PART 2 • Nederlands
22
n Frequentie: Selecteer “Frequentie” en kies OK. De lijst met standaard ingevoerde
frequenties, behorende bij de satelliet die u heeft gekozen, wordt nu weergegeven.
U kunt een andere frequentie (TP) kiezen m. b. v. de OP/NEER toetsen, bevestig de
keuze met OK.
U kunt frequentie, polarisatie en Symbol rate aanpassen door in de frequentie lijst op
de RODE (Bewerken) toets te drukken.
n Met de GROENE (Toevoegen) toets kunt u een nieuwe frequentie toevoegen.
n Kies de GELE (Opslaan) toets om wijzigingen op te slaan.
n Kies de BLAUWE (Verwijderen) toets om de gekozen Frequentie (TP)
te verwijderen
n Kies BACK om terug te gaan naar “Kanaal Instellingen”.
n Zoek modus: M. b. v. de LINKS/RECHTS toetsen kunt u kiezen tussen “Canal
Digitaal” (Alleen beschikbaar indien de ASTRA satelliet is gekozen in het “Satelliet”
veld. ) In deze modus worden de belangrijkste vrije kanalen en de kanalen uit het
Canal Digitaal pakket automatisch ingelezen en op logische volgorde opgeslagen in
het geheugen.
“Alle Kanalen” (Vrije - en Gecodeerde Kanalen) In deze modus worden alle op de
satelliet aanwezige kanalen gezocht. (geen logische volgorde) “FTA” (alleen vrije
kanalen). Alle Vrije kanalen worden gezocht en opgeslagen (niet in logische volgorde).
n Zoekfuncties: (Kleur toetsen onderin het scherm)
n Automatisch (RODE Toets):
Start het automatisch zoeken met behulp van de parameters die u eerder in
het “Kanaal Instellingen” menu heeft gekozen. (Zie oOk: “5. 1 Kanaal Indeling
Menu”. )
n Netwerk (GROENE Toets): “Netwerk zoeken” Alle kanalen behorende bij een
bepaalde “groep uitzendingen” worden afgezocht, de gevonden kanalen worden
opgeslagen in de ontvanger.
n Transponder (GELE Toets): De kanalen die worden uitgezonden via deze
specifieke transponder worden gevonden en opgeslagen in het geheugen van
de ontvanger.
n PID (BLAUWE Toets):
U kunt een specifiek kanaal zoeken door de correcte PID waarde in te vullen. Deze
PID’s kunt u vinden in de diverse satelliet bladen.
n Kies de BLAUWE (PID) toets, Het PID scherm wordt weergegeven. Voer de PID
waarde in en kies nogmaals de BLAUWE toets. Kies BACK om de ingegeven waarde te
verwijderen. U kunt de waarden voor V-PID, A-PID en P-PID onafhankelijk van elkaar
ingeven.