11.0 Speciale bediening
11.1 Omgeving hoofdsteunen
WAARSCHUWINGEN
De sensoren die in dit product zijn verwerkt, treden •
in werking wanneer vocht of een andere elektriciteit
geleidende substantie, in voldoende mate aanwezig
is.
Elektromagnetische interferentie van elektrische •
kabels of bepaalde types telefoon veroorzaken
activering van de sensoren.
Deze sensoren hebben een capacitief karakter en •
ieder geleidend materiaal activeert de sensoren.
Deze sensoren zijn elektronische sensoren en
genereren een elektrisch veld. Dit kan worden
beïnvloed door vloeistof en interferentie van
radiofrequentie.
Wanneer de gebruiker overvallen wordt door regen, •
of wanneer er vloeistof wordt gemorst op het
kussen van de sensor, is de kans groot dat de stoel
ongecontroleerd beweegt en handelt. Probeer de
stopsensor te activeren of schakel, indien mogelijk,
de stoel uit.
Vermijd het gebruik onder hoogspanningskabels •
en in de nabijheid van mobiele telefoons; deze
interfereren met het elektronische veld dat door de
sensor wordt opgewekt.
Diegene die de rolstoel bedient, moet •
gewaarschuwd worden dat de stoel plotseling
tot stilstand kan komen of ongecontroleerd kan
bewegen door de vloeistof of radiofrequentie
interferentie (RFI).
De meeste elektronische apparatuur wordt •
beïnvloed door Radio Frequentie Interferentie (RFI).
Ook dient men voorzichtig te zijn met het gebruik
van draagbare communicatieapparatuur in de buurt
van de in de hoofdbediening geplaatste sensoren.
Indien RFI tot ongecontroleerde bewegingen/
handelingen van de rolstoel leidt, schakel dan de
rolstoel meteen uit. Laat de rolstoel uitgeschakeld
terwijl de transmissie bezig is.
11.2 Rijden met de hoofdbediening (Fig. 11.1)
De hoofdsteunbediening werkt via 3 'zero-touch' sensors
om te rijden; één in elk kussentje.
De sensor in het middenstuk van de hoofdsteun bestuurt
de voorwaartse en achterwaartse beweging.
De sensoren in de linker- en rechterstukken van de
hoofdsteun sturen de stoel respectievelijk in de linker- en
rechter rijrichting.
De vierde schakelaar is de modeschakelaar. Hiermee
wordt geschakeld tussen voorwaarts en achterwaarts
en tussen het rijden met de rolstoel of de andere
hulpfuncties in werking zetten (zoals elektrische
zitfunctie of ondersteunende communicatiesystemen
(AAC systemen))
Schakelen van modes
Er zijn verschillende modeschakelaars beschikbaar.
Ze kunnen worden ondergedeeld in drie types: intern,
hardware gemonteerd op de stoel en extern.
Intern: mode in linker of rechter kussentje•
Hardware gemonteerd: straalschakelaar•
Extern: optische fiberkabel, knop of modejack 2. Alle •
modeschakelaars hebben dezelfde functie.
Een enkele klik met de modeschakelaar schakelt •
tussen voorwaarts en achterwaarts.
Een dubbelklik met de modeschakelaar wijzigt de •
functionele mode van het systeem. Bijvoorbeeld; van
standby naar rijden naar actuator, etc.
Meer informatie hierover vindt u in de met de module
meegeleverde handleiding. Ook kunt u hierover contact
opnemen met uw erkende Sunrise Medical dealer.
11.3 Proportionele hoofdbediening
Werking van de hoofdbediening (Fig. 11.2)
1. Het rijden is gebaseerd op een verplaatsing van de
hoofdsteun. Er moet een lichte druk worden uitgeoefend
op de hoofdsteun om resultaat op te leveren.
2. Bij neutrale positie is de hoofdsteun niet verplaatst.
3. Wanneer de hoofdsteun naar links of rechts beweegt,
beweegt de rolstoel in de respectievelijke richting.
4. Om voorwaarts of achterwaarts te gaan, moet de
hoofdsteun worden verplaatst in achterwaartse richting.
Met de modeschakelaar wordt de richting van de
beweging geselecteerd. Dit wordt weergegeven op het
geavanceerde weergavescherm.
5. Hoe groter de verplaatsing van de hoofdsteun vanuit
de neutrale positie, hoe sneller de stoel rijdt.
Meer informatie hierover vindt u in de met de module
meegeleverde handleiding. Ook kunt u hierover contact
opnemen met uw erkende Sunrise Medical dealer.
Hoofdbediening
Lees de R-net gebruikershandleiding voor
informatie over de functies van de R-net
handbediening.
Fig. 11.1
Fig. 11.2
NEDERLANDS
NEDERLANDS