631585
14
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/19
Next page
GEBRUIKSAANWIJZING
MANUAL DE USO
MANUAL DE UTILIZAÇÃO
BRUKSANVISNING
WIJNKOELKAST
ARMARIO BODEGA
ADEGA CLIMATIZADA
VINLAGRINGSSKÅP
GETOOND DOOR TE KIEZEN VOOR ÉÉN VAN ONZE PRODUCTEN. WIJ BEVELEN
NADRUKKELIJK AAN OM DEZE GEBRUIKSAANWIJZING, WAARIN U ALLE
NOODZAKELIJKE AANWIJZINGEN KUNT VINDEN DIE NOODZAKELIJK ZIJN VOOR HET
BEHOUD VAN DE ESTHETISCHE EN WERKINGSKARAKTERISTIEKEN VAN UW
APPARAAT, AANDACHTIG DOOR TE LEZEN.
3 - 18
LE AGRADECEMOS LA CONFIANZA OTORGADA AL ELEGIR UNO DE NUESTROS
PRODUCTOS. ACONSEJAMOS LEER ATENTAMENTE ESTE MANUAL, EN EL QUE
APARECEN TODAS LAS INSTRUCCIONES NECESARIAS A FIN DE MANTENER
INALTERADAS LAS CARACTERÍSTICAS ESTÉTICAS Y FUNCIONALES DE SU APARATO.
19 - 34
AGRADECEMOS A CONFIANÇA QUE NOS DEMONSTROU AO ESCOLHER UM DOS
NOSSOS PRODUTOS. ACONSELHAMO-LO A LER ATENTAMENTE ESTE MANUAL DE
INSTRUÇÕES, NO QUAL PODERÁ ENCONTRAR TODAS AS INDICAÇÕES NECESSÁRIAS
PARA MANTER INALTERADAS AS CARACTERÍSTICAS ESTÉTICAS E FUNCIONAIS DO
SEU APARELHO.
35 - 50
TACK FÖR ATT DU VALDE VÅR PRODUKT.
VI REKOMMENDERAR ATT DU LÄSER DENNA HANDBOK NOGGRANT. DEN INNEHÅLLER
ALLA NÖDVÄNDIGA INSTRUKTIONER FÖR ATT APPARANTENS UTSEENDE OCH
FUNKTIONELLA KVALITETER SKA FÖRBLI OFÖRÄNDRADE.
51 - 66
Inhoudsopgave
1. HET MILIEU - INSTRUCTIES VOOR DE AFVALVERWERKING ...........................................4
2. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK ........................................................................5
3. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID ......................................................................6
4. INSTALLATIE EN AANSLUITING ...........................................................................................7
4.1 Plaatsing en waterpas zetten van het apparaat ..............................................................................................8
4.2 Elektrische aansluiting ....................................................................................................................................8
4.3 Buitenafmetingen ............................................................................................................................................8
5. LEER UW APPARAAT KENNEN ............................................................................................9
6. VÓÓR DE INSTALLATIE .........................................................................................................9
7. WERKING ..............................................................................................................................10
7.1 Elektronische besturingen .............................................................................................................................10
7.2 Temperatuurdisplay ......................................................................................................................................10
7.3 Regeling van de temperatuur ........................................................................................................................10
7.4 Alarminrichting lage temperatuur ..................................................................................................................11
7.5 Bewaartemperatuur .......................................................................................................................................11
7.6 Opstelling van de flessen ..............................................................................................................................13
7.7 Praktische wenken voor het bewaren en proeven ........................................................................................13
8. ACCESSOIRES .....................................................................................................................14
9. ONDERHOUD EN REINIGING .............................................................................................14
9.1 Ontdooien van de wijnkoelkastruimte ...........................................................................................................14
9.2 Reinigen van de wijnkoelkast ........................................................................................................................14
9.3 De wijnkoelkast uitschakelen ........................................................................................................................14
9.4 Werkingsgeluiden ..........................................................................................................................................15
9.5 Het opsporen en verhelpen van mogelijke werkingsdefecten. ......................................................................16
10. ENKELE TIPS OM TE BEZUINIGEN ..................................................................................18
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR]LMQEHVWHPGYRRUGHgekwalificeerde technicusGLHPRHW
]RUJHQYRRUGHLQVWDOODWLHGHLQZHUNLQJVWHOOLQJHQKHWXLWWHVWHQYDQKHWDSSDUDDW
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKERKLHUYLQGWXGHDDQZLM]LQJHQYRRUKHWJHEUXLNGH EHVFKULMYLQJ
YDQ GHEH GLHQLQJVRUJDQHQHQ GHFRUUHFWHKD QGHOLQJHQYRR UKH WUHLQLJ HQ HQRQ GHUKRXGHQYDQK HW
DSSDUDDW
Het milieu - Instructies voor de afvalverwerking
1. HET MILIEU - INSTRUCTIES VOOR DE AFVALVERWERKING
WIJ GEBRUIKEN VOOR DE VERPAKKING VAN ONZE WIJNKOELKASTEN NIET-VERVUILENDE,
EN DUS MILIEUVRIENDELIJKE EN RECYCLEBARE MATERIALEN. WIJ VRAGEN OM UW
MEDEWERKING DOOR TE ZORGEN VOOR EEN JUISTE VERWERKING VAN HET
VERPAKKINGSMATERIAAL. DE ADRESSEN VAN DE CENTRA VOOR HET INZAMELEN, HET
RECYCLEN OF HET VERWERKEN ZIJN BESCHIKBAAR BIJ UW WEDERVERKOPER OF BIJ DE
PLAATSELIJKE BETROKKEN INSTANTIES.
LAAT DE VERPAKKING OF DELEN ERVAN NIET ZOMAAR ERGENS ACHTER. DIT KAN GEVAAR
VAN VERSTIKKING OPLEVEREN VOOR KINDEREN, VOORAL DE PLASTIC ZAKJES.
BELANGRIJK: U MOET OOK ZORGEN VOOR EEN CORRECTE VERWERKING VAN HET OUDE
APPARAAT.
BEZORG HET APPARAAT BIJ HET PLAATSELIJK BEVOEGDE BEDRIJF VOOR HET INZAMELEN
VAN AFGEDANKTE HUISHOUDELIJKE APPARATEN. MET EEN CORRECTE VERWERKING
KUNNEN WAARDEVOLLE MATERIALEN OP INTELLIGENTE WIJZE WORDEN GERECYCLED.
KOELAPPARATEN BEVATTEN GASSEN DIE GEVAARLIJK KUNNEN ZIJN VOOR HET MILIEU. U
MOET ER DAAROM VOOR ZORGEN DAT DE LEIDINGEN VAN HET KOELCIRCUIT NIET WORDEN
BESCHADIGD ZOLANG DE HIERMEE BELASTE DIENST ZICH NOG NIET OVER HET
HUISHOUDELIJKE APPARAAT HEEFT ONTFERMD. VOORDAT U UW APPARAAT WEGDOET IS
HET BELANGRIJK DAT U DE DEUREN VERWIJDERT EN DE REKKEN IN DE GEBRUIKSSTAND
LAAT OM TE VOORKOMEN DAT SPELENDE KINDEREN OPGESLOTEN RAKEN IN DE
KOELRUIMTEN. VERDER MOET U DE ELEKTRISCHE VOEDINGSKABEL AFSNIJDEN EN SAMEN
MET DE STEKKER VERWIJDEREN.
DE WET VERBIEDT HET VERWERKEN VAN HET APPARAAT IN HIERVOOR NIET BESTEMDE
ZONES.
Waarschuwingen voor het gebruik

2. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK
ELEKTRISCHE AANSLUITING: RAADPLEEG DE INSTALLATIE-INSTRUCTIES VOOR DE
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN EN VOOR DE
VENTILATIEFUNCTIES.
IN UW BELANG, EN VOOR UW VEILIGHEID, IS WETTELIJK BESLOTEN DAT DE INSTALLATIE VAN,
EN DE ASSISTENTIE VOOR ALLE ELEKTRISCHE APPARATEN MOET WORDEN UITGEVOERD
DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN.
GAS- OF ELEKTRISCHE APPARATEN MOETEN ALTIJD DOOR DESKUNDIGE PERSONEN
WORDEN LOSGEKOPPELD.
DEZE HANDLEIDING IS EEN GEÏNTEGREERD ONDERDEEL VAN HET APPARAAT EN MOET
GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE MACHINE INTACT EN OP EEN GEMAKKELIJK
BEREIKBARE PLAATS WORDEN BEWAARD. WIJ BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN
ALLE ERIN OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET
APPARAAT IN GEBRUIK TE NEMEN. DE INSTALLATIE ZAL MOETEN WORDEN UITGEVOERD
DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE
NORMEN. DIT APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN
BEANTWOORDT AAN DE EEG RICHTLIJNEN DIE MOMENTEEL VAN TOEPASSING ZIJN. HET
APPARAAT IS GEFABRICEERD VOOR HET UITOEFENEN VAN DE VOLGENDE FUNCTIE: HET
KOELEN VAN DRANK; IEDER ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ANDERE DAN DE
VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
GEBRUIK DIT APPARAAT NOOIT VOOR HET KOELEN VAN RUIMTEN.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN EEN MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN
2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR
(AEEA).
IN DEZE RICHTLIJN WORDEN DE VOOR HET GEHELE TERRITORIUM VAN DE EUROPESE UNIE
GELDENDE NORMEN VASTGELEGD VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN AFGEDANKTE
APPARATEN.
BLOKKEER DE OPENINGEN EN DE VENTILATIE- EN WARMTEAFVOERGLEUVEN NIET.
EEN TE LAGE INSTELLING VAN DE THERMOSTATEN IN DE ZOMER ZAL LEIDEN TOT EEN
BELANGRIJKE TOENAME VAN DE IJSVORMING AAN DE ACHTERPLAAT VAN HET APPARAAT EN
EEN AANZIENLIJKE VERMINDERING VAN HET RENDEMENT. IN DE ZOMER OF IN IEDER GEVAL
TIJDENS HETE EN/OF BIJZONDER VOCHTIGE PERIODES VERDIENT HET AANBEVELING OM DE
WIJNKOELKAST OP EEN BETREKKELIJK HOGE STAND TE LATEN STAAN OM EEN OVERMATIGE
OPHOPING VAN IJS ACHTERIN DE KOELRUIMTE, MET ALS GEVOLG DAARVAN EEN
VERSLECHTERING VAN DE PRESTATIES, TE VOORKOMEN.
TIJDENS HET GEBRUIK KAN HET OPPERVLAK AAN DE ACHTERKANT VAN HET APPARAAT
FLINK WARM WORDEN. DIT IS HEEL GEWOON EN WIJST NIET OP EEN DEFECT.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MERKING
BEVINDT ZICH LINKSONDER IN DE WIJNKOELKASTRUIMTE.
HET PLAATJE MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
HET WORDT AANBEVOLEN OM DE DEUR ZO MIN MOGELIJK TE OPENEN, VOORAL TIJDENS
WARME PERIODEN. HET FREQUENT EN LANGDURIG OPENEN VAN DE KOELKAST ZAL
NAMELIJK LEIDEN TOT ABRUPTE TEMPERATUURSPRONGEN IN DE KOELRUIMTE DIE DE
KWALITEIT EN DE JUISTE CONSERVERING VAN DE WIJN ZOUDEN KUNNEN SCHADEN.
'HIDEULNDQWRQWKRXGW]LFKYDQLHGHUHDDQVSUDNHOLMNKHLGYRRU VFKDGHDDQSHUVRQHQRI]DNHQDOVJHYROJ
YDQKHWQLHWLQDFKWQHPHQYDQGHERYHQVW DDQGHYR RUVFKULIWHQYDQZLM]LJLQJHQDDQJHEUDFKWDDQRRN
VOHFKWVppQ HQNHORQGHUGHHOYD QKHWDSS DUDDW HQYDQKHW JHEUXLNYDQ QLHWRULJLQHOH
YHUYDQJLQJVRQGHUGHOHQ
Waarschuwingen voor de veiligheid
3. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: ZIJN BESTEMD VOOR DE GEKWALIFICEERDE
TECHNICUS DIE MOET ZORGEN VOOR DE INSTALLATIE, DE INWERKINGSTELLING EN HET
UITTESTEN VAN HET APPARAAT.
HET APPARAAT MOET IN ZIJN VERPAKKING DOOR TENMINSTE TWEE PERSONEN WORDEN
VERVOERD EN MOET DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL WORDEN GEÏNSTALLEERD OM
SCHADE AAN ZAKEN EN LETSEL AAN PERSONEN TE VOORKOMEN.
DE KOELVLOEISTOF IN HET CIRCUIT VAN HET APPARAAT IS VAN HET TYPE R134a.
DE KOELVLOEISTOF IS OOK GEVAARLIJK VOOR HET GEZICHTSVERMOGEN: LET GOED OP
VOOR EVENTUELE LEKKEN IN HET KOELCIRCUIT.
PROBEER NOOIT OM HET APPARAAT TE VERPLAATSEN DOOR AAN DE DEUR OF DE
HANDGREEP TE TREKKEN.
LET ERVOOR OP DAT UW VINGERS NIET IN DE DEUR BEKLEMD RAKEN.
WANNEER U OP HET MOMENT VAN INSTALLATIE DEFECTEN CONSTATEERT ALS GEVOLG VAN
HET TRANSPORT OF DE FABRICAGE MOET U ONMIDDELLIJK HET DICHTSTBIJZIJNDE
SERVICECENTRUM BELLEN.
VOOR DE INSTALLATIE EN DE AANSLUITING MOET U ZICH UITSLUITEND AAN DE IN DEZE
HANDLEIDING VERSTREKTE INSTRUCTIES HOUDEN.
BIJ STORINGEN MOET U HET APPARAAT LOSKOPPELEN VAN HET VOEDINGSNET DOOR DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN. TREK HIERBIJ ECHTER NIET AAN DE
VOEDINGSKABEL.
ALLE, NIET IN DEZE HANDLEIDING VOORZIENE REPARATIES OF WERKZAAMHEDEN, MOGEN
UITSLUITEND WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN GEKWALIFICEERD MONTEUR VAN DE
ERKENDE SERVICECENTRA. PROBEER NOOIT OM HET APPARAAT TE REPAREREN.
BEWAAR NOOIT SPUITBUSSEN MET ONTVLAMBAAR GAS IN HET APPARAAT. EVENTUELE
LEKKAGES KUNNEN DE GEZONDHEID VAN DE GEBRUIKERS ERNSTIG IN GEVAAR BRENGEN.
HET IS VERBODEN OM IN HET APPARAAT ELEKTRISCHE APPARATEN TE GEBRUIKEN
(BIJVOORBEELD IJSMACHINES OF BLENDERS).
GEBRUIK DE REKKEN EN LADEN VAN HET APPARAAT NIET OM OP TE STEUNEN OF OP TE
KLIMMEN.
HET APPARAAT IS BESTEMD OM TE WORDEN GEBRUIKT DOOR VOLWASSENEN. STA NIET TOE
DAT KINDEREN ERBIJ IN DE BUURT KOMEN OF ERMEE SPELEN.
Instructies voor de installateur

4. INSTALLATIE EN AANSLUITING
Plaats de wijnkoelkast altijd in een droge omgeving en met voldoende luchtverversing. Stel hem niet
bloot aan direct zonlicht en plaats hem niet buiten. Afhankelijk van de klimaatklasse waartoe hij behoort
(vermeld op het typeplaatje in de koelruimte) kan het apparaat onder verschillende
temperatuursomstandigheden worden gebruikt:
Klasse Kamertemperatuur
SN (Sub-normaal) van +10° C t/m +32° C
N (Normaal) van +16° C t/m +32° C
ST (Subtropisch) van + 18° C t/m +38° C
T (Tropisch) van + 18° C t/m + 43° C
Plaats de wijnkoelkast niet in de buurt van warmtebronnen, tenzij dit noodzakelijk blijkt. In dergelijke
gevallen moet u een geschikt isolatiepaneel gebruiken om de correcte werking van het product niet in
gevaar te brengen. Anders moet u het apparaat op tenminste 3 cm van elektrische of gasfornuizen en op
tenminste 30 cm van verwerkingssystemen middels verbranding of radiatoren plaatsen. Om verzekerd te
zijn van een correcte afkoeling van de condensator mag u de wijnkoelkast niet al te dicht tegen de muur
plaatsen. Handhaaf een afstand van tenminste 5 cm tussen de achterkant van het apparaat en de wand.
Achter de wijnkoelkast moet voor een opening worden gezorgd van tenminste 200 cm
2
. Bij plaatsing van
de wijnkoelkast onder een schap moet de vrije ruimte ertussen tenminste 5 cm bedragen.
Let goed op bij installatie van het apparaat op parket of linoleumvloeren, om te voorkomen dat de vloer
bekrast of beschadigd raakt.
Zet het apparaat op een horizontaal oppervlak. Gebruik geen frames of dergelijke.
Het apparaat kan vrij tegen een wand, ingebouwd, of naast andere apparaten worden geplaatst (zoals
afgebeeld in de onderstaande figuren).
Instructies voor de installateur
4.1 Plaatsing en waterpas zetten van het apparaat
Plaats de wijnkoelkast op een stabiele en vlakke ondergrond. Om
de oneffenheden van de vloer te compenseren is het apparaat
uitgerust met 2 regelbare pootjes. Om die af te stellen moet u de
schroef verdraaien zoals afgebeeld in figuur 1 om het apparaat
waterpas te zetten.
4.2 Elektrische aansluiting
Laat de wijnkoelkast eerst tenminste twee uur lang rechtop staan voordat u hem voor de eerste keer
inschakelt. Verbind vervolgens de voedingskabel van het apparaat met een geaard stopcontact dat moet
zijn geïnstalleerd volgens de veiligheidsnormen. De nominale spanning en de frequentie staan vermeld
op het etiket met de technische specificaties in de koelruimte. Bij de aansluiting op het elektriciteitsnet
en op de aarding moet u de van toepassing zijnde normen en voorschriften in acht nemen. Het apparaat
is bestand tegen korte spanningssprongen van maximaal 15% onder en 10% boven de normale waarde.
Een eventueel noodzakelijke vervanging van de voedingskabel mag uitsluitend worden uitgevoerd door
een gekwalificeerd technicus van onze klantenservice.
4.3 Buitenafmetingen
In de onderstaande tekening staan de maximale buitenafmetingen aangegeven van het product met een
geopende deur.
Instructies voor de gebruiker

5. LEER UW APPARAAT KENNEN
6. VÓÓR DE INSTALLATIE
BINNENVERLICHTING
KOOLSTOFFILTER
HOUTEN SCHAPPEN
DEURPAKKING (SEALING STRIPS)
TYPEPLAATJE
DEURHANDVAT
PLINT
BEDIENINGSPANEEL
SLOT
REGELBARE POOTJES
Laat de resten van het verpakkingsmateriaal niet onbeheerd achter in de huiselijke omgeving. Scheid de
verschillende van de verpakking afkomstige afvalmaterialen en lever ze in bij het dichtstbijzijnde centrum
voor de gedifferentieerde inzameling van afval.
Voor het verwijderen van alle fabricageresten wordt het aanbevolen om de binnenkant van het apparaat
schoon te maken. Voor meer informatie over het reinigen verwijzen wij naar hoofdstuk “9. Onderhoud en
reiniging”.
Bij het eerste gebruik of na een langdurige onderbreking van de stroomtoevoer wordt het aanbevolen om
het apparaat eerst ongeveer 2 uur lang te laten draaien alvorens de flessen erin te plaatsen.
Instructies voor de gebruiker

7. WERKING
7.1 Elektronisch controlesysteem
Het elektronisch controlesysteem garandeert het behoud van de ingestelde temperaturen in het
bovenste en het onderste deel van het toestel. Het behoud gebeurt door middel van een geavanceerd
controlesysteem van het koelmechanisme, van de weerstand en van de ventilator. De ingestelde
temperatuur wordt gememoriseerd in geval de stroomtoevoer wordt onderbroken.
Het elektronisch controlesysteem heeft de volgende functies:
- Schakelaar On/off
- Schakelaar lamp*
- Instelling van de temperatuur
- Aanduiding van de temperatuur
- Alarm in geval van een te hoge of te lage temperatuur
* De lamp kan altijd ingeschakeld blijven of enkel wanneer de deur wordt geopend.
7.2 Aanduiding van de temperatuur
Het display geeft de effectieve temperatuur weer. De cijfers bovenaan op het display duiden de
temperatuur in het bovenste deel van het toetsel aan, en de cijfers onderaan op het display duiden de
temperatuur in het onderste deel van het toestel aan.
De indicator van de temperatuur is voorzien van een geïntegreerde filter die de effectieve temperatuur in
de flessen simuleert. De indicator reageert dus niet wanneer de temperatuur van de lucht lichtjes wordt
gewijzigd.
7.3 Instelling van de temperatuur
De thermostaat is voorzien van een elektronische kinderbeveiliging. De kinderbeveiliging wordt
geactiveerd wanneer de knoppen “pijl omhoog en pijl omlaag” gelijktijdig worden ingedrukt. Na ongeveer
2 seconden knippert het opschrift “Pof” op het display. De actuele temperaturen worden zoals gewoonlijk
getoond. Bovendien kunnen de ingestelde temperaturen worden weergegeven wanneer respectievelijk
op SET1 en SET 2 wordt gedrukt.
De kinderbeveiliging wordt gedesactiveerd wanneer de knoppen “pijl omhoog en pijl omlaag” gelijktijdig
worden ingedrukt.
Na ongeveer 3 seconden knippert het opschrift “Pon” op het display, en kan de temperatuur ingesteld
worden.
7.4 Instelling van de temperatuur in het bovenste deel van het toestel
Druk op SET1. Nu kan de temperatuur in het bovenste deel van het toestel verhoogd of verlaagd worden
met de knoppen "pijl omhoog en pijl omlaag".
De temperatuur kan geregeld worden tussen 8 en 22°C zodat geen temperatuur onder de
referentiewaarde van de temperatuursensor van het onderste deel kan ingesteld worden.
7.5 Instelling van de temperatuur in het onderste deel van het toestel
Druk op SET2. Nu kan de temperatuur in het bovenste deel van het toestel verhoogd of verlaagd worden
met de knoppen “pijl omhoog en pijl omlaag”. De temperatuur kan geregeld worden tussen 5 en 22°C
zodat geen temperatuur boven de referentiewaarde van de temperatuursensor van het bovenste deel
van het toestel kan ingesteld worden.
Instructies voor de gebruiker

7.6 Alarmen
Er zijn alarmen aanwezig die melden wanneer de limietwaarden van de sensor van de lage temperatuur
en de hoge temperatuur worden overschreden.
Het alarm produceert een geluidssignaal en op het display wordt een waarschuwing weergegeven.
- Alarm hoge temperatuur: geluidssignaal + weergave op het display van afwisselend “Hi” en de
effectieve temperatuur
- Alarm lage temperatuur: geluidssignaal + weergave op het display van afwisselend “Lo” en de
effectieve temperatuur
De temperatuuralarmen zijn afhankelijk van de referentiewaarden. Positie 5 van de onderste alarmlimiet
komt overeen met 3 graden. Het alarm wordt geactiveerd als de temperatuur langer dan 10 minuten
onder 3°C daalt.
Het geluidssignaal kan gedesactiveerd worden door op eender welke knop van de thermostaat te
drukken. Druk op de knop on/off om het alarm te wissen dat wordt weergegeven op het display, en druk
nogmaals op de knop om de compressor weer in te schakelen.
7.7 Bewaartemperatuur
Zoals u ongetwijfeld weet moet iedere wijn bij een specifieke temperatuur worden bewaard en genuttigd
om de organoleptische kwaliteiten ervan op passende wijze te kunnen appreciëren. Onderstaand vindt u
een tabel met de juiste temperaturen afhankelijk van de wijn.
WIJN TEMPERATUUR
Jonge witte wijnen 10° - 12° C
Rijpe witte wijnen 12° - 14° C
Jonge en lichte rosé’s 10° - 12° C
Rijpe en volle rosé’s 12° - 14° C
Rode primeurwijnen 10° - 14° C
Jonge rode wijnen, licht, met weinig
tannine
14° - 16° C
Rijpe en volle rode wijnen, rijk aan tannine 16° - 18° C
Lang gerijpte en geraffineerde rode wijnen 16° - 18° C
Zoete en aromatische mousserende wijnen 8° C
Rode, zoete, aromatische mousserende
wijnen
10° - 12° C
Mousserende wijnen “Charmatproces” 8° - 10° C
Mousserende wijnen “Lang
Charmatproces”
10° - 12° C
Mousserende wijnen “méthode
traditionelle" zonder jaarvermelding
8° - 10° C
Mousserende wijnen “méthode
traditionelle" met wijn uit één jaar”
10° - 12° C
Passito- en zoete wijnen 10° - 18° C
Versterkte of likeurwijnen 10° - 18° C
Instructies voor de gebruiker

7.7.1 Witte wijnen
Witte wijn heeft over het algemeen een hogere zuurgraad dan rode wijn en bevat minder tannine. Om er
de karakteristieken beter van te kunnen waarderen, moet een zure drank over het algemeen bij een iets
lagere temperatuur worden bewaard dan andere dranken en om deze reden worden deze wijnen bij een
temperatuur tussen de 10°C e 14°C bewaard.
Frisse en aromatische jonge witte wijnen kunnen ook op een temperatuur van 10°C worden geserveerd
en de iets minder aromatische soorten op 12°C. Zachte en rijpe witte wijnen, verfijnd na een paar jaar in
de fles, verdragen hogere temperaturen beter en kunnen worden geserveerd op een temperatuur van
12°C t/m 14°C.
Wanneer u een witte wijn op een hogere temperatuur serveert zult u er de “zoete” karakteristieken van
benadrukken, ten koste van de typische gezochte en plezierige zuurheid en de levendige en volle smaak
van dit soort wijn.
7.7.2 Rosé’s
Voor het serveren van rosé’s gelden over het algemeen dezelfde regels als voor witte wijn. U moet
echter rekening houden met het eventuele tanninegehalte van deze wijnen en ze dus op een hogere
temperatuur serveren om ze niet al te “stroefte maken. Jonge en frisse rosé’s, moeten, afhankelijk van
de tannine, worden geserveerd op een temperatuur tussen de 10°C en 12°C, terwijl de stevigere en
vollere soorten bij een temperatuur tussen de 12°C en 14°C kunnen worden geserveerd.
7.7.3 Rode wijnen
De juiste temperatuur om rode wijn mee te serveren hangt af van tal van factoren, maar vanwege hun
“tannische” aard en hun lagere zuurgraad ten opzichte van de witte wijnen, worden ze gewoonlijk
warmer geserveerd. Jonge, weinig tannische rode wijnen worden gewoonlijk geserveerd tussen de
14° C en 16° C, met sommige vollere soorten op 16°C en in uitzonderlijke gevallen zelfs 18°C.
Jonge tannische en weinig gestructureerde rode wijnen, kunnen ook op een temperatuur van tussen de
12°C en 14°C worden geserveerd zonder “stroef” te blijken en toch plezierig te blijven. Deze regel geldt
ongetwijfeld voor de “primeurwijnen” die, dankzij de speciale vinificatietechniek weinig tannine bevatten
en koeler kunnen worden geserveerd dan andere rode wijnen en toch aantrekkelijk zijn.
7.7.4 Mousserende wijnen
Gezien het aanzienlijke aantal soorten mousserende wijnen heeft een algemeen geldende regel voor
alle wijnen weinig zin. Zoete en aromatische mousserende wijnen moeten worden geserveerd op een
temperatuur van 8°C; dankzij hun aromatische karakter verdragen ze namelijk lage temperaturen.
Rode mousserende wijnen zoals de Brachetto, kunnen worden opgediend op een temperatuur van 10°C
tot 12° C; ook in dit geval verdragen de meer aromatische mousserende wijnen lagere temperaturen, tot
aan 8°C, terwijl voor de meer tannische soorten de temperatuur zal moeten worden verhoogd tot wel 14°C.
Droge mousserende wijnen van het “Charmatproces” of “Martinottiproces”, zoals bijvoorbeeld enkele
Prosecco's, kunnen worden geserveerd op temperaturen van 8°C tot 10°C.
De mousserende wijnen van de “méthode classique” en de “méthode Champenoise” evenals de
Champagnes, verdienen een speciale vermelding. Deze mousserende wijnen worden over het algemeen
op temperaturen van tussen de 8°C en 10°C geserveerd; belangrijke wijnen van druiven uit één jaar of
langdurig verfijnde wijnen kunnen zelfs op 12°C worden geserveerd om de ontwikkeling van de complexe
aroma’s, die zich in de loop der jaren langzaam en moeizaam hebben gevormd, te bevorderen.
7.7.5 Passito- en likeurwijnen
Deze twee soorten wijnen hebben gemeen dat ze beide over het algemeen worden gekenmerkt door een
hoog alcoholgehalte en dat ze vaak zoet zijn. Er bestaan echter droge likeurwijnen, zoals bijvoorbeeld de
Marsala, waarvan het suikergehalte dusdanig is dat het niet wordt geproefd. Voor deze wijnen wordt de
serveertemperatuur bepaald door de karakteristiek die u wenst te benadrukken. Indien u er de voorkeur
aangeeft om de zoete karakteristieken te benadrukken samen met de complexiteit van het parfum en de
strengheid, verdient het de voorkeur dat u hem op een hoge temperatuur serveert, tussen de 14°C en
18°C, waarbij u niet moet vergeten dat in dit geval ook de alcohol meer benadrukt zal worden.
Indien u de frisheid wenst te accentueren of, bij zeer zoete wijnen waar u dit aspect liever wenst te
onderdrukken, zult u ze op een lagere temperatuur moeten serveren, tussen de 10°C en 14°C.
Droge, frisse en jonge likeurwijnen kunnen ook op temperaturen worden geserveerd van minder dan
10°C; op deze wijze zal de waarneming van de alcohol aanzienlijk worden gereduceerd. U moet echter
niet vergeten dat hoe lager de temperatuur, des te minder de aroma’s zich zullen ontwikkelen. De
typische, plezierige en complexe bouquets van deze wijnen is een interessante karakteristiek die op prijs
wordt gesteld: wanneer u ze te koel serveert zult u ook dit belangrijke aspect opofferen.
Instructies voor de gebruiker

7.8 Opstelling van de flessen
Afhankelijk van de wijze van opslag bieden de schappen van de wijnkoelkast plaats aan maximaal 198
flessen Bordeaux van 750 ml. In de onderstaande figuren ziet u twee traditionele opslagmethoden
afgebeeld voor flessen van 3/4 liter. Schema A biedt ruimte voor 115 flessen terwijl schema B ruimte
schept voor 198 opgeslagen flessen.
Bij flessen met een andere vorm of maat zal dit aantal ook minder kunnen zijn.
Om de luchtcirculatie in de wijnkoelkast niet te belemmeren moet u er bij het neerleggen van de flessen
op letten dat de bodem niet tegen de achterwand aan komen te liggen.
Laat warme flessen eerst afkoelen tot op kamertemperatuur voordat u ze in de wijnkoelkast legt.
7.9 Praktische wenken voor het bewaren en proeven
- Flessen wijn moeten altijd buiten hun oorspronkelijk verpakking (dozen of kisten) worden bewaard;
- Bij het neerleggen van reeds geopende flessen moet u ervoor zorgen dat de wijn de kurk volledig
bedekt. Er mag geen lucht aanwezig zijn tussen de kurk en de wijn;
- Voordat u hem serveert moet de wijn langzaam op de juiste proeftemperatuur worden gebracht: een
rosé moet bijvoorbeeld circa 2-3 uur voordat hij wordt geserveerd op tafel worden gezet, en een rode
wijn 3-4 uur van te voren. Witte wijn moet daarentegen rechtstreeks uit de koelkast op tafel worden
gebracht. Mousserende wijnen en Champagne horen vóór het proeven in de koelkast te worden
afgekoeld.
Instructies voor de gebruiker

8. ACCESSOIRES
9. ONDERHOUD EN REINIGING
Afstandsstukken
Het afstandsstuk aan de achterkant van het apparaat garandeert
een voldoende circulatie van de lucht. Sluit de dop en haak hem
vast aan de bovenkant.
9yyUDOOHZHUN]DDPKHGHQPRHWXGHHOHNWULVFKHYRHGLQJYDQKHWDSSDUDDWORVNRSSHOHQ
9.1 Ontdooien van de wijnkoelkastruimte
De wijnkoelkast is uitgerust met automatische ontdooiing. Tijdens het normale gebruik van het apparaat
zal zich, tijdens de werking van de compressor, op de achterwand een rijplaag vormen die zal smelten
als die laatste niet werkt. Wanneer de compressor niet werkt zal de rijplaag tegen de achterwand
smelten en zal het water in de speciale opening achterin de ruimte stromen. Waarna het naar het bakje
bovenop de compressor wordt geleid om te verdampen.
Let op: De vorming van ijs op de achterwand kan variëren met de wijziging van de
klimaatsomstandigheden (temperatuur en vochtigheidsgraad), met de regelmaat waarmee de deur
wordt geopend, met de gebruikstemperaturen van de machine, met de aanwezige hoeveelheid flessen.
De vorming van condens op de binnenwanden van de koelkast bij normale
gebruiksomstandigheden is volstrekt normaal en duidt niet op een defect.
9.2 Reinigen van de wijnkoelkast
Alvorens met het reinigen te beginnen moet u de stekker uit het voedingsnet trekken. Gebruik voor het
reinigen van de buitenkant uitsluitend water en een gewoon vloeibaar schoonmaakmiddel voor
afwasbare oppervlakten (bijvoorbeeld een detergent voor ruiten). Gebruik voor de gelakte of geverfde
delen geen producten die schurende of bijtende substanties bevatten, zoals zuren of chemische
oplosmiddelen. Gebruik een spons of zachte doek.
Voor het reinigen van de binnenkant moet u geen stoomreinigers gebruiken, maar worden dezelfde
voorzorgsmaatregelen en producten aanbevolen als voor het reinigen van de buitenkant.
Was de verwijderbare houten delen niet in een vaatwasser, maar gewoon met lauw water en
afwasmiddel of met water en azijn. Voorkom dat het water of de schoonmaakmiddelen in aanraking
komen met de elektrische delen van de verlichting.
Voor het reinigen van de pakkingen moet u lauw water gebruiken waarna u ze moet afdrogen.
Let ervoor op dat de afvoeropening voor het dooiwater niet verstopt raakt met reinigingsresten (schuim
of zeep). Houd hem vrij en maak hem regelmatig schoon met een tandenstoker.
Voor een correcte werking van het apparaat moet u periodiek met een lap ook de achterzijde aan de
buitenkant schoonmaken om een overmatige opeenhoping van stof en vuil, die een normale werking
zou verhinderen, te voorkomen.
9.3 De wijnkoelkast uitschakelen
Bij een langdurige stilstand van de wijnkoelkast moet u de knop op het bedieningspaneel indrukken.
Maak vervolgens de ruimte leeg, ontkoppel hem van het elektriciteitsnet en droog, na het ontdooien, de
overgebleven vochtresten op. Laat de deur op een kier om te voorkomen dat vocht en stilstaande lucht
voor een kwalijke reuk zorgen.
+HWZRUGWDDQEHYROHQRPKHWDSS DUDDWQLHWODQJHUGDQj GDJHQRQEHKHHUGWHODWHQ%LMODQJGXULJH
DIZH]LJKHLGNXQWXGHZLMQNRHONDVWEHWHUXLWVFKDNHOHQ
Instructies voor de gebruiker

9.4 Werkingsgeluiden
De afkoeling van de wijnkoelkastruimte vindt plaats door middel van een compressiesysteem. De
compressor treedt in werking om de geselecteerde temperatuur in de ruimte te handhaven en kan,
afhankelijk van de noodzakelijke afkoeling, continu werken. Bij de inwerkingtreding van de compressor is
een gezoem hoorbaar dat na enkele minuten afneemt. Andere geluiden verbonden aan de normale
werking van de wijnkoelkast zijn een gegorgel en een geruis als gevolg van het stromen van de
koelvloeistof door de leidingen van het circuit. Dit zijn normale geluiden en geen teken dat het apparaat
slecht werkt. Eventuele al te harde geluiden kunnen ook andere oorzaken hebben. U moet daarom
controleren of:
- de wijnkoelkast correct waterpas op de vloer staat en niet trilt tijdens de werking van de compressor.
Zorg voor een correcte regeling van de geleverde pootjes;
- de rekken correct en in hun zetels zijn aangebracht. Zorg voor de correcte plaatsing ervan;
- de flessen stabiel op de verschillende rekken en niet tegen elkaar aan liggen. de trilling als
gevolg van de werking van de compressor zou voor een bepaalde lawaaiigheid kunnen zorgen;
- zorg ervoor dat de wijnkoelkast niet in aanraking komt met meubels of andere huishoudelijke
apparatuur.
Instructies voor de gebruiker

9.5 Het opsporen en verhelpen van mogelijke werkingsdefecten.
Uw nieuwe wijnkoelkast is ontworpen en gefabriceerd aan de hand van strenge kwaliteitsstandaards.
Met deze sectie beogen wij u in staat te stellen om bij technische afwijkingen tijdens de werking zelf de
oorzaak van het probleem op te sporen, voordat u zich tot de erkende plaatselijke Servicedienst wendt.
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK WAARSCHIJNLIJKE OPLOSSING
Lawaaiige werking - zie paragraaf “9.4
Werkingsgeluiden”
De compressor treedt te vaak in
werking of draait continu:
- onvoldoende koeling van de
compressor en de condensator:
- toename van de
buitentemperatuur;
- frequente of langdurige opening
van de deur;
- controleer of de achterkant correct
wordt gelucht zoals aangegeven
in paragraaf “4. installatie en
aansluiting” en of de condensator
niet overmatig vies is;
- beperk het openen van de deur.
De compressor treedt niet in werking: - Schakelaar uit;
- voedingskabel niet verbonden met
het elektriciteitsnet;
- het stopcontact levert geen
stroom;
- Kamertemperatuur te hoog.
- Druk op de knop ;
- sluit de voedingskabel aan;
- wendt u zich tot de
elektriciteitsleverancier.
Onvoldoende afkoeling van de
wijnkoelkastruimte:
- De interne temperatuur staat op
een te hoge stand
(overeenkomstig een geringere
koeltemperatuur);
- frequente of langdurige opening
van de deur;
- Regel de temperatuur met de
toetsen of zoals beschreven
in paragraaf “7.3 Instelling van de
temperatuur”;
- open de deur minder vaak en zo
kort mogelijk;
Een excessieve condensvorming in
de wijnkoelkastruimte
- controleer of de deurpakkingen
hermetisch aansluiten op de
wijnkoelkast;
- frequente of langdurige opening
van de deur;
- Wanneer er spleten zichtbaar zijn
moet u proberen om de pakking te
verzachten door er met de hand
aan te trekken en de gesloten
vingers over het binnengedeelte te
laten lopen;
- open de deur minder vaak en zo
kort mogelijk, vooral bij gebruik in
een warm en vochtig klimaat;
Aanwezigheid van water op de
bodem van de wijnkoelkastruimte:
- De "condensafvoersleuf" is
verstopt
- Maak de "condensafvoersleuf" vrij
Deur gaat onmiddellijk na het sluiten
moeilijk open:
- wanneer u probeert om een deur
onmiddellijk na sluiting ervan weer
te openen moet u veel kracht
gebruiken. Dit is het gevolg van de
decompressie als gevolg van de
afkoeling van de warme lucht die
in het compartiment is
binnengedrongen.
Instructies voor de gebruiker

KLANTENSERVICEDIENST - LEZEN TYPEPLAATJE
WANNEER U DE PROBLEMEN DIE U MET HET PRODUCT HEEFT GEHAD NIET IN DE BOVENSTAANDE
LIJST KUNT VINDEN EN WANNEER U MEER INFORMATIE NODIG HEEFT, KUNT U ZICH WENDEN TOT DE
ERKENDE KLANTENSERVICEDIENST VAN DE ZONE. HET ADRES EN TELEFOONNUMMER STAAN
VERMELD IN HET TELEFOONBOEK VAN UW PROVINCIE.
WANNEER U CONTACT OPNEEMT MET DE SERVICEDIENST VERZOEKEN WIJ U OM DUIDELIJK HET
MODEL VAN HET AANGESCHAFTE PRODUCT SAMEN MET HET BIJBEHORENDE SERIENUMMER TE
VERMELDEN, ZOALS AANGEGEVEN OP DE STICKER MET DE TECHNISCHE KARAKTERISTIEKEN IN HET
INTERIEUR VAN DE KOELRUIMTE.
MODEL
SERIENUMMER
Instructies voor de gebruiker

10.ENKELE TIPS OM TE BEZUINIGEN
Onderstaand vindt u enkele eenvoudige en praktische tips om de wijnkoelkast beter te gebruiken voor
een betere werking en een lager energieverbruik:
1 Plaats de wijnkoelkast op de koelste plaats van de keuken, uit de buurt van de kookplaat, de
verwarming en het raam, om temperatuursprongen te vermijden.
2 De juiste afstand van de muur moet tenminste 5 centimeter zijn. Op deze wijze blijft rondom de
wijnkoelkast voldoende vrije ruimte over voor een goede ventilatie; een noodzakelijke voorwaarde om
oververhitting en een hoog verbruik te vermijden. Laat de flessen niet in aanraking komen met de
wanden van de wijnkoelkast.
3 Stop geen warme flessen in de wijnkoelkast. Dit zal de vorming van ijs op de wanden bevorderen.
4 De koelste zone is die onderin, plaats de wijnflessen dus aan de hand van de vereiste temperatuur.
Beperk de openingstijd van de deur tijdens het neerleggen en verwijderen van de flessen tot het
absolute noodzakelijke minimum, vooral in warme perioden. Het frequent en langdurig openen van
de wijnkoelkast zal leiden tot een abrupte toename van de temperatuur in de koelruimte die de
kwaliteit en de juiste conservering van de wijnen zou kunnen schaden en zou kunnen leiden tot een
toename van het energieverbruik van de machine vanwege het herstel van de ingestelde
temperatuur.
5 Na de stroomvoorziening te hebben onderbroken, moet u controleren of de condensator en de
serpentine aan de achterkant van het apparaat schoon zijn. De stoflaag die zich vormt tijdens het
verspreiden van de koude zal het verbruik aanzienlijk zal doen toenemen.
6 Bij een langdurige stilstand van de wijnkoelkast is het raadzaam om het apparaat leeg te maken en
uit te zetten.
Instructies voor de gebruiker

14


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Smeg SCV115S-1 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Smeg SCV115S-1 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 0,66 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Smeg SCV115S-1

Smeg SCV115S-1 User Manual - English - 17 pages

Smeg SCV115S-1 User Manual - German - 19 pages

Smeg SCV115S-1 User Manual - French - 17 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info