41
Verder moet de schoorsteenveger geïnformeerd worden en moeten brandbare
voorwerpen uit de buurt van de schoorsteen worden gehaald.
Let op: in de tussentijd nooit met water gaan blussen. De temperaturen bij een
schoorsteenbrand kunnen tot wel 1300 °C oplopen. Het bluswater zou onmiddel-
lijk in stoom veranderen. Een emmer met 10 liter water zou veranderen in 17 m³
stoom. De enorme druk die hierbij ontstaat, kan de schoorsteen laten exploderen.
Na het doven van de brand in de schoorsteen moet die door een vakman op
scheuren en ondichte plaatsen onderzocht en eventueel gerepareerd worden.
6.4 ONDERHOUD
Controleer de afdichting van de deur regelmatig. Deze afdichting moet indien
nodig (bij slijtage, scheuren etc.) worden vervangen.
De bekleding van de verbrandingskamer regelmatig controleren. Deze bestaat uit
natuurlijke producten die iedere keer dat de kachel wordt aangemaakt kunnen
uitzetten en krimpen. Daarbij kunnen scheuren ontstaan. Zolang de bekleding
van de verbrandingskamer in zijn positie blijft en niet kapot gaat, is die in orde.
Voor een goede functie moet de kachel ieder jaar (als het kan voor de stookpe-
riode) door een expert worden onderhouden. De stookplaats mag niet worden
veranderd.
Er mogen uitsluitend originele onderdelen, die door de producent zijn goedge-
keurd, worden gebruikt. Neem indien nodig contact op met uw speciaalzaak.
6.4.1. ONDERHOUD VAN DE WATERWARMTEWISSELAAR
BIJ DE ambiente a4 H
2
O
Onderhoud van de ambiente a4 H
2
O is een vereiste. Alleen wanneer de ambiente
a4 H
2
O regelmatig en correct wordt onderhouden, kan hij zijn volledige func-
tionaliteit ontplooien. De verwarmingstechnische controle van alle veiligheids-
mechanismen (thermische afvoerbeveiliging etc.) moet jaarlijks voor het stook-
seizoen worden uitgevoerd. Deze controle mag uitsluitend door een vakbedrijf
worden uitgevoerd. Wij adviseren om met uw vakbedrijf een onderhoudscontract
af te sluiten. Dan wordt de jaarlijkse veiligheidscontrole betrouwbaar voor het
stookseizoen uitgevoerd. De uitgevoerde jaarlijkse veiligheidscontroles moeten
gedocumenteerd worden!
6.4.2 ONTLUCHTEN VAN DE WATERWARMTEWISSELAAR
BIJ DE ambiente a4 H
2
O
De ontluchting vindt u bij de verwarmingsaansluitingen in het onderste vak. De
ontluchting moet met een ontluchtingssleutel worden geopend. Er moet een vol-
doende grote opvangbak of een grote doek worden gebruikt om het uitlopende
water op te vangen. Er mag ook een kleine slang op de ontluchting worden aan-
gesloten. Bij het openen van de klep zal er eerst water uit de ontluchtingsleiding
komen en pas na enkele seconden lucht. Nadat de lucht is ontsnapt, moet de klep
nog vijf seconden volledig geopend blijven.
Het systeem moet ontlucht worden:
• voor en tijdens de eerste ingebruikneming
• in de hierop volgende weken dagelijks tot er geen lucht meer uitkomt.
• als er geluiden (luchtbellen) te horen zijn in de warmtewisselaar.
• als de druk van de huiswatervoorziening werd aangepast.