7.3 REINIGING VAN HET APPARAAT EN ZIJN ONDERDELEN
Algemene reiniging
De externe oppervlakken en de binnenkant van de deur moeten regelmatig gereinigd worden (aanbevolen:
eenmaal per maand) met een zacht doek bevochtigd met water of een normaal reinigingsmiddel voor stalen
oppervlakken.
De pakkingen van de deur moeten met een vochtige spons gereinigd worden.
Na het uitvoeren van de reiniging wordt aangeraden om een onbelaste wascyclus uit te voeren, dus zonder te
wassen lading, om eventuele resterend reinigingsmiddel te verwijderen.
Reiniging van het filter van de watertoevoer
Het filter van de watertoevoer “A” dat zich aan de uitgang van de kraan bevindt, moet regelmatig gereinigd
worden; aanbevolen frequentie elke 2 – 6 maanden, afhankelijk van de kwaliteit van het ingaande water.
Schroef het uiteinde van de watertoevoerslang los, na de toevoerkraan gesloten te hebben, verwijder het filter
“A” en reinig het rechtstreeks onder stromend water. Plaats het filter “A” terug in zijn zitting en schroef de
watertoevoerslang stevig vast.
Let goed op het vrije uiteinde van de slang om het morsen van afvoerwater in de omgeving te voorkomen.
afb. 13 – waterinlaatfilter "A"
Reiniging van de sproeiarmen
De sproeiarmen kunnen eenvoudig worden weggenomen door de gekartelde moer, die ze op de draaitap
bevestigd, los te draaien. Op deze manier kan de periodieke reiniging van de sproeiers worden uitgevoerd en
worden eventuele verstoppingen voorkomen.
Was de sproeiarmen en de sproeiers onder schoon stromend water en plaats ze zorgvuldig terug op hun
zittingen. Controleer dat hun beweging niet op enige wijze belemmerd wordt.
Aanbevolen frequentie voor de reiniging van de sproeiarmen: wekelijks.