Menu-onderdelen
Locatiegegevenslink:
Stelt in of locatie-informatie moet worden verkregen door een smartphone te koppelen.
Autom. tijdcorrectie:
Stelt in of de datuminstelling van de camera automatisch moet worden gecorrigeerd aan de hand van de informatie
vanaf een gekoppelde smartphone.
Autom. aanp. gebied:
Stelt in of de gebiedsinstelling van de camera automatisch moet worden gecorrigeerd aan de hand van de informatie
vanaf een gekoppelde smartphone.
Afgebeelde pictogrammen tijdens het verkrijgen van de locatie-informatie
(Verkrijgen van locatie-informatie): De camera verkrijgt de locatie-informatie.
(Locatie-informatie kan niet worden verkregen): De camera kan de locatie-informatie niet verkrijgen.
(Bluetooth-verbinding beschikbaar): Een Bluetooth-verbinding met de smartphone is tot stand gebracht.
(Bluetooth-verbinding niet beschikbaar): Een Bluetooth-verbinding met de smartphone is niet tot stand gebracht.
Hint
De locatie-informatie kan worden gekoppeld wanneer Imaging Edge Mobile geopend is op uw smartphone zelfs wanneer het
scherm van de smartphone uit staat. Echter, als de camera enige tijd uitgeschakeld is geweest, kan de locatie-informatie niet
onmiddellijk worden gekoppeld nadat u de camera weer hebt ingeschakeld. In dat geval wordt de locatie-informatie onmiddellijk
gekoppeld als u het scherm Imaging Edge Mobile op de smartphone opent.
Als Imaging Edge Mobile niet werkt, bijvoorbeeld wanneer de smartphone opnieuw is opgestart, opent u Imaging Edge Mobile
om het koppelen van de locatie-informatie te hervatten.
Als de koppelingsfunctie voor locatie-informatie niet goed werkt, leest u de onderstaande opmerkingen en voert u het paren
opnieuw uit.
Bevestig dat de Bluetooth-functie van uw smartphone is ingeschakeld.
Bevestig dat de camera niet is verbonden met andere apparaten door middel van de Bluetooth-functie.
Bevestig dat op de camera [Vliegtuig-stand] is ingesteld op [Uit].
Wis de paringsinformatie van de camera die is geregistreerd in Imaging Edge Mobile.
Voer op de camera [Netw.instell. terugst.] uit.
Opmerking
Wanneer u de camera terugstelt op de standaardinstellingen, wordt de paringsinformatie ook gewist. Om het paren nogmaals uit
te voeren, wist u de paringsinformatie van de camera die is geregistreerd in Imaging Edge Mobile voordat u het opnieuw
probeert.
De locatie-informatie wordt niet opgenomen wanneer deze niet kan worden verkregen, zoals wanneer de Bluetooth-verbinding is
verbroken.
De camera kan worden gepaard met maximaal 15 Bluetooth-apparaten, maar kan de locatie-informatie vanaf slechts één
smartphone verkrijgen. Als u de locatie-informatie vanaf een andere smartphone wilt verkrijgen, schakelt u de
[Locatiegegevenskoppeling]-functie uit van de smartphone die al is gekoppeld.
Als de Bluetooth-verbinding niet stabiel is, verwijdert u eventuele obstakels, zoals mensen of metalen voorwerpen, tussen de
camera en de gepaarde smartphone.
Voor het paren van de camera en uw smartphone gebruikt u het menu [Locatiegegevenskoppeling] van Imaging Edge Mobile.
De Bluetooth-functie is niet beschikbaar onderwater.
Wanneer [Bluetooth-functie] is ingesteld op [Aan], zal de accu van de camera geleidelijk leeglopen, zelfs als de camera is
uitgeschakeld. Stel [Bluetooth-functie] in op [Uit] wanneer u de Bluetooth-functie niet gebruikt.
Om de koppelingsfunctie voor locatie-informatie te gebruiken, stelt u [Bluetooth-afst.bed.] in op [Uit].
: Selecteer op de camera MENU → (Netwerk) → [ Inst. loc.gegev.link] → [Locatiegegevenslink] → [Aan].
(pictogram Verkrijgen van locatie-informatie) wordt afgebeeld op de monitor van de camera. De locatie-
informatie verkregen vanaf uw smartphone met behulp van GPS, enz., zal worden vastgelegd wanneer beelden
worden opgenomen.
8.