This is the Internet version of the user's guide. © Print only for private use.
96 Belangrijke informatie
Stroomvoorziening (oplader)
Sluit de stroomvoorziening (voeding) alleen aan
op de daarvoor bestemde stroombronnen zoals
aangegeven op de mobiele telefoon. Plaats het
snoer zo, dat er geen druk op wordt uitgeoefend
en dat het niet kan beschadigen. Koppel de
eenheid los van de voeding voordat u deze reinigt
om de kans op elektrische schokken te verkleinen.
Gebruik de oplader niet buiten of in vochtige ruimten.
Breng geen wijzigingen aan in het snoer of de stekker.
Laat een passend stopcontact installeren door een
erkend elektricien wanneer de stekker niet in het
stopcontact past.
Gebruik alleen originele Sony Ericsson-opladers
die bedoeld zijn voor gebruik in combinatie met
uw mobiele telefoon. Andere opladers zijn mogelijk
niet ontworpen volgens dezelfde veiligheids- en
prestatiestandaarden.
Batterij
U wordt geadviseerd de batterij volledig op te laden
voordat u deze voor het eerst gaat gebruiken. Een
nieuwe batterij, of een batterij die lang niet is gebruikt,
heeft de eerste paar keer dat deze wordt gebruikt
minder vermogen. De batterij kan alleen worden
opgeladen bij een temperatuur tussen de +5 °C
en +45 °C.
Gebruik alleen originele Sony Ericsson-batterijen
die bedoeld zijn voor gebruik in combinatie met
uw mobiele telefoon. Het gebruik van niet-originele
batterijen en laders kan gevaarlijk zijn.
De spreek- en stand-bytijden zijn afhankelijk van
verschillende omstandigheden, zoals de signaal-
sterkte, de gebruikstemperatuur, de manier waarop
u applicaties gebruikt, de geselecteerde functies
en het gebruik van spraak of gegevensverzending.
Zet uw mobiele telefoon uit voordat u de batterij
verwijdert. Plaats de batterij niet in de mond.
De elektrolyten van de batterij kunnen giftig zijn
indien zij worden doorgeslikt. Zorg dat de metalen
contacten op de batterij niet in aanraking komen
met een ander metalen voorwerp. Dit kan kortsluiting
veroorzaken en de batterij beschadigen. Gebruik
de batterij alleen voor het doel waarvoor deze
bestemd is.
Persoonlijke medische apparatuur
Mobiele telefoons kunnen invloed hebben op
de werking van sommige pacemakers en andere
geïmplanteerde medische apparatuur. Draag de
mobiele telefoon niet ter hoogte van de pacemaker,
bijvoorbeeld in een borstzak. Gebruik de mobiele
telefoon aan het oor dat het verst van de pacemaker
is verwijderd. Als er een afstand van minimaal 15 cm
tussen de mobiele telefoon en de pacemaker wordt
aangehouden, is de kans op interferentie beperkt.
Als u reden hebt om te vermoeden dat er interferentie
optreedt, moet u de mobiele telefoon onmiddellijk
uitzetten. Neem voor meer informatie contact op met
uw cardioloog.
Raadpleeg voor overige medische apparatuur uw arts
en de fabrikant van het apparaat.
Autorijden
Controleer of plaatselijke wetten en/of regelgeving het
gebruik van mobiele telefoons beperken of het gebruik
van handsfree-oplossingen verplichten. U wordt
geadviseerd uitsluitend handsfree-oplossingen van
Sony Ericsson te gebruiken die zijn bedoeld voor
gebruik in combinatie met uw mobiele telefoon.
Wegens de invloed die het gebruik van mobiele
telefoons kan hebben op bepaalde elektronische
systemen in motorvoertuigen, verbieden sommige
autofabrikanten het gebruik van mobiele telefoons in
hun voertuigen, tenzij daarbij wordt gebruikgemaakt
van een handsfree-carkit en een externe antenne.
Houd uw aandacht bij het verkeer en ga als de
situatie dit vereist van de weg af en parkeer voordat
u een nummer kiest of een gesprek aanneemt.