Algemene informatie
Toepassing
Attentie, Gevaar voor verwondingen of beschadigingen!
Loopdeurbeveiliging altijd aan de de veiligheidsingang 2 (klem
8 + 9) aansluiten. Wanneer de loopdeurbeveiliging aan de
loopwagen aangesloten wordt, herkent de aandrijving de postie
van de poort niet.
Attentie: Levensgevaar!
Alle kabels of lussen verwijderen, die noodzakelijk zijn voor het
handmatige gebruik van de poort.
Attentie, Vernieling van de aandrijving!
Poorten niet zonder ingestelde gewichtscompensatie (veren
gespannen) met de aandrijving openen of sluiten. Hierbij wordt
de motor (drijfwerk) beschadigd of vernield.
• De aandrijving is uitsluitend bestemd voor het openen en sluiten van
poorten. Een ander of verder gaand gebruik geldt als niet in overeen-
stemming met de voorschriften. Voor schade die door een ander gebruik
ontstaat, is de fabrikant niet aansprakelijk. Enkel de gebruiker is dan
aansprakelijk. De garantie komt hierdoor te vervallen.
• Deuren die met een aandrijving worden geautomatiseerd, moeten vol-
doen aan de op dat moment geldige normen: bijv. EN 12604, EN 12605.
• De aandrijving mag uitsluitend in technisch perfecte staat en volgens de
voorschriften worden gebruikt, bovendien met inachtneming van de
veiligheids- en gevarenrichtlijnen en de montage- en gebruiksaanwijzing.
• Storingen die een veilig gebruik onmogelijk maken, moeten onmiddellijk
verholpen worden.
• De onderdelen van de poort moeten stabiel, buig- en torsiestijf zijn,
d.w.z. dat ze bij het openen en sluiten van de poort niet mogen doorbui-
gen of torderen.
• De aandrijving kan geen defecten of fouten in de montage van de poort
opvangen.
• Gebruik de aandrijving alleen in droge ruimten en niet op plaatsen waar
ontploffingsgevaar bestaat.
• Aandrijving niet in ruimtes met agressieve (b.v. zouthoudende lucht)
atmosfeer gebruiken.
Begrippen
Afkortingen
GI Stoplicht groen binnen
RI Stoplicht rood binnen
GA Stoplicht groen buiten
RA Stoplicht rood buiten
TorMinal
Programmeerapparaat. Hiermee kan de aandrijving op de poort of op
speciale functies ingesteld worden. Zie toebehoren.
Aanleren
De aandrijving "leert" hoeveel tijd en de kracht er noodzakelijk is om de
poort te openen en te slluiten. Deze waarden slaat de aandrijving op en
blijven ook opgeslagen, wanneer de stroomvoorziening eens mocht
uitvallen.
Poort OPEN
De poort gaat open of is geopend.
Poort DICHT
De poort gaat dicht of is gesloten.
Waarschuwingsperiode
Tijd voordat de poort gaat openen of sluiten, de tijd waarin de rode
stoplichten knipperen en zodoende een beweging van de aandrijving aan-
kondigen:
Poort OPEN:
de waarschuwingstijd kan met de TorMinal tussen 0 ...63,75 seconden, in
stappen van 0,25 seconden, ingesteld worden, geheugenplaats (Mem) 027.
Fabrieksinstelling poort OPEN: 4 Seconden
Poort DICHT:
de waarschuwingstijd kan met de TorMinal tussen 0 ... 63,75 seconden, in
stappen van 0,25 seconden, ingesteld worden, geheugenplaats (Mem) 028.
Fabrieksinstelling poort DICHT: 5 Seconden
Openhoudtijd
Tijd, waarin de poort geopend blijft. Aan de kant (binnen / buiten) waar het
commando werd gegeven om de poort te openen, is het stoplicht groen.
De poort kan enkel met een commando van een drukknop of handzender
worden geopend, maar niet gesloten. Bij het openen kan de poort niet via
een commando worden gestopt.
Indien bij de automatische sluiting van de poort opnieuw een commando
wordt gegeven, wordt de poort volledig geopend. Een commando tijdens de
periode waarin de poort open is, start deze opnieuw van voren.
De openhoudtijd kan met de TorMinal tussen 2 ... 255 seconden, in stappen
van 1 seconde, ingesteld worden, geheugenplaats (Mem) 031.
Fabrieksinstelling: 30 Seconden
Vrijmaaktijd
Tijd, waarin de rode stoplichten branden nadat de openhoudtijd afgelopen
is en waarin de personen of de voertuigen zodoende de toegang tot de
poort vrij kunnen maken.
De vrijmaaktijd kan met de TorMinal tussen 0 ... 63,75 seconden, in stappen
van 0,25 seconde, ingesteld worden, geheugenplaats (Mem) 032.
Fabrieksinstelling: 10 Seconden
Binnen
De kant die binnen in de garage of de parkeerplaats ligt.
Buiten
De kant die buiten de garage of de parkeerplaats ligt.
Commando binnen
Zendkanaal 1 of knopaansluiting 1 op klem 2 + 3
(drukknopleiding aan de besturing aangesloten)
Drukknop of zendsignaal voor het openen van de poort komt van de
binnenkant en zodoende heeft de binnenkant het recht om te rijden,
stoplicht (GI) op groen.
Commando buiten
Zendkanaal 2 of knopaansluiting 2 op klem 4 + 5
Drukknop of zendsignaal voor het openen van de poort komt van de
buitenkant en zodoende heeft de buitenkant het recht om te rijden, stoplicht
(GA) op groen.
Commandokant
De kant (binnen of buiten) van waaruit een commando gegeven werd.
Functieomschrijving
Het commando Binnen/Buiten dat als eerste aan de besturing gegegen
wordt, heeft voorrang, om het even of het via zendcode of via drukknop
wordt gegeven.
Mit DIP-schakelaar 3 stelt u voorrang in voor “Commando
buiten”. Zodra het “Commando Buiten” gegeven wordt, wordt de
openhoudtijd voor binnen gestopt en wordt, nadat de vrijmaak-
tijd afgelopen is, het recht om te rijden naar Buiten geschakeld.
Aandrijfgedrag bij fabrieksinstelling
Gedrag bij stroomaansluiting
Poort gesloten en aandrijving aangeleerd. Alle stoplichten uit. Aandrijving
wacht op een commando van Binnen/Buiten. De eerste bewegingsrichting
is altijd poort OPEN; als de poort geopend is, herkent de aandrijving dit
en schakelt de kant die het commando heeft gegeven, op groen. Daarna
sluit de aandrijving de poort na afloop van de afzonderlijke tijden: waar-
schuwingstijd, vrijmaaktijd en openhoudtijd.
3