Instelling voor microfoonopname ("MIC
AGC")
Wanneer het geluid dat wordt opgenomen
(bijvoorbeeld muziek) een laag volume heeft en het
omringende geluid een hoog volume heeft (geluid
van publiek, applaus, etc.), kunt u beter de instelling
"Standard" in het menu "MIC AGC" gebruiken.
Opmerking
U kunt de instelling "MIC AGC" niet aanpassen als
de recorder is ingesteld op het handmatig aanpassen
van het opnameniveau (terwijl "REC Level" in het
menu is ingesteld op "Manual") (
pagina 52).
Instelling voor het toevoegen van
trackmarkeringen ("Time Mark")
De tijdmarkering gebruiken om
trackmarkering toe te voegen tijdens
de opname
• Als de verstreken opnametijd langer is dan
het tijdsinterval voor de tijdmarkering:
De recorder voegt een trackmarkering
toe op het moment dat u het tijdsinterval
instelt. Vanaf dat punt voegt de recorder een
trackmarkering toe op elk moment dat het
tijdsinterval verstrijkt.
Voorbeeld: Acht minuten opnametijd zijn voltooid
wanneer het tijdsinterval voor de tijdmarkering op
5 minuten wordt ingesteld.
Er wordt een trackmarkering toegevoegd na het
punt voor 8 minuten (na het begin van de opname)
en na elk volgend interval van 5 minuten.
• Wanneer het tijdsinterval voor de
tijdmarkering de verstreken opnametijd
overschrijdt:
De recorder voegt trackmarkeringen toe
wanneer het ingesteld tijdsinterval voor de
tijdmarkering is verstreken.
Voorbeeld: Drie minuten opnametijd zijn voltooid
wanneer het tijdsinterval voor de tijdmarkering op
5 minuten wordt ingesteld.
Er wordt een trackmarkering toegevoegd na het
punt voor 5 minuten (na het begin van de opname)
en na elk volgend interval van 5 minuten.
Items
Opties (: standaardinstellingen)
Group REC Off De recorder maakt geen nieuwe groep bij het begin van het
opnemen.
On
De recorder maakt een nieuwe groep bij het begin van het
opnemen.
SYNC REC
Off
Er wordt een normale opname uitgevoerd.
On Er wordt een synchroonopname uitgevoerd (het opnemen
start en stopt synchroon met de geluidsbron tijdens digitaal
opnemen).
1)
Wordt alleen weergegeven voor schijven die worden gebruikt in Hi-MD-modus. Audioapparaten die voorzien
zijn van de logo's of , ondersteunen de opnamemodi "PCM", "Hi-SP" en "Hi-LP".
2)
Wordt alleen weergegeven voor schijven die worden gebruikt in MD-modus.
3)
Audioapparaten die voorzien zijn van de logo's of , ondersteunen de opnamemodi "LP2" en
"LP4".
51
Het menu gebruiken
MZ-RH1.NL.2-669-084-61(1)