Storingen
Sensorlamp zonder spanning
Sensorlamp schakelt niet aan
Sensorlamp schakelt niet uit
Sensorlamp schakelt
ongewenst aan
Sensorlamp reikwijdteverandering
LED brandt continu, hoewel er
geen permanente verlichting
werd ingesteld
Storing
Functie-garantie
Dit STEINEL-product is met grote zorgvuldigheid
gefabriceerd, getest op goede werking en veiligheid
volgens de geldende voorschriften, en aansluitend
steekproefsgewijs gecontroleerd. STEINEL verleent
garantie op de storingsvrije werking. De garantieter-
mijn bedraagt 36 maanden en gaat in op de datum
van aanschaf door de klant. Alle klachten, die berus-
ten op materiaal- of fabricagefouten, worden door ons
opgelost. De garantie bestaat uit vervangen van de
defecte onderdelen, door ons te beoordelen. Garantie
vervalt bij schade aan onderdelen, die aan slijtage
onderhevig zijn en bij schade of gebreken, die door
ondeskundig gebruik of onderhoud ontstaan. Schade
aan andere voorwerpen is uitgesloten van garantie.
De garantie wordt alleen verleend, als het niet-gede-
■ zekering defect, niet ingescha-
keld, kabel onderbroken
■ kortsluiting
■ nieuwe zekering, netschakelaar
inschakelen; leiding testen met
spanningstester
■ aansluitingen testen
■ bij daglicht, lichtinstelling staat
op schemerstand
■ gloeilamp defect
■ netschakelaar UIT
■ zekering defect
■ registratiebereik niet gericht
ingesteld
■ interne elektrische zekering werd
geactiveerd (LED-permanente
verlichting)
■ opnieuw instellen (toets )
■ gloeilamp verwisselen
■ inschakelen
■ nieuwe zekering, eventueel
aansluiting controleren
■ opnieuw instellen
■ sensorlamp uit- en na ca. 5 sec.
weer inschakelen
■ permanente beweging in het
registratiebereik
■ bereik controleren en eventueel
opnieuw instellen
■ wind beweegt bomen en strui-
ken binnen het registratiegebied
■ registratie van auto's op straat
■ er valt zonlicht op de lens
■ plotselinge verandering van tem-
peratuur door het weer (wind,
regen, sneeuw) of afvoerlucht
van ventilatoren, open ramen
■ de lens is niet vast genoeg in de
gleuf gedrukt
■ bereik veranderen
■ bereik veranderen
■ sensor afschermen of bereik
veranderen
■ bereik veranderen of montage-
plaats verleggen
■ lens nog een keer aandrukken
■ andere omgevingstemperaturen ■ registratiebereik door afdek-
plaatjes nauwkeurig instellen
■ interne zekering geactiveerd ■ sensorlamp uit- en na 5 sec.
weer inschakelen
Oorzaak Oplossing
monteerde apparaat met kassabon of rekening (aan-
koopdatum en winkeliersstempel), goed verpakt aan
het betreffende service-adres wordt opgestuurd of
naar de winkelier wordt teruggebracht.
Reparatie-service:
Informeer na afloop van de garantie-
termijn of bij gebreken die niet onder
de garantie vallen bij het dichtstbij-
zijnde serviceadres naar de reparatie-
mogelijkheden.
- 19 -
Permanente verlichting
Als er een netschakelaar in de kabel gemonteerd
wordt, zijn naast het eenvoudige in- en uitschakelen
ook de volgende functies mogelijk:
Sensorstand
1) Licht inschakelen:
Schakelaar 1 x UIT en AAN.
De lamp blijft gedurende de ingestelde tijd aan.
2) Licht uitschakelen:
Schakelaar 1 x UIT en AAN.
De lamp gaat uit resp. schakelt over op sensorstand.
Permanente verlichting
1) Permanente verlichting inschakelen:
Schakelaar 2 x UIT en AAN. De lamp schakelt gedu-
rende 4 uur over op permanente verlichting (rode LED
achter de lens brandt). Vervolgens schakelt de lamp
automatisch weer over op sensormodus (rode LED uit).
2) Permanente verlichting uitschakelen:
Schakelaar 1 x UIT en AAN. De lamp gaat uit resp.
schakelt over op sensorstand.
Belangrijk:
Het meerdere malen op de schakelaar drukken moet
snel achter elkaar gebeuren (ca. 0,5 – 1 sec.).
Reset-functie
Alle instellingen kunnen op ieder gewenst moment
weer worden teruggebracht naar hun uitgangspositie
(daglichtstand 2000 lux, brandduur 10 sec. en dimmer
uit).
Hiervoor moeten alle 3 toetsen tegelijk ingedrukt wor-
den tot de LED (in de lens) in- en weer uitgeschakeld is
(ca. 5 sec.).
Soft-lightstartfunctie
De sensorlamp is uitgerust met een soft-lightstart-
functie. Dat betekent, dat het licht bij inschakeling
niet meteen naar het maximale vermogen gaat, maar
dat de lichtsterkte binnen één seconde langzaam
wordt verhoogd naar 100%. Volgens dit principe
wordt het licht bij het uitschakelen ook weer lang-
zaam gedimd.
Basis-reikwijdteinstelling
De sensorlens is in twee registratiebereiken verdeeld.
Met de ene helft wordt een reikwijdte van max. 5 m,
met de andere een reikwijdte van max. 12 m bereikt
Conformiteitsverklaring
Dit product voldoet aan de
- laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
- EMC-richtlijn 2004/108/EG
- 18 -
Individuele dimwaarde instellen:
- toets ingedrukt houden tot de LED (in de lens)
knippert.
- toets verder ingedrukt houden, het dimbereik
wordt langzaam van 0–100% doorlopen.
- laat de toets los als de gewenste waarde bereikt is.
Hierna knippert de LED nog ca. 5 sec. Gedurende
deze tijd kan de dimwaarde nog verder geoptimali-
seerd worden.
(bij een montagehoogte van ca. 2 m). Na het plaatsen
van de lens (lens vast in de aanwezige gleuf klemmen)
markeert een klein pijltje de gekozen max. reikwijdte
van 12 m of 5 m (pijltje links = 5 meter, pijltje rechts =
12 meter).
De lens kan aan de zijkant met behulp van een
schroevendraaier uit de vergrendeling worden los-
gemaakt en overeenkomstig de gewenste reikwijdte
weer worden teruggeplaatst.
Individuele fijninstelling met
afdekplaatjes
Om andere gebieden, zoals bijv. trottoirs of aangren-
zende percelen, buiten de registratie te laten of juist
doelgericht te bewaken, kan het registratiebereik d.m.v.
afdekplaatjes nauwkeurig worden ingesteld. De af-
dekplaatjes kunnen langs de inkepingen verticaal en
horizontaal worden afgebroken of met een schaar
worden doorgeknipt. Zij kunnen in de bovenste gleuf
in het midden van de lens worden geschoven. Door
het plaatsen van de afdekking worden ze
gefixeerd.
(afb. tonen voorbeelden voor de verkleining van de re-
gistratiehoek en voor de verkleining van de reikwijdte.)
Gebruik/onderhoud
De sensorlamp is geschikt voor het automatisch in-
schakelen van licht. Weersinvloeden kunnen de wer-
king van de sensorlamp beïnvloeden, bij hevige wind-
vlagen, sneeuw, regen en hagel kan het tot foutieve
schakelingen komen, omdat de plotselinge tempera-
tuurswisselingen niet van warmtebronnen onderschei-
den kunnen worden. De registratielens kan bij vervui-
ling met een vochtige doek (zonder reinigingsmiddel)
worden schoongemaakt.
Opgelet (serie 170/180):
RVS-delen moeten regelmatig (ca. eens
per 3 maanden) met een normaal in de
handel verkrijgbaar RVS-reinigingsmiddel
worden gereinigd. Anders kan er corrosie
op het oppervlak (roestlaagje) ontstaan.
Het reinigingsmiddel dient in de borstel-
richting van het edelstaal wordt aange-
bracht. Gebruik geen chloorhoudende
schoonmaakmiddelen!!
NL