564034
6
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/13
Next page
STIGA TURBO
55 COMBI
48 COMBI
43 COMBI
8211-0208-11
SVENSKA
S
2.
3.
B
4.
1.
6.
F
D
E
5.
B
7.
SVENSKA
S
12. Briggs & Stratton LS 45
ADD
FULL
FULL
ADD
8. 9. Briggs & Stratton LS 45
10. Briggs & Stratton XTE
13. Briggs & Stratton XTE
11. Honda GCV
14. Honda GCV 15.
FULL/MAX
ADD/MIN
I*
B*
G
3
x
0,15 l.
ADD
FULL
SVENSKA
S
Y
X
17.
22. Briggs & Stratton XTE21. Briggs & Stratton LS 45
23. Honda GCV 24.
20. Right
16.
19. Left
18.
SVENSKA
S
S
S
26.
29. Regular blade holder
28.
31 A. 48 cm / 55 cm
30. Friction blade holder
25.
27.
40 Nm
S
31 B. 43 cm
T
40 Nm
6
NEDERLANDS
NL
SYMBOLEN
Op de machine ziet u de volgende symbolen om u
eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplet-
tendheid bij gebruik geboden is.
Betekenis van de symbolen:
Waarschuwing! Lees vóór gebruik van de
machine de gebruikershandleiding en de
veiligheidsvoorschriften.
Waarschuwing! Houd omstanders op af-
stand. Kijk uit voor uit de machine wegge-
slingerde voorwerpen.
Waarschuwing! Zorg dat uw handen en
voeten niet onder het maaidek kunnen ko-
men als de machine loopt.
Waarschuwing! Vóór het verrichten van
reparaties eerst de bougiekabel losmaken
van de bougie.
BELANGRIJK
Onderdelen met sterretje (*) zijn standaard voor
sommige modellen en landen.
Sommige modellen hebben geen gashendel. Het
toerental van de motor is zodanig ingesteld dat de
motor optimaal draait en de uitstoot van uitlaatgas-
sen minimaal is.
INLEIDING
Type I
Type II
Type III
Type IV
1. Gashendel (*)
2. Koppelingsbeugel (*)
3. Start/stop-beugel
4. Elektrische starter (*)
5. Toerenregelaar (*)
STOP
1
4
3
2
4
3
2
5
1
STOP
3
4
1
2
3
2
7
NEDERLANDS
NL
MONTAGE
LOSSE ONDERDELEN IN DE DOOS
2 houders voor de grasopvangbak
4 schroeven voor de houders
1 contactsleutel (*)
1 acculader (*)
1 inbussleutel
1dopsleutel
+ Gebruikershandleidingen
DUWBOOM
(Type I-III)
1. Klap het onderste gedeelte van de duwboom
omhoog.
2. Monteer het bovenste gedeelte van de duw-
boom met behulp van de schroeven, afstands-
ringen en afsluitknoppen. Aan de rechterzijde
bevindt zich een oog voor de gashendel (afb. 1).
3. Draai daarna de afsluitknoppen op het onderste
gedeelte van de duwboom vast. Als deze zijn
vastgedraaid, kan de hoogte van de duwboom
worden aangepast door de schroeven B met de
bijgeleverde sleutel aan te draaien. (afb. 2)
DUWBOOM
(Type IV)
1. Draai de afsluitknoppen los van het chassis en
zet het onderste gedeelte van de duwboom vast
op de schroeven B (afb. 3).
2. Zet het bovenste gedeelte van de duwboom vast
met behulp van de afstandsringen en afsluit-
knoppen. Aan de rechterzijde bevindt zich een
oog voor de gashendel (afb. 1).
3. Draai daarna de afsluitknoppen op het onderste
gedeelte van de duwboom vast. Als deze zijn
vastgedraaid, kan de hoogte van de duwboom
worden aangepast door de schroeven B met de
bijgeleverde sleutel aan te draaien. (afb. 3)
KABEL MOTORREM
Bevestig de kabel van de motorrem aan de motor-
rem (afb. 4). De kabel moet in de richting van de
duwboom gemonteerd worden.
KABELGELEIDER
Zet de kabels vast in de kabelgeleiders (afb. 5):
D: Start/stop-kabel + koppelingskabel (*)
E: Gaskabel (*) + koppelingskabel (*)
F: Stroomkabel (*) + kabel toerenregelaar (*)
TOERENREGELAAR (*)
Bij aflevering is de kabel van de toerenregelaar zo
ingesteld dat de transmissie niet beschadigd kan
raken. Dekabel moet misschien worden bijgesteld.
Kijkhiervoorbij "KABEL TOERENREGELAAR
AFSTELLEN" in het gedeelte "ONDERHOUD".
GRASOPVANGBAK
Tildeflapopenbevestigdetweehoudersmetde
bijgeleverde schroeven aan de grasopvangbak. De
houders zijn voorzien van de letters L en R en
moeten op de corresponderende markering op de
achterzijde van degrasmaaier gemonteerd worden
(afb. 7).
Grasopvangbak van stof (*): Plaats de stoffen
zak over hetstalen frame enklikde zak danvastop
de plastic klep (afb. 6).
Plastic grasopvangbak (*): Klik beide helften
aanelkaarenklikdaarnahetbovenstegedeelte
erop vast (afb. 8).
Open de flap op de machine en bevestig de grasop-
vangbak op de houders.
LET OP! U kunt de grasmaaier zonder grasop-
vangbak gebruiken. Het gras komt dan in een lijn
achter uit de machine.
ACCU (*)
De accuvloeistof is giftig en bijtend en
kan zware brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met huid, ogen en kle-
ding.
Laad de accu voordat u deze voor het eerst gaat ge-
bruiken 24 uur op. Meer informatie vindt u onder
ONDERHOUD, ACCU.
Steek de contactsleutel (*) in het slot.
GEBRUIK VAN DE GRASMAAIER
COMBI(*)
Uw nieuwe grasmaaier combineert twee functies
in één machine:
8
NEDERLANDS
NL
1. "MULTICLIP"
De machine wordt geleverd met een plug (P), die
is gemonteerd in de grasuitworp (afb. 31). De gras-
maaier kan worden gebruikt voor ‘Multiclip’. Dit
betekent dat het gras tijdens het maaien extra
wordt fijngeknipt. Het gras valt dan op het gazon
zodat het kan composteren. Het gazon wordt zo ge-
voed.
Druk de vergrendeling (S) in om de plug te verwij-
deren. Als u de plug weer opnieuw wilt installeren
moet u beide pinnen stevig in de gaten duwen zo-
datdeplugopzijnplaatsklikt.
Turbo43Combi:
Draai de vleugelmoer los om de plug te verwijde-
ren.
2. GRASOPVANG
Monteer de bijgeleverde grasopvangbak (afb. 6,
8). Open de flap, verwijder de plug en haak in
plaats daarvan de grasopvangbak aan de achterzij-
de van de machine.
Tijdens het maaien wordt het gras in de bak opge-
vangen. Leeg de bak op de composthoop of ver-
spreid het gras over de borders als voeding. De
machine is ook zeer geschikt voor het verzamelen
van herfstbladeren.
VOOR HET STARTEN
VUL HET CARTER MET OLIE
De grasmaaier wordt geleverd zonder
olie in het motorcarter. Voordat de mo-
tordeeerstekeerwordtgestartmoethet
carter met olie worden bijgevuld.
Verwijder de oliepeilstok (afb. 9, 10, 11). Vul het
carter van de motor met 0,55 liter olie van goede
kwaliteit (serviceklasse SE, SF of SG). Gebruik
SAE 30 of SAE 10W-30 olie.
Vul voorzichtig tot ‘FULL/MAX’. Overvul niet.
CONTROLEER HET OLIEPEIL
Controleer voor gebruik op de oliepeilstok of het
oliepeil tussen FULL/MAX“ en “ADD/MIN“
staat.
Verwijder de oliepeilstok en veeg hem schoon
(afb. 9, 10, 11). Breng de stok weer aan en draai
hemvast.Trek destoker weeruit.Leeshetoliepeil
af. Als het peil te laag is, vul dan olie bij tot de mar-
kering “FULL/MAX“.
VUL DE BENZINETANK
Verwijder nooit de vuldop en vul de ma-
chine nooit met benzine als de motor
looptofnogwarmis.
Vul de benzinetank nooit helemaal tot
de rand. Laat wat ruimte over zodat de
benzine nog wat kan uitzetten.
Gebruik bij voorkeur milieuvriendelijke benzine,
d.w.z. gealkyleerde benzine. Dittype benzine heeft
een samenstelling die minder schadelijk is voor
mens en milieu. Deze benzine bevat geen toevoe-
gingen als lood, oxygenatoren (alcohol en ethers),
alkenen en benzeen.
N.B.! Als u overstapt op milieuvriende-
lijke brandstof met een motor die altijd
op gewone loodvrije benzine heeft gelo-
pen (octaangehalte 95), moeten de aan-
wijzingen van de brandstoffabrikant
zorgvuldig worden opgevolgd.
Er kan ook gewone loodvrije benzine met octaan-
gehalte 95 worden gebruikt. Gebruik nooit twee-
takt motorolie. LET OP! Denk erom dat benzine
beperkt houdbaar is. Koop niet meer benzine dan u
binnen 30 dagen gebruikt.
STARTEN VAN DE MOTOR
(Briggs & Stratton)
1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste onder-
grond. Start niet in lang gras.
2. Zorg ervoor dat de bougiekabel aangesloten is
op de bougie.
3. Als de grasmaaier is voorzien van een gashen-
del, zet u deze B in de stand volgas (afb. 15).
4. Koude motor starten: Druk de pompballon 6
keer goed in (afb. 12,13).
Als men een warme motor start, hoeft men de
pompballon niet in te drukken. Als de motor ge-
stopt is door gebrek aan brandstof, vul dan nieu-
we brandstof bij en druk de pompballon 3 keer
in.
5. Knijp de start/stop-beugel G tegen de duw-
boom. LET OP! De start/stop-beugelG inge-
drukt houden om de motor niet te laten stoppen
(afb. 15).
6a.Handmatige start: Pak de starthendel vast en
start de motor door een snelle ruk aan het start-
snoer.
9
NEDERLANDS
NL
6b Elektrische start (*): Start de motor door de
contactsleutel rechtsom tedraaien. Laat de sleu-
tel los wanneer de motor start. Houd de startpo-
gingen altijd kort, om de accu niet uit te putten.
Om gemakkelijker te kunnen starten de duw-
boom naar beneden drukken, zodat de voorste
wielen iets omhoog komen. Start niet in lang
gras.
7. Voor de beste maairesultaten de motor altijd op
volgas gebruiken.
Houd handen en voeten uit de buurt van
het/de roterende mes(sen). Steek uw
handen of voeten nooit onder de meskap
of in de uitwerpopening wanneer de mo-
tor draait.
STARTEN VAN DE MOTOR (Honda)
1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste onder-
grond. Start niet in lang gras.
2. Zorg ervoor dat de bougiekabel is aangesloten
op de bougie.
3. Open de benzinekraan (afb. 14).
4. Zet de gashendel B in de chokestand . LET
OP! De choke hoeft niet gebruikt te worden als
de motor warm is (afb. 15).
5. Knijp de start/stop-beugelG tegen de duw-
boom. LET OP! De start/stop-beugelG inge-
drukt houden om de motor niet te laten stoppen
(afb. 15).
6. Pak de starthendel vast en start de motor door
een snelle ruk aan het startsnoer.
7. Als de motor loopt, de gashendel naar achteren
bewegen tot volle kracht. LET OP! De motor
altijd op volle kracht gebruiken om abnormale
trillingen van de machine te voorkomen.
Houd handen en voeten uit de buurt van
het/de roterende mes(sen). Steek uw
handen of voeten nooit onder de meskap
of in de uitwerpopening wanneer de mo-
tor draait.
MOTOR STOPPEN
Direct na gebruik kan de motor bijzon-
der heet zijn. Raak de demper, de cilin-
der of de koelribben niet aan. Dit kan
ernstige brandwonden veroorzaken.
1. Laat de start/stop-beugel G los (afb. 15) om de
motor te laten stoppen. Deze beugel niet losma-
ken (bijv. door deze in de ingedrukte positie te-
gen de duwboom vast de zetten), omdat u de
motor zo niet kunt uitzetten.
Honda: Sluit de brandstofkraan.
2. Als u de machine zonder toezicht achterlaat,
moet u de bougiekabel losmaken van debougie.
Trek ook de sleutel uit het contactslot (*).
Wanneer de start/stopbeugel niet meer
werkt, stop dan de motor door de bou-
giekabel los te maken van de bougie.
Breng de grasmaaier onmiddellijk naar
een erkende werkplaats voor reparatie.
ACHTERWIELAANDRIJVING (*)
Schakel de overbrenging in door de koppelings-
beugel I tegen de duwboom te drukken. Ontkoppel
de overbrenging door de koppelingsbeugel I los te
laten (afb. 15).
SNELHEID (*)
De toerenregelaar niet aanraken als de
motor loopt. Dit kan de werking van de
toerenregelaar aantasten.
Op een geschikte snelheid zetten door de toerenre-
gelaar in een van de 4 standen te plaatsen (afb. 16).
De verschillende standen corresponderen met de
volgende snelheid:
Stand : ong. 2,8 km/u
Stand 2: ong. 3,1 km/u
Stand 3: ong. 3,6 km/u
Stand : ong. 4,5 km/u
MAAIHOOGTE
Schakel de motor uit voordat u de maai-
hoogte instelt.
Stel de maaihoogte niet zo laag in dat het
mes (demessen) incontact komt(en) met
oneffenheden op de grond.
De grasmaaier heeft een hendel voor het instellen
van de maaihoogte. Trek de hendel naar buiten en
stel de maaihoogte in op een van de negen standen
die het best geschikt is voor uw gazon (afb. 17).
10
NEDERLANDS
NL
ONDERHOUD
Er mag geen onderhoud aan de motor of
grasmaaier worden uitgevoerd voordat
de bougiekabel van de bougie is gehaald.
Schakel de motor uit en demonteer de
bougiekabel voordat u de grasmaaier
optilt, bijv. om hem te transporteren.
Als de grasmaaier gekanteld moet wor-
den, moet u dat zo doen dat de bougie
naar boven gericht is. De grasmaaier al-
leen kantelen als de benzinetank leeg is.
SCHOONMAKEN
Na ieder gebruik de grasmaaier schoonmaken.
Vooral de onderkant van de kap is belangrijk. Met
de tuinslang schoonspoelen. Dit verlengt de le-
vensduur van de maaimachine. U mag geen hoge-
drukreiniger gebruiken.
Als het gras ingedroogd is, kunt u de maaikap
schoonschrapen. Indien noodzakelijk kunt u de on-
derzijde bijlakken om roest te voorkomen.
Maak de geluiddemper en de directe
omgeving regelmatig schoon en verwij-
der gras, vuil en brandbaar materiaal.
Verwijder de kap van de transmissie door de
schroeven S (afb. 27) te verwijderen en maak het
gebied rond de transmissie (*) en de aandrijfrie-
men (*) een of twee keer per jaar schoon met een
borstel of perslucht.
Ieder seizoen moeten de aandrijfwielen (*) aan de
binnenzijde schoongemaakt worden. Verwijder
beide wielen. Verwijder met een borstel of pers-
luchtgrasenvuilvanhettandwielendevelg
(afb. 18). Plaats het wiel terug.
KOELSYSTEEM
Het koelsysteem van de motor dient alvorens de
maaier wordt gebruikt telkens te worden schoon-
gemaakt. Verwijder gras, vuil e.d. van de koelrib-
ben en de luchtinlaat van de cilinder.
AANDRIJFAS (*) SMEREN
Eens per seizoen de spie van de aandrijfas smeren.
Verwijder het wiel (wielkap, schroef en afstands-
ring). Verwijder dan de borgveer en de afstands-
ring zodat het tandwiel van de aandrijfas gehaald
kan worden. Smeer de spie met universeel vet.
Monteer de spie opnieuw (de spie moet links en
rechts op een verschillende manier gemonteerd
worden, afb. 19-20). Monteer het tandwiel zo dat
L zichtbaar is aan de linkerzijde en R aan de rech-
terzijde (grasmaaier van de achterzijde bekeken).
OLIE VERVERSEN
Vervang deolie wanneer demotor warm
is en de benzinetank leeg is. Ter voorko-
ming van brandwonden goed opletten
bij het aftappen van hete olie.
Vervangdeoliedeeerstekeerna5uurgebruik,
daarna om de 50 werkuren of één keer per seizoen.
Verwijder de oliepeilstok, laat de grasmaaier voor-
over hellen en laat de olie uit de maaier in een em-
mer lopen. Zorg ervoor dat de olie niet op het gras
loopt.
Vul nieuwe olie bij: Gebruik SAE 30 of SAE 10W-
30 olie. Het carter heeft een inhoud van 0,55 liter.
Vul bij tot de olie tot aan de markering “FULL/
MAX“ op de oliepeilstok komt.
LUCHTFILTER
Een vervuild luchtfilter vermindert het motorver-
mogen en veroorzaakt slijtage aan de motor.
Briggs & Stratton LS 45 (afb. 21): De luchtrei-
niger voorzichtig demonteren,zodat er geen vuil in
de carburateur valt. Verwijder het schuimplastic
filter en reinig het met vloeibaar afwasmiddel en
water. Het filter drogen. Giet wat olie op het filter
en knijp het erin. De luchtreiniger weer monteren.
Reinig het filter eens in de drie maanden of steeds
na 25 werkuren, al naar gelang wat zich het eerste
voordoet. Vaker als u de grasmaaier op een stoffi-
ge ondergrond gebruikt.
Briggs & Stratton XTE (afb. 22):
Draai de schroef los en open het deksel van de
luchtreiniger. Verwijder voorzichtig het filter.
Klop het voorzichtig tegen een vlak oppervlak.
Vervang het filter als het dan nog vuil is.
Reinig het filter eens in de drie maanden of steeds
na 25 werkuren, al naar gelang wat zich het eerste
voordoet. Vaker als u de grasmaaier op een stoffi-
ge ondergrond gebruikt.
Honda GCV (afb. 23): Verwijder het deksel en
neem het filter uit. Controleer het filter zorgvuldig op
gaten of beschadigingen. Een defect of beschadigd
filter moet vervangen worden.
11
NEDERLANDS
NL
Om vuil te verwijderen, klop het filter verscheide-
ne malen tegen een hard oppervlak of blaas met
luchtdruk vanaf de achterzijde van het filter. Pro-
beer het filter niet schoon te borstelen, aangezien
hierdoor vuil in de vezels komt. Een zeer vuil filter
dient te worden vervangen.
Reinig het lichtfilter na 25 werkuren of één keer
per seizoen. Vaker als u de grasmaaier op een stof-
fige ondergrond gebruikt.
BOUGIE
De bougie of bougiekabel niet verwijde-
ren als u wilt zien of er een vonk is. Ge-
bruik altijd een goedgekeurd
testgereedschap.
Maak met regelmatige tussenpozen de bougie
schoon (iedere 100 bedrijfsuren). Gebruik een staal-
borstel voor het schoonmaken.
Verwissel de bougie als de elektroden al te veel
verbrand zijn of als de bougie beschadigd is. De
aanbevelingen van de motorfabrikant:
Briggs & Stratton:ChampionJ19LM(RJ19LM),
elektrodeafstand 0,76 mm.
Honda GCV: NGK BPR6ES,
Elektrodeafstand 0,7-0,8 mm.
ACCU (*)
De accuvloeistof is giftig en bijtend en
kan zware brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met huid, ogen en kle-
ding.
Bij normaal gebruik in het maaiseizoen wordt de
accu opgeladen door de motor. Als de motor niet
gestart kan worden met de startsleutel, kan de oor-
zaak een lege accu zijn.
Verwijder de accu door het accudeksel te openen,
de contactpunten met de motor los te maken en de
accu uit te nemen (afb. 24). Sluit de accu aan op de
acculader (bijgeleverd), sluit de acculader daarna
aan op een stopcontact. Laat de accu 24 uur opla-
den (afb. 25).
Na opladen de accu weer plaatsen en aansluiten op
de motor (afb. 26).
Deacculader magnietdirectophetaansluitcontact
van de motor worden aangesloten. Het is niet mo-
gelijk de motor te starten met de acculader. De mo-
tor en acculader kunnen beschadigd raken.
WINTERSEIZOEN
Verwijder de accu en bewaar deze volledig opgela-
den (zie boven) op een droge en koele plaats (tus-
sen de 0°C en +1C). De accu moet minimaal één
keer per winterseizoen worden opgeladen.
Vóór het begin van het seizoen de accu nogmaals 24
uur opladen.
KOPPELINGSKABEL AFSTELLEN (*)
Wanneer de overbrenging niet is ingekoppeld wan-
neer de koppelingsbeugel tegen het stuur wordt ge-
knepen, of wanneer de maaier als traag of
langzaam wordt ervaren, kan de oorzaak zijn dat
de koppeling in de transmissie slipt. Om dit te her-
stellen, stelt u de koppelingskabel als volgt af:
1. Wanneer de koppelingsbeugel is losgelaten
moet de machine zonder weerstand kunnen rol-
len. Als dat niet het geval is, schroef dan stel-
nippel T in totdat de machine kan rollen (afb.
28).
2. Als de koppelingsbeugel
ong. 2 cm (stand 1) wordt in-
gedrukt, moet er weerstand
zijn als de grasmaaier vooruit
wordt geduwd. Met de beugel
geheel ingedrukt (stand2)zou
rollen niet moeten gaan.
Schroef de stelnippel T hele-
maal uit tot deze stand is be-
reikt.
KABEL TOERENREGELAAR
AFSTELLEN (*)
Als het verschil tussen de instellingen in de toeren-
regelaar met de hoogste snelheid (stand 3 en )
niet groot is of als er geen verschil is, moet de toe-
renregelaar misschien strakker worden afgesteld
(afb. 16).
1. Laat de grasmaaier enkele minuten in stand
lopen.
2. Als de toerenregelaarkabel speling laat zien in
nippel Y moet deze strakker gezet worden.
Draai de moer X los en zet de kabel strakker
door de nippel Y los te draaien totdat de kabel
geen speling meer heeft.
3. Draai moer X weer aan.
N.B.! Zet de kabel niet strakker voorbij het punt
waar de nippel Y geen speling meer heeft. Als de
kabel te strak wordt afgesteld kan de aandrijfriem
6


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Stiga Turbo 48 COMBI at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Stiga Turbo 48 COMBI in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 0,48 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info