142
DSC-V3 2-318-592-42(1) [OpenType FONT]
NL
Menuonderdelen
De te wijzigen menuonderdelen
kunnen, afhankelijk van de positie van
de modudraaiknop of de instellingen,
verschillen.
Menuonderdelen worden onthouden, zelfs
nadat de camera is uitgeschakeld of de
modusdraaiknop in een andere stand wordt
gezet (behalve [PFX] (P.Effect)).
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met
.
Wanneer de modusdraaiknop op staat
Onderdeel Instelling Beschrijving
Mode (REC Mode)
RAW – Neemt een RAW-beeldgegevensbestand op naast het JPEG-bestand (blz. 83).
TIFF – Neemt een niet-gecomprimeerd (TIFF) bestand op naast het JPEG-bestand
(blz. 84).
Multi Burst – Neemt een ononderbroken reeks van 16 frames in een enkele beeld (blz. 79).
Speed Burst – Neemt ononderbroken op met een kort opname-interval (blz. 78).
Burst – Neemt ononderbroken nog meer beelden op (blz. 78).
Normal
– Neemt een beeld in de normale opnamefunctie op.
Wanneer de modusdraaiknop op P, S, A, M of SCN staat
Onderdeel Instelling Beschrijving
SCN (Scene)
/ / / / / /
Instellen van de scènekeuzefunctie (blz. 40). (Deze instelling kan alleen in de
SCN-functie.)
(Metering
Mode)
Spot / Center /
Multi
Instellen van de belichting aan de hand van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 62). Het lichtmeetbereik instellen.
WB (White Bal)
/ /
/ / / /
/
Auto
De kleurbalans instellen (blz. 77).
ISO
1)
800 / 400 / 200 / 100 /
Auto
De ISO-gevoeligheid kiezen. Kies een hoge waarde wanneer u op een donkere
plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een lage waarde om een
hoge beeldkwaliteit te krijgen.
• Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-
gevoeligheidswaarde hoger wordt.