22
2.9.2 ALGEMENE EISEN AAN DE INSTALLATIE BIJ DE
ambiente a4 H
2
O
De ambiente a4 H
2
O mag uitsluitend in thermostatisch beveiligde installaties
conform DIN 4751 resp. NEN EN 12828 worden gemonteerd. De leidingen naar
het verwarmingsnet moeten altijd dusdanig worden gemonteerd, dat deze kunnen
worden losgehaald (bijv. d.m.v. een schroefverbinding).
Voordat de kachel in gebruik wordt genomen, moet deze zowel aan de kant van
de verwarming (verwarmingsnet) als van het water (thermische afvoerbeveiliging,
veiligheidswarmtewisselaar) gevuld en ontlucht zijn. Controleer na het vullen of alle
hydraulische aansluitingen dicht zijn.
Het gebruik zonder aansluiting op het water heeft onherstelbare schade
en volledige uitsluiting van de garantierechten tot gevolg!
In de directe omgeving van de ambiente a4 H
2
O moet in de voorloopbuis een op
componenten geteste veiligheidsklep (kencijfer H) met een reactie-overdruk van
max. 3,0 bar worden gemonteerd. Tussen de veiligheidsklep en de ambiente a4
H
2
O mag geen andere afsluitmogelijkheid in het systeem worden geïntegreerd.
Dat zou eventueel het veiligheidsmechanisme buiten werking zetten. Verder
moeten alle vereiste veiligheidsmechanismen zo in het totale systeem worden
geïntegreerd dat een risicoloos gebruik veiliggesteld is. Er moet ook een eigen
veiligheidsklep worden ingebouwd, wanneer in de totale installatie op een andere
plaats zo’n klep aanwezig is (rekening houden met TRD 721!)
Bij de montage dienen altijd de montage- en gebruikshandleidingen van de
ingebouwde verwarmingstechnische componenten/extra componenten te worden
nageleefd!
2.9.3 THERMISCHE AFVOERBEVEILIGING (TAS) BIJ DE
ambiente a4 H
2
O
Aangezien de verwarming van de ambiente a4 H
2
O niet automatisch en snel kan
worden uitgeschakeld, moet conform DIN 4751 – deel 2 resp. NEN EN 12828
de waterwarmtewisselaar worden voorzien van een thermische afvoerbeveiliging.
Daarvoor is in de ambiente a4 H
2
O een veiligheidsmechanisme (veiligheidswarm-
tewisselaar) tegen oververhitting geïntegreerd. Dit veiligheidsmechanisme mag
niet worden gebruikt als waterverwarming.
De thermische afvoerbeveiliging (bijv. firma Watts, STS20/200) wordt om veilig-
heidsredenen tijdens het transport en de plaatsing niet voorgemonteerd. Bij de
levering ligt hij in de verbrandingskamer en hij moet op de aangegeven aansluiting
worden gemonteerd. Daarna moet de capillaire buis met de adapter aan de TAS
worden geschroefd. Hiervoor is een minimumdebiet van 900 kg/h water getest
en goedgekeurd.
Bij de montage moet altijd rekening worden gehouden met de volgende punten,
zodat het veiligheidsmechanisme kan functioneren:
• Bij de ingang van koud water moet een stromingsdruk van min. 1,5 bar ter
beschikking staan. Deze druk moet permanent gegarandeerd zijn. Schomme-
lingen in het waternet moeten worden uitgesloten. Dat betekent dat bijv. een
huiswatervoorziening die afhankelijk is van het stroomnet niet is toegestaan.
• Een minimumdebiet van ca. 900 kg/h water moet gegarandeerd zijn. Deze
toevoer mag niet afsluitbaar zijn.
• Er moet gegarandeerd zijn dat op ieder tijdstip koud water (5-20 °C) ter
beschikking staat. Daartoe behoren geen huiswatervoorzieningen.