NL 14
7.2 HET VUUR ONTVLAMT MOEIZAAM EN IS MOEILIJK
AAN DE GANG TE HOUDEN
Wanneer dit niet vanaf het begin is opgetreden, beantwoord dan a.u.b. de vol-
gende vragen:
• Juiste brandstoffen en techniek gebruikt?
• Geen overgangsperiode?
• Geen sprake van inversieweer (schoorsteen kan geen trek opbouwen)?
• Regeling van de verbrandingslucht volledig geopend (regelhendel links)?
• Externe pijp voor de verbrandingslucht vrij?
Pas wanneer u alle vragen met ‚ja‘ kunt beantwoorden en er geen verbetering
optreedt, dient u contact op te nemen met uw vakhandelaar/kachelsmid.
7.3 BIJ HET BIJVULLEN ONTSNAPT ER ROOK IN HET
VERTREK
• Zie alle vragen „7.1 Sterke, snelle en ongelijkmatige roetvorming op het glas“
• Heeft uw haard de operationele temperatuur al bereikt?
• Werd de bijgevulde brandstof op de basisgloed gelegd?
• Hebt u de deur in het begin langzaam geopend?
Pas wanneer u alle vragen met ‚ja‘ kunt beantwoorden en er geen verbetering
optreedt, dient u contact op te nemen met uw vakhandelaar/kachelsmid.
7.4 TE SNELLE VERBRANDING OF TE HOOG
HOUTVERBRUIK
Wanneer dit niet vanaf het begin opgetreden is, beantwoord dan a.u.b. de vol-
gende vragen:
• Heeft u de regeling van de verbrandingslucht verminderd (regelhendel naar
rechts)?
• Gebruikt u na het aanslaan van de verbranding hardhout met een restvochtig-
heid van 15-18 procent?
• Hebt u voor het bijvullen de geadviseerde hoeveelheid hout in acht genomen?
Pas wanneer u alle vragen met ‚ja‘ kunt beantwoorden en er geen verbetering
optreedt, dient u contact op te nemen met uw vakhandelaar/kachelsmid.
7.5 CHAMOTTESTEEN
• Gebarsten of gebroken chamottestenen zijn geen reden voor een gegronde
reclamatie. Chamotte is een natuurproduct, dat aan hoge belastingen bloot-
gesteld wordt. Een scheur als gevolg van spanning of uitzetting is niet veront-
rustend maar is slechts een optisch gebrek.
• Gebroken chamottestenen die van positie veranderd zijn, moeten vervangen
worden. Neem hiervoor contact op met uw vakhandelaar / kachelsmid.
7.6 SCHOORSTEENBRAND
Bij het verbranden van naaldhout worden dikwijls vonken van de stookplaats de
schoorsteen ingejaagd. Deze kunnen de roetlaag in de schoorsteen ontsteken
(bij regelmatige reiniging door de schoorsteenveger komt dit zelden voor). De
schoorsteen brandt. Dat is te herkennen aan vlammen die uit de schoorsteen-
mond oplaaien, aan een krachtige vonkenregen, aan rook- en geuroverlast en aan
steeds heter wordende schoorsteenboezems.
In een dergelijk geval is het belangrijk om op de juiste wijze te handelen. Waar-
schuw de brandweer via alarmnummer 112. Bovendien dient de schoorsteenve-
ger geïnformeerd te worden. Brandbare voorwerpen dienen van de schoorsteen
weggehaald te worden. Deskundigen waarschuwen: in de tussentijd mag er in
geen geval met water geblust worden. De temperatuur bij een schoorsteenbrand