660172
15
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/28
Next page
Inhoudsopgave
107
NL
1 Waarschuwingen 108
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 108
1.2 Aansprakelijkheid van de fabrikant 111
1.3 Beoogd gebruik 111
1.4 Verwerking 112
1.5 Identificatieplaatje 112
1.6 Deze gebruiksaanwijzing 112
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 113
2 Beschrijving 114
2.1 Algemene beschrijving 114
2.2 Symbolen 115
3 Gebruik 116
3.1 Waarschuwingen 116
3.2 Eerste gebruik 116
3.3 Het gebruik van de kookplaat 117
4 Reiniging en onderhoud 119
4.1 Waarschuwingen 119
4.2 Reiniging van het apparaat 119
5 Installatie 121
5.1 Veiligheidswaarschuwingen 121
5.2 Insnijding van het werkblad 121
5.3 Inbouw 122
5.4 Gasaansluiting 124
5.5 Aanpassing aan de verschillende gastypes 126
5.6 Elektrische aansluiting 133
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
Deze aanwijzingen zijn uitsluitend geldig in de landen die op het plaatje van het apparaat
zijn aangeduid.
Deze inbouw kookplaat behoort tot klasse 3.
Waarschuwingen
108
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Het apparaat en de bereikbare
delen ervan worden zeer heet
tijdens het gebruik. Raak geen
verwarmingselementen aan tijdens
gebruik van het apparaat.
• Bescherm de handen met
ovenwanten bij het hanteren van
voedsel in de ovenruimte.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het
apparaat uit en bedek het vuur
met een deksel of een
brandwerende deken.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen
met beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale capaciteiten of met een
gebrek aan ervaring of kennis is
alleen toegestaan onder toezicht
en begeleiding van volwassenen
die verantwoordelijk zijn voor hun
veiligheid.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan
verwijderd van het apparaat.
• Houd kinderen van jonger dan
8 jaar uit de buurt wanneer het
apparaat in werking is.
• Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud van
het apparaat mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen die niet
onder toezicht staan.
• Controleer of de vlamverdelers
met de respectievelijke deksels
correct in de zittingen
gepositioneerd zijn.
• Let op voor de snelle verwarming
van de kookzones. Plaats geen
lege potten of pannen op de
ingeschakelde plaat. Gevaar op
oververhitting.
Vetten en oliën kunnen vlam vatten
als ze oververhit raken. Het is
aanbevolen bij het apparaat te
blijven tijdens de voorbereiding
van voedsel dat olie of vet bevat.
Als de oliën of vetten vlam zouden
vatten, mag geen water gebruikt
worden om te blussen. Plaats het
deksel op de pan en schakel de
kookzone uit.
• Het kookproces moet altijd
bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend
bewaakt worden.
• Tijdens het gebruik geen metalen
voorwerpen zoals vaatwerk of
bestek op het oppervlak van de
kookplaat plaatsen omdat deze
oververhit zouden kunnen raken.
Waarschuwingen
109
NL
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten
van het apparaat.
• Giet geen water rechtstreeks op
hete ovenschalen.
• Gebruik geen spuitbussen in de
buurt van het apparaat terwijl het
werkt.
• Na gebruik het apparaat
uitschakelen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
• Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
• Trek nooit aan de kabel om de
stekker uit het stopcontact te halen.
• Als de stroomkabel beschadigd
is, moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische dienst
die voor de vervanging van de
kabel zal zorgen.
Beschadiging van het apparaat
• Ga niet op het apparaat zitten.
Gebruik geen stoomstraal om het
apparaat te reinigen.
• Zorg er voor dat de openingen
en de spleten voor de ventilatie en
de warmte-afvoer niet verstopt
raken.
Laat het apparaat niet onbeheerd
achter tijdens bereidingen waarbij
vetten en oliën vrijkomen die bij
heet worden vlam kunnen vatten.
Wees heel voorzichtig
• Laat geen voorwerpen achter op
de kookoppervlakken.
• Gebruik het apparaat nooit om
de ruimte te verwarmen.
• Sproei geen spuitbussen in de
nabijheid van de oven.
Gebruik geen vaatwerk of plastic
houders om voedsel te bereiden.
• De pannen of de vleesroosters
moeten binnen de omtrek van de
kookplaat geplaatst worden.
• Alle pannen moeten een vlakke
en regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming of
overkoken moet de vloeistof
onmiddellijk van de kookplaat
verwijderd worden.
Mors geen zuurhoudende stoffen
zoals citroensap of azijn op de
kookplaat.
• Plaats geen lege potten of
pannen op ingeschakelde
kookzones.
Gebruik geen stoomstraal om het
apparaat te reinigen.
• Gebruik geen ruw, schurend of
scherp materiaal.
Waarschuwingen
110
• Gebruik op de stalen delen of de
delen waarvan het oppervlak met
metalen afwerkingen werd
behandeld (bijv. elektrolytische
oxidaties, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Stop de verwijderbare
onderdelen, zoals de roosters van
de kookplaat, de vlamverdelers
en de deksels niet in de
vaatwasser.
Installatie
• Dit apparaat mag niet
geïnstalleerd worden in boten of
caravans.
• Het apparaat mag niet
geïnstalleerd worden op een
voetstuk.
• Plaats het apparaat met behulp
van een tweede persoon in het
meubel.
• Om mogelijke oververhitting van
het apparaat te vermijden mag het
niet achter een decoratieve deur of
een paneel worden geïnstalleerd.
Voorafgaand aan iedere ingreep
op het apparaat (installatie,
onderhoud, plaatsing of
verplaatsing) moet u altijd zorgen
voor persoonlijke
beschermingsmiddelen.
Voorafgaand aan iedere ingreep
op het apparaat moet de
algemene elektrische voeding
gedeactiveerd worden.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
• Laat de gasaansluiting uitvoeren
door bevoegd technisch
personeel.
• Het aansluiten met een flexibele
buis moet zodanig uitgevoerd
worden dat de lengte van de
bebuizing niet langer is dan
2 meter van de maximale
uitrekking voor flexibele stalen
buizen en 1,5 meter voor
rubberen buizen.
• De buizen mogen niet in
aanraking komen met
beweegbare delen, en mogen
niet geplet worden.
• Gebruik, waar dit wordt
gevraagd, een drukregelaar in
overeenstemming met de van
kracht zijnde norm.
Waarschuwingen
111
NL
• Controleer na elke ingreep of het
aandraaimoment van de
gasaansluitingen zich tussen
10 Nm en 15 Nm bevindt.
Na de installatie moet u eventuele
lekken opsporen met een
zeepoplossing, maar nooit met
een vlam.
Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch
personeel.
• De aarding moet verplicht
aangebracht worden volgens de
voorziene veiligheidsnormen van
de elektrische installatie.
• Gebruik kabels die bestand zijn
tegen temperaturen van minstens
90 °C.
• Het aandraaimoment van de
schroeven van de stroomgeleiders
van het klemmenbord moet
1,5-2 Nm bedragen.
• De eventuele vervanging van
elektrische aansluitkabel mag
uitsluitend worden uitgevoerd
door bevoegd technisch
personeel.
1.2 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade aan
personen en voorwerpen ten
gevolge van:
• ander gebruik van het apparaat
dan wordt voorzien,
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de
gebruiksaanwijzing,
• het forceren van ook slechts één
deel van het apparaat;
• het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.3 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bedoeld om thuis
voedsel te bereiden. Elk ander
gebruik is oneigenlijk.
• Het apparaat is niet ontworpen
om te functioneren met externe
kookwekkers of
afstandsbedieningssystemen.
Waarschuwingen
112
1.4 Verwerking
Het apparaat moet gescheiden
ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG,
2003/108/EG). Het product bevat geen
delen die als gevaarlijk voor de
gezondheid en het milieu worden
beschouwd, conform de actuele Europese
Richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
• Snijd de voedingskabel af en verwijder
de elektrische kabel en de stekker.
• Oude of gebruikte apparaten aan het
einde van hun levensduur moeten door
de gebruiker worden ingeleverd bij
geschikte centra voor de gescheiden
inzameling van elektrisch en elektronisch
afval, of het overhandigen aan de
verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat zit verpakt in
milieuvriendelijke en recyclebare
materialen.
Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de
technische gegevens, het
serienummer en de markering. Het
plaatje mag in geen geval worden
verwijderd.
1.6 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een
belangrijk onderdeel van het
apparaat en dient gedurende de
volledige levensduur intact en op
een eenvoudig te bereiken plaats
worden bewaard. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig vóór
installatie.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
Waarschuwingen
113
NL
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires,
kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
Beschrijving
114
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
60 cm
75 cm
Beschrijving
115
NL
100 cm
AUX = Hulpbrander
SR = Halfsnelle brander
RR = Gered. snelle brander
R = Snelle brander
UR = Ultra snelle brander
2.2 Symbolen
Kookzones
Links vooraan
Centraal links
Links achteraan
Centraal brander
Rechts achteraan
Centraal rechts
Rechts vooraan
Knoppen branders
Nuttig voor de inschakeling en de regeling
van de branders van de plaat. Druk op de
knoppen, en draai deze linksom op de
waarde om de overeenkomstige
branders te ontsteken. Om de vlam te
regelen, moet de knop in de zone tussen
het maximum en het minimum
gedraaid worden. Om de branders uit te
schakelen, moeten de knoppen op
positie geplaatst worden.
Gebruik
116
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
3.2 Eerste gebruik
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan
de binnen- en buitenzijde van het
apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische gegevens)
van de accessoires.
3. Verwijder en was alle accessoires van
het apparaat (zie 4 Reiniging en
onderhoud).
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
• Controleer of de vlamverdelers met de
respectievelijke deksels correct in de
zittingen gepositioneerd zijn.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten bij
oververhitting. Wees heel voorzichtig.
• Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waarbij
vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Gebruik geen spuitbussen in de
nabijheid van het apparaat.
Raak de warmte-elementen niet aan als
het apparaat in werking is. Laat ze
afkoelen vóór u het apparaat eventueel
reinigt.
Houd kinderen van jonger dan 8 jaar uit
de buurt wanneer het apparaat in
werking is.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
Dek de branders of de kookplaat niet af
met zilverfolie.
• De recipiënten of de vleesroosters
moeten binnen de omtrek van de
kookplaat geplaatst worden.
• Alle recipiënten moeten een effen en
regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming of overkoken
moet de vloeistof onmiddellijk van de
kookplaat verwijderd worden.
• Er wordt afgeraden om potten in
aardewerk of speksteen te gebruiken
om voedsel te bereiden of te verwarmen
Gebruik
117
NL
3.3 Het gebruik van de kookplaat
Alle bedieningen en schakelaars bevinden
zich op het frontpaneel. Naast elke knop
wordt de bijhorende brander aangeduid.
Het apparaat is voorzien van een
elektronisch ontstekingsmechanisme. Het is
voldoende om op de knop te drukken en
hem linksom te draaien op het symbool van
de maximale vlam, tot de brander wordt
ingeschakeld. Als de brander niet wordt
ontstoken binnen 15 seconden, moet de
knop op geplaatst worden en moet 60
seconden gewacht worden tot de
volgende poging. Na de ontsteking moet
de knop enkele seconden ingedrukt
gehouden worden, zodat het
thermokoppel kan opwarmen. Het kan
voorvallen dat de brander uitgaat wanneer
de knop wordt losgelaten: dit betekent dat
het thermokoppel onvoldoende is
opgewarmd. Wacht enkele ogenblikken en
herhaal de handeling. Houd de knop
langer ingedrukt.
Correcte positie van de vlamverdelers en
van de deksels
Voordat de branders van de kookplaat
ingeschakeld worden, moet gecontroleerd
worden of de vlamverdelers correct
gepositioneerd zijn met de respectievelijke
deksels. Let op dat de openingen van de
brander overeenstemmen met de
vonkontstekers en de thermokoppels.
Controleer bovendien of de pinnen van de
vlamverdelers perfect in de openingen van
de brander zijn aangebracht.
De roosters correct plaatsen
In geval van een toevallige
uitschakeling zorgt een
veiligheidssysteem voor de
blokkering van de gaslevering,
ook wanneer de kraan open staat.
Plaats de knop op en wacht
minstens 60 seconden om
nogmaals te ontsteken.
Gebruik
118
Plaats de roosters boven de branders
parallel, en dus niet haaks, aan het
bedieningspaneel. Elk type brander moet
met diens rooster worden geassocieerd.
Gebruik de afgeschuinde kanten voor de
vonkontsteker en het thermokoppel als
referentie voor de correcte plaatsing van
het rooster op de brander.
Praktisch advies voor het gebruik van de
kookplaat
Voor een optimaal rendement van de
branders en een minimaal gasverbruik
moeten recipiënten gebruikt worden met
een deksel en die geschikt zijn voor de
brander, om te voorkomen dat de vlam
langs de zijkanten lekt. Wanneer de
vloeistof begint te koken, moet de vlam
laag gedraaid worden om te vermijden dat
de vloeistof overkookt.
Om brandwonden te vermijden en schade
aan de kookplaat of het werkblad te
voorkomen, moeten tijdens de bereiding
alle recipiënten en vleesroosters binnen de
omtrek van de kookplaat blijven.
Een vleesrooster gebruiken
Wanneer u een vleesrooster wilt gebruiken,
moet het volgende advies opgevolgd
worden:
• het vleesrooster mag maximaal 10
minuten lang op het maximale vermogen
van de brander worden opgewarmd.
• het wordt aanbevolen om voor de
bereiding van de levensmiddelen een
lager vermogen in te stellen;
let erop dat de vlammen van de brander
niet onder de rand van het vleesrooster
uit komen;
• houd de zijwand op minimaal 150 mm
van de rand van het vleesrooster;
plaats het vleesrooster niet op meerdere
branders tegelijkertijd.
Diameter van de recipiënten:
• Hulpbrander: 12 - 18 cm.
• Halfsnelle brander: 14 - 24 cm.
• Gered. snelle brander: 18 - 24 cm.
• Snelle brander: 20 - 26 cm.
Zeer snelle brander: 20 - 30 cm.
Reiniging en onderhoud
119
NL
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Waarschuwingen
4.2 Reiniging van het apparaat
Om de oppervlakken in goede staat te
houden, moeten ze na elk gebruik
gereinigd worden nadat ze afgekoeld zijn.
Dagelijkse gewone reiniging
Gebruik steeds en uitsluitend specifieke
producten, die geen schurende of zure
stoffen op chloorbasis bevatten.
Giet het product op een vochtige doek en
wrijf het over het oppervlak, spoel
zorgvuldig af, en droog met een zachte
doek of met een microvezeldoek.
Voedselresten of -vlekken
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of
scherpe krabbers zodat de oppervlakken
niet worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende
producten, en eventueel houten of plastic
gerei. Spoel zorgvuldig, en droog met een
zachte doek of met een microvezeldoek.
Laat etensresten op basis van suiker (bijv.
marmelade) in het apparaat niet opdrogen,
dit kan het email binnenin aantasten.
Roosters van de kookplaat
Verwijder de roosters en reinig deze met
behulp van lauw water en een niet-
schurend reinigingsmiddel. Verwijder
zorgvuldig alle afzettingen. Droog de
roosters en plaats ze weer op de
kookplaat.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Gebruik op de stalen delen of de delen
waarvan het oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld (bijv.
elektrolytische oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
• Laat de kookplaat afkoelen en maak
onmiddellijk schoon bij aanraking met te
agressieve reinigingsmiddelen, hard
water of overgekookte producten
(water, sauzen, koffie, enz.).
• Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes).
• Gebruik geen ruw, schurend of scherp
materiaal.
• Stop de verwijderbare onderdelen,
zoals de roosters van de kookplaat, de
vlamverdelers en de deksels niet in de
vaatwasser.
De roosters staan steeds in contact
met de vlam waardoor de glans
van de delen van het staal, die het
meest de warmte moeten
verdragen, mettertijd kan
verdwijnen. Dit is een normaal
verschijnsel dat de functionaliteit
van dit onderdeel absoluut niet
schaadt.
Reiniging en onderhoud
120
Vonkontstekers en thermokoppels
Voor een goede werking moeten de
vonkontstekers en de thermokoppels steeds
rein gehouden worden. Controleer ze
regelmatig, en reinig ze indien nodig met
een vochtige doek. Eventuele droge resten
moeten verwijderd worden met een houten
tandenstoker of met een naald.
Vlamverdelers en deksels
De deksels en de vlamverdelers kunnen
verwijderd worden om de reiniging te
vergemakkelijken. Reinig deze delen met
behulp van heet water en een niet-schurend
reinigingsmiddel. Verwijder zorgvuldig alle
afzettingen en wacht tot alles perfect droog
is.
Monteer de vlamverdelers weer, en
controleer of ze correct gepositioneerd zijn
in de zittingen met de respectievelijke
deksels.
Controleer in het geval van een
storing of de gaten van de
buitenste vlamverdeler altijd
perfect schoon zijn.
Installatie
121
NL
5 Installatie
5.1 Veiligheidswaarschuwingen
Fineerbewerkingen, kleefstoffen of kunststof
bekledingen van aangrenzende meubels
moeten warmtebestendig zijn (>90°C),
anders kunnen deze mettertijd vervormen.
Ook de minimum afstanden van de vrije
delen van het vlak op de achterzijde
moeten gerespecteerd worden, zoals
wordt aangeduid op de afbeelding van de
montage.
5.2 Insnijding van het werkblad
Maak een opening (zie de aangeduide
afmetingen) in het werkblad van het
meubel.
Warmteontwikkeling tijdens
werking van het apparaat
Brandgevaar
• Controleer of het materiaal van het
meubel brandbestendig is.
• Controleer of het meubel voorzien is
van de vereiste openingen.
De minimum afstand die
gerespecteerd moet worden
tussen afzuigkappen en de
kookvlakken moet minstens
overeenkomen met diegene die
aangeduid wordt in de
aanwijzingen voor de montage
van de afzuigkap.
De volgende ingreep vergt metsel-
en/of timmerwerk, en moet dus
uitgevoerd worden door een
bevoegd technicus.
De installatie kan uitgevoerd
worden op structuren van
verschillende materialen, zoals
metselwerk, metaal, massief hout
en met kunststof gelamineerd hout,
mits het hittebestendig is (>90°C).
L (mm) X (mm) Y (mm)
600 560 ÷ 564 482 ÷ 486
750 700 ÷ 704 482 ÷ 486
1000 880 ÷ 884 482 ÷ 486
A (mm) B (mm) C (mm) D (mm) E (mm)
min 200 min 460 min 750 40 ÷ 60 min 50
Installatie
122
5.3 Inbouw
Op inbouwruimte voor oven
De afstand tussen de kookplaat en de
keukenmeubels of de inbouwapparaten
moet zodanig zijn dat een voldoende
ventilatie en een voldoende luchtafvoer
gegarandeerd wordt.
Bij installatie boven een oven moet een
tussenruimte worden gelaten tussen de
onderkant van de kookplaat en de
bovenzijde van het onderaan geplaatste
apparaat.
met opening onderaan
met opening onderaan en achteraan
Op neutrale ruimte of laden
Wanneer andere meubelen (zijwanden,
laden, enz.), afwasautomaten of koelkasten
aanwezig zijn onder de kookplaat, moet
een dubbele houten bodem worden
geïnstalleerd op een minimum afstand van
20 mm van de onderkant van de
kookplaat, zodat toevallig contact wordt
vermeden. De dubbele bodem mag alleen
met geschikt gereedschap worden
verwijderd.
150 x 150 (mm)
nodig voor de gasaansluiting
met opening onderaan
met opening achteraan
Wanneer de kookplaat boven een
oven wordt geïnstalleerd, moet
deze voorzien worden van een
ventilator voor de koeling.
Als geen dubbele houten bodem
wordt geïnstalleerd, kan de
gebruiker ongewenst hete of
scherpe onderdelen raken.
Installatie
123
NL
Bevestigingsbeugels
Draai de bevestigingsbeugels (A) vast in de
daarvoor bestemde openingen in de
zijkanten van de carter onderaan om de
kookplaat correct op de structuur te
bevestigen.
Pakking van de kookplaat
Met glazen plaat
Voordat de montage wordt uitgevoerd,
moet de bijgeleverde pakking langs de
omtrek van de kookplaat worden
aangebracht om te voorkomen dat
vloeistoffen tussen de omlijsting van de
kookplaat en het werkblad kunnen komen.
Met stalen plaat
Breng voor de montage de bijgeleverde
pakking aan om te voorkomen dat
vloeistoffen tussen de omlijsting van de
kookplaat en het werkblad kunnen komen.
1. Raadpleeg de afmetingen die worden
aangeduid op de afbeelding; de
voorzijde met het gat net raken.
2. Breng de pakking met een lichte druk
aan over de hele omtrek van het gat in
het werkblad.
3. Snijd de rand van de pakking die te veel
is zorgvuldig af.
Bevestig de kookplaat niet met
behulp van silicone. Indien dit toch
wordt gedaan, kan de kookplaat
niet verwijderd worden zonder
deze te beschadigen.
Installatie
124
5.4 Gasaansluiting
Algemene informatie
De aansluiting op het gasnet kan
uitgevoerd worden met een vaste koperen
buis of met een flexibele stalen buis op een
doorlopende wand volgens de
voorschriften van de van kracht zijnde norm.
Raadpleeg voor de voeding met andere
gastypes het hoofdstuk „5.5 Aanpassing
aan de verschillende gastypes”. De
toevoerverbinding van het gas heeft een
extern schroefdraad 1/2” (ISO 228-1).
Aansluiting met een flexibele stalen buis
Voer de aansluiting op het gasnet uit met
een flexibele stalen slang met continue
wand, conform de kenmerken van de
geldende norm.
Draai de aansluiting 3 zorgvuldig op de
gasaansluiting 1 van het apparaat, en
breng de pakking 2 ertussen aan.
Gaslek
Explosiegevaar
• Controleer na elke ingreep of het
aandraaimoment van de
gasaansluitingen zich tussen 10 Nm en
15 Nm bevindt.
Gebruik, waar dit wordt gevraagd, een
drukregelaar in overeenstemming met
de van kracht zijnde norm.
• Na de installatie moet u eventuele
lekken opsporen met een
zeepoplossing, maar nooit met een
vlam.
• De buizen mogen niet in aanraking
komen met beweegbare delen, en
mogen niet verpletterd worden.
Installatie
125
NL
Aansluiting met een flexibele stalen buis
met conische verbinding
Voer de aansluiting op het gasnet uit met
een flexibele stalen slang met continue
wand, conform de kenmerken van de
geldende norm.
Draai de verbinding 3 zorgvuldig vast op
de gasaansluiting 1 (schroefdraad ½” ISO
228-1) van het apparaat, en breng altijd
de bijgeleverde pakking 2 aan. Breng
isolatiemateriaal aan op de schroefdraad
van de verbinding 3, en draai de flexibele
stalen leiding 4 vast op de verbinding 3.
Aansluiten op LPG
Gebruik een drukregelaar, en realiseer de
aansluiting op de gasfles volgens de
voorschriften die bepaald worden door de
van kracht zijnde normen.
De toevoerdruk moet de waarden
respecteren die worden aangeduid in de
tabel „Type van gas en toebehorende
landen”.
Ventilatie van de vertrekken
Het apparaat mag enkel in permanent
geventileerde ruimten worden
geïnstalleerd, zoals voorzien wordt door
de toepasselijke normen. In de ruimte waar
het apparaat geïnstalleerd is, moet een
voldoende luchttoevoer aanwezig zijn die
nodig is voor de regelmatige
gasverbranding en de luchtverversing van
de ruimte zelf. De luchtinlaatopeningen, die
beschermd worden door roosters, moeten
afmetingen conform de van kracht zijnde
normen hebben, en moeten zodanig
geplaatst zijn dat ze niet, ook niet
gedeeltelijk, verstopt worden.
De ruimte moet goed geventileerd worden
zodat de hitte en de vochtigheid
geëlimineerd worden die geproduceerd
worden door de bereidingen: vooral nadat
het apparaat lang niet gebruikt is, wordt
aanbevolen om een venster te openen of
om de snelheid van eventuele ventilatoren
te verhogen.
Installatie
126
Afvoer van de verbrandingsproducten
De afvoer van de verbrandingsproducten
moet verzekerd worden door middel van
afzuigkappen, die aangesloten zijn op een
rookkanaal met een efficiënte trek of met
een geforceerde afzuiging. Een efficiënt
afzuigsysteem moet zorgvuldig ontworpen
worden door een bevoegde specialist, en
moet uitgevoerd worden door de posities
en de afstanden te respecteren die
voorzien worden door de normen.
Na de handeling moet de installateur een
conformiteitscertificaat afgeven.
1 Evacuatie door middel van een afzuigkap
2 Evacuatie zonder afzuigkap
A Evacuatie in enkel rookkanaal met
natuurlijke trek
B Evacuatie in enkel rookkanaal met
elektrische ventilator
C Evacuatie rechtstreeks in de atmosfeer
met elektrische ventilator op de wand of in
de ruit
D Evacuatie rechtstreeks in de atmosfeer via
de wand
Lucht
Verbrandingsproducten
Elektrische ventilator
5.5 Aanpassing aan de verschillende
gastypes
Wanneer andere gastypes worden
gebruikt, moeten de straalpijpen op de
branders vervangen worden en moet de
primaire lucht geregeld worden. Voor het
vervangen van de straalpijpen en het
afstellen van de branders moet het vlak
verwijderd worden.
Om de gasmondstukken te kunnen
vervangen moet het apparaat uit
het inbouwmeubel worden
verwijderd.
Installatie
127
NL
Verwijdering van het vlak
1. Verwijder de roosters van het vlak.
2. Verwijder de vlamverdelers en de
deksels.
3. Verwijder de knoppen en de ringen van
de knoppen door ze omhoog te trekken.
4. Draai voor elke brander de drie
schroeven los waarmee de plaatjes aan
het vlak zijn bevestigd.
Tussen de knop en de ring is een
veer aangebracht die niet op de
afbeelding is weergegeven.
Installatie
128
5. Verwijder de schroeven die het vlak aan
de bekleding van de branders
bevestigen (op de afbeelding is als
voorbeeld een model van 60 cm
uitgebeeld).
6. Verwijder het vlak door het omhoog te
halen.
Vervanging van de straalpijpen
1. Draai de schroef A los en duw de
luchtregelaar B helemaal in.
2. Verwijder de straalpijpen C met een
steeksleutel en monteer de straalpijpen
die voor het nieuwe gastype geschikt
zijn, neem daarbij de aanwijzingen van
de desbetreffende tabellen in acht (zie
„Type van gas en toebehorende
landen”).
3. Stel de luchtstroom af door de
luchtregelaar B te verplaatsen tot u de
afstand D, aangeduid in de
desbetreffende tabel (zie „Type van gas
en toebehorende landen”), heeft
verkregen.
4. Hermonteer het apparaat op correcte
wijze als u iedere brander heeft
afgesteld.
Het aandraaimoment van de
straalpijp mag niet meer dan 3
Nm bedragen.
Installatie
129
NL
Regeling van het minimum voor methaan
of stadsgas
1. Schakel de brander in, en stel in op de
minimum positie.
2. Verwijder de knop van de gaskraan, en
handel op de regelschroef die zich naast
het staafje van de kraan bevindt
(afhankelijk van het model) tot een
regelmatige minimum vlam wordt
verkregen.
3. Monteer de knoppen opnieuw en
controleer de stabiliteit van de vlam van
de brander.
4. Draai de knop snel vanaf de maximum
positie naar de minimum positie: de vlam
zou niet mogen uitgaan.
5. Herhaal deze handeling voor alle
gaskranen.
Regeling van het minimum voor
vloeibaar gas
• Draai de schroef naast het staafje van
de kraan helemaal rechtsom.
Smering van de gaskranen
Het kan zijn dat de gaskranen mettertijd
moeilijk draaien en geblokkeerd raken.
Reinig ze van binnen, en vervang het
smeervet.
Na de regeling met een ander gas
dan het gas dat in de fabriek werd
afgesteld moet het etiket voor de
regeling van het gas, dat is
aangebracht op het apparaat,
vervangen worden door het etiket
voor het nieuwe gas. Het etiket is
bij de straalpijpen gevoegd
(indien aanwezig).
De smering van de gaskranen
moet uitgevoerd worden door een
gespecialiseerde technicus.
Installatie
130
Type van gas en toebehorende landen
Gasarten IT GB-IE FR-BE DE AT ES PT SE RU DK PL
1 Methaan G20
G20 20 mbar
•• ••••••••
G20/25 20/25 mbar
2 Methaan G25
G25 20 mbar
3 Methaan G2.350
G2.350 13 mbar
4 Vloeibaar gas G30/31
G30/31 28/37 mbar
•••
G30/31 30/37 mbar
••
G30/31 30/30 mbar
••
5 Vloeibaar gas G30/31
G30/31 37 mbar
6 Vloeibaar gas G30/31
G30/31 50 mbar
••
7 Stadsgas G110
G110 8 mbar
••
Het is mogelijk om de gastypen
vast te stellen die in het land van
installatie van het apparaat
beschikbaar zijn. Zie het nummer
in de aanhef voor de juiste
waarden in de „Tabel
eigenschappen brander en
gasmondstukken”.
Installatie
131
NL
Tabel eigenschappen brander en gasmondstukken
1 Methaan G20 - 20 mbar AUX SR RR R UR
Nominaal thermisch vermogen (kW)
1.0 1.6 2.5 2.9 3.5
Diameter van de straalpijp (1/100 mm)
67 87 106 115 122
Gereduceerd verbruik (W)
400 500 900 900 1100
Primaire lucht (mm)
41444
Markering op straalpijp
S1 F4 M S S
2 Methaan G25 - 20 mbar AUX SR RR R UR
Nominaal thermisch vermogen (kW)
1.0 1.6 2.4 2.9 3.5
Diameter van de straalpijp (1/100 mm)
75 94 115 128 138
Gereduceerd verbruik (W)
400 500 900 900 1100
Primaire lucht (mm)
10 10 2 2 2
Markering op straalpijp
F4 X S S S
3 Methaan G2.350 - 13 mbar AUX SR RR R UR
Nominaal thermisch vermogen (kW)
1.0 1.60 2.50 2.80 3.50
Diameter van de straalpijp (1/100 mm)
94 115 155 170 185
Gereduceerd verbruik (W)
400 500 900 900 1100
Primaire lucht (mm)
44242
Markering op straalpijp
Y Y H3 H3 -
4 Vloeibaar gas G30/31 - 30/37 mbar AUX SR RR R UR
Nominaal thermisch vermogen (kW)
1.0 1.6 2.5 2.9 3.5
Diameter van de straalpijp (1/100 mm)
48 62 76 81 90
Gereduceerd verbruik (W)
400 500 900 900 1100
Primaire lucht (mm)
10 10 10 10 10
Markering op straalpijp
-----
Nominaal verbruik G30 (g/h)
73 116 182 211 254
Nominaal verbruik G31 (g/h)
71 114 179 207 250
5 Vloeibaar gas G30/31 - 50 mbar AUX SR RR R UR
Nominaal thermisch vermogen (kW)
1.0 1.6 2.5 2.9 3.5
Diameter van de straalpijp (1/100 mm)
43 54 65 72 80
Gereduceerd verbruik (W)
500 600 1000 1000 1400
Primaire lucht (mm)
OPEN 4 4 4 4
Markering op straalpijp
-----
Nominaal verbruik G30 (g/h)
73 116 182 211 254
Nominaal verbruik G31 (g/h)
71 114 179 207 250
132
De straalpijpen die niet worden bijgeleverd kunt u bestellen bij erkende servicecentra.
6 Vloeibaar gas G30/31 - 37 mbar AUX SR RR R UR
Nominaal thermisch vermogen (kW)
1.0 1.60 2.50 2.90 3.50
Diameter van de straalpijp (1/100 mm)
46 58 72 76 85
Gereduceerd verbruik (W)
450 550 950 950 1300
Primaire lucht (mm)
10 10 10 10 10
Markering op straalpijp
-----
Nominaal verbruik G30 (g/h)
73 116 182 211 254
Nominaal verbruik G31 (g/h)
71 114 179 207 250
7 Stadsgas G110 - 8 mbar AUX SR RR R UR
Nominaal thermisch vermogen (kW)
1.0 1.6 2.5 2.9 3.4
Diameter van de straalpijp (1/100 mm)
130 165 220 245 280
Gereduceerd verbruik (W)
400 500 900 900 1100
Primaire lucht (mm)
OPEN OPEN 4 4 4
Markering op straalpijp
H2 H3 H1 - -
Installatie
133
NL
5.6 Elektrische aansluiting
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
merknaam van het apparaat.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Voorzie de aarding met een kabel van
minimaal 20 mm langer dan de andere.
Het apparaat kan op de volgende
manieren functioneren:
220-240 V 1N~
Driepolige kabel 3 x 1 mm².
Vaste aansluiting
Voorzie een meerpolige onderbreking voor
de voeding, overeenkomstig de
installatienormen.
De schakelaar dient op een eenvoudig te
bereiken plaats en in de nabijheid van het
apparaat te zijn aangebracht.
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact
van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of
aftakkingen, omdat ze oververhitting of
brand zouden kunnen veroorzaken.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch personeel.
• Gebruik persoonlijke
beschermingsmiddelen.
De aarding moet verplicht aangebracht
worden volgens de voorziene
veiligheidsnormen van de elektrische
installatie.
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Trek nooit aan de kabel om de stekker
uit het stopcontact te halen.
• Gebruik kabels die bestand zijn tegen
temperaturen van minstens 90 °C.
• Het aandraaimoment van de schroeven
van de stroomgeleiders van het
klemmenbord moet 1,5-2 Nm bedragen.
De waarden verwijzen naar de
diameter van de interne geleider.
220-240V~
1 mm
2
20 mm
15


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Smeg PXL675L at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Smeg PXL675L in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 0,58 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Smeg PXL675L

Smeg PXL675L User Manual - English - 26 pages

Smeg PXL675L User Manual - German - 26 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info