven adviseert u met opstijgen
te beginnen.
Als u tijdens een duik een nultijdlimiet hebt overschreden, geeft de computer de vereiste
decompressiegegevens om veilig te kunnen opstijgen. Na de duik geeft het apparaat
zo nodig informatie over de oppervlakte-interval en herhalingsduiken.
De duikcomputer schrijft geen traditionele stops op vaste diepten voor , maar laat u
decompressiestops maken binnen een bereik van variabele diepten (continue
decompressie).
De opstijgtijd (ASC TIME) is de minimaal vereiste tijd om bij een decompressieduik
veilig de oppervlakte te bereiken. Deze tijd omvat:
•
de vereiste wachttijd bij de dieptestop
•
de vereiste tijd om op te stijgen tot het decompressieplafond bij een opstijgsnelheid
van 10 meter per minuut Het decompressieplafond is de geringste diepte tot welke
u moet opstijgen.
•
de vereiste wachttijd bij het decompressieplafond
•
de vereiste tijd voor de verplichte veiligheidsstop (indien van toepassing)
•
de tijd die nodig is voor het bereiken van de oppervlakte na de laatste
decompressie- of veiligheidsstop
93